BE1029614B1

BE1029614B1 - Chassis, omgebouwd voor een electromotor aangedreven voertuig

Info

Publication number: BE1029614B1
Application number: BE20210050A
Authority: BE
Inventors: Patrick Collignon; Maxell Collignon
Original assignee: Trova Commercial Vehicles Inc
Priority date: 2021-07-22
Filing date: 2021-07-22
Publication date: 2023-02-20
Also published as: BE1029614A1

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het ombouwen van het chassis van een verbrandingsmotor-aangedreven voertuig tot een chassis voor een electromotor- aangedreven voertuig. Daarbij wordt het achterste deel van het chassis van het verbrandingsmotor-aangedreven voertuig (10) met een nieuw gebouwd chassis- deel (20) bij middel van een verbindingsmodule (50) verbonden. De electro- batterijen worden geplaatst tussen de breder uit elkaar geplaatste langsliggers (70) van het nieuwe chassis deel, en de electromotor (40) wordt geplaatst ter hoogte van de verbindingsmodule. De werkwijze biedt het voordeel dat een deel van het bestaande om te bouwen voertuig herbruikt wordt en dat een grotere ruimte voor het plaatsen van de batterijen beschikbaar is. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een chassis gebouwd volgens deze werkwijze, alsmede op een voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen, bevattende zulk chassis.

Description

1 BE2021/0050

Titel: Chassis, omgebouwd voor een electromotor aangedreven voertuig

Gebied van de uitvinding

De huidige uitvinding heeft betrekking op een chassis van een voertuig, omgebouwd zodanig dat dit geschikt is voor een electromotor aangedreven voertuig. Meer in het bijzonder betreft de uitvinding zulk chassis en een overeenkomstige werkwijze voor het ombouwen van het chassis van een voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen, aandrijfbaar bij middel van een verbrandingsmotor, tot een voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen, aandrijfbaar bij middel van een electromotor. Nog meer in het bijzonder betreft de uitvinding een werkwijze waarbij een deel van het bestaande chassis van de vrachtwagen behouden blijft en bij middel van een verbindingsmodule verbonden wordt met een nieuw chassis deel.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een chassis vervaardigd volgens deze werkwijze, alsmede op een elektromotor aangedreven voertuig, bevattende zulk chassis.

Achtergrond van de uitvinding

Het is een gebruikelijke werkwijze in de industrie van de commerciële voertuigen, vrachtwagens in het bijzonder, om een chassis te bouwen of te vervaardigen bestaande uit een raamwerk bevattende twee tegenover elkaar geplaatste zijdelingse rails, hierna genoemd langsliggers, die de volledige lengte van het voertuig bestrijken. Deze langsliggers zijn doorgaans in de vorm van een L of C ontworpen en kunnen dubbel uitgevoerd worden om de sterkte en laadcapaciteit van de vrachtwagen te verhogen. Deze langsliggers worden onderling verbonden bij middel van één of meerdere verbindingselementen, zogenaamde dwarsligger(s). In de industrie is het een gebruikelijke werkwijze om dwarsliggers aan te wenden die gepositioneerd zijn aan de binnenzijde van het chassis- raamwerk, door met name gebruik te maken van dwarsliggers die verbonden worden met de binnenzijde van de langsliggers om op die wijze het chassis-

2 BE2021/0050 raamwerk op te bouwen. Deze dwarsliggers verstevigen op die wijze het globale raamwerk of chassis.

Traditionele types van dwarsliggers sluiten de mogelijkheid van het installeren van componenten tussen de chassis-balken uit door deze ofwel van de voorzijde of van de acherzijde van het chassis-raamwerk in of uit te schuiven. Dergelijke componenten kunnen bijgevolg enkel geinstalleerd worden vanuit de bovenzijde of de onderzijde van het chassis-raamwerk.

