BE1029529B1 - Cap voor vaten - Google Patents

Cap voor vaten Download PDF

Info

Publication number
BE1029529B1
BE1029529B1 BE20215497A BE202105497A BE1029529B1 BE 1029529 B1 BE1029529 B1 BE 1029529B1 BE 20215497 A BE20215497 A BE 20215497A BE 202105497 A BE202105497 A BE 202105497A BE 1029529 B1 BE1029529 B1 BE 1029529B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cap
keg
barrel
cover disc
head
Prior art date
Application number
BE20215497A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029529A1 (nl
Inventor
Pue Dirk De
Original Assignee
Gevaplast Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gevaplast Nv filed Critical Gevaplast Nv
Priority to BE20215497A priority Critical patent/BE1029529B1/nl
Priority to EP22180919.7A priority patent/EP4108593B1/en
Publication of BE1029529A1 publication Critical patent/BE1029529A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029529B1 publication Critical patent/BE1029529B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D55/00Accessories for container closures not otherwise provided for
    • B65D55/02Locking devices; Means for discouraging or indicating unauthorised opening or removal of closure
    • B65D55/06Deformable or tearable wires, strings, or strips; Use of seals, e.g. destructible locking pins
    • B65D55/08Annular elements encircling container necks
    • B65D55/0863Plastic snap-on cap-like collars having frangible parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Abstract

De huidig uitvinding betreft een vatcap voor een vat, zoals een biervat, waarbij het vat een vatkop voor het afvullen van het vat omvat, waarbij de vatcap een afdekschijf en een hiermee aangrenzende mantel omvat, waarbij de binnenwand van genoemde mantel voorzien is van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen langsheen de omtrek van de mantel, waarbij de hoek van het sperorgaan met de binnenwand van de mantel gelegen is tussen 15 graden en 40 graden, waarbij de vatcap een losmaakbaar gedeelte voor het verwijderen van de vatcap van de vatkop omvat, waarbij dit losmaakbaar gedeelte begrensd wordt door een eerste en een tweede paar scheurlijnen, waarbij het eerste paar scheurlijnen zich uitstrekt over de volledige diameter van de afdekschijf van de vatcap en zich aan het ene uiteinde van de afdekschijf van de vatcap verderzet in twee openingen die uitmonden in het tweede paar scheurlijnen en aan het andere uiteinde van de afdekschijf uitmondt in een scheurlip, waarbij de scheurlip gescheiden wordt van de mantel van de vatcap door een scheurlipopening en waarbij de mantel ter hoogte van de scheurlipopening een derde paar scheurlijnen omvat. De huidige uitvinding betreft eveneens een vat voorzien van vatcap, een matrijs en een bier op vat.

