BE1029661B1

BE1029661B1 - ROPE, METHOD OF MANUFACTURING A ROPE AND PRODUCTION LINE FOR MANUFACTURING A ROPE

Info

Publication number: BE1029661B1
Application number: BE20215621A
Authority: BE
Inventors: Karel Devos
Original assignee: Bexco Nv
Priority date: 2021-08-04
Filing date: 2021-08-04
Publication date: 2023-03-06
Also published as: BE1029661A1

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een meertouw omvattende een hoofdzakelijk synthetische touw met een touwkern en een rond de kern gevlochten mantel. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk meertouw. De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting.The present invention relates to a mooring rope comprising a mainly synthetic rope with a rope core and a sheath braided around the core. The present invention further relates to a method for manufacturing such a mooring rope. The present invention further relates to a device.

Description

1 BE2021/56211 BE2021/5621

TOUW, WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN TOUW ENROPE, METHOD OF MANUFACTURING A ROPE AND

PRODUCTIELIJN VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN TOUWPRODUCTION LINE FOR MANUFACTURING A ROPE

De onderhavige uitvinding betreft een meertouw omvattende een hoofdzakelijk synthetische touw met een touwkern en een rond de kern gevlochten mantel. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk meertouw. De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichtingThe present invention relates to a mooring rope comprising a mainly synthetic rope with a rope core and a sheath braided around the core. The present invention further relates to a method for manufacturing such a mooring rope. The present invention further relates to a device

Stand van de TechniekState of the art

Bij het afmeren van boorplatformen, schepen en andere offshore constructies, worden staalkabels en kettingen als afmeerlijnen ingezet. Sinds enkele decennia worden eveneens kunststof meertouwen ingezet als alternatief. Kunststof meertouwen hebben als voordelen dat ze, dankzij hun lagere gewicht, minder doorhangen onder hun eigen gewicht, voorkomen dat onderwater structuren zoals olie pijpleidingen beschadigd worden, en dat ze niet corroderen.When mooring drilling platforms, ships and other offshore structures, steel cables and chains are used as mooring lines. Plastic mooring ropes have also been used as an alternative for several decades. Plastic mooring ropes have the advantages that, thanks to their lower weight, they sag less under their own weight, prevent underwater structures such as oil pipelines from being damaged, and that they do not corrode.

Bij het aanleggen van schepen worden meertouwen gebruikt bestaande uit verschillende kunststoffen vezels. De meest gebruikte kunststoffen voor meertouwen zijn polyester, polyamide, polypropyleen en HMPE (hoog moleculair polyethyleen).When mooring ships, mooring ropes are used consisting of various synthetic fibers. The most commonly used plastics for mooring ropes are polyester, polyamide, polypropylene and HMPE (high molecular weight polyethylene).

Over het algemeen zijn deze kunststoffen duurzaam en bezitten ze een optimale sterkte/prijs verhouding. Dergelijke meertouwen zijn veel lichter, zijn manueel veel gemakkelijker handelbaar en vertonen een lagere snapback bij breuk, wat ze veiliger maakt voor de bemanning van een schip.In general, these plastics are durable and have an optimal strength/price ratio. Such mooring ropes are much lighter, much easier to handle manually and have a lower snapback at break, making them safer for a ship's crew.

De touwconstructie van de huidige meertouwen bestaat uit een geslagen, gebreide of gevlochten constructie van deeltouwen, waarbij de deeltouwen samen de volledige kracht opnemen. Als deeltouwen kunnen zowel een geslagen bundel touwgarens, als 3 of 4-strengs geslagen touw ingezet worden, als bijvoorbeeld een 6+1 strengs geslagen touw of een 8-strengs of een 12-strengs touw, enz. Verschillende soorten kunststoffen kunnen worden gebruikt in een meertouw als touwgaren voor het generen van de deeltouwen ofwel strengen.The rope construction of the current mooring ropes consists of a twisted, knitted or braided construction of partial ropes, whereby the partial ropes together absorb the full force. A twisted bundle of rope yarns, as well as 3 or 4-strand twisted rope, such as a 6+1 strand twisted rope or an 8-strand or 12-strand rope, etc. can be used as dividing ropes. Different types of plastics can be used in a mooring rope as rope yarn for generating the partial ropes or strands.

