BE1029474B1

BE1029474B1 - Touchscreen overlay-apparaten

Info

Publication number: BE1029474B1
Application number: BE20210038A
Authority: BE
Inventors: Youcef Samer
Original assignee: Flavians
Priority date: 2019-06-04
Filing date: 2021-06-01
Publication date: 2023-01-16
Also published as: WO2020244742A1; BE1029474A1

Abstract

De huidige uitvinding betreft een hoesje voor apparaten omvattende een capacitief aanraakscherm, geschikt voor het helpen van een gebruiker met aanraakinteractie op dat aanraakscherm door het elektrische verbinden van de interactiepunt van de gebruiker en het contactpunt.

Description

TOUCHSCREEN OVERLAY-APPARATEN

TECHNISCH GEBIED De huidige uitvinding heeft betrekking op een hoes voor apparaten met een capacitief aanraakscherm, in het bijzonder geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm.

ACHTERGROND Mobiele elektronische apparaten met capacitief aanraakscherm, zoals smartphones en tablets, worden tegenwoordig over de hele wereld veel gebruikt. Voorbeelden van representatieve producten zijn i-Phones, i-Pods en i-Pads van Apple Inc. uit de VS, en Android-telefoons en -tablets vervaardigd door het Amerikaanse internetzoekmachinebedrijf Google. Het belangrijkste kenmerk van deze apparaten is het gebruik van een aanraakscherm waarbij de vingers kunnen worden gebruikt. Met deze apparaten kunnen bijvoorbeeld games eenvoudig worden gedownload met behulp van een applicatiewinkel of iets dergelijks, waardoor een gebruiker van verschillende games kan genieten. Aangezien een invoerbewerking moet worden uitgevoerd door middel van een virtuele knop, die wordt weergegeven op het aanraakscherm aan de voorkant om een spel te manipuleren, is het moeilijk om de invoerbewerking snel en nauwkeurig uit te voeren. Ook is de nauwkeurigheid van de virtuele knopbediening niet zo goed als bijvoorbeeld een fysieke gamehandgreep en kan de vinger van de gebruiker het zicht blokkeren en het weergave- effect beïnvloeden. Bovendien kan een gebruiker tijdens de operatie geen wenselijk gripgevoel ervaren.

Niet alleen in games, maar ook in andere gevallen waar meerdere virtuele knoppen in willekeurige volgorde en/of combinatiesmoeten worden bediend, vooral de welke een vingerbediening over het aanraakscherm nodig hebben, is assistentie gewenst.

Aan de andere kant wordt een beschermhoes tegen krassen en slijtage voor de behuizing van het apparaat (smartphones, tablets, enz.) vaak bij het apparaat zelf geleverd. Er bestaat de wens dat een dergelijke afdekking voldoende bescherming biedt aan de inrichting en ondertussen de afmeting en het gewicht na montage op de inrichting niet aanzienlijk verhoogt. Er zijn producten op de markt die bedoeld zijn om genoemde problemen op te lossen. CN108339269 biedt een modulaire gamepad voor een smartphone, waarbij de modulaire gamepad is voorzien op het achterste gedeelte van de smartphone, een gamepad- achterkant en de achterkant van de smartphone zijn in contact, en het modulaire gamepad kan worden gescheiden van de smartphone wanneer deze niet in gebruik is. Deze gamepad vereist echter een externe batterij, met hieraan gekoppeld extra gewicht en productiekosten. Ten tweede moet de gamepad worden afgestemd op de games, zodat alle knoppen op de gamepad kunnen worden gekoppeld aan een functie in het spel. Dit beperkt het gebruik van de uitvinding tot enke de geschikte spellen. CN208079192 biedt een mobiele telefoon bescherming van het type mobiele games randapparatuur, bestaande uit een behuizing, ten minste een zijhoek van de behuizing is uitgerust met de recreatieknop, waarbij de recreatieknop is verbonden met de mobiele telefoon met behulp van bekabelde en/of radiocommunicatie via een chip. Het geheel heeft echter een speciale instelling nodig om de recreatieknop en de virtuele knop op het scherm aan te sluiten. En het vereist een externe batterij voor de chip. Het verhoogt de productiekosten en de leerkosten voor een gebruiker. wO2009036375 biedt een gebruikersbesturingsapparaat dat geschikt is voor gebruik in samenwerking met informatiesystemen. In een van de uitvoeringen (fig. 6B) biedt het een hoes voor een smartphone die fysieke knoppen bevat op het oppervlak dat zich boven het aanraakscherm bevindt, waarbij de hoes de knop overzet die op het scherm drukt om de bediening van het aanraakscherm te ondersteunen. Het verhoogt echter de afmetingen en het gewicht aanzienlijk na montage op een smartphone. Ten tweede lost het het probleem niet op dat het aanraken van de bewerking het zicht van een gebruiker blokkeert. De huidie opening voor het ontwerpen van een afdekking voor inrichtingen die een aanraakscherm omvatten, is dat deze i) een aanraakinteractie moet ondersteunen; ii) is eenvoudig te bedienen en te monteren; iii) de afmetingen en het gewicht niet aanzienlijk te verhogen; iv) mogelijk het elektronische apparaat te beschermen; v) eenvoudig ontwerp en lage productiekosten.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De uitvinding biedt een hoes voor elektronische apparaten met een capacitief aanraakscherm, geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm, bestaande uit:

— een lichaam dat geschikt is om het hulpmiddel ten minste één of meer randen en/of achterkant van het hulpmiddel te omarmen; — ten minste één interactiepunt van de gebruiker op de rand en/of de achterkant van het lichaam, dat een blootgesteld elektrisch geleidend element omvat; — ten minste één contactpunt, dat bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; — een aansluiting die het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt elektrisch verbindt met het elektrisch geleidende element van het contactpunt; waarbij ten minste een deel van de afdekking het aanraakscherm bedekt, waarbij het contactpunt zich bevindt op een deel van de afdekking dat het aanraakscherm bedekt, bij voorkeur aan de zijkant van dat deel van de afdekking dat naar het aanraakscherm wijst. De uitvinding biedt ook nog twee verschillende versies (versie 2 en versie 3) van de uitvinding vanaf het eerste aspect, in een onderwerp dat daar behoefte aan heeft, de twee variaties verder bestaande uit een afneembaar voorpaneel dat het aanraakscherm bedekt, waarin het contactpunt op het voorpaneel is geplaatst.

De uitvinder heeft zo een hoes gerealiseerd dat geschikt is om een gebruiker te helpen met de aanraakinteractie op een capacitief aanraakscherm in een elektronisch apparaat, waarbij de hoes de statische elektriciteit via geleidende elementen van de vinger naar het contactpunt overdraagt en de gebruiker zo het aanraakscherm virtueel kan aanraken.

BESCHRIJVING VAN FIGURES Fig. 1A toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van een eerste ‘ versie.

Fig.1B toont schematisch een top view van het hoesje van Fig. 1A.

Fig. 2A toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van fig. 1A bij montage op een smartphone. 5 Fig. 2B toont schematisch een aanzicht in perspectief van Fig. 2A vanuit een andere hoek.

Fig. 2C toont schematisch een aanzicht in perspectief van Fig. 2A in verschillende lagen voordat het op een smartphone wordt geassembleerd.

Fig. 2D toont schematisch een aanzicht in perspectief van Fig. 2C vanuit een andere hoek.

Fig. 3A toont schematisch een aanzicht in perspectief van het interactiepunt van de gebruiker, de elektrische verbinding en het contactpunt in één voorkeursuitvoeringsvorm.

Fig. 3B toont schematisch een sectionale weergave van Fig. 3A.

Fig. 4A toont schematisch een perspectief view van het hoesje van een tweede versie.

Fig. 4B toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van fig. 4A wanneer het voorpaneel zich van de basisafdekking bevindt.

Fig. 5A toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van Fig. 4A bij het monteren op een smartphone.

Fig. 5B toont schematisch een aanzicht in perspectief van Fig. 5A in verschillende lagen voordat het op een smartphone wordt geassembleerd.

Fig.

GA toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van een tweede versie in een andere voorkeursuitvoering waar het voorpaneel kan omdraaien.

Fig.

GB toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van fig. 6A wanneer het flip-voorpaneel open is.

Fig.

ZA toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van een derdeversie.

Fig. 7B toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van Fig. 7A wanneer het voorpaneel zich buiten het basisdeksel bevindt. Fig. 8A toont schematisch een aanzicht in perspectief van het hoesje van Fig. 7A bij het monteren op een smartphone. Fig. 8B toont schematisch een aanzicht in perspectief van Fig. 8A in verschillende lagen voordat het op een smartphone wordt geassembleerd. Figuur 9A toont een aanzicht in perspectief van het hoesje volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding voor combinatie met een smartphone. Figuur 9B en figuur 9C tonen aanzichten in perspectief van het voorpaneel van het hoesje van figuur 9A. De figuren 10A, 10B en 10C tonen gedetailleerde weergaven van een interactiepunt voor gebruikers volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De huidige uitvinding betreft een hoes die geschikt is om een gebruiker te helpen bij aanraakinteractie op een capacitief aanraakscherm bij een elektronisch apparaat. Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt bij het openbaar maken van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals algemeen begrepen door een van de gewone vaardigheden in de kunst waartoe deze uitvinding behoort. Door middel van verdere begeleiding worden termdefinities opgenomen om het onderricht van de huidige uitvinding beter te waarderen.

Cover versie 1

| BE2021/0038 7 De uitvinding biedt een hoes voor elektronische apparaten met een capacitief aanraakscherm, geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm, bestaande uit: — een lichaam dat geschikt is om het hulpmiddel ten minste één of meer randen en/of achterkant van het hulpmiddel te omarmen; — ten minste één interactiepunt van de gebruiker op de rand en/of de achterkant van het lichaam, dat een blootgesteld elektrisch geleidend element omvat; — ten minste één contactpunt, dat bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; — een aansluiting dat het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt elektrisch verbindt met het elektrisch geleidende element van het contactpunt; waarbij ten minste een deel van de afdekking het aanraakscherm bedekt, waarbij het contactpunt zich bevindt op een deel van de afdekking dat het aanraakscherm bedekt, bij voorkeur aan de zijkant van dat deel van de afdekking dat naar het aanraakscherm wijst.

De uitvinder heeft zo een hoes gerealiseerd die geschikt is om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op een capacitief aanraakscherm bij een elektronisch apparaat, waarbij de hoes de statische elektriciteit via geleidende elementen van de vinger naar het contactpunt overdraagt en de gebruiker zo het aanraakscherm virtueel kan aanraken.

