BE1030614B1 - Een doseerinrichting voor een bag-on-valve verdeler - Google Patents

Abstract

Een doseerinrichting voor een bag-on-valve houder (1), omvattend een doseerventiel (7) dat uit een buitenste kamer (12), een binnenste kamer (13) en een flexibele kamer (14) bestaat, waarbij een product (5) uit een zak (4) door middel van de druk van het product (5) in de buitenste kamer (12) op de flexibele kamer (14) doorheen de binnenste kamer (13) via een schacht van de activeringspin (18) verdeeld wordt.

Description

!

Een doseerinrichting voor een bag-on-valve verdeler BE2023/0003

Deze uitvinding heeft betrekking op een doseerinrichting omvattende een doseerventiel voor een zogenaamde bag-on- valve verdeler. Meer in het bijzonder betreft deze uitvinding een doseringsmechanisme van een ventiel dat aan een zak met een product in een houder voorzien is en waarbij door het indrukken van een activeringsmechanisme een product in de gewenste hoeveelheid verdeeld en gevuld kan worden.

Een bag-on-valve technologie is algemeen gekend. Een ventiel wordt aan een zak met een product bevestigd en deze wordt vervolgens in een houder ingebracht. De houder is dan bijvoorbeeld een spuitbus, die uit metaal vervaardigd kan zijn. Deze zak wordt opgerold in de houder gebracht. De zak wordt met product gevuld. Onder druk van een samengeperst gas wordt de inhoud van de zak verdeeld doorheen een spuitmond van de houder. Hierbij wordt meestal lucht, stikstof een vloeibaar gas gebruikt.

Het gas bevindt zich dus rond de zak en komt niet in contact met de inhoud, en dus niet met het te verdelen product. Door deze druk op de zak wordt het product bij activering verdeeld. Een dergelijke inrichting wordt beschreven in US2008314475.

In de stand der techniek is het gekend om de inhoud van een kamer in een ventiel te ledigen door middel van een ringvormige zuiger, die door een gas verplaatst wordt zoals in US2021/0061544.

Deze technologie heeft als belangrijk voordeel dat het gas niet in contact komt met het product, waardoor het risico op contaminatie gereduceerd wordt. Dit is onder andere het geval bij voedingsmiddelen, maar niet beperkt BE2023/0003 tot dit soort producten, waarbij een belangrijk voordeel bekomen wordt. Dit is bijvoorbeeld ook het geval voor medicijnen, zoals bij een verstuiver.

Door deze inrichting, een bag-on-valve verdeelinrichting, is het ook mogelijk de houder onder alle hoeken te gebruiken en dus ook ondersteboven. Dit heeft als belangrijk voordeel dat voor bepaalde toepassingen de houder gemakkelijk te gebruiken is.

Deze inrichting maakt het mogelijk om alle soorten producten te verdelen, zowel vloeibare als viskeuze producten, wat een derde voordeel biedt. Als de

IS inrichting als een verstuiver aangewend wordt, kan een verdunner of een gas aan het product toegevoegd worden, waardoor het product beter verneveld kan worden.

Tot slot is een vierde voordeel dat het product volledig geledigd kan worden uit de zak. Er blijft geen product achter waardoor dit een economisch als ecologisch voordeel biedt.

Bij een bag-on-valve verdeler vormt echter het nauwkeurig doseren van een product een belangrijk probleem. Voor specifieke toepassingen moet een nauwkeurig afgemeten hoeveelheid verdeeld worden. Deze uitvinding biedt voor dit probleem een oplossing door een ventiel te voorzien dat precies een afgemeten hoeveelheid kan verdelen.

In het bijzonder betreft deze uitvinding een ventiel met meerdere kamers voor het nauwkeurig doseren van het product. Het gebruik van meerdere kamers biedt als voordeel dat het product binnen de kamers een afgemeten dosering kan verplaatsen op een gecontroleerde manier en waarbij er geen contact optreedt tussen het product en BE2023/0003 het voorziene gas voor het leveren van de druk op het product.

