BE1030396B1

BE1030396B1 - Elektrisch laadstation en een gerelateerde verbindingsmodule

Info

Publication number: BE1030396B1
Application number: BE20225221A
Authority: BE
Inventors: Lode Colson; Dirk Wenmakers
Original assignee: Embala
Priority date: 2022-03-28
Filing date: 2022-03-28
Publication date: 2023-10-24
Also published as: BE1030396A1

Abstract

De uitvinding betreft uitvoeringsvormen van een elektrisch laadstation voor het opladen van elektrische voertuigen, waarbij het genoemde laadstation een vast basisdeel omvat dat geconfigureerd is om het genoemde elektrische laadstation te verankeren aan de omgeving van het genoemde elektrische laadstation en om het genoemde elektrische laadstation te koppelen aan een elektriciteitsnetwerk om vermogen te leveren aan de genoemde elektrische voertuigen, en een modulair bovendeel, dat een relevante laadfunctionaliteit omvat om de genoemde elektrische voertuigen op te laden en dat voorts geconfigureerd is om de genoemde elektrische voertuigen te koppelen aan het genoemde elektrische laadstation om de genoemde elektrische voertuigen op te laden, waarbij het genoemde elektrische laadstation voorts een verbindingsdeel omvat dat geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel mechanisch en elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel.

Description

ELEKTRISCH LAADSTATION EN GERELATEERDE

VERBINDINGSMODULE

Technisch gebied

De onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation en een gerelateerde verbindingsmodule.

Stand van de techniek

Momenteel bestaan elektrische laadstations uit een als één enkel lichaam uitgevoerde behuizing die een vaste laadstationbasis omvat om het elektrische laadstation te verankeren in de omgeving van het station, bijvoorbeeld door middel van een fundering, en omvat het laadstation verbindingslijnen voor aansluiting op een elektriciteitstoevoernetwerk voor het leveren van de elektrische stroom voor het laden van een elektrisch voertuig, waarbij die verbindingslijnen vanuit de fundering naar buiten zijn gevoerd en waarbij ten minste één verbindingsstuk is aangebracht aan het uiteinde van de verbindingslijn, geïntegreerd in de behuizing van een dergelijk elektrisch laadstation, waarbij het verbindingsstuk geconfigureerd is om te worden aangesloten op een stekkerverbindingsstuk van een elektrisch voertuig en om het elektrische voertuig vervolgens te koppelen aan het elektriciteitstoevoernetwerk voor het laden van betreffend elektrisch voertuig.

Wanneer zich een mankement of defect voordoet, of er nood is aan onderhoudswerkzaamheden of functionele updates, zoals het toevoegen van bijkomende hardware en/of software, dienen dergelijke onderhoudswerkzaamheden of functionele updates ter plaatse te worden uitgevoerd door goed opgeleide en goed getrainde technici, d.w.z. op de locatie van betreffend elektrisch laadstation. Gezien de geografische spreiding van zulke laadstations, die in de toekomst nog uitgebreider zal zijn, is de uitvoering van dergelijke onderhoudswerkzaamheden en functionele updates moeilijk en tijdrovend.

Aangezien in de toekomst een groot aantal elektrisch laadstations nog ruimer gespreid zal zijn over een groot geografisch gebied, vanwege de verwachte toename van het aantal installaties van dergelijke elektrische

Openbaarmaking van de uitvinding

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding hebben tot doel een elektrisch laadstation van het hierooven beschreven bekende type te verschaffen, waarbij de bovengenoemde tekortkoming of nadelen van de bekende oplossingen echter worden gelenigd of geëlimineerd.

In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding tot doel onderhoudswerkzaamheden en functionele updates van een elektrisch laadstation te vergemakkelijken.

Die doelen worden ingelost door het gebruik van een verbindingsdeel dat geconfigureerd is om een modulair bovendeel mechanisch en elektrisch te koppelen aan een vast basisdeel, waarbij het vaste basisdeel door verankering vast gekoppeld is aan de omgeving van het elektrische laadstation, waarbij het modulaire bovendeel losmaakbaar en flexibel gekoppeld is aan het vaste basisdeel zodanig dat de snelheid en precisie van de installatie van de modulaire bovenmodule aan het vaste basisdeel worden geoptimaliseerd, aangezien de montage snel kan worden uitgevoerd dankzij de flexibele en praktische mechanische en elektrische koppeling ertussen. De elektrische koppeling wordt op snelle en betrouwbare wijze tot stand gebracht dankzij de vaste elektrische verbindingsstukken die het vaste basisdeel elektrisch koppelen aan een modulair bovendeel dat geschikt is voor het leveren van stroom en voor het leveren van stuursignalen tussen een gebruikersinrichting en een regeling van een elektriciteitsnetwerk om vermogen te leveren aan elektrische voertuigen.

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn voorts voordelig doordat het verbindingsdeel volgens de onderhavige uitvinding zorgt voor een nauwe passing van het verbindingsdeel aan het vaste onderste deel aan de ene kant, en aan het modulaire bovendeel aan de andere kant, zodanig dat water en vocht dankzij die optimale passing geen probleem vormen, aangezien de gecombineerde behuizing volledig gesloten is.

3 BE2022/5221

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn voorts voordelig doordat, dankzij het verbindingsdeel volgens de onderhavige uitvinding, het systeem modulair wordt gemaakt, wat het mogelijk maakt om het modulaire bovendeel gemakkelijk te verwijderen van het elektrische laadsysteem, wat het mogelijk maakt om zelfs op afgelegen locaties de nodige onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en zelfs op eenvoudige wijze nieuwe functionaliteit toe te voegen aan de inrichting door bijkomende hardware en/of software toe te voegen om die nieuwe functionaliteit te verschaffen.

Bovendien is het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en/of functionele updates van het modulaire bovendeel dat alle relevante ladingsfunctionaliteit omvat voor het laden van elektrische voertuigen, tevens voordelig omdat de afgelegen locatie mogelijk beter uitgerust is voor het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden en/of de functionele updates van een dergelijk elektrisch laadstation.