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan het lichaam (3) van de huidige uitvinding eerst het aanraakscherm (11) bedekken in een elektronisch apparaat, ten minste een deel van het aanraakscherm, bij voorkeur dicht bij de randen van het aanraakscherm. Waarbij ten minste één contactpunt (4) op de behuizing van het aanraakscherm is geplaatst. De behuizing (3) omarmt het elektronische apparaat (6) bij ten minste één of meer randen en/of aan achterkant van het apparaat. In ieder geval moet ervoor worden gezorgd dat

| BE2021/0038 8 er bij montage op een elektronisch apparaat geen vlakke verplaatsing (horizontaal of verticaal) van het deksel (1) is, zodat de afdekking vast blijft. Er is ten minste één interactiepunt voor de gebruiker (2) op de rand en/of de achterkant van het lichaam geplaatst, bij voorkeur op de rand van het lichaam. In een voorkeursuitvoeringsvorm bevat de hoes verder ten minste één magneet (of Ferro metalen deel) aan de achterkant, zodat het op andere soorten hoezen kan worden geplaatst. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de behuizing, althans het deel dat het aanraakscherm kan bedekken, (nagenoeg volledig) transparant (bijvoorbeeld gehard glas), zodat de huidige uitvinding het zicht van de gebruiker bij het gebruik van het aanraakscherm (11) niet beïnvloedt. Het deel van de afdekking waar het contactpunt (4) zich bevindt, is om dezelfde reden ook transparant. Dit deel van de afdekking en het contactpunt kan bijvoorbeeld bestaan uit (of zelfs bestaan uit) indium tinoxide (ITO). Het lichaam (3) bestaat uit ten minste één laag, bij voorkeur twee lagen of meer, waarbij het contactpunt zich bevindt op de laag die zich het dichtst bij het aanraakscherm bevindt en het deksel (1) dat op een elektronisch apparaat is gemonteerd. De behuizing, althans het deel dat het aanraakscherm kan bedekken, en het contactpunt (4) zijn evenwijdig aan het aanraakscherm, namelijk vlak. Zodanig dat bij montage op een elektronisch apparaat een ruw oppervlak wordt vermeden.

Bij voorkeur worden het interactiepunt (2) en het contactpunt (4) met elkaar verbonden en met elkaar verbonden door een elektrische aansluiting (5). Zowel het gebruikersinteractiepunt (2) als het genoemde contactpunt (4) bestaat uit een elektrisch geleidend element dat wordt blootgesteld. Zo wordt een elektrisch circuit gecreerd tussen het elektrisch geleidende element in het gebruikersinteractiepunt (2) en het elektrisch geleidende element in het contactpunt (4). Wanneer een gebruiker met een vinger op het interactiepunt van de gebruiker (2) aanraakt, met name het elektrisch geleidende element, wordt de statische elektriciteit overgebracht van de vinger van de gebruiker naar het contactpunt (4), met name het elektrisch geleidende element. Op deze manier raakt de gebruiker het aanraakscherm (11) virtueel aan. De huidige uitvinding biedt een of meer paren van het interactiepunt van de gebruiker (2) en het contactpunt (4), bij voorkeur twee paren.

Het interactiepunt voor de gebruiker (2), het contactpunt (4) en de elektrische aansluiting (5) zijn niet bedoeld om te worden geplaatst op het deel van het lichaam (3) dat zich recht voor het midden van het aanraakscherm (11) presenteert. In plaats daarvan heeft het de voorkeur om ze dicht bij de randen te houden. Op deze manier hebben ze geen invloed op het zicht van de gebruiker bij het gebruik van het aanraakscherm. In een voorkeursuitvoeringsvorm bevinden het contactpunt (4) en de elektrische aansluiting (5) zich op het lichaam dat het aanraakscherm bedekt en zich dicht bij de rand bevinden. Terwijl het interactiepunt voor de gebruiker (2) zich op dezelfde rand of aan de achterkant van het deksel (1) bevindt. In één voorkeursuitvoeringsvorm bestaat gebruikers-interactiepunt (2) uit een mechanische actuator (8), die bestaat uit een elektrisch geleidende component (9) en een insulatorbehuizing (10). De actuator (8) is aangepast om bij krachtinspanning in een eerste richting te bewegen, waarbij de beweging in die eerste richting een elektrische verbinding tot stand stelt tussen de elektrisch geleidende component (9) van de actuator (8) en de elektrische aansluiting (5), en uiteindelijk het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker (4). In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het interactiepunt van de gebruiker (2) een in wezen stilstaand contactpunt, namelijk dat het elektrisch geleidende component (9) vast is verbonden met de elektrische aansluiting (5). In ieder geval is het om een reactiekracht aan de vinger van de gebruiker toe te kennen wanneer een gebruiker het interactiepunt van de gebruiker aanraakt (2), wat in wezen een aanraak/tik-ervaring aan de gebruiker verleent. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt het gebruikersinteractiepunt (2) aangepast om op het hoesje te worden verplaatst, zodat een gebruiker het kan aanpassen aan de handmaat en gebruikersvoorkeur. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt, bijvoorbeeld door de interactiepunten van de gebruiker zelf verwijderbaar van de hoes (lijm, magneet, enz. voor bevestiging) op vaste posities of continue posities te laten bevestigen. De elektrische connector kan worden aangepast om deze implementatie mogelijk te maken, bijvoorbeeld door zich uit te breiden over een bepaald gebied van de afdekking, waardoor verbinding met de interactiepunten van de gebruiker op een aantal posities mogelijk is.

Het contactpunt (4) bestaat uit een elektrisch geleidend element dat de statische elektriciteit van de vinger van de gebruiker ontvangt, waardoor het werkt als een proxy voor de vinger van de gebruiker, dat wordt gebruikt om een bepaald punt op het aanraakscherm te bedienen (11). Een uitdaging voor het contactpunt is het versterken van de statische elektriciteit die op dat punt van toepassing is, in wezen het elektrische veld dat op dat punt van toepassing was. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld een opgerolde geleider gebruikt voor bovengenoemd doel.

Zoals hierboven vermeld, om aan de verwachtingen van de gebruiker te voldoen, is de hoes (1) desgewenst dun en licht. De afdekking (1) zal naar verwachting ook gemakkelijk worden aangepast aan een elektronisch apparaat en stijf genoeg zijn om bijvoorbeeld het contactpunt (4) te beschermen. Het typische materiaal om huidige uitvinding te vervaardigen omvat plastiek, harsrubber, en andere standaardmaterialen.

Bovendien is de dikte van de hoes, althans het deel dat het aanraakscherm bedekt, bij voorkeur niet meer dan 4 mm.

De huidige uitvinding is een hoesje (1) voor een elektronisch apparaat (6) dat bestaat uit een aanraakscherm (11), geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm. In een voorkeursuitvoeringsvorm is dit apparaat (6) een handgreep die geschikt is om met slechts twee handen te werken. Het doel van de huidige uitvinding is om de gebruiker te helpen bij aanrakingsinteractie, terwijl de twee handen in een relatief vaste positie blijven. Het is essentieel om de virtuele knoppen op het aanraakscherm en het interactiepunt van de gebruiker (2) binnen het bereik van de vingers te houden. Bijvoorbeeld, in een voorkeursuitvoeringsvorm, wanneer de huidige uitvinding geassembleerd op een elektronisch apparaat (6), de virtuele knoppen op het aanraakscherm zijn voor de duimen, is het interactiepunt van de gebruiker (2) bereikbaar voor de wijsvinger.

In een voorkeursversie wordt de eerste versie van de huidige uitvinding optioneel geassembleerd op een elektronisch apparaat (6) met een coördinerende basisafdekking (7), die extra dekking biedt aan de achterkant van dat apparaat (6). In principe kan de basisafdekking (7) elke afdekking zijn die geschikt is om de achterkant van het apparaat te bedekken (6). Zij moet echter rekening houden met de coördinatie op het deel waar de basisdekking (7) contact opneemt met deze dekking (1), indien dit gebeurt.

Bovendien omvat de huidige uitvinding openingen op de behuizing (3), bij voorkeur aan de rand, die geschikt is voor het bedienen van actuatoren (bijv.: volumeknop, aan/uit- knop) en de doorgang van elektrische bedrading voor het elektronische apparaat (6) (bijv.: oplaadkabel, headsetkabel, datatransmissiekabel). Het moet echter overeenkomen met de aangewezen elektronische apparaten.

Wanneer de eerste versie van de huidige uitvinding in gebruik is, moet een gebruiker eerst de hoes (1) op een elektronisch apparaat (6) aanbrengen, met name het contactpunt bevindt zich tegenover het aanraakscherm (11). Vervolgens moet de gebruiker vaak de virtuele knop op het aanraakscherm naar het contactpunt (4) verplaatsen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij het contactpunt (4) nagenoeg onzichtbaar is, kan een indicator van de positie van het contactpunt (4) worden gevormd door een verdikking op het oppervlak op de overeenkomstige positie.

Zo moet de virtuele knop op het aanraakscherm (11) in dit voorval naar de verdikkingsindicator worden verplaatst, In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kan de gebruiker de aanpassing van een interactie-punt bevorderen op basis van de handgrootte en de voorkeur van de gebruiker.

Vervolgens is de montage van het deksel (1) en het elektronische apparaat voltooid.

In een bepaalde uitvoering bestaat de behuizing uit een voorste deel of voorpaneel voor het afdekken van het aanraakscherm van het elektronische apparaat, waarbij dat voorste deel of voorpaneel scharnierend aan de rest van het lichaam is bevestigd, en waarbij bij voorkeur de elektrische verbinding tussen de (elektrisch geleidende elementen van het) interactiepunt en het contactpunt via de scharnierbevestigingen wordt bereikt.

De volgende kenmerken zijn van toepassing op elk aspect of elke versie van het hoesje, en dergelijke combinaties maken deel uit van de inhoud van de aanvraag:

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hoes voorzien van een beschermende laag aan de buitenkant, ten minste bij de contactpunten, aldus de beschermlaag die deze contactpunten bedekt.

In sommige uitvoeringsvormen bedekt de beschermlaag een aanzienlijk deel, tot 70, 80, 90 of zelfs 100%, van het deel van de hoes tegenover het aanraakscherm.

In andere uitvoeringen is de beschermlaag alleen aanwezig op een beperkt gebied op en optioneel direct naast de contactpunten.

De beschermlaag kan worden aangebracht in twee of meer afzonderlijke gebieden, die elk een of meer contactpunten bedekken. Bij voorkeur wordt de verbinding, of in ieder geval het deel ervan dat zich in/op de afdekking bevindt, ook bedekt door de beschermlaag, ten minste het deel van de afdekking dat naar het aanraakscherm is gericht.