De ombouw van voertuigen met een verbrandingsmotor tot voertuigen met een electromotor is ondermeer beschreven in het Frans octrooi Nr. 1554660,

Publicatienummer 3 036 331, gepubliceerd op 25 November 2016, op naam van 4 ‚ Roues Sous 1 parapluie SAS, en in de USA octrooiaanvraag Nr. US 2018/0334190

A1, gepubliceerd op 22 November 2018, op naam van Larry Davis, USA.

Probleemstelling, doel van de uitvinding

Voor bij middel van elektrische batterijen en overeenkomstige electromotor aangedreven voertuigen of alternatief aangedreven voertuigen is het van cruciaal belang om de chassis-struktuur zo te ontwerpen dat de beschikbare ruimte tussen de langsliggers gemaximaliseerd wordt. Enkel op die wijze kan maximale batterij capaciteit bereikt worden.

In de ombouw van verbrandingsmotor aangedreven voertuigen tot electromotor aangedreven voertuigen zijn wijzigingen aan de bestaande chassis-struktuur van het verbrandingsmotor aangedreven voertuig noodzakelijk. Na dergelijke ombouw bestaat de omgebouwde chassis-struktuur van het electromotor aangedreven voertuig uit een voorste en een achterste chassis-deel, waarbij: - het achterste chassis-deel gerecupereerd is uit een deel van de chassis- struktuur van het omgebouwde, oorspronkelijk verbrandingsmotor aangedreven voertuig, en - het voorste chassis-deel uit een nieuwe chassis-struktuur bestaat, geschikt om de aandrijfmotor of electromotor van het omgebouwde elektrisch aangedreven voertuig optimaal te huisvesten.

3 BE2021/0050

De termen achterste en voorste chassis-deel dienen begrepen te worden als het achterste, resp. voorste deel van het chassis van het voertuig, gezien in de rijrichting van het voertuig.

Doel van de uitvinding is een geoptimaliseerde werkwijze te vinden voor het assembleren of opbouwen van beide voornoemde chassis-delen leidend tot verbeterde resultaten in ergonomie, verminderde materiaal en component kosten, kortere opbouw- of assemblage tijden, verminderde assemblage kosten en verhoogde robuustheid en sterkte om een centrale elektrische motor installatie, bevattende de electromotor en de elektrische batterijen, te dragen. De wijze waarop dergelijke chassis-delen samengevoegd of verbonden worden en de plaats van samenvoeging of verbinding maakt een groot verschil uit met het oog op de globale sterkte van het opgebouwde chassis en de complexiteit van de ganse ombouw-werkwijze. De positie en opbouw van de electrische aandrijfmotor is van bijzonder belang voor een voertuig aangedreven bij middel van een electrische batterij, gezien de hoge krachten uitgeoefende op het chassis-raamwerk die gevoelig hoger liggen in vergelijking met een traditioneel dieselmotor- aangedreven voertuig.

De huidige uitvinding heeft betrekking op het ontwerp van een chassis, en een werkwijze ter vervaardiging van zulk chassis, voor een omgebouwd voertuig dat de assemblage mogelijk maakt van een nieuw chassis-deel bevattende een breder raamwerk, te verbinden met een ingekort chassis-deel van een bestaand verbrandingsmotor aangedreven voertuig. Het voorziet verder in een minder complexe en verbeterde wijze van het herbruiken van componenten en onderdelen van het om te bouwen voertuig.

Samenvatting van de uitvinding

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een werkwijze volgens conclusie 1.

4 BE2021/0050

Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het ombouwen van het chassis van een verbrandingsmotor-aangedreven voertuig tot een chassis voor een electromotor-aangedreven voertuig, bevattende de volgende stappen: a) inkorten van het chassis van het verbrandingsmotor-aangedreven voertuig tot een chassis-deel (10) waarbij: - de vooras en het hiermee overeenstemmende deel van het chassis dragende de verbrandingsmotor, verwijderd wordt, en ; - de achteras(sen) en ophanging(en) en het hiermee overeenstemmende deel van het chassis met langsliggers (60) behouden blijft; b) bouwen van een nieuw chassis-deel (20), bevattende langsliggers (70) en dwarsliggers (120), c) bouwen van een verbindingsmodule (50) bevattende één of meerdere motor montage-platen (90) en één of meerdere afstandhouder(s)- bevestigingsbeugel(s ) (80); d) montage van een electromotor (40) op de motor montage-platen (90) van de verbindingsmodule (50), en e) verbinden van de verbindingsmodule met: - de langsliggers (60) van het ingekort chassis-deel (10), gepositioneerd aan de binnenzijde van de verbindingsmodule (50), en - de langsliggers (70) van het nieuwe chassis-deel (20), gepositioneerd aan de buitenzijde van de verbindingsmodule (50), - met behulp van verbindingsmiddelen (100).

