BE1028647B1 - IMPROVED SPIRIT GATE - Google Patents

IMPROVED SPIRIT GATE Download PDF

Info

Publication number
BE1028647B1
BE1028647B1 BE20205669A BE202005669A BE1028647B1 BE 1028647 B1 BE1028647 B1 BE 1028647B1 BE 20205669 A BE20205669 A BE 20205669A BE 202005669 A BE202005669 A BE 202005669A BE 1028647 B1 BE1028647 B1 BE 1028647B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flanks
barb
chamber
holder plate
obstructors
Prior art date
Application number
BE20205669A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1028647A1 (en
Inventor
Jackie LEYS
Original Assignee
Grada Int Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Grada Int Nv filed Critical Grada Int Nv
Priority to BE20205669A priority Critical patent/BE1028647B1/en
Priority to PCT/IB2021/058907 priority patent/WO2022070070A1/en
Publication of BE1028647A1 publication Critical patent/BE1028647A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1028647B1 publication Critical patent/BE1028647B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/06Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • F24F13/065Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser formed as cylindrical or spherical bodies which are rotatable
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/06Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/08Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
    • F24F13/082Grilles, registers or guards
    • F24F13/084Grilles, registers or guards with mounting arrangements, e.g. snap fasteners for mounting to the wall or duct

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een verbeterd wervelrooster omvattende een houderplaat met een veelheid aan luchtstroomrichtende elementen dewelke een trommelhuis en trommel omvatten, waarbij het trommelhuis en de trommel zich niet verheffen boven het vlak van de houderplaat.The present invention relates to an improved swirl diffuser comprising a holder plate having a plurality of airflow directing elements comprising a drum housing and drum, wherein the drum housing and drum do not rise above the plane of the holder plate.

Description

VERBETERD WERVELROOSTERIMPROVED SPIRIT GATE

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een verbeterd wervelrooster, waarbij een laminaire luchtstroom ontwikkeld wordt dewelke substantieel tangentiee! loopt ten opzichte van de houderplaat van het wervelrooster.TECHNICAL FIELD The invention relates to an improved swirl diffuser in which a laminar airflow is developed which is substantially tangential. runs relative to the swirl diffuser holder plate.

STAND DER TECHNIEK Wervelroosters, en veel ventilatiesystemen, maken gebruik van het Coanda effect om luchtstromen te geleiden naar gewenste zones of richtingen, en daarbij de luchisiromen laminair (of minimaal turbulent} te houden. Wervelrooster worden vaak ingebouwd in het plafond, typisch met een achterliggend plenum, Het doel hierbij is de luchtstromen tangentieel langs het plafond te genereren, zodat deze via de muren naar beneden gaan, en op die manier niet ‘rechistreeks’ blazen op personen in de ruimte. Een laminaire luchtstroom versterkt de coherentie van de luchtstroom, zodal de luchtstroom beter gecontroleerd kan worden, en zo gericht naar een target zone kan geleid worden, met minimaal verlies aan debiet.BACKGROUND ART Swirl diffusers, and many ventilation systems, use the Coanda effect to direct airflows to desired zones or directions, thereby keeping the luchisiromes laminar (or minimally turbulent}. Swirl diffusers are often built into the ceiling, typically with a rear plenum, The aim here is to generate the airflows tangentially along the ceiling, so that they go down through the walls, thus not blowing 'directly' at people in the room.A laminar airflow enhances the coherence of the airflow, so that the airflow can be better controlled, and can thus be directed to a target zone, with minimal loss of flow.

Het Coanda effect speelt hierin een rol, gezien het ervoor zorgt dat de luchtstroom een {bol} oppervlak volgt, en zo leidt tot een luchtstroom die het plafond volgt, in plaats van neerwaarts in een ruimte geblazen te worden. Door de irommels en trommelhuizen van wervelrooslers geschikt te krommen, kan dit vrij eenvoudig bereikt worden. De aanvrager merkt echter op dat de kleinste afwijkingen van dit oppervlak (ofisets, bruuske kromte-overgangen, etc.), een zeer nefast gevolg hebben op de effectiviteit van het Coanda-effect. Dit kan er voor zorgen dat een deel van de luchtstroom coherentie verliest, en daarmee ook de laminariteit van de luchtstroom in gevaar brengt, maar anderzijds kan het er ook voor zorgen dat de luchtstroom niet langer het oppervlak {plafond} volgt, en zo toch direct op de personen in een ruimte invalt, wal niet gewenst is. Daarnaast zorgt dit voor een extra weerstand voor de luchtstroom, wat in de praktijk tot turbulenties of wervelsiromen leidt die een zeer grote impact hebben op de algemene luchtstroom. Ten slotte kunnen dergelijke afwijkingen ook leiden tot (storende) geluiden, zoals gefluit, gezoem of andere ongewenste verschijnselen.The Coanda effect plays a role in this, as it ensures that the airflow follows a {spherical} surface, and thus leads to an airflow that follows the ceiling, instead of being blown downwards into a room. This can be achieved quite easily by suitably curving the drums and drum housings of swirling coils. The applicant notes, however, that the smallest deviations from this surface (ofisets, abrupt transitions of curvature, etc.), have a very negative effect on the effectiveness of the Coanda effect. This can cause a part of the airflow to lose coherence, and thereby also endanger the laminarity of the airflow, but on the other hand it can also ensure that the airflow no longer follows the surface {ceiling}, and thus directly on the persons in a room, which is not desired. In addition, this creates an extra resistance for the airflow, which in practice leads to turbulences or eddy currents that have a very large impact on the general airflow. Finally, such deviations can also lead to (disturbing) sounds, such as whistling, buzzing or other undesirable phenomena.

Bestaande wervelroosters bestaan zoals gezegd typisch uit een houderplaat, met daarin openingen om luchistroomrichtende elementen (met trommel en trommeihuis) in vast te zetten, typisch via een snap-fit verbinding of dergelijk). Door deze wijze van bevestiging, is er sprake van een ‘drempel’ lussen de plaat van het rooster en de luchtstroomrichtende slementen, die leidt tot de bovenstaande issues.Existing swirl diffusers, as mentioned, typically consist of a holding plate, having openings therein for securing airflow directing elements (with drum and drum housing), typically via a snap-fit connection or the like). Due to this method of attachment, there is a 'threshold' loops between the grille plate and the airflow directing elements, which leads to the above issues.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminsie enkele van bovenvermelde probiemen, en er voor ie zorgen dal de overgang lussen de houderplaat en de luchistroomrichtende elementen (trommel en irommelhuis} zo continu mogelijk is.The present invention aims to find a solution to at least some of the above problems, and to ensure that the transition between the holder plate and the airflow directing elements (drum and drum housing) is as continuous as possible.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De uitvinding betreft een verbeterd wervelrooster volgens conclusie 1.SUMMARY OF THE INVENTION The invention relates to an improved swirl diffuser according to claim 1.

