BE1029522B1 - Decoratief paneel - Google Patents

Decoratief paneel Download PDF

Info

Publication number
BE1029522B1
BE1029522B1 BE20215702A BE202105702A BE1029522B1 BE 1029522 B1 BE1029522 B1 BE 1029522B1 BE 20215702 A BE20215702 A BE 20215702A BE 202105702 A BE202105702 A BE 202105702A BE 1029522 B1 BE1029522 B1 BE 1029522B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
panel
edge
closing
plane
locking
Prior art date
Application number
BE20215702A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029522A1 (nl
Inventor
Hannes Meerschman
Bryan Rollier
Original Assignee
Flooring Ind Ltd Sarl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd Sarl filed Critical Flooring Ind Ltd Sarl
Priority to CN202280045013.3A priority Critical patent/CN117561361A/zh
Priority to EP22730991.1A priority patent/EP4359621A1/en
Priority to PCT/IB2022/055376 priority patent/WO2022269402A1/en
Publication of BE1029522A1 publication Critical patent/BE1029522A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029522B1 publication Critical patent/BE1029522B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02038Flooring or floor layers composed of a number of similar elements characterised by tongue and groove connections between neighbouring flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/10Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials
    • E04F15/105Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials of organic plastics with or without reinforcements or filling materials
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/10Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials
    • E04F15/107Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials composed of several layers, e.g. sandwich panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0138Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels perpendicular to the main plane
    • E04F2201/0146Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels perpendicular to the main plane with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement
    • E04F2201/0161Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement with snap action of the edge connectors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

Decoratief paneel (1) met een thermoplastisch substraat (16) of met een substraat dat één of meerdere lagen bevat die uitzetten onder de invloed van temperatuur, met aan één zijde een decorlaag (18) en met mechanische koppeldelen (6, 7) aan een eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3). Het paneel bevat aan dit paar randen een eerste, tweede, derde en vierde sluitvlak (11, 12, 13, 14), alle substantieel loodrecht op het paneel. Het derde sluitvlak (13) ligt onder het eerste sluitvlak (11); en het vierde sluitvlak (14) ligt onder het tweede sluitvlak (12). Bij koppelen van twee dergelijke panelen sluiten het eerste en het tweede sluitvlak bij elkaar aan en sluiten het derde en het vierde sluitvlak bij elkaar aan.

