BE1028701B1 - Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin - Google Patents

Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin Download PDF

Info

Publication number
BE1028701B1
BE1028701B1 BE20205712A BE202005712A BE1028701B1 BE 1028701 B1 BE1028701 B1 BE 1028701B1 BE 20205712 A BE20205712 A BE 20205712A BE 202005712 A BE202005712 A BE 202005712A BE 1028701 B1 BE1028701 B1 BE 1028701B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
inactivated
poultry
autogenous
vaccine
combination vaccine
Prior art date
Application number
BE20205712A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028701A1 (nl
Inventor
Annelike Dedeurwaerder
Original Assignee
Poulpharm Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Poulpharm Bvba filed Critical Poulpharm Bvba
Priority to BE20205712A priority Critical patent/BE1028701B1/nl
Publication of BE1028701A1 publication Critical patent/BE1028701A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028701B1 publication Critical patent/BE1028701B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies
    • A61K39/02Bacterial antigens
    • A61K39/0216Bacteriodetes, e.g. Bacteroides, Ornithobacter, Porphyromonas
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies
    • A61K39/12Viral antigens
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies
    • A61K2039/55Medicinal preparations containing antigens or antibodies characterised by the host/recipient, e.g. newborn with maternal antibodies
    • A61K2039/552Veterinary vaccine
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies
    • A61K2039/70Multivalent vaccine
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C12BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
    • C12NMICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA
    • C12N2770/00MICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA ssRNA viruses positive-sense
    • C12N2770/00011Details
    • C12N2770/20011Coronaviridae
    • C12N2770/20034Use of virus or viral component as vaccine, e.g. live-attenuated or inactivated virus, VLP, viral protein

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Virology (AREA)
  • Medicines Containing Antibodies Or Antigens For Use As Internal Diagnostic Agents (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het bereiden van een autogeen combinatievaccin, omvattende het isoleren, karakteriseren, cultiveren en inactiveren van meerdere pathogenen, het gebruik van de geïnactiveerde pathogenen voor het bereiden van het autogeen combinatievaccin, waarbij de geïnactiveerde pathogenen zowel één of meerdere bacteriën als één of meerdere virussen omvat die pathogeniciteit veroorzaken in hetzelfde orgaanstelsel. De huidige uitvinding betreft ook een gebruik van een werkwijze voor het vaccineren van pluimvee en een vaccinatiekit.

Description

WERKWIJZE VOOR AUTOVACCIN PRODUCTIE EN VERKREGEN AUTOVACCIN
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een autogeen vaccin.
STAND DER TECHNIEK In de afgelopen decennia is in veel landen het aantal dieren per pluimveebedrijf sterk toegenomen. Deze situatie heeft een ernstig gevolg: grootschalige uitbraken van pluimveeziekten komen steeds vaker voor. Dit heeft op zijn beurt geleid tot een toenemende behoefte aan nieuwe en betere vaccins en vaccinatieprogramma's in deze landen.
Tegenwoordig worden de meeste dieren geïmmuniseerd tegen een aantal ziekten van virale, bacteriële en parasitaire oorsprong. Als een dier lijdt aan infectie met een virulent pathogeen, zal het immuunsysteem proberen het pathogeen te verwijderen. Mits het besmette dier de infectie overleeft, ontwikkelt het gewoonlijk een langdurige immuniteit tegen de ziekteverwekker.
Een secundaire pathogene bacterie is een bacterie die bij gezonde dieren niet gemakkelijk ziekte veroorzaakt. Hierdoor wordt het immuunsysteem niet of onvoldoende geactiveerd en ontstaat er ook geen immuniteit. Bij dieren die onder suboptimale omstandigheden worden gehouden, zoals hoge voorraaddichtheid en stress, kunnen dergelijke secundaire pathogene bacteriën echter dramatische morbiditeit en mortaliteit veroorzaken. Voor secundaire ziekteverwekkers wordt het ontwerp van een vaccin dus ernstig belemmerd door het onvoorspelbare gedrag van de bacteriën. Onvoorspelbaar in die zin dat de mate van virulentie van dergelijke bacteriën (in tegenstelling tot wat het geval is voor primaire pathogenen) grotendeels afhangt van de fysieke situatie van het te vaccineren dier.