Het wervelrooster omvalt een substantieel vlakke houderplaat en een veelheid aan luchtstroomrichtende elementen. De houderplaat is voorzien van een veelheid aan substantieel rechthoekige aperturen. Bij voorkeur strekken minstens een gedeelte (25%, 50%, 75% of meer) van de aperturen zich radiaal uit in de houderplaat ten opzichte van een centraal punt of zone.The swirl diffuser overturns a substantially flat holder plate and a plurality of airflow directing elements. The holder plate is provided with a plurality of substantially rectangular apertures. Preferably, at least a portion (25%, 50%, 75% or more) of the apertures extend radially into the holder plate relative to a central point or zone.

De aperturen zijn voorzien aan beide longitudinale zijden van zijflanken dewelke zich gedeeltelijk inwaarts in de apertuur uitstrekken, dewelke zijflanken zich minstens gedeellelijk aan de achnierzijde van het vlak van de houderplaat bevinden, en zich minstens gedeeltelijk in een halïruimie (gedefinieerd door het vlak van de houderniaat) aan de achterzijde van het vlak van de houderplaal bevinden, bij voorkeur waarbij de vrijs uiteinden van de zijflanken zich aan de achterzijde van de houderplaat bevinden.The apertures are provided on both longitudinal sides with side flanks extending partially inwardly into the aperture, which side flanks are located at least partially posterior to the plane of the container plate, and at least partially in a hal space (defined by the plane of the container dimension ) are located at the rear of the surface of the holder plate, preferably wherein the free ends of the side flanks are located at the rear side of the holder plate.

Hierbij omvatten de luchtstroomrichtende elementen elk een longitudinalis kamer (of trommelhuis) en een luchtdeflector (of trommel}, waarbij de luchideflector roteerbaar rond een longitudinale rotatieas in de kamer is bevestigd, waarbij de kamer een open venster omvat doorheen de kamer, waarbij het open venster over substantieel de volledige longitudinale dimensie van de kamer loopt.Here, the airflow directing elements each comprise a longitudinal chamber (or drum housing) and an air deflector (or drum}, the air deflector being mounted rotatably about a longitudinal axis of rotation in the chamber, the chamber comprising an open window through the chamber, the open window spans substantially the entire longitudinal dimension of the chamber.

De luchideflector in de kamer is geschikt voor het substantieel volledig afsluiten van het open venster in een eerste positie, en voor het minstens gedeeltelijk open laten van het vensier in een tweede positie, waarbij de luchtdeflector roteerbaar verstelbaar is tussen de eerste en de iweede positie.The air deflector in the chamber is adapted to substantially completely close the open window in a first position, and to leave the window at least partially open in a second position, the air deflector being rotatably adjustable between the first and second positions.

De luchtstroomrichtende slementen, bij voorkeur de kamer, hebben een bovenzijde dewelke aan beide laterale zijden voorzien is van wegrhaakflanken dewelke zich minstens gedeeltelijk lateraal uitstrekken weg van het open venster. Hierbij is de afstand tussen de meest laterale uiteinden van de twee weerhaakflanken groter dan de kleinste afstand tussen de beide zijflanken van de aperturen, waarbij de weerhaakilanken flexibel beweegbaar zijn naar elkaar toe toi een positie waarbij de beide weerhaakflanken voorbij de zijflanken van de aperturen gebracht kunnen worden. De luchtstroomrichtende elementen, bij voorkeur de kamer, zijn voorzien van obstructoren, waarbij de obstructoren geconfigureerd zijn voor het obstrueren van doorgang voor de luchtstroomrichtende elementen doorheen de apertuur.The airflow directing members, preferably the chamber, have a top which is provided on both lateral sides with retractable hook flanks which extend at least partially laterally away from the open window. Herein the distance between the most lateral ends of the two barb flanks is greater than the smallest distance between the two side flanks of the apertures, wherein the barb flanks are flexibly movable towards each other to a position where the two barb flanks can be brought past the side flanks of the apertures. become. The airflow directing elements, preferably the chamber, are provided with obstructors, the obstructors being configured to obstruct passage for the airflow directing elements through the aperture.

De obstructoren en de wserhaakflanken zijn geconfigureerd om de weerhaakfianken niet boven het vlak van de houderplaal te laten uilstrekken wanneer het luchtsiroomrichtende element in de apertuur geplaatst is met de obstructor aan de achterzijde van de nouderpiaat en de weerhaakfianken boven de zijflanken.The obstructors and the barbed flanks are configured not to allow the barb fins to extend above the plane of the retainer plate when the airflow directing element is positioned in the aperture with the obstructor at the rear of the noder plate and the barb fins above the side flanks.

Voorkeurdragende uilvoeringsvormen worden beschreven in de verdere conclusies. in een specifieke uitvoeringsvorm, zijn de luchtstroomrichtende elementen, bi] voorkeur de kamer, langs de longitudinale as langer dan de aperturen door middel van de obstructoren, dewelke obstrucioren aan beide longitudinale uiteinden van de luchtsiroomrichtende elementen voorzien zijn.Preferred embodiments are described in the further claims. in a specific embodiment, the airflow directing elements, preferably the chamber, are longer along the longitudinal axis than the apertures by means of the obstructors, which obstructions are provided at both longitudinal ends of the airflow directing elements.

In een specitieke uitvoeringsvorm, zijn de meest laterale uiteinden van de weesrhaakflanken taps toelopend, bij voorkeur waarbij de laterale uiteinden van de weerhaakflanken aan de bovenzijde afgeplat zijn, en bij verdere voorkeur waarbij de aïgeplatte laterale uiteinden substantieel in eenzelide vlak liggen.In a specific embodiment, the most lateral ends of the barb flanks are tapered, preferably with the lateral ends of the barb flanks being flattened at the top, and more preferably with the flattened lateral ends lying substantially in the same plane.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1A geeft een (transversale) doorsnede of profiel weer van een kamer volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.DESCRIPTION OF THE FIGURES Figure 1A shows a (transverse) section or profile of a chamber according to an embodiment of the invention.

Figuur 1B-C geven perspectiefaanzichten weer van een kamer volgens een Uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figures 1B-C show perspective views of a chamber according to an Embodiment of the invention.

Figuur 2A geeft een (transversale) doorsnede of profiel weer van een luchtdeflecior volgens sen uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 2A shows a (transverse) section or profile of an air deflector according to an embodiment of the invention.

+ BE2020/5669 Figuur 25-G geven perspectiefaanzichien weer van een luchideflector volgens een Uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 3 geeft een bovenaanzicht weer van een houderplaat met aperturen volgens een uiivoeringsvorm van de uilvinding.+ BE2020/5669 Figure 25-G is a perspective view of an air deflector according to an Embodiment of the invention. Figure 3 shows a top view of a holder plate with apertures according to an embodiment of the invention.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruik! worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.DETAILED DESCRIPTION Unless otherwise defined, all terms that use! In the description of the invention, including technical and scientific terms, the meanings are as generally understood by those skilled in the art of the invention. For a better assessment of the description of the invention, the following terms are explicitly explained.

