BE1030264B1

BE1030264B1 - Methode voor het bedienen van elektrische of elektronische apparaten in verschillende zones van een kamer of ruimte

Info

Publication number: BE1030264B1
Application number: BE20225087A
Authority: BE
Inventors: Willem Deleus; Diederik Devenyn
Original assignee: Niko Nv
Priority date: 2022-02-10
Filing date: 2022-02-10
Publication date: 2023-09-11
Also published as: EP4227711A1; BE1030264A1

Abstract

De huidige uitvinding verschaft een werkwijze voor het activeren van de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in ten minste één zone (3a, 3b) van ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) van een kamer of ruimte (1) in een woning of gebouw. De werkwijze omvat het definiëren van de grenzen (4) van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) in de kamer of de ruimte (1), het detecteren van activiteit binnen de grenzen (4) van ten minste één van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) van de kamer of de ruimte (1) met een radarsensor (2), en op basis van de gedetecteerde activiteit, het regelen van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in die ten minste één zone (3a, 3b) waarin de activiteit gedetecteerd werd.

Description

1 BE2022/5087

METHODE VOOR HET BEDIENEN VAN ELEKTRISCHE OF

ELEKTRONISCHE APPARATEN IN VERSCHILLENDE ZONES VAN EEN

KAMER OF RUIMTE

Technisch gebied van de uitvinding

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van elektrische of elektronische inrichtingen in verschillende zones in een kamer of ruimte. Meer in het bijzonder heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het activeren van de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting op basis van aanwezigheid, beweging of activiteit in ten minste één bepaalde zone van een ruimte of een kamer van een gebouw met behulp van een radarsensor.

Achtergrond van de uitvinding

Woningen omvatten veel elektrische en elektronische inrichtingen die op één of andere manier geregeld dienen te worden. Gewoonlijk kan een gebruiker deze te activeren elektrische of elektronische inrichtingen handmatig regelen door een drukknop, een draaiknop of dergelijke.

De hedendaagse technologie maakt echter gebruik van veel andere technieken om dergelijke verlichtingsinrichtingen te regelen, zoals, bijvoorbeeld, sensorinrichtingen. Sensoren worden op verschillende plaatsen in de woning of het gebouw voorzien om de aanwezigheid van personen te detecteren. Bij de detectie van een persoon, kunnen bepaalde elektrische of elektronische inrichtingen geactiveerd worden. Bij een dergelijke detectie van een persoon in een kamer worden echter alle elektrische of elektronische inrichtingen in de kamer geactiveerd, terwijl dit soms niet nodig is en alleen inrichtingen in een bepaald deel van de kamer geactiveerd dienen te worden.

Samenvatting van de uitvinding

De huidige uitvinding verschaft een werkwijze voor het activeren van de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in ten minste één zone van ten minste twee verschillende zones van een kamer of ruimte in een woning of gebouw. De werkwijze omvat het definiëren van de grenzen van de ten minste twee verschillende zones in de kamer of het ruimte, het detecteren van activiteit binnen de grenzen van ten minste één van de ten minste twee verschillende zones van de kamer of de ruimte met een radarsensor, en op basis van de gedetecteerde activiteit, het regelen van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in die ten minste één zone waarin de activiteit gedetecteerd werd.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de ten minste twee verschillende zones aangrenzende zones zijn.

2 BE2022/5087

Volgens andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de ten minste twee verschillende zones niet-aangrenzende zones zijn.

In het kader van de uitvinding wordt onder activiteit de door de radarsensor gedetecteerde aanwezigheid van ten minste één persoon, beweging, activiteit en/of menselijke gebaren verstaan.

Een voordeel van een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is dat er slechts één radarsensor nodig is voor het maken van een onderscheid tussen verschillende zones in een kamer of ruimte in een woning of gebouw voor het detecteren van activiteit in die ten minste één zone om de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting te activeren. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is het, door het definiëren en opslaan van de grenzen van de verschillende zones, dus mogelijk om deze verschillende zones van een kamer of ruimte afzonderlijk te regelen met slechts één radarsensor. Het blijft natuurlijk ook nog steeds mogelijk om meerdere of alle zones in een kamer of ruimte tegelijkertijd te regelen.

Volgens werkwijzen volgens de stand van de techniek zijn er meer sensoren nodig, zo kan er, bijvoorbeeld, één sensor per zone nodig zijn om elektrische of elektronische inrichtingen in één zone van een kamer of ruimte te kunnen regelen.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de radarsensor in een in de kamer of de ruimte van het gebouw gelegen regelinrichting, zoals bijvoorbeeld een schakelaar, geïntegreerd zijn.