Om de hierboven genoemde redenen is de ontwikkeling van een vaccin, vertrekkend van een secundaire ziekteverwekker, hoewel mogelijk, op zijn zachtst gezegd complex. Enerzijds is zelfs een wild-type stam van deze bacterie niet in staat om bescherming te bieden bij perfect gezonde, minder vatbare dieren, terwijl aan de andere kant zelfs een verzwakte stam slechts in sommige gevallen geschikt is voor gebruik bij gevoelige dieren of dieren lijden aan stress en andere negatieve omgevingsfactoren, de geschiktheid is sterk afhankelijk van het stressniveau en de pluimveesoort.
Alleen een laag virulente stam zou onder alle omstandigheden veilig zijn in de pluimvee-industrie en bij zowel vleeskuikens als legkippen. Deze zal echter geen immuunreactie veroorzaken bij gezonde, minder vatbare dieren, omdat bij dergelijke dieren zelfs de virulente stam geen immuunreactie veroorzaakt.
Dit dilemma maakt het moeilijk om vaccins te verstrekken op basis van secundaire pathogenen, die zowel doeltreffend als veilig zijn, ongeacht het soort te vaccineren dier en zijn fysieke toestand.
De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen. Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De uitvinding betreft een werkwijze voor het bereiden van een autogeen combinatievaccin dat een betere bescherming biedt in vergelijking met autogene enkelvoudige vaccins.
Tot dit doel verschaft de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder, de uitvinding voorziet een werkwijze voor het bereiden van een autogeen combinatievaccin, omvattende het isoleren, karakteriseren, cultiveren en inactiveren van meerdere pathogenen, het gebruik van de geïnactiveerde pathogenen voor het bereiden van het autogeen combinatievaccin, waarbij de geïnactiveerde pathogenen zowel één of meerdere bacteriën als één of meerdere virussen omvat die pathogeniciteit veroorzaken in hetzelfde orgaanstelsel. Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 8.
In een tweede aspect voorziet de uitvinding een gebruik van een werkwijze volgens conclusie 9. Voorkeursvormen van het gebruik worden weergegeven in conclusie 10. In een laatste aspect voorziet de uitvinding een kit volgens conclusie 11.
Voorkeursvormen van de kit worden weergegeven in conclusie 12.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft een werkwijze voor het bereiden van een autogeen combinatievaccin dat een verhoogde bescherming biedt in vergelijking met een enkelvoudig autogeen vaccin. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment. Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek. “Autogeen vaccin” refereert in dit document naar een vaccin waarbij de pathogenen in dit vaccin oorspronkelijk geïsoleerd zijn uit stalen afkomstig uit de geïnfecteerde pluimveestal waarvoor het vaccin ontwikkeld wordt.
“SPF” is een afkorting voor “Specific Pathogen Free” en refereert in dit document naar dieren die gegarandeerd niet geïnfecteerd zijn met bepaalde pathogenen. Om dit te verifieren worden de dieren gecontroleerd op de aanwezigheid van deze pathogenen, bijvoorbeeld door bepaling van de antilichaam titer.
“Boostervaccin” refereert in dit document naar een extra toediening van het vaccin na een eerste toediening. Een extra blootstelling aan het antigen in het vaccin zorgt voor een gestegen immuunrespons tegen dat antigen.
“ELISA” is een afkorting voor “Enzyme-Linked ImmunoSorbent Assay” en refereert in dit document naar een analytische biochemische test waarbij de aanwezigheid van antilichamen wordt gemeten tegen een bepaald antigen door middel van een enzymatische reactie.