“Een”, "de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzii de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.“A”, “the” and “the” in this document refer to both the singular and plural unless the context clearly implies otherwise. For example, “a segment” means one or more than one segment.

Wanneer ‘ongeveer’ of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelis nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zuike variaties van loepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verslaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specitiek wordt bekendgemaakt.When "about" or "around" in this document is used with a measurable quantity, a parameter, a duration or moment, etc., variations of +/-20% or less, preferably +/-10% or less, more preferably +/-5% or less, even more preferably +/-1% or less, and even more preferably +/-0.1% or less than and of the quoted value, to the extent that such variations of are applicable to the disclosed invention. It must be understated, however, that the value of the quantity using the term "about" or "around" is itself speciically disclosed.

De termen “omvatten”, ‘omvattende’, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wal volg! aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, clementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.The terms “comprise”, “comprising”, “consist of”, “consisting of”, “include”, “contain”, “contain”, “include”, “comprising”, “contain”, “include” are synonyms and are inclusive or open terms that follow the presence of shore! and which do not exclude or preclude the presence of other components, features, elements, members, steps known from or described in the art.

De term “buigbaar” of “buigzaam” verwijst naar een zekere mate van flexibiliteit van een element of component, en specifiek naar een elasticiteit in vervorming onder invloed van een kracht, waarbij teruggekeerd wordt naar de originele vorm na wegvallen van de kracht. Een voorbeeld hiervan zijn zogenaamde snap-fit connecties.The term "flexible" or "flexible" refers to a certain degree of flexibility of an element or component, and specifically to an elasticity in deformation under the influence of a force, returning to its original shape after the release of the force. An example of this are so-called snap-fit connections.

> BE2020/5669 Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reèie gelallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. in een eerste aspect betreft de uitvinding een verbeterd wervelrooster volgens conclusie 1. In een specifieke uitvoeringsvorm, omvalt het wervelrooster een subslantieel vlakke houderplaat en een veelheid aan luchtstroomrichtende elementen. De houderplaat is voorzien van een veelheid aan substantieel rechihoekige aperturen. Bij voorkeur strekken minstens een gedeelte (25%, 50%, 75% of meer} van de aperturen zich radiaal uit in de houderplaat ten opzichte van een centraal punt of zone.> BE2020/5669 Citing numerical intervals through the endpoints includes all integers, fractions and/or integers between the endpoints, including these endpoints. in a first aspect, the invention relates to an improved swirl diffuser according to claim 1. In a specific embodiment, the swirl diffuser overturns a substantially flat holder plate and a plurality of airflow directing elements. The holder plate is provided with a plurality of substantially rectangular apertures. Preferably, at least a portion (25%, 50%, 75% or more} of the apertures extend radially into the holder plate relative to a central point or zone.

De aperturen zijn voorzien aan beide longitudinale zijden van zijfianken dewelke zich gedeeltelijk inwaarts in de apertuur uitstrekken, dewelke zijflanken zich minstens gedeeltelijk aan de achierzijde van het vlak van de houderpiaat bevinden, en zich minstens gedeeltelijk in een halfruimie (gedefinieerd door het vlak van de houderplaat) aan de achterzijde van het vlak van de houderplaat bevinden, bij voorkeur waarbij de vrijs uiteinden van de zijflanken zich aan de achterzijde van de houderplaat bevinden.The apertures are provided on both longitudinal sides with side flanks extending partly inwardly into the aperture, which side flanks are at least partly posterior to the plane of the container plate, and which are at least partly in a half-space (defined by the plane of the container plate ) are located at the rear of the face of the holder plate, preferably wherein the free ends of the side flanks are located at the rear side of the holder plate.

Hierbij omvallen de luchtstroomrichtende elementen elk een longitudinale kamer (ook gekend als trommelhuis) en een luchtdeflector (ook gekend als trommel), waarbij de luchtdeflector roteerbaar rond een longitudinale rotatieas in de kamer is bevestigd, waarbij de kamer een open vensier omval doorheen de kamer, waarbij het open venster over substantieel de volledige longitudinale dimensie van de kamer loopt.Hereby, the airflow directing elements each overturn a longitudinal chamber (also known as a drum housing) and an air deflector (also known as a drum), the air deflector being mounted rotatably about a longitudinal axis of rotation in the chamber, the chamber overturning an open window throughout the chamber, wherein the open window spans substantially the entire longitudinal dimension of the chamber.

De luchtdeflector in de kamer is geschikt voor het substantieel volledig afsluiten van het open venster in een eerste positie, en voor het minstens gedeeltelijk open laten van het venster in een tweede positie, waarbij de luchidetlector roteerbaar verstelbaar is tussen de eerste en de iweede positie.The air deflector in the chamber is adapted to substantially completely close the open window in a first position, and to leave the window at least partially open in a second position, the air deflector being rotatably adjustable between the first and second positions.

De luchtstroomrichtende slementen, bij voorkeur de kamer, hebben een bovenzijde deweike aan beide laterale zijden voorzien is van wesrhaakflanken dewelke zich minstens gedeelielijk lateraal uitstrekken weg van het open venster. Hierbij is de afstand tussen de meest laterale uileinden van de iwee weerhaakfianken groter dan de kleinste afstand tussen de beide zijfianken van de aperturen, waarbij de weerhaakflanken flexibel beweegbaar zijn naar elkaar toe tot een posities waarbij de beide weerhaakilanken voorbij de zijflanken van de aperturen gebracht kunnen worden.The airflow directing members, preferably the chamber, have a top which is provided on both lateral sides with side hook flanks which extend at least partially laterally away from the open window. In this case, the distance between the most lateral bar ends of the two barb flanks is greater than the smallest distance between the two side flanks of the apertures, wherein the barb flanks are flexibly movable towards each other to a position where the two barb flanks can be moved beyond the side flanks of the apertures. become.

De luchtstroomrichtende elementen, bij voorkeur de kamer, zijn voorzien van obstructoren, waarbij de obsiructoren geconfigureerd zijn voor het obstrueren van doorgang voor de luchistroomrichtiende elementen doorheen de apertuur. De obstructoren en de weerhaakflanken zijn geconfigureerd om de weerhaakilanken niel boven het viak van de Hhouderplaat te laten uilstrekken wanneer het luchtsiroomrichtende element in de apertuur geplaatst is met de obstructor aan de achterzijde van de nouderpiaat en de weerhaakflanken boven de zijfanken.The airflow directing elements, preferably the chamber, are provided with obstructors, the obsiductors being configured to obstruct passage for the airflow directing elements through the aperture. The obstructors and barb flanks are configured not to allow the barb flanks to extend above the plane of the H-holder plate when the airflow directing element is positioned in the aperture with the obstructor to the rear of the noder plate and the barb flanks above the side fins.

