BE1029129A1 - Raam- of deurprofiel en werkwijze voor het samenstellen van zulk profiel en inrichting daarbij toegepast - Google Patents

Abstract

Raam- of deurprofiel dat is samengesteld uit twee halfschalen (6) in de vorm van profielen uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden zijn door een isolator (7) in de vorm van een profiel uit een hard thermisch isolerend materiaal, waarbij de halfschalen (6) zijn voorzien van een ondersneden groef (8) begrensd door minstens één vervormbare lip en waarbij de isolator (7) met zijn langsranden (12) klemmend gevat zit in de ondersneden groeven (8) van de halfschalen (6), daardoor gekenmerkt dat de isolator (7) hoofdzakelijk de vorm heeft van een vlakke lat die met haar langsranden (12) elastisch is ingeklemd in de groeven (8) van de halfschalen (6) door elastische vervorming van de minstens één vervormbare lip zonder plastische vervorming van het materiaal van de halfschalen (6) rond de groeven (8).

Description

Raam- of deurprofiel en werkwijze voor het samenstellen van zulk profiel en inrichting daarbij toegepast. 9 3 Le huidige uitvinding heeft betrekking op een raam of | deurprofiel. | Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor een geïsoleerd samengesteld raam- of deurprofiel dat is samengesteld uit LO twee halfschalen in de vorm van profielen uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden zijn door een isolator in de vorm van een profiel uit sen hard thermisch isclerend materiaal, waarbij de halfschalen zijn voorzien van een ondersneden groef begrensd door minstens één vervormbare lip en waarbij de isolator met ziijn langsranden klemmend gevat zit in de ondersneden groeven {8} van de halfschalen, Daartoe Le de isolator klassiek voorzien van langsranden met een zwaluwstaartvormige doorsnede en worden de langsranden in de groeven (8) van de halfschalen vastgeklemd door de vervormbare lip plastisch te vervormen door deze lip over te buigen door inrollen of dergelijke met blijvende inkiemming van de zwaluwstaartvormige langsrand tot gevolg.

De huidige isclatoren hebben geëxtrudeerde profielen met een relalief complexe ruimtelijke vorm, waardoor men aangewezen is op extrusie, waardcor men beperkt: is in de keuze van de materialen tot materialen met een laag smeltpunt.

> BE2021/5120 Hierdoor zijn deze isolatoren bijvoorbeeld niet geschikt voor toepassing in brandwerende of brandvertragende ramen en deuren, S De werkwijze voor het inrollen van de zwaluwstaartvormige Lansgsranden is bovendien tamelijk complex en vereist een 9 relatief complexe machine, Voor eike breedte van isolator is bovendien een aparte extrusiemal nodig.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de vocornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, Hiertoe betreft de uitvinding een raam- of deurprofiel dat is samengesteld uit twee halfschalen in de vorm van profielen uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden zijn door een isolator in de vorm van een profiel uit een hard thermisch isolerend materiaal, waarbij de halfschalen zijn voorzien van een ondersneden groef begrensd door minstens één vervormbare lip en waarbij de isolator met zijn langsranden klemmend gevat zit in de ondersneden groeven van de halfschalen, met als kenmerk dat de isciator hoofdzakelijk de vorm heeft van een vlakke lat die met haar langsranden elastisch is ingeklemd in de groeven van de halfschalen door elastische vervorming van de minstens een vervormbare iiD zonder plastische vervorming van het materiaal van de halfschalen rond de groeven.

Doordat een hoofdzakelijk platte lat wordt toegepast als isolator, is men voor de vervaardiging ervan niet noodzakelijk aangewezen op extrusie en de daaraan verbonden ceperkingen op gebied van materialen met een laag S smeltpunt, { De isolatoren kunnen bijvoorbeeld gewoon uit een vlakke plaat gesneden worden met een dikte die iets groter is dan de opening van de groeven in de halfschalen.

Dit maakt het mogelijk om de isolator gewoon met zijn langsranden in de groeven van de halfschalen te duwen, waardoor de vervormbare lip of de vervormbare lippen van de groeven Lichtjes uit elkaar worden geduwd, net voldcende om de lip of de ligpen elastisch te verbuigen zonder blijvende plastische vervorming, maar toch voldoende om permanent een grote elastische klemkracht te ontwikkelen voor een sterke verbinding tussen de isclator en de halfschalen.

