BE1030117B1

BE1030117B1 - Optimalisatie van gebruikte kade bij overslag naar schip

Info

Publication number: BE1030117B1
Application number: BE20216083A
Authority: BE
Inventors: Caroline Craenhals
Original assignee: Belgian Scrap Terminal Nv
Priority date: 2021-12-28
Filing date: 2021-12-28
Publication date: 2023-07-24
Also published as: BE1030117A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip omvattende een kade, minstens twee kranen, minstens drie substantieel evenwijdige rijen gestapelde bulkgoederen, waarbij een eerste kraan tussen een eerste en tweede rij met gestapelde bulkgoederen is opgesteld en dat een tweede kraan tussen de tweede rij gestapelde bulkgoederen en een derde rij gestapelde bulkgoederen is opgesteld. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip.

Description

1 BE2021/6083

OPTIMALISATIE VAN GEBRUIKTE KADE BIJ OVERSLAG NAAR SCHIP

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip.

De uitvinding heeft in een tweede aspect eveneens betrekking op een werkwijze voor voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip.

In een derde aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een werkwijze volgens het tweede aspect uitgevoerd met een inrichting volgens het eerste aspect.

In een vierde aspect heeft de uitvinding betrekking op een inrichting volgens het eerste aspect geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens het tweede aspect.

STAND DER TECHNIEK

Goederen die aan het einde van hun levensduur gekomen zijn, worden steeds meer in recuperatieparken ingezameld en voor verdere verwerking naar gespecialiseerde recuperatiebedrijven afgevoerd. Daar worden deze goederen verder verwerkt. Dit houdt in dat deze goederen indien nodig verder ontmanteld of gesloopt worden en dat de hieruit voortkomende recuperatiematerialen in verschillende fracties worden gesorteerd. Deze fracties kunnen dan in andere bedrijven opnieuw als grondstoffen gebruikt en verwerkt worden. Voorbeelden van dergelijke fracties zijn papier, hout, glas, metalen, plastiek, …

Recyclage van afvalstoffen is vanuit veel oogpunten zeer wenselijk, ook vanuit financieel en ecologisch oogpunt. Goed gesorteerde recycleerbare materialen kunnen vaak voor aanzienlijke inkomsten zorgen. Veel van de meer waardevolle recycleerbare materialen worden niet binnen een korte periode biologisch afgebroken, en daarom vermindert hun recyclage de belasting op lokale stortplaatsen aanzienlijk. In veel gevallen is er een kosteneffectieve methode om tot de noodzakelijke sortering te komen of om een zuiver metaalproduct terug te winnen.

2 BE2021/6083

Net zoals ruwe grondstoffen voor verdere verwerking over de wereld getransporteerd worden, bestaan er routes voor recuperatiematerialen van het ene naar het andere continent. Dit transport van recuperatiematerialen gebeurt vaak per schip. Daartoe worden recuperatiematerialen vanaf de locaties van de gespecialiseerde recuperatiebedrijven naar overslagterreinen in een haven bijeengebracht. De recuperatiematerialen worden per fractie op een hoop langs de kade gestapeld.

Tussen de rien en de kade rijden een of meerdere kranen die de recuperatiematerialen in het schip laden. Een schip wordt zelden tot nooit met een enkele fractie beladen en niet alle fracties worden in dezelfde hoeveelheid in het schip geladen. De hopen die voor het laden van een schip langs de kade worden klaargelegd vormen een lange rij. Er is voor het laden van het schip een kade nodig die vele malen langer is dan het schip zelf. Het huren en onderhouden van een kade is duur. Een bijkomend probleem door de lange rij is dat een kraan over een grote afstand met recuperatiematerialen langs de kade moet rijden om de recuperatiematerialen in het schip te kunnen laden. Hierdoor ligt het schip substantieel langer aan de kade.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een inrichting volgens conclusie 1.

Het grote voordeel van een dergelijke inrichting is dat het niet één kraan, maar twee kranen tegelijkertijd het schip kunnen vullen. Beide kranen kunnen tot aan de kade rijden. Tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen is een eerste kraan opgesteld die het schip laadt. Tussen de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen is een tweede kraan opgesteld die het schip laadt. Omdat beide afstanden tussen de rijen voldoende is om zowel een kraan als een vrachtwagen te laten manoeuvreren, kunnen de rijen rechtstreeks door de vrachtwagens aangevuld worden. Op deze manier is er geen extra verplaatsingsstap van goederen nodig.

