<Desc/Clms Page number 1>
UITVINDINGSBREVET gevormd door : " Verbeterde rijwielkader ."
EMI1.1
BS SI # SS3SSS # i'ili SS S S3 SE SS 3 -3 SS SZ S # 25Z5S2: :S S w S SS w
De rijwielkaders tot heden in den handel gebracht, zijn gekenmerkt door het feit: 1 dat de verbinding van de braketbus tot de zadelverbinding uit een enkele ronde buis bestaat; 20 dat het zwaarte punt van den berijder zich ongeveer 0,20 a 0,25 m voor de achteras bevindt ; 3 dat het achterste wiel van 0,12 m
EMI1.2
en van ae CU1S gaande ve e br etbus .ding tot 0 15 m. van de braketbu 0 de zadelverbii/7 icropfc.
In de huidige uitvinding bestaat d/e verbinding gaande van de braketbus tot de zadelverbinding uit twee ovale buizen, het zwaarte punt
<Desc/Clms Page number 2>
van den berijder bevindt zich op 4 a 5 om. van den as van het achterwiel en het achterwiel loopt bijna tegen de braketbus en tusschen de twee buizen verbindende de braketbus met de zadel- verbinding.
De uitvinding zal derhalve hierna beschreven worden met ver- wijzing naar de bijgaande teekening.
Fig. 1 is een zijzicht in opstand van den kader.
Fig.2 is een doorsnede volgens A-B.
De kader bestaat uit een buis 3 inhoudende de vork 4 om het voorwiel te bevatten zooals alle gewone vorken. Aan de buis 3 zijn twee buisverbindingen 5 en 6 aangebracht welke wederzijds de horizontale buis ? gaande in de ronde verbindingsopening 30 der zadelverbinding 8 en de schuinsche buis 9 gaande in de ver- bindingsopening 16 van de braketverbinding 10 ontvangt. Een bra- ketverbinding of braketbus 10 bestaande uit een cirkelvormige opening 11 waarin den as van het tandwiel draait, vier ovale ver- bindingsopeningen 12, 13, 14 en 15 en een ronde verbindingsope- ning 16. In de ovale verbindingsopeningen 12 en 13 gaan de hori- zontale achtertreinbuizen 17 en 18 aan hunne uiteinden voorzien van gesplitste uitgehaalde sleuven 19 en 20 waarin den as van het achterwiel vast geklemd wordt.
De ovale verbindingsopeningen 14 en 15 ontvangen de schuinsche buizen 21 en 22. Deze laatste gaan in de onderste ovale openingen 23 en 24 van de zadelverbinding 8 en omgebogen, gaan vervolgens door de opening 25 en 26 derzelfde
EMI2.1
verbinding en vormen de ovale buizen 27 en 28 die een geheel vori ovale men met de horizonbale uizen 17 en 18 door toedoen der gesplit- ste uitgehaalde sleuven 19 en 20. De ovale buizen 21 en 22 zijn aan elkander verbonden door een plaatje 29 welke terzelfdertijd dint als naamplaatje. De zadelverbinding 8 bevat nog een ronde verbindingsopening 30 om de buis 7 te ontvangen alsook een ronde verbindingsopening 31, om de zadelbuis 34 te ontvangen, met uit- springsels 32 en 33 om de zadelbuis vast te klemmen door toedoen
<Desc/Clms Page number 3>
van een vijs.
De twee buizen 27 en 28 zijn verbonden bij middel van een horizontaal huisje 35.
Het is op te merken dat in de huidige kader het grootste deel van het gewicht gedragen wordt op het achterwiel, dat den afstand tusschen het middtnpunt der twee wielen op een minimum gebracht wordt van ongeveer 1.01m. tot 1,05 m., dat den stand van den opzittenden persoon. alhoewel de zadel meer achterwaarts gaat, niet veranderd doordat de ovale buizen 21 en 22 dezelfde graad van helling hebben, als gewoonlijk, en laat dus het huidig model toe een tandwiel van 60 tanden te plaatsen zonder echter de kettinglinie te wijzigen.
E I S C H E N .
1.- Verbeterde rijwielkader gekenmerkt door het feit dat de verbinding van de braketbus tot de zadelverbinding uit twee ronde of ovale buizen bestaat die vervolgens omgeplooid de twee buizen vormen die samen met de horizontale buizen komende van de braketbus een geheel vormen eindigende in gesplitste uitgehaalde sleuven, dat het zwaarte-punt van den berijder zich op eenige centimeters voor den as van het achterwiel bevindt alsook dat het achterwiel bijna tegen de braketbus en tussohen de twee buizen verbindende de braket- bus met de zadelverbinding loopt. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.