“Adjuvant” refereert in dit document naar een component die de immuunrespons op een antigen versterkt en/of de immuunrespons moduleert. Een immunologisch adjuvant omvat elke substantie die een antigen-specifieke immuunrespons versnelt, verlengt of vergroot wanneer die substantie gebruikt wordt in combinatie met het specifieke antigen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het bereiden van een autogeen combinatievaccin, omvattende het isoleren, karakteriseren, cultiveren en inactiveren van meerdere pathogenen, het gebruik van de geïnactiveerde pathogenen voor het bereiden van het autogeen combinatievaccin, waarbij de geïnactiveerde pathogenen zowel één of meerdere bacteriën als één of meerdere virussen omvat die pathogeniciteit veroorzaken in hetzelfde orgaanstelsel.
De onderhavige uitvinding berust op het feit dat de virale component het dier zodanig triggert dat de bacteriële-vaccinstam langer in het orgaanstelstel blijft en het systeem ernstiger aanvalt. Bij pathogeenvrije gastheren verdwijnt de bacterie binnen één of twee dagen. De meeste virussen van pluimvee (bijvoorbeeld vaccinvirussen) blijven ten minste een week in het orgaanstelsel. Daarom kunnen de voordelen van de onderhavige uitvinding ook worden bereikt als de componenten van het gecombineerde vaccin worden toegediend aan de vogels, gescheiden door een klein tijdsinterval. Het onverwachte synergetische effect zoals beschreven in de onderhavige uitvinding zal gemakkelijk te verkrijgen zijn als de virale component wordt gegeven in de periode tussen zeven dagen ervoor en twee dagen nadat de bacteriële vaccinstam is gegeven.
Afhankelijk van het pathogeen zullen er verschillende staaltypes gecollecteerd 5 worden van het zieke dier om het pathogeen te isoleren, bijvoorbeeld het verzamelen van bepaalde weefsels of het nemen van swabs. Deze swabs zullen geplaatst worden in transportmedium dat onder andere een fungicide en stabiliserende reagentia bevat. In een voorkeuruitvoeringsvorm wordt er eerst een diagnostische test uitgevoerd alvorens het pathogeen wordt geïsoleerd uit het afgenomen staal.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat het orgaanstelsel het ademhalingsstelsel, het spijsverteringsstelsel, het urogenitaalstelsel, het voortplantingsstelsel of het circulatiestelsel. Volgens een uitvoeringsvorm omvat het autogeen vaccin een pluimvee vaccin. De financiële gevolgen bij een infectie in een pluimveestal zijn zwaar. Dit is vooral het gevolg van tragere groei, medicijnengebruik, verhoogde sterfte, afkeuringen in het slachthuis, legdaling en een lagere kwaliteit van de eieren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm worden geïnactiveerde (dode) pathogenen gebruikt in het vaccin. Ze stimuleren het afweersysteem van het pluimvee tot een stevige en langdurige bescherming. Daarbij worden in de bloedbaan veel antistoffen gevormd, die de verspreiding van het pathogeen naar het legapparaat helpen voorkomen. Als bijkomend preventiemiddel wordt vaccinatie van ouderdieren uitgevoerd. Antistoffen die na enting bij de ouderdieren gevormd worden, komen via het broedei bij de kuikens terecht en helpen de kuikens te beschermen tegen een infectie. Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat het autogeen pluimvee combinatievaccin een geïnactiveerde bacterie en een geïnactiveerd virus die pathogeniciteit veroorzaken in het ademhalingsstelsel. Economische verliezen door uitval en afkeuringen in de slachterij zijn bij vleeskuikens vaak het gevolg van ziekten van het ademhalingsapparaat. Hierbij kun je denken aan ontstekingen van de luchtpijp, longen, lever (met leverbeslag) en luchtzakken. Veelal zijn de bacteriële infecties secundaire infecties; dit betekent dat zij volgen op een eerdere aandoening die veroorzaakt kan zijn door virussen of omgevingsfactoren.
Eén van de belangrijkste bacteriële infecties bij vleeskuikens, die via het respiratieapparaat binnenkomt is Ornithobacterium rhinotracheale (ORT). Volgens een uitvoeringsvorm omvat het autogeen pluimvee combinatievaccin geïnactiveerde vormen van Ornithobacterium rhinotracheale en het infectieuze bronchitis virus.
Ornithobacterium rhinotracheale is een bacterie die zowel bij kippen als kalkoenen problemen veroorzaakt.