Dergelijke ladingsfunctionaliteit van het modulaire bovendeel van het laadstation kan bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, het regelen van laadvermogen, het regelen van de uitwisseling van gegevens tussen de gebruiker en onder andere stroomnetbeheer, meetfunctionaliteit en energiebeheerfunctionaliteit omvatten. Bijkomende functionaliteit van het modulaire bovendeel van het laadstation kan betalingsfunctionaliteit voor het leveren van stroom, betalingsfunctionaliteit voor parkeerruimte, camerafunctionaliteit, branddetectie, alarmfunctionaliteit en/of een lichtarmatuur omvatten.

Bovendien is de ladingsfunctionaliteit van het modulaire bovendeel geconfigureerd om de genoemde elektrische voertuigen te koppelen aan het genoemde elektrische laadstation om de genoemde elektrische voertuigen op te laden.

Nog een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation ECS waarbij het genoemde verbindingsdeel geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel door middel van ten minste één eerste elektrisch verbindingsstuk aan het genoemde vaste basisdeel FBP en ten minste één tweede verbindingsstuk aan het genoemde modulaire bovendeel MTP. Het ten minste ene eerste elektrische verbindingsstuk aan het genoemde vaste

* BE2022/5221 basisdeel FBP kan een mannelijk verbindingsstuk zijn en ten minste één tweede verbindingsstuk aan het genoemde modulaire bovendeel MTP kan een vrouwelijk type van verbindingsstuk zijn, of omgekeerd. Dergelijk ten minste één verbindingsstuk kan geconfigureerd zijn voor het leveren van elektrisch vermogen en voor het uitwisselen van besturingssignalen tussen het stroomnetwerk, het laadstation en de gebruiker van het aangesloten elektrische voertuig.

Een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation ECS waarbij het genoemde verbindingsdeel een verbindingsmodule omvat die ten minste één gat H1..Hx en een krachtuitoefeningsmiddel FEM omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat H1..H, en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM gekoppeld is door een geleidingstraject waarin zich een veelheid aan kogels bevindt, waarbij het genoemde geleidingstraject de genoemde kogels geleidt tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat H1..H, waarbij ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen; en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM geconfigureerd is om een uitoefening van een kracht te regelen op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde pen(en) te vergrendelen of ontgrendelen in het/de genoemde respectieve gat/gaten, waarbij de kogels gedwongen worden om zich te verplaatsen in de richting van elk van de genoemde respectieve pen bij uitoefening van een kracht op de genoemde kogels zodanig dat iedere kogel die naast de genoemde respectieve pen ligt, de pen in de huidige positie vergrendelt en daardoor de modulaire bovenmodule vergrendelt op het vaste basisdeel. Wanneer de door het krachtuitoefeningsmiddel FEM uitgeoefende kracht afneemt, rollen de kogels terug naar een positie waarin elk van de pennen zich niet in een vergrendelde positie bevindt, waarbij die ontgrendelde positie het mogelijk maakt het modulaire bovendeel MTP te verwijderen van het vaste basisdeel. ledere genoemde pen kan bevestigd zijn aan of deel uitmaken van het genoemde vaste basisdeel, waarbij de genoemde verbindingsmodule bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel, of bij wijze van alternatief kan iedere genoemde pen bevestigd zijn aan of deel

9 BE2022/5221 uitmaken van het genoemde modulaire bovendeel MTP, waarbij de verbindingsmodule COM bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel FBP.

Een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft de pen die een holte CAV omvat voor het opnemen van een deel van een kogel waarop een kracht wordt uitgeoefend om de genoemde pen te vergrendelen in het genoemde respectieve gat. Door de vorm van de pen met de holte wordt de kogel stevig ingesloten, waardoor een degelijke vergrendelingsfunctionaliteit wordt verschaft. Wanneer de uitgeoefende kracht wordt gelost van de kogels, maakt de vorm van de pen, d.w.z. de holte, het beter mogelijk om de pen vrij te geven door de kogel te dwingen om zich terug in het geleidingstraject te verplaatsen, wat het mogelijk maakt om de pen vrij te geven en de pen terug te trekken uit het gat.

Een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft het geleidingstraject dat een aftakking omvat van het genoemde geleidingstraject tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat, waarbij iedere aftakking van het genoemde geleidingsdeel op dezelfde hoek blijft.

Op die manier is het geleidingstraject zo ontworpen dat op iedere kogel dezelfde hoeveelheid kracht zal worden uitgeoefend, wat kan worden verwezenlijkt door dezelfde hoek aan te houden langs onderverdelingen van trajecten.

Een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation, waarbij het genoemde verbindingsmiddel ten minste één bout en ten minste één overeenkomstig van schroefdraad voorzien inzetstuk in het genoemde vaste basisdeel omvat om mechanisch op starre en flexibele wijze te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel door de genoemde ten minste ene bout in te brengen in het genoemde ten minste ene overeenkomstige inzetstuk van het genoemde vaste basisdeel. Door te zorgen voor een nauwe passing tussen het vaste onderste deel aan de ene kant, en aan het modulaire bovendeel aan de andere kant, vormen water en vocht dankzij die optimale passing geen probleem, aangezien de gecombineerde behuizing volledig gesloten is.

° BE2022/5221

Nog een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation, waarbij het genoemde verbindingsmiddel klemhefbomen met dood punt omvat voor het mechanisch, op starre en flexibele wijze koppelen aan het genoemde vaste basisdeel FBP of aan het genoemde modulaire bovendeel MTP.

Door te zorgen voor een nauwe passing tussen het vaste onderste deel aan de ene kant, en aan het modulaire bovendeel aan de andere kant, vormen water en vocht dankzij die optimale passing geen probleem, aangezien de gecombineerde behuizing volledig gesloten is.