De beschermlaag kan een (versterkende) folie, een chemische laag (olie) of andere zijn. In een voorkeursuitvoeringsvorm strekt een deel van de verbinding zich uit over het zijoppervlak van het deksel (naar de zijkanten van het elektronische apparaat gericht). Bij voorkeur wordt dit gemaximaliseerd, waardoor de lengte van de verbinding die zich uitstrekt door het deel van de afdekking tegenover het aanraakscherm wordt verminderd, waardoor vermindering van het zicht wordt voorkomen en de kans op onbedoelde schade aan die verbindingen wordt verminderd.

In een voorkeursuitvoering worden de contactpunten en/of de aansluitingen ophethoesje gedrukt. In een voorkeursuitvoering worden de contactpunten en/of de aansluitingen op de afdekking gelijmd. In sommige uitvoeringen worden de twee bovenstaande gecombineerd waarbij de contactpunten of de verbindingen worden afgedrukt en de andere wordt gelijmd.

In bepaalde uitvoeringen zijn de verbindingen in wezen elektrische geleiders die zijn geïntegreerd in (een van de lagen van) de afdekking. Dit kan worden bereikt door tijdens de fabricage van de afdekking fijne elektrische geleiders in het materiaal van de afdekking te introduceren terwijl deze uithardt om het verbindingspad te definiëren. Typische materialen die in afdekkingen worden gebruikt, zijn glas en kunststoffen, die een gemakkelijke introductie van de geleiders tijdens de productie mogelijk maken.

In sommige uitvoeringen bestaat ten minste een deel van de hoes, bij voorkeur het deel tegenover het aanraakscherm, uit twee of meer lagen, waarbij de contactpunten (en bij voorkeur ook ten minste een deel van de verbindingen) in of op een van de lagen zijn voorzien, bij voorkeur een laag proximaal (of meer proximaal) op het aanraakscherm wanneer de hoes op zijn plaats zit. Door de meer fragiele circuits te positioneren op een lagere laag die niet direct door een gebruiker wordt aangeraakt bij het gebruik van de hoes, wordt een hogere mate van bescherming gegarandeerd. De lagen kunnen bestaan uit glas, kunststoffen en andere materialen.

In een uitvoeringsvorm zijn een of meer van de gebruikersinteracties dubbele knoppen, waarbij slechts één knop tegelijk kan worden geactiveerd. Dit kan worden bereikt via een zogenaamde wipknop, waarbij de dubbele knop een stijf stuk is dat over een steunpunt is geplaatst, waardoor het aan beide zijden over het steunpunt kan worden gekanteld, waarbij kantelen naar de ene kant de eerste knop activeert en naar de andere kant kantelt de tweede knop activeert, In sommige uitvoeringen kunnen veerleden of weerstandsleden aan elke kant worden verstrekt om het kantelen te dempen. In sommige uitvoeringen produceert de activering van een of beide knoppen een hoorbaar geluid voor de gebruiker, zoals een 'klik' en/of plotselinge tactiele feedback, die kan worden uitgevoerd door selectie van bepaalde soorten knoppen.

In bepaalde uitvoeringen kan de afdekking worden voorzien van extra componenten, bij voorkeur in het deel van de afdekking dat de achterkant van het apparaat bedekt wanneer het op zijn plaats staat. Deze extra componenten kunnen een extra voedingsbron zijn die de voedingsbron intern op het apparaat via inductie kan voeden en/of opladen. Andere of aanvullende onderdelen kunnen bestaan uit: een koelapparaat, een portemonnee en/of andere.

In bepaalde uitvoeringen, en met name in het geval van gelijmde componenten zoals eerder besproken, bestaan de interactiepunten van de gebruiker uit een statisch ontladingselement, dat is aangepast om contact te maken met een ander onderdeel wanneer de interactiepunten van de gebruiker door een gebruiker worden vrijgegeven om eventuele resterende statische elektriciteit te ontladen. Door de interactiepunten van de gebruiker aan te passen om zichzelf te aarden wanneer ze in rustpositie zijn of wanneer ze terugkeren naar een rustpositie (d.w.z. na of zonder interactie van een gebruiker), worden statische ladingen verwijderd.

In bepaalde uitvoeringen kunnen de interactiepunten van de gebruiker worden uitgeschakeld en ingeschakeld. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt. Bijvoorbeeld het leveren van geschoven interactiepunten voor gebruikers, het bieden van blokkerende elementen die opnieuw kunnen worden gepositioneerd om activering van een of meer knoppen te weigeren (bijvoorbeeld niet-geleidend element dat beweegt tussen gebruikersinteractiepunt en verbinding), gebruikersinteractiepunten die kunnen worden verwijderd en terug op de hoesje kunnen worden geplaatst, bij voorkeur via een koppelingselement dat het verwijderbare gebruikersinteractiepunt elektrisch koppelt aan de verbinding en anderen.

In bepaalde uitvoeringen van de uitvinding zijn aansluitingen/geleiders aan de zijkant van de hoes aanwezig en voorzien in elektrische aansluitpunten die kunnen worden gebruikt voor het inschakelen van andere add-ons, zoals externe toetsenborden en dergelijke. Bij voorkeur kan dit gekoppeld worden aan een app of instelling op de smartphone (of andere elektronische device) die de externe toetsenbordmodus ‘activeert’, op deze manier ervoor zorgen dat de input die via de aansluitingen/geleiders wordt ontvangen correct wordt geïnterpreteerd door de smartphone.

Cover versie 2 Een hoes voor apparaten met een capacitief aanraakscherm, geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm, bestaande uit:

— een lichaam dat geschikt is om de inrichting ten minste gedeeltelijk te omarmen aan ten minste één of meer randen en/of achterkant van het hulpmiddel, bestaande uit:

e ten minste één interactiepunt van de gebruiker op de rand en/of de achterkant van het lichaam, dat een blootgesteld elektrisch geleidend element omvat; e ten minste één elektrische connector die elektrisch is gekoppeld aan het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker;

— een frontpaneel dat geschikt is om het aanraakscherm ten minste gedeeltelijk te bedekken, en is aangepast om los te zijn van de behuizing, bestaande uit; e ten minste één contactpunt op het voorpaneel dat bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; e ten minste één elektrische connector die elektrisch is verbonden met dat contactpunt; waarbij het contactpunt bij voorkeur wordt geplaatst aan de zijkant van het voorpaneel dat naar het aanraakscherm kijkt, waarbij de elektrische verbinding tot stand wordt gebracht tussen de elektrische connectoren van het voorpaneel en de behuizing wanneer deze behuizing en dat paneel zijn gemonteerd.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is het voorpaneel scharnierend aan het lichaam rond een scharnieras te bevestigen, optioneel via een magnetische interactie tussen de twee, bij voorkeur waarbij de scharnieras aan de rand van de elektrische connector wordt geplaatst die elektrisch is verbonden met het contactpunt en het interactiepuntvan de gebruiker, In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kunnen het voorpaneel en het lichaam magnetisch worden gekoppeld (via magneet en magnetisch materiaal) aan ten minste één van hun randen, en bij voorkeurvier randen, om een behuizing te vormen die is aangepast aan de grootte en dimension van het elektronische apparaat.

In een voorkeursuitvoering omarmt de behuizing (17) van de tweede versie het elektronische apparaat (6) ten minste een of meer randen en/of achterkant van het apparaat.

Er bevindt zich ten minste één interactiepunt van de gebruiker (2) op de rand en/of de achterkant van het lichaam, bij voorkeur op de rand van het lichaam (17). Het lichaam (17) bestaat uit ten minste één elektrische connector (15), die wordt blootgesteld en elektrisch is gekoppeld aan het interactiepunt van de gebruiker (2). In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het lichaam (17) verder uit ten minste één magnets of (Ferro) metalen deel aan de achterkant, zodat het op andere soorten afdekkingen kan worden geplaatst.

De tweede versie van een afdekking (1) bestaat verder uit een afzonderlijk voorpaneel dat ten minste één contactpunt (4) en ten minste één elektrische connector (16) omvat die is blootgesteld en elektrisch is verbonden met het contactpunt (4). Bij voorkeur worden het lichaam (17) en het genoemde voorpaneel (12) aangepast om vast te worden aangesloten wanneer ze aan elkaar worden bevestigd.

De connectie kan afhankelijk zijn van magnetische kracht en/of mechanische kracht, en omvat bij voorkeur en scharnier-middel, waardoor het voorpaneel scharnierend ten opzichte van het lichaam rond een scharnieras kan bewegen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de scharnieras zich aan de rand van de elektrische connectoren en kunnen de geleidende elementen van het contactpunt en het interactiepunt van de gebruiker elektrisch worden verbonden. Het is van cruciaal belang dat er bij montage geen vlakverplaatsing van het voorpaneel is (12). Bij montage bevindt het elektronische apparaat (6) zich tussen het voorpaneel (12) en de behuizing (17), met het aanraakscherm (11) naar het voorpaneel (12). Indien niet gewenst, is het voorpaneel (12) afneembaar van het genoemde lichaam (17). Bij voorkeur is het voorpaneel (12) transparant (bijvoorbeeld gehard glas}, zodat het het zicht van de gebruiker niet beïnvloedt bij het gebruik van het aanraakscherm (11).

Daarom is het contactpunt (4) om dezelfde reden ook transparant. Dit deel van de afdekking en het contactpunt kan worden gevormd door materiaal dat bestaat uit indium tinoxide (ITO). Het voorpaneel (12) bestaat uit ten minste één laag, bij voorkeur twee lagen of meer. Het contactpunt (4) bevindt zich op de laag (14) die zich het dichtst bij het aanraakscherm (11) bevindt wanneer het op een elektronisch apparaat (6) wordt gemonteerd. Het contactpunt (4) en de elektrische connector (16) zijn niet bedoeld om op het voorpaneel (12) te worden geplaatst dat zich recht voor het midden van het aanraakscherm (11) bevindt, In plaats daarvan heeft het de voorkeur om ze dicht bij de randen te houden. Zodanig dat ze het zicht van de gebruiker niet beïnvloeden bij het gebruik van het aanraakscherm. Het voorpaneel (12) en het contactpunt (4) zijn evenwijdig aan het aanraakscherm, namelijk vlak. Zodanig dat bij montage op een elektronisch apparaateen ruw oppervlak wordt vermeden.

Het interactiepunt voor de gebruiker (2) en het contactpunt (4) kunnen al dan niet hetzelfde ontwerp volgen als beschreven in de eerste versie van het hoesje (1).

