BE1029722B1 - Proces voor de productie van houtvezelplaat - Google Patents

Proces voor de productie van houtvezelplaat Download PDF

Info

Publication number
BE1029722B1
BE1029722B1 BE20215685A BE202105685A BE1029722B1 BE 1029722 B1 BE1029722 B1 BE 1029722B1 BE 20215685 A BE20215685 A BE 20215685A BE 202105685 A BE202105685 A BE 202105685A BE 1029722 B1 BE1029722 B1 BE 1029722B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
recycled
wood fibers
wood fiber
pressure
recycled wood
Prior art date
Application number
BE20215685A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029722A1 (nl
Inventor
Veronique Hoflack
Geert Coudenys
Lieven Vangheluwe
Original Assignee
Flooring Ind Ltd Sarl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd Sarl filed Critical Flooring Ind Ltd Sarl
Priority to BE20215685A priority Critical patent/BE1029722B1/nl
Priority to BE20225252A priority patent/BE1029724B1/nl
Priority to PCT/IB2022/058069 priority patent/WO2023031763A1/en
Priority to CA3226768A priority patent/CA3226768A1/en
Priority to KR1020247009607A priority patent/KR20240046782A/ko
Priority to ARP220102348A priority patent/AR126928A1/es
Publication of BE1029722A1 publication Critical patent/BE1029722A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029722B1 publication Critical patent/BE1029722B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N1/00Pretreatment of moulding material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B3/00Destroying solid waste or transforming solid waste into something useful or harmless
    • B09B3/40Destroying solid waste or transforming solid waste into something useful or harmless involving thermal treatment, e.g. evaporation
    • B09B3/45Steam treatment, e.g. supercritical water gasification or oxidation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/007Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres and at least partly composed of recycled material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/04Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres from fibres
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27NMANUFACTURE BY DRY PROCESSES OF ARTICLES, WITH OR WITHOUT ORGANIC BINDING AGENTS, MADE FROM PARTICLES OR FIBRES CONSISTING OF WOOD OR OTHER LIGNOCELLULOSIC OR LIKE ORGANIC MATERIAL
    • B27N3/00Manufacture of substantially flat articles, e.g. boards, from particles or fibres
    • B27N3/08Moulding or pressing
    • B27N3/18Auxiliary operations, e.g. preheating, humidifying, cutting-off
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21BFIBROUS RAW MATERIALS OR THEIR MECHANICAL TREATMENT
    • D21B1/00Fibrous raw materials or their mechanical treatment
    • D21B1/02Pretreatment of the raw materials by chemical or physical means
    • D21B1/026Separating fibrous materials from waste
    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21BFIBROUS RAW MATERIALS OR THEIR MECHANICAL TREATMENT
    • D21B1/00Fibrous raw materials or their mechanical treatment
    • D21B1/04Fibrous raw materials or their mechanical treatment by dividing raw materials into small particles, e.g. fibres
    • D21B1/12Fibrous raw materials or their mechanical treatment by dividing raw materials into small particles, e.g. fibres by wet methods, by the use of steam
    • D21B1/30Defibrating by other means
    • D21B1/36Explosive disintegration by sudden pressure reduction

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Dry Formation Of Fiberboard And The Like (AREA)

Abstract

Het proces voor de productie van houtvezelplaat bevat de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; de stap waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, gevolgd door de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar. Na deze drukvermindering is het materiaal omgezet in gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden. De gerecycleerde houtvezels worden als grondstof toegevoerd in een productielijn voor het produceren van houtvezelplaat.