Nog een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een verbindingsmodule voor gebruik in een elektrisch laadstation ECS waarbij de genoemde verbindingsmodule een onderzijdevlak met ten minste één gat (H1..H,) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..Hx) en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM) gekoppeld is door een geleidingstraject waarin zich een veelheid aan kogels bevindt, waarbij het genoemde geleidingstraject de genoemde kogels geleidt tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H,), waarbij ieder gat van de genoemde veelheid aan gaten geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen van het genoemde vaste basisdeel (FBP) of het genoemde modulaire bovendeel en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is om een uitoefening van een kracht te regelen op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde pennen in het genoemde respectieve gat te vergrendelen of te ontgrendelen.

Nog een andere relevante uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een verbindingsmodule voor koppeling aan een tweede module die ten minste één pen omvat, waarbij de genoemde verbindingsmodule (COM) een onderzijdevlak met ten minste één gat (H1..H,) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H) via een vooraf bepaald geleidingstraject gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij het genoemde vooraf bepaalde geleidingstraject een veelheid aan kogels omvat, waarbij het genoemde geleidingstraject geconfigureerd is om de genoemde kogels te

/ BE2022/5221 geleiden tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H), waarbij: ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen van de genoemde tweede module op te nemen; en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is om een uitoefening van een kracht te regelen op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde ten minste ene pen te vergrendelen of te ontgrendelen in elk van het genoemde overeenkomstige gat.

Op die manier kan de verbindingsmodule volgens de onderhavige uitvinding in het algemeen worden gebruikt om een tweede en derde module op betrouwbare wijze flexibel en losmaakbaar te koppelen. Daardoor is de verbindingsmodule geconfigureerd om om het even welke combinatie van modules op betrouwbare wijze flexibel en losmaakbaar met elkaar te koppelen.

Een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het gebruik zijn van een verbindingsmodule die een plaat met meegevend mechanisme omvat.

De versie van een meegevend mechanisme in plaatmetaal, waarbij die versie plaatmetaal omvat, welke werkt volgens hetzelfde principe als de versie met kogels, maar in plaats van kogels met een geleidingstraject gebruiken we een plaat van plaatmetaal om een kracht uit te oefenen op de pennen met een meegevend mechanisme. De schroef doet de plaat op de dunne plaatsen doorbuigen. Op die plaatsen beweegt de plaat als een scharnier.

In deze versie hebben we een plaat van plaatmetaal gebruikt om een uniform gespreide kracht uit te oefenen op elk van de vier pennen, we oefenen kracht uit door de stelschroef naar voren te drukken en daardoor de plaat van plaatmetaal in beweging te brengen, waardoor de metalen plaat vervormt en tegen de pennen wordt gedrukt, waardoor de kracht wordt uitgeoefend.

De hierboven beschreven mechanische module met een plaat met meegevend mechanisme kan worden gebruikt in combinatie met de uitvoeringsvorm met laadstation, maar kan bij wijze van alternatief ook worden gebruikt in de verbindingsmodule voor koppeling aan een tweede module die ten minste één pen omvat, waarbij die pen wordt bevestigd aan of deel uitmaakt van de genoemde tweede module.

9 BE2022/5221

Bondige beschrijving van de tekeningen

De uitvinding zal verder worden toegelicht met behulp van de volgende beschrijving en de bijgevoegde figuren. - Figuur 1 toont een functionele weergave van het elektrische laadstation met het vaste basisdeel FBP, het modulaire bovendeel MTP en het verbindingsdeel CP; en - Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van een elektrisch laadstation; en - Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een verbindingsmodule volgens de onderhavige uitvinding; en - Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een pen samen met een kogel in vergrendelde positie en een dwarsdoorsnede van de verbindingsmodule - Figuur 5 toont een detail van een deel van het vooraf bepaalde geleidingstraject van de kogels tussen pen en het krachtuitoefeningsmiddel - Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van een elektrisch laadstation met een verbindingsdeel dat bouten en van schroefdraad voorziene inzetstukken omvat volgens de onderhavige uitvinding; en - Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm van een elektrisch laadstation met een verbindingsdeel dat interne klemhefbomen met dood punt omvat. - Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm een uitvoeringsvorm van een verbindingsmodule volgens de onderhavige uitvinding die de plaat met meegevend mechanisme omvat.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde illustraties; de uitvinding is daartoe echter niet beperkt, maar wordt enkel beperkt door de conclusies. De beschreven illustraties zijn slechts schematisch en zijn niet- inperkend. In de illustraties kan de grootte van sommige elementen voor illustratieve doeleinden uitvergroot zijn en niet op schaal getekend. De

9 BE2022/5221 afmetingen en relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met feitelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

Voorts worden de termen eerste, tweede, derde, en dergelijke, in de beschrijving en de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijksoortige elementen, en niet noodzakelijk om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zĳn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen functioneren in andere volgorden dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.

Voorts worden de termen bovenste, onderste, boven, onder, en dergelijke, in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor descriptieve doeleinden, en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hier worden omschreven, kunnen functioneren in andere oriëntaties dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.

De term ‘omvattende’, die in de conclusies wordt gebruikt, dient niet te worden geïnterpreteerd als beperkt tot de middelen die erna worden opgesomd; hij sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient te worden geïnterpreteerd in die zin dat hij de aanwezigheid specifieert van de genoemde eigenschappen, getallen, stappen of componenten zoals aangeduid, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van een of meer andere eigenschappen, getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking ‘een inrichting omvattende middelen A en B’ dient dus niet beperkt te worden tot inrichtingen die enkel bestaan uit componenten A en B.

Ze betekent dat wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten van de inrichting A en B zijn.

Bovenstaande en andere doelen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijker worden gemaakt en de uitvinding zal het best te begrijpen zijn aan de hand van de volgende beschrijving van een uitvoeringsvorm, samen met de bijbehorende tekening.

In de volgende paragrafen wordt, aan de hand van de tekening in

FIG.1, een uitvoeringsvorm van het systeem beschreven. In de tweede paragraaf worden alle connecties tussen de vermelde elementen gedefinieerd.

Vervolgens worden alle relevante functionele middelen beschreven van het vermelde systeem dat in FIG.1 is voorgesteld, gevolgd door en beschrijving van alle onderlinge connecties. In de volgende paragraaf wordt de feitelijke uitvoering van het communicatiesysteem beschreven.