Bovendien wordt het schip sneller en efficiënter geladen.

3 BE2021/6083

Voorkeursvormen van de inrichting worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 6.

In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie 7. Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat eerst drie substantieel evenwijdige rijen gestapelde bulkgoederen gevormd worden. Een eerste rij gestapelde bulkgoederen ligt substantieel evenwijdig met de kade en een eerste kraan die tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen en de kade rijdt, laadt de bulkgoederen van de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen in het schip. Een tweede kraan vult de bulkgoederen in de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen in het schip. De beide kranen vullen de bulkgoederen in het schip, wat tijd uitspaart.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de volgconclusies 8 tot enmet 11.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens het tweede aspect uitgevoerd met een inrichting volgens het eerste aspect.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een inrichting volgens het eerste aspect geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens het tweede aspect.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

4 BE2021/6083 “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Hetciteren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In de context van dit document zijn recuperatiematerialen materialen die bijvoorbeeld uit afgedankte goederen en apparaten, uit afval, uit schroot en uit puin worden gerecupereerd met het oog op het hergebruik van de recuperatiematerialen als grondstoffen voor het vervaardigen van nieuwe basismaterialen of producten.

In dit document wordt met een fractie een type recuperatiemateriaal bedoeld dat hoofdzakelijk hetzelfde materiaal of dezelfde samenstelling omvat, eventueel gelijkaardige grootte heeft en waarnaar vraag is als grondstof voor het vervaardigen van nieuwe basismaterialen of producten. Voorbeelden van fracties zijn hout, rubber, aluminium blikjes, aluminium snippers, ijzer, koper, …

Met een recuperatiebedrijf wordt in dit document een bedrijf bedoeld dat gespecialiseerd is in het inzamelen en verwerken van afgedankte goederen en apparaten, afval, schroot en puin met als doel hieruit recuperatiematerialen te bekomen die een economische waarde hebben. Een recuperatiebedrijf heeft hiervoor omvangrijke en complexe installaties voor bijvoorbeeld het breken en versnipperen van de materialen en het scheiden van de recuperatiematerialen in verschillende fracties.

In de context van dit document is een overslagterrein een terrein dat gebruikt wordt voor het tijdelijk opslaan van recuperatiematerialen die door recuperatiebedrijven verwerkt zijn en voor het overslaan van de recuperatiematerialen van een eerste type vervoersmiddel, bijvoorbeeld een vrachtwagen, naar een tweede type vervoersmiddel, bijvoorbeeld een trein of schip. Een overslagterrein ligt bijvoorbeeld in een haven of bij een rangeerstation.

Met een rij of hoop wordt in dit document een opeenstapeling of berg van recuperatiematerialen van substantieel dezelfde fractie bedoeld.

In dit document wordt met bulkgoederen goederen bedoeld die niet per stuk worden verpakt en geladen zoals containers, pallets of dozen, maar los in het ruim van een schip, of in een vrachtwagen of in een wagon worden gestort. Recuperatiematerialen zijn een niet beperkend voorbeeld van bulkgoederen. 5

In de context van dit document is een kade een beschoeide of gemetselde oeverstrook. Kenmerkend voor een kade is dat in extra faciliteiten voor het aanleggen van schepen is voorzien, zoals een verhard loopoppervlak boven op de wal, en bolders om schepen aan te lijnen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een inrichting voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de inrichting een kade, minstens twee kranen en minstens drie substantieel evenwijdige rijen gestapelde bulkgoederen, substantieel loodrecht op de kade, waarbij een eerste kraan tussen een eerste en tweede rij met gestapelde bulkgoederen is opgesteld en dat een tweede kraan tussen de kade en een tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen is opgesteld, met het kenmerk, dat de eerste kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen verrijdbaar is.