Een eerste voordeel, mogelijk door de naar de achierzijde van de houderplaa! uitstekende zijflanken, is het ‘flush’ maken van het wervelrooster. Dit betekent dat er geen elementen ulisteken uit het vlak van de houderplaat, wat in de bestaande spleetroosters wel het geval is, veelal door de inklemming van de luchtstroomrichtende elementen deweike, vaak via een snap-fit verbinding, aan beide zijden van de houderplaat vaslziiien. Dit zorgi ervoor dat er sen ‘drempel’ aanwezig is aan de voorzijde van de houderplaal (zichtbare kant), wat een zeer gruis, negatieve impact heeft op de werking van het Coanda-effect. Door deze verhoging, loopt de luchtstroom niet perfect langs het vlak van de houderplaat, maar enigszins verhoogd ten opzichte daarvan, waardoor een deel van de luchtstroom zich kan losmaken van de wand, en ivpisch snel turbulent wordt. Eenmaal turbulentie deelstromen zich ontwikkelen, last dit zeer snel de laminaire deelsiroom aan, waardoor een groot dee! van het debiet inefficiënt gebruikt wordt.A first advantage, possibly due to the direction to the back of the holder plate! protruding side flanks, is the 'flush' of the swirl grille. This means that no elements protrude from the plane of the holder plate, which is the case in the existing slot grilles, usually due to the clamping of the airflow directing elements, which are fixed on both sides of the holder plate, often via a snap-fit connection. This ensures that there is a 'threshold' at the front of the holder plate (visible side), which has a very gritty, negative impact on the operation of the Coanda effect. Due to this elevation, the airflow does not run perfectly along the plane of the holder plate, but is slightly elevated relative to it, allowing part of the airflow to detach from the wall and become turbulent quickly. Once turbulence of partial flows develops, this very quickly affects the laminar partial flow, causing a large part! of the flow rate is used inefficiently.

Een tweede voordeel is dat de oneffenheid van de houderplaat door de hierboven genoemde oneffenheid, de weerstand van het werveirooster op de luchtstroom negatief beïnvloedt, waardoor de luchtstroom enerzijds energie-iniensiever wordt ten opzichte van het resuilaat, maar eveneens moelijker controleerbaar wordt (deels wegens het hierboven besproken Coanda-effect dat negatief geïmpacteerd wordt).A second advantage is that the unevenness of the holder plate due to the unevenness mentioned above has a negative effect on the resistance of the swirling grid to the airflow, making the airflow on the one hand more energy-intensive compared to the result, but also more difficult to control (partly due to the discussed above Coanda effect being negatively impacted).

Een derde voordeel is dat door het flush zijn van de houderplaal, er geen ongewenste geluiden of suizingen optreden. Dergelijk geluid is typisch het gevolg van een luchtstroom die langs oneffenheden op een glad oppervlak beweegt, en kan sterk storend zijn. Bij luchisiromingen met voldoende debiet, en/of bij een groot aantal wervelroosters kan dit leiden tot duidelijk hoorbaar gesuis of gefluit.A third advantage is that due to the fact that the holder plate is flush, no unwanted noises or buzzing occur. Such noise is typically the result of an airflow moving along uneven surfaces on a smooth surface, and can be highly disruptive. With airflows with a sufficient flow rate, and/or with a large number of swirl diffusers, this can lead to clearly audible hissing or whistling.

Ten slotte zorgt de huidige uitvinding er ook voor dat de luchtstroomrichtende elementen niet zomaar kunnen verwijderd worden. De siemenien kunnen in normale uitvoering enkel aangebracht en verwijderd worden via de achterzijde van de houderplaat. Bij reeds geplaatste houderplaten, is het dus niet mogelijk om deze te verwijderen zonder de houderplaat uit het plafond te verwijderen, wat ongewenste manipulaties tegenhoudt.Finally, the present invention also ensures that the airflow directing elements cannot be easily removed. In the normal version, the siemenien can only be fitted and removed via the back of the holder plate. With holder plates already placed, it is therefore not possible to remove them without removing the holder plate from the ceiling, which prevents unwanted manipulations.

In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm, zijn de luchistroomrichiende slementen, bij voorkeur de kamer, langs de longitudinale as langer dan de aperturen door midde! van de obstructoren, dewelke obstructoren aan beide longitudinale uiteinden van de luchistroomrichiende slementen voorzien zijn, De verlenging, ten opzichte van de apertuur, langs longitudinale zijde, zorgt ervoor dat de luchistroomrichtende elementen niet voorbij de aperiuur kunnen gebracht worden eenmaal deze (correct) geplaatst zijn daarin, Door de verlenging aan de longitudinale uiteinden te voorzien, is het mogelijk dit te doen met een minimale hoeveelheid materiaal (gezien het over een korte zijde toegevoegd ís}, maar is het daarbij ook zekerder dat de kamer niet vervormd kan worden tot een kortere lengte, gezien de rigiditeit van de kamer langs de longitudinale as typisch hoger is dan lateraal (zie ook Figuren). In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, hebben de weerhaakflanken substantieel! eenzelfde lengte als de aperturen. Dit zorgt ervoor dat bij plaatsing, de weerhaakflanken zo correct en volledig mogelijk aligneren met de zijflanken van de apertuur waarin het luchistroomrichiende element gepositioneerd is, waardoor het Coanda effect geoptimaliseerd wordt. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, hebben de zijflanken een substantieel vlakke bovenzijde, dewelke bovenzijde zich onder een hoek van minstens 5°, bij voorkeur minstens 20°, en hoogstens 70°, bij voorkeur hoogstens 50°, ten opzichie van de houderplaat uitstrekt in de apertuur aan de achterzijde van de houderplaat, en waarbij de onderzijde van de weerhaakflanken zich onder eenzelfde hoek lateraal uitstrekken als de hoek van de bovenzijde van de zijflanken.In a preferred embodiment, the airflow directing members, preferably the chamber, are longer along the longitudinal axis than the apertures through the middle! of the obstructors, which obstructors are provided at both longitudinal ends of the airflow directing elements, The extension, relative to the aperture, along the longitudinal side, ensures that the airflow directing elements cannot be moved past the aperiure once they are (correctly) placed therein, By providing the extension at the longitudinal ends, it is possible to do this with a minimum amount of material (since it is added over a short side}, but it is also more certain that the chamber cannot be deformed into a shorter one length, as the rigidity of the chamber along the longitudinal axis is typically greater than laterally (see also Figures).In a preferred embodiment, the barb flanks are substantially the same length as the apertures. This ensures that when placed, the barb flanks are as correctly positioned and align fully as possible with the lateral flanks of the aperture in which the airflow line chiende element is positioned, optimizing the Coanda effect. In a preferred embodiment, the side flanks have a substantially flat top, which top extends into the aperture at an angle of at least 5°, preferably at least 20°, and at most 70°, preferably at most 50°. to the rear of the holder plate, and wherein the underside of the barb flanks extend laterally at the same angle as the angle of the top of the side flanks.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekken de twee weerhaakflanken van de kamers zich symmetrisch uit aan weerszijden, en snijden de verlengden van de bovenzijden (i.e. de zichtbare zijde bij installatie) van de twee wserhaaktlanken van een kamer elkaar onder een hoek omvat lussen 90° en 170°, bij voorkeur tussen 100° en 160°, bij verdere voorkeur tussen 110° en 150°, bij nog verdere voorkeur tussen 120° en 140° en bij hoogsie voorkeur tussen 125° en 135°. Dit betekent dat de bovenzijden van de weerhaakflanken een hoek maken van {189°-bovenstaande hoek}\/2 ten opzichts van het vlak van de houderplaat wanneer gepositioneerd in de apertuur, dus omvat tussen 5° en 45°, bij voorkeur tussen 10° en 40°, bij verdere voorkeur tussen 15° en 35°, bij nog verdere voorkeur tussen 20° en 30°, en bij nog verdere voorkeur iussen 22.5° en 27.5°.In a preferred embodiment, the two barb flanks of the chambers extend symmetrically on either side, and the extensions of the tops (i.e., the exposed side when installed) of the two barb flanks of a chamber intersect at an angle comprising loops 90° and 170°. preferably between 100° and 160°, more preferably between 110° and 150°, still further preferably between 120° and 140° and most preferably between 125° and 135°. This means that the tops of the barb flanks are at an angle of {189°-above angle}/2 with respect to the plane of the holder plate when positioned in the aperture, i.e. comprised between 5° and 45°, preferably between 10° and 40°, further preferably between 15° and 35°, still further preferably between 20° and 30°, and still further preferably between 22.5° and 27.5°.