Dergelijk kunststof touwen zijn bekend uit de stand van de techniek en omvatten een touwkern en een rond de kern gevlochten mantel.Such plastic ropes are known from the prior art and comprise a rope core and a sheath braided around the core.

2 BE2021/56212 BE2021/5621

Doel van de uitvindingPurpose of the invention

Een doel van de uitvinding is het verbeteren van de bekende meertouwen. Een ander doel van de uitvinding kan zijn om een meertouw te voorzien met verbeterde lineaire-dichtheidseigenschappen. Een verder doel van de uitvinding kan het verbeteren van werkwijze voor het vervaardigen van een touw zijn of een inrichting om de verbeterde.An object of the invention is to improve the known mooring ropes. Another object of the invention may be to provide a mooring rope with improved linear density properties. A further object of the invention may be to improve a method of making a rope or an apparatus for making the improved rope.

Beschrijving van de uitvindingDescription of the invention

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een meertouw die de technische kenmerken van een van de onafhankelijke conclusies vertoont.This object is achieved according to the invention with a mooring rope which has the technical features of one of the independent claims.

In een eerste aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een meertouw. Het meertouw omvat een hoofdzakelijk synthetisch touw met een touwkern gevormd door een bundel deeltouwen en een rond de touwkern aangebrachte gevlochten buitenste mantellaag.In a first aspect of the invention, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the invention comprises a mooring rope. The mooring rope comprises a mainly synthetic rope with a rope core formed by a bundle of partial ropes and a braided outer sheath layer arranged around the rope core.

Elk deeltouw is uitgevoerd als geslagen touw of gevlochten touw en elke streng van het deeltouw gevormd wordt door een bundel lonten omvattende ten minste honderd niet-getwijnde lonten. De term ‘bundel’ zoals hierin gebruikt, verwijst naar een aantal langwerpig elementen die zich hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar uitstrekken. De term ‘lont’ zoals hierin gebruikt, verwijst naar een bundel van een of meerdere vezels.Each dividing rope is in the form of twisted rope or braided rope and each strand of the dividing rope is formed by a bundle of slivers comprising at least 100 untwisted slivers. The term "bundle" as used herein refers to a number of elongated elements extending substantially parallel to each other. The term "wick" as used herein refers to a bundle of one or more fibers.

In tegensteling tot bestaande strengen voor meertouwen, die gevormd worden door een dertigtal getwijnde garen met een lineaire dichtheid van 66000 dtex, worden de strengen van de uitvinding uitgevoerd met een single ply (ook ééndraads, 1-draadsgaren of enkeldraads-garen genoemd) bestaande uit een veelheid niet-getwijnde lonten. Hierdoor kunnen lonten gebruikt worden met een grotere lineaire dichtheid, van bijvoorbeeld 6600 dtex per lont, dan de traditionele lineaire dichtheid bij getwijnde garens, van ongeveer 2200 dtex of 3300 dtex per lont. Als gevolg hiervan is het mogelijk om dezelfde lineaire dichtheid te bereiken met minder lonten. Het voorgaande heeft als voordeel dat het productieproces eenvoudiger is.Unlike existing strands for mooring ropes, which are formed by thirty twisted yarns with a linear density of 66,000 dtex, the strands of the invention are made with a single ply (also called one-thread, 1-thread or single-thread yarn) consisting of a multitude of untwisted fuses. This allows the use of slivers with a greater linear density, for example 6600 dtex per sliver, than the traditional linear density of twisted yarns, of approximately 2200 dtex or 3300 dtex per sliver. As a result, it is possible to achieve the same linear density with fewer wicks. The foregoing has the advantage that the production process is simpler.