Een eerste rij gestapelde bulkgoederen ligt substantieel loodrecht op de kade, eventueel van de kade verwijderd gestapeld. Indien de eerste rij gestapelde bulkgoederen van de kade verwijderd is, is deze ruimte beschikbaar voor het passeren van de eerste kraan. De eerste kraan is opgesteld tussen de eerste en de tweede rij gestapelde bulkgoederen. Minstens een deel van de bulkgoederen die in de eerste en tweede rij gestapeld zijn, liggen binnen het bereik van de eerste kraan.

Hierdoor is de eerste kraan gunstig gepositioneerd om bulkgoederen uit de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen te grijpen en in een ruim van een schip te laden. Bij voorkeur zijn minstens drie kranen langs de kade opgesteld, bij nog meer voorkeur zijn minstens vier kranen langs de kade opgesteld en bij zelfs nog meer voorkeur zijn vijf kranen langs de kade opgesteld. Hierdoor kunnen de bulkgoederen sneller in een schip langs de kade geladen worden.

Een voordeel van deze inrichting is dat minstens twee kranen tegelijkertijd de bulkgoederen kunnen transporteren naar een schip. Bij deze opstelling is geen

6 BE2021/6083 andere kraan nodig die bulkgoederen moet aanvoeren. Vrachtwagens kunnen rechtstreeks lossen op de rij vanwaar de kraan opschept.

Een tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen ligt substantieel evenwijdig langs de eerste rij gestapelde bulkgoederen, maar ervan verwijderd. Doordat de tweede rij gestapelde bulkgoederen van de derde rij gestapelde bulkgoederen verwijderd is, is deze ruimte beschikbaar voor het opstellen van de tweede kraan. De tweede kraan is zo opgesteld dat minstens een deel van de gestapelde bulkgoederen op de tweede en derde rij binnen het bereik van de tweede kraan liggen. Hierdoor is de tweede kraan gunstig gepositioneerd om bulkgoederen uit de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen in het schip te laden.

Doordat bulkgoederen in drie substantieel evenwijdige rijen gestapeld zijn, met daartussen opgestelde kranen, kan een schip sneller geladen worden, waardoor een kortere ladingstijd vereist is.

Volgens een uitvoeringsvorm is de tweede kraan tussen de tweede rij gestapelde bulkgoederen en de derde rij gestapelde bulkgoederen verrijdbaar.

Doordat de tweede kraan tussen de tweede rij gestapelde bulkgoederen en de derde rij gestapelde bulkgoederen verrijdbaar is, heeft de kraan een groter bereik dan een statische kraan. De eerste kraan is bij voorkeur verrijdbaar langsheen de volledige lengte van de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen. Op deze wijze kan de kraan alle bulkgoederen uit de eerste rij gestapelde bulkgoederen in een ruim van een schip laden. De tweede kraan is bij voorkeur verrijdbaar langsheen de volledige lengte van de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen. Op deze wijze kan de kraan alle bulkgoederen uit de derde rij gestapelde bulkgoederen in een ruim van een schip laden.

Volgens een uitvoeringsvorm, bedraagt de afstand tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen meer dan 10 meter. Volgens een uitvoeringsvorm, bedraagt de afstand tussen de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen meer dan 10 meter. Volgens een uitvoeringsvorm is de afstand tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen groter dan de som van de breedte van de tweede kraan en een vrachtwagen. Volgens een uitvoeringsvorm is de afstand tussen de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen groter dan de som van de breedte van de tweede kraan en een vrachtwagen.

7 BE2021/6083

Doordat de afstand tussen de rijen voldoende groot is, kan de kraan zich weg van de kade begeven, naar de achterkant van de rij, zonder hierbij vrachtwagens te hinderen die bulkgoederen lossen op één van deze rijen. Zowel de vrachtwagen als de kraan kunnen dus voldoende manoeuvreren tussen de rijen.

Volgens een uitvoeringsvorm bedraagt de breedte van de eerste en derde rij gestapelde bulkgoederen niet meer dan 60 meter.