Bij voorkeur worden het voorpaneel (12) en het lichaam (17) gemonteerd, de elektrische connector (15) in de behuizing (17) en de elektrische connector (16) in het paneel (12)

zijn elektrisch aangesloten. Met andere woorden, dat gebruikersinteractiepunt (2), genoemde elektrische connector (15), genoemde elektrische connector (16) en genoemd contactpunt (4) zijn gegroepeerd. In een voorkeurs uitvoeringsvorm bevat het hoesje (1) meer dan één set van boven genoemde groep, bij voorkeur twee sets van boven genoemde groep. Net ais bij de eerste versie voldoet het materiaal voor zowel het voorpaneel (12) als het lichaam (17) aan de eisen van de gebruiker, zoals hierboven vermeld. Evenzo is de tweede versie van de hoes (1) bedoeld voor een elektronisch handapparaat dat geschikt is om met slechts twee handen te werken. Verder omvat de behuizing (17) openingen, bij voorkeur aan de rand, die geschikt zijn voor het bedienen van actuatoren (bijv.: volumeknop, aan/uit-knop) en de doorgang van elektrische bedrading voor het elektronische apparaat (6) (bijv.: oplaadkabel, headsetkabel, datatransmissiekabel). Het moet echter overeenkomen met de aangewezen elektronische apparaten.

Wanneer de tweede versie van de huidige uitvinding in gebruik is, moet een gebruiker eerst het lichaam (17) vanaf zijn rug op een elektronisch apparaat (6) aanbrengen. Breng vervolgens het voorpaneel (12) aan op het aanraakscherm (11). Vervolgens moet de gebruiker de virtuele knop op het aanraakscherm naar het contactpunt (4) verplaatsen. In een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij het contactpunt (4) nagenoeg onzichtbaar is, kan een indicator van de positie van het contactpunt (4) worden gevormd door een verdikking op het oppervlak van het voorpaneel (12) op de overeenkomstige positie. Zo moet de virtuele knop op het aanraakscherm (11) in dit voorval naar de verdikkingsindicator worden verplaatst. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kan de gebruiker het interactiepunt verder aanpassen aan de handgrootte en de voorkeur van de gebruiker. Vervolgens is de montage van het deksel (1) en het elektronische apparaat voltooid. Wanneer dit niet gewenst is, maakt u het voorpaneel (12) los van het lichaam (17). Het lichaam kan blijven en worden gebruikt als een normale hoes. Cover versie 3 Een hoes voor apparaten met een capacitief aanraakscherm, geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm, bestaande uit: — een lichaam dat geschikt is om de inrichting ten minste gedeeltelijk te omarmen aan ten minste één of meer randen en/of achterkant van het hulpmiddel; — een frontpaneel dat geschikt is om ten minste gedeeltelijk het aanraakscherm te bedekken, bestaande uit; e ten minste één interactiepunt voor de gebruiker op het paneel, dat bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; e ten minste één contactpunt op het voorpaneel, dat contactpunt dat bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; e een verbinding die het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker en het elektrisch geleidende element van het contactpunt elektrisch met elkaar verbindt; waarbij het contactpunt bij voorkeur wordt geplaatst aan de zijkant van het voorpaneel dat naar het aanraakscherm kijkt, en waarin het voorpaneel is aangepast om los te kunnen worden aangesloten op de behuizing.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het voorpaneel (18) van de derde versie van de huidige uitvinding uit ten minste één interactiepunt voor de gebruiker (2) op het paneel, ten minste één contactpunt (4) op het voorpaneel, een aansluiting (5) die dit interactiepunt voor de gebruiker elektrisch verbindt (2) en dat contactpunt (4), met name het elektrisch geleidende element op beide.

Bij voorkeur is het voorpaneel (18) transparant (bijvoorbeeld gehard glas), zodat het zicht van de gebruiker niet wordt beïnvloed bij het gebruik van het aanraakscherm (11). Daaromis het contactpunt (4) om dezelfde reden ook transparant. Dit deel van de afdekking en het contactpunt kan worden gevormd door materiaal dat bestaat uit indium tinoxide (ITO). Het voorpaneel (18) bestaat uit ten minste één laag, bij voorkeur twee lagen of meer. Het contactpunt (4) bevindt zich op de laag (20) die zich het dichtst bij het aanraakscherm (11) bevindt wanneer het op een elektronisch apparaat (6) wordt gemonteerd.

Bij voorkeur, het gebruiker interactiepunt (2), genoemde contactpunt (4) en genoemde verbinding (5) zijn gegroepeerd. Het voorpaneel bestaat uit ten minste één van een dergelijke groep, bij voorkeur twee. Deze groep is niet bedoeld om te worden geplaatst op het voorpaneel (18) dat zich recht voor het midden van het aanraakscherm (11) presenteert. In plaats daarvan heeft het de voorkeur om ze dicht bij de rand te houden. Zodanig dat ze het zicht van de gebruiker niet beïnvloeden bij het gebruik van het aanraakscherm. Het voorpaneel (18) en het contactpunt (4) zijn evenwijdig aan het aanraakscherm, namelijk vlak. Zodanig dat bij montage op een elektronisch apparaat een ruw oppervlak wordt vermeden.

In een voorkeursuitvoering is het lichaam (19) van de derde versie van de huidige uitvinding geschikt om het apparaat ten minste gedeeltelijk te omarmen aan ten minste een of meer randen en/of achterkant van het apparaat. Het lichaam (19) bestaat uit opening (22) geschikt voor het hosten van het interactiepunt van de gebruiker (2). In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het lichaam (19) verder uit ten minste één magneet (of Ferro metalen deel) aan de achterkant, zodat het op andere soorten afdekkingen kan worden geplaatst.

Bij voorkeur worden de hulpbehuizing (19) en het genoemde voorpaneel (18) aangepast om vast te worden aangesloten wanneer ze aan elkaar worden bevestigd. De verbinding bestaat uit magnetische kracht en/of mechanische kracht. Het is van cruciaal belang dat erbij montage geen vlakverplaatsing van het voorpaneel is (18). Bij montage bevindt het elektronische apparaat (6) zich tussen het voorpaneel (18) en de behuizing (19), met het aanraakscherm (11) naar het voorpaneel (18). Indien niet gewenst, is het voorpaneel (18) afneembaar van dat lichaam (19) Het interactiepunt voor de gebruiker (2), de aansluiting (5) en het contactpunt (4) volgen al dan niet hetzelfde ontwerp als beschreven in de eerste en tweede versie van de afdekking (1).

Net als bij de eerste versie voldoet het materiaal voor zowel het voorpaneel (18) als het lichaam (19) aan de eisen van de gebruiker, zoals hierboven vermeld. Evenzo is de tweede versie van de hoes (1) bedoeld voor een elektronisch handapparaat dat geschikt is om met slechts twee handen te werken. Verder omvat de behuizing (19) openingen, bij voorkeur aan de rand, die geschikt zijn voor het bedienen van actuatoren (bijv.: volumeknop, aan/uit-knop) en de doorgang van elektrische bedrading voor het elektronische apparaat (6) (bijv.: oplaadkabel, headsetkabel, datatransmissiekabel). Het moet echter overeenkomen met de aangewezen elektronische apparaten.

In een bijzonder geprefereerde uitvoeringsvorm definieert de hoes een in wezen kubusachtige vorm, waarbij, afgezien van de interactiepunten van de gebruiker, in wezen geen elementen zich uitstrekken van die kuboïde vorm over een afstand van meer dan 2 mm. Verzoeksters streven ernaar te voorzien in een dekking in haar meest simplistische ontwerp, waardoor de afmetingen van het elektronische apparaat dat zij bezit, niet aanzienlijk worden vergroot.

Niettegenstaande de interactiepunten van de gebruiker, bedragen de buitenafmetingen van de afdekking met betrekking tot de aldus gedefinieerde binnenafmetingen niet meer dan 8 mm, bij voorkeur niet meer dan 5 mm.

Wanneer de derde versie van de huidige uitvinding in gebruik is, moet een gebruiker eerst het lichaam (19) vanaf zijn rug op een elektronisch apparaat (6) aanbrengen.

Breng vervolgens het voorpaneel (18) aan op het aanraakscherm (11). Vervolgens moet de gebruiker de virtuele knop op het aanraakscherm naar het contactpunt (4) verplaatsen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij het contactpunt (4) nagenoeg onzichtbaar is, kan een indicator van de positie van het contactpunt (4) worden gevormd door een verdikking op het oppervlak van het voorpaneel (18) op de overeenkomstige positie.

Zo moet de virtuele knop op het aanraakscherm (11) in dit voorval naar de verdikkingsindicator worden verplaatst.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kan de gebruiker het interactiepunt verder aanpassen aan de handgrootte en de voorkeur van de gebruiker.

Als dit niet gewenst is, maakt u het voorpaneel (18) los van het lichaam (19). Het lichaam kan blijven en worden gebruikt als een normale hoes.

In een ander aspect van de uitvinding omvat de hoes een behuizing die geschikt is om het apparaat ten minste gedeeltelijk te omarmen aan ten minste één of meer randen en/of achterkant van het apparaat (hoewel deze behuizing in een mogelijke aanpassing kan worden weggelaten), de hoes omvat verder een frontpaneel dat geschikt is om ten minste gedeeltelijk het aanraakscherm te bedekken, dat voorpaneel bestaat uit een plat voorvlak en een of meer staande zijdelen aan de randen van het voorvlak voor het omarmen van het apparaat, het voorpaneel bestaat uitg: - ten minste één interactiepunt voor de gebruiker op een of meer zijsecties van het voorpaneel, waarvan het interactiepunt van de gebruiker een blootgesteld elektrisch geleidend element omvat;

- ten minste één contactpunt op het voorpaneel, dat contactpunt bestaande uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; - een verbinding die het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker en het elektrisch geleidende element van het contactpunt elektrisch met elkaar verbindt; waarbij het contactpunt zich bevindt aan de zijkant van het voorpaneel dat naar het aanraakscherm kijkt, en waarin het voorpaneel is aangepast om los te zijn van de behuizing, waarbij het voorpaneel en de behuizing in wezen complementair aan elkaar zijn.