Een eerste uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de bundel lonten ten minste tweehonderd niet- getwijnde lonten omvat. Een verdere uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatieA first embodiment, which may occur in combination with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to an aforesaid mooring rope, wherein the bundle of slivers comprises at least 200 untwisted slivers. A further embodiment, which can occur in combination

3 BE2021/5621 met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de bundel lonten ten minste driehonderd niet-getwijnde lonten omvat. Een nog verdere uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de bundel lonten bestaat uit ongeveer 350 niet-getwijnde lonten.3 BE2021/5621 with the other aspects and embodiments of the invention described herein relates to an aforesaid mooring rope, the bundle of slivers comprising at least three hundred untwisted slivers. A still further embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to the aforementioned mooring rope, wherein the bundle of slivers consists of approximately 350 untwisted slivers.

Een tweede uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de lonten van de bundel uit een of meerdere van de volgende materialen vervaardigd zijn: Polyester, Polyamide, Polypropyleen, HMPE, aramide, para-aramide, LCP of keramische vezels.A second embodiment, which may occur in combination with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to the aforementioned mooring rope, wherein the strands of the bundle are made of one or more of the following materials: Polyester, Polyamide, Polypropylene , HMPE, aramid, para-aramid, LCP or ceramic fibers.

Een derde uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de lineaire dichtheid van de lonten van de bundel ligt tussen 2.500 en 10.000 dtex. Een verdere uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de lineaire dichtheid van de lonten van de bundel ligt tussen 5.000 en 7.500 dtex. Een nog verdere uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij de gemiddelde lineaire dichtheid van de lonten van de bundel gelijk is aan ongeveer 6.600 dtex.A third embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to the aforementioned mooring rope, wherein the linear density of the strands of the bundle is between 2,500 and 10,000 dtex. A further embodiment, which may occur in combination with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to the aforementioned mooring rope, wherein the linear density of the strands of the bundle is between 5,000 and 7,500 dtex. A still further embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, involves an aforesaid mooring rope in which the average linear density of the strands of the bundle is equal to approximately 6,600 dtex.

Een vierde uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij tussen de touwkern en de mantellaag een filterbekleding uit filtermateriaal voorzien is. Een verdere uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij het filtermateriaal een nonwoven stof en/of een geo-textiel is.A fourth embodiment, which can occur in combination with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to the above-mentioned mooring rope, in which a filter covering of filter material is provided between the rope core and the sheath layer. A further embodiment, which can occur in combination with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to an aforementioned mooring rope, wherein the filter material is a non-woven fabric and/or a geo-textile.

Een vijfde uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemd meertouw, waarbij het synthetische touw zich longitudinaal uitstrekt over ten minste 75 % van een lengte van het meertouw, bij voorkeur over ten minsteA fifth embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, involves an aforesaid mooring rope, wherein the synthetic rope extends longitudinally over at least 75% of a length of the mooring rope, preferably over at least

4 BE2021/5621 90 % van de lengte van het meertouw, nog meer bij voorkeur over ten minste 95 % van de lengte van het meertouw.4 BE2021/5621 90% of the length of the mooring rope, even more preferably over at least 95% of the length of the mooring rope.

In een tweede aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een voornoemd meertouw of een streng daarvoor. De werkwijze omvat de stappen van het voorzien van een voorafbepaalde aantal bobijnen met lont. De bobijn heeft een cilindrische kern en hoogstens één wand aan de zijkant om het om de kern gewikkelde lont vast te houden.In a second aspect of the invention, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the invention comprises a method of manufacturing said mooring rope or strand therefor. The method includes the steps of providing a predetermined number of wicked bobbins. The bobbin has a cylindrical core and at most one wall on the side to hold the wick wrapped around the core.

Dus de bobijn heeft ten minste één vrije zijkant. De werkwijze omvat verder de stappen van het van de vrije zijkant afrollen van lont van de bobijnen en het bundelen van de afgerolde lonten in een bundel. Door het afrollen van lont vanaf de kopse einden van de bobijnen wordt de opbouw van spanning voorkomen.So the bobbin has at least one free side. The method further comprises the steps of unrolling wick from the bobbins from the free side and bundling the unrolled wicks into a bundle. By unwinding the wick from the ends of the bobbins, the build-up of tension is prevented.