Het elektrische laadstation ECS volgens de onderhavige uitvinding betreft een station voor het opladen van elektrische voertuigen zoals elektrische auto’s, waarbij een dergelijk laadstation aangesloten is op een elektrisch stroomnetwerk om dergelijke elektrische voertuigen van elektrische stroom te voorzien, en een besturingsnetwerk om de communicatie mogelijk te maken voor de aansturing van het laden, met inbegrip van taken zoals administratieve taken voor het laden van een dergelijk elektrisch voertuig en bijvoorbeeld , maar niet uitsluitend, het regelen van laadvermogen, het regelen van de uitwisseling van gegevens tussen de gebruiker en onder andere stroomnetbeheer, meetfunctionaliteit en energiebeheerfunctionaliteit omvattenen om stroom te leveren.

Een uitvoeringsvorm van het elektrische laadstation ECS volgens de onderhavige uitvinding omvat een vast basisdeel FBP dat geconfigureerd is om het genoemde elektrische laadstation te verankeren aan de omgeving, door het station bijvoorbeeld te verankeren in de grond, of bij wijze van alternatief het laadstation te monteren aan een wand in het geval van een wandlaadinrichting.

Het vaste basisdeel FBP van het genoemde elektrische laadstation is voorts geconfigureerd om het genoemde elektrische laadstation te koppelen aan een elektriciteitsnetwerk EN om vermogen te leveren aan de genoemde elektrische voertuigen EV en, bijkomend, voor koppeling aan het betreffende besturingsnetwerk.

Het elektrische laadstation ECS omvat voorts een modulair bovendeel MTP dat de relevante elektronische functionaliteit omvat voor het daadwerkelijk opladen van de genoemde elektrische voertuigen en bijkomende functionaliteit, d.w.z. hardware en software, voor het aansturen van het opladen. Bovendien is het modulaire bovendeel geconfigureerd om de genoemde elektrische voertuigen te koppelen aan het genoemde elektrische laadstation om de genoemde elektrische voertuigen op te laden. Dergelijke ladingsfunctionaliteit van het modulaire bovendeel van het laadstation kan bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, het regelen van laadvermogen, het regelen van de uitwisseling van

"U BE2022/5221 gegevens tussen de gebruiker en onder andere stroomnetbeheer, meetfunctionaliteit en energiebeheerfunctionaliteit omvatten. Bijkomende functionaliteit van het modulaire bovendeel van het laadstation kan betalingsfunctionaliteit voor het leveren van stroom, betalingsfunctionaliteit voor parkeerruimte, camerafunctionaliteit, branddetectie, alarmfunctionaliteit en/of een lichtarmatuur omvatten.

Een uitvoeringsvorm van het elektrische laadstation ECS volgens de onderhavige uitvinding omvat voorts een verbindingsdeel CP dat geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel FBP mechanisch en elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel MTP.

Door het gebruik van het genoemde verbindingsdeel, dat geconfigureerd is om een vast basisdeel FBP mechanisch en elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel MTP, waarbij het modulaire bovendeel door middel van het verbindingsdeel CP losmaakbaar en vast gekoppeld is aan het vaste basisdeel, waarbij het vaste basisdeel vast bevestigd is in de omgeving door het te verankeren aan de omgeving van het elektrische laadstation, wordt de snelheid en precisie van de installatie van de modulaire bovenmodule aan het vaste basisdeel verbeterd, aangezien de montage snel kan worden uitgevoerd dankzij de flexibele en praktische mechanische en elektrische koppeling ertussen, waarbij op snelle en betrouwbare wijze een elektrische koppeling tot stand wordt gebracht dankzij de vaste elektrische verbindingsstukken die het vaste basisdeel elektrisch koppelen aan een modulair bovendeel dat geschikt is voor het leveren van stroom en voor het leveren van stuursignalen tussen een gebruikersinrichting en een regeling van een elektriciteitsnetwerk om vermogen te leveren aan elektrische voertuigen.

Bovendien houdt het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en/of het toevoegen van bijkomende functionaliteit elektrisch laadstation in dat bijkomende functionaliteit wordt toegevoegd aan het modulaire bovendeel, dat alle relevante ladingsfunctionaliteit omvat voor het laden van elektrische voertuigen, wat tevens voordelig is omdat de afgelegen locatie mogelijk beter uitgerust is voor het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden en/of de functionele updates van een dergelijk elektrisch laadstation.

Bovendien is de ladingsfunctionaliteit van het modulaire bovendeel voorts geconfigureerd om de genoemde elektrische voertuigen te koppelen aan het genoemde elektrische laadstation om de genoemde elektrische voertuigen op te laden.

Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is het verbindingsdeel geconfigureerd om het genoemde vaste basisdeel FBP elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel MTP door middel van ten minste één eerste elektrisch verbindingsstuk aan het genoemde vaste basisdeel FBP en ten minste één tweede verbindingsstuk aan het genoemde modulaire bovendeel MTP.

Zoals is weergegeven in Figuur 2 bestaat het vaste basisdeel van het elektrische laadstation ECS uit een stander (1.1), een lichaam (1.2) en een stekker (1.3). Het elektrische laadstation ECS omvat voorts het modulaire bovendeel 3 en een aansluitingssysteem 2 om de genoemde elementen op flexibele en losmaakbare wijze aan te koppelen. Een dergelijk aansluitingssysteem kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd, maar heeft optimaal de volgende kenmerken: snel in gebruik, robuust en eenvoudig (en daardoor goedkoop), mogelijkheid om met een sleutel te vergrendelen of openen, mogelijkheid om met een normaal werktuig of een speciaal werktuig te vergrendelen of openen, mogelijkheid om te verbergen in het ontwerp en/of te verbergen in met een label dat moet worden beschadigd voor de inrichting kan worden geopend.