Het interactiepunt van de gebruiker kan statisch of verplaatsbaar zijn. De verbinding die het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt koppelt aan het elektrisch geleidende element van het contactpunt (dat dient als de nepvinger die interageert met het aanraakscherm), kan vooraf worden vastgesteld (d.w.z. bij contact van de gebruiker met het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractie- element is het elektrisch geleidende element van het contactpunt elektrisch verbonden met de gebruiker) of kan worden vastgesteld bij verdere actie (bijvoorbeeld het uitoefenen van een vooraf bepaalde hoeveelheid druk op het interactiepunt van de gebruiker, dat als een knop functioneert). Door een semi-omhullend voorpaneel te gebruiken, kunnen de interactiepunten van de gebruiker aan de zijkanten worden geplaatst, waardoor de gebruiker een gemakkelijke interactie verkrijgt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de interactiepunten van de gebruiker uit (een of meer) actuatoren, genoemde actuatoren die een elektrisch geleidend pad vormen dat zich uitstrekt van een vlak van het zijdeel waarop het interactiepunt van de gebruiker naar buiten is gericht vanaf het voorpaneel, tot een vlak van dat zijgedeelte naar binnen gericht naar het voorpaneel, en waarbij de actuator wordt aangepast om bij activering een elektrische verbinding tot stand te brengen tussen het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt naar het elektrisch geleidende pad, waarbij het elektrische geleidende element naar buiten wordt geleid. Door het geleidende pad door het zijgedeelte uit te breiden, wordt ervoor gezorgd dat de verbinding grotendeels ongezien blijft en zonder schade door de gebruiker.

In een verdere voorkeursbolodiment strekt het elektrisch geleidende pad zich uit door ten minste een deel van de actuator. In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het gebruikersinteractiepunt uit een mechanische actuator, waarbij de actuator wordt aangepast om bij krachtinspanning naar het zijgedeelte te bewegen, waarbij beweging naar dat zijgedeelte een elektrische verbinding tot stand brengen tussen het elektrisch geleidende onderdeel van de actuator en het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt.

Bij een voorkeursuiting wordt de verbinding niet blootgesteld aan de zijkant van het voorpaneel dat over een minimale afstand van 2,5 mm, bij voorkeur 5,0 mm, vanaf het zijgedeelte tot het genoemde zijgedeelte naar het aanraakscherm kijkt. Door dit deel van de verbinding te bedekken, en bij voorkeur, wordt ervoor gezorgd dat de verbinding, die aan de zijkant van het voorpaneel tegenover het aanraakscherm ligt, geen contact maakt met het apparaat op deze locaties, dat (gedeeltelijk) van metaal kan worden gemaakt, en elk elektrisch signaal kan aarden, waardoor de uitvinding wordt uitgeschakeld.

Bij voorkeur strekken de staande zijdelen zich uit over ten minste 75%, bij voorkeur ten minste 90% van de omtrek van het voorpaneel, waarvan de zijdelen zich vanaf het voorpaneel over een afstand van ten minste 1,0 mm, bij voorkeur ten minste 2,0 mm, bij voorkeur ten minste 4,0 mm naar boven uitstrekken.

In een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat ten minste één gebruikersinteractiepunt uit ten minste twee gescheiden elektrisch geleidende paden, elk gescheiden elektrisch geleidend pad dat verbinding maakt met een afzonderlijk contactpunt, en waarbij het gebruikersinteractiepunt wordt aangepast aan, bij activering, een elektrische verbinding

| BE2021/0038 26 tot stand te brengen van het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt naar slechts één van deze gescheiden elektrisch geleidende paden, bij voorkeur waarbij dat gebruikersinteractiepunt een scharnier-actuator omvat.

In een specifiek gewenste uitvoeringsvorm bestaat ten minste één interactiepunt van de gebruiker uit een actuator, die bestaat uit een beweegbaar element en een statisch element, waarbij het beweegbare element naar buiten gericht is vanaf het zijdeel waarop het is geplaatst, en waarbij de actuator ten minste één vooringenomen element omvat dat tussen het beweegbare en statische element is geplaatst en verbonden is met het beweegbare element en/of met het statische element;

dit beweegbare element dat bestaat uit het elektrisch geleidende element van het interactie-element van de gebruiker, een eerste tussengeleidingselement aan de andere kant van het beweegbare element ten opzichte van het elektrisch geleidende element, en dat bestaat uit een elektrisch geleidende e-pad dat zich door het beweegbare element uitstrekt en het elektrisch geleidende element en het eerste tussenliggende geleidende element verbindt; dit statische element bestaat uit een brugelement dat naar binnen gericht is vanaf het zijgedeelte en elektrisch verbonden is met ten minste één van de contactpunten, en een tweede tussenliggend geleidingselement aan de andere kant van het statische element ten opzichte van het brugelement, en dat een elektrisch geleidend pad omvat dat zich door het statische element uitstrekt en het brugelement en het tweede tussenliggende geleidende element verbindt; waarbij de beweegbare en statische elementen worden geplaatst met de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen tegenover elkaar, en waarbij het vooringenomen element bevooroordeeld is om de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen te scheiden, en waarbij de actuator zodanig is aangepast dat bij een vooraf bepaalde minimale druk op het beweegbare element de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen met elkaar in contact komen.

In een specifieke voorkeursuitvoeringsvorm bestaat ten minste één gebruikersinteractiepunt uit een actuator, die bestaat uit een beweegbaar element en een statisch element, waarbij het beweegbare element naar buiten gericht is vanaf het zijdeel waarop het is geplaatst, en waarbij de actuator ten minste twee vooringenomen elementen omvat die tussen het beweegbare en statische element zijn geplaatst en verbonden zijn met het beweegbare element en/of met het statische element; dit beweegbare element bestaande uit een eerste elektrisch geleidend element, een eerste tussengeleidingselement aan de andere kant van het beweegbare element ten opzichte van het eerste elektrisch geleidende element, en bestaande uit een eerste elektrisch geleidende weg die zich door het beweegbare element uitstrekt en het eerste elektrisch geleidende element en het eerste tussenliggende geleidende element verbindt; dit statische element bestaat uit een eerste overbruggingselement dat naar binnen gericht is vanaf het zijgedeelte en elektrisch verbonden is met ten minste één van de contactpunten, en een tweede tussenliggend geleidend element aan de andere kant van het statische element ten opzichte van het eerste overbruggingselement, en bestaande uit een tweede elektrisch geleidend pad dat zich uitstrekt door het statische element en het tweede eerste element en het tweede tussenliggende geleidende element verbindt; dit beweegbare element bestaande uit een tweede elektrisch geleidend element, een derde tussengeleidingselement aan de andere kant van het beweegbare element ten opzichte van het tweede elektrisch geleidende element, en bestaande uit een derde elektrisch geleidende weg die zich uitstrekt door het beweegbare element en het tweede elektrisch geleidende element verbindt met het derde tussenliggende geleidende element; dit statische element, bestaande uit een tweede overbruggingselement dat naar binnen gericht is vanaf het zijgedeelte en elektrisch verbonden is met ten minste één van de contactpunten, dat contactpunt verschilt van het contactpunt dat elektrisch is verbonden met het eerste overbruggingselement, en een vierde tussenliggend geleidingselement aan de andere kant van het statische element ten opzichte van het tweede overbruggingselement, en dat een vierde elektrisch geleidend pad omvat dat zich uitstrekt door het statische element en het tweede overbruggingselement en het vierde tussenliggende geleidende element verbindt; waarbij de beweegbare en statische elementen worden geplaatst met de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen tegenover elkaar en met de derde en de vierde tussenliggende geleidende elementen tegenover elkaar, en waarbij de vooringenomen elementen bevooroordeeld zijn om de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen te scheiden en de derde en vierde tussenliggende geleidende elementen te scheiden, en waarbij de actuator zodanig is aangepast dat bij een vooraf bepaalde minimale druk op het beweegbare element de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen en/of de derde en vierde tussenliggende geleidende elementen met elkaar in contact komen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de beweegbare en statische elementen scharnierend met elkaar verbonden, waarbij de vooringenomen elementen aan tegenovergestelde zijden worden geplaatst ten opzichte van de scharnierende verbinding, waarbij de eerste en derde tussenliggende elementen aan weerszijden van het beweegbare element worden geplaatst met het oog op die scharnierende verbinding, en waarbij de tweede en vierde tussenliggende elementen aan weerszijden van het statische element worden geplaatst met het oog op die scharnierende verbinding.

De vooringenomen elementen kunnen componenten zoals veren of dunne metalen platen omvatten. Dergelijke metalen platen kunnen enigszins vervormbaar zijn, waardoor de beweegbare en statische elementen samen kunnen worden verplaatst. De actuator kan zodanig worden gewijzigd dat, wanneer de metalen platen voldoende vervormd zijn dat de beweegbare en statische elementen met elkaar in contact komen, de metalen plaat interageert met een ander element, waardoor hoorbare en/of tactiele feedback (zoals een klik) aan de gebruiker wordt gegenereerd. De metalen plaat kan een gebogen plaat zijn die aan het beweegbare of statische element is bevestigd en die, wanneer deze niet is gespannen, de beweegbare en statische elementen (of ten minste de tussenliggende geleidende elementen) van elkaar houdt. Bij voldoende druk kan de plaat de bocht gedeeltelijk losmaken’ om contact mogelijk te maken. Mogelijke uitvoeringsvormen van uitvindingen volgens bovenstaand aspect zijn weergegeven in de figuren 9A-C en 10A-C. In deze uitvoeringsvorm bestaat de hoes uit een voorpaneel (12) en een behuizing (17) om het apparaat (6) met een aanraakscherm (11) vast te houden. Merk op dat het lichaam in sommige variaties kan worden weggelaten, maar bij voorkeur aanwezig is om het apparaat volledig te omvatten. De behuizing en het voorpaneel kunnen worden aangesloten via een aantal mechanismen, zoals magnetische sluitingen.

Het voorpaneel (12) bestaat uit een voorvlak (30) en staande zijdelen (29) aan de randen van dat voorvlak. Deze zijdelen zijn ontworpen om ten minste gedeeltelijk de zijranden van het te houden apparaat te omvatten, bij voorkeur over ten minste een deel van de omtrek. Aan de zijkant zijn een of meer interactiepunten voor gebruikers (2), meestal langs de langste randen van de afdekking, aanwezig. Zoals te zien is, is de behuizing (17) aangepast om het voorpaneel (12) aan te vullen, met openingen voor vooraf bepaalde apparaatpoorten (oplader, camera, hoofdtelefoon) en aangepast aan de interactiepunten van de gebruiker.