Description

1 BE2021/5685
Proces voor de productie van houtvezelplaat
De uitvinding betreft een proces voor de productie van houtvezelplaat — bijvoorbeeld van
MDF (Medium Density Fiberboard) of van HDF (High Density Fiberboard) - waarbij minstens voor een deel houtvezels gewonnen uit recyclage van houtvezelplaat — bij voorbeeld uit recylage van MDF (Medium Density Fiberboard) en/of uit recyclage van
HDF (High Density Fiberboard) platen —als grondstof gebruikt worden.
WO2011/077155A1 beschrijft een methode voor het recycleren van “engineered wood panels”, zoals houtvezelplaten, waarbij houtvezels gerecupereerd worden die gebruikt kunnen worden ter vervanging van nieuwe houtvezels. De platen of panelen worden mechanisch gebroken en gemengd met water om een slurry te vormen. Deze slurry wordt dan verwarmd door een elektrische stroom door de slurry te sturen. Door deze opwarming wordt de sterkte van de bindingen tussen de houtvezels verminderd. Deze opwarming kan gebeuren boven atmosfeer druk. Na de opwarming, is het mogelijk om de slurry snel te laten ontspannen, bijvoorbeeld door sproeien door een ventiel, te drogen en de vezels van elkaar te scheiden. Een apparaat 1s beschreven om de methode als een continu proces uit te voeren.
Het is een nadeel van deze methode dat de lijm van de platen oplost in het bad waar de slurry opgewarmd wordt. Hierdoor kan het bad verzadigd worden waardoor de verbindingen niet meer losgemaakt worden, of kan de elektrische geleidbaarheid van de slurry — nodig voor de opwarming door het Joule effect — zich wijzigen. Toevoegstoffen nodig voor het instellen van de elektrische geleidbaarheid kunnen ook voor problemen zorgen.
US2003/0056873A1 beschrijft een proces voor het produceren van houtvezelplaten - via recyclage van afval van samengestelde houtproducten - door middel van een conventioneel droog productieproces voor het produceren van houtvezelplaten. Het proces maakt gebruikt van een aangepaste behandeling in een voorkoker gevolgd door mechanisch verfijnen in een “refiner”, waarbij gerecycleerde vezels bekomen worden.
Deze gerecycleerde vezels maken dan ten minste 20 gewichtsprocent uit van de geproduceerde vezelplaten. In de voorkoker worden de recyclage houtproducten
2 BE2021/5685 chemisch behandeld onder druk in aanwezigheid van stoom. Het is een nadeel van dit proces dat chemicaliën toegevoegd moeten worden in de voorkoker. Hierdoor kunnen corrosieproblemen ontstaan. Deze chemicaliën leiden tevens tot verontreinigde afvalstromen, die op gepaste wijze behandeld moeten worden. Deze chemicaliën kunnen tevens een negatieve invloed hebben op de vezelkwaliteit.
DE4224629 beschrijft een proces voor het recycleren van plaatvormige elementen uit door middel van ureum-formaldehyde bindmiddel verlijmde houtproducten met of zonder kunststofdeklaag. Het proces betreft in het bijzonder de recyclage van houtvezelplaten en spaanplaten. De plaatvormige elementen worden in een voorbehandelingsstap in kleine brokstukken gebroken. Deze brokstukken worden gedurende een bepaalde tijd behandeld in een waterdampatmosfeer — bij voorkeur in een verzadigde waterdampatmosfeer — onder hoge druk en hoge temperatuur. Hierdoor worden de brokstukken omgezet in vezelige, spaanvormige of plaatjesachtige grondstof die tot nieuwe plaatvormige elementen verlijmd worden. Hiertoe kan de gerecycleerde vezelige, spaanvormige of plaatjesachtige grondstof belijmd worden. Alternatief kan chemisch aangepaste lijm gebruikt worden, meer specifiek de ureum-formaldehyde lijmresten die nog aan de gerecycleerde vezelige, spaanvormige of plaatjesachtige grondstof hangen.
US5,804,035 beschrijft een proces voor het recupereren van spanen en vezels uit afval van houtproducten, oude meubels, productieafval, houtproducten verlijmd met ureum- formaldehyde bindmiddelen of met andere bindmiddelen die gehydrolyseerd of chemisch afgebroken kunnen worden. Deze materialen worden bij hoge temperatuur behandeld. In een eerste stap van het proces worden deze materialen geïmpregneerd met een impregnatievloeistof waardoor deze materialen ten minste 50% van hun gewicht aan impregnatievloeistof opnemen. In een tweede stap wordt er opgewarmd tussen 80 en 120 °C. De op deze manier gedesintegreerde materialen worden dan gesorteerd door middel van zeven of andere technieken.
WO2003/026859 — van dezelfde aanvragers en uitvinders als US5,804,035 — beschrijft een vergelijkbaar proces als in US5,804,035, maar meer economisch.
3 BE2021/5685
Het is een nadeel van deze processen dat een mengsel van houtvezels en houtspanen bekomen wordt, die niet toelaat hoogwaardige producten te maken, aangezien voor het maken van hoogwaardige producten, grondstof met uniforme eigenschappen vereist is.
WO2005/007968A1 behandelt een werkwijze voor het terugwinnen van hout bestanddelen uit een plaatmateriaal bestaande uit een matrix van met kleefstof gebonden lignocellulose materiaal. De werkwijze bevat de behandeling van het materiaal met een combinatie van elektromagnetische straling en inweken of onderdompeling in een vloeibaar medium, en het terugwinnen van bestanddelen. Het is een nadeel dat speciale apparatuur nodig is voor het generen van de elektromagnetische straling voor het opwarmen van het materiaal, en dat dergelijk proces moeilijker in een continu proces ingebouwd kan worden.
WO00/01877 beschrijft een proces en een apparaat voor de behandeling en recuperatie van houtvezelplaat- en spaanplaat afval. Afval van houtvezelplaat en spaanplaat wordt in een stoomkamer ingevoerd en onder druk met stoom behandeld. Na beëindiging van de behandeling met stoom wordt de overmaat aan stoom uit de stoomkamer afgevoerd en het met stoom behandelde afval wordt door een roterende trommel geleid. Houtvezels en spanen gaan door de schermen van de trommel en worden verzameld om gedroogd en verder verwerkt te worden. Afval zoals melamine coatings wordt verzameld en afgevoerd. De verzamelde houtvezels en houtspanen kunnen verwerkt worden voor gebruik in de productie van papier, karton of spaanplaat, of als materiaal om aarde te bedekken.
US3741863 betreft een methode om platen te produceren met gerecycleerde afval celluloseproducten. De methode bevat de stappen: verkleinen van het afvalmateriaal tot kleine stukjes, drogen van deze stukjes tot ten minste 85 procent vaste bestanddelen om overmatig vocht te verwijderen en de stukjes te steriliseren, afscheiden van de gedroogde cellulose afvalproducten van de niet-cellulose afval, de cellulose stukjes opwarmen onder een niet ontvlambaar medium om de temperatuur van de stukjes te verhogen en om de stukjes te steriliseren, mechanisch verfijnen van de verwarmde cellulose stukjes,
4 BE2021/5685 de vezels en vezelbundels afscheiden van het niet ontvlambaar medium, een hars bij de vezels en de vezelbundels toevoegen en intiem mixen, een mat vormen met de vezels en de vezelbundels; en deze mat onder temperatuur en druk tot een plaat persen.
WO01/39946A1 beschrijft een proces voor het produceren van vezelplaten via recycleren van afval van samengestelde houtproducten door middel van een conventioneel continu droog houtvezelplaat proces waarbij het proces in de pre-heater en/of in the refiner aangepast is. Deze aanpassingen zorgen er voor dat vezelplaten met ten minste 20 gewichtsprocent gerecycleerde vezels geproduceerd kunnen worden.
Het is een probleem van de recyclage methodes uit de stand van de techniek voor het recycleren van MDF en HDF platen dat complexe apparatuur nodig is, dat ze moeilijk in bestaande productieprocessen van spaanplaat, MDF- of HDF platen ingebouwd kunnen worden, economisch niet rendabel zijn en niet leiden tot de gevraagde en continue goede kwaliteit van platen geproduceerd met het teruggewonnen materiaal.
Het is een doelstelling van de uitvinding om een oplossing te bieden voor tekortkomingen in de recyclageprocessen voor MDF- en HDF-plaatmateriaal uit de stand van de techniek.
De uitvinding betreft een proces voor de productie van een houtvezelplaat, bij voorkeur voor de productie van een MDF- of HDF-plaat. Het proces bevat de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten — bij voorkeur van gerecycleerde MDF- of
HDF-platen - met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt. Het proces bevat de stap waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, gevolgd door de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar. Na deze drukvermindering is het materiaal omgezet in gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden. Het proces bevat de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels als grondstof in een productielijn — bij voorkeur in een droogproductieproces
— voor het produceren van houtvezelplaat, bij voorkeur voor de productie van MDF- of
HDF-platen.
Dit proces laat toe op efficiënte manier houtvezelplaten te recycleren en er nieuwe 5 houtvezelplaten (bijvoorbeeld MDF- of HDF-platen) mee te produceren. De combinatie van het houden van het te recycleren materiaal gedurende een bepaalde onder temperatuur en druk enerzijds; en de drukverminderingsstap anderzijds blijkt te zorgen voor het opnieuw vrijmaken van de houtvezels uit het ingevoerde materiaal.
Bij voorkeur is de hoeveelheid aan houtvezelproppen in het materiaal onmiddellijk na de drukvermindering lager dan 3 gewichtsprocent, bij voorkeur lager dan 2 gewichtsprocent, bij hogere voorkeur lager dan 1 gewichtsprocent. Dergelijke uitvoeringsvormen bieden nog hogere efficiëntie aan het proces. Deze uitvoeringsvormen kunnen uitgevoerd worden door een geschikte keuze van de procesparameters, bij voorkeur doordat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, het materiaal tot boven 12 bar gebracht wordt. Als dit optioneel gebeurt met verzadigde stoom, wordt nog hogere energetische efficiëntie van het proces bekomen. De energetische efficiëntie wordt uitgedrukt als hoeveelheid benodigde energie per massa hoeveelheid geproduceerde gerecycleerde houtvezels.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; dit materiaal tot op een druk van minstens 4 bar, bij voorkeur van minstens 6 bar, bij hogere voorkeur van minstens 7 bar, bij hogere voorkeur van minstens 10 bar, bij hogere voorkeur van minstens 11 bar gebracht wordt. Er is gebleken dat zowel een hogere temperatuur als een hogere druk gunstig zijn voor het efficiënt produceren van de gerecycleerde houtvezels. Als het materiaal tot op hogere druk gebracht wordt, kan een grotere drukval gerealiseerd worden bij de stap van het verminderen van de druk van het materiaal. Een hogere drukval in deze stap heeft zich positief uitgewezen voor de efficiëntie van het proces.
6 BE2021/5685
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; dit materiaal tot op een druk van minstens 12 bar gebracht wordt. Er is gebleken dat een hogere druk gunstig is voor het efficiënt produceren van de gerecycleerde houtvezels, onder andere doordat minder vezelproppen geproduceerd worden. Als het materiaal tot op hogere druk gebracht wordt, kan een grotere drukval gerealiseerd worden bij de stap van het verminderen van de druk van het materiaal. Een hogere drukval in deze stap heeft zich positief uitgewezen voor de efficiëntie van het proces.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat continu of periodiek vloeibaar water afgevoerd wordt tijdens de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; en/of tijdens de stap waarin dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat door het afvoeren tijdens deze stap of stappen van het vloeibaar water, hoofdzakelijk gevormd door condensatie, de efficiëntie van het proces verhoogd wordt. Dit doordat het vloeibaar water achteraf niet meer afgevoerd moet worden, waardoor sneller een nieuwe hoeveelheid materiaal in het proces ingevoerd kan worden. Tevens kan er sneller opgewarmd worden, omdat dit water niet mee opgewarmd moet worden.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het proces na de stap van de drukvermindering en voor de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in de productielijn voor het produceren van houtvezelplaat, de stap bevat van het afscheiden van houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het omgezette materiaal. Bij dit afscheiden wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van het verschil in massa tussen enerzijds de houtvezels en anderzijds houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden. Dit afscheiden heeft verschillende voordelen. Enerzijds wordt vermeden dat houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden defecten vormen in de geproduceerde houtvezelplaat. Anderzijds wordt vermeden dat persapparatuur tijdens het persen van de houvezelplaat beschadigd zou worden. Verder