Een eerste uitvoeringsvorm, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, betreft een voornoemde werkwijze, verder omvattende de stappen van het doorvoeren van de bundel door een samenstel van trekwielen en het op een haspel winden van de doorgevoerde bundel.A first embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, relates to an aforesaid method, further comprising the steps of passing the bundle through an assembly of pull wheels and winding the bundle onto a reel. the transmitted bundle.

In een derde aspect van de uitvinding, welke kan optreden in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, omvat de uitvinding een productielijn ingericht voor het uitvoeren van de voornoemde werkwijze.In a third aspect of the invention, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the invention comprises a production line adapted to carry out the aforementioned method.

Korte beschrijving van de figurenBrief description of the figures

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. 5 Figuur 1 toont in opengewerkt aanzicht een vereenvoudigde voorstelling van een synthetische touw, voor gebruik in een meertouw, volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding;The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing. Figure 1 shows in exploded view a simplified representation of a synthetic rope, for use in a mooring rope, according to an embodiment of the present invention;

Figuur 2 toont in opengewerkt aanzicht een vereenvoudigde voorstelling van een in figuur 1 getoond deeltouw;Figure 2 shows a cut-away view of a simplified representation of a dividing rope shown in figure 1;

Figuren 2-4 tonen in perspectief verschillende stations van een productielijn volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.Figures 2-4 show in perspective different stations of a production line according to an embodiment of the present invention.

Uitgebreide beschrijving van de figurenExtensive description of the figures

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen maar de uitvinding is daartoe niet beperkt en wordt enkel door de conclusies bepaald. De beschreven tekeningen zijn enkel schematisch en niet-beperkend. In de tekeningen kan de grootte van bepaalde elementen overdreven en niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen stemmen niet noodzakelijk overeen met werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.The present invention will be described with respect to certain embodiments and with reference to certain drawings, but the invention is not limited thereto and is defined only by the claims. The drawings described are only schematic and non-limiting. In the drawings, the size of certain elements may be exaggerated and not drawn to scale for illustrative purposes. The dimensions and relative dimensions do not necessarily correspond to actual practice of the invention.

Bovendien worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven.In addition, the terms first, second, third and the like are used in the description and in the claims to distinguish between similar elements and not necessarily to describe a sequential or chronological order.

De termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere sequenties dan hierin beschreven of geïllustreerd toegepast worden.The terms are interchangeable under appropriate circumstances and the embodiments of the invention may be used in sequences other than those described or illustrated herein.

Daarenboven worden de termen bovenaan, onderaan, over, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor illustratieve doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn onder passende omstandigheden onderling uitwisselbaar en de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriënteringen dan hierin beschreven of geïllustreerd worden toegepast.In addition, the terms top, bottom, over, under and the like are used in the specification and claims for illustrative purposes and not necessarily to describe relative positions. The terms so used are interchangeable under appropriate circumstances and the embodiments of the invention described herein may be used in orientations other than those described or illustrated herein.

6 BE2021/56216 BE2021/5621

Verder dienen de verschillende uitvoeringsvormen, hoewel genoemd als “voorkeursvormen”, eerder te worden opgevat als wijze van voorbeeld waarop de uitvinding kan uitgevoerd worden dan als een beperking van de reikwijdte van de uitvinding.Further, the various embodiments, while referred to as "preferred forms", are to be construed as exemplifying how the invention may be practiced rather than as limiting the scope of the invention.