De uitvinding wordt in detail toegelicht aan de hand van de volgende tekeningen:

Figuur 1: zijaanzicht van houder met bag-on-valve

Figuur 2: detail zijaanzicht van een doseerventiel

Volgens figuur 1, wordt een doseerinrichting voorgesteld, voorzien van een houder (1), bestaande uit een cylindervormig lichaam(2) met een smallere hals(3).

IS Dergelijke houders zijn algemeen gekend in de stand der techniek en zijn vervaardigd uit een metaal of een kunststof, maar ook andere materialen komen in aanmerking. In deze houder(l) is een zak(4) voorzien waarin zich een product (5) bevindt. Deze zak (4) is verder aan zijn hals(6) voorzien van een doseerventiel (7). Deze combinatie vormt dus een bag-on-valve verdeelsysteem. Het product (5) kan een vloeistof, maar ook een viskeuze stof of een gel zijn. Verder kan het product uit een waterige oplossing of een emulsie bestaan waaraan een verdunner, vloeibaar gas of CO, toegevoegd wordt om een precieze verneveling te bekomen. Hierdoor wordt het mogelijk om met deze inrichting farmaceutische en therapeutische substanties nauwkeurig aan te brengen of te verdelen.

Belangrijk hierbij is dat de verdunner, het vloeibaar gas of de CO; niet uit het product (5) kan vrijkomen door de gelijke druk in alle kamers. Rond de zak(4) is een drukmiddel voorzien dat een gas(8) kan zijn, waaronder een samengeperst of een vloeibaar gas. Doordat het gas (8) zich rond de zak(4) bevindt en er dus ook geen contact is met het product (5) is de kans op contaminatie nihil. Het BE2023/0003 gas oefent een constante druk uit op de zak(4) met product (5). Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm zou het gas(8) ook vervangen kunnen worden een middel dat een mechanische of elektrische druk uitoefent op de zak (4).

Het doseerventiel (7) is aan de zak (4) bevestigd door gekende technieken, zoals een heat-seal lasbevestiging door middel van een bevestigingslichaam(9). De zak(4) wordt opgerold in de houder (1) ingebracht en het doseerventiel (7) wordt in de hals (3) van de houder (1) bevestigd en afgedicht met dichting {10). Het bevestigingslichaam(9) is voorzien van een kanaal (11) dat in verbinding staat met het product (5) in de zak (4).

Het doseerventiel (7) bestaat uit een buitenste kamer (12) dat in verbinding staat met het kanaal (11). De buitenste kamer (12) is door de druk rond de zak (4) gevuld met het product (5). Deze buitenste kamer (12) vormt dan ook een omhulsel rond de andere delen van het doseerventiel (7).

Binnen de buitenste kamer (12) bevindt zich een binnenste kamer (13). Deze binnenste kamer (13) staat in verbinding met een flexibele kamer (14). Deze flexibele kamer (14) is bij voorkeur vervaardigd uit een elastomeer, een elastisch materiaal dat na een externe belasting terug zijn oorspronkelijke vorm aanneemt. Hiervoor komen o.a. rubbers of siloxanen in aanmerking. De flexibele kamer (14) bevindt zich tussen de buitenste kamer (12) en de binnenste kamer (13) van het doseerventiel (7). De buitenste kamer (12) staat in verbinding met de binnenste kamer (13) via doorgang (15). De doorgang (15) is tevens de uitmonding van het kanaal (22) in de binnenste kamer (13).