7 BE2021/5685 laat het afscheiden van de houtvezelproppen ook nog toe om deze te recycleren naar de invoer toe, zodat ze toch tot houtvezels gerecycleerd kunnen worden.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap van het afscheiden van houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het omgezette materiaal gebruik gemaakt wordt van één of meerdere van een zeefbewerking, een wind zifter, een zigzag zifter of een 3D-zeef. Deze methodes laten efficiënt afscheiden van vezelproppen en eventuele andere onzuiverheden toe.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat ten minste een deel — en bij voorkeur de volledige hoeveelheid — van de afgescheiden houtvezelproppen opnieuw in het proces ingevoerd wordt zodat deze afgescheiden houtvezelproppen samen met nieuw ingevoerd verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt. Volgens deze uitvoeringsvorm worden ten minste een deel van, en bij voorkeur alle, afgescheiden houtvezelproppen terug in het proces ingevoerd. Deze vezelproppen worden dan samen met nieuw ingevoerd verfijnd materiaal nogmaals in het proces behandeld. Dit betekent dat de vezelproppen via deze interne recyclage verder tot vezels verfijnd worden. Het is mogelijk dat vezelproppen verschillende keren deze interne recyclage doorlopen vooraleer ze tot houtvezels verfijnd zijn. Deze uitvoeringsvorm laat toe om een hoge efficiëntie te bekomen van het omzetten van het ingevoerde verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten. De procesparameters kunnen tevens zo ingesteld worden dat het proces energetisch gunstig verloopt.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de tijdsduur vanaf het starten van de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; tot het begin van de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar; minder dan 5 minuten duurt, bij voorkeur minder dan 3 minuten duurt, bij hogere voorkeur minder dan 2 minuten duurt, bij hogere voorkeur minder dan 90 seconden
8 BE2021/5685 duurt, en bij hogere voorkeur meer dan 60 seconden duurt. Deze uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat een hoge efficiëntie van het proces bekomen wordt.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de tijdsduur van de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt ten hoogste 20 seconden duurt. Deze snelle opwarmingsstap zorgt er voor dat de vorming van condensaat beperkt wordt, en dat optimale efficiëntie van het proces bekomen wordt, ook en vooral in termen van benodigde energie.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de stap van het verminderen van de druk van het materiaal uitgevoerd wordt in een tijdspanne van minder dan 1 minuut, bij voorkeur van minder dan 45 seconden; maar bij voorkeur in een tijdspanne van minstens 15 seconden, bij hogere voorkeur van minstens 20 seconden.
Een snellere drukvermindering bleek voor een beter vrijmaken van de vezels uit het ingevoerde materiaal te zorgen. Een te snelle drukval door te snel aflaten van de stoom is echter nadelig omdat een niet onbelangrijke hoeveelheid vezels samen met de afgelaten stoom afgeblazen worden en daardoor verloren gaan.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de ingevoerde gerecycleerde houtvezelplaten de houtvezels verlijmd zijn met ureum formaldehyde lijm of met melamine ureum formaldehyde lijm, bij voorkeur een melamine ureum formaldehyde lijm met een massapercentage melamine in de lijm minder dan 15%, of met een biolijm, of met MDI (methyleen difenyl di-isocyanaat)- of pMDI (polymerisch methyleen difenyl di-isocyanaat) gebaseerde lijmen.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het proces de stap bevat van het mechanisch breken van gerecycleerde houtvezelplaten voor het bekomen van het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten, bij voorkeur tot verfijnd materiaal met een gemiddelde grootte naar aantallen kleiner dan 10 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 5 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 3 kubieke centimeter. Deze stap kan dus in het proces zelf uitgevoerd worden,
9 BE2021/5685 waarna dit verfijnde materiaal met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt. Deze stap kan echter ook vooraf of afzonderlijk, los van het proces volgens de uitvinding zelf, uitgevoerd worden. Verfijnd materiaal kan dan bijvoorbeeld aangekocht worden en ingevoerd worden in het proces volgens de uitvinding.
Bij voorkeur wordt stof afgescheiden na het mechanisch breken, bijvoorbeeld door middel van zeven, door middel van spoelen met water of door middel van windziften.
Deze stap vermijdt dat het stof verder mee verwerkt wordt, wat tot problemen in het verdere proces zou kunnen zorgen. Tevens wordt vermeden dat energie verbruikt moet worden om het stof op te warmen.
Bij voorkeur gebeurt het mechanisch breken in droge toestand van de gerecycleerde houtvezelplaten, waarbij met in droge toestand bedoeld wordt dat er geen bevochtigingsstap aan dit mechanisch verfijnen voorafgaat. Dit verhoogt de proces efficiëntie, omdat er op deze manier minder energie nodig is om de gewenste temperatuur en druk te bereiken in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; en omdat gevormd stof gemakkelijker afgevoerd kan worden voor verdere processtappen uitgevoerd worden.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, het bevochtigen gebeurt met toevoeging van additieven, bijvoorbeeld van surfactants, van één of meerdere zuren, of van één of meerdere basen. Dergelijke additieven kunnen er voor zorgen dat de houtvezels gemakkelijker vrijgesteld worden uit het verfijnde materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, het bevochtigen gebeurt zonder
10 BE2021/5685 toevoeging van additieven. Dit vermijdt dat nadelige milieueffecten bekomen worden of dat de additieven ingebouwd zouden worden in de geproduceerde houtvezelplaat.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom — bij voorkeur met behulp van verzadigde stoom - bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, het verfijnd materiaal opgewarmd wordt tot een temperatuur lager dan 240°C, bij voorkeur lager dan 230°C; en bij voorkeur hoger dan 130°C, en bij hogere voorkeur hoger dan 150°C, bij voorkeur hoger dan 170°C. Dergelijke temperaturen zijn zeer geschikt, omdat ze toelaten de houtvezels efficiënt vrij te stellen zonder dat de houtvezels zelf aangetast worden, wat wel het geval zou zijn bij hogere temperaturen, aangezien cellulose een degradatietemperatuur heeft van 260°C.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, het verfijnd materiaal gedurende een tijd van minstens 15 seconden, bij voorkeur van minstens 30 seconden, bij voorkeur van minstens één minuut, bij voorkeur minder dan 5 minuten, bij hogere voorkeur minder dan 3 minuten en bij hogere voorkeur minder dan 2 minuten, gehouden wordt bij een absolute druk van ten minste 12 bar. Het gebruik van ten minste 12 bar druk heeft zich als bijzonder voordelig uitgewezen. Dergelijke drukwaarde laat toe in de stap van het verminderen van de druk met een hoge drukval te werken, die voordelig 1s voor het vrijmaken van houtvezels uit het ingevoerde materiaal.
Bij hogere voorkeur wordt in de stap waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, het verfijnd materiaal op een temperatuur lager dan 240°C, bij hogere voorkeur lager dan 230°C; en bij voorkeur hoger dan 150°C, en bij voorkeur hoger dan 180°C gehouden. Dergelijke temperaturen zijn zeer geschikt, omdat ze toelaten de houtvezels efficiënt vrij te stellen zonder dat de houtvezels zelf aangetast worden, wat wel het geval zou zijn bij hogere temperaturen, aangezien cellulose een degradatietemperatuur heeft van 260°C.
11 BE2021/5685
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, de opwarming gebeurt met stoom door middel van injectie van stoom — bij voorkeur door middel van verzadigde stoom of door middel van natte stoom — in de procesuitrusting die het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten bevat of transporteert. Het gebruik van verzadigde stoom bleek voordelig om de doelstelling te bereiken om te bevochtigen, maar dit te doen met minimale vorming van condensaat.
Optioneel kunnen additieven — bijvoorbeeld surfactants, één of meerdere zuren of één of meerdere basen - toegevoegd worden.
Optioneel kan zonder toevoeging van additieven gewerkt worden.
Bij hogere voorkeur gebeurt de opwarming met stoom door het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten in een drukvat in te voeren — bij voorkeur een drukvat met continue doorstroom of een discontinu drukvat —; en stoom — bij voorkeur verzadigde stoom of natte stoom - te injecteren in dit drukvat; optioneel waarbij additieven — bijvoorbeeld surfactants, één of meerdere zuren of één of meerdere basen - toegevoegd worden; of optioneel waarbij geen additieven toegevoegd worden.
Bij hogere voorkeur worden de gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden door middel van een schroef uit het drukvat gehaald. Dit is een zeer efficiënte manier van werken, die ook toelaat om in een continu proces te werken. Tevens kan de stap van de drukvermindering aan de uitgang van de schroef uitgevoerd worden, zodat geen speciale voorzieningen nodig zijn om deze stap uit te voeren.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het materiaal na de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal niet meer door een mechanisch opererend apparaat geleid wordt dat voor een mechanisch verfijning van dit materiaal zou zorgen en/of er geen verdere mechanische verfijning van dit materiaal meer plaats vindt. Dit laat toe om de procesapparatuur tot een minimum te beperken en om te
12 BE2021/5685 verhinderen dat de bekomen gerecycleerde houtvezels beschadigd worden, dit zou onder andere tot ongewenste inkorting van de vezels kunnen leiden en tot stofvorming.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het materiaal na de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal nog een stap ondergaat waarin het materiaal mechanisch verfijnd wordt, bij voorkeur doordat het materiaal behandeld wordt door middel van één of meerdere rollen voorzien van pinnen of tanden.
Deze stap laat toe om het proces zo energetisch mogelijk uit te voeren, door de stappen van bevochtigen opwarmen en onder druk brengen; van het gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur houden van het materiaal en het verminderen van de druk zo in te stellen dat niet alle houtvezels vrijgesteld worden. Dit kan bij minder drastische procesomstandigheden, die dan ook minder energie vergen. De stap waarin het materiaal mechanisch verfijnd wordt, laat dan toe om de opbrengst aan houtvezels te verhogen.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de stappen waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, en waarbij de druk van het materiaal verminderd wordt in batch uitgevoerd worden.
Bij hogere voorkeur wordt dit batchproces uitgevoerd in een recipiënt (bijvoorbeeld in een drukvat), waarbij dit recipiënt een roerwerk bevat, waarbij ten minste gedurende een deel van de periode — en bij voorkeur tijdens de volledige periode - waarin verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht en gehouden wordt, dit roerwerk voor een menging van het verfijnd materiaal in het recipiënt zorgt. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat het verfijnde materiaal homogeen behandeld wordt in het recipiënt, waardoor het proces sneller en efficiënter verloopt, waarbij de omzetting in gerecycleerde houtvezels sneller en vollediger gebeurt.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de stappen waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom
13 BE2021/5685 bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, en waarbij de druk van het materiaal verminderd wordt in een continu proces uitgevoerd worden.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels zonder dat ze vooraf belijmd worden, gemengd worden met belijmde houtvezels — bij voorkeur met nieuw geproduceerde belijmde houtvezels -; en ingevoerd worden als grondstof in de productielijn voor het produceren van houtvezelplaat. Bij voorkeur is hierbij het massapercentage gerecycleerde houtvezels in de combinatie van de gerecycleerde houtvezels en de belijmde houtvezels kleiner dan 20, bij hogere voorkeur kleiner dan 10 en bij nog hogere voorkeur kleiner dan 5.
Het gebruik van niet-belijmde gerecycleerde houtvezels in combinatie met belijmde nieuw geproduceerde houtvezels laat toe om de installatie beperkt te houden, aangezien geen installatie voorzien moet worden om de gerecycleerde houtvezels te belijmen. Als de menging van de niet-belijmde gerecycleerde houtvezels met de belijmde nieuw geproduceerde houtvezels gebeurt in een turbulente luchtstroom, of een transport van deze houtvezels in een turbulente luchtstroom uitgevoerd wordt na menging, is gebleken dat een zekere mate van lijmoverdracht ontstaat tussen de niet-belijmde gerecycleerde houtvezels en de belijmde nieuw geproduceerde houtvezels. Alhoewel dergelijke overdracht niet noodzakelijk is om houtvezelplaten van voldoende kwaliteit te produceren, kan dergelijke overdracht toch gunstig zijn.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels belijmd worden, bij voorkeur met ureum formaldehyde lijm, met melamine ureum formaldehyde lijm, met fenollijm, of met MDI of pMDI lijm, of met biolijm, of met lijmsamenstellingen die één of meerdere van de vermelde lijmen bevatten.