De verbinding kan dus op zeer eenvoudige manier tot stand worden gebracht door gewoon de halfschalen met hun groeven dwars over de iangsranden van de isolator te duwen, Dit impliceert dus een zeer eenvoudige werkwijze en inrichting om zulke raam- en deurprofielen volgens de uitvinding samen te stellen.

Bovendien zijn dergelijke isolatoren ook goedkoop te realiseren vertrekkende van een plaat waar de isolatoren eenvoudigweg kunnen van afgesneden worden op maat van de gewenste breedte van de isolator,

Desgevallend kan ook vertrokken worden van een dikkere plaat, waarbij de langsranden van de afgesneden isolator worden bewerkt om deze de gewenste dikte Le geven voor een elastische inklemming in de groeven van de halfschalen of om een afschuining of afronding te voorzien voor een betere veleiding van de isolator bij de introductie in een groef van een naifschaal.

De keuze van een dikkere plaat en dus van een dikkere isolator laat toe de sterkte van het samengestelde profiel aan te passen naarcelang de toepassing, waarbij bijvoorbeeld in het geval van een vleugel van een raam of deur sterkere profieien nodig zijn dan voor een vast kader, De ondersneden groeven van de halfschalen kunnen voorzien zijn van een naar binnen uitstekende rand op de elastische lip en de langeranden van de isciator kunnen voorzien zijn van een gieuf waarin de halfschalen zich met hun naar binnen uitstekende rand kunnen vasthaken.

In geval van een profiel voor een brandwerend raam of brandwerende deur kan de isolator van een samengesteld profiel volgens de uitvinding eenvoudigweg aan één of aan beide zijden worden afgeschermd door er een strook die de brandwerende eigenschappen verbetert tegenaan te bevestigen, Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan materialen die door een chemische reactie bij opwarming gaan opschuimen en/of afkoelen

Doordat de isolator viak is, kan hiervoor ook gebruik gemaakt worden van platte stroken van dit materiaal die eenvoudig aan te brengen zijn door lijmen of dergelijke.

3 De uitvinding heeft ook betrekking op een eenvoudige werkwijze voor het samenstellen van een raam” of deurprofiel uitgaande van twee halfschalen in de vorm van profielen uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden worden door een isolator in de vorm van een profiel uit een hard thermisch isolerend materiaal, waarbij de halfschalen zijn voorzien van een ondersneden groef begrensd door minstens één elastisch buigzame lip en waarbij de isolator met zijn langsranden wordt ingeklemd in de ondersneden groeven van de halfschalen, met als kenmerk dat voor de werkwijze wordt uitgegaan van een hoofdzakelijk viakke latvormige isolator met langsranden waarvan de dikte iets grorer is dan de breedte van de opening van ondersneden groeven, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: ZU - het positioneren van de halfschalen op een afstand van elkaar en met de ondersneden groeven tegenover elkaar en met hin openingen naar elkaar gericht; - het positioneren van de isolator met zijn langsranden in lijn met en gericht naar de groeven van de halfschalen; - het onder druk zijdelings naar elkaar aandrukken van de halfschalen ter elastische inklemming van de langsranden van de isolator in de groeven door een blijvende elastische vervorming van de minstens éên elastisch buigzame lip; - het tijdens het aandrukken van de halfschaien ondersteunen van de isolator aan beide zijden van de isolator on het knikken van de isolator te beletten.

& BE2021/5120 In de praktijk kan het aandrukken van de halfschalen over de langsranden tot stand worden gebracht door de : nalfschalen samen met de isolator ertussen doorheen een # S versmallende toelopende tunneivormige geleiding te leiden { waarvan de zijwanden symmetrisch zijn gelegen ten opzichte van een mediaanviak en een versmallende geleiding vormen voor de halfschalen.