Description

CAP VOOR VATEN
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een vatcap voor een vat, zoals een biervat. De uitvinding betreft eveneens een vat voorzien van voorgenoemde vatcap, een matrijs voor het produceren van voorgenoemde vatcap en een bier op vat, waarbij het vat waarin het bier zich bevindt voorzien is van voorgenoemde vatcap.
STAND DER TECHNIEK Het afsluiten van de vatkop van vaten is essentieel om te verhinderen dat stof en andere ongewenste partikels zich ophopen in en rond de vatkop van het vat. Dit is bijvoorbeeld van belang wanneer het vat in een onoverdekte ruimte wordt gestockeerd en blootgesteld wordt aan verschillende weercondities. Om vaten te beveiligen tegen fraude is het bovendien belangrijk dat de vaten niet onopgemerkt opnieuw gesloten kunnen worden na opening. Een manier om deze punten te verwezenlijken is om de vaten te voorzien van een vatcap. Er zijn reeds verschillende vatcappen op de markt, zoals bijvoorbeeld beschreven in GB 2 319 019 en BE 1 008 450. Vaak bestaan deze vatcappen uit een afdekschijf en een aangrenzende mantel, waarbij de mantel de perimeter van de kraag van de vatkop van het val omgeeft. Het probleem is echter dat deze vatcappen vaak niet nauw genoeg aansluiten op de vatkop van het vat, zodat ze na opening onopgemerkt opnieuw op het vat geplaatst kunnen worden. Hierdoor is het vat onvoldoende beschermd tegen fraude of poging tot fraude. Ook kunnen stof en andere ongewenste partikels zich ophopen in en rond de vatkop van het val. De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde probiemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
° BE2021/5497 De uitvinding betreft een vatcap voor een vat volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder, de uitvinding betreft een vatcap voor een vat, zoals een biervat, waarbij het vat een vatkop voor het afvullen van het vat omvat, waarbij de vatcap een afdekschijf en een hiermee aangrenzende mantel omvat, waarbij de binnenwand van genoemde mantel voorzien is van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen langsheen de omtrek van de mantel, waarbij de hoek van het sperorgaan met de binnenwand van de mantel gelegen is tussen 15 graden en 40 graden, de vatcap een losmaakbaar gedeelte voor het verwijderen van de vatcap van de vatkop omvat, waarbij dit losmaakbaar gedeelte begrensd wordt door een eerste en een tweede paar scheurlijnen, waarbij het eerste paar scheurlijnen zich uitstrekt over de volledige diameter van de afdekschijf van de vatcap en zich aan het ene uiteinde van de afdekschijf van de vatcap verderzet in twee openingen die uitmonden in het tweede paar scheurlijnen en aan het andere uiteinde van de afdekschijf uitmondt in een scheurlip, waarbij de scheurlip gescheiden wordt van de mantel van de vatcap door een scheurlipopening en waarbij de mantel ter hoogte van de scheurlipopening een derde paar scheurlijnen omvat.
Voorkeursuitvoeringsvormen van deze vatcap worden weergegeven in conclusies 2 tot en met 11. Door de vatcap te voorzien van sperorganen die een hoek tussen 15 graden en 40 graden met de binnenwand van de mantel vormen, kan de vatcap nauw en stevig aansluiten op de vatkop van het vat en is het onmogelijk om de vatcap te verwijderen zonder deze te breken of te scheuren in meerdere onderdelen, Hierdoor blijft fraude dus niet onopgemerkt.
Wanneer de vatcap toch op een niet-correcte wijze wordt verwijderd van de vatkop, kan ook het derde paar scheurlijnen doorscheuren.
Wanneer het derde paar scheurlijnen gescheurd is, kan dit dus indicatief zijn voor fraude.
Aangezien de vatcap nauw aansluit op de vatkop zal bovendien de ophoping van stof en andere ongewenste partikels in en rond de vatkop vermeden worden.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een vat voorzien van voorgenoemde vatcap.
In een volgend aspect betreft de uitvinding een matrijs voor het produceren van voorgenoemde vatcap.
In een laatste aspect betreft de uitvinding een bier op vat, waarbij het vat voorzien is van voorgenoemde vatcap.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een bovenaanzicht van de vatcap volgens onderhavige uitvinding. Figuur 2 toont een zijaanzicht van de vatcap volgens onderhavige uitvinding. Figuur 3 toont een doorsnede van de vatcap volgens onderhavige uitvinding in zijaanzicht waarop de sperorganen en de tussenribben duidelijk zichtbaar zijn. Figuur 4 toont een detailbeeld van een sperorgaan van de vatcap volgens onderhavige uitvinding gekoppeld met de kraag van de vatkop van het vat. Figuur 5 toont een boven- en een onderaanzicht van de vatcap volgens onderhavige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment, De termen “omvatten”, "omvattende", “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevallen”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek, Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een vatcap voor een vat, zoals een biervat, waarbij het vat een vatkop voor het afvullen van het vat omvat, waarbij de vatcap een afdekschijf en een hiermee aangrenzende mantel omvat, waarbij de vatcap een losmaakbaar gedeelte voor het verwijderen van de vatcap van de vatkop omvat, waarbij dit losmaakbaar gedeelte begrensd wordt door een eerste en een tweede paar scheurlijnen, waarbij het eerste paar scheurlijnen zich uitstrekt over de volledige diameter van de afdekschijf van de vatcap en waarbij de binnenwand van genoemde mantel voorzien is van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen langsheen de omtrek van de mantel, waarbij laatstgenoemde in gekoppelde spertoestand elastisch kan aandrukken tegen de kraag van de vatkop.
De werking van de vatcap is gebaseerd op het verend effect van de sperorganen.
Deze sperorganen zijn verbonden met de mantel van de vatcap en bevinden zich langsheen de omtrek van de mantel.