Doordat de breedte niet meer dan 60 meter bedraagt, kan de kraan veilig en efficiënt werken. De breedte van een rij wordt gemeten parallel met de kade. De eerste kraan hoeft slechts loodrecht op de kade verrijdbaar te zijn om bulkgoederen vanuit de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen te grijpen en in het schip te laden. Het is niet nodig voor de eerste kraan om in andere richtingen verrijdbaar te zijn om aan de eerste en de tweede rij te kunnen. De tweede kraan hoeft slechts loodrecht op de kade verrijdbaar te zijn om bulkgoederen vanuit de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen te grijpen en in het schip te laden. Het is niet nodig voor de tweede kraan om in andere richtingen verrijdbaar te zijn om aan de tweede en de derde rij te kunnen. Doordat de eerste en tweede kraan aan de tweede rij kunnen kan deze rij breder zijn dan de reikwijdte van één kraan. Tijdens gebruik zullen de kranen dus vooral loodrecht ten opzichte van de kade verrijden omdat de reikwijdte van de kranen volstaat om aan de gewenste recuperatiematerialen te kunnen.

Volgens een uitvoeringsvorm is de eerste en/of tweede kraan met wielen of rupsbanden uitgerust.

Doordat de eerste en/of tweede kraan met wielen of rupsbanden uitgerust zijn, zijn deze kranen eenvoudig verrijdbaar. Volgens een verdere uitvoeringsvorm, zijn de wielen, metalen wielen die in een metalen inkeping vast zitten. Deze metalen inkeping fungeert als een spoor waarover de kraan zich loodrecht ten opzichte van de kade kan verplaatsen. Volgens een andere uitvoeringsvorm, zijn de wielen of rupsen onderdeel van een voertuig met een kraanarm.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de inrichting 4, 5, 6 of 7 rijen gestapelde bulkgoederen. Een schip wordt meestal geladen met maximaal drie verschillende fracties geladen. Hierdoor is iedere te laden fractie in de gestapelde bulkgoederen beschikbaar om in het schip te laden zodat een kade met een kortere lengte

8 BE2021/6083 voldoende is. Het schip zal dan aanmeren afhankelijk van welke fracties ingeladen dienen te worden.

Een schip wordt zelden tot nooit met slechts een fractie geladen omdat het te lang duurt om voldoende recuperatiemateriaal van slechts een fractie vanuit recuperatiebedrijven op het overslagterrein te verzamelen. Er zou een eerste rij gestapelde bulkgoederen langs de kade gevormd worden die lang blijft liggen vooraleer er voldoende bulkgoederen van dezelfde fractie aanwezig zijn om een volledig schip te laden. De kade wordt inefficiënt aangewend. Om dit te vermijden worden langsheen de kade meerdere rijen van een verschillende fractie gelegd. Er kan sneller vanuit de recuperatiebedrijven voldoende recuperatiematerialen aangebracht worden om een volledig schip te laden. Bij voorkeur zijn er maximaal 3 rijen van een verschillende fractie. Bij een groter aantal rijen wordt de hoeveelheid recuperatiemateriaal per fractie dat in een ruim van een schip kan geladen worden te klein om effectief een laag recuperatiemateriaal in een ruim te vormen dat op een kostenefficiënte manier gescheiden uit het ruim kan gelost worden.

Bij voorkeur is de eerste kraan van de kade tot het eind van de eerste en tweede rij verrijdbaar. Bij voorkeur is de eerste kraan van de kade tot het eind van de tweede en derde rij verrijdbaar.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van het aanvullen van een eerste rij gestapelde bulkgoederen substantieel loodrecht op een kade en verwijderd van de kade; het aanvullen van een tweede rij gestapelde bulkgoederen, substantieel evenwijdig met de eerste rij gestapelde bulkgoederen en verwijderd van de eerste rij gestapelde bulkgoederen; het aanvullen van een derde rij gestapelde bulkgoederen, substantieel evenwijdig met de tweede rij gestapelde bulkgoederen en verwijderd van de eerste rij gestapelde bulkgoederen; het laden in een ruim van een schip, gemeerd langs de kade, van bulkgoederen uit ten minste één rij gestapelde bulkgoederen met behulp van twee kranen, met het kenmerk, dat de eerste kraan opschept van de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen en de tweede kraan opschept van de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen.