Het volstaat dan om de losse halfschalen samen met de losse isolator bijvoorbeeld door de tunnel te trekken of door middel van aangedreven aandrukwielen erdoor te duwen, De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een raam of deurprofiel dat is samengesteld uit twee halfschalen in de vorm van profielen uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden zijn door een isolator in de vorm van een profiel uit een hard thermisch isolerend materiaal, waarbij de halfschalen zijn voorzien van een ondersneden groef begrensd door minstens één elastisch buigzame lip en waarbij de isolator met zijn langsranden klemmend gevat zit in de ondersneden groeven van de halfschalen, waarbij de inrichting het volgende bevat: = uitlijn- en ondersteuningsmiddelen om de halfschalen met hun groeven Legenover mekaar te positicneren en te houden met daartussen de isolator met zijn langsranden tegenover de groeven; - aandrukmiddelen om de halfschaien naar mekaar Loe aan te drukken ter inklemming van de langsranden van de isolator in de groeven door een blijvende elastische vervorming van de minstens één elastisch buigzame lip.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een samengesteld raam of deurproflel volgens de uitvinding en van een daarbij Lovegepaste werkwijze en inrichting voor het samenstellen van het profiel, met verwijzing naar de bijgaande tekenincen, waarin: : figuur 1 schematisch een dwarsdoorsnede weergeeft in 9 het kader van een giasraam samengesteld met profielen { 15 volgens de uitvinding: figuur 2 het samengesteide profiel volgens de uitvinding van figuur l afzonderlijk weergeeft; figuren 3 en 4 de losse onderdelen van het profiel van | figuur 2 toont voor assemblage en de werkwijze iliustreert voor het samenstellen van het profiel; de figuren 5 tot 8 respectievelijk verschillende varianten tonen van een samengesteld profiel volgens de uitvinding; figuur 9 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft voor het samenstellen van het profiel van figuur 2; de figuren 10 en 11 een doorsnede weergeven, respectievelijk voigens de lijnen X-X en XI-XI; figuur 12 het gebruik van mallen illustreert voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding:

& BE2021/5120 figuur 13 de toepassing tcont van de malien van figuur iz in een inrichting zoals deze van de figuren 9 en 10 Maar in een aangevaste vorm; figuur 14 een variante toont van de mallen van figuur

12. Het raam 1 van de doorsnede van figuur 1 bevat sen hooldzakelijk U-vormig raamprofiel 2 volgens de uitvinding met twee evenwijdige benen waartussen op bekende manier een 19 glas- of ander paneel 3 is opgenomen dat met zijn randen door middel van dichtingen 4 tussen de benen is vastgeklemd en rust op classteunen 5. Het raamprofie! 2 is afzonderlijk weergegeven in figuur 2 en is samengesteld uit twee halfschalen 6 die de benen vormen van het raanprofiel 2 en een isolator 7 die de halfschalen 6 met elkaar verbindt, De halfschalen 6 zijn gemaakt uit aluminium of staal of een ander metaal, terwijl de isolator 7 is gemaakt uit een thermisch, isolerend, hard en stijf materiaal, De haifschalen 6 zijn op hun naar elkaar gekeerde zijden voorzien van een ondersneden groef 8 die in dit geval begrensd wordt door twee opstaande lippen, respectievelijk 2a en 9b, waarvan één lip Sa voorzien is van een naar binnen gerichte vand 10 ter vorming van een ondersnijding. De groeven 8 zijn met hun opening 11 naar elkaar toe gericht,

De isolator 7 is in dit geval uitgevoerd als sen vlakke lat die bijvoorbeeld uit een plaat is gesneden en die met haar Llangsranden 12 elastisch is ingeklemd in de groeven 8 van de halfschaien 6.

De dikte D van de isclator 7 is iets groter gekozen dan de breedte E van de opening 11 van de groeven 8 van de halfschalen € in niet gemonteerde rusttoestand zoals weergegeven in figuur 3, waardcor in geassembleerde LID toestand de isolator 7 met zijn langsranden 12 klemmend gevat zit tussen de lippen 9 van de groeven 8. De vorm en de afmetingen van de isolator 7 en van de groeven 8 is zo gekozen dat deze klemming elastisch is LS zonder permanente plastische vervorming van het materiaal van de halischaien 6 rond de groeven &. De vorm en afmetingen die hiervoor nodig zijn, kunnen berekend worden of experimenteel worden bepaald, De werkwijze om het raamprocfiel 2 samen te stellen, is schematisch weergegeven in figuur 3. De isolator 7 wordt daarvoor aangebracht tussen twee steunvlakken, waarbij de in te klemmen langsranden 12 aan weerskanten uitsteken, en de halfschalen & worden aan weerskanten van de isolator 7 gepositioneerd met hun groeven 8 uitgelijnd tegenover de vrije langsranden 12 van de isolator 7 zoals weergegeven in figuur 3.