Bij het plaatsen van de vatcap over de kraag van de vatkop buigen de sperorganen richting de mantel en maken aldus montage mogelijk van de valcap.
Eenmaal over de kraag van de vatkop aangebracht veren de sperorganen opnieuw naar binnen, Cruciaal voor het nauw aansluiten van de vatcap op de vatkop van het vat is de hoek die gevormd wordt tussen het sperorgaan en de binnenwand van de mantel.
Deze hoek moet enerzijds voldoende groot zijn zodat de sperorganen kunnen verhinderen dat de vatcap in één stuk van de vatkop verwijderd kan worden na plaatsing, maar moet anderzijds zo klein mogelijk zijn opdat de vatcap voldoende nauw aansluit op de valkop, De vatcap volgens huidige uitvinding is van die aard dat de hoek van het sperorgaan met de binnenwand van de mantel van de vatcap gelegen is tussen 15 graden en 40 graden, bij voorkeur gelegen tussen 20 graden en 36 graden.
Sperorganen die een hoek met de binnenwand vormen van een dergelijke grootte-orde maken het mogelijk dat de vatcap nauw en stevig genoeg aansluit op de vatkop van het vat.
Hierdoor is het onmogelijk om de vatcap te verwijderen zonder deze te breken of te scheuren in meerdere onderdelen en wordt bovendien de ophoping van stof en andere ongewenste partikels ter hoogte van de vatkop van het vat verhinderd.
Alvorens het vat aangesloten kan worden, moet de vatcap verwijderd worden.
Gezien het ontwerp van de vatcap, kan dit enkel op een gecontroleerde manier gebeuren middels het doorscheuren van de vatcap.
Om de vatcap op een gecontroleerde manier te openen, is de vatcap dusdanig voorzien van een losmaakbaar gedeelte dat van de valcap losgemaakt kan worden middels scheurijnen,
> BE2021/5497 In een uitvoeringsvorm zet het eerste paar scheurljnen van het losmaakbaar gedeelte van de vatcap zich aan het ene uiteinde van de afdekschijf van de vatcap verder in twee openingen die uitmonden in het tweede paar scheurliinen en mondt het eerste paar scheurlijnen aan het andere uiteinde van de afdekschijf uit in een scheurlip. De scheurlip wordt gescheiden van de mantel van de vatcap door een scheurlipopening. De mantel van de vatcap is ter hoogte van de scheurlipopening voorzien van een derde paar scheurlijnen. Door het voorzien van het tweede paar scheurljnen in de vatcap, kan het losmaakbaar gedeelte, bij opening van de vatcap, volledig gescheiden worden van de vatcap. Bij het trekken aan de scheurlip, zullen dus het eerste paar scheurlijnen, de openingen in de mantel en het tweede paar scheurlijnen ervoor zorgen dat het losmaakbaar gedeelte op een gecontroleerde manier volledig wordt verwijderd van de vatcap en deze laatstgenoemde kan losgekoppeld worden van de vatkop van het vat, Door het verwijderen van het losmaakbaar gedeelte, kan de vatcap niet in één geheel teruggeplaatst worden en kan het openen van de vatcap niet onopgemerkt gebeuren. Het openen van de vatcap op een gecontroleerde manier (via de scheurlip) biedt dus de beste indicatie dat er niet met het vat is gefraudeerd.
Bij voorkeur kan het losmaakbaar gedeelte vlot verwijderd worden van de vatcap. In een voorkeursuitvoeringsvorm vormen het gedeelte van het losmaakbaar gedeelte in de afdekschijf en het gedeelte in de mantel dan ook één stijf geheel. Hierdoor kan het laatste gedeelte van het losmaakbaar gedeelte, het gedeelte in de mantel, middels een hefboomeffect vlot verwijderd worden. De twee openingen in de mantel als verderzetting van het eerste paar scheurlijnen, zorgen ervoor dat de lengte van het tweede paar scheurljnen gereduceerd kan worden, wat op zijn beurt het verwijderen van het losmaakbaar gedeelte vergemakkelijkt, Wanneer de vatcap op een niet-correcte wijze wordt verwijderd van de vatkop, kan ook het derde paar scheurlijnen doorscheuren. Wanneer het derde paar scheurljnen gescheurd is, kan dit dus indicatief zijn voor fraude.
De scheurlip en de scheurlipopening hebben als functie om het verwijderen van het losmaakbaar gedeelte te vergemakkelijken, In een uitvoeringsvorm omvat de vatcap verder tussenribben, waarbij deze tussenribben ontspringen uit de binnenzijde van de mantel van de vatcap en waarbij
© BE2021/5497 deze tussenribben, in gekoppelde toestand van de vatcap en het vat, de kraag van de vatkop van het vat omgeven.
In een uitvoeringsvorm zijn de tussenribben ten minste aan weerszijden van elk sperorgaan gepositioneerd.
Deze tussenribben hebben als functie om de vatcap nauw te laten aansluiten op de kraag van de vatkop van het vat.
Deze tussenribben kunnen eender welke vorm aannemen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de dikte van deze tussenribben gelegen tussen 0.5 mm en 2.5 mm.
Deze dikte is geschikt om de vatcap nauw te laten aansluiten op de diameter van de kraag van de vatkop.
In een uitvoeringsvorm omvat de vatcap verder loskoppelopeningen in de afdekschijf van de vatcap.
Deze loskoppelopeningen zijn noodzakelijk om de sperorganen aan de binnenzijde van de mantel van de vatcap te vormen gedurende het productieproces van de vatcap.
Een dergelijke loskoppelopening bevindt zich dan ook telkens ter hoogte van een sperorgaan.
In een verdere uitvoeringsvorm is de breedte van deze loskoppelopeningen nagenoeg gelijk aan de breedte van de sperorganen.
Verder laten deze loskoppelopeningen toe om de positionering van de sperorganen tegen de kraag van de vatkop visueel te controleren bij het plaatsen van de vatcap op de vatkop van het vat.
De scheurlijnen kunnen zich zowel aan de binnenzijde (de zijde gericht naar de vatkop) als aan de buitenzijde (de zijde gericht naar de buitenomgeving) van de vatcap bevinden.
In een uitvoeringsvorm van de vatcap bevindt het eerste paar scheurlijnen zich aan de buitenzijde van de afdekschijf.
In een andere uitvoeringsvorm van de vatcap bevindt het eerste paar scheurlijnen zich aan de binnenzijde van de afdekschijf, Het voorzien van het eerste paar scheurlijnen, die zich op het horizontaal vlak van de afdekschijf bevinden, aan de binnenzijde van de afdekschijf, zorgt ervoor dat de buitenzijde van de afdekschijf een vlak geheel zonder reliëf vormt.