Volgens andere uitvoeringsvormen kan de radarsensor een op zichzelf staande sensorinrichting zijn.

Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het definiëren van de grenzen van de ten minste twee verschillende zones in de kamer of de ruimte het volgen van een pad van een bewegend doel doorheen en/of rondom vooraf gedefinieerde grenzen van de ten minste twee verschillende zones en uit het gevolgde pad, het definiëren van de grenzen van de ten minste twee verschillende zones omvat.

Volgens andere uitvoeringsvormen kan het definiëren van de grenzen van de ten minste twee verschillende zones in de kamer of de ruimte handmatig in een app op een mobiel toestel, zoals bijvoorbeeld een mobiele telefoon of tablet, of via een softwaretool, bijvoorbeeld op een computer, plaatsvinden.

Volgens verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de werkwijze verder het definiëren van één of meer zones van de ten minste één zone waarin activiteiten dienen genegeerd te worden, en er dus geen acties dienen gestart te worden wanneer er activiteiten gedetecteerd worden, omvatten.

3 BE2022/5087

Volgens nog verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de werkwijze verder het handmatig overrulen van de regeling van de ten minste één elektrische of elektronische inrichting in één of meer van de ten minste één zone omvatten.

Korte beschrijving van de tekeningen

Opgemerkt zij, dat dezelfde verwijzingstekens in de verschillende figuren naar dezelfde, gelijkaardige of soortgelijke elementen verwijzen.

Fig. 1 illustreert schematisch een in verschillende zones onderverdeelde kamer voor het uitvoeren van de werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding.

Beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen

Om de uitvinding te beschrijven zullen in de beschrijving verschillende uitvoeringsvormen gebruikt worden. Daarom zal naar verschillende tekeningen verwezen worden. Het dient duidelijk te zijn dat deze tekeningen als niet-beperkend bedoeld zijn, de uitvinding wordt alleen door de conclusies beperkt. De tekeningen dienen dus ter illustratie, de grootte van enkele in de tekeningen weergegeven elementen kan voor de duidelijkheid overdreven zijn.

De term “omvattend‘ mag geenszins als een beperking van de uitvinding geïnterpreteerd worden. De, in de conclusies gebruikte, term “omvattend“ is niet bedoeld om beperkt te worden tot wat daarna beschreven is; hij sluit andere elementen, delen of stappen niet uit.

Tenzij anders aangegeven, dient de in de conclusies en de beschrijving gebruikte term “verbonden“ niet geïnterpreteerd te worden als zijnde beperkt tot rechtstreekse verbindingen.

Het feit dat deel A met deel B verbonden is, is dus niet beperkt tot het in direct contact staan van deel A met deel B, maar omvat tevens indirect contact tussen deel A en deel B, met andere woorden omvat tevens het geval waarin er tussenliggende onderdelen tussen deel A en deel B aanwezig zijn.

Niet alle uitvoeringsvormen van de uitvinding omvatten alle kenmerken van de uitvinding. In de onderstaande beschrijving en conclusies kan elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie gebruikt worden.

De huidige uitvinding verschaft een werkwijze voor het activeren van de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in ten minste één zone van ten minste twee verschillende zones van een kamer of ruimte in een woning of gebouw. De werkwijze omvat het definiëren van de grenzen van de ten minste twee verschillende zones in de kamer of de ruimte, het detecteren van activiteit binnen de grenzen van ten minste één van de ten minste twee verschillende zones van de kamer of de ruimte met een radarsensor en op basis van de gedetecteerde activiteit, het regelen van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in die ten minste één zone waarin de activiteit gedetecteerd werd.

4 BE2022/5087

Een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding heeft het voordeel dat er voor het maken van een onderscheid tussen verschillende zones in een kamer of ruimte in een woning of gebouw voor het detecteren van activiteit in die ten minste één zone om de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting te activeren slechts één radarsensor nodig is. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is het, door het definiëren en opslaan van de grenzen van de verschillende zones, dus mogelijk om deze verschillende zones van een kamer of ruimte afzonderlijk te regelen met slechts één radarsensor. Het blijft natuurlijk ook nog steeds mogelijk om meerdere of alle zones in een kamer of ruimte tegelijkertijd te regelen.

Volgens werkwijzen volgens de stand van de techniek zijn er meer sensoren nodig, zo kan er, bij voorbeeld, één sensor per zone nodig zijn om elektrische of elektronische inrichtingen in één zone van een kamer of ruimte te kunnen regelen.