Bij voorkeur betreft de verbeterde werkwijze een werkwijze zoals voornoemd, waarbij de stappen d en e uitgevoerd worden na uitvoering van de stappen a, b en

C.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de werkwijze de bijkomende stap dat de batterijen voor de electromotor geplaatst worden in de ruimte gevormd tussen de langsliggers (70) en de dwarsliggers{429} van het ; nieuwe chassis-deel (20).

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een chassis, vervaardigd volgens één van de voornoemde werkwijzen.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een electromotor aangedreven voertuig, bevattende voornoemd chassis. 5

Meer in het bijzonder omvat de uitvinding de werkwijzen, het chassis en het voertuig zoals beschreven in de bijgevoegde conclusies.

Korte beschrijving van de tekeningen

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding aan te tonen, zijn hierna tekeningen opgenomen en beschreven van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het chassis en de verbindingsmodule volgens de uitvinding.

In deze tekeningen wordt het volgende weergegeven :

Figuur 1 toont een schematisch rechter zij-aanzicht van het chassis van een elektromotor of elektrisch aangedreven voertuig volgens de uitvinding; (met ‘rechter’ wordt bedoeld de rechterzijde van het voertuig, gezien in de rijrichting van het voertuig);

Figuur 2 toont een schematisch bovenaanzicht van het chassis, omgebouwd overeenkomstig de werkwijze van de uitvinding;

Figuur 3 toont een schematische dwarsdoorsnede van de verbindingsmodule overeenkomstig de uitvinding met de bevestigingsmodule voor de electromotor; .

Figuur 4 toont een schematische dwarsdoorsnede van een onderdeel of zogenaamd sub-assembly van de verbindingsmodule gebruikt in de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

In de tekeningen wordt gebruik gemaakt van volgende referentietekens: (10) duidt op het ingekorte deel van het chassis van het oorspronkelijke, om te bouwen, verbrandingsmotor-aangedreven voertuig; naar dit deel van het

6 BE2021/0050 chassis wordt ook verwezen als de achterste sectie van het omgebouwde chassis. (20) duidt op het nieuwe chassis-deel; naar dit deel van het chassis wordt ook verwezen als de voorste sectie van het omgebouwde chassis; (30) duidt op het samenvoegpunt van beide delen van het nieuwe chassis; (40) duidt op de elektrische motor of elektromotor; (50) duidt op de verbindingsmodule; (60) duidt op de ingekorte langsliggers in de achterste sektie van het omgebouwde chassis; (70) duidt op de nieuwe langsliggers in de voorste sektie van het omgebouwde chassis; (80) duidt op afstandhouders, geplaatst tussen de oude en de nieuwe langsliggers, tevens dienst doende als verbindingsbeugels of verbindingsarmaturen; (90) duidt op montageplaten, gebruikt in de verbindingsmodule, voor de montage van de elektromotor; (100) duidt op verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld bouten en moeren; (110) duidt eveneens op verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld bouten en moeren; (120) duidt op de nieuwe dwarsliggers in de voorste sektie van het omgebouwde chassis.