Description

Decoratief paneel De uitvinding betreft een decoratief paneel met een substraat uit een thermoplastisch polymeer of met een substraat dat één of meerdere lagen bevat die uitzetten onder de invloed van temperatuur. Het decoratief paneel bevat koppeldelen met vergrendelsystemen zodat de panelen mechanisch aan elkaar gekoppeld kunnen worden, bijvoorbeeld tot een zwevend geïnstalleerde vloerbekleding.
WO2011/077311A2 beschrijft panelen voor het vormen van een vloerbekleding. Het paneel bevat aan minstens twee tegenoverliggende randen koppeldelen van het type dat toelaat dat twee dergelijke panelen mechanisch aan elkaar kunnen worden gekoppeld; waarbij deze koppeldelen een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de voornoemde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt. De panelen bevatten een substraat dat zacht polyvinylchloride bevat.
Panelen met een substraat uit een thermoplastisch polymeer hebben het nadeel dat ze onderhevig kunnen zijn aan uitzetting en inkrimping bij verandering van temperatuur. Dit kan bij bekledingen die bestaan uit dergelijke panelen in bepaalde gevallen tot vervormingen in de bekleding leiden, die de bekleding visueel niet aantrekkelijk meer maakt.
De uitvinding heeft als doelstelling om panelen te bieden waarbij nadelige gevolgen in de bekleding door thermische uitzetting en inkrimping van de panelen vermeden worden. De uitvinding betreft een decoratief paneel, bij voorkeur waarbij het paneel aan slechts één van zijn twee zijden een decorlaag bevat, waarbij het paneel een substraat en een toplaag bevat, waarbij de toplaag de decorlaag en optioneel een slijtlaag bevat, waarbij het substraat één of meerdere thermoplastische lagen bevat of waarbij het substraat een thermoplastisch substraat is of waarbij het substraat één of meerdere lagen bevat die uitzetten onder de invloed van temperatuur; waarbij het paneel een eerste paar tegenoverliggende randen bevat, waarvan een eerste rand en een tweede rand, waarbij de eerste rand een mannelijk koppeldeel bevat en de tweede rand een vrouwelijk koppeldeel bevat zodat de eerste rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt; waarbij de eerste rand in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand; waarbij de tweede rand in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de tweede rand, waarbij in gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het eerste sluitvlak van het paneel en het tweede sluitvlak van het ander dergelijk paneel bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak contact maken of waarbij de afstand tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm.
Het decoratief paneel wordt daardoor gekenmerkt dat de eerste rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak een derde sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand; dat de tweede rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak een vierde sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand; waarbij in gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het derde sluitvlak van het paneel en het vierde sluitvlak van het ander dergelijk paneel bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak contact maken of waarbij de afstand tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm. Proeven met deze panelen hebben aangetoond dat visueel nadelige vervormingen in bekledingen met deze panelen bij verandering van temperatuur vermeden worden.
Opstuiken van de randen van de panelen bij verhoging van de temperatuur treedt niet meer op. Er wordt vermoed dat het toevoegen van het derde en het vierde sluitvlak, en hun contact of hun zeer nabije ligging voor een gewijzigde balans van krachten zorgt wanneer de geïnstalleerde panelen uitzetten bij verhoogde temperatuur. Deze gewijzigde balans van krachten zorgt voor een betere verdeling van de uitzetting, waardoor de randen van de panelen niet meer naar boven opstuiken. De decoratieve panelen volgens de uitvinding zorgen dus voor een bekleding met betere dimensionele stabiliteit ten opzichte van wijzigingen in temperatuur in de ruimte waar de bekleding geïnstalleerd is. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak, het tweede sluitvlak, het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het eerste paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak kleiner is dan de lengte van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak.
Dergelijke uitvoeringsvormen bleken bekledingen met zeer goede dimensionele stabiliteit te bieden. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak, het tweede sluitvlak, het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het eerste paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak groter is dan de lengte van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak. Dergelijke uitvoeringsvormen bleken bekledingen met zeer goede dimensionele stabiliteit te bieden. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de eerste lengte en de tweede lengte ten opzichte van het gemiddelde van de eerste lengte en de tweede lengte minder is dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de eerste lengte de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak; en waarbij de tweede lengte de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak. Dit verschil kan zowel positief als negatief zijn, het beschouwde relatieve verschil is de absolute waarde van dit verschil.
Dergelijke uitvoeringsvormen bleken bekledingen met nog betere dimensionele stabiliteit te bieden. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak zich in de onderste helft van de dikte van het paneel bevindt; en dat het vierde sluitvlak zich in de onderste helft van de dikte van het paneel bevindt. Dergelijke uitvoeringsvormen bleken bekledingen met zeer goede dimensionele stabiliteit te bieden. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak ten minste ten dele in het substraat gevormd zijn. Bij hogere voorkeur zijn het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak elk voor ten minste 75 procent van hun oppervlakte in het substraat gevormd. Aangezien het substraat thermoplastisch 1s, zorgt dergelijke uitvoeringsvorm voor het opvangen van de uitzettingskrachten daar waar ze ontstaan.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het mannelijk koppeldeel aan de eerste rand substantieel in de vorm van een tand uitgevoerd is, waarbij het vrouwelijk koppeldeel aan de tweede rand substantieel in de vorm van een groef uitgevoerd is; waarbij de groef begrensd is door een bovenste lip en een onderste lip. Bij 5 voorkeur steekt de onderste lip in distale richting verder uit dan de bovenste lip. De onderste lip —bij voorkeur in het optionele deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip — bevat een vergrendeldeel in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing aan de onderkant van de tand in gekoppelde toestand van het paneel met zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt. Bij voorkeur kan het paneel met zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel gekoppeld worden door middel van een wentelbeweging van het paneel ten opzichte van de tweede rand van het ander dergelijk paneel, en/of door middel van een schuifbeweging van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt. Dergelijke uitvoeringsvormen laten gemakkelijk installeren van de panelen toe en bieden tevens een goede dimensionele stabiliteit van een bekleding gevormd met deze panelen.
Bij hogere voorkeur bevindt het vierde sluitvlak zich aan het distale uiteinde van de onderste lip van de tweede rand. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen aan het eerste paar randen zodanig geconfigureerd zijn dat het paneel aan zijn eerste rand door middel van een neerwaartse beweging van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden, waarbij het eerste vergrendelsysteem van het eerste paar tegenoverliggende randen minstens gevormd is uit een naar boven gericht onderste haakvormig gedeelte dat zich aan de tweede rand bevindt, en een naar onder gericht bovenste haakvormig gedeelte dat zich aan de eerste rand bevindt, waarbij het onderste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip met een naar boven gericht vergrendelelement,
waarbij proximaal van het naar boven gericht vergrendelelement het vrouwelijk koppeldeel gevormd wordt in de vorm van een uitsparing, terwijl het naar onder gericht bovenste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip met een naar beneden gericht vergrendelelement; waarbij dit naar beneden gericht vergrendelelement het mannelijk koppeldeel vormt; waarbij bij de neerwaartse beweging het naar beneden gericht vergrendelelement aan de eerste rand van het paneel achter het naar boven gericht vergrendelelement aan de tweede rand van het achter dergelijk paneel haakt. Dergelijke uitvoeringsvormen laten gemakkelijk installeren van de panelen toe en bieden tevens een goede dimensionele stabiliteit van een bekleding gevormd met deze panelen. Bij hogere voorkeur bevindt het vierde sluitvlak zich aan het distale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel aan de tegenoverliggende rand van het ander dergelijk paneel, waarbij de vergrendeldelen gevormd worden door vlakken van het substraat.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel aan de tegenoverliggende rand van de tweede rand van het ander dergelijk paneel, waarbij één van de vergrendeldelen - hetzij het vergrendeldeel aan eerste rand, hetzij het vergrendeldeel aan de tweede rand — gevormd wordt door een inzetstuk en het ander vergrendeldeel door een vlak van of vlakken van het substraat, waarbij het inzetstuk bij de neerwaartse beweging door verschuiven, buigen of vervormen van het inzetstuk of van een deel ervan ten minste ten dele het tweede vergrendelsysteem in gekoppelde toestand verzorgt. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, er geen vergrendeling in de richting loodrecht op de gekoppelde panelen is aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de hoek tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand kleiner is dan 90°; en dat de hoek tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand kleiner is dan 90°; zodat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door contact tussen het proximale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement van de eerste rand en het proximale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement van het ander dergelijk paneel.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de hoek tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand gelijk is aan 90° of groter is dan 90°; en/of dat de hoek tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand gelijk is aan 90° of groter is dan 90°. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel aan het distale uiteinde van de lip en/of van het naar boven gericht vergrendelelement van de tweede rand van het ander dergelijk paneel en een daarmee samenwerkend vergrendeldeel aan de tegenoverliggende eerste rand van het paneel, bij hogere voorkeur waarbij één van deze vergrendeldelen gevormd wordt door een ondersnijding en het andere door een uitsteekstel.
Bij hogere voorkeur bevindt het derde sluitvlak zich onder het vergrendeldeel van de eerste rand; en bevindt het vierde sluitvlak zich onder het vergrendeldeel aan het distale uiteinde van de lip en/of van het naar boven gericht vergrendelelement van de tweede rand.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel er geen vergrendeling optreedt in de richting loodrecht op de aldus gekoppelde panelen aan het distale uiteinde van de tweede rand van het ander dergelijk paneel. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak groter gemaakt kunnen worden, waardoor een betere dimensionele stabiliteit bekomen wordt van een bekleding gevormd door deze panelen. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat uitgevoerd is; en dat het vierde sluitvlak ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat uitgevoerd is. Dergelijke uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat uitzettingskrachten opgevangen worden daar waar ze ontstaan, met name in het substraat.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel rechthoekig is, hetzij langwerping of vierkant. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel rechthoekig en langwerpig is; en dat het eerste paar tegenoverliggende randen de korte randen van het paneel vormen.
De afstand tussen de tegenoverliggende korte randen van een rechthoekig paneel is groter dan de afstand tussen de tegenoverliggende lange randen van een rechthoekig paneel. Er is gebleken dat het vooral van belang is actie te ondernemen om de dimensionele stabiliteit in de lengterichting van het paneel te verbeteren.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het derde sluitvlak van het paneel en het vierde sluitvlak van het ander dergelijk paneel contact maken met elkaar; en dat het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het eerste paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak ten minste 10% bedraagt, bij hogere voorkeur ten minste 15%, bij hogere voorkeur ten minste 15% bedraagt, bij hogere voorkeur ten minste 20% bedraagt, van de dikte van het paneel.
Dergelijke uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat nog beter visueel nadelige vervormingen in bekledingen met deze panelen bij verandering van temperatuur vermeden worden.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen bevat, waarvan een derde rand en een vierde rand, waarbij de derde rand een mannelijk koppeldeel bevat en de vierde rand een vrouwelijk koppeldeel zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, waarbij deze koppeldelen een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt; waarbij de derde rand in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de derde rand; waarbij de vierde rand in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de vierde rand; waarbij in gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij deze sluitvlakken contact maken of waarbij de afstand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm; waarbij de derde rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak van de derde rand een derde sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de derde rand; waarbij de vierde rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak van de vierde rand een vierde sluitvlak bevat, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de vierde rand; waarbij in gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, het derde sluitvlak van de derde rand van het paneel en het vierde sluitvlak van de vierde rand van het ander dergelijk paneel bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij deze sluitvlakken contact maken of waarbij de afstand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm.
Dergelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding bieden een nog betere dimensionele stabiliteit van een bekleding gevormd met dergelijke panelen. Dit is vooral het geval bij vierkante panelen, of rechthoekige en langwerpige panelen waarbij de verhouding van de lengte tot de breedte van het paneel eerder beperkt is, vooral wanneer de breedte van het paneel eerder groot is.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand ten minste ten dele in het substraat gevormd zijn.
Aangezien het substraat thermoplastisch is, is dergelijke uitvoeringsvorm voordelig,
omdat de thermische uitzettingskrachten opgevangen worden daar waar ze ontstaan.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak van de derde rand zich in de onderste helft van de dikte van het paneel bevindt;
en dat het vierde sluitvlak van de vierde rand zich in de onderste helft van de dikte van het paneel bevindt.
Dergelijke uitvoeringsvormen bleken bekledingen met zeer goede dimensionele stabiliteit te bieden.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak van de derde rand en het derde sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het tweede paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand kleiner is dan de lengte van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak van de derde rand en het derde sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het tweede paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand groter is dan de lengte van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de derde lengte en de vierde lengte ten opzichte van het gemiddelde van de derde lengte en de vierde lengte minder is dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de derde lengte de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand; en waarbij de vierde lengte de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand. Dit verschil kan zowel positief als negatief zijn, het beschouwde relatieve verschil is de absolute waarde van dit verschil.
Dergelijke uitvoeringsvormen bleken bekledingen met nog betere dimensionele stabiliteit te bieden. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het mannelijk koppeldeel aan de derde rand substantieel in de vorm van een tand uitgevoerd is; en dat het vrouwelijk koppeldeel aan de vierde rand substantieel in de vorm van een groef uitgevoerd is; waarbij de groef aan de vierde rand begrensd is door een bovenste lip en een onderste lip. Bij hogere voorkeur steekt de onderste lip in distale richting verder uit dan de bovenste lip. De onderste lip bevat — bij voorkeur in het optionele deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip - een vergrendeldeel in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing aan de onderkant van de tand aan de derde rand in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt. Bij voorkeur kan het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel gekoppeld worden door middel van een wentelbeweging van het paneel ten opzichte van de vierde rand van het ander dergelijk paneel, en/of door middel van een schuifbeweging van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt.
Dergelijke uitvoeringsvormen laten gemakkelijk installeren van de panelen toe en bieden tevens een goede dimensionele stabiliteit van een bekleding gevormd met deze panelen.
Bij hogere voorkeur bevindt het vierde sluitvlak van de vierde rand zich aan het distale uiteinde van de onderste lip van de vierde rand.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat dat het derde sluitvlak van de derde rand ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat uitgevoerd is; en dat het vierde sluitvlak van de vierde rand ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat uitgevoerd is. Dergelijke uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat uitzettingskrachten opgevangen worden daar waar ze ontstaan, met name in het substraat. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen bevat, waarvan een derde rand en een vierde rand, waarbij de derde rand een mannelijk koppeldeel bevat en de vierde rand een vrouwelijk koppeldeel zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, waarbij deze koppeldelen een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt, waarbij het mannelijk koppeldeel aan de derde rand substantieel in de vorm van een tand uitgevoerd is, waarbij het vrouwelijk koppeldeel aan de vierde rand substantieel in de vorm van een groef uitgevoerd is; waarbij de groef aan de vierde rand begrensd is door een bovenste lip en een onderste lip. Bij hogere voorkeur steekt de onderste lip in distale richting verder uit dan de bovenste lip. De onderste lip —bij voorkeur in het optionele deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip — bevat een vergrendeldeel in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing aan de onderkant van de tand aan de derde rand in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, waarbij in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel er aan het distale uiteinde van de onderste lip van de vierde rand van het ander dergelijk paneel in de richting loodrecht op de gekoppelde randen ten minste een afstand is van 0.1 mm - en bij voorkeur van ten minste 0.2 mm, bij hogere voorkeur van ten minste 0.3 mm - is tot aan de derde rand van het paneel.
Bij voorkeur kan het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel gekoppeld worden door middel van een wentelbeweging van het paneel ten opzichte van de vierde rand van het ander dergelijk paneel, en/of door middel van een schuifbeweging van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt.
Deze uitvoeringsvorm is vooral voordelig wanneer het tweede paar randen voorzien is aan de lange randen van een langwerpig, rechthoekig paneel.
De afstand tussen de derde rand en de vierde rand van een dergelijk paneel is relatief gezien niet groot, zodat dimensionele instabiliteit aan dit tweede paar tegenoverliggende randen dan niet optreedt.
De koppeldelen aan dit tweede paar tegenoverliggende randen zijn gemakkelijker te produceren volgens deze uitvoeringsvorm, aangezien productie toleranties minder kritisch zijn.
Bij hogere voorkeur bevat de derde rand in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de derde rand; en bevat de vierde rand in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak, substantieel loodrecht op (en bij voorkeur loodrecht op) het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de vierde rand.
In gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand bij elkaar aan, bij voorkeur waarbij deze sluitvlakken contact maken of waarbij de afstand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel aan zijn eerste rand en aan zijn tweede rand voorzien is van een lager randgebied, zoals een afschuining of andere afkanting.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen bevat, waarvan een derde rand en een vierde rand, waarbij het paneel aan zijn derde rand en aan zijn vierde rand voorzien is van een lager randgebied, zoals een afschuining of andere afkanting.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het substraat één of meerdere lagen bevat die een thermoplastische matrix bevatten, waarbij de thermoplastische matrix bij voorkeur gevormd wordt uit één van de volgende materialen: polypropyleen (PP), polyethyleen (PE), thermoplastisch polyester (bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat), polyvinylchloride (PVC), of een thermoplastisch polyamide.
Bij hogere voorkeur bevat één of meerdere van de één of meerdere lagen van het substraat vulmiddel, bij voorkeur anorganisch vulmiddel zoals kalk, krijt, talk, steenpartikels of klei; of organisch vulmiddel zoals cellulose gebaseerd materieel zoals bijvoorbeeld houtvezels, houtstof of houtpartikels.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het substraat een laag bevat die een thermoplastische matrix bevat, waarbij de thermoplastische matrix een geschuimde thermoplastische matrix bevat.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het substraat ten minste één laag bevat waarbij de thermoplastische matrix weekmaker bevat, bij voorkeur weekmaker in een hoeveelheid hoger dan 15 phr (“parts per hundred resin”); bij hogere voorkeur in een hoeveelheid hoger dan 20 phr.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het substraat ten minste één laag bevat waarbij de thermoplastische matrix minder dan 5 phr weekmaker bevat, en bij voorkeur waarbij de thermoplastische matrix geen weekmaker bevat. Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het substraat een eerste laag met een thermoplastische matrix bevat en een tweede laag met een thermoplastische matrix bevat, waarbij de thermoplastische matrix van de tweede laag uitgedrukt in phr (“parts per hundred resin”) meer weekmaker bevat dan de thermoplastische matrix van de eerste laag, waarbij de tweede laag zich dichter bij het oppervlak van het paneel bevindt dan de eerste laag. Bij hogere voorkeur maakt de eerste laag contact met de toplaag, en bij hogere voorkeur met de decorlaag .
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de decorlaag een bedrukt patroon bevat, bij voorkeur waarbij het patroon gedrukt is op een thermoplastische film — bij hogere voorkeur op een polyvinyl chloride film - of op het substraat of op een papierlaag geïmpregneerd met thermohardend hars.
Bij hogere voorkeur vormt het bedrukt patroon een imitatie van hout, van een keramische tegel of van een tegel uit natuurlijk steenmateriaal.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de toplaag een slijtlaag bevat, bij voorkeur waarbij de slijtlaag een thermoplastisch film bevat (bij voorkeur uit polyvinylchloride) optioneel met één of meerdere laklagen, of waarbij de slijtlaag een papierlaag bevat geimpregneerd met een thermohardend hars — bij voorkeur melamine - en optioneel partikels bevat die de slijtweerstand verhogen.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het oppervlak van het paneel een reliëf structuur bevat, bij voorkeur in register met het decor.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de onderzijde van het paneel door het substraat gevormd wordt.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel aan zijn onderzijde een dempingslaag bevat bevestigd aan het substraat, bij voorkeur waarbij de dempingslaag een laag kurk is of bevat, of waarbij de dempingslaag een polymeerlaag is of bevat, bij hogere voorkeur een laag uit vernet polyethyleen (XPE “cross linked polyethylene”). Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat paneel minder dan 5 mm dik is.
Een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen bevat, waarvan een derde rand en een vierde rand, waarbij de derde rand een mannelijk koppeldeel bevat en de vierde rand een vrouwelijk koppeldeel zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, waarbij deze koppeldelen een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt, waarbij de koppeldelen aan het eerste paar tegenoverliggende randen en aan het tweede paar tegenoverliggende randen zo geconfigureerd zijn dat een meervoud van deze decoratieve panelen door middel van de “fold down” methode geïnstalleerd kunnen worden. Panelen volgens deze uitvoeringsvorm kunnen gemakkelijk geïnstalleerd worden.
Bij voorkeur bevat het decoratief paneel volgens de uitvinding slechts aan één zijde een slijtlaag.
Het decoratief paneel volgens om het even dewelke uitvoeringsvorm van de uitvinding kan bijvoorbeeld een vloerpaneel zijn, een wandpaneel zijn of een plafondpaneel zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
figuur 1 een voorbeeld illustreert van een decoratief paneel volgens de uitvinding; figuur 2 in de doorsnede volgens II — II van figuur 1 het eerste paar tegenoverliggende randen van een voorbeeld van een paneel volgens figuur 1 illustreert;
figuur 3 het paneel van figuur 2 toont in gekoppelde toestaand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen; figuur 4 een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 2;
figuur 5 het paneel van figuur 4 toont in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen; figuur 6 een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 2; figuur 7 het paneel van figuur 6 toont in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen; figuur 8 een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 2; figuur 9 het paneel van figuur 8 toont in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen;
figuur 10 een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 2; figuur 11 het paneel van figuur 10 toont in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen; figuur 12 een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 2; figuur 13 het paneel van figuur 12 toont in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen; figuur 14 een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 2;
figuur 15 het paneel van figuur 14 toont in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen;
figuur 16 een doorsnede toont volgens XVI — XVI van figuur 1 van een paneel volgens de uitvinding; figuur 17 het paneel van figuur 16 toont in gekoppelde toestand aan zijn tweede paar tegenoverliggende randen;
figuur 18 in een zelfde doorsnede als figuur 16 een ander voorbeeld toont van het tweede paar tegenoverliggende randen van een decoratief paneel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 19 het paneel van figuur 18 toont in gekoppelde toestand aan zijn tweede paar tegenoverliggende randen;
figuur 20 het principe van “fold down” installatie illustreert waarmee uitvoeringsvormen van de uitvinding geïnstalleerd kunnen worden; figuur 21 een detail toont volgens F21 van figuur 20; figuren 22, 23 en 24 in gekoppelde toestand alternatieve uitvoeringsvormen tonen voor de uitvoeringsvorm getoond in gekoppelde toestand in figuur 3; figuur 25 in gekoppelde toestand een alternatieve uitvoeringsvorm toont voor de uitvoeringsvorm getoond in gekoppelde toestand in figuur 7; figuur 26 in gekoppelde toestand een alternatieve uitvoeringsvorm toont voor de uitvoeringsvormen getoond in gekoppelde toestand in figuren 9, 11, 13 en 15; figuren 27 en 28 in gekoppelde toestand uitvoeringsvormen van de uitvinding tonen in het zelfde aanzicht als figuur 3; en figuur 29 in gekoppelde toestand een uitvoeringsvorm van de uitvinding toont in het zelfde aanzicht als figuur 3. Figuur 1 toont een voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont dit paneel in de doorsnede volgens II — II van figuur 1. Het decoratief (1) is langwerpig en rechthoekig.
Het paneel (1) bevat een eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3) die de korte randen van het paneel vormen.
Het paneel bevat tevens een tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) die de lange randen van het paneel vormen.
Het paneel van figuren 1 en 2 bevat een substraat (16) en een toplaag (17). De toplaag (17) bevat een decorlaag (18) en een transparante slijtlaag (19). Het paneel (1) bevat aan slechts één van zijn twee zijden — meer bepaald aan de bovenkant - een decorlaag (18).