Bij hogere voorkeur worden de gerecycleerde houtvezels belijmd samen met nieuwe houtvezels.
14 BE2021/5685
Het is echter ook mogelijk om de nieuwe houtvezels te belijmen in een stap afzonderlijk van de stap van het belijmen van de gerecycleerde houtvezels. Dergelijke uitvoeringsvorm laat toe om het belijmen van de twee groepen houtvezels voor elk van deze groepen te optimaliseren.
Als de gerecycleerde houtvezels belijmd worden, worden ze bij voorkeur belijmd door de gerecycleerde houtvezels in een pneumatische stroming te brengen en lijm in deze stroming te injecteren, bij hogere voorkeur samen met verharders en/of bij hogere voorkeur met additieven zoals bijvoorbeeld paraffine of was.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels — al dan niet belijmd — getransporteerd worden in een — bij voorkeur hete - turbulente luchtstroom. Het transporteren van de gerecycleerde houtvezels in een turbulente luchtstroom heeft het voordeel dat houtvezels die nog wat aan elkaar samenhangen door de turbulentie van elkaar losgemaakt worden. Dit is voordelig voor de kwaliteit van de te produceren houtvezelplaat.
Bij hogere voorkeur worden nieuwe, belijmde houtvezels in deze — bij voorkeur hete - turbulente luchtstroom ingevoerd, zodat in deze turbulente luchtstroom de gerecycleerde houtvezels samen met nieuwe, belijmde houtvezels getransporteerd worden.
Bij hogere voorkeur wordt het transport in de turbulente luchtstroom gevolgd door één of meerdere separatie eenheden, bijvoorbeeld voor het afscheiden van waterdamp en hete gassen - bijvoorbeeld door middel van een cycloon - en/of voor het — bij voorkeur door middel van zwaartekracht - afscheiden van zware bestanddelen.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in de productielijn voor het produceren van houtvezelplaat, naast de gerecycleerde houtvezels, tevens als grondstof nieuwe, belijmde houtvezels (bedoeld wordt houtvezels nieuw geproduceerd uit hout en niet uit recyclage houtvezelplaten) ingezet worden. Het mengen van de gerecycleerde houtvezels met nieuwe, belijmde houtvezels heeft het voordeel dat een eventueel lagere kwaliteit van
15 BE2021/5685 gerecycleerde houtvezels toch nog efficiënt gebuikt kan worden in de productie van nieuwe houtvezelplaten.
Bij hogere voorkeur worden voor deze productiestap stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in de productielijn, de gerecycleerde houtvezels gemengd met de nieuwe, belijmde houtvezels. Bij hogere voorkeur gebeurt dit mengen voor, in of na de blowline die de nieuwe, belijmde houtvezels pneumatisch transporteert naar de stap van productie van de houtvezelplaat. Deze uitvoeringsvormen laten toe om het proces te optimaliseren op het vlak van proces uitrusting. De investering voor een nieuwe proceslijn, of de ombouw van een bestaande proceslijn voor het produceren van houtvezelplaten door toevoeging van apparatuur voor het uitvoeren van de stappen volgens de uitvinding voor het produceren van de gerecycleerde houtvezels kan hierbij beperkt worden.
Het mengen voor in of in de blowline laat tevens toe om een zeer intieme menging van de gerecycleerde houtvezels met de nieuwe, belijmde houtvezels te bekomen.
Bij voorkeur worden de - hetzij belijmde of hetzij niet belijmde - gerecycleerde houtvezels gemengd met de nieuwe, belijmde houtvezels. Een droogoperatie wordt uitgevoerd op het mengsel van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels. Bij hogere voorkeur wordt de droogoperatie uitgevoerd terwijl het mengsel van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels in een turbulente luchtstroom getransporteerd worden. De turbulente luchtstroming heeft het voordeel dat een goede menging van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels bekomen wordt. Als de gerecycleerde houtvezels niet belijmd werden, treedt door het mengen in de turbulente luchtstroom ook een zekere uitwisseling van lijm uit tussen de nieuwe, belijmde houtvezels en de niet belijmde gerecycleerde houtvezels. Dit verhoogt de kwaliteit van de geproduceerde houtvezelplaat.
Bij voorkeur is het aandeel gerecycleerde houtvezels in het geheel van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels lager dan 50 gewichtsprocent; en bij voorkeur lager dan 20 gewichtsprocent; en bij voorkeur lager dan 5 gewichtsprocent als gebruik gemaakt wordt van niet belijmde gerecycleerde houtvezels. Dergelijke
16 BE2021/5685 uitvoeringsvormen zorgen voor een goede kwaliteit van de geproduceerde houtvezelplaat.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij gebruik gemaakt wordt van de gerecycleerde houtvezels en van nieuwe, belijmde houtvezels, is het gewichtspercentage gerecycleerde houtvezels ten opzichte van het totaal van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels constant doorheen de dikte van de geproduceerde houtvezelplaat.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij gebruik gemaakt wordt van de gerecycleerde houtvezels en van nieuwe, belijmde houtvezels, is de geproduceerde houtvezelplaat in meerdere lagen opgebouwd. Ten minste één van de oppervlaktelagen - en bij voorkeur de oppervlaktelagen aan beide zijden van de geproduceerde houtvezelplaat - bevat een lager massapercentage gerecycleerde houtvezels dan ten minste één andere laag van de plaat. Bij hogere voorkeur bevatten de ten minste één oppervlaktelaag - en bij hogere voorkeur de oppervlaktelagen aan beide zijden van de geproduceerde plaat - geen gerecycleerde houtvezels. Deze uitvoeringsvormen laten toe om houtvezelplaten met hogere kwaliteit te produceren.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap van het productieproces van de houtvezelplaat, als hout bevattende grondstof enkel de gerecycleerde houtvezels gebruikt wordt. Dit laat toe om maximaal gebruik te maken van gerecycleerde houtvezelplaten bij de productie van nieuwe houtvezelplaten.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de volgende stappen in lijn — en bij voorkeur continu — uitgevoerd worden: - optioneel de stap van het mechanisch breken van gerecycleerde houtvezelplaten voor het bekomen van verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten, bij voorkeur tot verfijnd materiaal met een gemiddelde grootte naar aantallen kleiner dan 10 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 5 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 3 kubieke centimeter;
17 BE2021/5685 - de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; - de stap waarin dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, gevolgd door de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar; - de drukvermindering, na dewelke het materiaal omgezet is in gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en onzuiverheden; - optioneel de stap van het afscheiden van houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het omgezette materiaal, - de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in een productielijn — bij voorkeur in een droogproductieproces — voor het produceren van houtvezelplaat, bij voorkeur voor de productie van MDF- of HDF-platen.
Deze uitvoeringsvorm laat toe om het alle processtappen met hoge efficiëntie uit te voeren. Deze uitvoeringsvorm laat tevens toe om bestaande productielijnen voor het produceren van houtvezelplaten uit nieuw geproduceerde houtvezels optimaal aan te passen om het inventieve proces uit te voeren.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezelplaten volledig of ten dele productieafval of productie uitval betreffen, optioneel dat de gerecycleerde houtvezelplaten uit een proces voor de productie van houtvezelplaat komt zoals beschreven in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, en/of waarbij de gerecycleerde houtvezelplaten post-consumer houtvezelplaten bevatten of betreffen.
De uitvoering waarbij de gerecycleerde houtvezelplaten volledig of ten dele productieafval of productie uitval betreffen, heeft het voordeel dat in een zeer korte keten gerecycleerd kan worden. Het is mogelijk om de afval en/of uitval van het proces volgens de uitvinding terug in te voeren als grondstof in het inventieve proces om er gerecycleerde houtvezels uit te produceren.
18 BE2021/5685
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels voor het produceren van houtvezelplaat, naast gerecycleerde houtvezels, tevens als grondstof nieuwe, belijmde houtvezels ingezet worden; bij voorkeur waarbij de gerecycleerde houtvezels gemiddeld gezien fijner en/of korter zijn dan de nieuwe houtvezels, bij voorkeur waarbij voor deze productiestap de gerecycleerde vezels gemengd worden met de nieuwe, belijmde houtvezels.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de parameters van het proces — bijvoorbeeld druk, temperatuur, tijdsduur van het op temperatuur en druk houden van het materiaal en de snelheid van het verminderen van de druk - voor het produceren van gerecycleerde houtvezels zo ingesteld worden en/of de gerecycleerde houtvezelplaten zo geselecteerd worden, zodat de gerecycleerde houtvezels een gemiddelde lengte hebben die maximaal 20% - en bij voorkeur maximaal 10% - afwijkt van de gemiddelde lengte van de nieuwe, belijmde houtvezels. Dit laat toe om houtvezelplaten van zeer goede kwaliteit te maken.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in een in-lijn proces parallel met het proces waarin de gerecycleerde houtvezels bekomen worden, de nieuwe, belijmde houtvezels geproduceerd worden uit nieuw en/of uit gerecycleerd hout.
Bij voorkeur bevat het proces voor het produceren van nieuwe, belijmde houtvezels de stap van het mechanisch verfijnen van het nieuw en/of gerecycleerd hout, bij voorkeur door middel van roterende schijven waartussen het materiaal geleid wordt, bij hogere voorkeur door een “refiner”.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het proces voor het produceren van de nieuwe, belijmde houtvezels de stap bevat van het mechanisch verfijnen van het nieuw en/of het gerecycleerd hout waarbij de nieuwe houtvezels geproduceerd worden, bij voorkeur door middel van roterende schijven waartussen het materiaal geleid wordt, bij hogere voorkeur door een “refiner”; en dat het proces van het produceren van de gerecycleerde houtvezels, de stap bevat van het mechanisch verfijnen van de geproduceerde gerecycleerde houtvezels, bij voorkeur door
19 BE2021/5685 middel van roterende schijven waartussen het materiaal geleid wordt, bij hogere voorkeur door een “refiner”.
Bij voorkeur zijn het mechanisch verfijnen van de gerecycleerde houtvezels en het mechanisch verfijnen waarbij de nieuwe houtvezels geproduceerd worden, afzonderlijke processen, bij voorkeur parallel met elkaar uitgevoerd. Dit laat toe het verfijnen van deze twee groepen houtvezels voor elk van deze groepen houtvezels optimaal in te stelen.
Bij voorkeur is de verbruikte mechanische energie per ton geproduceerde nieuwe houtvezels in de stap van het mechanisch verfijnen voor de productie van nieuwe houtvezels hoger — en bij voorkeur minstens 20% hoger, bij hogere voorkeur minstens 50% hoger — dan de verbruikte mechanische energie per ton geproduceerde gerecycleerde houtvezels in de stap van het mechanisch verfijnen van de gerecycleerde houtvezels. Dit laat toe om er voor te zorgen dat afbraak van de gerecycleerde houtvezels beperkt wordt. Dit komt de kwaliteit van de te produceren houtvezelplaat ten goede.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de productielijn voor het produceren van de houtvezelplaat, de houtvezelplaat via een droog productieproces geproduceerd wordt, waarin gerecycleerde houtvezels — en optioneel nieuwe, belijmde houtvezels — op een transportband neergelegd worden waarbij een houtvezelmat gevormd wordt, waarbij deze houtvezelmat in een eerste — bij voorkeur continue - persbewerking — bij voorkeur bij omgevingstemperatuur — samengedrukt wordt, waarna in een tweede — bij voorkeur continue - persbewerking onder verhoogde temperatuur en druk de houtvezelplaat bekomen wordt.
Bij voorkeur worden het neerleggen van de houtvezels, de eerste persbewerking en de tweede persbewerking in lijn en continu uitgevoerd.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de geproduceerde houtvezelplaat een gemiddelde dichtheid heeft van meer dan 500 kg/m’, bij voorkeur van meer dan 750 kg/m).
20 BE2021/5685