De term “omvattend”, gebruikt in de conclusies, dient niet geïnterpreteerd te worden als zijnde beperkt tot de erna vermelde middelen of stappen; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient geïnterpreteerd te worden als specificerend voor de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, elementen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar sluit de aanwezigheid of de toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, elementen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking “een inrichting omvattende middelen A enThe term "comprising" used in the claims is not to be construed as limited to the means or steps set forth below; the term does not exclude other elements or steps. The term should be interpreted as specifying the presence of said features, elements, steps or components referred to, but does not exclude the presence or addition of one or more other features, elements, steps or components, or groups thereof . The scope of the expression “a device comprising means A and

B” dient dus niet te worden beperkt tot inrichtingen die enkel uit de componenten A enB' should therefore not be limited to devices consisting only of components A and

B bestaan. De betekenis is dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding alleen de componenten A en B van de inrichting opgesomd worden, en de conclusie dient verder zo geïnterpreteerd te worden dat ze ook equivalenten van deze componenten bevat.B exist. The meaning is that with respect to the present invention only components A and B of the device are recited, and the claim is further construed to include equivalents of these components as well.

In de getoonde uitvoeringsvorm van een meertouw volgens deze uitvinding is een synthetisch touw 1, zoals afgebeeld in figuur 1, aan ten minste een uiteinde voorzien van een lus of oog (niet getoond). Dergelijke ogen zijn gekend uit de stand van de techniek en worden hier niet verder beschreven.In the shown embodiment of a mooring rope according to the invention, a synthetic rope 1, as shown in figure 1, is provided with a loop or eye (not shown) at at least one end. Such eyes are known in the art and are not further described here.

Figuren 1-2 tonen een synthetisch touw 1 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Het synthetisch touw 1 heeft een hoofdzakelijke cilindrische vorm met in een radiale richting R, zoals afgebeeld in figuur 2, een touwkern 10, een gevlochten mantel 20 en daartussen een filterbekleding 30. De filterbekleding 30 kan bestaan uit een 6-voudige laag van een filtermateriaal. De touwkern 10 is opgebouwd zijn uit een bundel deeltouwen 11 welke bundel gewikkeld is in de eerste filterbekleding 12. Elk deeltouw 11 kan uitgevoerd zijn als een 3, 4 of 6-strengs geslagen touw of als 8 of 12-strengs gevlochten touw.Figures 1-2 show a synthetic rope 1 according to an embodiment of the present invention. The synthetic rope 1 has a generally cylindrical shape with, in a radial direction R, as shown in Figure 2, a rope core 10, a braided sheath 20 and a filter cover 30 in between. The filter cover 30 may consist of a 6-fold layer of a filter material . The rope core 10 is constructed from a bundle of partial ropes 11, which bundle is wound in the first filter covering 12. Each partial rope 11 can be designed as a 3, 4 or 6-strand twisted rope or as an 8 or 12-strand braided rope.

Elk streng 12 (Eng.: ply) wordt gevormd door een bundel lonten 13 omvattende ten minste honderd niet-getwijnde lonten 14 (Eng.: sliver). De lonten 14 kunnen vervaardigd zijn uit Polyester, Polyamide, Polypropyleen, HMPE, aramide, para- aramide, LCP of keramische vezels vervaardigd zijn. De bundel lonten 13 kan ten minsteEach strand 12 (ply) is formed by a bundle of slivers 13 comprising at least 100 untwisted slivers 14 (sliver). The wicks 14 may be made of Polyester, Polyamide, Polypropylene, HMPE, aramid, para-aramid, LCP or ceramic fibers. The bundle of fuses 13 can at least

7 BE2021/5621 tweehonderd niet-getwijnde lonten 14 omvatten. Bij voorkeur omvat de bundel lonten 13 ten minste driehonderd niet-getwijnde lonten 14.7 BE2021/5621 two hundred untwisted fuses 14. Preferably, the bundle of wicks 13 comprises at least three hundred untwisted wicks 14.

Figuren 3-4 tonen verschillende stations van een productielijn voor het produceren van een synthetisch touw 1 volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.Figures 3-4 show different stations of a production line for producing a synthetic rope 1 according to an embodiment of the present invention.