Het substraat (16) bevat één of meerdere thermoplastische lagen of het substraat is een thermoplastisch substraat (16). Het paneel heeft bijvoorbeeld een dikte (T) van 4.5 mm. Het paneel (1) bevat een eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3), waarvan een eerste rand (2) en een tweede rand (3). De eerste rand (2) bevat een mannelijk koppeldeel (6) en de tweede rand (3) bevat een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de eerste rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt. Figuur 3 toont het paneel van figuren 1 en 2 in gekoppelde toestaand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3). Het mannelijk koppeldeel (6) aan de eerste rand (2) is substantieel in de vorm van een tand (21) uitgevoerd. Het vrouwelijk koppeldeel (7) aan de tweede rand (3) is substantieel in de vorm van een groef (22) uitgevoerd. De groef (22) is begrensd door een bovenste lip (23) en een onderste lip (24). In het voorbeeld steekt de onderste lip in distale richting verder uit dan de bovenste lip. De onderste lip (24) bevat in het deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip een vergrendeldeel (25) in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing (26) aan de onderkant van de tand (21) in gekoppelde toestand van het paneel met zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt.
Het paneel kan met zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel gekoppeld worden door middel van een wentelbeweging (W) van het paneel ten opzichte van de tweede rand van het ander dergelijk paneel (zoals geïllustreerd in figuur 2); en door middel van een schuifbeweging (S) van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt (de schuifbeweging parallel met een ander paneel waarbij een snapverbinding optreedt, wordt in figuur 4 voor een ander paneel volgens de uitvinding geïllustreerd).
De eerste rand (2) bevat in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel. De tweede rand (3) bevat in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel. Zowel het eerste sluitvlak (11) en het tweede sluitvlak (12) zijn voor het grootste deel in het substraat (16) gevormd. In gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het eerste sluitvlak (11) en het tweede sluitvlak (12) bij elkaar aan. In het voorbeeld van figuren 2 en 3 maakt het eerste sluitvlak (11) in gekoppelde toestand contact met het tweede sluitvlak (12). Alternatief (niet getoond in de figuren) kan er een afstand tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen zijn kleiner dan 0.07 mm, en bij voorkeur kleiner dan 0.05 mm.
De eerste rand bevat een derde sluitvlak (13), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak (11). De tweede rand bevat een vierde sluitvlak (14), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak (12). Het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) bevinden zich in het voorbeeld beide in de onderste helft van de dikte (T) van het paneel. Het vierde sluitvlak (14) bevindt zich aan het distale uiteinde van de onderste lip (24) van de tweede rand (3). In gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) bij elkaar aan, waarbij het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak contact maken met elkaar. Het verschil tussen de eerste lengte (L1) en de tweede lengte (L2) ten opzichte van het gemiddelde van de eerste lengte en de tweede lengte is minder dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de eerste lengte (L1) de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak; en waarbij de tweede lengte (L2) de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak.
Figuur 4 illustreert een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 2. Figuur 5 toont het paneel van figuur 4 in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3). Het paneel van figuren 4 en 5 is in grote mate gelijk aan het paneel geïllustreerd in figuren 2 en 3. Gelijke referentienummers hebben dan ook de zelfde betekenis. Bij het paneel van figuren 4 en 5 is er in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3) een afstand (D) tussen het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner dan 0.07 mm. Bij voorkeur is deze afstand (D) kleiner dan 0.05 mm. Figuur 6 toont een ander voorbeeld van een decoratief paneel (1) volgens de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 2. Figuur 7 toont het paneel van figuur 6 in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3). Het decoratief paneel (1) van figuur 6 bevat een substraat (16) en een toplaag (17). De toplaag (17) bevat een decorlaag (18) en een slijtlaag (19). Het paneel (1) bevat aan slechts één van zijn twee zijden — meer bepaald aan de bovenkant - een decorlaag (18). Het substraat (16) bevat één of meerdere thermoplastische lagen of het substraat is een thermoplastisch substraat (16).
Het paneel (1) bevat een eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3), waarvan een eerste rand (2) en een tweede rand (3). De eerste rand (2) bevat een mannelijk koppeldeel (6) en de tweede rand (3) bevat een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de eerste rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt.
De koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) zijn zodanig uitgevoerd dat het paneel aan zijn eerste rand door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden. Het eerste vergrendelsysteem van het eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3) is gevormd uit een naar boven gericht onderste haakvormig gedeelte (28) dat zich aan de tweede rand (3) bevindt, en een naar onder gericht bovenste haakvormig gedeelte (29) dat zich aan de eerste rand (2) bevindt, waarbij het onderste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip (30) met een naar boven gericht vergrendelelement (31), waarbij proximaal van het naar boven gericht vergrendelelement het vrouwelijk koppeldeel gevormd wordt in de vorm van een uitsparing (32), terwijl het bovenste haakvormige gedeelte (29) bestaat uit een lip (33) met een naar beneden gericht vergrendelelement (34); waarbij dit naar beneden gericht vergrendelelement het mannelijk koppeldeel vormt. Bij de neerwaartse beweging (M) haakt het naar beneden gericht vergrendelelement (34) aan de eerste rand van het paneel achter het naar boven gericht vergrendelelement (31) aan de tweede rand van het achter dergelijk paneel. Hierdoor wordt de vergrendeling gevormd in het vlak van de panelen en loodrecht op de gekoppelde randen.
In het voorbeeld van figuur 6 zijn de eerste rand (2) en de tweede rand (3) voorzien van een lager randgebied in de vorm van een afschuining (41).
De eerste rand (2) bevat in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel. De tweede rand (3) bevat in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel. Zowel het eerste sluitvlak (11) en het tweede sluitvlak (12) zijn voor het grootste deel in het substraat (16) gevormd.
In gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het eerste sluitvlak (11) en het tweede sluitvlak (12) bij elkaar aan. In het voorbeeld van figuren 6 en 7 maakt het eerste sluitvlak (11) in gekoppelde toestand contact met het tweede sluitvlak (12). Alternatief (niet getoond in de figuren) kan er een afstand tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen zijn kleiner dan 0.07 mm, en bij voorkeur kleiner dan 0.05 mm.
De eerste rand (2) bevat een derde sluitvlak (13), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak. De tweede rand (3) bevat een vierde sluitvlak (14), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak. Het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) bevinden zich beide in de onderste helft van de dikte (T) van het paneel. Het vierde sluitvlak (14) bevindt zich aan het distale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement (31). In gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) bij elkaar aan, waarbij het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak contact maken met elkaar. Het verschil tussen de eerste lengte (L1) en de tweede lengte (L2) ten opzichte van het gemiddelde van de eerste lengte en de tweede lengte is minder dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de eerste lengte (L1) de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak; en waarbij de tweede lengte (L2) de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak. In het voorbeeld van figuren 6 en 7 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door een inzetstuk (37) in het naar beneden gericht vergrendelelement (34) dat in gekoppelde toestand samen werkt met vlakken van het proximale uiteinde van de tweede rand. Bij het getoonde inzetstuk (37) treedt bij het koppelen door middel van de neerwaartse beweging (M) een tijdelijke buiging op van een onderdeel van het inzetstuk, waardoor de koppeling in de richting loodrecht op de panelen gevormd wordt.
In het voorbeeld van figuren 6 en 7 is de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand kleiner dan 90°; en is de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand kleiner dan 90°. Hierdoor wordt in gekoppelde toestand van het paneel (1) aan zijn eerste rand (2)
aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door contact tussen het proximale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van de eerste rand en het proximale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van het ander dergelijk paneel.
In het voorbeeld van figuren 6 en 7 is er in gekoppelde toestand van het paneel (1) aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel geen vergrendeling in de richting loodrecht op de aldus gekoppelde panelen aan het distale uiteinde van de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel, er is wel contact tussen het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) die beide loodrecht op het vlak van het paneel staan.
Figuur 8 toont een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 2. Figuur 9 toont het paneel van figuur 8 in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen.
Het paneel (1) van figuur 8 kan net zoals het paneel van figuur 6 door middel van een neerwaartse beweging (M) gekoppeld worden. Gelijke referentiecijfers in figuren 8 en 9 als in figuren 6 en 7 hebben dan ook de zelfde betekenis. De koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) van het paneel van figuur 8 zijn net zoals bij het paneel van figuur 6 zodanig uitgevoerd dat het paneel aan zijn eerste rand door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden.
De verschillen tussen het paneel van figuur 8 en het paneel van 6 betreffen in belangrijke mate de manier waarop de vergrendeling in de richting loodrecht op het vlak van de panelen bij panelen gekoppeld aan hun eerste paar tegenoverliggende randen uitgevoerd is.
In het voorbeeld van figuren 8 en 9 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door een vergrendeldeel (35) aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel
(36) aan de tegenoverliggende rand van de tweede rand van het ander dergelijk paneel. Deze vergrendeldelen (35, 36) worden door vlakken van het substraat (16) gevormd. In het voorbeeld van figuren 8 en 9 is de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement (31) en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand gelijk aan 90° of groter dan 90°; en is de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand gelijk aan 90° of groter dan 90°.
In het voorbeeld van figuren 8 en 9 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel en een daarmee samenwerkend vergrendeldeel (39) aan de tegenoverliggende eerste rand (2) van het paneel. Het derde sluitvlak (13) bevindt zich onder het vergrendeldeel (39) van de eerste rand. Het vierde sluitvlak (14) bevindt zich onder het vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand.
Figuur 10 toont nog een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 2. Figuur 11 toont het paneel van figuur 10 in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen.
Het paneel (1) van figuur 10 is in grote mate gelijkaardig aan het paneel van figuur 6. Gelijke referentiecijfers hebben dan ook de zelfde betekenis. De koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) van het paneel van figuur 10 zijn net zoals bij het paneel van figuur 6 zodanig uitgevoerd dat het paneel aan zijn eerste rand door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden.
De verschillen tussen het paneel van figuur 10 en het paneel van 6 betreffen in belangrijke mate de manier waarop de vergrendeling in de richting loodrecht op het vlak van de panelen bij panelen gekoppeld aan hun eerste paar tegenoverliggende randen uitgevoerd is.
In het voorbeeld van figuren 10 en 11 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door een vergrendeldeel (35) aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel (36) aan de tegenoverliggende rand van de tweede rand van het ander dergelijk paneel.
Deze vergrendeldelen (35, 36) worden door vlakken van het substraat (16) gevormd.
In het voorbeeld van figuren 10 en 11 is de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand kleiner dan 90°; en is de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand kleiner dan 90°. Hierdoor wordt in gekoppelde toestand van het paneel (1) aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door contact tussen het proximale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van de eerste rand en het proximale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van het ander dergelijk paneel.
In het voorbeeld van figuren 10 en 11 is er in gekoppelde toestand van het paneel (1) aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel geen vergrendeling in de richting loodrecht op de aldus gekoppelde panelen aan het distale uiteinde van de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel, er is wel contact tussen het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) die beide loodrecht op het vlak van het paneel staan.
Figuur 12 toont nog een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 2. Figuur 13 toont het paneel van figuur 12 in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3).
Het paneel (1) van figuur 12 is in grote mate gelijkaardig aan het paneel van figuur 6. Gelijke referentiecijfers hebben dan ook de zelfde betekenis. De koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) van het paneel van figuur 12 zijn net zoals bij het paneel van figuur 6 zodanig uitgevoerd dat het paneel aan zijn eerste rand door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden. De verschillen tussen het paneel van figuur 12 en het paneel van 6 betreffen in belangrijke mate de manier waarop de vergrendeling in de richting loodrecht op het vlak van de panelen bij panelen gekoppeld aan hun eerste paar tegenoverliggende randen uitgevoerd is. In het voorbeeld van figuren 12 en 13 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door een vergrendeldeel (35) aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel (36) aan de tegenoverliggende rand van de tweede rand van het ander dergelijk paneel. Deze vergrendeldelen (35, 36) worden door vlakken van het substraat (16) gevormd. In het voorbeeld van figuren 12 en 13 is de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement (31) en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand gelijk aan 90° of groter dan 90°; en is de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand gelijk aan 90° of groter dan 90°.