In sen voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de kamer aan de binnenzijde een glad en gebogen oppervlak, waarbij de zijwanden van de kamer aan de binnenzijde naar eikaar toe gebogen zijn aan de bovenzijde, bij voorkeur daarbij de kromming van een rol volgend. Dit is in een voorbeelduitvoering zichtbaar in de Figuren. De gekromde binnenzijde van de zijwanden eindigt onder een hoek eindigt onder een hoek lussen 10° en 50° ten opzichte van de Houderplaat, bij voorkeur tussen 15° en 45°, bil verdere voorkeur tussen 20° en 40°, bij nog verdere voorkeur tussen 25° en 35° en bij nog verdere voorkeur tussen 27.5° en 34.5°. Deze hoek vormt een zeer gradusle overgang naar de hoek van de bovenzijde van de weerhaakfianken ien opzichie van de houderplaat, waardoor weinig tot geen negatieve invloed op de luchtstroom wordt uitgeoefend.In a preferred embodiment, the inner chamber has a smooth and curved surface, the inner side walls of the inner chamber being bent towards each other at the top, preferably following the curvature of a roller. This is visible in an exemplary embodiment in the Figures. The curved inner side of the side walls terminates at an angle terminates at an angle between 10° and 50° with respect to the Holder Plate, preferably between 15° and 45°, more preferably between 20° and 40°, still further preferably between 25° and 35° and still further preferably between 27.5° and 34.5°. This angle forms a very gradual transition to the angle of the top of the barb fins and of the holder plate, whereby little or no negative influence is exerted on the airflow.

Door bovenstaande hoeken te voorzien aan de weerhaakflanken, wordt een graduele overgang verzekerd voor de luchtstroom. Deze komt origineel ongeveer loodrecht in de kamer, wordt dan afgebogen langs de gebogen binnenzijde van de zijwand{en) van de kamer, en via de luchtdeflector verder naar de weerhaakfianken geleid. Door deze hoeken (approximerend) continu te laten overgaan, wordt het laminaire karakter van de luchtsiroom verzekerd. in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de obstructoren aan beide longitudinale uiteinden van de luchistroomrichtende slementen voorzien, dewelke obstructoren gedistantieerd zijn ten opzichte van elkaar over een afstand groter dan de lengie van de aperturen, en waarbij de obstructoren en de weerhaakflanken niet rechtstreeks verbonden zijn.Providing the above angles on the barb flanks ensures a gradual transition for the airflow. This originally enters the chamber approximately perpendicularly, is then deflected along the curved inner side of the sidewall(s) of the chamber, and passed through the air deflector to the barb fins. By continuously transitioning these angles (approximately), the laminar character of the airflow is ensured. in a preferred embodiment, the obstructors are provided at both longitudinal ends of the airflow directing members, which obstructors are spaced from each other by a distance greater than the length of the apertures, and wherein the obstructors and barb flanks are not directly connected.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de meest laterale uileinden van de weerhaaktlanken taps toelopend. Bij voorkeur zijn de laterale uiteinden van de weerhaakflanken aan de bovenzijde afgeplat, en bij verdere voorkeur liggen de afgeplaite laterale uiteinden substantieel in eenzelfde vlak. Alternatief kunnen de weerhaakflanken een bol profiel hebben, van centraal in het luchistroomrichtende element naar het distaal uiteinde van de wserhaaktlank gezien.In a preferred embodiment, the most lateral owl ends of the barb tails are tapered. Preferably the lateral ends of the barb flanks are flattened at the top, and more preferably the flattened lateral ends lie substantially in the same plane. Alternatively, the barb flanks may have a convex profile, viewed from the center of the airflow directing element to the distal end of the barb flank.

De weerhaakflanken in deze uitvoeringsvormen gaan gradueel over qua hoek, wat verder bijdraagt in het optimaliseren van het Coanda-effect. Een gestage overgang zorgt ervoor dat de luchtstromen het oppervlak zo veel mogelijk blijven volgen, wat betekent dat afsplitsende {turbulente} luchtstromen vermeden worden.The barb flanks in these embodiments gradually transition in angle, further aiding in optimizing the Coanda effect. A steady transition ensures that the air currents continue to follow the surface as much as possible, which means that splitting {turbulent} air flows are avoided.