Volgens een bijkomende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het verbindingsdeel CP een verbindingsmodule COM met een onderste vlak dat op zijn beurt een veelheid aan (ten minste één) gaten H1..H en een krachtuitoefeningsmiddel FEM omvat, waarbij elk van de genoemde veelheid aan (ten minste een) gaten (H1..H,) via een vooraf bepaald geleidingstraject gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij het genoemde vooraf bepaalde geleidingstraject een veelheid aan kogels omvat, waarbij het genoemde geleidingstraject geconfigureerd is om de genoemde kogels te geleiden tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM en elk van de genoemde veelheid aan gaten H1..H,, waarbij - ieder gat van de genoemde veelheid aan gaten geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen; en - het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM geconfigureerd is voor het regelen van de uitoefening van een kracht op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde pennen in elk van de genoemde respectieve gaten te vergrendelen of te ontgrendelen; waarbij iedere genoemde pen ofwel bevestigd is aan, ofwel deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel FBP, en de genoemde verbindingsmodule COM bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel, of iedere genoemde pen/stekker ofwel bevestigd is aan, ofwel deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel MTP, en de genoemde verbindingsmodule COM bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel FBP.

In deze uitvoeringsvorm wordt verondersteld dat iedere genoemde pen bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel, zoals ook te zien is in Figuur 2, waarbij de genoemde verbindingsmodule bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel.

Bij wijze van alternatief kan iedere genoemde pen bevestigd zijn aan of deel uitmaken van het genoemde modulaire bovendeel MTP, waarbij de verbindingsmodule COM bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel FBP.

De verbindingsmodule COM van het elektrische laadstation ECS, zoals te zien is in Figuur 3, omvat een veelheid aan (ten minste één) gaten H1..H, en een krachtuitoefeningsmiddel FEM, waarbij elk van de genoemde veelheid aan (ten minste een) gaten H1..H, en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM gekoppeld is door een geleidingstraject waarin zich een veelheid aan kogels bevindt, waarbij het genoemde geleidingstraject de genoemde kogels geleidt tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van de genoemde veelheid aan gaten H1..H, waarbij ieder gat van de genoemde veelheid aan gaten geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen van het vaste basisdeel FBP. Bij de montage van dit modulaire bovendeel MTP dat het verbindingsmiddel omvat, zullen de respectieve gaten over de overeenkomstige pennen vallen die aan het vaste basisdeel zijn gemonteerd. Wanneer de pennen in elk van de overeenkomstige gaten zijn gemonteerd, zal het krachtuitoefeningsmiddel FEM, dat geconfigureerd is voor het regelen van de uitoefening van een kracht op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde pennen in de genoemde respectieve gaten te vergrendelen of te ontgrendelen, een kracht uitoefenen op een kogel die grenst aan het krachtuitoefeningsmiddel, waarbij die kogel op zijn beurt een even grote kracht zal uitoefenen op de andere aangrenzende kogel, waarbij de kogels op die manier gedwongen worden om zich te verplaatsen in de richting van elk van de genoemde respectieve pen bij uitoefening van een kracht op de genoemde kogels, zodanig dat iedere kogel die naast de genoemde respectieve pen ligt, de pen in de huidige positie vergrendelt en daardoor de modulaire bovenmodule vergrendelt op het vaste basisdeel.

Een versie met stalen kogels maakt gebruik van stalen kogels die rond het vooraf bepaalde geleidingstraject lopen, zoals is weergegeven in Figuur 3, waarbij: = de stalen kogels zich aanvankelijk in een toestand zonder belasting bevinden, en bijgevolg geen kracht wordt uitgeoefend op vier pennen. = de pennen gemakkelijk door de gaten kunnen glijden, aangezien de stalen kogels niet in de weg van de gaten liggen of zich erboven bevinden. = wanneer de pennen zich erin bevinden, wordt de schroef aangedraaid om een kracht uit te oefenen op alle kogels en verplaatsen de kogels zich langs het vooraf bepaalde traject. = de stalen kogels verplaatsen zich langs het traject en oefenen een kracht uit op de pen, waarbij de pen op zodanige wijze is ontworpen dat ze de kracht uniform kan ondergaan over haar oppervlak zoals is weergegeven in

Figuur 3.

De verbindingsmodule COM omvat voorts een verbindingsstekker CP1, in mannelijke of vrouwelijke versie, om te worden gekoppeld aan de overeenkomstige verbindingsstekker van het vaste basisdeel, die de complementaire verbindingsstekker is, respectievelijk een vrouwelijke of mannelijke versie van de verbindingsstekker.

Een dergelijk krachtuitoefeningsmiddel kan worden uitgevoerd in de vorm van een schroef, een veer of een elektrisch aandrijfmiddel.

Het geleidingstraject kan worden uitgevoerd in de vorm van een machinaal bewerkte geleidingsrail, een onderdeel in gegoten metaal of kunststof of om het even welk met laser uitgesneden deel.

Het geleidingstraject wordt afgesloten door middel van arrêteerelementen in de machinaal bewerkte geleidingsrail, het onderdeel in gegoten metaal of kunststof, of een met laser uitgesneden deel, die verhinderen dat de kogel het geleidingstraject verlaat maar nog wel mogelijk maken dat hij in de holte van de pen terechtkomt.

De gebruikte kogels zijn op zodanige wijze ontworpen dat op iedere kogel dezelfde hoeveelheid kracht zal worden uitgeoefend. De gebruikte kogels kunnen (stalen) kogels zijn.