Soms leiden infecties tot klinische symptomen maar ook infecties zonder duidelijk klinisch verloop komen voor.
ORT heeft een belangrijke weerslag op de prestaties van geïnfecteerde tomen.
Inmiddels werd duidelijk dat er van de bacterie ORT meerdere serotypes bestaan.
Deze worden ingedeeld volgens de letters van het alfabet.
Serotype A stammen komen het vaakst voor, bij kippen maken ze ongeveer 95% van alle isolaten uit, bij kalkoenen ongeveer 50%. Respiratoire aandoeningen veroorzaakt door ORT zijn wereldwijd gerapporteerd.
ORT wordt gekenmerkt door luchtpijpontsteking, luchtzakontsteking en longontsteking.
ORT is een facultatief pathogene bacterie.
Dat betekent dat de kiem ziekte kan verwekken bij kippen en kalkoenen doch dat de mate waarin symptomen en letsels optreden sterk beïnvloed wordt door een aantal uitlokkende factoren.
Belangrijk in dit opzicht zijn: het stalklimaat (bezettingsdichtheid, temperatuur, ventilatie, gassenconcentraties, luchtvochtigheid), maar ook de aanwezigheid van andere (ademhalings-) pathogenen zoals onder andere het infectieuze bronchitis (IB) virus.
De bacterie is aanwezig op het slijmvlies van de luchtpijp en de luchtzakken, maar ook in speciale cellen in de longen.
Problemen ontstaan wanneer een ‘triggering’ plaatsvindt.
Bijvoorbeeld door een virus dat zich in het ademhalingsapparaat vermenigvuldigt: dat leidt tot schuimvorming in de luchtzakken waarbij luchtzakdelen afgesloten worden en de omgeving ideaal wordt voor de groei van de ORT-bacterie.
Infectieuze bronchitis is een veel voorkomende, zeer besmettelijke ziekte bij kippen.
Infectieuze bronchitis komt wereldwijd voor in alle landen waar pluimvee wordt gehouden en is van groot economisch belang voor de sector.
IB wordt veroorzaakt door een coronavirus.
Varianten ontstaan wanneer het IB virus een aantal spontane wijzigingen ondergaat ter hoogte van de “spikes”, kleine uitsteeksels aan het oppervlak.
Nieuwe varianten zijn vooral belangrijk omdat ze een verschillende gevoeligheid aan vaccins kunnen vertonen.
Soms veroorzaken ze ook een gewijzigd ziektebeeld bij de kip.
Meerdere IB varianten kunnen tegelijkertijd in een streek circuleren en zelfs samen in één stal voorkomen.
Uit een recente grootschalige studie bleek dat in België minstens 7 verschillende IB types circuleren. Door de beschadiging van het ademhalingsstelsel treden makkelijk bijkomende bacteriële infecties op. Bovenop de letsels die door het IB virus zelf veroorzaakt worden, komen dan de letsels die ontstaan uit de vermeerdering van bacteriën zoals E. coli of ORT. Vaak gaat dit met sterk verhoogde sterfte gepaard. Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat het autogeen pluimvee combinatievaccin een geïnactiveerde bacterie en een geïnactiveerd virus die pathogeniciteit veroorzaken in het spijsverteringsstelsel.
Wanneer de intestinale gezondheid wordt aangetast, wordt de spijsvertering en de absorptie van nutriënten nadelig beïnvloed. Dit kan op zijn beurt een nadelig effect hebben op de inname van voedsel en leidt tot economisch verlies en een grotere vatbaarheid voor ziekten bij het pluimvee.
Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat het autogeen pluimvee combinatievaccin geïnactiveerde vormen van E.coli en een adenovirus.
Escherichia coli (E. coli) is een Gram-negatieve staafvormige bacterie. Het is de meest voorkomende bacterie bij pluimvee en komt in de omgeving en de normale darmflora van pluimvee voor. Onder normale omstandigheden is de E. coli bacterie op zichzelf niet schadelijk. Een massale groei van de E. coli bacteriën ontstaat echter als er andere problemen spelen, bijvoorbeeld een verzwakt immuunsysteem of in het geval van secundaire infecties. De besmettingsbron van E. coli ligt vaak bij de moederdieren. Zij dragen het via de eieren over naar de broederijen en vanuit de broederijen wordt het mogelijk overgedragen naar de vleeskuikens en leghennen. E.