Vervolgens worden de halfschalen 6 ter hoogte van de isciator 7 naar elkaar toe gedrukt met een kracht F tot inkiemming van de langsranden 12 in de groeven 8, bij voorkeur tot ten einde in de groeven 8 zoals weergegeven in figuur 4.

Bi] het samenkiemmen, beletten de steunvlakken 13 dat de isolator 7 naar boven cf naar onder zou kunnen knikken, i0 De werkwijze is dus zeer eenvoudig en vereist geen complexe vorm van de isolator 7. Voor sen betere geleiding van de langsranden 12 in de cpening 11 van de groeven 8, kunnen de naar binnen gekeerde is randen 10 op de lippen Za lichtjes schuin zijn opgesteld om een conische ingang te vormen en/of kunnen de langsranden 12 van de isolator 7 lichtjes zijn afgeschuind of afgerond zoals in figuur 5, Het voorbeeld van figuur 1 betreft een brandwerend raam 1 waarbij aan weerszijden van de isolator 7, boven en onder, een brandwerende of brandvertragende strip 14 is aangebracht zoals ook weergegeven in figuur 5, welke strips 14, zoals bekend, bijvoorbeeld opschuimende en/of afkoelende eigenschappen hebben bij blootstelling aan hoge temperaturen zoals dat in het geval van brand het geval kan zijn, In dat geval geniet het aanbeveling dat ook de isolator 7 beter brandbestendig is dan de huidige geëxtrudeerde isolatoren die per definitie gemaakt moeten zijn uit extrudeerbare materialen met een lage smelttemperatuur. Dankzij de eenvoudige vlakke vorm van de isolator 7 in het geval van de uitvinding, moet men niet noodzakelijk zijn toevlucht nemen tot extrusie van de isolator 7, maar kan men vertrekken van een plaatmateriaal met een hogere smelttemperatuur die bijvoorbeeld hoger is dan 300 °C.

Een voorbeeld van dergelijk materiaal is een plaat uit polycdice van 3 mm dikte.

In figuur 6 is een raamprofiel 2 volgens de uitvinding weergegeven met in dit geval een dikkere isolator 7 waarvan de in te klemmen langsranden 12 op de juiste dikte D zijn gebracht door frezen of dergelijke om bij inklemming de gewenste elastische klemkracht in de halfschalen 6 te bekomen, De grotere dikte van de isolator 7 tussen de halfschalen 6 Laat toe dit samengestelde raamprofiel 2 toe te passen op ramen àl met een grotere belasting, bijvoorbeeld in het geval van een vleugel waar een grotere sterkte vereist is dan in het geval van een vast kader.

in het geval van figuur 6 is bijkomend in de in te klemmen iangsranden 12 van de isolator 7 een gleuf 15 uitgewerkt in de lengterichting, waarin de voornoemde naar binnen uitstekende rand 10 van de lippen Sa zich kan vasthaken 38 zoals in figuur 6.

in de figuren 7 en 8 zijn twee andere varianten weergegeven van een samengesteld rasmprofiel 2 volgens de uitvinding, waarin in dit geval, één of respectievelijk beide, halfschalen 6 tweedelig zijn uitgevoerd, met een demonteerbaar gedeelte 6a. in de figuren 9 en 10 is een voorbeeld weergegeven van een inrichting 16 voor toepassing van de werkwijze zoals hiervoor beschreven.