Tussen de binnenste kamer (13) en de flexibele kamer (14) is een doorgang (17) voorzien. Het doseerventiel (7) is verder voorzien van een activeringspin{18) dat van een BE2023/0003 schacht met een boring (21) voorzien is. De activeringspin{(18) staat in verbinding met stang(19), die zich uitstrekt in het kanaal (22) van de binnenste 5 kamer (13). Rond het kanaal (22) is een geleiding (23) voorzien waardoor de stang(l19) zich steeds gecentreerd verplaatst in het kanaal (22). Deze geleiding(23) kan uit minstens één groef bestaan. In het kanaal (22) is nabij de uitmonding een afsluiting(16) met een vervormbaar gedeelte voorzien. Deze afsluiting(16) is tevens uit een elastomeer, zoals een siloxaan, rubber of andere kunststof vervaardigd en is cylindervormig, met onderaan een uitholling. Dit maakt het mogelijk dat de wanden van de afsluiting(16) vervormbaar zijn. Deze vervormbare afsluiting(16) zorgt ervoor dat de doorgang(15) van het kanaal (22) binnen de binnenste kamer (13) afgesloten kan worden. De schacht van de activeringspin{(18) is van een boring{21) voorzien en bevindt zich ter hoogte of in een afdichting(24) aan de bovenzijde van de binnenste kamer (13) van het doseerventiel (7). In de binnenste kamer (13) bevindt zich tevens een veer (20), die zich rond de stang(19) uitstrekt.

De werking voor het verdelen van het product (5) uit de zak(4) wordt vervolgens in detail toegelicht. Figuur 2 geeft een gedetailleerd beeld van het doseerventiel (7).

Het product (5) staat onder druk in zak(4) door het gas (8) dat zich rond deze zak(4) bevindt. Dit betekent dat het product zich in de buitenste kamer (12) bevindt doorheen het kanaal (11) van het bevestigingslichaam{(9). Doordat de buitenste kamer (12) tevens in verbinding staat met de binnenste kamer (13) verspreidt het product (5) zich tevens in deze binnenste kamer (13) . Vervolgens verplaatst het product (5) zich in de flexibele kamer (14) doorheen doorgang (17). Dit betekent dat de kamers (12,13,14) van BE2023/0003 het doseerventiel (7) volledig gevuld zijn met het product (5) door de druk van het gas(8).

Bij het indrukken van de activeringspin(18) of met andere woorden bij het activeren voor het verdelen van het product (5) wordt de stang(19) naar beneden in de richting van de afsluiting{16) verplaatst. Tegelijkertijd wordt ook de veer{20) naar beneden gedrukt in de binnenste kamer (13). De veer (20) wordt op deze manier onder spanning gebracht. De afsluiting(16) wordt doorheen de geleiding{(23) doorheen het kanaal (22) naar de doorgang (15) verplaatst en sluit deze vervolgens af.

Hierdoor wordt de toevoer van het product (5) tussen de buitenste kamer (12) en de binnenste kamer (13) afgesloten.

Door de vervorming van het onderste gedeelte van de afsluiting(16) worden de stang(19) en de activeringspin(18) verder naar beneden gedrukt, waardoor de boring(21) onder de dichting (24) vrijgemaakt wordt.

Het product (5) dat zich in de flexibele kamer (14) bevindt, wordt via doorgang (17) naar de binnenste kamer (13) gestuwd, om vervolgens via de boring(21) doorheen de schacht van de activeringspin(18) verdeeld te worden. Door de druk van het product (5) in de buitenste kamer (12) op de flexibele kamer (14) wordt deze geledigd.

Bij het loslaten van de activeringspin{18), ontspant de veer (20) zich en wordt de activeringspin(18) terug naar boven gedrukt in zijn oorspronkelijke stand, waardoor de boring(21) terug door de dichting(24) afgesloten wordt en er geen product (5) verdeeld kan worden.

Het vullen van de zak(4) met product (5) gebeurt als volgt. Het product (5) wordt via een extern hulpstuk, hier niet afgebeeld op de figuren, bij het indrukken van de activeringspin (18) doorheen de boring(21), die vrijgemaakt wordt uit de dichting(24), langs de schacht BE2023/0003 van de activeringspin (18) ingebracht.