In een verder voorkeurdragende uilvoeringsvorm, is het luchtsiroomrichtende element in de apertuur gepositioneerd met de obstructor aan de achterziide van de houderplaat en de weerhaakflanken boven de zijfianken, de afgeplaite laterale uiteinden substantieel evenwijdig lopen met het bovenvlak van de houderplaat. De wesrhaakflanken gaan op deze manier perfect over naar het bovenoppervlak van de Houderpiaat, waardoor de luchtstroom geen hinder vindt, en zodoende het oppervlak verder zal volgen. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de obstrucioren aan beide longitudinale uiteinden van de luchistroomrichtende elementen voorzien, waarbij de meest laterale uileincden van de weerhaakflanken zich minstens op dezelfde hoogte bevinden ais de obstructoren, en maximaal verheven zijn boven de obstructoren over een aïstand gelijk aan de dikte van de houderplaat. Het beperken van hoogteverschil tussen de meest laterale uileinden (dewelke de ‘hoogste’ delen zijn van de luchtstroomrichtende elementen) en de bovenzijde van de obstructoren, zorgt ervoor dat, bij plaatsing van de luchtstroomrichtende elementen in de aperturen daarvoor, de luchistroomrichtende elementen ten hoogste op gelijke hoogte komen als het bovenoppervlak van de houderplaal. Door te vermijden dat de luchtsiroomrichtende elementen uitsteken ten opzichte van het houdervlak, worden werveisiromen of afsplitsende luchtstromen vermeden (die wel voorkomen bi] bestaande sysiemen waar de elementen voor sen uitsprong zorgen). Bi voorkeur zijn de meest laterale uiteinden van de weerhaaktlanken verheven boven de obstrucioren over een afstand ongeveer gelijk aan de dikte van de houderplaat, wat ervoor zorg! dat de overgang naar de houderplaat substantieel continu is. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, strekken de weerhaakflanken zich lateraal uit vanuit een opstaande zijwand van de kamer, dewelke zijwand buigbaar is omheen de longitudinale as van de kamer om de weerhaakflanken tot de positie te kunnen brengen waarbij de beide weerhaakfianken voorbij de zijfanken van de aperturen gebracht kunnen worden. Bij voorkeur heeft de opstaande zijwand een minimale hoogte van 1.0 cm, bij verdere voorkeur minstens 1.5 cm of zelfs 2.0 cm, om op die manier voldoende marge te geven om de zijwanden elastisch te vervormen zodat de weerhaakflanken naar binnen geduwd kunnen worden, en daarbij de zijflanken van de apertuur kunnen passeren.In a further preferred embodiment, the airflow directing element is positioned in the aperture with the obstructor on the posterior side of the holder plate and the barb flanks above the side flanks, the flattened lateral ends being substantially parallel to the top surface of the holder plate. In this way, the wall hook flanks transition perfectly to the top surface of the Holder plate, so that the airflow is not hindered, and thus will follow the surface further. In a preferred embodiment, the obstructions are provided at both longitudinal ends of the airflow directing elements, the most lateral ends of the barb flanks being at least level with the obstructors, and being maximally elevated above the obstructors by an angle equal to the thickness. of the holder plate. Limiting height difference between the most lateral owl ends (which are the 'highest' parts of the airflow directing elements) and the top of the obstructors ensures that, when the airflow directing elements are placed in the apertures therefor, the airflow directing elements are at most level with the top surface of the holder plate. By avoiding that the airflow directing elements protrude from the container face, swirling airflows or splitting airflows are avoided (which do occur in existing systems where the elements protrude). Preferably, the most lateral ends of the barb tails are raised above the obstructions by a distance approximately equal to the thickness of the retaining plate, ensuring that! that the transition to the holder plate is substantially continuous. In a preferred embodiment, the barb flanks extend laterally from an upstanding sidewall of the chamber, which sidewall is bendable about the longitudinal axis of the chamber to allow the barb flanks to be positioned in which both barb flanks extend past the side flanks of the apertures. could be. Preferably, the upright sidewall has a minimum height of 1.0 cm, more preferably at least 1.5 cm or even 2.0 cm, in order to provide sufficient margin in this way to elastically deform the side walls so that the barb flanks can be pushed inwards, thereby side edges of the aperture.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm ligt de luchtdeflector in de tweede positie in het verlengde van één van de weerhaakfianken. Bij voorkeur laat de iweesde positie de meeste luchidoorstroming toe doorheen het luchtsiroomrichtende element. De luchideflector is hierbij gepositioneerd in de kamer om een zo groot mogelijke (en zo continu mogelijke) doorsnede te voorzien over het traject doorheen de kamer voor een luchtstroom. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de zijflanken eendelig mel de houderplaat, en bij voorkeur gebogen gedeeltelijke uitsneden zijn van de houderplaat. Door de zijflanken te vervaardigen uit één stuk met de rest van de houderplaat, wordt het productieproces sterk vereenvoudigd, gezien geen afzonderijke proces nodig om de houderplaat en de zijflanken ie maken en deze vervolgens nog te verbinden. Daarnaast zorgt dit ook voor een reductie in materiaal. Bovendien zijn dergelijke verbindingen vaak zwakke punten, alsook visueel ongewenst. Ten slotie kan door het verbuigen van de zijflanken verder verzekerd worden dat de overgang continu is, in tegenstelling tot bij externe zijflanken die moeten bevestigd worden (typisch met naden, die gen negatieve impact hebben op de luchtstromen). In sen voorkeurdragende uitvoeringsvorm, heelt de luchidetiector longitudinaal een substantieel L-vormig profiel, waarbij het U-vormig profiel zich uitstrekt vanaf de rotatieas in een halfruimte gedefinieerd door een vlak doorheen de rotatieas, bij voorkeur waarbij de luchtdefiector drie of meer, bij verdere voorkeur schijfvormige, ribben heeft dewelke langsheen de rolatieas verspreid zijn en loodrecht staanop de rotatieas.In a preferred embodiment, the air deflector in the second position is in line with one of the barb fins. Preferably, the pointed position allows most airflow through the airflow directing element. The air deflector is hereby positioned in the chamber to provide the largest possible (and as continuous as possible) cross-section over the path through the chamber for an airflow. In a preferred embodiment, the side flanks are one piece with the holder plate, and are preferably curved partial cutouts of the holder plate. By manufacturing the side flanks in one piece with the rest of the holder plate, the production process is greatly simplified, since no separate process is required to make the holder plate and the side flanks and then to connect them. In addition, this also ensures a reduction in material. In addition, such connections are often weak points, as well as visually undesirable. Finally, bending the sidewalls further ensures that the transition is continuous, unlike with external sidewalls that need to be attached (typically with seams, which have no negative impact on airflows). In a preferred embodiment, the air deflector has a substantially L-shaped profile longitudinally, the U-shaped profile extending from the axis of rotation in a half-space defined by a plane through the axis of rotation, preferably wherein the air deficiencies are three or more, more preferably has disc-shaped ribs which are spread along the axis of rotation and perpendicular to the axis of rotation.