Het voorpaneel bestaat uit contactpunten (4) aan de binnenkant daarvan, d.w.z. tegenover het capacitieve aanraakscherm van het apparaat dat in de afdekking wordt vastgehouden. Deze contactpunten (4) zijn elektrisch verbonden of kunnen worden aangesloten op het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker (2). In de uitvoeringsvorm volgens figuur 9B en 9C is het interactiepunt van de gebruiker een kantelbare knop, die de vorming van een elektrische route naar twee afzonderlijke contactpunten mogelijk maakt (4). Dit kan worden bereikt door twee afzonderlijke of één elektrisch geleidend element op het interactiepunt van de gebruiker te gebruiken en twee afzonderlijke trajecten vast te stellen, waarvan de laatste zichtbaar is in figuren 10A-C.

Het interactiepunt van de gebruiker (2) bestaat uit een statisch element (25) en een beweegbaar element (26), dat scharnierend met elkaar verbonden is via een scharnier (27), waardoor de "knop" met twee verschillende functies kan werken en verbinding kan maken met twee afzonderlijke contactpunten (4), zoals te zien is in figuur 9C.

Figuur 10A toont een gedetailleerd beeld van een interactiepunt voor de gebruiker (2) zoals vermeld in de vorige paragraaf, waarbij een deel van de elektrische verbinding tussen de gebruiker en de contactpunten (4) zichtbaar is en wordt weergegeven als een eerste en een tweede overbruggingselement (24), hoewel zoals gezegd uitvoeringsvormen met één contactpunt en één overbruggingselement (24) gemakkelijk kunnen worden voorgesteld.

De overbruggingselementen (24) zijn afgeschermd van contact met de (soms metalen, die het hele pad zouden aarden) randen van het apparaat door een afschermingselement (28) dat zich uitstrekt over een deel van de overgang tussen zijdeel (29) en voorvlak (30). In deze uitvoeringsvorm komt het overbruggingselement (24) elektrisch in contact met een verder verbindingsgedeelte dat naar het contactpunt (4) leidt.

Figuur 10B en 10C illustreren de functionaliteit van de kantelbare actuator (kantelbaar via de scharnierende verbinding (27)) van het interactiepunt van de gebruiker, door aan de linkerkant het beweegbare element (26) naar binnen te duwen, waardoor een eerste tussengeleidingselement (32) dat aan de naar binnen gerichte zijde van het beweegbare element (26) is geplaatst, contact maakt met het tweede tussengeleidingselement (33). Merk op dat het eerste tussengeleidingselement (32) elektrisch is verbonden met het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker (dat zich aan de naar buiten gerichte kant van het beweegbare element bevindt), waardoor het op dezelfde spanning wordt geplaatst.

Aan de rechterkant van de actuator is een vooringenomen element te zien in de vorm van een veerelement (31), waarbij de tussenliggende geleidingselementen (32 en 33) aan de rechterkant uit elkaar worden getrokken. Een dergelijk vooringenomen element (31) is ook aan de linkerkant aanwezig, maar in dit geval ten minste gedeeltelijk ingedrukt om contact mogelijk te maken. Zonder externe interactie met het beweegbare element is er aan weerszijden geen contact tussen de tussenliggende geleidingselementen (32 en 33).

Vanaf de tweede tussengeleidingselementen (33) is een elektrisch geleidend pad aanwezig, via het statische element (25), naar het bruggedeelte (24), dat een elektrische verbinding tot stand brengt met het contactpunt (4) dat uiteindelijk fungeert als de 'nep'- vingerafdruk voor interactie met het aanraakscherm.

Merk op dat de meeste, zo niet alle, uitvoeringsvormen, beide voorafgaand aan het volgende hiernamaals, op basis van andere aspecten van de uitvinding, ook op het bovenstaande aspect kunnen worden toegepast en worden beschouwd als onderdeel van de uitvinding in kwestie.

VOORBEELD Een voorkeursuitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt hieronder weergegeven. Het is echter duidelijk dat andere uitvoeringsvormen gemakkelijk kunnen worden overwogen in het kader van de uitvinding. De onderstaande presentatie mag dus niet restrictief worden uitgelegd, maar men moet zich realiseren dat de geschoolde persoon gemakkelijk wijzigingen in het gepresenteerde voorbeeld zal aanbrengen zonder de bijgevoegde claims opnieuw te bekijken. VOORBEELD 1 Fig.1-2 toont een voorkeursversie van de eerste versie van de huidige uitvinding. Het hoesje bestaat uit: — een lichaam dat geschikt is om een smartphone aan vier randen te omarmen;

— twee interactiepuntenvan de gebruiker op één rand van het lichaam, die bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend metaal; — twee contactpunten, elk bestaat uit een blootgestelde elektrisch opgerolde geleider; — tweeaansluitpunten, die elk elektrisch het elektrisch geleidende metaal van het gebruikersinteractiepunt verbinden met de elektrisch opgerolde geleider van het contactpunt; waarbij de afdekking het aanraakscherm volledig bedekt, waarbij de contactpunten zich bevinden aan de zijkant van de afdekking die naar het aanraakscherm wijst.

De behuizing (3) van dit voorbeeld kan eerst het aanraakscherm (11) volledig bedekken, waarbij de contactpunten (4) op de behuizing van het aanraakscherm worden geplaatst. Het lichaam (3) omarmt het elektronische apparaat (6) aan vier randen. Er wordt dus voor gezorgd dat er bij montage op een smartphone geen vlakverplaatsing (horizontaal of verticaal) van de hoes (1) is, zodat de hoes vast blijft. Er zijn twee interactiepunten voor gebruikers (2) op de rand van het lichaam geplaatst. De behuizing is gemaakt van transparant plastic, zodat de huidige uitvinding het zicht van de gebruiker bij gebruik van het aanraakscherm (11) niet beïnvloedt. Het contactpunt (4) geplaatst waarop dus ook transparant is. De behuizing (3) bestaat uit één laag, waarbij het contactpunt zich aan de zijkant bevindt die de gezichten aanraakscherm wanneer de hoes (1) gemonteerd op een smartphone. Het lichaam en het contactpunt (4) zijn vlak, zodat bij het monteren van een smartphone een ruw oppervlak wordt vermeden. Het interactiepunt van de gebruiker (2) en het contactpunt (4) zijn met elkaar verbonden en verbonden door een elektrische aansluiting (5). Zowel het gebruikersinteractiepunt (2) als het genoemde contactpunt (4) bestaat uit elektrisch geleidende elementen die worden blootgesteld. Zo wordt een elektrisch circuit gebouwd tussen het elektrisch geleidende element in het gebruikersinteractiepunt (2) en het elektrisch geleidende element in het contactpunt (4). Wanneer een gebruiker een vinger aanraakt op het interactiepunt van de gebruiker (2), met name het elektrisch geleidende metaal (9), wordt de statische elektriciteit overgebracht van de vinger van de gebruiker naar het contactpunt (4), met name de elektrisch opgerolde geleider.

Op deze manier raakt de gebruiker het aanraakscherm (11) virtueel aan.

De huidige uitvoeringsvorm biedt twee paren van het interactiepunt van de gebruiker (2) en het contactpunt (4). Het contactpunt (4) en de elektrische aansluiting (5) bevinden zich dicht bij de randen en het interactiepunt van de gebruiker (2) bevindt zich op dezelfde rand, zodat deze het zicht van de gebruiker bij het gebruik van het aanraakscherm niet beïnvloeden.

Het interactiepunt van de gebruiker (2) is een toets (8), zoals weergegeven in fig. 3. Het bestaat uit een elektrisch geleidend metaal (9) en een kunststof behuizing (10). De toets (8) is aangepast om bij krachtinspanning naar benedente bewegen, waarbij een dergelijke beweging een elektrische verbinding tot stand brengen tussen het elektrisch geleidende metaal (9) van de knop (8) en de elektrische aansluiting (5), en uiteindelijk de elektrisch opgerolde geleider van het interactiepunt van de gebruiker (4). It is om een reactiekracht aan de vinger van de gebruiker toe te kennen wanneer een gebruiker de knop aanraakt (2), in wezen een duw/tik-ervaring aan de gebruiker verleent.

Het contactpunt (4) bestaat uit een opgerolde geleider die de statische elektriciteit van de vinger van de gebruiker ontvangt, die wordt gebruikt om een bepaald punt op het aanraakscherm te bedienen (11). Het versterkt de statische elektriciteit die op dat punt van toepassing is, in wezen het elektrische veld die op dat punt van toepassing was.

De huidige uitvinding is aangewezen voor de smartphone zoals getoond.

Wanneer een gebruiker het tijdens een videogame gebruikt, moet de gebruiker eerst twee kunstmatige aanraakpunten in het spel (bijv. schieten, bewegen, te hard rijden) naar de randen van het aanraakscherm verplaatsen om het contactpunts (4) te bereiken.

Tijdens het spelhoudt de gebruiker de smartphone inde ir-handen, waarbij twee duimen enkele van de kunstmatige punten op het aanraakscherm aanraken en twee wijsvingers de interactiepunten van de gebruiker aanraken (2). Op deze manier hoeft de gebruiker zijn handen niet te bewegen om het spel te bedienen. In deze uitvoeringsvorm is de hoes gemonteerd op smartphone (6) met een coördinerende basishoes (7), diede vier randen en de achterkant van desmartphone bedekt (6). In principe kan de bodembedekker (7) elke hoes zijn die in de hoes past (1). Het biedt extra bescherming voor de smartphone en kan worden gebruikt als een normale telefoonhoes. Tijdens het aanbrengen van de huidige uitvoeringsvorm hoeft een gebruiker de basishoes niet af te doen en brengt zo gemak en totale bescherming voor de smartphone. Deze uitvoeringsvorm omvat openingen aan de randen van het lichaam (3), voor volumeknop, aan/uit knop en de passage van oplaadkabel, headset kabel, datatransmissie kabel. De vorm en afmetingen zijn afgestemd op de aangewezen smartphone.

VOORBEELD 2 Fig. 4-5 toont een voorkeursversie van de tweede versie van de huidige uitvinding. Het hoesje bestaat uit: — een lichaam dat geschikt is om een smartphone op vier te omarmen ‚bestaande uit: es twee interactiepunten vande gebruikeraan de rand van het lichaam, die elk een blootgesteld elektrisch geleidend metaal omvat; e twee elektrische connectoren die elektrisch zijn gekoppeld aan het elektrisch geleidende metaal van het interactiepunt van de gebruiker; — een frontpaneel dat geschikt is om het aanraakscherm volledig te bedekken en is aangepast om los te zijn van de behuizing, bestaande uit;

e twee contactpunten op het voorpaneel dat bestaat uit een blootgestelde elektrisch opgerolde geleider; e twee elektrische connectoren die elektrisch zijn verbonden met dat contactpunt; waarbij het contactpunt zich bevindt aan de zijkant van het voorpaneel dat naar het aanraakscherm kijkt, waarbij de elektrische verbinding tot stand wordt gebracht tussen de elektrische connectoren van het voorpaneel en de behuizing wanneer deze behuizing en dat paneel zijn gemonteerd.