De inrichting 16 bevat in dit voorbeeld twee evenwijdige platen 17 boven elkaar en op een afstand van elkaar die respectievelijk de bovenwand 17a en onderwand 17b vormen van een tunneivormige geleiding 18 waar de samen te brengen ; 15 halfschalen 6 en isolator 7 dcorheen zullen worden geleid voor Loepassing van de werkwijze volgens de uitvinding, en dit in een doorvoerrichting A die met een pijl A is aangegeven in figuur 9, De zijwanden van de tunnelvormige geleiding 18 worden gevormd door twee reeksen zandrukwielen 19, elk aan een andere zijde en symmetrisch van een mediaanvlak M-M’ van de tunnel, waarbij de onderlinge afstand W tussen de opeenvolgende aandrukwielen 19 op een lineaire manier steeds kleiner wordt in de voornoemde doorvoerrichting vanaf de ingang van de tunnel tot aan de uitgang.

De steunvlakken 13 voor de isolator 7 worden gevormd door vaste profileringen van de bovenwand 17a en van de onderwvand 17b op een afstand van elkaar zodanig dat de isolator 7 met een minimale speling tussen de steunvlakken 13 kan worden doorgevoerd. In de bovenwand 17a zijn geleidingsarceven 20 voorzien voor het met een zekere speling geleiden van de bovenrand van de nalfschalen & in een richting tangentieel aan de aandrukwielen 19 zoals in streepliin weergegeven in figuur 3, In de profilering van het onderste steunvlak 13 van de isclator 7 zijn uitsparingen 21 voorzien voor het ondersteunen van de halfschalen 6 met de groeven 8 recht cecenover de langsranden 12 van de isolator 7. { 15 Naast de steunvlakken 13 is er voldoende ruimte voorzien | voor de elastische beweging van de lippen 93 bij het : inkiemmen van de isolator 7.

De inrichting 16 is verder voorzien van een niet in de figuren weergegeven zandrijving om de halfschalen 6 samen met de isolator 7 in hun langsrichting in de doorvoerrichting A doorheen de tunnel te duwen of te trekken, bijvoorbeeld door middel van opwindbare kabel op een lier die stroomafwaarts van de tunnel is cpgesteld.

Het gebruik van de inrichting is zeer eenvoudig en als voigt.

De halîschalen & worden samen met isolator 7 ertussen doorheen de tunnel gedwongen.

Daarbij komen de buitenzijden van de halfschalen 6 in contact met de aandrukwielen 19 die de halfschalen 6 gaandeweg meer en meer in de richting van het mediaanvlak M-M en van de isolator 7 dwingen, Daarbij oefenen de aandrukwielen 19 sen drukkracht F uit waarbij zij met hun groeven 8 over de langsranden 12 van de isolator 7 worden geschoven, In figuur 10 is de situatie weergegeven ter plaatse van de eerste aandrukwielen 19 aan de ingang van de tunnel waar de isolator 7 mog los is, terwijl in figuur 11 eenzelfde situatie is weergegeven ter plaatse van de laatste aandrukwielen 19 aan de uitgang van de tunnel waar de langsranden 12 van de isolator 7 volledig in de groeven 8 van de halfschalen 6 zijn geduwd en er op die manier een gebruiksklaar samengesteld raamprofiel 2 wordt bekomen dat enkel nog op de juiste lengte moet worden gebracht of een verdere afwerking kan ondergaan zonder dat het nochtans nodig is om de lippen 9 van de groeven 8 van de halfschalen 6 nog verder te vervormen, In de figuren 12 en 13 is een licht aangepaste inrichting weergegeven met een viakke boven- en onderwand 17a en 17b, waarbij in dat geval gebruik wordt gemaakt van malien om de halfschalen 6 en de isolator 7 te ondersteunen en in lijn te houden tijdens hun traject doorheen de inrichting 16, Daartoe wordt gebruik gemaakt van een buitenmal 22 in de vorm van twee U-profielen 23 die met hun openingen naar elksar toe gericht tussen de aandrukwielen 19 worden doorgetrokken en die zijdelings verschuifbaar worden ondersteund tussen de boven- en onderwand 17a en 175 van de tunnel.