Bij hogere voorkeur heeft de geproduceerde houtvezelplaat aan beide zijden van de plaat dicht bij het oppervlak van de plaat een zone met hogere dichtheid dan de gemiddelde dichtheid van de plaat. Bij nog hogere voorkeur bevat deze zone met hogere dichtheid ten minste een subzone die een gemiddelde dichtheid heeft van meer dan 900 kg/m}, bij nog hogere voorkeur van meer dan 1000 kg/m}.
Een voorkeuruitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat bij de stap van het verminderen van de druk van het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten stoomexplosie in dit materiaal optreedt. Bij de stap van de drukvermindering treedt door de verlaging van de druk ook een verhoging van het volume van gassen op, dit veroorzaakt stoomexplosie. Dit betekent dat bij de drukvermindering de stoom en vocht geadsorbeerd aan het ingevoerde materiaal expanderen, hierdoor kunnen krachten optreden die voor een separatie van het houtvezelmateriaal zorgt en/of deze separatie verbetert.
In een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt de stoomexplosie uitgevoerd door het materiaal door een opening te persen waarbij het materiaal in een omgeving met lagere druk terecht komt, waardoor een snelle drukval in het materiaal optreedt die voor de stoomexplosie zorgt.
In een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt de stoomexplosie uitgevoerd na transport van het materiaal in een schroef, bij voorkeur gebeurt de stoomexplosie aan de uitgang van de schroef. Bij hogere voorkeur is de schroef zo uitgevoerd dat het materiaal in de schroef mechanisch gecomprimeerd wordt.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat stoom — bij voorkeur verzadigde stoom of natte stoom — in de schroef geïnjecteerd wordt; bij voorkeur waarbij additieven — bijvoorbeeld surfactants, één of meerdere zuren of één of meerdere basen - toegevoegd worden; of waarbij geen additieven toegevoegd worden.
21 BE2021/5685
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat de stoomexplosie in een continu proces plaats vindt, of waarbij de stoomexplosie in een discontinue proces — b.v. door gebruik te maken van een drukvat — plaats vindt.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat de stap van stoomexplosie uitgevoerd wordt in een discontinu proces, waarbij het bevochtigde, opgewarmde en onder druk gebrachte materiaal zich in een recipiënt bevindt, en waarbij een klep of ventiel van het recipiënt geopend wordt, waardoor de plotse drukval optreedt die de stoomexplosie veroorzaakt.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat de drukval bij de stoomexplosie ten minste 3 bar, en bij voorkeur ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur ten minste 11 bar bedraagt. Hogere waardes voor de drukval zorgen voor een beter resultaat van het separeren van de houtvezels uit het ingevoerde materiaal.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat bij de stoomexplosie, de druk tot beneden 3 bar absoluut expandeert; bij hogere voorkeur waarbij de druk tot beneden 2 bar absoluut expandeert, bij hogere voorkeur waarbij de druk tot beneden 1.5 bar absoluut expandeert, bij voorkeur waarbij de druk tot atmosfeerdruk expandeert.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat bij de stoomexplosie, de druk tot boven 5 bar absoluut expandeert, en bij voorkeur tot boven 4 bar absoluut. Dergelijke uitvoeringsvormen laten toe om de gerecycleerde vezels gemakkelijk en efficiënt in te voeren in een blowline gebruikt in installaties voor de productie van houtvezelplaten.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat de druk bij de stoomexplosie in minder dan 60 seconden expandeert, bij hogere voorkeur in minder dan 30 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 20
22 BE2021/5685 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 15 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 10 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 5 seconden , bij hogere voorkeur in minder dan 2 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 0.5 seconden expandeert. Een snellere vermindering van de druk zorgt voor hogere krachten die voor het separeren van de houtvezels uit het ingevoerde materiaal zorgen.
Een voorkeursuitvoering waarbij stoomexplosie uitgevoerd wordt, wordt daardoor gekenmerkt dat de druk bij de stoomexplosie in minstens 15 seconden, bij hogere voorkeur in minstens 20 seconden, en bij hogere voorkeur in minstens 30 seconden, expandeert. Dergelijke uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat vermeden wordt dat een belangrijke hoeveelheid gerecycleerde houtvezels samen met de stoom afgevoerd wordt, terwijl de krachten voldoende zijn voor het separeren van de houtvezels uit het ingevoerde materiaal.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in de stap van het verminderen van de druk de verhouding van de drukval tot de tijdsduur van de vermindering van de druk groter is dan 0.25 bar/seconde, en bij voorkeur groter dan 0.3 bar/seconde, bij hogere voorkeur groter dan 0.5 bar/seconde. Dit kan voor snelle en efficiënte stoomexplosie zorgen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een voorbeeld illustreert van het proces volgens de uitvinding voor de productie van een houtvezelplaat; figuur 2 een drukvat toont zoals gebruikt kan worden in uitvoeringsvormen van de uitvinding; figuur 3 kenmerken illustreert van een voorkeur uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 4 een voorbeeld illustreert van een MDF-plaat gemaakt met een proces volgens de uitvinding
23 BE2021/5685
Figuur 1 illustreert een voorbeeld van het proces volgens de uitvinding voor de productie van een houtvezelplaat. Verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten wordt via een doseerinstallatie 10 en een weeginrichting 12 in een drukvat 14 ingevoerd.
Verzadigde stoom wordt via leiding 16 toegevoerd, waardoor het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt.
Dit materiaal wordt dan gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden in het drukvat 14. Dit wordt gevolgd door het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur metten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar; via ventiel 18. Na deze vermindering van de druk worden de bekomen gerecycleerde houtvezels en eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het drukvat 14 gehaald. In een afscheidingsinrichting 20, bijvoorbeeld in een wind zifter, worden houtvezelproppen en eventueel andere onzuiverheden via 22 afgescheiden van de gerecycleerde houtvezels. De gerecycleerde houtvezels worden in een buffer box 24 gebracht. Door middel van een ventilator 26 worden de gerecycleerde houtvezels gedoseerd verder getransporteerd. In parallel met deze beschreven stappen, vindt in installatie 28 de productie van nieuwe houtvezels plaats uit nieuw of uit gerecycleerd hout. Deze nieuwe houtvezels worden belijmd. De gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels worden in een turbulente, hete luchtstroom 30 gebracht; waar de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels grondig gemengd, gedroogd en getransporteerd worden. De vezelmenging van gerecycleerde houtvezels en nieuwe houtvezels wordt vervolgens continu ingevoerd in een productielijn 32 voor het produceren van houtvezelplaat volgens droge weg.
In dit voorbeeld van figuur 1 worden de gerecycleerde houtvezels in niet-belijmde toestand gemengd met de nieuwe, belijmde houtvezels. Er kan in de turbulente luchtstroom 30 wel een zekere mate van uitwisseling van lijm optreden van de nieuwe, belijmde houtvezels naar de niet-belijmde gerecycleerde houtvezels. Het is echter ook mogelijk om de gerecycleerde houtvezels te belijmen voor de menging met de nieuw, belijmde houtvezels, of gerecycleerde houtvezels te belijmen in het zelfde proces als en samen met het belijmen van de nieuwe houtvezels.
24 BE2021/5685
De productie van de gerecycleerde houtvezels zoals geïllustreerd in figuur 1 is een batch proces, dat wel in lijn gebeurt met de continue productie van nieuwe vezels in installatie 28 en de continue productie van houtvezelplaat in productielijn 32. Het is echter ook mogelijk om de productie volgens de uitvinding van de gerecycleerde houtvezels ook continu uit te voeren.
Figuur 2 toont een drukvat 14 zoals gebruikt kan worden in uitvoeringsvormen van de uitvinding, bijvoorbeeld in het proces zoals geschetst in figuur 1. Het drukvat bevat een invoeropening 51 voor het laden van verfijnd materiaal 52 van gerecycleerde houtvezelplaten. Deze invoeropening 51 kan afgesloten worden. Verzadigde stoom wordt via leiding 16 toegevoerd, waardoor het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt. Het verfijnde materiaal 52 wordt gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden in het drukvat 14. Gedurende deze tijdsperiode wordt met een roerwerk 54 het verfijnde materiaal 52 omgeroerd, waardoor de stoombehandeling efficiënter verloopt.
Continu of periodiek tijdens de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; en/of continu of periodiek tijdens de stap waarin dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt; wordt vloeibaar water afgevoerd via afvoerleiding 56.
Na de stap waarbij het verfijnde materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, volgt de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar, door aflaten van de druk via ventiel 18. Na deze drukvermindering wordt het materiaal dat omgezet is in gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden, via afvoeropening 58 uit het drukvat 14 geladen.
25 BE2021/5685
Figuur 3 illustreert kenmerken van een voorkeur uitvoeringsvorm van de uitvinding, meer specifiek van een uitvoeringsvorm waarbij vezelproppen die in het proces afgescheiden worden opnieuw samen met een nieuwe lading verfijnde houtvezelplaat in het proces ingevoerd worden. De uitvoering geïllustreerd in figuur 3 kan in het proces van figuur 1 ingebouwd worden. Via toevoer 61 wordt verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten in drukvat 14 ingevoerd. Dit kan bijvoorbeeld een drukvat zijn zoals geïllustreerd in figuur 2. De hier niet vermelde referentiecijfers hebben dan ook de zelfde betekenis als in figuur 2.
Na de stap van de drukvermindering worden de geproduceerde gerecycleerde houtvezels en eventuele houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden naar een afscheidingsinstallatie 20 gebracht, waar de houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden via afvoer 66 afgevoerd worden. De gerecycleerde houtvezels worden via afvoer 64 getransporteerd voor verdere verwerking in een productielijn van — houtvezelplaten.
In een tweede afscheidingsinstallatie 67 kunnen de andere onzuiverheden van de houtvezelproppen afgescheiden worden en via 68 afgevoerd. De houtvezelproppen worden dan via aanvoer 70 terug in het drukvat 14 ingevoerd, samen met verfijnde houtvezelplaat 61. Op deze manier kunnen houtvezelproppen toch omgezet worden in houtvezels, zodat een maximaal rendement van het proces bekomen wordt.
In een voorbeeld van het proces van de uitvinding werd verfijnd materiaal van gerecycleerd houtvezelplaten die verlijmd waren met ureum formaldehyde lijm in een drukvat zoals in figuur 2 ingevoerd. In een tijdspanne van 15 seconden werd dit materiaal met verzadigde stoom van 10 bar bevochtigd, opgewarmd en tot 10 bar druk gebracht.
Gedurende 60 seconden werd het materiaal bij 10 bar druk gehouden bij de overeenkomstige temperatuur van verzadigde stoom van 10 bar. Dit werd gevolgd door de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal tot atmosfeerdruk; deze drukvermindering werd uitgevoerd in 20 seconden. Na deze stap werd het materiaal uit het drukvat gehaald. Het materiaal was omgezet in gerecycleerde houtvezels, met nog een massapercentage vezelproppen van 0.6 procent ten opzichte van de totale hoeveelheid materiaal.
26 BE2021/5685
Figuur 4 illustreert een voorbeeld van een MDF-plaat 100 gemaakt met een proces volgens de uitvinding. De geproduceerde MDF-plaat 100 is uit drie lagen opgebouwd.
Meer in het bijzonder is deze MDF-plaat opgebouwd uit een kernlaag 102. Aan beide zijden van de kernlaag 102 bevindt er zich een oppervlaktelaag 104, 106. De twee oppervlaktelagen 104, 106 bevatten geen gerecycleerde houtvezels, maar enkel houtvezels geproduceerd uit nieuw en/of uit gerecycleerd hout. De kernlaag 102 bevat zowel houtvezels die geproduceerd werden uit nieuw en/of uit gerecycleerd hout en die belijmd werden, als gerecycleerde houtvezels gewonnen uit MDF- en/of HDF- plaatmateriaal. Deze gerecycleerde houtvezels kunnen al dan niet belijmd zijn tijdens het productieproces van de gerecycleerde vezels in het productieproces van de MDF-plaat 100. Het is mogelijk dat op één- of op beide oppervlaktelagen er een decoratieve of functionele laag aangebracht wordt, bijvoorbeeld een bedrukte laag papier gedrenkt in melaminehars en geperst op de MDF-plaat.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch het proces kan volgens verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (67)