De huidige uitvinding zal hierna door middel van verschillende uitvoeringsvormen beschreven worden. Het dient duidelijk te zijn, dat deze uitvoeringsvormen alleen voor het beter begrijpen van de uitvinding dienen en geenszins voor het beperken van de uitvinding bedoeld zijn.

Fig. 1 is een schematisch aanzicht van een kamer of ruimte 1 in een gebouw. In de kamer of de ruimte 1 is een radarsensor 2 voorzien. De radarsensor 2 kan, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, deel uitmaken van een regelinrichting, zoals bijvoorbeeld een schakelaar, of kan een op zichzelf staande inrichting zijn. De kamer 1 is in ten minste twee verschillende zones 34, 3b verdeeld. In het voorbeeld van fig. 1 kan de kamer in twee verschillende zones 3a, 3b verdeeld zijn. Opgemerkt zij, dat fig. 1 alleen gebruikt wordt om aan te tonen hoe de kamer of de ruimte 1 in verschillende zones 3a, 3b kan verdeeld worden en geenszins bedoeld is om de uitvinding te beperken. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de kamer of de ruimte 1, afhankelijk van de grootte van de kamer of de ruimte 1 waarin de werkwijze zal uitgevoerd worden, in elk willekeurig aantal zones 3a, 3b als vereist door een gebruiker verdeeld worden.

Het verdelen van de kamer of de ruimte 1 in ten minste twee verschillende zones 34, 3b vindt door het definiëren van de grenzen 4 van de ten minste twee zones 3a, 3b plaats. Dit kan op elke geschikte wijze zoals bekend door een deskundige plaatsvinden. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het definiëren van de grenzen 4 van de ten minste twee zones 3a, 3b met behulp van de radarsensor 2 plaatsvinden. In dit geval kan het definiëren van de grenzen 4 van de ten minste twee zones 3a, 3b deel van de kalibratie van de radarsensor 2 uitmaken. Het definiëren van de grenzen 4 van de ten minste twee zones 3a, 3b kan, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, door het volgen van een pad van ten minste één bewegend doel, bijvoorbeeld van een in de kamer 1 rondlopende persoon, plaatsvinden. Daarbij volgt het bewegende doel de vereiste grenzen 4 van de ten minste twee zones 3a, 3b. Een verwerkingseenheid, die in de regelinrichting kan voorzien worden, wanneer de radarsensor 2 van een dergelijke regelinrichting deel uitmaakt, of die deel van de op zichzelf staande radarsensor 2 uitmaakt kan ingericht zijn om, uit het gevolgde pad, de grenzen 4 van de ten 5 minste twee zones 3a, 3b in de kamer of de ruimte 1 te bepalen en op te slaan.

Volgens andere uitvoeringsvormen kan het definiëren van de grenzen 4 van de ten minste twee zones 3a, 3b tevens handmatig in een app op een tablet of een smartphone, of via een softwaretool op bijvoorbeeld een tablet of een computer, plaatsvinden. In dit geval kunnen de grenzen 4, bijvoorbeeld, handmatig op een plattegrond van de kamer of de ruimte 1 aangegeven en opgeslagen worden.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de hele kamer of de hele ruimte 1 in verschillende zones 3a, 3b verdeeld worden. In dat geval kunnen alle gedefinieerde zones 34, 3b aangrenzende zones zijn. Volgens andere uitvoeringsvormen kunnen echter ten minste twee verschillende zones 3a, 3b gedefinieerd worden die geen aangrenzende zones zijn. Dit kan het geval zijn wanneer alleen zones 3a, 3b gedefinieerd zijn waarin te controleren elektrische of elektronische inrichtingen gelegen zijn. Volgens deze uitvoeringsvormen kunnen bepaalde zones in de kamer of de ruimte 2 dus voor een gebruiker van geen belang zijn.

Volgens nog andere uitvoeringsvormen kunnen, na het definiëren van de ten minste twee verschillende zones 3a, 3b, enkele zones die voor de gebruiker niet van belang zijn als “te negeren“ aangeduid worden. Met andere woorden kunnen deze zones zodanig aangeduid worden dat, wanneer er daar activiteit gemeten wordt, er geen actie dient genomen te worden, of er geen elektrische of elektronische inrichtingen dienen geactiveerd te worden.

Van zodra de grenzen 4 gedefinieerd en opgeslagen zijn, is de radarsensor 2 klaar voor gebruik.