Deze U-profielen 23 zijn over de halfschalen 6 geschoven en 2 ondersteunen de halfschalen 6 in verticale positie over de iengte van de haifschalen 6, De losse isolator 7 wordt op analoge manier in de buitenmal 22 ondersteund door sen binnenmal 24 met een bovenmai 24a en een ondermal 24b met steunvlakken 13 waartussen de isolator 7 is aangebracht en die zijdelings verschuifbaar zijn aangebracht tussen de benen van de buitenmal 22. Het geheel van mallen 22 en 24 met daarin opgenomen de is halfschalen 6 en isolator 7 wordt dan tussen de aandrukwielen 19 van de inrichting van figuur 13 geleid, waardoor de U-profielen 23 van de buitenmal 22 samen met de halfschalen 6 naar elkaar toe worden gedwongen, met op het einde inklemming van de isolator 7 tussen de halfschalen 6 zoals in figuur 13. Een variant van een binnenmal 24 is weergegeven in figuur lé, waarbij in dit geval de bovenmal 24a en de ondermal 24b uit twee lcsse delen bestaan die elk afzonderlijk zijdelings verschuifbaar in de buitenmal 22 zijn aangebracht. De aandrijving om de halfschalen 6, de isolator 7 en desgevallend de mallen 22 en 24 kan op om het even welke manier gebeuren, bijvoorbeeld door een trekkabel die op een lier wordt opgewonden of doordat de aandrukwielen 19 zijn uitgevoerd als trekkende wielen 19 met een eigen aandrijving.

Het is duidelijk dat in plaats van aandrukwielen 19 ook voile rechte tunnelwanden kunnen worden toegepast in teflon of in ander materiaal met een lage schuifweerstand, Wanneer in het voorgaande een richting of positie wordt aangegeven zoals boven/onder, zijdelings, voor/achter en dergelijke dient dit niet beschouwd te worden als een absolute aanduiding maar eerder als een aanduiding ten opzichte van de figuren. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven an in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een raam- of deurprofiel volgens de uitvinding en daarbij een werkwijze en inrichting voor het samenstellen van zuik profiel kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (1)

1. Conclusies. l.- Raam of deurprofiel dat is samencesteld uit twee hal£schalen (6) in de vorm van profielen uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden zijn door een isolator {7} in de vorm van een profiel uit een hard thermisch isolerend materiaal, waarbij de halfschalen (6) zijn voorzien van een ondersneden groef (8) begrensd door 19 minstens één vervormbare lip en waarbij de isolator (7) met zijn langsranden (12) klemmend gevat zit in de cndersneden groeven (8) van de halfschalen (6), daardoor gekenmerkt dat de isolator {7} hoofdzakelijk de vorm heeft van een vlakke lat die met haar langsranden (12) elastisch is ingeklemd in de groeven {8} van de halfschalen {6} door elastische vervorming van de minstens één vervormbare lip zonder plastische vervorming van het materiaal van de halfschalen {6} rond de groeven (8).

   Z2.- Raam of deurorofiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de isolator {7} over zijn ganse breedte even dik is,

   3." Raam- of deurprcfiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het gedeelte van de isclator (7) dat zich tussen de halfschalen (6) uitstrekt dikker is uitgevoerd dan de langsranden (12) die in de grceven (8) ingeklemd zijn.

   4.- Raam- of deurprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de langsranden (12) van de isolator (7) voorzien zijn van sen gieuf die zich in de langsrichting uitstrekt en dat de elastische lippen van de nalfschalen (6) zijn voorzien van zen naar binnen uitstekende rand waarmee de lippen zijn vastgehaakt in de voornoemde gleuf.

   3. Raam of deurprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een brandwerend profiel is waarbij de isolator {7} tussen halfschalen (6) id aan één of aan beide zijden is afgeschermd door een strook uit een brandwerend of brandvertragend materiaal.