Hierdoor kan deze buitenzijde van de afdekschijf eenvoudig bedrukt worden met tekst en/of één of meerdere illustraties, Ook zorgt de plaatsing van het eerste paar scheurijjnen aan de binnenzijde van de afdekschijf ervoor dat de ophoping van stof en andere vervuilende elementen in de groeven van dit eerste paar scheurliinen verhinderd wordt.
In een uitvoeringsvorm is de binnenzijde van de afdekschijf van de vatcap voorzien van een cirkelvormige verhoging of rib, In een verdere uitvoeringsvorm sluit deze cirkelvormige verhoging of rib aan in de holte van de kraag van de vatkop van het val.
De binnendiameter van de afdekschijf van de vatcap omvat de ingeschreven diameter gevormd door de meest centrale rand van de loskoppslopeningen.
In een uitvoeringsvorm is deze binnendiameter van de afdekschijf gelegen tussen 50 mm en 75 mm, bij voorkeur gelegen tussen 52 mm en 72 mm, nog meer bij voorkeur tussen 55 mm en 71 mm.
Een binnendiameter van een dergelijke grootte-orde is geschikt om in gekoppelde toestand van de vatcap met het vat, de kraag van de vatkop voldoende af te sluiten.
Deze binnendiameter moet namelijk groter zijn dan de binnendiameter van de kraag van de vatkop van het vat waarmee de vatcap gekoppeld zal worden.
Wanneer de binnendiameter van de afdekschijf kleiner is, en de meest centrale rand van de loskoppelopeningen dus meer intern gelegen is, zullen de loskoppelopeningen zich bevinden ter hoogte van de binnendiameter van de kraag van de vatkop van het vat en zal de vatkop van het het vat niet beschermd zijn tegen vervuiling van buitenaf, Bij een grotere binnendiameter van de afdekschijf, zullen de loskoppelopeningen te klein zijn om de sperorganen op een degelijke manier te vormen gedurende het productieproces van de vatcap.
De binnenwand van deze mantel is voorzien van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen langsheen de omtrek van de mantel.
De sperdiameter omvat de ingeschreven diameter gevormd door het meest centrale punt van elk van de sperorganen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is deze sperdiameter gelegen tussen 50 mm en 80 mm, bij voorkeur gelegen tussen 52 mm en 75 mm, nog meer bij voorkeur lussen 55 mm en 71 mm.
Een sperdiameter van een dergelijke grootte- orde is geschikt om in gekoppelde toestand met het vat, de kraag van de vatkop voldoende stevig af te sluiten, Wanneer deze sperdiameter groter is, zullen de sperorganen onvoldoende aansluilen en zal de vatcap in één geheel (dus zonder het breken of scheuren van de vatcap) van het val verwijderd kunnen worden, Aangezien de vatcap in deze situatie onbeschadigd is, zal deze onopgemerkt teruggeplaatst kunnen worden en is het vat dusdanig niet meer beschermd tegen fraude.
Wanneer deze sperdiameter te klein is, zal de vatcap niet over de vatkop kunnen geplaatst worden.
In een uitvoeringsvorm is de buitendiameter van de vatcap aan de bovenzijde, dit is de zijde van de afdekschijf, gelegen tussen 50 mm en 100 mm, bij voorkeur lussen 65 mm en 85 mm, nog meer bij voorkeur tussen 70 mm en 80 mm.
In een uitvoeringsvorm is de buitendiameter van de vatcap aan de tegenoverliggende zijde, de onderzijde, gelegen tussen 50 mm en 100 mm, bij voorkeur tussen 65 mm en 85 mm, nog meer bij voorkeur tussen 71 mm en 81 mm.
Een buitendiameter van een dergelijke grootte-orde maakt het mogelijk om voldoende tussenribben en sperorganen met een geschikte breedte te plaatsen langsheen de omtrek van de binnenwand. Bij voorkeur omvat de mantel aan de onderzijde een perifeer uitstekende rand. Bij voorkeur is deze perifeer uitstekende rand volledig en ononderbroken. De bovengenoemde rand dient als verstevigingselement voor de mantel, waardoor deze een grotere stijfheid krijgt en scheuren wordt voorkomen tijdens het aanbrengen en bevestigen van de vatcap op de kraag.
De hoogte van de mantel en/of de rand van de mantel, evenals hun dikte, worden gekozen in oversenstemming met het type vat en vatkop waarvoor de vatcap bedoeld is. In een uitvoeringsvorm van de vatcap is de hoogte van de vatcap gelegen tussen 10 mm en 20 mm, bij voorkeur tussen 12 mm en 18 mm, nog meer bij voorkeur tussen 16 mm en 17 mm, nog meer bij voorkeur tussen 16.5 mm en 16,6 mm. Een vatcap met een dergelijke hoogte maakt het mogelijk om sperorganen te voorzien die een geschikte hoogte hebben om de vatkop stevig te omsluiten. In een uitvoeringsvorm is de hoogte van de sperorganen, gemeten vanaf hun vertrekpunt uit de onderzijde van de mantel van de vatcap, bij voorkeur gelegen tussen 4 mm en 10 mm, nog meer bij voorkeur tussen 5 mm en 9 mm.
De vatcap kan vervaardigd zijn uit eender welk materiaal gekend uit de stand der techniek, In een uitvoeringsvorm wordt de vatcap vervaardigd ui een thermoplastisch polymeer. In sen uitvoeringsvorm wordt de vatcap vervaardigd uit polystyreen. In een verdere uitvoeringsvorm wordt de vatcap vervaardigd uit gerecycleerd polystyreen. Gerecycleerd polystyreen biedt een ecologisch alternatief voor niet-gerecycleerd polystyreen. In een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm wordt de vatcap vervaardigd uit polypropyleen, bij voorkeur middels een spuitgietproces. Polypropyleen is een thermopiastisch polymeer dat stevigheid en elasticiteit combineert. Dit heeft als voordeel dat de vatcap geïnstalleerd kan worden zonder breuk. De sperorganen moeten namelijk eerst richting de mantel buigen, alvorens terug te veren naar binnen, dit vereist een zekere elasticiteit van het materiaal, Deze eigenschappen zorgen er verder ook voor dat de vatcap bij het openen minder snel zal breken in ongewenste kleine onderdelen, Hierdoor is het risico kleiner dat er onderdelen van de vatcap in de vatkop van het vat terecht komen. In een verdere uitvoeringsvorm is de vatcap vervaardigd uit gerecycleerd polypropyleen. Gerecycleerd polypropyleen biedt een ecologisch alternatief voor niet-gerecycieerd polypropyleen.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een vat voorzien van voorgenoemde vatcap. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het vat voorzien van een vatkop met een kraag. De kraag van de vatkop van het vat kan eender welk profiel aannemen. Door een vat te voorzien met voorgenoemde vatcap kan het vat beschermd worden tegen fraude.