Het U-vormige profiel, met aïgeronde basis, zorgt voor een ideale deflector om de iwee posities te bewerkstelligen. Een eerste positie waarin de U met twee benen aansluit aan de weerhaakflanken, zorgt er voor dat geen lucht meer door de kamer kan stromen. Een woede positie, waarin de U slechts met één been aansluit op één weerhaakflank, laat maximale stroming toe. Door de symmetrie van de weerhaakflanken, alsook van het U-vormig profiel, laat tos om de tweede positie op twee manieren te bereiken {aansluiting met ene been op ene weerhaakflank, of met andere been op andere weerhaakfiank), en laat toe om de luchtstroom te richten naar ‘links’ of rechts’ zonder verschil qua effect of efficiëntie, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm definiëren de meest laterale uiteinden van de weerhaakflanken een omgeschreven rechthoek dewelke essentieel overeenkomt met de apertuur van de houderplaat, en waarbij loodrechte projecties van de il BE2020/5669 obstructoren op het vlak waarin genoemde omschreven rechthoek ligt, zich minstens gedeeltelijk buiten de omschreven rechthoek bevinden.The U-shaped profile, with a rounded base, provides an ideal deflector to achieve two positions. A first position in which the U connects to the barb flanks with two legs ensures that no more air can flow through the room. A fury position, in which the U only connects one leg to one barb flank, allows maximum flow. The symmetry of the barb flanks, as well as the U-shaped profile, allows tos to reach the second position in two ways (connection with one leg to one barb flank, or with the other leg to another barb flank), and allows to control the airflow to be oriented 'left' or right' with no difference in effect or efficiency, In a preferred embodiment the most lateral ends of the barb flanks define a circumscribed rectangle which corresponds essentially to the aperture of the holder plate, and where perpendicular projections of the il BE2020/ 5669 obstructions on the plane in which said circumscribed rectangle lies are at least partially outside the circumscribed rectangle.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de houderplaat substantieel uit metaal, bij voorkeur {gegalvaniseerd} staal.In a preferred embodiment, the holder plate consists substantially of metal, preferably {galvanised} steel.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de aperturen (uitgezonderd zijflanken} een breedte van minstens 1.5 cm, bij voorkeur 1.75 cm, bij verdere voorkeur 2.0 cm, bij nog verdere voorkeur 2.25 om, bij nog verdere voorkeur 2.5 em, bij nog verdere voorkeur 2.75 om en bij hoogste voorkeur ongeveer 3.0 cm, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de aperturen (uitgezonderd zijflanken} een breedie van hoogstens 7.5 om, bij voorkeur 5.0 cm, bij verdere voorkeur 4.5 om, bij nog verdere voorkeur 4.0 cm, bij nog verdere voorkeur 3.5 cm en bij hoogste voorkeur ongeveer 3.0 em.in a preferred embodiment the apertures (excluding side flanks} have a width of at least 1.5 cm, preferably 1.75 cm, further preferably 2.0 cm, still further preferably 2.25 om, still further preferably 2.5 em, still further preferably 2.75 om and most preferably about 3.0 cm. In a preferred embodiment, the apertures (excluding side flanks} have a width of at most 7.5 cm, preferably 5.0 cm, more preferably 4.5 cm, still further preferably 4.0 cm, still further preferably 3.5 cm and most preferably about 3.0 em.

in een voorkeurdragende uilvoeringsvorm hebben de aperturen een lengie van minsiens 5.0 cm, bij voorkeur 6.0 cm, bij verdere voorkeur 7.0 cm, bij nog verdere voorkeur 7.5 com, bij nog verdere voorkeur 3.0 em, bij nog verdere voorkeur 8.5 cm en bij hoogste voorkeur ongeveer 9.0 cm.in a preferred embodiment, the apertures have a length of at least 5.0 cm, preferably 6.0 cm, more preferably 7.0 cm, still further preferably 7.5 cm, still further preferably 3.0 em, still further preferably 8.5 cm and most preferably about 9.0 cm.

In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm hebben de aperturen een lengte van hoogstens 20.0 om, bij voorkeur 15.0 cm, bij verdere voorkeur 12.5 cm, bij nog verdere voorkeur 12.0 cm, bij nog verdere voorkeur 11.5 cm, bij nog verdere voorkeur 11.0 com, bij nog verdere voorkeur 10.5 cm en bij Noogsie voorkeur hoogstens ongeveer 10.0 cm.In a preferred embodiment, the apertures have a length of at most 20.0 cm, preferably 15.0 cm, more preferably 12.5 cm, still further preferably 12.0 cm, still further preferably 11.5 cm, still further preferably 11.0 cm, still further preferably 10.5 cm and preferably about 10.0 cm at the most.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekken de zijflanken zich ten opzichte van de houderplaatl uit over een hoek van minstens 10°, bij voorkeur minstens 15°, bij verdere voorkeur minstens 20°, bij nog verdere voorkeur minstens 25°, bij nog verdere voorkeur minstens 30°, bij nog verdere voorkeur minstens 35°, bij nog verdere voorkeur minstens 40°, en bij hoogste voorkeur ongeveer 45°.In a preferred embodiment, the side flanks extend with respect to the holder plate 1 through an angle of at least 10°, preferably at least 15°, more preferably at least 20°, still further preferably at least 25°, still further preferably at least 30° still further preferably at least 35°, still further preferably at least 40°, and most preferably about 45°.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekken de zijflanken zich ten opzichte van de houderplaai uit over een hoek van hoogstens 80°, bij voorkeur minstens 75°, bij verdere voorkeur minstens 70°, bij nog verdere voorkeur minstens 65°, bij nog verdere voorkeur minstens 60°, bij nog verdere voorkeur minstens 55°, bij nog verdere voorkeur minstens 50°, en bij hoogste voorkeur ongeveer 45°.In a preferred embodiment, the side flanks extend with respect to the container plate over an angle of at most 80°, preferably at least 75°, more preferably at least 70°, still further preferably at least 65°, still further preferably at least 60° still further preferably at least 55°, still further preferably at least 50°, and most preferably about 45°.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de zijflanken substantieel trapeziumvormig. Bij voorkeur zijn de zijfianken gevormd ais gelljkbenige trapezia, bij verdere voorkeur waarbij de zijflanken aan de grote basis van het trapezium verbonden zijn aan de plaat, en waarbij de zijflanken een hoek maken ten opzichte van de houderplaat aan genoemde grote basis. In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm bestaan de luchistroomrichiende elementen subsiantisel uit kunststof, bij voorkeur uit propyleer.In a preferred embodiment, the side flanks are substantially trapezoidal. Preferably, the side flanks are formed as equilateral trapezoids, more preferably wherein the side flanks at the major base of the trapezoid are connected to the plate, and wherein the side flanks are angled with respect to the holder plate at said major base. In a preferred embodiment, the airflow directing elements consist of plastic material, preferably propylene.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de houderplaat substantieel rechthoekig, bij voorkeur vierkant.in a preferred embodiment the holder plate is substantially rectangular, preferably square.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de houderpiaat opstaande randen over gans de omtrekt. Bil voorkeur is de houderplaat, uitgezonder de opstaande randen, rechthoekig of vierkant, en deïinieert met de opstaande randen een dunne balk, De opstaande randen zijn bij voorkeur minstens 0.5 cm, bij verdere voorkeurIn a preferred embodiment, the holder plate comprises raised edges all around the circumference. Preferably, the holder plate, with the exception of the raised edges, is rectangular or square, and defines a thin bar with the raised edges. The raised edges are preferably at least 0.5 cm, more preferably

0.75 cm hoog, bij hoogsie voorkeur ongeveer 1.0 cm hoog, ten opzichte van de houderplaat. Deze randen zijn geschikt om te verbinden aan een plenum (bvb, via schroef, vijs, bout, nagel, kit, lijm of andere verbindingsmiddelen), en één of meerdere van de opstaande randen kunnen voorzien zijn van één of meerdere aperiuren.0.75 cm high, preferably about 1.0 cm high, relative to the holder plate. These edges are suitable for connection to a plenum (eg, via screw, screw, bolt, nail, sealant, glue or other connecting means), and one or more of the upstanding edges can be provided with one or more apertures.