9 BE2021/6083

Aangezien deze werkwijze een cyclische werkwijze is, ligt de volgorde van de verschillende stappen van de werkwijze niet vast. De drie rijen gestapelde bulkgoederen worden aangevuld indien nodig, onafhankelijk van elkaar. Dit kan zowel voor, na of tijdens het laden van het schip gebeuren. Dit is mogelijk doordat de afstand tussen de rijen voldoende groot is voor een kraan en vrachtwagen.

Volgens een uitvoeringsvorm, rijdt de eerste kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen en de tweede kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen. Doordat de kranen zich naar achter kunnen bewegen tussen twee rijen, kunnen ze steeds aan voldoende bulkgoederen, waardoor het laadproces nooit onderbroken dient te worden.

De bulkgoederen uit de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen worden met behulp van de eerste kraan in een ruim van een schip geladen. Doordat de eerste kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen kan rijden, zijn alle bulkgoederen in de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen voor de eerste kraan bereikbaar. Voor de tweede kraan geldt hetzelfde maar voor de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen. Daardoor kan een schip sneller geladen worden en hoeft het minder lang langs de kade te liggen. Bij voorkeur kunnen de kranen van de kade tot het eind van de rijen rijden.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt er tijdens het laden van het schip een laadplan gebruikt dat de volgorde en de hoeveelheid bepaalt van de bulkgoederen die vanuit de verschillende rijen in een ruim van een schip geladen worden.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt tijdens het laden van het schip het laadplan gebruikt om te bepalen welke kraan wanneer van de middelste rij opschept.

Het laadplan duidt per kraan aan welke hoeveelheid van welke fractie recuperatiemateriaal in welk ruim van een schip moet geladen worden. Bij voorkeur is het laadplan per dag opgemaakt. Bij nog meer voorkeur is het laadplan per arbeidsploeg opgemaakt. Een arbeidsploeg kan bijvoorbeeld een ochtendploeg, een middagploeg, een avondploeg, een dagploeg, een nachtploeg of nog een andere ploeg zijn. Een ruim kan verschillende fracties omvatten die bovenop elkaar in lagen in het ruim geladen worden.

10 BE2021/6083

Bij voorkeur is het laadplan opgesteld om het schip gedurende het laden gelijkmatig te beladen. Door het schip gelijkmatig te beladen wordt vermeden dat een schip tijdelijk onevenwichtig beladen is, waardoor het bijvoorbeeld met het voorsteven of het achtersteven dieper in het water ligt en op het schip zware belastingen worden uitgeoefend.

Nadat een fractie volgens het laadplan in het ruim geladen is, wordt de diepgang van het schip gemeten en met de diepgang voor het laden van de fractie vergeleken om de hoeveelheid geladen bulkgoederen te verifiëren.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt tijdens het laden van het schip het laadplan gebruikt om te bepalen welke hoop uit de eerste rij gestapelde bulkgoederen vanuit de tweede rij gestapelde bulkgoederen wordt aangevuld.

Het laadplan duidt per kraan aan welke hoeveelheid van welke fractie recuperatiemateriaal in welk ruim van een schip moet geladen worden. Doordat de hoeveelheid bulkmateriaal op één rij groter is dan de hoeveelheid die het schip voor de helft zou vullen, wordt vermeden dat een fractie bulkgoederen uitgeput raakt en het laden van het schip tijdelijk moet onderbroken worden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het laadplan een elektronisch document. Bij voorkeur is het laadplan automatisch in een kraan beschikbaar.

Volgens een uitvoeringsvorm worden de rijen gestapelde bulkgoederen met behulp van een vrachtwagen rechtstreeks aangevuld, bij voorkeur kunnen zowel een kraan als de vrachtwagen tussen rijen gestapelde bulkgoederen rijden.

Doordat de rijen gestapelde bulkgoederen met behulp van een vrachtwagen rechtstreeks aangevuld worden, is er geen extra kraan nodig om de bulkgoederen van een losplaats naar de rijen te verplaatsen. Dit verhoogt de efficiëntie van de werkwijze.

11 BE2021/6083

Het is voor een vakman geschoold in het veld duidelijk dat de inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding niet enkel op een overslagterrein in de haven voor het laden van recuperatiematerialen in schepen bruikbaar is, maar ook bijvoorbeeld op een overslagterrein langs een spoorlijn kan gebruikt worden om bulkgoederen zoals bijvoorbeeld kolen in een trein te laden.