Het ontwerp van de vatcap is namelijk van die aard dat de vatcap nauw en stevig aansluit tegen de vatkop van het val. Hierdoor kan de vatcap niet onopgemerkt verwijderd worden, waardoor het frauduleus openen van het vat verhinderd wordt. Bovendien wordt de ophoping van stof en andere ongewenste partikels in de vatkop van het vat vermeden, Het vat kan eender welke vorm en afmetingen aannemen. In een uitvoeringsvorm is de binnendiameter van de kraag van de valkop gelegen tussen 52 mm en 75 mm. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de binnendiameter van de kraag van de vatkop kleiner dan de binnendiameter van de afdekschijf van de vatcap.
In een derde aspect betreft de uitvinding een matrijs voor het produceren van voorgenoemde valcap middels een spuitgietproces. De matrijs kan vervaardigd zijn uit eender welk materiaal gekend uit de stand der techniek, In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de matrijs vervaardigd uit staal. Staal is een stevig en slijtvast materiaal, waardoor de levensduur van de matrijs verlengd wordt, In een uitvoeringsvorm bestaat de matrijs uit verschillende onderdelen, waarbij de onderdelen zo geconstrueerd zijn dat, nadat het thermoplastisch polymeer is ingespoten en de ingesloten lucht is ontsnapt, het gevormde product gemakkelijk en vooral snel uit de matrijs verwijderd kan worden.
De vatcap kan gebruikt worden voor het beveiligen van een vat met eender welke inhoud. In een uitvoeringsvorm wordt de vatcap gebruikt voor het beveiligen van een vat met een vloeistof als inhoud. De vatcap kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het beveiligen van een vat met als inhoud cider, wijn, olie, etc. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de vatcap gebruikt voor het beveiligen van een vat met bier als inhoud. In een laatste aspect betreft de uitvinding een bier op vat, waarbij het vat voorzien is van voorgenoemde vatcap. Door het bier te stockeren in een val met voorgenoemde vatcap, zal het bier beschermd zijn tegen fraude en zal de kwaliteit en kwantiteit van het bier niet onopgemerkt gewijzigd kunnen worden.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding iHustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren,
FIGUREN FIGUUR 1: Figuur 1 toont een bovenaanzicht van de vatcap 1 volgens onderhavige uitvinding. De vatcap 1 bestaat uit een afdekschijf 2 en een aangrenzende mantel 3. De binnenwand van deze mantel is voorzien van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen 4 langsheen de omtrek van de mantel 3. Deze sperorganen kunnen in gekoppelde spertoestand elastisch tegen de kraag van de vatkop aandrukken (niet getoond). Wegens deze sperorganen 4 is het onmogelijk om de vatcap 1 te verwijderen van de vatkop zonder de vatcap 1 te breken of te scheuren in meerdere onderdelen, Om de vatcap 1 op een gecontroleerde manier van de vatkon van het val te verwijderen, is de vatcap 1 voorzien van een losmaakbaar gedeelte 5. Dit losmaakbaar gedeelte 5 wordt begrensd door een eerste paar scheurltjnen (niet zichtbaar) die zich aan de binnenzijde van de afdekmantel van de vatcap bevinden en een tweede paar scheurlijnen (niet zichtbaar) ter hoogte van de mantel van de vatcap. Het eerste paar scheurlijnen strekt zich uit over de volledige diameter van de afdekschijf 2 van de vatcap 1 en zet zich aan het ene uiteinde van de afdekschijf 2 van de vatcap 1 verder in twee openingen {niet zichtbaar) die uitmonden in het tweede paar scheurlijnen in de mantel van de vatcap 1. Het eerste paar scheurljnen mondt aan het andere uiteinde van de afdekschijf 2 uit in een scheurlip 8. De gewenste scheurrichting wordt aangegeven met een pij! 9. De vatcap 1 omvat loskoppelopeningen 10 in de afdekschijf 2. Deze openingen 10 maken het mogelijk om de sperorganen 4 te vormen gedurende de productie van de vatcap 1 en om de positie van de sperorganen 4 visueel te controleren bij het plaatsen van de valcap 1 over de vatkop van het vat, De binnendiameter 11 van de afdekschijf 2 van de vatcap 1 omvat de ingeschreven diameter gevormd door de meest centrale rand van de loskoppelopeningen 10 en bedraagt in de uitvoeringsvorm van onderhavige figuur 55,2 mm, Een binnendiameter 11 van een dergelijke grootte-orde is geschikt om in gekoppelde toestand met het vat, de kraag van de vatkop voldoende af te sluiten. Deze binnendiameter 11 moet namelijk groter zijn dan de binnendiameter van de kraag van de vatkop van het vat waarmee de vatcap 1 gekoppeld zal worden, De buitenkant van de mantel 3 heeft aan de onderzijde een perifeer uitstekende ononderbroken rand 20. De bovengenoemde rand 20 dient als verstevigingselement
& BE2021/5497 voor de mantel 3, waardoor deze een grotere stijfheid krijgt en scheuren wordt voorkomen tijdens het aanbrengen en bevestigen van de vatcap 1 op de kraag van de vatkop.