Het lichaam (17) van de tweede versie omarmt het elektronische apparaat (6) aan vier randen. Er zijn twee gebruikersinteractiepunten (2) op de rand van het lichaam geplaatst (17). Het lichaam (17) bestaat verder uit twee elektrische connectoren (15), die blootstaan en elektrisch verbonden zijn met het interactiepunt van de gebruiker (2). Het deksel (1) bestaat verder uit een apart voorpaneel (12) bestaande uit twee contactpunten (4) en twee elektrische connectoren (16) die blootstaan en elektrisch verbonden zijn met het contactpunt (4). Dit lichaam (17) en het genoemde voorpaneel (12) zijn aangepast om vast te worden aangeslotenmet mechanische kracht en/of magnetische kracht aan de rand, waarbij het voorpaneel (12) vast blijft staan bij montage . Bij montage bevindt de smartphone (6) zich tussen het voorpaneel (12) en de behuizing (17), met het aanraakscherm (11) naar het voorpaneel (12). Indien niet gewenst, is het voorpaneel (12) afneembaar van het genoemde lichaam (17). Het voorpaneel (12) is gemaakt van transparant kunststof, zodat het het zicht van de gebruiker bij gebruik van het aanraakscherm (11) niet beïnvloedt. Daaromis het contactpunt (4) om dezelfde reden ook transparant. Het voorpaneel (12) bestaat uit twee lagen. Het contactpunt (4) bevindt zich op de laag (14) die zich het dichtst bij het aanraakscherm (11) bevindt wanneer het op een smartphone (6) wordt gemonteerd. Een extra laag (13) beschermt het voorpaneel tegen bijvoorbeeld krassen en slijtage. Het contactpunt (4) en de elektrische connector (16) bevinden zich dicht bij de randen van het voorpaneel (12), zodat ze het zicht van de gebruiker bij het gebruik van het aanraakscherm niet beïnvloeden. Het voorpaneel (12) en het contactpunt (4) zijn vlak, Zzodatbij montage opeen elektronisch apparaateen ruw oppervlak wordt vermeden. Het gebruikersinteractiepunt (2) en het contactpunt (4) volgen hetzelfde ontwerp als beschreven in voorbeeld 1. Wanneer het voorpaneel (12) en het lichaam (17) zijn gemonteerd, worden de elektrische connector (15) in de behuizing (17) en de elektrische connector (16) in het paneel (12) elektrisch aangesloten. Met andere woorden, dat gebruikersinteractiepunt (2), genoemde elektrische connector (15), genoemde elektrische connector (16) en genoemd contactpunt (4) zijn gegroepeerd. In een voorkeurs uitvoeringsvorm bevat de cover (1) twee sets van boven genoemde groep, bij voorkeur twee sets van boven genoemde groep.

Net als bij voorbeeld 1 zijn het voorpaneel (12) en de behuizing (17) licht, dun en met voldoende stijfheid om de smartphone te beschermen. Op dezelfde manier wordt de afdekking bij montage gebruikt in dezelfde benadering als beschreven in voorbeeld 1. Indien niet gewenst, kon de gebruiker alleen het voorpaneel uittrekken en de behuizing als een normale telefoonhoes gebruiken. De huidige uitvoeringsvorm bestaat uit openingen aan de randen van het lichaam (17), voor volumeknop, aan/uit-knop en de doorgang van oplaadkabel, headsetkabel, datatransmissiekabel. De vorm en afmetingen zijn afgestemd op de aangewezen smartphone.

Fig. 6 toont nog een voorkeursversie van de tweede versie van de huidige uitvinding. Deze uitvoeringsvorm bestaat uit twee scharnieren (23) die aan de rand van het lichaam (17) en het voorpaneel (12) zijn geplaatst. Het volgt het ontwerp van de vorige uitvoeringsvorm die in voorbeeld 2 wordt onthuld. Terwijl het verschil de verbinding is tussen het voorpaneel (12) en het lichaam (17). Deze uitvoeringsvorm zorgt ervoor dat de hoes in één stuk blijft en zo een per ongeluk ontbrekend onderdeel vermijdt. VOORBEELD 3 Fig. 7-8 tonen een voorkeursversie van de derde versie van de huidige uitvinding. Het hoesje bestaat uit: — een body die geschikt is om de smartphone aan vier randen te omarmen; — een frontpaneel dat geschikt is om het aanraakscherm volledig te bedekken, bestaande uit; e twee interactiepunten van de gebruiker op het paneel, die bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend metaal; e twee contactpuntens op het voorpaneel, dat contactpunt bestaande uit een blootgestelde elektrisch opgerolde geleider; e twee verbindingen die het elektrisch geleidende metaal van het interactiepunt van de gebruiker en de elektrisch opgerolde geleider van het contactpunt elektrisch met elkaar verbinden; waarbij het contactpunt zich bevindt aan de zijkant van het voorpaneel dat naar het aanraakscherm kijkt en waarin het voorpaneel is aangepast om los te zijn van de behuizing.

Het voorpaneel (18) bestaat uit twee gebruikersinteractiepunten (2) op het paneel, twee contactpunten (4) op het voorpaneel, twee aansluitpunten (5) die het interactiepunt van de gebruiker elektrisch verbinden (2) en dat contactpunt (4) in twee, met name het elektrisch geleidende element op beide. Zodanig dat er een elektrisch circuit tot stand wordt gebracht.

Het voorpaneel (18) is gemaakt van transparant kunststof, zodat het het zicht van de gebruiker bij gebruik van het aanraakscherm (11) niet beïnvloedt. Daaromis het contactpunt (4) om dezelfde reden ook transparant. Het voorpaneel (18) bestaat uit twee lagen, waarbij het contactpunt (4) zich bevindt op de laag (20) die zich het dichtst bij het aanraakscherm (11) bevindt wanneer het op een elektronisch apparaat (6) wordt gemonteerd. Een extra laag (21) beschermt het voorpaneel tegen bijvoorbeeld krassen en slijtage.

Het genoemde interactiepunt voor gebruikers (2),het genoemde contactpunt (4) en de genoemde verbinding (5) zijn gegroepeerd. Het voorpaneel bestaat uit twee van dergelijke groepen. Deze groep bevindt zich dicht bij de rand van het voorpaneel (18). Zodanig dat ze het zicht van de gebruiker niet beïnvloeden bij het gebruik van het aanraakscherm. Het voorpaneel (18) en het contactpunt (4) zijn vlak, zodat bij montage op een elektronisch apparaat een ruw oppervlak wordt vermeden.

Het lichaam (19) is geschikt om de smartphone aan vier kanten te omarmen. Het lichaam (19) bestaat uit twee openingen (22) die geschikt zijn voor het hosten van het interactiepunt van de gebruiker (2).

Dit lichaam (19) en het genoemde voorpaneel (18) zijn aangepast om vast te worden aangesloten wanneer zij in elkaar worden gemonteerd, met mechanische en/of magnetische kracht in genoemde openingen (22). Bij montage bevindt het elektronische apparaat (6) zich tussen het voorpaneel (18) en de behuizing (19), met het aanraakscherm (11) naar het voorpaneel (18). Indien niet gewenst, is het voorpaneel (18) afneembaar van dat lichaam (19) en kan het lichaam dienen als een normale telefoonhoes.

Het interactiepunt van de gebruiker (2), de verbinding (5) en het contactpunt (4) volgen hetzelfde ontwerp als beschreven in voorbeeld 1 en 2. Net als bij voorbeeld 1 en 2 zijn het voorpaneel (18) en de body (19) licht, dun en met voldoende stijfheid om de smartphone te beschermen. Op dezelfde manier wordt de afdekking bij montage gebruikt in dezelfde benadering als beschreven in voorbeeld 1 en 2. De huidige uitvoeringsvorm bestaat uit openingen aan de randen van het lichaam (19), voor volumeknop, aan/uit-

knop en de doorgang van oplaadkabel, headsetkabel, datatransmissiekabel.

De vorm en afmetingen zijn afgestemd op de aangewezen smartphone.

Aan de hand van de voorbeelden om de voordelen van de huidige uitvinding af te ronden, helpt het i) een aanraakinteractie met ten minste één virtuele knop op een aanraakscherm; ii) brengt fysieke aanraking over naar het aanraakscherm, zodat het gemakkelijk te gebruiken en te monteren is; iii) de afmeting en het gewicht niet aanzienlijk verhoogt; iv) bescherming biedt aan het elektronische apparaat; v) is multifunctioneel als zowel een touch assistant als basis cover; vi) wordt geleverd met eenvoudig ontwerp en lage productiekosten; vii) biedt meerdere keuzes voor een reeks voorkeuren.

Claims

1. Een hoes voor apparaten met een capacitief aanraakscherm, geschikt om een gebruiker te helpen met aanraakinteractie op dat aanraakscherm, bestaande uit: — een lichaam dat geschikt is om de inrichting ten minste gedeeltelijk te omarmen aan ten minste één of meer randen en/of achterkant van het hulpmiddel; — een frontpaneel dat geschikt is om ten minste gedeeltelijk het aanraakscherm te bedekken, dat voorpaneel bestaat uit een plat voorvlak en een of meer staande zijdelen aan de randen van het voorvlak voor het omarmen van het apparaat, bestaandeuit; e ten minste één interactiepunt voor de gebruiker op een of meer zijsecties van het voorpaneel, waarvan het interactiepunt van de gebruiker een blootgesteld elektrisch geleidend element bevat; e ten minste één contactpunt op het voorpaneel, dat contactpunt dat bestaat uit een blootgesteld elektrisch geleidend element; e een verbinding die het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker en het elektrisch geleidende element van het contactpunt elektrisch met elkaar verbindt; waarbij het contactpunt zich bevindt aan de zijkant van het voorpaneel dat naar het aanraakscherm kijkt, en waarin het voorpaneel is aangepast om los te zijn van de behuizing, bij voorkeur waarbij het voorpaneel en het lichaam in wezen complementair aan elkaar zijn.

2. Een afdekking volgens bewering 1, waarbij de gebruikersinteractiepunten bestaan uit actuatoren, genoemde actuatoren bestaande uit een elektrisch geleidend pad dat zich uitstrekt van een vlak van het zijdeel waarop het interactiepunt van de gebruiker naar buiten is gericht vanaf het voorpaneel, tot een gezicht van dat zijgedeelte naar binnen gericht naar het voorpaneel, en waarbij de actuator wordt aangepast aan, bij activering, een elektrische verbinding tot stand te brengen tussen het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt naar hetelektrisch geleidende pad, waarbij het elektrische geleidendeelement naar buiten wordt geleid.