Wanneer de door het krachtuitoefeningsmiddel FEM uitgeoefende kracht afneemt, rollen de kogels terug naar een positie waarin elk van de pennen zich niet in een vergrendelde positie bevindt, waarbij die ontgrendelde positie het mogelijk maakt het modulaire bovendeel MTP te verwijderen van het vaste basisdeel. Voorts wordt bij het lossen van de door het krachtuitoefeningsmiddel uitgeoefende kracht de ruimte tussen de kogels groter, en bij het terugtrekken van een pen uit het gat wordt dat mogelijk gemaakt dankzij de grotere ruimte tussen de kogels en doordat de kegelvormige voorvlakken van de pen het mogelijk maken om de kogel die grenst aan de pen terug te duwen, waardoor plaats wordt gemaakt voor het terugtrekken van de pen. ledere genoemde pen die deel uitmaakt van of bevestigd is aan het vaste basisdeel, waarbij een dwarsdoorsnede van een dergelijke pen te zien is in

Figuur 4A en Figuur 4B, omvat een holte CAV die geschikt is voor het opnemen van een deel van een kogel waarop een kracht wordt uitgeoefend om de genoemde pen te vergrendelen in het genoemde respectieve gat. Figuur 4A toont de verplaatsing van een kogel in de richting van de pen, waarbij de kogel in de holte van de pen terechtkomt, en de daaropvolgende Figuur 4B toont de vergrendelde toestand, waarbij een kogel in de holte van de pen wordt gedrukt en de pen in het respectieve gat van de verbindingsmodule COM vergrendelt, waardoor de modulaire bovenmodule MTP wordt vastgezet op het vaste basisdeel FBP.

Het vermelde geleidingstraject, zoals te zien is in Figuur 3, kan zodanig gevormd zijn dat de lengte van het traject een veelvoud is van n x diameter, waarbij n = het aantal kogels. De geleidende zijde moet stijf zijn, de kegelvormige vlakken moeten hard zijn (E= meer dan 40 GPa).

Het vooraf bepaalde geleidingstraject is zodanig ontworpen dat op iedere kogel dezelfde hoeveelheid kracht zal worden uitgeoefend, wat kan worden verwezenlijkt door dezelfde hoek aan te houden langs onderverdelingen van trajecten, zoals is weergegeven in de lijntekening van Figuur 3.

Voorts toont Figuur 5B een uitvoeringsvorm van de verbindingsmodule

COM volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij de verbindingsmodule COM een behuizing, kogels, een stelschroef, en twee platen aan de bovenzijde en aan de onderzijde omvat, zoals is weergegeven in de tekening.

De materialen die worden gebruikt voor het vervaardigen van de behuizing, de platen aan de onderzijde en aan de bovenzijde, kunnen metaal zijn, zoals aluminium, staal, gietijzer, of kunststof omvatten, zoals nylon, ABS en

PLA. Deze materialen moeten stijf zijn, met e-moduli van 3 GPa of meer. Ook moet de vatbaarheid aan corrosie van het materiaal correct worden gekozen voor de omgeving waar het wordt ingezet. Hoe harder het oppervlak, des te beter de stijfheid van de verbinding.

Een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het gebruik zijn van een plaat met meegevend mechanisme.

In deze versie hebben we een plaat van plaatmetaal gebruikt om een uniform gespreide kracht uit te oefenen op elk van de vier pennen, we oefenen kracht uit door de stelschroef naar voren te drukken en daardoor de plaat van plaatmetaal in beweging te brengen, waardoor de metalen plaat vervormt en tegen de pennen wordt gedrukt, waardoor de kracht wordt uitgeoefend. Deze uitvoeringsvorm is weergegeven in Figuur 8.

Merk op dat, hoewel de uitvoeringsvorm wordt beschreven en in de bijbehorende figuren wordt weergegeven met gebruik van vier pennen, uitvoeringsvormen met één enkele pen met één enkel overeenkomstig gat, of met twee of meer pennen met overeenkomstige gaten, alemaal uitvoeringsvormen zĳn van de onderhavige uitvinding waarbij het krachtuitoefeningsmiddel en het gat/de gaten zijn gekoppeld door middel van het geleidingstraject. Het geleidingstraject dat één enkel gat koppelt aan het krachtuitoefeningsmiddel kan een recht traject zijn, zonder aftakkingen. In het geval van een verbindingsmodule met twee of meer gaten omvat het geleidingstraject een of meer aftakkingen om elk van de respectieve gaten te koppelen aan het krachtuitoefeningsmiddel.

Een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation, waarbij het genoemde verbindingsmiddel ten minste één bout en ten minste één overeenkomstig van schroefdraad voorzien inzetstuk in het genoemde vaste basisdeel omvat om mechanisch op starre en flexibele wijze te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel door de genoemde ten minste ene bout in te brengen in het genoemde ten minste ene overeenkomstige inzetstuk van het genoemde vaste basisdeel, waarbij deze alternatieve uitvoeringsvorm is weergegeven in 6. Door te zorgen voor een nauwe passing tussen het vaste onderste deel aan de ene kant, en aan het modulaire bovendeel aan de andere kant, vormen water en vocht dankzij die optimale passing geen probleem, aangezien de gecombineerde behuizing volledig gesloten is.

Een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een elektrisch laadstation, waarbij het genoemde verbindingsmiddel klemhefbomen met dood punt omvat voor het mechanisch op starre en flexibele wijze koppelen aan het genoemde vaste basisdeel FBP of aan het genoemde modulaire bovendeel MTP, waarbij deze alternatieve uitvoeringsvorm is weergegeven in 7.

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn bijzonder voordelig in vergelijking met in het vakgebied bekende elektrische laadstations doordat: 1. De versie met kogels vereist geen werktuig en maakt het werk gemakkelijk, terwijl voor bevestiging met bouten een werktuig dient te worden gebruikt, en een klemhefboom met dood punt vereist dat een mens toegang heeft voor het klemmen en losmaken. 2. De versie met kogels is eenvoudig en tijdbesparend, terwijl andere niet efficiënt zijn wat tijd betreft.

3. Het is gemakkelijk om defecte elementen te vervangen, aangezien we de bovenafdekking gemakkelijk kunnen wegnemen en een nieuwe bovenafdekking monteren. 4. Eris geen aanleiding tot menselijke fouten. 5. Onderhoudswerken en aanpassingen zijn gemakkelijk uit te voeren. 6. Het is gemakkelijk de technologie te upgraden aangezien we gemakkelijk componenten kunnen vervangen. 7. Van buitenaf zijn geen schroeven of verbindingen zichtbaar. 8. De uitvinding is vochtvrij. 9. Er zijn geen kabelverbindingen nodig bij het monteren van de bovenafdekking, aangezien we stekkers gebruiken. 10. De stalen kogels en behuizing behoeven geen onderhoud. 11. De uitvinding is vrij van olie en vet. 12. Er zijn minder werkkrachten en minder tijd nodig. 13. De uitvinding is compact. 14. Verkeerde verbindingen vormen geen probleem, aangezien we stekkers gebruiken in plaats van kabels.