FIGUUR 2: Figuur 2 toont een zijaanzicht van de vatcap 1 volgens onderhavige uitvinding. Op de figuur is een deel van de mantel 3 weggelaten zodat een gedeelte van de binnenkant van de vatcap 1 zichtbaar is. De buitenkant van de mantel 3 heeft aan de onderzijde een perifeer uitstekende ononderbroken rand 20. De scheurlip 8 van het losmaakbaar gedeelte 5 wordt gescheiden van de mantel 3 van de vatcap 1 door een scheurlipopening 12. De mantel 3 omvat ter hoogte van deze scheurlipopening 12 een derde paar scheurljnen 13a,13b. Het tweede paar scheurlijnen (niet zichtbaar) en het derde paar scheurlijnen 13a,13b kan doorscheuren wanneer de vatcap op een niet-correcte wijze verwijderd wordt. De binnenwand van deze mantel 3 is voorzien van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen 4 langsheen de omtrek van de mantel 3. De sperdiameter 14 omvat de ingeschreven diameter gevormd door het meest centrale punt 4a van elk van de sperorganen 4 en bedraagt 57.6 mm in de uitvoeringsvorm van onderhavige figuur. Een sperdiameter 14 van een dergelijke grootte-orde is geschikt om in gekoppelde toestand met het vat, de kraag van de vatkop voldoende stevig af te sluiten, Wanneer deze sperdiameter 14 groter is, zullen de sperorganen 4 onvoldoende aansluiten op de vatkop (niet getoond} en zal de vatcap 1 in één geheel (dus zonder breuk van de vatcap 1) van het val verwijderd kunnen worden. Aangezien de vatcap 1 onbeschadigd is in deze situatie, zal deze onopgemerkt teruggeplaatst kunnen worden en is het vat dusdanig niet meer beschermd tegen fraude, Wanneer deze sperdiameter 14 te klein is, zal de vatcap 1 niet over de vatkop kunnen geplaatst worden, Tussen de sperorganen 4 zijn tussenribben 16 geplaatst, Deze tussenribben 16 ontspringen uit de binnenzijde van de mantel 3 van de vatcap 1 en omgeven in gekoppelde toestand de kraag van de vatkop van het val. Deze tussenribben 16 hebben als functie om de vatcap 1 zo nauw mogelijk te laten aansluiten op de diameter van de kraag van de vatkop. De buitendiameter aan de bovenzijde 17a van de vatcap 1 bedraagt 71.4 mm. De buitendiameter aan de onderzijde 17b van de vatcap 1 bedraagt 72.6. De hoogte 18 van de vatcap 1 bedraagt 16.5 mm in de uitvoeringsvorm van onderhavige figuur, Een vatcap 1 met een dergelijke hoogte 18 maakt het mogelijk om sperorganen 4 te voorzien die een geschikte hoogte hebben om de vatkop stevig te omsluiten,
FIGUUR 3: Figuur 3 toont een doorsnede van de vatcap 1 volgens onderhavige uitvinding in zijaanzicht waarop de sperorganen 4 en de tussenribben 16 duidelijk zichtbaar zijn. De tussenribben 16 zijn aan weerszijden van de sperorganen 4 gepositioneerd. Bij het plaatsen van de vatcap 1 over de kraag van de vatkop (niet getoond) buigen de sperorganen 4 richting de mantel 3 en maken aldus montage mogelijk van de vatcap
1. Eenmaal over de kraag van de vatkop aangebracht veren de sperorganen 4 opnieuw naar binnen en verhinderen dat de vatcap 1 in een geheel verwijderd kan worden. De sperorganen 4 kunnen in gekoppelde spertoestand dus slastisch aandrukken tegen de kraag van de vatkop. Aan de linkerzijde van de figuur is een doorsnede van een tussenrib 16 zichtbaar. Deze tussenribben 16 hebben als functie om de vatcap 1 zo nauw mogelijk te laten aansluiten op de diameter van de kraag van de vatkop. De buitenkant van de mantel 3 heeft aan de onderzijde een perifeer uitstekende ononderbroken rand 20.
FIGUUR 4: Figuur 4 toont een detailbeeld van een sperorgaan 4 van de vatcap 1 gekoppeld met de kraag 19 van de vatkop van het val, Het sperorgaan 4 kan in gekoppelde spertoestand elastisch aandrukken tegen de kraag 19 van de vatkop. De werking van de vatcap 1 is gebaseerd op het verend effect van de sperorganen 4, Bij het plaatsen van de vatcap 1 over de kraag 19 van de vatkop buigen de sperorganen 4 richting de mantel 3 en maken aldus montage mogelijk van de valcap 1. Eenmaal over de kraag 19 van de vatkop aangebracht veren de sperorganen 4 opnieuw naar binnen. Cruciaal voor het correct afsluiten van de vatkop van het vat met de vatcap 1 is de hoek a die gevormd wordt tussen het sperorgaan 4 en de binnenwand van de mantel
3. Deze hoek a moet enerzijds voldoende groot zijn zodat het sperorgaan 4 kan verhinderen dat de vatcap 1 in één stuk van de vatkop verwijderd kan worden na plaatsing, maar moet anderzijds zo klein mogelijk zijn opdat de vatcap 1 voldoende nauw aansluit op de vatkop. De binnenzijde van de afdekschijf 2 van de vatcap is voorzien van een cirkelvormige verhoging of rib 22 die aansluit in de holte 23 van de kraag 19 van de vatkop van het val. De buitenkant van de mantel 3 heeft aan de onderzijde een perifeer uitstekende ononderbroken rand 20. FIGUUR 5: Figuur 5A en 5B tonen een bovenaanzicht en een onderaanzicht, respectievelijk, van de vatcap 1 voigens onderhavige uitvinding, De valcap 1 bestaat uit een afdekschijf 2 en een aangrenzende mantel 3. De binnenwand van deze mantel 3 is voorzien van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen 4 langsheen de omtrek van de mantel 3. Tussenribben 16 zijn aan weerszijden van de sperorganen 4 gepositioneerd. Het losmaakbaar gedeelte 5 wordt begrensd door een eerste paar scheurlijnen 5a,6b die zich aan de binnenzijde van de afdekschijf 2 van de vatcap 1 bevinden. Dit eerste paar scheurlijnen 6a,6b strekt zich uit over de volledige diameter van de afdekschijf 2 van de vatcap 1 en zet zich aan het ene uiteinde van de afdekschijf 2 van de vatcap 1 verder in twee openingen 7a,7b die uitmonden in het tweede paar scheurlijnen Zia,21b in de mantel 3 van de vatcap 1. Het eerste paar scheurlijnen 6a,6b mondt aan het andere uiteinde van de afdekschijf 2 uit in een scheurlip 8. De scheurlip 8 is gescheiden van de mantel 3 door een scheurlipopening
12. Ter hoogte van deze opening 12 is de vatcap 1 voorzien van een derde paar scheurlijnen 13a,13b in de mantel 3 van de vatcap 1. De vatcap 1 omvat loskoppelopeningen 10 in de afdekschijf 2. Deze loskoppelopeningen 10 maken het mogelijk om de sperorganen 4 te vormen gedurende de productie van de vatcap 1 en om de positie van de sperorganen 4 visueel te controleren bij het plaatsen van de vatcap 1 over de vatkop van het vat (niet getoond). De binnenzijde van de afdekschijf 2 van de vatcap is voorzien van sen cirkelvormige verhoging of rib 22 die aansluit in de holte van de kraag van de vatkop van het vat (niet getoond). De buitenkant van de mantel 3 heeft aan de onderzijde een perifeer uitstekende ononderbroken rand
20.