In het voorbeeld van figuren 12 en 13 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel en een daarmee samenwerkend vergrendeldeel (39) aan de tegenoverliggende eerste rand (2) van het paneel.
Het derde sluitvlak (13) bevindt zich onder het vergrendeldeel (39) van de eerste rand.
Het vierde sluitvlak (14) bevindt zich onder het vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand.
Figuur 14 toont nog een ander voorbeeld van een decoratief paneel volgens de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 2. Figuur 15 toont het paneel van figuur 14 in gekoppelde toestand aan zijn eerste paar tegenoverliggende randen.
Het paneel (1) van figuur 14 is in grote mate gelijkaardig aan het paneel van figuur 6. Gelijke referentiecijfers hebben dan ook de zelfde betekenis.
De koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) van het paneel van figuur 14 zijn net zoals bij het paneel van figuur 6 zodanig uitgevoerd dat het paneel aan zijn eerste rand door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden.
De verschillen tussen het paneel van figuur 14 en het paneel van 6 betreffen in belangrijke mate de manier waarop de vergrendeling in de richting loodrecht op het vlak van de panelen bij panelen gekoppeld aan hun eerste paar tegenoverliggende randen uitgevoerd is.
Bij het paneel van figuur 14 is er in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel geen vergrendeling in de richting loodrecht op de gekoppelde panelen aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34). In het voorbeeld van figuren 14 en 15 is de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand kleiner dan 90°; en is de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand kleiner dan 90°. Hierdoor wordt in gekoppelde toestand van het paneel (1) aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd door contact tussen het proximale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van de eerste rand en het proximale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van het ander dergelijk paneel.
In het voorbeeld van figuren 14 en 15 wordt het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel en een daarmee samenwerkend vergrendeldeel (39) aan de tegenoverliggende eerste rand (2) van het paneel. Het derde sluitvlak (13) bevindt zich onder het vergrendeldeel (39) van de eerste rand. Het vierde sluitvlak (14) bevindt zich onder het vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand.
Figuur 16 toont een doorsnede volgens XVI — XVI van figuur 1 van een paneel (1) volgens de uitvinding. Figuur 16 toont dus de uitvoering van de koppeldelen aan het tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) van het paneel (1). Figuur 17 toont het paneel van figuur 16 in gekoppelde toestand aan zijn tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5).
Het tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5), omvat een derde rand (4) en een vierde rand (5). De derde rand (4) bevat een mannelijk koppeldeel (6) en de vierde rand (5) bevat een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1)
bewerkstelligt. Figuur 17 toont het paneel van figuren 1 en 16 in gekoppelde toestaand aan zijn tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5). Het mannelijk koppeldeel (6) aan de derde rand (4) is substantieel in de vorm van een tand (21) uitgevoerd. Het vrouwelijk koppeldeel (7) aan de vierde rand (5) is substantieel in de vorm van een groef (22) uitgevoerd. De groef (22) is begrensd door een bovenste lip (23) en een onderste lip (24). In het voorbeeld steekt de onderste lip in distale richting verder uit dan de bovenste lip. De onderste lip (24) bevat in het deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip een vergrendeldeel (25) in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing (26) aan de onderkant van de tand (21) in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand (4) aan de vierde rand (5) van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt.
Het paneel kan met zijn derde rand (3) aan de vierde rand (4) van een ander dergelijk paneel gekoppeld worden door middel van een wentelbeweging (W) van het paneel ten opzichte van de tweede rand van het ander dergelijk paneel; en door middel van een schuifbeweging (S) van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt. Deze vormen van koppelen zijn respectievelijk in figuren 2 en 4 geïllustreerd. De derde rand (4) bevat in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel. De vierde rand (5) bevat in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel. Zowel het eerste sluitvlak (11) van de derde rand en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand zijn voor het grootste deel in het substraat (16) gevormd. In gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het eerste sluitvlak (11) van de derde rand en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand bij elkaar aan. In het voorbeeld van figuren 16 en 17 maakt het eerste sluitvlak (11) van de derde rand in gekoppelde toestand contact met het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand. Alternatief (niet getoond in de figuren) kan er een afstand tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen zijn kleiner dan 0.07 mm, en bij voorkeur kleiner dan 0.05 mm.
De derde rand bevat een derde sluitvlak (13), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak van de derde rand. De vierde rand bevat een vierde sluitvlak (14), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak van de vierde rand. Het derde sluitvlak (13) van de derde rand en het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand bevinden zich in het voorbeeld beide in de onderste helft van de dikte (T) van het paneel. Het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand bevindt zich aan het distale uiteinde van de onderste lip (24) van de vierde rand (5).
In gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het derde sluitvlak (13) van de derde rand en het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand bij elkaar aan, waarbij het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand contact maken met elkaar. Alternatief (niet getoond in de figuren) is het volgens de uitvinding mogelijk dat er in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn tweede paar tegenoverliggende randen een afstand (D) tussen het derde sluitvlak (13) van de derde rand en het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen is kleiner dan 0.07 mm. Bij voorkeur is deze afstand (D) kleiner dan 0.05 mm. Dit betekent dat aan het tweede paar tegenoverliggende randen een situatie kan bestaan zoals getoond in figuren 4 en 5 voor het eerste paar tegenoverliggende randen.
In het getoonde voorbeeld van figuren 16 en 17 is het verschil tussen de eerste lengte (L1) en de tweede lengte (L2) ten opzichte van het gemiddelde van de eerste lengte en de tweede lengte minder dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de eerste lengte (L1) de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand;
en waarbij de tweede lengte (L2) de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand.
Figuur 18 toont in een zelfde doorsnede als figuur 16 een ander voorbeeld van het tweede paar tegenoverliggende randen van een decoratief paneel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 19 toont het paneel van figuur 18 in gekoppelde toestand aan zijn tweede paar tegenoverliggende randen.
De derde rand (4) bevat een mannelijk koppeldeel (6) en de vierde rand (5) bevat een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt.
Het mannelijk koppeldeel (6) aan de derde rand (4) is substantieel in de vorm van een tand (21) uitgevoerd.
Het vrouwelijk koppeldeel (7) aan de vierde rand (5) is substantieel in de vorm van een groef (22) uitgevoerd.
De groef (22) aan de vierde rand is begrensd door een bovenste lip (23) en een onderste lip (24). De onderste lip steekt in distale richting verder uit dan de bovenste lip.
De onderste lip (24) bevat in het deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip een vergrendeldeel (25) in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing (26) aan de onderkant van de tand aan de derde rand in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt.
De derde rand (4) bevat in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel.
De vierde rand (5) bevat in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12), substantieel loodrecht op het vlak van het paneel.
Zowel het eerste sluitvlak (11) van de derde rand en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand zijn voor het grootste deel in het substraat (16) gevormd.
In gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, sluiten het eerste sluitvlak (11) van de derde rand en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand bij elkaar aan. In het voorbeeld van figuren 18 en 19 maakt het eerste sluitvlak (11) van de derde rand in gekoppelde toestand contact met het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand. Alternatief (niet getoond in de figuren) kan er een afstand tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen zijn kleiner dan 0.07 mm, en bij voorkeur kleiner dan 0.05 mm.
In gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel is er aan het distale uiteinde van de onderste lip van de vierde rand van het ander dergelijk paneel in de richting loodrecht op de gekoppelde randen ten minste een afstand (D) van 0.1 mm - en bij voorkeur van ten minste 0.2 mm, bij hogere voorkeur van ten minste 0.3 mm - tot aan de derde rand van het paneel.
In de getoonde voorbeelden vormt het substraat de onderkant van het paneel. Dit is echter niet noodzakelijk voor de uitvinding. Het is ook mogelijk dat het paneel aan zijn onderzijde een dempingslaag bevat bevestigd aan het substraat. Deze dempingslaag kan bijvoorbeeld een kurklaag zijn of een polymeerlaag, bijvoorbeeld een laag uit vernet polyethyleen (XPE “cross linked polyethylene”).
Figuur 20 illustreert het principe van “fold down” installatie waarmee uitvoeringsvormen van de uitvinding geïnstalleerd kunnen worden. Figuur 21 toont een detail volgens F21 van figuur 20. Bij de “fold down” installatie methode wordt een paneel (1) met zijn derde rand (4) (een lange rand) aan de vierde rand (5) van eerder geïnstalleerde panelen gekoppeld door middel van een wentelbeweging (W). Tijdens deze wentelbeweging wordt door middel van de neerwaartse beweging (M) het nieuwe paneel gekoppeld met zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een reeds geïnstalleerd paneel. De “fold- down” methode kan bijvoorbeeld gebruikt worden wanneer het tweede paar randen uitgevoerd zijn volgens de voorbeelden van figuren 16 en 17; en het eerste paar randen uitgevoerd zijn volgens de voorbeelden van figuren 6, 8, 10, 12 of 14.
Figuren 22, 23 en 24 tonen in gekoppelde toestand alternatieve uitvoeringsvormen voor de uitvoeringsvorm getoond in gekoppelde toestand in figuur 3. De referentienummers hebben de zelfde betekenis als in de voorgaande figuren. De koppeldelen zijn in de uitvoeringsvormen getoond in figuren 22, 23 en 24 anders uitgevoerd dan in de uitvoeringsvorm getoond in figuren 2 en 3. De uitvoeringsvormen getoond in figuren 22, 23 en 24 kunnen door middel van een wentelbeweging aan hun eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3) aan elkaar gekoppeld worden. De uitvoeringsvormen getoond in de figuren 22, 23 en 24 kunnen ook gebruikt worden voor het tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5); dus als alternatief voor de uitvoeringsvorm getoond in gekoppelde toestand in figuur 17. Figuur 25 toont in gekoppelde toestand een alternatieve uitvoeringsvorm voor de uitvoeringsvorm getoond in gekoppelde toestand in figuur 7. De referentiecijfers in figuur 25 hebben de zelfde betekenis als in figuren 6 en 7. De uitvoeringsvorm van figuur 25 verschilt van deze getoond in figuren 6 en 7 door een andere configuratie van de koppeldelen, inclusief van het inzetstuk (37). Figuur 26 toont in gekoppelde toestand een alternatieve uitvoeringsvorm voor de uitvoeringsvormen getoond in gekoppelde toestand in figuren 9, 11, 13 en 15. De referentiecijfers in figuur 26 hebben de zelfde betekenis als in figuren 8 - 15. De uitvoeringsvorm van figuur 26 verschilt van deze getoond in figuren 8 - 15 door een andere configuratie van de koppeldelen, en vooral van de vergrendeldelen die in gekoppelde toestand voor de vergrendeling zorgen in de richting loodrecht op de gekoppelde panelen. De koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) van de uitvoeringsvormen getoond in figuren 25 en 26 zijn zodanig uitgevoerd dat het paneel aan zijn eerste rand (2) door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden.
Figuur 27 toont in gekoppelde toestand een uitvoeringsvorm van de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 3. De referentiecijfers in figuur 27 hebben de zelfde betekenis als de referentiecijfers in figuur 3. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 27, maakt het eerste sluitvlak (11) aan de eerste rand (2) een hoek (C1) van 3° met het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand; en maakt het tweede sluitvlak (12) aan de tweede rand (3) een hoek (C2) van 3° met het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de tweede rand. De eerste rand (2) bevat een derde sluitvlak (13) dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak (11). Dit derde sluitvlak (13) maakt een hoek (C3) van 3° met het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand. De tweede rand (3) bevat een vierde sluitvlak (14) dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak (12). Dit vierde sluitvlak (14) maakt een hoek (C4) van 3° met het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de tweede rand. In gekoppelde toestand maakt het eerste sluitvlak (11) contact met het tweede sluitvlak (12); en maakt het derde sluitvlak (13) contact met het vierde sluitvlak (14).
Figuur 28 toont in gekoppelde toestand een uitvoeringsvorm van de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 27. De referentiecijfers in figuur 28 hebben de zelfde betekenis als de referentiecijfers in figuur 27. De uitvoeringsvorm getoond in figuur 28 is in grote mate gelijk aan de uitvoeringsvorm getoond in figuur 27; met dit verschil dat de oriëntatie van de hoeken C3 en C4 anders is.
Figuur 29 illustreert in gekoppelde toestand een uitvoeringsvorm van de uitvinding in het zelfde aanzicht als figuur 3. Deze uitvoeringsvorm heeft veel gemeenschappelijke punten met de uitvoeringsvorm getoond in figuur 22. De referentiecijfers in figuur 29 hebben dan ook de zelfde betekenis als in figuur 22. De bovenste lip (23) van de uitvoeringsvorm van figuur 29 bevat een additionele tand (40) die past in de additionele groef (41) van het gekoppelde paneel. Het contact aan de bovenkant van de additionele tand (40) met de onderkant van de lip die de additionele groef (41) begrenst heeft een strakke pasvorm.