Het product (5) wordt via de binnenste kamer (13) doorheen doorgang (17) in de flexibele kamer (14) gebracht.

De doorgang(15) is afgesloten door de afsluiting(16), aangezien de stang(19) de afsluiting(16) in het kanaal (22) verplaatst.

Door de inwaartse druk van het product (5) op de flexibele wand van de flexibele kamer (14), gaat deze wand vervormen waardoor er een opening gevormd wordt aan zijn onderzijde waardoor het product (5) doorstroomt naar de buitenste kamer (12) om vervolgens doorheen kanaal (11) naar de zak (4) te stromen.

Bij het ontspannen van de veer (20) wordt de activeringspin{(18) terug naar boven gedrukt, waardoor het product (5) onder druk vanuit de zak(4) naar de verschillende kamers (12,13,14) kan stromen en klaar is voor gebruik.

Claims (7)

Conclusies BE2023/0003

1. Een doseerinrichting omvattende een houder (1) waarin een zak (4) met product (5) en een doseerventiel (7), voorzien van een aantal kamers (12,13,14), een bevestigingslichaam(9) met een kanaal (11) er waarbij het bevestigingsmiddel (9) aan de zak (4) afgesloten is, een drukmiddel (8) rond de zak (4) in de houder(1), een activeringspin(18) met een schacht en een boring(21), dat door een dichting(24) afgesloten is, en waarbij door het indrukken van de activeringspin(18) een stang(19) dat een afsluiting(16) in een geleiding(23) verplaatst waardoor een doorgang(15) afgesloten kan worden en hierdoor gekenmerkt doordat het doseerventiel(7) van een buitenste kamer (12), een binnenste kamer (13) en een flexibele kamer(14) voorzien is, waarbij de buitenste kamer (12) de verbinding vormt met het kanaal (11), de binnenste kamer (13) in verbinding staat met de buitenste kamer (12) via de doorgang (15), de binnenste kamer (13) in verbinding staat met de flexibele kamer (14) via een doorgang (17) en waarbij door het afsluiten van de doorgang (15) door de afsluiting(16), het product (5), door de druk in de buitenste kamer (12) op de flexibele kamer (14), precies gedoseerd wordt doorheen de binnenste kamer (13) en via de schacht en boring(21) van de activeringspin (18).

2. Een doseerinrichting volgens conclusies 1 en hierdoor gekenmerkt doordat de druk in alle kamers (12,13,14) gelijk is, waardoor een opgelost gas in het product (5) aanwezig blijft.

3. Een doseerinrichting volgens conclusies 1-2 en BE2023/0003 hierdoor gekenmerkt doordat de flexibele kamer (14) uit een elastomeer vervaardigd is.

4. Een doseerinrichting volgens conclusies 1-3 en hierdoor gekenmerkt doordat de flexibele kamer (14) van een flexibele wand voorzien is dat vervormbaar is.

5. Een doseerinrichting volgens conclusies 1-4 en hierdoor gekenmerkt doordat de afsluiting(16) een cylindervormig lichaam omvat met onderaan een uitholling, dat vervormbaar is en uit een elastomeer vervaardigd is.

6. Een doseerinrichting volgens conclusie 5 en hierdoor gekenmerkt doordat de onderzijde van de afsluiting(16) door het indrukken van de activeringspin (18) vervormbaar is waardoor de boring (21) vrijgemaakt wordt uit de dichting (24).

7. Een doseerinrichting volgens conclusies 1-6 en hierdoor gekenmerkt doordat de zak (4) gevuld kan worden met product (5) via de activeringspin(18) door deze in te drukken, waarlangs het product (5) zich via de binnenste kamer (13) langs doorgang (17) naar de flexibele kamer (14) begeeft en waardoor de inwaartse druk de flexibele wand van de flexibele kamer (14) vervormt en zodoende het product (5) langs de buitenste kamer{(12) naar het kanaal (11) in de zak (4) laat stromen.