Claims (14)

CONCLUSIES
1. Vatcap (1) voor een vat, zoals een biervat, waarbij het vat een vatkop voor het afvullen van het vat omvat, waarbij de vatcap (1) een afdekschijf (2) en een hiermee aangrenzende mantel (3) omvat, waarbij de binnenwand van genoemde mantel (3) voorzien is van een veelvoud van inwendig gerichte verende sperorganen (4) langsheen de omtrek van de mantel (3), waarbij de hoek (a} van het sperorgaan (4) met de binnenwand van de mantel (3) gelegen is tussen 15 graden en 40 graden, waarbij de vatcap (1) een losmaakbaar gedeelte (5) voor het verwijderen van de vatcap (1) van de vatkop omvat, waarbij dit losmaakbaar gedeelte (5) begrensd wordt door een eerste (Ga,6b) en een tweede paar scheurlijnen (21a, 21b), waarbij het eerste paar scheurlijnen (6a,6b) zich uitstrekt over de volledige diameter van de afdekschijf {2} van de valcap (1) en zich aan het ene uiteinde van de afdekschijf (2) van de vatcap (1) verderzet in twee openingen (7a,7b) die uitmonden in het tweede paar scheurlijnen (21a,21b) en aan het andere uiteinde van de afdekschijf (2) uitmondt in een scheurlip (8), waarbij de scheurlip (8) gescheiden wordt van de mantel (3) van de vatcap (1) door een scheurlipopening {12}, met het kenmerk, dat de mantel! (3) ter hoogie van de scheurlipopening (12) een derde paar scheurlijnen (13a,13b} omvat.
2. Vatcap (1) volgens conclusie 1, waarbij de hoek (a) van het sperorgaan (4) met de binnenwand van de mantel (3) gelegen is tussen 20 graden en 36 graden,
3. Vatcap (1) volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende tussenribben (16), waarbij deze tussenribben (16) ontspringen uit de binnenzijde van de mantel (3) van de vatcap (1) en waarbij deze tussenribben (16) in gekoppelde toestand de kraag van de vatkop van het vat omgeven,
4, Vatcap (1) volgens conciusie 3, waarbij de tussenribben (16) ten minste aan weerszijden van elk sperorgaan (4) gepositioneerd zijn.
5. Vatcap (1) volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende loskoppelopeningen (10) in de afdekschijf (2) van de vatcap (1).
&. Vatcap (1} volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste paar scheurlijnen (6a,6b) zich aan de binnenzijde van de afdekschijf (2) bevindt.
7. Vatcap (1) volgens één der voorgaande conclusies 5-6, waarbij de binnendiameter (11) van de afdekschijf (2) van de vatcap (1) de ingeschreven diameter gevormd door de meest centrale rand van de loskoppelopeningen (10) omvat en waarbij deze diameter gelegen is tussen 50 mm en 75 mm.
8. Vatcap (1} volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de sperdiameter (14) de ingeschreven diameter gevormd door het meest centrale punt van elk van de sperorganen (4) omvat en waarbij deze diameter gelegen is tussen 50 mm en 80 mm.
9, Vatcap (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoogte (18) van de vatcap gelegen is tussen 10 mm en 20 mm.
10. Vatcap (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoogte van de sperorganen (4) gelegen is tussen 4 mm en 10 mm.
il, Valcap (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de vatcap (1) vervaardigd wordt uit polypropyleen of polystyreen, bij voorkeur middels een spuitgietproces.
12, Val voorzien van vatcap (1) volgens één der conclusies 1-11,
13, Matrijs voor het produceren van een valcap (1) volgens één der conclusies 1- 11 middels een spuitgietproces.
14. Bier op vat, waarbij het vat voorzien is van een vatcap (1) volgens één der conclusies 1-11.
BE20215497A 2021-06-25 2021-06-25 Cap voor vaten BE1029529B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215497A BE1029529B1 (nl) 2021-06-25 2021-06-25 Cap voor vaten
EP22180919.7A EP4108593B1 (en) 2021-06-25 2022-06-24 Tamper proof seal