Beschrijving van de uitvinding

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van de werkwijze ter vervaardiging van het omgebouwde chassis volgens de uitvinding.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een omgebouwd chassis of raamwerk voor een electrisch, bij middel van een electromotor en elektrische batterijen, aangedreven voertuig.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een verbindingsmodule die het mogelijk maakt twee verschillende chassis delen onderling te verbinden tot één

7 BE2021/0050 geïntegreerd chassis voor een elektrisch aangedreven voertuig.

Dit geïntegreerd chassis omvat twee sekties: - een eerste (achterste) sektie bestaande uit het achterste deel van het chassis van het oorspronkelijke, om te bouwen, verbrandingsmotor aangedreven voertuig, en - een tweede (voorste) sektie, bestaande uit een nieuw chassis-deel.

Het achterste deel van het chassis van het oorspronkelijke voertuig bevat de achterste assen en ophanging van dit voertuig en wordt volledig gerecupereerd of herbruikt doordat dit oorspronkelijke chassis afgesneden wordt vóór de achterste as(sen) en ophanging.

Met achterste deel wordt hier bedoeld het achterste deel van het chassis van het oorspronkelijke voertuig, gezien in de rijrichting van het voertuig.

De tweede sektie, met name het nieuwe chassis of raamwerk, bestaat uit twee laterale rails of balken, hierna eveneens langsliggers genaamd, die in de lengterichting aan beide zijden van het voertuig lopen. Deze worden onderling verbonden door dwars geplaatste verbindingselementen, zogenaamde dwarsliggers.

Het karakteristieke van deze langsliggers in de werkwijze en het chassis volgens de uitvinding, is dat ze zodanig ontworpen zijn en geplaatst worden dat ze de binnen-ruimte geschikt voor het monteren en opslaan van de batterij-packs, maximaliseren.

De op deze wijze gevormde binnenruimte is merkelijk breder in vergelijking met de overeenkomstige binnenruimte van het oorspronkelijke, omgebouwde verbrandingsmotor aangedreven voertuig.

Op de langsliggers van de tweede sektie of het nieuwe chassis-deel wordt een nieuwe as en ophanging gemonteerd, in combinatie met de noodzakelijke hardware en deelcomponenten die betrekking hebben op de electrische aandrijfmotor van het omgebouwde elektrisch aangedreven voertuig.

Dit chassis of raamwerk voor het elektrisch aangedreven voertuig is zo ontworpen dat het: - enerzijds een kostengunstige oplossing biedt door maximaal hergebruik of

8 BE2021/0050 recuperatie van - onderdelen van - het originele chassis van het om te bouwen, verbrandingsmotor aangedreven voertuig, en - anderzijds een binnenruimte creëert in het nieuwe chassis of raamwerk die een verhoogde en gemaximaliseerde batterij-opslag toelaat voor het omgebouwde elektrisch aangedreven voertuig.

De montage werkwijze van het omgebouwde chassis omvat twee procedures: een voorbereidende stap en de uiteindelijke assemblage.

De voorbereidende stap omvat twee deelstappen: enerzijds de pre-assemblage van het nieuwe chassis en het inkorten van het originele chassis van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig.

De uiteindelijke assemblage omvat een kosten-gunstige, zelf-positionerende (zoals hierna verduidelijkt) montage van het ingekorte deel van het chassis van de oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig met het nieuwe gepre- assembleerde chassis om zo samen het omgebouwde chassis te vormen voor het elektrisch of electromotor aangedreven voertuig.

Eénmaal tegen elkaar geplaatst worden beide sekties van het nieuwe chassis met elkaar verbonden bij middel van verbindingsmiddelen zoals bouten en moeren, die doorheen een verbindingsmodule geplaatst worden. De locatie waar de twee sekties samengevoegd worden, wordt het samenvoegpunt genoemd.

Ter hoogte van dit samenvoegpunt wordt de centrale elektrische aandrijfmotor éénheid geplaatst. De bevestigingspunten van de electromotor worden geïntegreerd in de gepre-assembleerde verbindingsmodule en zijn daarom ontworpen op een wijze die de mechanische ondersteuning van de electromotor, met inbegrip van de gerelateerde electronica toelaat. Op die wijze wordt de torsiekracht voornamelijk overgebracht op de eerste sektie van het nieuwe chassis, dit is het achterste deel van het chassis van de oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig, en vermindert de kracht uitgeoefend op de tweede sektie van het nieuwe chassis, het voorstel deel van het omgebouwde chassis.