Een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding betreft een verbindingsmodule voor koppeling aan een tweede module die ten minste één pen omvat die bevestigd is aan of deel uitmaakt van de tweede module, waarbij die verbindingsmodule COM een onderzijdevlak omvat met ten minste één gat H1..H en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H,) via een vooraf bepaald geleidingstraject gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel

FEM, waarbij het vooraf bepaalde geleidingstraject een veelheid aan kogels omvat, waarbij het genoemde geleidingstraject geconfigureerd is om de genoemde kogels te geleiden tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat H1..H, waarbij: ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen van de genoemde tweede module op te nemen; en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel FEM geconfigureerd is om een uitoefening van een kracht te regelen op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde ten minste ene pen te vergrendelen of te ontgrendelen in elk van het genoemde overeenkomstige gat.

Deze verbindingsmodule is geconfigureerd om om het even welke combinatie van modules op betrouwbare wijze flexibel en losmaakbaar met elkaar te koppelen en kan bruikbaar zijn in om het even welk type modulair systeem, zoals modulaire systemen in de robotica: het vervangen van een grijpinstrument door een ander grijpinstrument of een meetinstrument. Verschillende soorten lasgereedschap, of bij een freesmachine om materialen vast te zetten in de machine, zoals om het kleminstrument voor het werkstuk vast te zetten of het snij-instrument vast te zetten. Andere voorbeelden van het gebruik van een dergelijke verbindingsmodule zijn bijvoorbeeld het uitwisselen van een camera of lidar op autonoom rijdende machines, of veiligheidsscanners op een pers.

Een dergelijke verbindingsmodule is voordelig doordat een modulaire verbinding wordt gevormd met grote verbindingsstijfheid, hoge betrouwbaarheid, snelle bevestiging en ontkoppeling van modules en grote precisie.

Een dergelijke tweede module kan om het even welke modulaire inrichting zijn die kan worden gekoppeld met behulp van de verbindingsmodule volgens de onderhavige uitvinding voor koppeling aan een derde inrichting, die bevestigd wordt aan de verbindingsmodule of deel uitmaakt van de verbindingsmodule.

Een dergelijke verbindingsmodule kan bij wijze van alternatief op zodanige wijze worden uitgevoerd dat de verbindingsmodule omvat een dubbel koppelingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding omvat voor koppeling aan een derde module, op dezelfde wijze als wordt gekoppeld aan de tweede module, waarbij de derde module voorts ten minste één pen omvat die eveneens bevestigd is aan of deel uitmaakt van de derde module.

Uitvoeringsvormen van de koppeling tussen de verbindingsmodule en de tweede module hebben dezelfde structurele en functionele kenmerken als de verbindingsmodule COM voor het koppelen van het vaste basisdeel en het modulaire bovendeel van het laadstation. De bovenstaande beschrijving met betrekking tot de verbindingsmodule voor gebruik in een elektrisch laadstation, zoals geopenbaard in de bovenstaande uitvoeringsvormen, is eveneens van toepassing op de verbindingsmodule voor koppeling aan een tweede module die ten minste één pen omvat, die bijvoorbeeld bevestigd is aan of deel uitmaakt van de genoemde hoger beschreven tweede module.

Claims

CONCLUSIES

1. Elektrisch laadstation (ECS) voor het opladen van elektrische voertuigen, waarbij het genoemde laadstation omvat: -een vast basisdeel (FBP), dat geconfigureerd is om het genoemde elektrische laadstation te verankeren aan de omgeving van het genoemde elektrische laadstation en om het genoemde elektrische laadstation te koppelen aan een elektriciteitsnetwerk (EN) om vermogen te leveren aan de genoemde elektrische voertuigen (EV); en -een modulair bovendeel (MTP), dat een relevante laadfunctionaliteit omvat om de genoemde elektrische voertuigen op te laden en dat voorts geconfigureerd is om de genoemde elektrische voertuigen te koppelen aan het genoemde elektrische laadstation om de genoemde elektrische voertuigen op te laden, waarbij het genoemde elektrische laadstation (ECS) voorts een verbindingsdeel (CP) omvat dat geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel (FBP) mechanisch en elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel (MTP) waarbij het genoemde verbindingsdeel (CP) een verbindingsmodule (COM) omvat die ten minste één gat (H1..H,) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H) via een vooraf bepaald geleidingstraject gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij het genoemde vooraf bepaalde geleidingstraject een veelheid aan kogels omvat, waarbij het genoemde geleidingstraject geconfigureerd is om de genoemde kogels te geleiden tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) en elk van de genoemde veelheid aan gaten (H1..H,), waarbij: -ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen; en -het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is voor het regelen van de uitoefening van een kracht op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde pennen in elk van het genoemde ten minste ene respectieve gat te vergrendelen of te ontgrendelen; waarbij iedere genoemde pen ofwel bevestigd is aan, ofwel deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel (FBP) en de genoemde verbindingsmodule (COM) bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel, of iedere genoemde pen ofwel bevestigd is aan, ofwel deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel (MTP) en de genoemde verbindingsmodule (COM) bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel (FBP).

2. Elektrisch laadstation (ECS) volgens conclusie 1, waarbij het genoemde verbindingsdeel geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel (FBP) elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel (MTP) door middel van ten minste één eerste elektrisch verbindingsstuk aan het genoemde vaste basisdeel (FBP) en ten minste één tweede verbindingsstuk aan het genoemde modulaire bovendeel (MTP).

3. Elektrisch laadstation (ECS) volgens conclusie 1, waarbij iedere genoemde pen een holte (CAV) omvat voor het opnemen van een deel van een kogel waarop een kracht wordt uitgeoefend om de genoemde pen te vergrendelen in het genoemde respectieve gat.