Coli infectie bij vleeskuikens kan leiden tot dooierrestontsteking in de eerste levensweek, hierdoor kan de sterfte oplopen tot 15%. E. Coli infectie kan ook darmproblemen veroorzaken, deze leiden tot een verlaagde vertering en zorgen voor slechtere technische resultaten. Ook bloedvergiftiging veroorzaakt door E. Coli zorgt voor een verhoogde sterfte.
Aviaire adenovirussen zijn dubbelstrengige DNA-virussen zonder envelop die wereldwijd voorkomen bij pluimvee en wilde vogels. Adenovirussen kunnen worden opgedeeld in drie genera: genus aviadenovirus, genus atadenovirus en genus siadenovirus. Serotypes die aanleiding geven tot IBH (Inclusion Body Hepatitis) behoren tot het genus aviadenovirus. IBH wordt gekenmerkt door een plots opkomende mortaliteit in de stal, die meestal piekt na 3-4 dagen. De mortaliteit kan oplopen tot 30% en symptomen zijn reeds beschreven bij kuikens van 7 dagen oud. Op autopsie kunnen gezwollen, broze, bleke levers worden aangetroffen. Tevens kunnen er zich puntbloedingen voordoen ter hoogte van de lever en spieren. Histologisch wordt deze aandoening gekenmerkt door de aanwezigheid van basofiele inclusies in de levercellen.
Volgens een uitvoeringsvorm worden de geïsoleerde pathogenen na cultivatie en karakterisatie gecryopreserveerd in een biobank. Een biobank is van groot belang voor de succesvolle productie van autogene vaccins. Eenmaal de stalen geïsoleerd en op een correcte manier bewaard zijn, kan er een keuze gemaakt worden welke stammen geïncorporeerd worden in het vaccin op basis van de pluimveestal waarvoor het vaccin geproduceerd wordt, de anamnese van het ziektebeeld in die pluimveestal en welke stammen er beschikbaar zijn. Zeer belangrijk is dan ook de correcte karakterisatie van de verschillende stammen in de biobank, aangezien bepaalde parameters zoals het serotype of virulentie factors van bacteriële en virale stammen doorslaggevend kunnen zijn in het bepalen van welke stammen geïncorporeerd worden in het vaccin. In een tweede aspect betreft de uitvinding het gebruik van voorgaande werkwijze voor het vaccineren van pluimvee. Pluimvee gehouden onder standaard voorwaarden voor commerciële fokkerij, zijnde een hoge voorraaddichtheid, stress, slechte ventilatie en/of hoge ammoniakgehaltes, zijn kwetsbaarder voor het uitbreken van secundaire infecties zoals ORT en E.coli. Vaccinatie met een combinatievaccin biedt enerzijds een bredere bescherming waarbij het vaccin bescherming biedt tegen zowel de virale en de bacteriële ziekteverwekker. Aan de andere kant biedt het ook een potentere bescherming aangezien de virale component het dier zodanig triggert dat de bacteriële-vaccinstam langer in het orgaanstelstel blijft en het systeem ernstiger aanvalt. In een verdere uitvoeringsvorm wordt de werkwijze gebruikt voor het vaccineren van pluimvee in een studie die de veiligheid en immunogeniciteit van het vaccin evalueert.
Het is belangrijk dat combinatievaccins even efficiënt en veilig zijn als de enkelvoudige vaccins. Om dit te testen kunnen in vivo studies worden uitgevoerd. Om de immunogeniciteit te meten kunnen de antilichaam titers bepaald worden voor zowel de bacteriële als de virale pathogeen aanwezig in het vaccin.
In een laatste aspect betreft de uitvinding een vaccinatiekit voor de immunisatie van pluimvee verkregen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kit één of meerdere geïnactiveerde bacteriën en één of meerdere geïnactiveerde virussen omvat.