9 BE2021/0050

De verbindingsmodule, die mogelijk is opgebouwd uit verschillende bevestigings- of ophangbeugels of armaturen, kan gepre-assembleerd of verbonden worden met het achterste deel van het originele chassis van het verbrandingsmotor ; aangedreven voertuig. Dit laat een frontale verbinding toe of een assemblage met een nieuw frontaal chassis of raamwerk. Dit assemblage onderdeel laat een verschil in breedte van de beide sekties van het omgebouwde chassis toe. Tevens laat het een eenvoudige montage van de twee sekties van het chassis toe ter hoogte van het samenvoegpunt. Bovendien laat het een enge tolerantie afstemming en een stabiele, sterke verbinding tussen de twee sekties van het omgebouwde chassis toe.

De verbindingsmodule is op een zodanige wijze ontworpen dat het een eenvoudige zelf-positionering van het achterste deel van het chassis van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig en het nieuwe, voorste chassis toelaat om op die wijze het omgebouwde chassis voor het elektrisch aangedreven voertuig te vormen.

Het gebruik van combinerende verbindingsmiddelen bij de verbinding van de beide chassis sekties en de montage van de elektrische motor, laat een meer ergonomische, kwaliteits-verzekerende en kosten-gunstige werkwijze toe. Het voordeel van dergelijk ontwerp volgens de uitvinding is dat een modulaire assemblage mogelijk wordt gemaakt.

Hierna wordt een meer gedetailleerde voorkeur-uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding weergegeven. {

We geven daarbij in verder detail een beschrijving van de concepten en uitvoeringsvormen van de uitvinding zoals in de tekeningen weergegeven.

Bespreking van de tekeningen

Tekening 1

Zoals hoger vermeld, toont deze tekening op schematische wijze een rechter zij- aanzicht van het chassis van een elektrisch aangedreven voertuig volgens de uitvinding; (met ‘rechter’ wordt bedoeld de rechterzijde van het voertuig, gezien in

10 BE2021/0050 de rijrichting van het voertuig). Dit chassis bestaat uit twee met elkaar verbonden sekties: - een eerste sektie, gevormd door het ingekorte chassis (10) van het oorspronkelijke, om te bouwen, verbrandingsmotor aangedreven voertuig; - een tweede sektie, gevormd door een nieuw chassis-deel (20) bevattende laterale rails of langsliggers, onderling verbonden door dwarsliggers.

Ter hoogte van het samenvoegpunt (30) bevindt zich de verbindingmodule (50); hier worden de beide sekties van het chassis met elkaar mechanisch verbonden.

Deze verbinding vindt plaats doordat de langsliggers van de tweede sektie verbonden worden met de ingekorte langsliggers van de eerste sektie.

Eveneens ter hoogte van dit samenvoegpunt (30) wordt de electromotor gemonteerd op de verbindingsmodule (50). Op die wijze wordt optimale sterkte en overdracht van het vermogen op de achterste sectie van het omgebouwde chassis overgebracht en vermeden dat te veel kracht uitgeoefend wordt op de voorste deel (20) van het omgebouwde chassis.

Tekening 2

Zoals hoger gemeld, tekening 2 toont een schematisch bovenaanzicht van het omgebouwde chassis overeenkomstig de uitvinding. Met name wordt hierop afgebeeld hoe de verbindingsmodule (50) ervoor zorgt dat het ingekorte chassis van het oorspronkelijke, verbrandingsmotor aangedreven voertuig, vormend het achterste deel (10) van het omgebouwde chassis, verbonden wordt met het nieuwe chassis-deel (20), vormend het voorstel deel van het omgebouwde chassis.