De huidige uitvinding zal nu meer in detail worden beschreven, onder verwijzing naar voorbeelden of figuren die niet beperkend zijn.

12 BE2021/6083

FIGUURBESCHRIJVING

Langs de kade 1 ligt een schip 7 met meerdere ruimen. Substantieel loodrecht met de kade 1 liggen drie rijen gestapelde bulkgoederen, een eerste rij van een eerste fractie 4, een tweede rij van een tweede fractie 5, een derde rij van een derde fractie 6.

Op de kade 1 staan twee kranen, een eerste kraan 2 en tweede kraan 1. De kranen kunnen van de kade 1 tot het eind van de rijen rijden. Hierdoor kan een kraan minstens twee fracties gestapelde bulkgoederen bereiken en in de ruimen van het schip 7 laden. Doordat er twee kranen zijn, kan er sneller geladen worden.

De draaicirkel van de eerste kraan 2 wordt weergegeven door een cirkel 8. De draaicirkel van de tweede kraan 3 wordt weergegeven door een cirkel 9. Dit toont aan dat, indien gepositioneerd in nabijheid van de kade, de kranen goederen kunnen oppakken uit twee rijen en daarmee het schip kunnen laden. De afstand tussen de rijen is voldoende om een vrachtwagen toe te laten een lading te lossen op één van de rijen.

Claims

13 BE2021/6083 CONCLUSIES

1. Inrichting voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip omvattende: - een kade; - minstens twee kranen; - minstens drie substantieel evenwijdige rijen gestapelde bulkgoederen, substantieel loodrecht op de kade; waarbij een eerste kraan tussen een eerste en tweede rij met gestapelde bulkgoederen is opgesteld en dat een tweede kraan tussen de kade en een tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen is opgesteld, met het kenmerk, dat de eerste kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen verrijdbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede kraan tussen de tweede rij gestapelde bulkgoederen en de derde rij gestapelde bulkgoederen verrijdbaar is.

3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de afstand tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen meer dan 10 meter bedraagt.

4, Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de afstand tussen de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen groter is dan de som van de breedte van de tweede kraan en een vrachtwagen.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de breedte van de eerste en derde rij gestapelde bulkgoederen niet meer dan 60 meter bedraagt.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de eerste en/of tweede kraan met wielen of rupsbanden uitgerust is.

7. Werkwijze voor overslag van bulkgoederen, zoals recuperatiematerialen, naar een schip omvattende - het aanvullen van een eerste rij gestapelde bulkgoederen substantieel loodrecht op een kade en verwijderd van de kade;

14 BE2021/6083 - het aanvullen van een tweede rij gestapelde bulkgoederen, substantieel evenwijdig met de eerste rij gestapelde bulkgoederen en verwijderd van de eerste rij gestapelde bulkgoederen; - het aanvullen van een derde rij gestapelde bulkgoederen, substantieel evenwijdig met de tweede rij gestapelde bulkgoederen en verwijderd van de eerste rij gestapelde bulkgoederen; - het laden in een ruim van een schip, gemeerd langs de kade, van bulkgoederen uit ten minste één rij gestapelde bulkgoederen met behulp van twee kranen, met het kenmerk, dat de eerste kraan opschept van de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen en de tweede kraan opschept van de tweede en derde rij gestapelde bulkgoederen.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eerste kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen rijdt en de tweede kraan tussen de eerste en tweede rij gestapelde bulkgoederen rijdt.

9, Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat tijdens het laden van het schip een laadplan gebruikt wordt dat de volgorde en de hoeveelheid bepaalt van de bulkgoederen die uit de verschillende rijen in een ruim van een schip geladen worden.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat tijdens het laden van het schip het laadplan gebruikt wordt om te bepalen welke kraan wanneer van de middelste rij opschept.

11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de rijen gestapelde bulkgoederen met behulp van een vrachtwagen rechtstreeks worden aangevuld, bij voorkeur kunnen zowel een kraan als de vrachtwagen tussen rijen gestapelde bulkgoederen rijden.

12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 7 - 11 uitgevoerd met een inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1 - 6.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1 - 6 geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 7 - 11.