Hoewel de voorkeur uitgaat, hoeven beide actieve componenten van het combinatievaccin niet noodzakelijk in gemengde vorm te worden toegediend. De wijze van toediening voor elk onderdeel kan afhangen van de specifieke eigenschappen van elk van de componenten. Hoewel toediening door injectie van dergelijke vaccins bijvoorbeeld ook wordt overwogen, worden de vaccinstammen bij voorkeur toegediend door middel van goedkope massatoepassingstechnieken die gewoonlijk worden gebruikt voor vaccinatie en algemeen bekend zijn in de techniek, zoals sproeien/aerosol of drinkwatertoepassing. Het is heel goed mogelijk dat de virale component bij voorkeur via een andere route wordt gegeven, bijvoorbeeld door parenterale toediening. Het spreekt dus voor zich dat een dergelijke afzonderlijke toediening van beide componenten nog steeds het verrassende effect geeft en daarom binnen de beschermingsomvang van de uitvinding valt. Het vaccin volgens de uitvinding omvat een effectieve dosering van de actieve componenten, dit is een hoeveelheid immuniserende actieve component die bij de gevaccineerde vogels beschermende immuniteit zal induceren. Het combinatievaccin kan worden gebruikt als primaire vaccinatie, indien gewenst gevolgd door één of meer boostervaccinaties. Het gecombineerde vaccin is ook geschikt voor opname in vaccinatieprogramma's waarbij ook andere vaccins in levende of geïnactiveerde vorm worden gebruikt. De uitvinding heeft ook betrekking op combinatievaccins die twee of meer antigenen bevatten die zijn afgeleid van één of meerdere virussen en één of meerdere bacteriën die pathogeen zijn voor pluimvee of genetische informatie die voor dat antigeen codeert. Het vaccin volgens de uitvinding kan worden bereid en op de markt gebracht in de vorm van een suspensie of in een gevriesdroogde vorm en bevat bovendien een farmaceutisch aanvaardbare drager die gewoonlijk wordt gebruikt voor dergelijke actieve componenten. Dragers zijn onder meer stabilisatoren, verdunningsmiddelen, conserveermiddelen en buffers. Geschikte stabilisatoren zijn bijvoorbeeld SPGA, koolhydraten (zoals gedroogde melk, serumalbumine of caseïne) of afbraakproducten daarvan. Geschikte buffers zijn bijvoorbeeld alkalimetaalfosfaten. Geschikte conserveermiddelen zijn thimerosal, merthiolate en gentamicin. Verdunningsmiddelen omvatten water, waterige buffers (zoals gebufferde zoutoplossing), alcoholen en polyolen (zoals glycerol).
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kit een adjuvant. Desgewenst kan het vaccin volgens de uitvinding een adjuvant bevatten. Geschikte verbindingen of samenstellingen voor dit doel omvatten emulsies van aluminiumhydroxide, -fosfaat of -oxide, olie-in-water of water-in-olie op basis van bijvoorbeeld minerale olie of een plantaardige olie zoals vitamine E-acetaat en saponines. In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN VOORBEELD 1: Om de veiligheid en immunogeniciteit van een combinatievaccin voor IBV en ORT te testen, wordt een veiligheidsstudie en een immunogeniciteitsstudie uitgevoerd. Om de veiligheid van het combinatievaccin te testen, worden 10 SPF kuikens van één dag oud in een isolator geplaatst. Een dosis van het autovaccin wordt toegediend aan de kuikens via de intramusculaire route. Vervolgens worden de kuikens opgevolgd voor minstens 21 dagen na de vaccinatie. Het combinatievaccin wordt veilig beschouwd zolang er geen enkel kuiken abnormale ziektesymptomen vertoont of sterft door toedoen van het vaccin. Om de immunogeniciteit van het vaccin te testen, wordt intramusculair een dosis van het vaccin toegediend aan 10 SPF kuikens van één dag oud, dit is de testgroep. Aan vijf kuikens wordt geen dosis toegediend, deze kuikens dienen als controlegroep. 21 dagen na de vaccinatie ontvangen de kuikens een boostervaccin. Serum wordt gecollecteerd op dag 1 van de controlegroep en op dag 21 en dag 35 van alle kuikens (test- en controlegroep). De antilichaam titers voor zowel IBV en ORT worden bepaald op deze stalen via een ELISA. Sera van de controlegroep moeten vrij zijn van specifieke antilichamen en de antilichaam titers van de testgroep moeten hoger zijn dan deze van de controlegroep. Om de efficaciteit van het vaccin te testen worden de dieren geïnfecteerd met IBV en ORT en wordt bepaald of de ziekte uitbreekt of niet.