Claims (51)

Conclusies
1.- Decoratief paneel, bij voorkeur waarbij het paneel (1) aan slechts een van zijn twee zijden een decorlaag (18) bevat, waarbij het paneel een substraat (16) en een toplaag (17) bevat, waarbij de toplaag (17) een decorlaag (18) en optioneel een slijtlaag (19) bevat, waarbij het substraat één of meerdere thermoplastische lagen bevat of waarbij het substraat een thermoplastisch substraat is of waarbij het substraat één of meerdere lagen bevat die uitzetten onder de invloed van temperatuur; waarbij het paneel een eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3) bevat, waarvan een eerste rand (2) en een tweede rand (3), waarbij de eerste rand (2) een mannelijk koppeldeel (6) bevat en de tweede rand (3) een vrouwelijk koppeldeel (7) bevat, zodat de eerste rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt; waarbij de eerste rand in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand (2); waarbij de tweede rand in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de tweede rand (3); waarbij in gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het eerste sluitvlak (11) van het paneel en het tweede sluitvlak (12) van het ander dergelijk paneel bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak contact maken of waarbij de afstand (D) tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm; daardoor gekenmerkt dat de eerste rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak (11) een derde sluitvlak (13) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de eerste rand; dat de tweede rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak (12) een vierde sluitvlak (14) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de tweede rand; waarbij in gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het derde sluitvlak (13) van het paneel en het vierde sluitvlak (14) van het ander dergelijk paneel bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak contact maken of waarbij de afstand (D) tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm.
2.- Decoratief paneel zoals in conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak (11), het tweede sluitvlak (12), het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het eerste paar tegenoverliggende randen, de lengte (L1) van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak kleiner is dan de lengte (L2) van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak.
3.- Decoratief paneel zoals in conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak (11), het tweede sluitvlak (12), het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het eerste paar tegenoverliggende randen, de lengte (L1) van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak groter is dan de lengte (L2) van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak.
4.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de eerste lengte (L1) en de tweede lengte (L2) ten opzichte van het gemiddelde van de eerste lengte en de tweede lengte minder is dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de eerste lengte (L1) de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak; en waarbij de tweede lengte (L2) de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak en het vierde sluitvlak.
5- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak (13) zich in de onderste helft van de dikte (T) van het paneel bevindt, en dat het vierde sluitvlak (14) zich in de onderste helft van de dikte van het paneel bevindt.
6- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak (11) en het tweede sluitvlak (12) ten minste ten dele in het substraat (16) gevormd zijn, bij voorkeur waarbij het eerste sluitvlak en het tweede sluitvlak elk voor ten minste 75 procent van hun oppervlakte in het substraat gevormd zijn.
7.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het mannelijk koppeldeel (6) aan de eerste rand (2) substantieel in de vorm van een tand (21) uitgevoerd is, waarbij het vrouwelijk koppeldeel (7) aan de tweede rand (3) substantieel in de vorm van een groef (22) uitgevoerd is; waarbij de groef (22) begrensd is door een bovenste lip (23) en een onderste lip (24) - bij voorkeur waarbij de onderste lip in distale richting verder uitsteekt dan de bovenste lip - en waarbij de onderste lip — bij voorkeur in het optionele deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip - een vergrendeldeel (25) bevat in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing (26) aan de onderkant van de tand (21) in gekoppelde toestand van het paneel met zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt; bij voorkeur waarbij het paneel met zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden door middel van een wentelbeweging (W) van het paneel ten opzichte van de tweede rand van het ander dergelijk paneel; en/of door middel van een schuifbeweging (S) van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt.
8- Decoratief paneel zoals in conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het vierde sluitvlak (14) zich aan het distale uiteinde van de onderste lip (24) van de tweede rand (3) bevindt.
9.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 1 — 6, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen aan het eerste paar randen (2, 3) zodanig geconfigureerd zijn dat het paneel aan zijn eerste rand (2) door middel van een neerwaartse beweging (M) van het paneel ten opzichte van een ander dergelijk paneel aan de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden, waarbij het eerste vergrendelsysteem van het eerste paar tegenoverliggende randen minstens gevormd is uit een naar boven gericht onderste haakvormig gedeelte (28) dat zich aan de tweede rand (3) bevindt, en een naar onder gericht bovenste haakvormig gedeelte (29) dat zich aan de eerste rand (2) bevindt, waarbij het naar boven gericht onderste haakvormige gedeelte (28) bestaat uit een lip (30) met een naar boven gericht vergrendelelement (31), waarbij proximaal van het naar boven gericht vergrendelelement (31) het vrouwelijk koppeldeel gevormd wordt in de vorm van een uitsparing (32), terwijl het naar onder gericht bovenste haakvormige gedeelte (29) bestaat uit een lip (33) met een naar beneden gericht vergrendelelement (34); waarbij dit naar beneden gericht vergrendelelement (34) het mannelijk koppeldeel vormt; waarbij bij de neerwaartse beweging (M) het naar beneden gericht vergrendelelement (34) aan de eerste rand van het paneel achter het naar boven gericht vergrendelelement (31) aan de tweede rand van het achter dergelijk paneel haakt.
10.- Decoratief paneel zoals in conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het vierde sluitvlak (14) zich bevindt aan het distale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement (31).
11.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 10, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel (35) aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel (36) aan de tegenoverliggende rand van het ander dergelijk paneel, waarbij de vergrendeldelen (35, 36) gevormd worden door vlakken van het substraat (16).
12.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 10, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement van het paneel en een tegenoverliggend vergrendeldeel aan de tegenoverliggende rand van het ander dergelijk paneel, waarbij één van deze vergrendeldelen - hetzij het vergrendeldeel aan eerste rand, hetzij het vergrendeldeel aan de tweede rand — gevormd wordt door een inzetstuk (37) en het ander vergrendeldeel door een vlak van of vlakken van het substraat, waarbij het inzetstuk bij de neerwaartse beweging door verschuiven, buigen of vervormen van het inzetstuk of van een deel ervan ten minste ten dele het tweede vergrendelsysteem in gekoppelde toestand verzorgt.
13.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 10, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, er geen vergrendeling in de richting loodrecht op de gekoppelde panelen is aan het distale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement (34).
14- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 13, daardoor gekenmerkt dat de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement (31) en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand kleiner is dan 90°: en dat de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand kleiner is dan 90°; zodat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door contact tussen het proximale uiteinde van het naar beneden gericht vergrendelelement van de eerste rand en het proximale uiteinde van het naar boven gericht vergrendelelement van het ander dergelijk paneel.
15.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 13, daardoor gekenmerkt dat de hoek (A) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in opwaartse richting - van het naar boven gericht vergrendelelement (31) en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de tweede rand gelijk is aan 90° of groter is dan 90°; en/of dat de hoek (B) tussen enerzijds het proximale uiteinde — beschouwd in neerwaartse richting - van het naar beneden gericht vergrendelelement (34) en anderzijds de richting in het vlak van het paneel proximaal gericht van de eerste rand gelijk is aan 90° of groter is dan 90°.
16.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 15, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand (2) aan de tweede rand (3) van een ander dergelijk paneel, het tweede vergrendelsysteem ten minste gevormd wordt door een vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand (3) van het ander dergelijk paneel en een daarmee samenwerkend vergrendeldeel (39) aan de tegenoverliggende eerste rand van het paneel, bij voorkeur waarbij één van deze vergrendeldelen gevormd wordt door een ondersnijding en het andere door een uitsteekstel.
17.- Decoratief paneel zoals in conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak (13) zich onder het vergrendeldeel (39) van de eerste rand bevindt; en dat het vierde sluitvlak (14) zich onder het vergrendeldeel (38) aan het distale uiteinde van de lip (30) en/of van het naar boven gericht vergrendelelement (31) van de tweede rand bevindt.
18.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 9 - 15, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van het paneel aan zijn eerste rand aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel er geen vergrendeling optreedt in de richting loodrecht op de aldus gekoppelde panelen aan het distale uiteinde van de tweede rand van het ander dergelijk paneel.
19.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat uitgevoerd is; en dat het vierde sluitvlak ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat uitgevoerd is.
20.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel rechthoekig is, hetzij langwerping of vierkant.
21.- Decoratief paneel zoals in conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat het paneel langwerpig is en dat het eerste paar tegenoverliggende randen de korte randen van het paneel vormen.
22.- Decoratief paneel zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand van de eerste rand van het paneel aan de tweede rand van een ander dergelijk paneel, het derde sluitvlak (13) van het paneel en het vierde sluitvlak (14) van het ander dergelijk paneel contact maken met elkaar; en dat het derde sluitvlak (13) en het vierde sluitvlak (14) zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het eerste paar tegenoverliggende randen, de lengte (L2) van het contact tussen het derde sluitvlak (13)
en het vierde sluitvlak (14) ten minste 10% bedraagt, bij voorkeur ten minste 15%, bij hogere voorkeur ten minste 15% bedraagt, bij hogere voorkeur ten minste 20% bedraagt, van de dikte (T) van het paneel.
23.- Decoratief paneel zoals in om het even dewelke van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) bevat, waarvan een derde rand (4) en een vierde rand (5), waarbij de derde rand (4) een mannelijk koppeldeel (6) bevat en de vierde rand (5) een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt; waarbij de derde rand in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de derde rand; waarbij de vierde rand in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de vierde rand; waarbij in gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, het eerste sluitvlak (11) van de derde rand en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij deze sluitvlakken contact maken of waarbij de afstand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm; waarbij de derde rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het eerste sluitvlak van de derde rand een derde sluitvlak (13) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de derde rand ; waarbij de vierde rand dichter bij de onderkant van het paneel gelegen dan het tweede sluitvlak van de vierde rand een vierde sluitvlak (14) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de vierde rand; waarbij in gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, het derde sluitvlak (13) van de derde rand van het paneel en het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand van het ander dergelijk paneel bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij deze sluitvlakken contact maken of waarbij de afstand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm.