4. Elektrisch laadstation (ECS) volgens conclusie 1, waarbij het genoemde geleidingstraject een aftakking omvat van het genoemde geleidingstraject tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat, waarbij iedere aftakking van het genoemde geleidingsdeel op dezelfde hoek blijft.

5. Verbindingsmodule voor gebruik in een elektrisch laadstation (ECS) volgens conclusie 1, waarbij de genoemde verbindingsmodule (COM) een onderzijdevlak met ten minste één gat (H1..Hx) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H) via een vooraf bepaald geleidingstraject gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij het genoemde vooraf bepaalde geleidingstraject een veelheid aan kogels omvat, waarbij het genoemde geleidingstraject geconfigureerd is om de genoemde kogels te geleiden tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H), waarbij: ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen van het genoemde vaste basisdeel (FBP) of het genoemde modulaire bovendeel; en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is om een uitoefening van een kracht te regelen op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde pennen in elk van de genoemde respectieve gaten te vergrendelen of te ontgrendelen.

6. Elektrisch laadstation (ECS) volgens conclusie 1, waarbij de genoemde verbindingsmodule geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel (FBP) elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel (MTP) door middel van een eerste elektrisch verbindingsstuk aan de genoemde verbindingsmodule en een tweede verbindingsstuk aan het genoemde modulaire bovendeel (MTP) of het genoemde vaste basisdeel (FBP).

7. Verbindingsmodule (COM) voor koppeling aan een tweede module die ten minste één pen omvat, MET HET KENMERK DAT de genoemde verbindingsmodule (COM) een onderzijdevlak met ten minste één gat (H1..H,) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H) via een vooraf bepaald geleidingstraject gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij het genoemde vooraf bepaalde geleidingstraject een veelheid aan kogels omvat, waarbij het genoemde geleidingstraject geconfigureerd is om de genoemde kogels te geleiden tussen het genoemde krachtuitoefeningsmiddel en elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..Hx), waarbij: ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen van de genoemde tweede module op te nemen; en het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is om een uitoefening van een kracht te regelen op de genoemde kogels die door de genoemde geleidingstrajecten heen worden geleid, om de genoemde ten minste ene pen te vergrendelen of te ontgrendelen in elk van het genoemde overeenkomstige gat.

8. Verbindingsmodule voor koppeling aan een tweede module die ten minste één pen omvat, MET HET KENMERK DAT de genoemde verbindingsmodule (COM) een onderzijdevlak met ten minste één gat (H1..H,) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H,) door middel van een plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij de genoemde plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme geconfigureerd is om een kracht die wordt uitgeoefend door het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) te geleiden naar elk van de genoemde veelheid aan gaten (H1..H), waarbij: -ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen; en -het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is voor het regelen van de uitoefening van een kracht op de genoemde plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme, om de genoemde pennen in elk van het genoemde ten minste ene respectieve gat te vergrendelen of te ontgrendelen.

9. Elektrisch laadstation (ECS) voor het opladen van elektrische voertuigen, waarbij het genoemde laadstation omvat: -een vast basisdeel (FBP), dat geconfigureerd is om het genoemde elektrische laadstation te verankeren aan de omgeving van het genoemde elektrische laadstation en om het genoemde elektrische laadstation te koppelen aan een elektriciteitsnetwerk (EN) om vermogen te leveren aan de genoemde elektrische voertuigen (EV); en een modulair bovendeel (MTP), dat een relevante laadfunctionaliteit omvat om de genoemde elektrische voertuigen op te laden en dat voorts geconfigureerd is om de genoemde elektrische voertuigen te koppelen aan het genoemde elektrische laadstation om de genoemde elektrische voertuigen op te laden, waarbij het genoemde elektrische laadstation (ECS) voorts een verbindingsdeel (CP) omvat dat geconfigureerd is om het genoemde vaste basisdeel (FBP) mechanisch en elektrisch te koppelen aan het genoemde modulaire bovendeel (MTP) , waarbij het genoemde verbindingsdeel (CP) een verbindingsmodule (COM) omvat die ten minste één gat (H1..H,) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H,) door middel van een plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij de genoemde plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme geconfigureerd is om een kracht die wordt uitgeoefend door het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) te geleiden naar elk van de genoemde veelheid aan gaten (H1..H), waarbij: -ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen; en -het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is voor het regelen van de uitoefening van een kracht op de genoemde plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme, om de genoemde pennen in elk van het genoemde ten minste ene respectieve gat te vergrendelen of te ontgrendelen; waarbij iedere genoemde pen ofwel bevestigd is aan, ofwel deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel (FBP) en de genoemde verbindingsmodule (COM) bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel, of iedere genoemde pen ofwel bevestigd is aan, ofwel deel uitmaakt van het genoemde modulaire bovendeel (MTP) en de genoemde verbindingsmodule (COM) bevestigd is aan of deel uitmaakt van het genoemde vaste basisdeel (FBP).

10. Verbindingsmodule voor gebruik in een elektrisch laadstation (ECS) volgens conclusie 9, waarbij de genoemde verbindingsmodule (COM) een onderzijdevlak met ten minste één gat (H1..Hx) en een krachtuitoefeningsmiddel (FEM) omvat, waarbij elk van het genoemde ten minste ene gat (H1..H,) door middel van een plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme gekoppeld is aan het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM), waarbij de genoemde plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme geconfigureerd is om een kracht die wordt uitgeoefend door het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) te geleiden naar elk van de genoemde veelheid aan gaten (H1..H), waarbij: -ieder gat van het genoemde ten minste ene gat geconfigureerd is om een respectieve pen op te nemen; en

-het genoemde krachtuitoefeningsmiddel (FEM) geconfigureerd is voor het regelen van de uitoefening van een kracht op de genoemde plaat met vooraf ingesteld buigzaam mechanisme, om de genoemde pennen in elk van het genoemde ten minste ene respectieve gat te vergrendelen of te ontgrendelen.