3. Een afdekking volgens claim 2, waarbij het elektrisch aaneengesloten pad zich door ten minste een deel van de actuator uitstrekt.

4. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 3, waarbij het interactiepunt van de gebruiker een mechanische actuator omvat, waarbij de actuator wordt aangepast om bij krachtinspanning naar het zijgedeelte te bewegen, waar bij beweging naar dat zijgedeelte een elektrische verbinding tot stand brengen tussen het elektrisch geleidende onderdeel van de actuator en het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker.

5, Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 4, waarbij de verbinding niet wordt blootgesteld aan de zijkant van het voorpaneel dat over een minimale afstand van 2,5 mm, bij voorkeur 5,0 mm, van het zijgedeelte tot dat zijgedeelte naar het aanraakscherm kijkt.

6. Een hoes volgens een van de claims 1 tot en met 5, waarbij ten minste het deel van de hoes dat het aanraakscherm bedekt transparant is.

7. Een hoes volgens een van de claims 1 tot 6, waarbij het voorpaneel transparant is,

8. Een hoes volgens een van de claims 1 tot 7, waarbij het lichaam ten minste één opening op de rand bevat die geschikt is voor het ontvangen van het interactiepunt van de gebruiker van het voorpaneel.

9, Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 8, waarbij het interactiepunt van de gebruiker bestaat uit een mechanische actuator, die een elektrisch geleidende component omvat, waarbij de actuator wordt aangepast om bij krachtinspanning in een eerste richting te bewegen, waarbij beweging in die eerste richting een elektrische verbinding tot stand brengen tussen het elektrisch geleidende onderdeel van de actuator en het elektrisch geleidende element van het interactiepunt van de gebruiker.

10, Een hoesje volgens een van de voorgaande claims 1 tot en met 9, waarbij het interactiepunt van de gebruiker in wezen een stilstaand contactpunt is.

11. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 10, waarbij het contactpunt bestaat uit een opgerolde geleider.

12. Een hoes volgens een van de voorgaande claims 1 tot 11 waarbij de hoes een smartphonehoes is.

13. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 12, die openingen en/of loopgraven bevat die geschikt zijn voor het passeren van elektrische bedrading.

14. Een dekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 13, waarbij er ten minste twee contactpunten en ten minste twee interactiepunten zijn, waarbij het elektrisch geleidende element van een eerste van de contactpunten en het elektrisch geleidende element van een eerste van de interactiepunten elektrisch zijn verbonden; en het elektrisch geleidende van de tweede contactpunten en het elektrisch geleidende element van de tweede van de interactiepunten elektrisch zijn verbonden.

15.Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 14, en volgens bewering 3, waarbij het interactiepunt een uitstekend gedeelte vormt van het voorpaneel, waarbij het lichaam een opening omvat die geschikt is voor het ontvangen van de uitstekende punt.

16. Een afdekking volgens een van de voorgaande claims 1 tot en met 15, waarbij het contactpunt zich aan de zijkant van de afdekking bevindt die naar het aanraakscherm wijst.

17. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 16, waarbij ten minste een deel van de afdekking bestaat uit het deel dat het aanraakscherm bedekt, bestaat uit ten minste twee lagen, waarin de contactpunten en/oftenminste een deel van de verbindingen in en/of op een van de lagen zijn voorzien , en waarin ten minste één van de twee lagen is geplaatst om de laag te bedekken die de contactpunten en/of ten minsteeen deel van de verbindingen omvat , die alsafdeklaag functioneert.

18. Een afdekking overeenkomstig de voorgaande claim 17, waarbij de laag die de contactpunten en/of ten minste een deel van de verbindingen omvat, de laag is die meer proximaal is voor het aanraakscherm van het apparaat dan de ten minste één van de twee lagen dié de laag bedekken die de contactpunten en/of ten minste een deel van de verbindingen omvat wanneer de afdekking het apparaat omarmt, dat alsafdeklaag functioneert.

19. Een hoesje volgens een van de voorgaande claims 16 tot en met 18, waarin de verbindingen op of tussen de lagen worden afgedrukt.

20.Een afdekking volgens een van de voorgaande claims 16 tot en met 19, waarbij ten minste de afdeklaag uit glas en/of kunststoffen bestaat.

21. Een dekking volgens een van de voorgaande claims 1 tot en met 20, waarbij ten minste één, bij voorkeur alle, interactiepunten van de gebruiker bestaat uit een knop die is aangepast om opgebouwde statische elektriciteit te ontladen bij het loslaten van de knop door de gebruiker,

22. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 21, waarbij de staande zijdelen zich uitstrekken over ten minste 75%, bij voorkeur ten minste 90% van de omtrek van het voorpaneel, genoemde zijdelen die zich vanaf het voorpaneel over een afstand van ten minste 1,0 mm, bij voorkeur ten minste 2,0 mm, bij voorkeur ten minste 4,0 mm naar boven uitstrekken.

23. Een afdekking volgens een van de voorgaande claims 1 tot en met 22, en volgens beweringen 2 of 3, waarbij ten minste één gebruikersinteractiepunt ten minste twee gescheiden elektrisch geleidende paden omvat, elk gescheiden elektrisch geleidend pad dat verbinding maakt met een afzonderlijk contactpunt, en waarbij het interactiepunt van de gebruiker wordt aangepast om bij activering een elektrische verbinding tot stand te brengen van het elektrisch geleidende element van het gebruikersinteractiepunt tot slechts één van deze gescheiden elektrisch geleidende paden, bij voorkeur waarbij de gebruiker een interactiepunt heeft.

24. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 23, waarbij ten minste één interactiepunt voor de gebruiker bestaat uit een actuator, die een beweegbaar element en een statisch element omvat, waarbij het beweegbare element naar buiten gericht is vanaf het zijdeel waarop het is geplaatst, en waarbij de actuator ten minste één bevooroordeeld element omvat dat tussen het beweegbare en statische element is geplaatst en verbonden is met het beweegbare element en/of met het statische element, dit beweegbare element dat bestaat uit het elektrisch geleidende element van het interactie-element van de gebruiker, een eerste tussengeleidingselement aan de andere kant van het beweegbare element ten opzichte van het elektrisch geleidende element, en dat bestaat uit een elektrisch geleidende e-pad dat zich door het beweegbare element uitstrekt en het elektrisch geleidende element en het eerste tussenliggende geleidende element verbindt; dit statische element bestaat uit een brugelement dat naar binnen gericht is vanaf het zijgedeelte en elektrisch verbonden is met ten minste één van de contactpunten, en een tweede tussenliggend geleidingselement aan de andere kant van het statische element ten opzichte van het brugelement, en dat een elektrisch geleidend pad omvat dat zich door het statische element uitstrekt en het brugelement en het tweede tussenliggende geleidende element verbindt; waarbij de beweegbare en statische elementen worden geplaatst met de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen tegenover elkaar, en waarbij het vooringenomen element bevooroordeeld is om de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen te scheiden, en waarbij de actuator zodanig is aangepast dat bij een vooraf bepaalde minimale druk op het beweegbare element de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen met elkaar in contact komen.

25. Een afdekking volgens een van de voorgaande beweringen 1 tot en met 24, waarbij ten minste één interactiepunt voor de gebruiker bestaat uit een actuator, die een beweegbaar element en een statisch element omvat, waarbij het beweegbare element naar buiten gericht is vanaf het zijdeel waarop het is geplaatst, en waarbij de actuator ten minste twee vertekenende elementen omvat die tussen het beweegbare en statische element zijn geplaatst en verbonden zijn met het beweegbare element en/of met het statische element; dit beweegbare element bestaande uit een eerste elektrisch geleidend element, een eerste tussengeleidingselement aan de andere kant van het beweegbare element ten opzichte van het eerste elektrisch geleidende element, en bestaande uit een eerste elektrisch geleidende weg die zich door het beweegbare element uitstrekt en het eerste elektrisch geleidende element en het eerste tussenliggende geleidende element verbindt; dit statische element bestaat uit een eerste overbruggingselement dat naar binnen gericht is vanaf het zijgedeelte en elektrisch verbonden is met ten minste één van de contactpunten, en een tweede tussenliggend geleidend element aan de andere kant van het statische element ten opzichte van het eerste overbruggingselement, en bestaande uit een tweede elektrisch geleidend pad dat zich uitstrekt door het statische element en het tweede eerste element en het tweede tussenliggende geleidende element verbindt;

dit beweegbare element bestaande uit een tweede elektrisch geleidend element, een derde tussengeleidingselement aan de andere kant van het beweegbare element ten opzichte van het tweede elektrisch geleidende element, en bestaande uit een derde elektrisch geleidendeweg die zich uitstrekt door het beweegbare element en het tweede elektrisch geleidende element verbindt met het derde tussenliggende geleidende element; dit statische element bestaande uit een tweede overbruggingselement dat naar binnen gericht is vanaf het zijgedeelte en elektrisch verbonden ismet ten minste één van de contactpunten , dat contactpunt verschilt van het contactpunt dat elektrisch is verbonden met het eerste overbruggingselement, en een vierde tussenliggend geleidend element aan de andere kant van het statische element ten opzichte van het tweede overbruggingselement, en dat een vierde elektrisch geleidend pad omvat dat zich uitstrekt door het statische element en het tweede overbruggingselement en het vierde tussenliggende geleidende element verbindt;

waarbij de beweegbare en statische elementen zijn gepositioneerd met de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen tegenover elkaar en met de derde en de vierde tussenliggende geleidende elementen tegenover elkaar, en waarbij de vooringenomen elementen bevooroordeeld zijn om de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen te scheiden en de derde en vierde tussenliggende geleidende elementen te scheiden, en waarbij de actuator zodanig is aangepast dat bij een vooraf bepaalde minimale druk op het beweegbare element de eerste en tweede tussenliggende geleidende elementen en/of de derde en vierde tussenliggende geleidende elementen met elkaar in contact komen;

bij voorkeur waarbij de beweegbare en statische elementen scharnierend met elkaar verbonden zijn, waarbij de vooringenomen elementen tegenover elkaar staan ten opzichte van de scharnierende verbinding, waarbij de eerste en derdetussenliggende elementen met het oog op die scharnierende verbinding aan tegenovergestelde zijden van het beweegbare element worden geplaatst, en waarbij de tweede en vierde tussenliggende elementen tegenover elkaar van het statische element worden geplaatst met het oog op die scharnierende verbinding.