Dit voorste deel (20) van het omgebouwde chassis bevat de langsliggers (70) die verder uit elkaar geplaatst zijn, waardoor er meer binnenruimte tussen voornoemde langsliggers beschikbaar komt voor het positioneren van de componenten van het elektrisch aandrijfsysteem voor het voertuig zoals de elektrische batterijen, de electromotor en aanverwante sturingselektronica. Het chassis raamwerk van het elektrisch aangedreven voertuig wordt bijgevolg gevormd door enerzijds het achterste deel van het chassis (10) van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig en anderzijds het nieuwe chassis-deel (20) bevattende de breder uit elkaar geplaatste langsliggers.

11 BE2021/0050

De verbinding tussen beide chassis-delen wordt verzorgd door de verbindingsmodule (50) op een zodanige wijze dat, bij middel van een geheel van verbindingsbeugels of -armaturen, deze beide chassis delen met onderscheiden breedtes kunnen geassembleerd worden en tegelijk ook de electromotor (40) erop kan gemonteerd worden.

Tekening 3

Deze tekening toont een schematische dwarsdoorsnede van de verbindingsmodule (30) overeenkomstig de uitvinding met de bevestigingsmodule (90) voor de electromotor.

Ter hoogte van het samenvoegpunt (30) bevindt zich de verbindingsmodule (50) waarbij: - het uiteinde van de langsligger(s) (60) van het achterste deel (10) van het ingekorte chassis van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig, gezien in de rijrichting van het voertuig; - het begin van de langsligger(s)(70) van het nieuwe chassis raamwerk (20), eveneens gezien in de rijrichting van het voertuig; - een geheel van verbindingsbeugels of - armaturen (80), geplaatst tussen de beide voornoemde langsliggers; - een motor montage plaat (90) voor de electromotor, verbonden met voornoemde verbindingsbeugels of - armaturen.

Alle voornoemde componenten worden op hun correctie positie gehouden, respectievelijk worden met elkaar verbonden bij middel van verbindingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld bouten en moeren aangeduid als (100) op deze tekening.

De verbindingsbeugels of - armaturen (80) zijn op een zodanige wijze vormgegeven dat ze de langsliggers (60) en (70) op een correcte, gewenste afstand ten opzichte van elkaar positioneren.

Op zich zijn er verschillende ingenieuze oplossingen denkbaar om de correcte afstand in de verbindingsmodule te verzekeren tussen de langsliggers (60) en (70), alsmede om de verbinding met de motor montage plaat (90) te bewerkstelligen.

In het uitvoeringsvoorbeeld zoals op de tekening getoond, worden de elementen

12 BE2021/0050 (80) getoond in de vorm van buizen die aan de motor montage plaat bevestigd zijn bijvoorbeeld bij middel van lasverbindingen.

Een volgende bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding is om het samenvoegpunt en de verbindingsmodule zo te ontwerpen dat een verhoogde ergonomie, met een nauwkeurige tolerantie afstemming en een . stabiele, robuuste verbinding van de beide langsliggers met elkaar bekomen wordt. In een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding worden beide langsliggers, zowel deze (70) van het nieuwe vooraan geplaatste nieuwe chassis- deel (20) ‚ als deze (60) van het achteraan geplaatste chassis-deel (10) van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig, in een L of U-vorm uitgevoerd. De U-vorm geniet hierbij de verdere voorkeur.

Hierbij worden deze beide langsliggers in U vorm zo geplaatst dat de beide flenzen (of opstaande benen) van deze U vorm aan de boven- en onderzijde in de voorwaartste rij-richting van het voertuig geplaatst worden, met de opening van de U gericht naar de binnenzijde van het chassis.

Zoals op de tekening 3 merkbaar is, raakt in een bijzondere uitvoeringsvorm van de verbindingsmodule en het omgebouwde chassis volgens de uitvinding, de binnenzijde van het bovenste been van de langsligger (70) van het nieuwe chassis- deel (20) de buitenzijde van het bovenste been van de achterste langsligger (60) van het ingekorte chassis-deel (10). Op die wijze is de verbindingsmodule volgens deze bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding zo ontworpen dat haar verschillende onderdelen zelf-positionerend zijn; met andere woorden, (de langsliggers van) het ingekorte chassis van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig en (de langsliggers van) het nieuwe chassis worden quasi-automatisch ten opzichte van elkaar gepositioneerd om op die wijze het chassis van het nieuwe electromotor aangedreven voertuig te vormen.