Wanneer de radarsensor 2 activiteit in één of meer van de ten minste twee zones 3a, 3b detecteert, kan ten minste één elektrische of elektronische inrichting in de ten minste één zone 3a, 3b, waar de activiteit gedetecteerd werd, geregeld worden. De gemeten activiteit in de ten minste één zone 34, 3b activeert dus de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in de ten minste één zone van ten minste twee verschillende zones 34, 3b van een kamer of ruimte 1.

Onder activiteit wordt de door de radarsensor 2 gedetecteerde aanwezigheid van ten minste één persoon, beweging, activiteit en/of menselijke gebaren verstaan.

Onder het regelen van een elektrische of elektronische inrichting wordt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, het, wanneer activiteit door de radarsensor 2 gedetecteerd wordt, aansteken van de lichten in de ten minste één zone 3a, 3b waarin activiteit gedetecteerd werd, of, indien de zone

Ba, 3b waarin activiteit gedetecteerd wordt zich bijvoorbeeld dicht bij een raam bevindt, het ‘s

6 BE2022/5087 avonds sluiten van de jaloezieën, of indien activiteit in een zone gedetecteerd wordt waarin een zetel gelegen is, het tot op een bepaald percentage dimmen van het licht, enz. verstaan.

Wanneer de radarsensor 2 activiteit in ten minste één van de ten minste twee zones 3a, 3b detecteert, wordt dus, rechtstreeks of via een regeleenheid van een woningautomatisatiesysteem, een signaal naar de desbetreffende elektrische of elektronische inrichting gezonden, om de elektrische of elektronische inrichting te activeren.

Zo kunnen elektrische of elektronische inrichtingen dus lokaal, d.w.z. in een bepaalde zone, geregeld worden. Een voordeel van de werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is dat voor het activeren of regelen van een elektrische of elektronische inrichting in één bepaalde of vereiste zone 3a, 3b slechts één radarsensor nodig is. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen ook elektrische of elektronische inrichtingen in nog meer dan één zone 3a, 3b tegelijkertijd geactiveerd worden, indien er in deze zones 3a, 3b gedetecteerd wordt.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het ook mogelijk zijn om het regelen van de ten minste één elektrische of elektronische inrichting in één of meer van de ten minste één zone 3a, 3b te overrulen. Wanneer, bijvoorbeeld, detectie van activiteit in een zone 3a, 3b tot het aansteken van de lichten in die zone 3a, 3b leidt, kan een gebruiker dus nog steeds handmatig de lichten doven, indien hij of zij de lichten niet aan wil hebben. Dit kan gebeuren door op de schakelknop die de verlichtingsinrichting in die zone 3a, 3b regelt, te drukken.

Claims

7 BE2022/5087 CONCLUSIES l.- Werkwijze voor het activeren van de start van een actie van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in ten minste één zone (3a, 3b) van ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) van een kamer of ruimte (1) in een woning of gebouw, waarbij de werkwijze omvat: - het definiëren van de grenzen (4) van de ten minste twee verschillende zones in de kamer of de ruimte (1), - het detecteren van activiteit in ten minste één van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) van de kamer of de ruimte (1) met een radarsensor (2), en - op basis van de gedetecteerde activiteit, het regelen van ten minste één elektrische of elektronische inrichting in de ten minste één zone (3a, 3b) waarin de activiteit gedetecteerd werd.
2- Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het definiëren van de grenzen van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) in de kamer of de ruimte (1) omvat: - het volgen van een pad van een bewegend doel doorheen en/of rondom vooraf gedefinieerde grenzen (4) van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b), en - uit het gevolgde pad, het definiëren en opslaan van de grenzen (4) van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b).
3.- Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het definiëren van de grenzen (4) van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) in de kamer of de ruimte (1) handmatig in een app op een mobiel toestel of via een softwaretool plaatsvindt.
4- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende: - het definiëren van één of meer zones (3a, 3b) van de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) waarin activiteiten genegeerd dienen te worden.
5.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende: - het handmatig overrulen van de regeling van de ten minste één elektrische of elektronische inrichting in één of meer van de ten minste één zone (3a, 3b).
6.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) aangrenzende zones zijn.
7.- Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 5, waarbij de ten minste twee verschillende zones (3a, 3b) niet-aangrenzende zones zijn.
8.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de radarsensor (2) in een in de kamer of de ruimte (1) van het gebouw gelegen regelinrichting geïntegreerd is.
9.- Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 7, waarbij de radarsensor (2) een op zichzelf staande sensorinrichting is.