24- Decoratief paneel zoals in conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand ten minste ten dele in het substraat (16) gevormd zijn.
25.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 23 - 24, daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak (13) van de derde rand (4) zich in de onderste helft van de dikte (T) van het paneel bevindt; en dat het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand (5) zich in de onderste helft van de dikte van het paneel bevindt.
26.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 23 - 25, daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak (11) van de derde rand (4) en het derde sluitvlak (13) van de derde rand (4) en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand (5) en het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand (5) zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het tweede paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand kleiner is dan de lengte van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand.
27.- Decoratief paneel zoals één van de voorgaande conclusies 23 - 25, daardoor gekenmerkt dat het eerste sluitvlak van de derde rand en het derde sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand zo uitgevoerd zijn dat in de doorsnede van het paneel loodrecht op het vlak van het paneel en loodrecht op het tweede paar tegenoverliggende randen, de lengte van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand groter is dan de lengte van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand.
28- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 23 - 26, daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de derde lengte en de vierde lengte ten opzichte van het gemiddelde van de derde lengte en de vierde lengte minder is dan 35%, bij voorkeur minder dan 20% en bij hogere voorkeur minder dan 15%, waarbij de derde lengte de lengte is van het contact bij contact tussen het eerste sluitvlak van de derde rand en het tweede sluitvlak van de vierde rand; en waarbij de vierde lengte de lengte is van het contact bij contact tussen het derde sluitvlak van de derde rand en het vierde sluitvlak van de vierde rand.
29- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 23 - 28, daardoor gekenmerkt dat het mannelijk koppeldeel (6) aan de derde rand (4) substantieel in de vorm van een tand (21) uitgevoerd is, en dat het vrouwelijk koppeldeel (7) aan de vierde rand (5) substantieel in de vorm van een groef (22) uitgevoerd is; waarbij de groef (22) aan de vierde rand begrensd 1s door een bovenste lip (23) en een onderste lip (24) - bij voorkeur waarbij de onderste lip in distale richting verder uitsteekt dan de bovenste lip - waarbij de onderste lip (24) — bij voorkeur in het optionele deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip - een vergrendeldeel (25) bevat in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing (26) aan de onderkant van de tand (21) aan de derde rand in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt; bij voorkeur waarbij het paneel met zijn derde rand (4) aan de vierde rand (5) van een ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden door middel van een wentelbeweging (W) van het paneel ten opzichte van de vierde rand van het ander dergelijk paneel, en/of door middel van een schuifbeweging (S) van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt.
30.- Decoratief paneel zoals in conclusie 29, daardoor gekenmerkt dat het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand zich aan het distale uiteinde van de onderste lip (24) van de vierde rand bevindt.
31- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 23 - 30, daardoor gekenmerkt dat het derde sluitvlak (13) van de derde rand (4) ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat (16) uitgevoerd is; en dat het vierde sluitvlak (14) van de vierde rand (5) ten minste ten dele en bij voorkeur volledig in het substraat (16) uitgevoerd is.
32.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 1 — 22, daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) bevat, waarvan een derde rand (4) en een vierde rand (5), waarbij de derde rand (4) een mannelijk koppeldeel (6) bevat en de vierde rand (5) een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt; waarbij het mannelijk koppeldeel (6) aan de derde rand (4) substantieel in de vorm van een tand (21) uitgevoerd is, waarbij het vrouwelijk koppeldeel (7) aan de vierde rand (5) substantieel in de vorm van een groef (22) uitgevoerd is; waarbij de groef (22) aan de vierde rand begrensd 1s door een bovenste lip (23) en een onderste lip (24) - bij voorkeur waarbij de onderste lip in distale richting verder uitsteekt dan de bovenste lip - waarbij de onderste lip (24) — bij voorkeur in het optionele deel van de onderste lip dat distaal verder uitsteekt dan de bovenste lip - een vergrendeldeel (25)
bevat in de vorm van een opwaarts gericht vergrendeldeel, waarbij dit opwaartse gericht vergrendeldeel samen met een uitsparing (26) aan de onderkant van de tand aan de derde rand in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt; waarbij in gekoppelde toestand van het paneel met zijn derde rand aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel er aan het distale uiteinde van de onderste lip van de vierde rand van het ander dergelijk paneel in de richting loodrecht op de gekoppelde randen ten minste een afstand (D) is van 0.1 mm - en bij voorkeur van ten minste 0.2 mm, bij hogere voorkeur van ten minste 0.3 mm - is tot aan de derde rand van het paneel; bij voorkeur waarbij het paneel met zijn derde rand (4) aan de vierde rand (5) van een ander dergelijk paneel gekoppeld kan worden door middel van een wentelbeweging (W) van het paneel ten opzichte van de vierde rand van het ander dergelijk paneel, en/of door middel van een schuifbeweging (S) van het paneel parallel met het ander dergelijk paneel waarbij een snapverbinding optreedt.
33.- Decoratief paneel zoals in conclusie 32, daardoor gekenmerkt dat de derde rand in de bovenste helft van het paneel een eerste sluitvlak (11) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de derde rand; en dat de vierde rand in de bovenste helft van het paneel een tweede sluitvlak (12) bevat, substantieel loodrecht op het vlak van het paneel en/of met een hoek minder dan 10° - en bij voorkeur minder dan 7° en bij hogere voorkeur minder dan 5° - ten opzichte van het vlak loodrecht op het vlak van het paneel en parallel met de vierde rand; waarbij in gekoppelde toestand van de derde rand van het paneel aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel, het eerste sluitvlak (11) van de derde rand en het tweede sluitvlak (12) van de vierde rand bij elkaar aansluiten, bij voorkeur waarbij deze sluitvlakken contact maken of waarbij de afstand gemeten parallel met het vlak van het paneel en loodrecht op de gekoppelde randen kleiner is dan 0.07 mm, bij hogere voorkeur kleiner is dan 0.05 mm.
34.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel aan zijn eerste rand (2) en aan zijn tweede rand (3) voorzien is van een lager randgebied, zoals een afschuining (41) of andere afkanting.
35- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) bevat, waarvan een derde rand (4) en een vierde rand (5), waarbij het paneel aan zijn derde rand en aan zijn vierde rand voorzien is van een lager randgebied, zoals een afschuining of andere afkanting.
36.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het substraat één of meerdere lagen bevat die een thermoplastische matrix bevatten, waarbij de thermoplastische matrix bij voorkeur gevormd wordt uit één van de volgende materialen: polypropyleen (PP), polyethyleen (PE), thermoplastisch polyester (bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat), polyvinylchloride (PVC), of een thermoplastisch polyamide.
37.- Decoratief paneel zoals in conclusie 36, daardoor gekenmerkt dat één of meerdere van de één of meerdere lagen van het substraat vulmiddel bevat, bij voorkeur anorganisch vulmiddel zoals kalk, krijt, talk, steenpartikels of klei; of organisch vulmiddel zoals cellulose gebaseerd materieel zoals bijvoorbeeld houtvezels, houtstof of houtpartikels.
38.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 36 - 37, daardoor gekenmerkt dat het substraat een laag bevat die een thermoplastische matrix bevat, waarbij de thermoplastische matrix een geschuimde thermoplastische matrix bevat.
39.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 35 - 38, daardoor gekenmerkt dat het substraat ten minste één laag bevat waarbij de thermoplastische matrix weekmaker bevat, bij voorkeur weekmaker in een hoeveelheid hoger dan 15 phr; bij hogere voorkeur in een hoeveelheid hoger dan 20 phr.
40.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 36 - 39, daardoor gekenmerkt dat het substraat ten minste één laag bevat waarbij de thermoplastische matrix minder dan 5 phr weekmaker bevat, en bij voorkeur waarbij de thermoplastische matrix geen weekmaker bevat.
41.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 36 - 40, daardoor gekenmerkt dat het substraat een eerste laag met een thermoplastische matrix bevat en een tweede laag met een thermoplastische matrix bevat, waarbij de thermoplastische matrix van de tweede laag uitgedrukt in phr (“parts per hundred” resin) meer weekmaker bevat dan de thermoplastische matrix van de eerste laag, waarbij de tweede laag zich dichter bij het oppervlak van het paneel bevindt dan de eerste laag; bij voorkeur waarbij de eerste laag contact maakt met de toplaag, en bij hogere voorkeur met de decorlaag.
42.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de decorlaag een bedrukt patroon bevat, bij voorkeur waarbij het patroon gedrukt is op een thermoplastische film — bij hogere voorkeur op een polyvinyl chloride film - of op het substraat of op een papierlaag geïmpregneerd met thermohardend hars.
43.- Decoratief paneel zoals conclusie 42, daardoor gekenmerkt dat het bedrukt patroon een imitatie vormt van hout, van een keramische tegel of van een tegel uit natuurlijk steenmateriaal.
44- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de toplaag een slijtlaag bevat, bij voorkeur waarbij de slijtlaag een thermoplastisch film bevat — bij hogere voorkeur uit polyvinylchloride - optioneel met één of meerdere laklagen, of waarbij de slijtlaag een papierlaag bevat geïmpregneerd met een thermohardend hars — bij voorkeur melamine - en optioneel partikels bevat die de slijtweerstand verhogen.
45- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het oppervlak van het paneel een reliëf structuur bevat, bij voorkeur in register met het decor.
46.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de onderzijde van het paneel door het substraat gevormd wordt.
47.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies 1 — 45, daardoor gekenmerkt dat het paneel aan zijn onderzijde een dempingslaag bevat bevestigd aan het substraat, bij voorkeur waarbij de dempingslaag een laag kurk is of bevat, of waarbij de dempingslaag een polymeerlaag is of bevat, bij hogere voorkeur een laag uit vernet polyethyleen (XPE “cross linked polyethylene”).
48.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel minder dan 5 mm dik is.
49.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel een tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) bevat, waarvan een derde rand (4) en een vierde rand (5), waarbij de derde rand (4) een mannelijk koppeldeel (6) bevat en de vierde rand (5) een vrouwelijk koppeldeel (7) zodat de derde rand van het paneel gekoppeld kan worden aan de vierde rand van een ander dergelijk paneel; waarbij deze koppeldelen (6, 7) van het tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) een eerste vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling in het vlak van de panelen (1) en loodrecht op de gekoppelde randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen (1) bewerkstelligt; waarbij de koppeldelen aan het eerste paar tegenoverliggende randen (2, 3) en aan het tweede paar tegenoverliggende randen (4, 5) zo geconfigureerd zijn dat een meervoud van deze decoratieve panelen door middel van de “fold down” methode geïnstalleerd kunnen worden.
50.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het paneel slechts aan één zijde een slijtlaag bevat.
51.- Decoratief paneel zoals in één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het decoratief paneel een vloerpaneel, een wandpaneel of een plafondpaneel is.
BE20215702A 2021-06-23 2021-09-09 Decoratief paneel BE1029522B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CN202280045013.3A CN117561361A (zh) 2021-06-23 2022-06-09 装饰面板
EP22730991.1A EP4359621A1 (en) 2021-06-23 2022-06-09 Decorative panel
PCT/IB2022/055376 WO2022269402A1 (en) 2021-06-23 2022-06-09 Decorative panel