Tekening 4

Deze tekening toont schematisch in dwarsdoorsnede een voor-geassembleerde uitvoeringsvorm van de verbindingsmodule (50).

Dit laat een modulaire werkwijze toe in de opbouw van het chassis

13 BE2021/0050 overeenkomstig de uitvinding. Hierbij wordt de langsligger (60) van het ingekorte chassis van het oorspronkelijke verbrandingsmotor aangedreven voertuig verbonden met de montage plaat voor de elektromotor (90) en met de bevestigingsbeugels/afstandhouders (80).

In een volgende stap van de werkwijze volgens de uitvinding wordt dan de langsligger (70) van het nieuwe chassis over de bevestigingsbeugels/afstandhouders (80) geschoven; hierop worden deze elementen met elkaar verbonden via de voornoemde verbindingsmiddelen (100), bijvoorbeeld bouten en moeren.

Claims

14 BE2021/0050 Conclusies

1. Werkwijze voor het ombouwen van het chassis van een verbrandingsmotor- aangedreven voertuig tot een chassis voor een electromotor-aangedreven voertuig, bevattende de volgende stappen: a) inkorten van het chassis van het verbrandingsmotor-aangedreven voertuig tot een chassis-deel (10) waarbij: - de vooras en het hiermee overeenstemmende deel van het chassis dragende de verbrandingsmotor, verwijderd wordt, en - de achteras(sen) en ophanging(en) en het hiermee overeenstemmende deel van het chassis met langsliggers (60) behouden blijft; b) bouwen van een nieuw chassis-deel (20), bevattende langsliggers (70) en dwarsliggers (120), c) bouwen van een verbindingsmodule (50) bevattende één of meerdere motor montage-platen (90) en één of meerdere afstandhouder(s)- bevestigingsbeugel(s ) (80); d) montage van een electromotor (40) op de motor montage-platen (90) van de verbindingsmodule (50), en e) verbinden van de verbindingsmodule met: - de langsliggers (60) van het ingekort chassis-deel (10), gepositioneerd aan de binnenzijde van de verbindingsmodule (50), en - de langsliggers (70) van het nieuwe chassis-deel (20), gepositioneerd aan de buitenzijde van de verbindingsmodule (50), - met behulp van verbindingsmiddelen (100).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de voornoemde stappen d en e uitgevoerd worden na de stappen a, b en c.

15 BE2021/0050

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij als bijkomende stap de batterijen voor de electromotor geplaatst worden in de ruimte gevormd tussen de langsliggers (70) van het nieuwe chassis-deel (20).

54. Werkwijze volgens één van de voornoemede conclusies, waarbij de langsliggers (60) van het ingekort chassis-deel (10) en de langsliggers (70) van het nieuwe chassis-deel (20), een U vormig profiel vertonen waarbij de openingen van deze beide U-profielen gericht zijn naar de binnenzijde van het chassis.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de benen van het U-profiel van de langsliggers (70) van het nieuwe chassis-deel (20) een ongelijke lengte hebben, het lange been bovenaan de verbindingsmodule (30) geplaatst wordt en de onderkant van het uiteinde van dit lange been de bovenkant van het bovenste been van de langsliggers (60) van het ingekorte chassis-deel (10) raakt.

6. Chassis vervaardigd volgens één van voornoemde conclusies 1 tot en met 5.

7. Electromotor aangedreven voertuig, bevattende het chassis volgens conclusie

6.

8. Electromotor aangedreven voertuig volgens conclusie 7, waarbij het voertuig een vrachtwagen betreft.

259. Electromotor aangedreven voertuig volgens één van de conclusies 7 of 8, waarbij de verbindingsmiddelen (100) gevormd worden door bouten en moeren.