   6." Raam- of deurprofiel volgens éên van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een brandwerend profiel is waarbij de isolator (7) is uitgevoerd in een materiaal met een smelttemperatuur die hoger is dan 300°C,

   7.- Werkwijze voor het samenstellen van een raam- of deurprofiel uitgaande van twee halfschalen (6) in de vorm van profielen uit een metaal zoels aluminium of staal die met elkaar verbonden worden door een isolator (7) in de vorm van een profiel uit een hard thermisch iscierend materiaal, waarbij de halfschalen (6) zijn voorzien van een cndersneden groef (8) begrensd door minstens één elastisch buigzame Lip en waarbij de isolator {7} met zijn langsranden {12} wordt ingeklemd in de ondersneden groeven (8) van de half{schalen {6}, daardoor gekenmerkt dat voor de werkwijze wordt uitgegaan van een hoofdzakelijk vlakke latvormige isolator (7) met langsranden (12) waarvan de dikte iets groter is dan de breedte van de opening (113 van ondersneden groeven (8), waarbij de werkwijze de volgende stappende omvat: = het positioneren van de halfschalen (6) op een afstand van elkaar en met de ondersneden groeven (8) Legenover eikaar en met hun openingen naar elkaar gericht; - het positioneren van de isclator (7} met zijn langsranden ; {12} in lijn met en gericht naar de groeven (8) van de nalfschalen {6}: - het onder druk zijdelings naar elkaar aandrukken van de halfschalen {6) ter elastische inklemming van de langeranden (12) van de isolator (7) in de groeven (8! door een biijvende elastische vervorming van de minstens één elastisch buigzame lip; - het tijdens het aandrukken van de halfschalen (6) ondersteunen van de isolator {7} aan beide zijden van de isolator {7} om het knikken van de isolator (7) te beletten,

   8.- Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het verschil tussen de dikte van de langsranden (12) van de isolator (7) en de breedte van de groeven {8} zodanig is gekozen dat na het uitvoeren van de werkwijze de isclator {7} blijvend elastisch is ingeklemd in de groeven {8} van de halischalen (6) en dit zonder plastische vervorming van het materiaal van de hal£fschalen (6) rond de groef.

   9.- Werkwijze volgens conclusie 7 of 3, daardoor gekenmerkt dat het aandrukken van de halfschalen {6} over de iangsranden {L2) tot stand wordt gebracht door de halfschalen (6) met daartussen de isolator {7} dcorhsen een versmallende tocelopende tunnelvormige geleiding te leiden waarvan de zijwanden symmetrisch zijn gelegen ten opzichte van een mediaanvlak en een versmallende geleiding vormen voor de halfschalen {6}.

   iD,- Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de tunnelvormige geleiding vast is en de halfschalen (6) samen met de isclator (7) in de langsrichting van de halischaien (6) doorheen de geleiding worden getrokken of geduwd in een doorvoerrichting naar het smalste uiteinde van de tunnel toe.

   il." Werkwijze volgens conclusie 59 of 10, daardoor gekenmerkt dat de zijwanden van de geleiding worden gevormd dcor twee reeksen aandrukwielen, elk aan een andere zijde van het voornoemde mediaanvlak van de tunnel, waarbij de afstand van de aandrukwielen (19) tot dit mediaanvlak geieidelijx aan kleiner wordt in de doorvoerrichting van de nalfschalen {6} en isolator (71.

   128. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de afstand van de aandrukwielen {19} tot het voornoemde medisanvlak lineair aîneemt in functie van de afstand van de as van de aandrukwielen (19) tot de ingang van de geleiding.

   13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12 daardoor gekenmerkt dat de reeksen aandrukwielen symmetrisch tegenover elxaar zijn gelegen ten opzichte van het voornoemde mediaanviak.

   14,- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 9 tot 13, daardoor gekenmerkt dat voor het ondersteunen van de isolator (7) tegen het knikken, de isolator (7} minstens ter plaatse van de geleiding met een minimale speling tussen twee steunvlakken wordt gevat die zich op een afstand van elkaar bevinden die, op de voornoemde speling na, gelijk is aan de dikte van de isolator (7).

   15. Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de tunnelvormige geleider begrensd wordt door een bovenwand en een onderwand en dat de steunvlakken worden gevormd door een binnenmal die in de hcogterichting onbeweeglijk word: vastgehouden tussen de boven- en cnderwand.