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215487A BE1029518B1 (nl) 2021-06-23 2021-06-23 Decoratief paneel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029522A1 BE1029522A1 (nl) 2023-01-24
BE1029522B1 true BE1029522B1 (nl) 2023-01-30

Family

ID=76662330

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215487A BE1029518B1 (nl) 2021-06-23 2021-06-23 Decoratief paneel
BE20215702A BE1029522B1 (nl) 2021-06-23 2021-09-09 Decoratief paneel

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215487A BE1029518B1 (nl) 2021-06-23 2021-06-23 Decoratief paneel

Country Status (1)

Country Link
BE (2) BE1029518B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20110056167A1 (en) * 2009-09-04 2011-03-10 Valinge Innovation Ab Resilient floor
US20110167744A1 (en) * 2010-01-11 2011-07-14 Mannington Mills, Inc. Floor Covering With Interlocking Design
US20120180416A1 (en) * 2009-06-12 2012-07-19 4Sight Innovation B.V. Floor Panel and Floor Covering Consisting of a Plurality of Such Floor Panels
US20170328072A1 (en) * 2014-12-08 2017-11-16 Innovations4Flooring Holding N. V. Panel with a Hook-Form Locking System
US20210071429A1 (en) * 2015-01-16 2021-03-11 Flooring Industries Limited, Sarl Floor panel for forming a floor covering

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK2339092T3 (da) 2009-12-22 2019-07-22 Flooring Ind Ltd Sarl Fremgangsmåde til fremstilling af belægningspaneler
BE1026355B1 (nl) * 2018-06-06 2020-01-17 Ivc Bvba Vloerpanelen
DE102019110650A1 (de) * 2019-01-28 2020-07-30 Parador Gmbh Belagselement

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20120180416A1 (en) * 2009-06-12 2012-07-19 4Sight Innovation B.V. Floor Panel and Floor Covering Consisting of a Plurality of Such Floor Panels
US20110056167A1 (en) * 2009-09-04 2011-03-10 Valinge Innovation Ab Resilient floor
US20110167744A1 (en) * 2010-01-11 2011-07-14 Mannington Mills, Inc. Floor Covering With Interlocking Design
US20170328072A1 (en) * 2014-12-08 2017-11-16 Innovations4Flooring Holding N. V. Panel with a Hook-Form Locking System
US20210071429A1 (en) * 2015-01-16 2021-03-11 Flooring Industries Limited, Sarl Floor panel for forming a floor covering

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029522A1 (nl) 2023-01-24
BE1029518A1 (nl) 2023-01-24
BE1029518B1 (nl) 2023-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11814850B2 (en) Set of panels
US11408181B2 (en) Mechanical locking system for panels and method of installing same
KR102603527B1 (ko) 커버링을 형성하기 위하여 유사한 패널과 상호 연결 가능한 패널
CA2481393C (en) Panel and interlocking system for panels
US8528289B2 (en) Mechanical locking system for floor panels
US5888017A (en) Expansion joint cap
CN104854286A (zh) 用于地板镶板的机械锁定系统
US11859390B2 (en) Method for manufacturing a floor panel
CA2809984C (en) Covering panel and method for assembling a plurality of same
US20180119429A1 (en) Covering of rectangular or square panels which are laid to form an assembly
RU2754157C2 (ru) Панель пола для образования напольного покрытия
EA037659B1 (ru) Панель пола для образования напольного покрытия
BE1029522B1 (nl) Decoratief paneel
TWI807121B (zh) 多用途瓷磚系統、瓷磚覆蓋物和瓷磚
WO2022269402A1 (en) Decorative panel
US20230175272A1 (en) Panel
EP3992391B1 (en) Floor panel assembly, floor panel and joining members for use therein
NL2020255B1 (en) Panel, in particular a floor panel or wall panel
CN117561361A (zh) 装饰面板

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230130