Figuur 3 toont het eerste station 100 omvattende een voorafbepaalde aantal lonten 14 op evenveel bobijnen 110 gewikkeld. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden 350 bobijnen 110 voorzien, waarbij elk van de bobijnen voorzien is van een lont 14. Elke bobijn 110 heeft een cilindrische kern en hoogstens één wand aan de zijkant om het om de kern gewikkelde lont 14 vast te houden.Figure 3 shows the first station 100 having a predetermined number of slivers 14 wound on an equal number of bobbins 110 . In a preferred embodiment, 350 bobbins 110 are provided, each of the bobbins being provided with a wick 14. Each bobbin 110 has a cylindrical core and at most one side wall to hold the wick 14 wrapped around the core.

Het eerste station is ingericht om de lont 14 vanaf het vrije eind van de bobijn 110 af te rollen. Door het afrollen van lont vanaf de kopse einden van de bobijnen wordt de opbouw van spanning voorkomen. De alternatieve manier van afrollen, niet van de kop afnemen, maar wel afrollen met een rollende bobijn, zal spanning veroorzaken in het lont wat niet gewenst is. Figuur 4 toont het tweede station 200 omvattende middelen om de bij voorkeur 350 afgerolde, spanningsloze lonten 14 te bundelen in één ongetwijnde streng 12. Beide stations 100, 200 zijn ingericht zodanig dat elk lont 14 of elk paar lonten een eigen weg aflegt van de respectieve bobijn 110 tot de lonten in een streng 12 gebundeld zijn. Zoals duidelijk te zien is in figuren 3 wordt elke lont afzonderlijk geleidt met behulp van onder andere aparte oog-geleidingen om niet in contact te komen met andere lonten. Op die manier blijven de spanning en lengte van de lonten optimaal. In het tweede station 200 getoond in figuur 4 worden de lonten paarsgewijs door de gaten van een of meerdere roosterplaten geleidt.The first station is arranged to unroll the fuse 14 from the free end of the bobbin 110 . By unwinding the wick from the ends of the bobbins, the build-up of tension is prevented. The alternative way of unwinding, not removing from the head, but unwinding with a rolling bobbin, will cause tension in the wick, which is not desirable. Figure 4 shows the second station 200 comprising means for bundling the preferably 350 unwound, tensionless fuses 14 into one untwisted strand 12. Both stations 100, 200 are arranged such that each fuse 14 or each pair of fuses travels its own path from the respective bobbin 110 until the fuses are bundled in a strand 12. As can be clearly seen in Figure 3, each fuse is guided separately by means of, among other things, separate eye guides in order not to come into contact with other fuses. In this way, the tension and length of the wicks remain optimal. In the second station 200 shown in Figure 4, the wicks are passed in pairs through the holes of one or more grid plates.

Een niet getoond derde station 300 kan een paar trekwielen omvatten ingericht om alle lonten van hun bobijn af trekken en de bundelvormige streng 12 door te voeren naar een aangedreven haspel om de streng daarop te winden. Elke trekwiel is dan ingericht om een bundel lonten door te voeren. Een alternatieve manier van het produceren van een streng 12 voor een synthetisch touw 1 bestaat uit het afrollen van lont van een veelheid een bobijnen en deze honderden lonten op één grote spoel te rollen. Vanaf die spoel worden daarna de lonten in een streng gedraaid. Deze alternatieve manier is echter minder voordelig en minder efficiënt.A third station 300, not shown, may include a pair of pull wheels arranged to pull all the slivers off their bobbin and pass the bundled strand 12 to a powered reel for winding the strand thereon. Each pull wheel is then adapted to feed a bundle of slivers. An alternative way of producing a skein 12 for a synthetic rope 1 consists of uncoiling sliver from a plurality of spools and rolling these hundreds of slivers onto one large spool. From that coil, the wicks are then twisted into a strand. However, this alternative way is less economical and less efficient.

Na vorming van de streng 12, niet getoond, worden vier strengen samen geslagen om een 4-strengs geslagen deeltouw te vormen. Bij voorkeur op basis van lont van 6600 dtex.After formation of the strand 12, not shown, four strands are twisted together to form a 4-strand twisted dividing rope. Preferably based on 6600 dtex wick.