   16. Werkwijze volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat voor het doorvoeren van de halfschalen (6) en de isciator (7) doorheen de tunneivormice geleider gebruik wordt gemaakt van een buitenmal in de vorm van twee U- vormige stijve profielen die met hun openingen naar elkaar toe gericht over de halfschalen {6} zijn geschoven met daartussen de voornoemde binnenmal met daarin de losse isolator (7), waarbij de vorm en de afmetincen van de buiten- en binnenmal zodanig zijn dat bij een doorgang doorheen de tunneivormige geleider, de halfschalen (6) voortdurend regen kantelen gesteund worden Legen de rug van de buitenmal en de binnenmai in de buitenmal voortdurend op noogte wordt vastgehouden om de isolator {7} tegen knikken te ondersteunen,

   17,- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat mna het samendrukken van de halfschaien (6} voor het blijvend elastisch inklemmen van de isolator {7} in de groeven (8) van de halfschalen {6}, er voor het gebruik van het samengestelde raam- of deurprofiel geen verdere stappen worden ondernomen om de vorm van de groeven (8) verder te vervormen. 18,- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, 20 daardoor gekenmerkt dat de isolator {7} voorafgaandelijk wordt gemaakt uit een vlakke plaat door er latten uit te snijden, 19,- Werkwijze volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat op de langeranden (12) van de latvormige isolator (7) voorafgaandelijk één of meer van de volgende bewerkingen worden uitgevoerd: - het verkleinen van de dikte om er de gewenste dikte aan te geven; - het afronden of afschuinen voor een betere geleiding in de groef (8) van de halfschalen {6}; - een aanbrengen van een gleuf in de langsrichting voor het vasthaken achter een naar binnen uitstekende rand van de groef {8} van de halfschalen (6),

   20.- Inrichting voor het samenstellen van een raam- of ; deurprofiel dat is samengesteld uit twee halfschalen {6} in de vorm van profieien uit een metaal zoals aluminium of staal die met elkaar verbonden zijn door een isolator (7) in de vorm van een profiel uit sen hard thermisch isolerend materiaal, waarbij de halfschalen (6) zijn voorzien van een ondersneden groef {8} begrensd door minstens éên elastisch buigzame lip en waarbij de isolator {7} met zijn langsranden {12} klemmend gevat zit in de ondersneden groeven (5) van de halfschalen (6), daardoor gekenmerkt dat de inrichting het volgende bevat: - uitlisn- en ondersteuningsmiddelen Om de Losse halfschalen {8} met hun groeven (8) tegenover mekaar te positicneren en te houden met daartussen de isolator (7} met zijn langsranden {12} tegenover de groeven (8): - aandrukmiddelen om de halfschalen (6) naar mekaar toe aan te drukken ter inklemming van de langsranden {12} van de isolator (7} in de groeven {8} door een blijvends elastische vervorming van de minstens één elastisch buigzame lip;

   21.- Inrichting volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de aandrukmiddelen worden gevormd door een versmallende toelopende tunnelvormige geleiding waarvan de zijwanden in cen doorvoerrichting naar elkaar tolopen en door een aandrijving om de halfschalen {6} samen met de isolator (7) in de langsrichting in de doorvoerrichting doorheen de tunnel te duwen of te trekken.

   Za.” Inrichting volgens conclusie 20 of 21, daardoor gekenmerkt dat de uitlijn- en ondersteuningsmiddelen voor de isolator {7} worden gevormd door twee steunvlakken op een afstand van mekaar die op een minimale speling na gelijk is aan de dikte van de isolator (7), 23,- Inrichting volgens één van de conclusies ZO tot 22, daardoor gekenmerkt dat de uitlijn- en ondersteuningsmiddelen voor de halfschalen {6} worden gevormd door een buitenmal in de vorm van twee U-vormige profielen die rond de halfschalen (6) zijn aangebracht met hun openingen naar elkaar gericht en op een afstand van elkaar. | z&.- Inrichting volgens conclusie 22 en 23, daardoor i gekenmerkt dat de uitiijn- en ondersteuningsmiddelen voor de isolator (7) worden cevormd door een binnennal die zijdelings verschuifbaar in de buitenmal is aangebracht.

   25.- Inrichting volgens conclusie 24, daardocor gekenmerkt dat de buitenmal en de binnenmal zich over de lengte van de te verbinden haifschalen (6) en isolator (7) uitstrekken en dat de voornoemde aandrijving voorzien is om beide mallen samen met de halfschalen (6) en de isolator (7) doorheen de tunnelvormige geieiding te trekken of te duwen,