Claims (11)

CONCLUSIES
1. Een werkwijze voor het bereiden van een autogeen combinatievaccin, omvattende het isoleren, karakteriseren, cultiveren en inactiveren van meerdere pathogenen, het gebruik van de geïnactiveerde pathogenen voor het bereiden van het autogeen combinatievaccin, met het kenmerk dat de geïnactiveerde pathogenen zowel één of meerdere bacteriën als één of meerdere virussen omvat die pathogeniciteit veroorzaken in hetzelfde orgaanstelsel.
2. Een werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het orgaanstelsel het ademhalingsstelsel, het spijsverteringsstelsel, het urogenitaalstelsel, het voortplantingsstelsel of het circulatiestelsel omvat.
3. Een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het autogeen combinatievaccin een pluimvee vaccin omvat.
4, Een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het autogeen pluimvee combinatievaccin een geïnactiveerde bacterie en een geïnactiveerd virus omvat die pathogeniciteit veroorzaken in het ademhalingsstelsel.
5. Een werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het autogeen pluimvee combinatievaccin geïnactiveerde vormen van Ornithobacterium rhinotracheale en het infectieuze bronchitis virus omvat.
6. Een werkwijze volgens conclusies 1-3, waarbij het autogeen pluimvee combinatievaccin een geïnactiveerde bacterie en een geïnactiveerd virus omvat die pathogeniciteit veroorzaken in het spijsverteringsstelsel.
7. Een werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het autogeen pluimvee combinatievaccin geïnactiveerde vormen van E.coli en een adenovirus omvat.
8. Een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de geïsoleerde pathogenen na cultivatie en karakterisatie worden gecryopreserveerd in een biobank.
9, Gebruik van een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies voor het vaccineren van pluimvee.
10.Gebruik van een werkwijze volgens conclusie 9 voor het vaccineren van pluimvee in een studie die de veiligheid en immunogeniciteit van het vaccin evalueert.
11.Een vaccinatiekit omvattende een autogeen combinatievaccin voor de immunisatie van pluimvee verkregen volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kit, naast een adjuvant, ook één of meerdere geïnactiveerde bacteriën en één of meerdere geïnactiveerde virussen omvat die pathogeniciteit veroorzaken in hetzelfde orgaanstelsel.