27 BE2021/5685 Conclusies
1.- Proces voor de productie van een houtvezelplaat, bij voorkeur voor de productie van een MDF- of HDF-plaat, waarbij het proces de stap bevat waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten — bij voorkeur van gerecycleerde MDF- of HDF-platen - met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; waarbij het proces de stap bevat waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, gevolgd door de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar; waarbij na deze drukvermindering het materiaal omgezet is in gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden; waarbij dit proces de stap bevat van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels als grondstof in een productielijn — bij voorkeur in een droogproductieproces — voor het produceren van houtvezelplaat, bij voorkeur voor de productie van MDF- of HDF-platen.
2-- Proces zoals in conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de hoeveelheid aan houtvezelproppen in het materiaal onmiddellijk na de drukvermindering lager is dan 3 gewichtsprocent, bij voorkeur lager dan 2 gewichtsprocent, bij hogere voorkeur lager dan 1 gewichtsprocent.
3-- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; dit materiaal tot op een druk van minstens 4 bar, bij voorkeur van minstens 6 bar, bij hogere voorkeur van minstens 7 bar, bij hogere voorkeur van minstens 10 bar, bij hogere voorkeur van minstens 11 bar gebracht wordt.
28 BE2021/5685
4.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; dit materiaal tot op een druk van minstens 12 bar gebracht wordt.
5.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat continu of periodiek vloeibaar water afgevoerd wordt tijdens de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; en/of tijdens de stap waarin dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt.
6.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het proces na de stap van de drukvermindering en voor de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in de productielijn voor het produceren van houtvezelplaat, de stap bevat van het afscheiden van houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het omgezette materiaal, bij voorkeur waarbij bij het afscheiden gebruik gemaakt wordt van het verschil in massa tussen enerzijds de houtvezels en anderzijds houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden.
7-- Proces zoals in conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat in de stap van het afscheiden van houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het omgezette materiaal gebruik gemaakt wordt van één of meerdere van een zeefbewerking, een wind zifter, een zigzag zifter of een 3D-zeef.
8.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 6 - 7, daardoor gekenmerkt dat ten minste een deel — en bij voorkeur de volledige hoeveelheid — van de afgescheiden houtvezelproppen opnieuw in het proces ingevoerd wordt zodat deze afgescheiden houtvezelproppen samen met nieuw ingevoerd verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten — bij voorkeur van gerecycleerde MDF- of HDF-platen - met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt.
29 BE2021/5685
9.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tijdsduur vanaf het starten van de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; tot het begin van de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar; minder dan 5 minuten duurt, bij voorkeur minder dan 3 minuten duurt, bij hogere voorkeur minder dan 2 minuten duurt, bij hogere voorkeur minder dan 90 seconden duurt, en bij hogere voorkeur meer dan 60 seconden duurt.
10.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tijdsduur van de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt ten hoogste 20 seconden duurt.
11.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stap van het verminderen van de druk van het materiaal uitgevoerd wordt in een tijdspanne van minder dan 1 minuut, bij voorkeur van minder dan 45 seconden; maar bij voorkeur in een tijdspanne van minstens 15 seconden, bij hogere voorkeur van minstens 20 seconden.
12.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de ingevoerde gerecycleerde houtvezelplaten de houtvezels verlijmd zijn met ureum formaldehyde lijm of met melamine ureum formaldehyde lijm, bij voorkeur een melamine ureum formaldehyde lijm met een massapercentage melamine in de lijm minder dan 15%, of met een biolijm, of met MDI- of pMDI gebaseerde lijmen.
13.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het proces de stap bevat van het mechanisch breken van gerecycleerde houtvezelplaten voor het bekomen van het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten, bij voorkeur tot verfijnd materiaal met een gemiddelde grootte naar
30 BE2021/5685 aantallen kleiner dan 10 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 5 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 3 kubieke centimeter. 14- Proces zoals in conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat stof afgescheiden wordt na het mechanisch breken, bijvoorbeeld door middel van zeven, door middel van spoelen met water of door middel van windziften.
15.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 13 - 14, daardoor gekenmerkt dat dit mechanisch breken gebeurt in droge toestand van de gerecycleerde houtvezelplaten, waarbij met in droge toestand bedoeld wordt dat er geen bevochtigingsstap aan dit mechanisch verfijnen voorafgaat.
16.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, het bevochtigen gebeurt met toevoeging van additieven, bijvoorbeeld van surfactants, van één of meerdere zuren, of van één of meerdere basen; of waarbij dit bevochtigen in deze stap zonder toevoeging van additieven gebeurt.
17.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom — bij voorkeur met behulp van verzadigde stoom - bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, het verfijnd materiaal opgewarmd wordt tot een temperatuur lager dan 240°C, bij voorkeur lager dan 230°C; en bij voorkeur hoger dan 130°C, en bij hogere voorkeur hoger dan 150°C, bij voorkeur hoger dan 170°C.
18.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, het verfijnd materiaal gedurende een tijd van minstens 15 seconden, bij voorkeur van minstens 30 seconden, bij voorkeur van minstens één minuut, bij voorkeur minder dan 5 minuten, bij hogere voorkeur minder dan 3 minuten
31 BE2021/5685 en bij hogere voorkeur minder dan 2 minuten, bij een absolute druk van ten minste 12 bar gehouden wordt.
19.- Proces zoals in conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt het verfijnd materiaal op een temperatuur lager dan 240°C, bij hogere voorkeur lager dan 230°C; en bij voorkeur hoger dan 150°C, en bij voorkeur hoger dan 180°C gehouden wordt.
20.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt, de opwarming gebeurt met stoom door middel van injectie van stoom — bij voorkeur door middel van verzadigde stoom of door middel van natte stoom — in de procesuitrusting die het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten bevat of transporteert; optioneel waarbij additieven — bijvoorbeeld surfactants, één of meerdere zuren of één of meerdere basen - toegevoegd worden, of optioneel waarbij geen additieven toegevoegd worden.
21- Proces zoals in conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de opwarming met stoom gebeurt door het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten in een drukvat in te voeren — bij voorkeur een drukvat met continue doorstroom of een discontinu drukvat — en stoom — bij voorkeur verzadigde stoom of natte stoom - te injecteren in dit drukvat; optioneel waarbij additieven — bijvoorbeeld surfactants, één of meerdere zuren of één of meerdere basen - toegevoegd worden; of optioneel waarbij geen additieven toegevoegd worden.
22.- Proces zoals in conclusie 21, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden door middel van een schroef uit het drukvat gehaald worden.
32 BE2021/5685
23.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 1 - 22, daardoor gekenmerkt dat het materiaal na de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal niet meer door een mechanisch opererend apparaat geleid wordt dat voor een mechanische verfijning van dit materiaal zou zorgen en/of er geen verdere mechanische verfijning van dit materiaal meer plaats vindt.
24- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 1 - 22, daardoor gekenmerkt dat het materiaal na de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal nog een stap ondergaat waarin het materiaal mechanisch verfijnd wordt, bij voorkeur doordat het materiaal behandeld wordt door middel van één of meerdere rollen voorzien van pinnen of tanden.
25.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stappen waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, en waarbij de druk van het materiaal verminderd wordt, in batch uitgevoerd worden.
26.- Proces zoals in conclusie 25, daardoor gekenmerkt dat dit batchproces uitgevoerd wordt in een recipiënt, waarbij dit recipiënt een roerwerk bevat, waarbij ten minste gedurende een deel van de periode — en bij voorkeur tijdens de volledige periode - waarin verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht en gehouden wordt, dit roerwerk voor een menging van het verfijnd materiaal in het recipiënt zorgt.
27.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 1 — 24, daardoor gekenmerkt dat de stappen waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; waarbij dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur gehouden wordt, en waarbij de druk van het materiaal verminderd wordt; in een continu proces uitgevoerd worden.
33 BE2021/5685
28.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels zonder dat ze vooraf belijmd worden, gemengd worden met belijmde houtvezels — bij voorkeur met nieuw geproduceerde belijmde houtvezels -; en ingevoerd worden als grondstof in de productielijn voor het produceren van houtvezelplaat; bij voorkeur waarbij het massapercentage gerecycleerde houtvezels in de combinatie van de gerecycleerde houtvezels en de belijmde houtvezels kleiner is dan 20, bij hogere voorkeur kleiner dan 10 en bij hogere voorkeur kleiner dan 5.
29- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 1 — 27, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels belijmd worden, bij voorkeur met ureum formaldehyde lijm, met melamine ureum formaldehyde lijm, met fenollijm, of met MDI of pMDI lijm, of met biolijm, of met lijmsamenstellingen die één of meerdere van de vermelde lijmen bevatten.
30.- Proces zoals in conclusie 29, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels belijmd worden samen met nieuwe houtvezels.
31.- Proces zoals in conclusie 29, daardoor gekenmerkt dat nieuwe houtvezels belijmd worden in een stap afzonderlijk van de stap van het belijmen van de gerecycleerde houtvezels.
32.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 29 - 31, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels belijmd worden door de gerecycleerde houtvezels in een pneumatische stroming te brengen en lijm in deze stroming te injecteren, bij voorkeur samen met verharders en/of bij voorkeur met additieven zoals bijvoorbeeld paraffine of was.
33.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezels — al dan niet belijmd — getransporteerd worden in een — bij voorkeur hete - turbulente luchtstroom.
34 BE2021/5685 34- Proces zoals in conclusie 33, daardoor gekenmerkt dat nieuwe, belijmde houtvezels in deze — bij voorkeur hete - turbulente luchtstroom ingevoerd worden, zodat in deze turbulente luchtstroom de gerecycleerde houtvezels samen met nieuwe, belijmde houtvezels getransporteerd worden.
35.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 33 - 34, daardoor gekenmerkt dat het transport in de turbulente luchtstroom gevolgd wordt door één of meerdere separatie eenheden, bijvoorbeeld voor het afscheiden van waterdamp en hete gassen - bijvoorbeeld door middel van een cycloon - en/of voor het — bij voorkeur door middel van zwaartekracht - afscheiden van zware bestanddelen.
36.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies , daardoor gekenmerkt dat in de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in de productielijn voor het produceren van houtvezelplaat, naast de gerecycleerde houtvezels, tevens als grondstof nieuwe, belijmde houtvezels ingezet worden; bij voorkeur waarbij voor deze productiestap stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in de productielijn de gerecycleerde houtvezels gemengd worden met de nieuwe, belijmde houtvezels, bij hogere voorkeur waarbij dit mengen voor, in of na de blowline gebeurt die de nieuwe, belijmde houtvezels pneumatisch transporteert naar de stap van productie van de houtvezelplaat.