8 BE2021/56218 BE2021/5621

Lijst met verwijzingstekens 1. Synthetisch Touw 10. Touwkern 11. Deeltouw 12. Streng 13. Bundel Lonten 14. Lont 20. Gevlochten Mantel 30. Zandfilter 100. Eerste station van de Productielijn 110. Bobijn 200. Tweede station van de Productielijn 300. Derde station van de Productielijn 310. Eerste Trekwiel 320. Tweede TrekwielList of References 1. Synthetic Rope 10. Rope Core 11. Section Rope 12. Strand 13. Bundle of Wicks 14. Wick 20. Braided Sheath 30. Sand Filter 100. First Station of the Production Line 110. Bobbin 200. Second Station of the Production Line 300. Third station of the Production Line 310. First Pull Wheel 320. Second Pull Wheel

Claims

9 BE2021/5621 Conclusions

A mooring rope, comprising: a mainly synthetic rope (1) comprising a rope core (10) and a braided outer sheath layer (20) arranged around the rope core (10), the rope core (10) further comprising a bundle of partial ropes (11), characterized in that each dividing rope (11) is designed as a twisted rope or braided rope and each strand of the dividing rope is formed by a bundle of slivers (13) comprising at least 100 untwisted slivers (14).

A mooring rope according to claim 1, wherein the bundle of slivers (13) comprises at least 200 untwisted slivers (14).

A mooring rope according to claim 2, wherein the bundle of slivers (13) comprises at least 300 untwisted slivers (14), preferably approximately 350 untwisted slivers (14).

A mooring rope according to any one of the preceding claims, wherein each partial rope (11) is designed as a 4-strand twisted rope.

Mooring rope according to one of the preceding claims, in which the wicks (13) of the bundle (13) are made of one or more of the following materials: Polyester, Polyamide, Polypropylene, HMPE, Aramid, Para-aramid, LCP or ceramic fibres.

A mooring rope according to any one of the preceding claims, wherein the average linear density of the strands of the bundle is between 2,500 and 10,000 dtex.

A mooring rope according to claim 6, wherein the average linear density of the strands of the bundle is equal to about 6,600 dtex.

10 BE2021/5621

Mooring rope according to one of the preceding claims, in which a filter covering (30) of filter material is provided between the rope core (10) and the sheath layer (20).

A mooring rope according to claim 8, wherein the filter material is a non-woven fabric and/or a geo-textile.

Mooring rope according to one of the preceding claims, wherein the synthetic rope (1) extends longitudinally over at least 75% of a length of the mooring rope (1), preferably over at least 90% of the length of the mooring rope (1). ), even more preferably over at least 95% of the length of the mooring rope (1).

A method of manufacturing a mooring rope according to any one of the preceding claims or a strand therefor, comprising the steps of: providing a predetermined number of bobbins (110) with a wick (14), the bobbin (110) having a cylindrical core and at most one side wall to hold the wick (14) wrapped around the core; unwinding the wick (14) from the bobbins (110) from the free side; and bundling the unwound slivers (14) into a bundle (13).

The method of claim 11, wherein the unwound slivers (14) do not contact each other prior to the bundling step.

The method of claim 11 or 12, further comprising the steps of: passing the bundle (13) through an assembly of pull wheels (310, 320); and winding the strand (12) formed by the passed bundle (13) onto a reel.

14. Production line equipped for carrying out a method according to one of the preceding claims 11-13.

A production line according to claim 14, comprising:

11 BE2021/5621 a first station (100) comprising a predetermined number of bobbins (110) with a wick (14), the bobbin (110) having a cylindrical core and at most one side wall around the wick (14) wrapped around the core to hold on; the first station being arranged to unroll the wick (14) from the free end of the spool (110); a second station (200) arranged to bundle the unwound tows (14).

A production line according to claim 15, wherein the first and second stations (100, 200) are arranged not to allow the unwound tows (14) to come into contact with each other prior to bundling the unwound tows (14).

A production line according to claim 15 or claim 16, further comprising: a third station (300) comprising a plurality of pulling wheels (310, 320) arranged to advance the bundle (13) and the strand formed by the bundle (13) (12) to wind on a reel.