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215497A BE1029529B1 (nl) 2021-06-25 2021-06-25 Cap voor vaten

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029529A1 BE1029529A1 (nl) 2023-01-25
BE1029529B1 true BE1029529B1 (nl) 2023-01-30

Family

ID=76807444

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215497A BE1029529B1 (nl) 2021-06-25 2021-06-25 Cap voor vaten

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4108593B1 (nl)
BE (1) BE1029529B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0652160A1 (en) * 1993-11-06 1995-05-10 Lawson Mardon Sutton Ltd. Snap-on cap for a beer keg
BE1008450A6 (nl) * 1994-05-11 1996-05-07 Gevaplast Vat, i.h.b. biervat, voorzien van een afdekkap en werkwijze voor het vervaardigen van de afdekkap.
GB2319019A (en) * 1996-11-06 1998-05-13 Rankin Brothers & Sons Tamper Proof Seal
EP1007429A1 (fr) * 1996-04-12 2000-06-14 Gevaplast Fermeture encliquetable pour un fut a biere

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0652160A1 (en) * 1993-11-06 1995-05-10 Lawson Mardon Sutton Ltd. Snap-on cap for a beer keg
BE1008450A6 (nl) * 1994-05-11 1996-05-07 Gevaplast Vat, i.h.b. biervat, voorzien van een afdekkap en werkwijze voor het vervaardigen van de afdekkap.
EP1007429A1 (fr) * 1996-04-12 2000-06-14 Gevaplast Fermeture encliquetable pour un fut a biere
GB2319019A (en) * 1996-11-06 1998-05-13 Rankin Brothers & Sons Tamper Proof Seal

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029529A1 (nl) 2023-01-25
EP4108593C0 (en) 2024-04-03
EP4108593A1 (en) 2022-12-28
EP4108593B1 (en) 2024-04-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8109404B2 (en) Cap for shipping and storage containers including two types of tamper evidence
US9790009B2 (en) Closure caps
NO142704B (no) Sikkerhets-lukkeanordning for plastbeholder.
US4607759A (en) Sealing cap having frangible means
CN105073592A (zh) 具有未损坏保证元件的塑料密闭盖
AU2004274263B2 (en) Synthetic resin cap, closing device, and container-packed beverage
US4437593A (en) Overcap for spice canister
FI83501B (fi) Anordning foer tillslutning av behaollare.
JPH06255661A (ja) 不正開封表示蓋
US20140166659A1 (en) Package formed by container and overcap
GB1569946A (en) Container and closure assemblies
NL8006633A (nl) Houder.
JPH09502411A (ja) 悪戯防止リングを備えた閉鎖キャップ
US9994369B2 (en) Tamper evident and resistant container
RU2703348C2 (ru) Укупорочные колпачки
US20080232927A1 (en) Protective cap
BE1029529B1 (nl) Cap voor vaten
RU190576U1 (ru) Крышка для ёмкости
US6923333B2 (en) Tamper resistant plastic industrial container with pail, cover and pour spout closure
BE1015497A4 (nl) Zelfverzegelende vatkap.
CA1137029A (en) Tamper proof container
US20070158295A1 (en) Tamper-evidencing container and closure structures
FR2738802A1 (fr) Dispositif de bouchage anti-fraude
JP6663272B2 (ja) ヒンジキャップ
AU2010305305A1 (en) Safety rings for liquid containers

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230130