BE20205712A 2020-10-13 2020-10-13 Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin BE1028701B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205712A BE1028701B1 (nl) 2020-10-13 2020-10-13 Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205712A BE1028701B1 (nl) 2020-10-13 2020-10-13 Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028701A1 BE1028701A1 (nl) 2022-05-10
BE1028701B1 true BE1028701B1 (nl) 2022-05-16

Family

ID=72895867

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205712A BE1028701B1 (nl) 2020-10-13 2020-10-13 Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028701B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3876763A (en) * 1970-12-29 1975-04-08 Shionogi & Co Infectious coryza infectious bronchitis and newcastle disease vaccines and production thereof
WO2005063284A1 (en) * 2003-12-23 2005-07-14 Intervet International B.V Combination vaccine for poultry
GB2457158A (en) * 2008-02-08 2009-08-12 Pharmaq As Polyvalent fish vaccines

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3876763A (en) * 1970-12-29 1975-04-08 Shionogi & Co Infectious coryza infectious bronchitis and newcastle disease vaccines and production thereof
WO2005063284A1 (en) * 2003-12-23 2005-07-14 Intervet International B.V Combination vaccine for poultry
GB2457158A (en) * 2008-02-08 2009-08-12 Pharmaq As Polyvalent fish vaccines

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
BEHR KLAUS-PETER ET AL: "Use of Autovaccines in Poultry Flocks", 1 June 2015 (2015-06-01), XP055817914, Retrieved from the Internet <URL:http://moaebt.hu/wp-content/uploads/Klaus-Peter-Behr-Use-of-autovaccines-in-poultry-flocks-EN.pdf> [retrieved on 20210624] *
CHRIS CHASE: "The Pros and Cons of Using Autogenous Hog Vaccines", NATIONAL HOG FARMER, 1 December 2000 (2000-12-01), XP055291122, Retrieved from the Internet <URL:http://nationalhogfarmer.com/mag/farming_pros_cons_using> [retrieved on 20160725] *
GODENER CLAIRE ET AL: "Field experiences with the use of Ornithobacterium rhinotracheale inactivated autogenous vaccination in prebreeding and breeding turkey flocks in France", VETERINARY RECORD CASE REPORTS, vol. 7, no. 4, 17 October 2019 (2019-10-17), XP055818910, ISSN: 2052-6121, Retrieved from the Internet <URL:https://onlinelibrary.wiley.com/doi/pdf/10.1136/vetreccr-2019-000864> DOI: 10.1136/vetreccr-2019-000864 *
LI LILI ET AL: "Evaluation of the efficacy of an autogenous Escherichia coli vaccine in broiler breeders", AVIAN PATHOLOGY, vol. 46, no. 3, 20 March 2017 (2017-03-20), GB, pages 300 - 308, XP055819021, ISSN: 0307-9457, DOI: 10.1080/03079457.2016.1267857 *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028701A1 (nl) 2022-05-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Rauw et al. Humoral, cell-mediated and mucosal immunity induced by oculo-nasal vaccination of one-day-old SPF and conventional layer chicks with two different live Newcastle disease vaccines
JP3650634B2 (ja) 家禽用ワクチン
Awad et al. Immune responses and interactions following simultaneous application of live Newcastle disease, infectious bronchitis and avian metapneumovirus vaccines in specific-pathogen-free chicks
US20070092537A1 (en) Compositions and methods for the treatment of canine influenza virus disease
US7462479B2 (en) Infectious bronchitis virus vaccine
RU2545530C2 (ru) Инактивированная вакцина для птицы
Hopkins et al. Influence of infectious bronchitis strains and vaccines on the incidence of Mycoplasma synoviae airsacculitis
US20110110975A1 (en) Inactivated virus compositions and methods of preparing such compositions
RU2655615C1 (ru) Вакцина для свиней против prrs и lawsonia intracellularis
BE1028701B1 (nl) Werkwijze voor autovaccin productie en verkregen autovaccin
EP1259257B1 (en) In ovo protection against infectious bronchitis
KR20200100055A (ko) 연쇄상구균에 대한 보호를 위한 백신
US11541115B2 (en) Triple vaccine against avibacterium paragallinarum and avian encephalomyelitis virus and fowl pox virus
US11135285B2 (en) Swine vaccine
US7208164B2 (en) Ovo immunization against infectious bronchitis
RU2780233C2 (ru) Способ профилактического лечения свиней
US6605460B1 (en) Avian pneumovirus vaccine
Donahoe Inactivated avian influenza whole virus vaccines
Khatun et al. Investigation on the efficacy of Salmoonella gallinarum killed vaccine
Georgiades Detection of antibodies against Mycoplasma gallisepticum and Mycoplasma synoviae in day-old broiler chicks and broilers
Westbury Serological response of chickens, turkeys and ducks to strain V4 of Newcastle disease virus
AU2002243426B2 (en) Methods and vaccines for providing in ovo protection against turkey rhinotracheitis
US20030175302A1 (en) Avian pneumovirus vaccine
Amer et al. The effect of different Newcastle disease live vaccines and vaccination schedules on the immune response and performance of broiler chickens serologically positive to Mycoplasmas
Fastier The standardization of viral vaccines

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220516