37.- Proces zoals in conclusie 36, daardoor gekenmerkt dat de — hetzij belijmde of hetzij niet belijmde - gerecycleerde houtvezels gemengd worden met de nieuwe, belijmde houtvezels, en dat een droogoperatie uitgevoerd wordt op het mengsel van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels; bij voorkeur waarbij de droogoperatie uitgevoerd wordt terwijl het mengsel van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels in een turbulente luchtstroom getransporteerd worden.
38.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 36 - 37, daardoor gekenmerkt dat het aandeel gerecycleerde houtvezels in het geheel van gerecycleerde houtvezels en nieuwe, belijmde houtvezels lager is dan 50 gewichtsprocent; en bij voorkeur lager is dan 20 gewichtsprocent; en bij voorkeur lager
35 BE2021/5685 dan 5 gewichtsprocent als gebruik gemaakt wordt van niet belijmde gerecycleerde houtvezels.
39.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 36 - 38, daardoor gekenmerkt dat het gewichtspercentage gerecycleerde houtvezels ten opzichte van het totaal van de gerecycleerde houtvezels en de nieuwe, belijmde houtvezels constant is doorheen de dikte van de geproduceerde houtvezelplaat.
40.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 36 - 38, daardoor gekenmerkt dat de geproduceerde houtvezelplaat in meerdere lagen opgebouwd is; en waarbij ten minste één van de oppervlaktelagen - en bij voorkeur de oppervlaktelagen aan beide zijden van de geproduceerde houtvezelplaat — een lager massapercentage gerecycleerde houtvezels bevat dan ten minste één andere laag van de plaat; bij voorkeur bevatten de ten minste één oppervlaktelaag - en bij hogere voorkeur de oppervlaktelagen aan beide zijden van de geproduceerde plaat - geen gerecycleerde houtvezels.
41.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 1 - 35, daardoor gekenmerkt dat in de stap van het productieproces van de houtvezelplaat, als hout bevattende grondstof enkel de gerecycleerde houtvezels gebruikt wordt.
42.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de volgende stappen in lijn — en bij voorkeur continu — uitgevoerd worden: - optioneel de stap van het mechanisch breken van gerecycleerde houtvezelplaten voor het bekomen van verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten, bij voorkeur tot verfijnd materiaal met een gemiddelde grootte naar aantallen kleiner dan 10 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 5 kubieke centimeter, bij hogere voorkeur kleiner dan 3 kubieke centimeter; - de stap waarbij verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten met behulp van stoom bevochtigd, opgewarmd en onder druk gebracht wordt; - de stap waarin dit materiaal gedurende een bepaalde tijd onder druk en temperatuur
36 BE2021/5685 gehouden wordt, gevolgd door de stap van het verminderen van de druk van dit materiaal met ten minste 3 bar, en bij voorkeur met ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur met ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur met ten minste 11 bar; -de drukvermindering, na dewelke het materiaal omgezet is in gerecycleerde houtvezels, met eventueel een fractie houtvezelproppen en onzuiverheden; - optioneel de stap van het afscheiden van houtvezelproppen en eventuele andere onzuiverheden uit het omgezette materiaal, en - de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels in een productielijn — bij voorkeur in een droogproductieproces — voor het produceren van houtvezelplaat, bij voorkeur voor de productie van MDF- of HDF-platen.
43.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de gerecycleerde houtvezelplaten volledig of ten dele productieafval of productie uitval betreffen, optioneel dat de gerecycleerde houtvezelplaten uit een proces voor de productie van houtvezelplaat komt zoals beschreven in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, en/of waarbij de gerecycleerde houtvezelplaten post- consumer houtvezelplaten bevatten of betreffen.
44- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap van toevoeren van de gerecycleerde houtvezels voor het produceren van houtvezelplaat, naast gerecycleerde houtvezels, tevens als grondstof nieuwe, belijmde houtvezels ingezet worden; bij voorkeur waarbij de gerecycleerde houtvezels gemiddeld gezien fijner en/of korter zijn dan de nieuwe houtvezels, bij voorkeur waarbij voor deze productiestap de gerecycleerde vezels gemengd worden met de nieuwe, belijmde houtvezels.
45.- Proces zoals in om het even dewelke van de conclusies 43 - 44, daardoor gekenmerkt dat de parameters van het proces — bijvoorbeeld druk, temperatuur, tijdsduur van het op temperatuur en druk houden van het materiaal en de snelheid van het verminderen van de druk - voor het produceren van gerecycleerde houtvezels zo ingesteld worden en/of de gerecycleerde houtvezelplaten zo geselecteerd worden, zodat
37 BE2021/5685 de gerecycleerde houtvezels een gemiddelde lengte hebben die maximaal 20% - en bij voorkeur maximaal 10% - afwijkt van de gemiddelde lengte van de nieuwe, belijmde houtvezels.
46.- Proces zoals in om het even dewelke van de conclusies 44 - 45, daardoor gekenmerkt dat in een in-lijn proces parallel met het proces waarin de gerecycleerde houtvezels bekomen worden, de nieuwe, belijmde houtvezels geproduceerd worden uit nieuw en/of uit gerecycleerd hout.
47.- Proces zoals in conclusie 46, daardoor gekenmerkt dat het proces voor het produceren van nieuwe, belijmde houtvezels de stap bevat van het mechanisch verfijnen van het nieuw en/of gerecycleerd hout, bij voorkeur door middel van roterende schijven waartussen het materiaal geleid wordt, bij hogere voorkeur door een “refiner”.
48.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 46 - 47, daardoor gekenmerkt dat - het proces voor het produceren van de nieuwe, belijmde houtvezels de stap bevat van het mechanisch verfijnen van het nieuw en/of het gerecycleerd hout waarbij de nieuwe houtvezels geproduceerd worden, bij voorkeur door middel van roterende schijven waartussen het materiaal geleid wordt, bij hogere voorkeur door een “refiner”; en dat - het proces van het produceren van de gerecycleerde houtvezels, de stap bevat van het mechanisch verfijnen van de geproduceerde gerecycleerde houtvezels, bij voorkeur door middel van roterende schijven waartussen het materiaal geleid wordt, bij hogere voorkeur door een “refiner”.
49.- Proces zoals in conclusie 48, daardoor gekenmerkt dat het mechanisch verfijnen van de gerecycleerde houtvezels en het mechanisch verfijnen waarbij de nieuwe houtvezels geproduceerd worden afzonderlijke processen zijn, bij voorkeur parallel met elkaar uitgevoerd.
50.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 48 - 49, daardoor gekenmerkt dat de verbruikte mechanische energie per ton geproduceerde
38 BE2021/5685 nieuwe houtvezels in de stap van het mechanisch verfijnen voor de productie van nieuwe houtvezels hoger is — en bij voorkeur minstens 20% hoger, bij hogere voorkeur minstens 50% hoger — dan de verbruikte mechanische energie per ton geproduceerde gerecycleerde houtvezels in de stap van het mechanisch verfijnen van de gerecycleerde houtvezels.
51.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de productielijn voor het produceren van de houtvezelplaat, de houtvezelplaat via een droog productieproces geproduceerd wordt, waarin gerecycleerde houtvezels — en optioneel nieuwe, belijmde houtvezels — op een transportband neergelegd worden waarbij een houtvezelmat gevormd wordt, waarbij deze houtvezelmat in een eerste — bij voorkeur continue - persbewerking — bij voorkeur bij omgevingstemperatuur — samengedrukt wordt, waarna in een tweede — bij voorkeur continue - persbewerking onder verhoogde temperatuur en druk de houtvezelplaat bekomen wordt.
52.- Proces zoals in conclusie 51, daardoor gekenmerkt dat het neerleggen van de houtvezels, de eerste persbewerking en de tweede persbewerking in lijn en continu uitgevoerd worden.
53.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de geproduceerde houtvezelplaat een gemiddelde dichtheid heeft van meer dan 500 kg/m’, bij voorkeur van meer dan 750 kg/m}.
54.- Proces zoals in conclusie 53, daardoor gekenmerkt dat de geproduceerde houtvezelplaat aan beide zijden van de plaat dicht bij het oppervlak van de plaat een zone heeft met hogere dichtheid dan de gemiddelde dichtheid van de plaat, bij voorkeur waarbij deze zone met hogere dichtheid ten minste een subzone bevat die een gemiddelde dichtheid heeft van meer dan 900 kg/m’, bij hogere voorkeur van meer dan 1000 kg/m}.
55.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat bij de stap van het verminderen van de druk van het verfijnd materiaal van gerecycleerde houtvezelplaten stoomexplosie in dit materiaal optreedt.
39 BE2021/5685
56.- Proces zoals in conclusie 55, daardoor gekenmerkt dat de stoomexplosie uitgevoerd wordt door het materiaal door een opening te persen waarbij het materiaal in een omgeving met lagere druk terecht komt, waardoor een snelle drukval in het materiaal optreedt die voor de stoomexplosie zorgt.
57.- Proces zoals in om het even dewelke van de conclusies 55 - 56, daardoor gekenmerkt dat de stoomexplosie uitgevoerd wordt na transport van het materiaal in een schroef, bij voorkeur gebeurt de stoomexplosie aan de uitgang van de schroef.
58.- Proces zoals in conclusie 57, daardoor gekenmerkt dat de schroef zo uitgevoerd is dat het materiaal in de schroef mechanisch gecomprimeerd wordt.
59.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 57 - 58, daardoor gekenmerkt dat stoom — bij voorkeur verzadigde stoom of natte stoom — in de schroef geïnjecteerd wordt; bij voorkeur waarbij additieven — bijvoorbeeld surfactants, één of meerdere zuren of één of meerdere basen - toegevoegd worden; of waarbij geen additieven toegevoegd worden.
60.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 59, daardoor gekenmerkt dat de stoomexplosie in een continu proces plaats vindt, of waarbij de stoomexplosie in een discontinue proces — b.v. door gebruik te maken van een drukvat — plaats vindt.
61.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 59, daardoor gekenmerkt dat de stap van stoomexplosie uitgevoerd wordt in een discontinu proces, waarbij het bevochtigde, opgewarmde en onder druk gebrachte materiaal zich in een recipiënt bevindt, en waarbij een klep of ventiel van het recipiënt geopend wordt, waardoor de plotse drukval optreedt die de stoomexplosie veroorzaakt.
62.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 61, daardoor gekenmerkt dat de drukval bij de stoomexplosie ten minste 3 bar, en bij
40 BE2021/5685 voorkeur ten miste 5 bar, bij hogere voorkeur ten minste 7 bar; bij hogere voorkeur ten minste 10 bar, bij hogere voorkeur ten minste 11 bar bedraagt.
63.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 62, daardoor gekenmerkt dat bij de stoomexplosie, de druk tot beneden 3 bar absoluut expandeert; bij voorkeur waarbij de druk tot beneden 2 bar absoluut expandeert, bij hogere voorkeur waarbij de druk tot beneden 1.5 bar absoluut expandeert, bij voorkeur waarbij de druk tot atmosfeerdruk expandeert.
64- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 63, daardoor gekenmerkt dat bij de stoomexplosie, de druk tot boven 5 bar absoluut expandeert, en bij voorkeur tot boven 4 bar absoluut.
65.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 64, daardoor gekenmerkt dat de druk bij de stoomexplosie in minder dan 60 seconden expandeert, bij hogere voorkeur in minder dan 30 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 20 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 15 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 10 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 5 seconden , bij hogere voorkeur in minder dan 2 seconden, bij hogere voorkeur in minder dan 0.5 seconden expandeert.
66.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies 55 - 65, daardoor gekenmerkt dat de druk bij de stoomexplosie in minstens 15 seconden, bij voorkeur in minstens 20 seconden, en bij voorkeur in minstens 30 seconden, expandeert.
67.- Proces zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in de stap van het verminderen van de druk de verhouding van de drukval tot de tijdsduur van de vermindering van de druk groter is dan 0.25 bar/seconde, en bij voorkeur groter dan 0.3 bar/seconde, bij hogere voorkeur groter dan 0.5 bar/seconde.
BE20215685A 2021-08-31 2021-08-31 Proces voor de productie van houtvezelplaat BE1029722B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215685A BE1029722B1 (nl) 2021-08-31 2021-08-31 Proces voor de productie van houtvezelplaat
BE20225252A BE1029724B1 (nl) 2021-08-31 2022-04-04 Proces voor de productie van houtvezelplaat
PCT/IB2022/058069 WO2023031763A1 (en) 2021-08-31 2022-08-29 Process for the production of wood fiberboard
CA3226768A CA3226768A1 (en) 2021-08-31 2022-08-29 Process for the production of wood fiberboard
KR1020247009607A KR20240046782A (ko) 2021-08-31 2022-08-29 목재 섬유보드의 제조 방법
ARP220102348A AR126928A1 (es) 2021-08-31 2022-08-30 Proceso para la producción de tableros de fibra de madera

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215685A BE1029722B1 (nl) 2021-08-31 2021-08-31 Proces voor de productie van houtvezelplaat

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029722A1 BE1029722A1 (nl) 2023-03-22
BE1029722B1 true BE1029722B1 (nl) 2023-03-28

Family

ID=77666097

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215685A BE1029722B1 (nl) 2021-08-31 2021-08-31 Proces voor de productie van houtvezelplaat
BE20225252A BE1029724B1 (nl) 2021-08-31 2022-04-04 Proces voor de productie van houtvezelplaat

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225252A BE1029724B1 (nl) 2021-08-31 2022-04-04 Proces voor de productie van houtvezelplaat

Country Status (1)

Country Link
BE (2) BE1029722B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1033212A1 (en) * 1999-03-03 2000-09-06 The FORESTRY AND FOREST PRODUCTS RESEARCH INSTITUTE Explosively - split fragments obtained by water-vapor explosion of wooden source materials, wooden material containing such fragments as its aggregate, their manufacturing methods and machines
US20030056873A1 (en) * 1999-12-02 2003-03-27 Panagiotis Nakos Production of high added value products from wastes
WO2021112749A1 (en) * 2019-12-03 2021-06-10 Ikea Supply Ag Recycling of lignocellulosic fibers from fiberboards

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3741863A (en) 1971-08-27 1973-06-26 Rust Eng Co Method of recycling waste cellulosic materials
DE4224629A1 (de) 1992-07-25 1994-01-27 Pfleiderer Unternehmensverwalt Verfahren zum Recycling von Holzwerkstoffen
DK0697941T4 (da) 1994-03-15 2002-11-04 Fraunhofer Ges Forschung Fremgangsmåde til genvinding af spåner og fibre fra træproduktrester, brugte møbler, produktionsrester, affald og andre træproduktindeholdende materialer
GB9814358D0 (en) 1998-07-03 1998-09-02 Sandison Malcolm D W Waste treatment process and apparatus
DE10144793A1 (de) 2001-09-12 2003-03-27 Fraunhofer Ges Forschung Verfahren zur Wiedergewinnung von Spänen und Fasern aus Holzwerkstoffreststücken
CA2532346A1 (en) 2003-07-16 2005-01-27 Fira International Limited Recycling of lignocellulose based board materials
GB2476465B (en) 2009-12-22 2011-11-23 Arthur James New Recycling Technology

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1033212A1 (en) * 1999-03-03 2000-09-06 The FORESTRY AND FOREST PRODUCTS RESEARCH INSTITUTE Explosively - split fragments obtained by water-vapor explosion of wooden source materials, wooden material containing such fragments as its aggregate, their manufacturing methods and machines
US20030056873A1 (en) * 1999-12-02 2003-03-27 Panagiotis Nakos Production of high added value products from wastes
WO2021112749A1 (en) * 2019-12-03 2021-06-10 Ikea Supply Ag Recycling of lignocellulosic fibers from fiberboards

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029724B1 (nl) 2023-03-28
BE1029722A1 (nl) 2023-03-22
BE1029724A1 (nl) 2023-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1028121B1 (nl) Proces voor de productie van spaanplaat of houtvezelplaat
JP6832411B2 (ja) 揮発性有機化合物(voc)の放出が抑制された木質材料ボード、および当該木質材料ボードの製造方法
US5085898A (en) Insulating board containing natural fibres
WO2021112749A1 (en) Recycling of lignocellulosic fibers from fiberboards
US4514255A (en) Process for the manufacture of dried, resin-treated fiber furnish
RU2083359C1 (ru) Способ изготовления древесноволокнистой плиты
EA007082B1 (ru) Технология прессования древесно-волокнистых плит средней плотности
BE1029722B1 (nl) Proces voor de productie van houtvezelplaat
RU2769765C2 (ru) Способ изготовления плит осп на основе древесного материала с уменьшенным выделением летучих органических соединений (voc)
US4311555A (en) Method of manufacturing fiberboard
KR20240046782A (ko) 목재 섬유보드의 제조 방법
RU2294827C2 (ru) Строительный элемент, устройство и способ его изготовления и слоистая панель, изготовленная из строительного элемента
EA045631B1 (ru) Способ изготовления древесно-стружечной плиты или древесно-волокнистой плиты
CN117881490A (zh) 用于生产木质纤维板的工艺
DE102010034763B3 (de) Verfahren und Anlage zur Aufbereitung von Holz für die Herstellung mitteldichter Faserplatten
EP0182949B1 (de) Verfahren zur Herstellung von Platten oder Formteilen aus lignozellulosehaltigen Fasern
Rahman et al. Properties of commercial fiberboard from Sesbania aculeate and Tamarix aphylla.
CN117795156A (zh) 纤维状纤维素材料的酶处理方法和系统以及硬质纤维素产品
CN115516165A (zh) 用于mdf或hdf生产的生产再生纤维的方法和系统
JP2023182130A (ja) セルロース繊維体の製造方法
Nicewicz et al. Wood from pallets and containers as raw material for the production of fiberboards.
PL U. SDA FOREST SERVICE RESEARCH NOTE
PL53267B1 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230328