In sen voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de houderplaat één of meerdere openingen, geschikt voor het ontvangen van een schroef, vijs, bout, nagel ot ander verbindingsmiddel. Bij voorkeur is minstens één dergelijke opening voorzien centraal! in de houderplaal. Optioneel of alternatief kunnen in één of meerdere hoeken van de houderplaat ook één of meerders openingen voorzien zijn.In a preferred embodiment, the holder plate comprises one or more openings suitable for receiving a screw, screw, bolt, nail or other connecting means. Preferably, at least one such opening is provided centrally! in the holder plate. Optionally or alternatively, one or more openings can also be provided in one or more corners of the holder plate.

In een voorkeurdragende uitvogringsvorm is de minimale afstand lussen de twee weerhaakflanken minstens 0.75 cm, bij voorkeur minstens 1.0 cm, bij verdere voorkeur minstens 1.25 cm. Bij voorkeur is de minimale afstand maximaal 3.0 cm, bij verdere voorkeur 2.5 cm, bij nog verdere voorkeur maximaal 2.0 cm of zelfs 1.75 ofIn a preferred embodiment, the minimum distance between the two barb flanks is at least 0.75 cm, preferably at least 1.0 cm, more preferably at least 1.25 cm. Preferably, the minimum distance is a maximum of 3.0 cm, more preferably 2.5 cm, still further preferably a maximum of 2.0 cm or even 1.75 or

1.5 cm.1.5cm.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft de kamer (of irommelhuis) een ééndelig element met twee (evenwijdig) opstaande, longitudinale zijwanden, dewelke (enkel) aan beide longitudinale uiteinden verbonden zijn met eikaar, waarbij (enkel)In a preferred embodiment, the chamber (or cluttered house) is a one-piece element with two (parallel) upright longitudinal side walls, which (single) are connected to each other at both longitudinal ends, wherein (single)

de zijwanden aan de onderzijde van de uiteinden verbonden zijn met elkaar, waardoor de zijwanden aan de bovenzijde substantieel buigbaar zijn (om zo toe te laten naar eikaar toe gebogen te worden).the side walls at the bottom of the ends are connected to each other, whereby the side walls at the top are substantially bendable (so as to allow them to be bent towards each other).

Bij voorkeur betreft de kamer een essentieel balkvormig element, hetwelke (bij voorkeur volledig in de zin dat er geen ondervlak is} open is aan de onderzijde, en een longitudinaal uitstrekkend open venster aan de bovenzijde (gedefinieerd tussen de twee weerhaakfianken).Preferably, the chamber is an essentially beam-shaped element, which (preferably completely in the sense that there is no lower face} is open at the bottom, and a longitudinally extending open window at the top (defined between the two barb fins).

In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm lopen de zijwanden schuin gedeeltelijk naar eikaar toe aan de bovenzijde, toi aan de weerhaakflanken, dewelke zich weg van elkaar uitstrekken vanaf de bovenzijde van de zijwanden.In a preferred embodiment, the sidewalls slope partially toward each other at the top, to the barb flanks, which extend away from each other from the top of the sidewalls.

In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm zijn de zijwanden aan de longitudinale uiteinden verbonden via een, bij voorkeur vlak, U-vormig brugelement, waarbij de brugelementen bij voorkeur open zijn naar de onderzijde van de kamer toe. De zijwanden zijn aan het brugelement verbonden aan de onderzijde van de kamer via een ultioper van de zijwand. De brugelementen zijn elk voorzien van een konpelslement geschikt om de luchtdeflector roleerbaar (rond de longitudinale as van de kamer} te fixeren.In a preferred embodiment, the side walls are connected at the longitudinal ends via a, preferably flat, U-shaped bridge element, the bridge elements preferably being open towards the bottom of the chamber. The side walls are connected to the bridge element at the bottom of the chamber via an ultioper of the side wall. The bridge elements are each provided with a locking element suitable for fixing the air deflector in a rollable manner (around the longitudinal axis of the chamber).

Bij voorkeur bestaat net koppelelement uit twee naast elkaar gepositioneerde, elastisch vervormbare, opstaande protrusies, met een C-vormige uitsparing gericht naar elkaar, waarn een overeenkomstig koppelelement van de luchtdeflector ontvangen wordt (in dit geval een cilindrische protrusie aan beide longitudinale uiteinden van de luchtdeflector). Bij voorkeur is het koppelelement van de kamer U-vormig, waarbij het U-vormig konpelslement van de kamer zich in de opening van het U-vormige brugelemenl bevindt, en waarbij het L-vormig koppelelement van de kamer open is naar de onderzijde van de kamer toe, en waarbij de afstand tussen de benen van het U- vormig koppslelement van de kamer een lokaal minimum kent. in een voorkeurdragende uilvoeringsvorm omvatten {of zijn) de obstructoren de brugelementen.Preferably, the coupling element consists of two elastically deformable upright protrusions positioned side by side, with a C-shaped recess facing each other, whereupon a corresponding coupling element of the air deflector is received (in this case a cylindrical protrusion on both longitudinal ends of the air deflector ). Preferably, the coupling element of the chamber is U-shaped, the U-shaped coupling element of the chamber is located in the opening of the U-shaped bridge element, and the L-shaped coupling element of the chamber is open to the underside of the chamber. chamber, and wherein the distance between the legs of the U-shaped coupling member of the chamber has a local minimum. in a preferred embodiment, the obstructors comprise (or are) the bridge elements.

In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm zijn de obstructoren voorzien aan de brugelementen, aan de ‘basis’ van de U. Bij voorkeur vormt de obstructor aan het brugelement een afgeviakte voel voor de U, die substantieel plat is, en loodrecht staat op de zijwanden.In a preferred embodiment, the obstructors are provided on the bridge elements, at the 'base' of the U. Preferably, the obstructor on the bridge element forms a flared feel for the U, which is substantially flat, and perpendicular to the side walls.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de luchtdeflector een substantieel U- vormig profie!l dat loopt over de longitudinale dimensie, De luchtdeflector omvat een konpelslement, bij voorkeur sen cilindrische protrusie langs de longitudinale as, aan de longitudinale uiteinden daarvan, waarbij het koppelelement zich uiisirekt langs een as dewelke door de basis van het U-vormig profiel ioopt. Bij voorkeur omvat de luchtdeflector een aantal (2, 3, 4, 5, 6 of meer) ribben of vieugels loodrecht op de longitudinale dimensie van de luchtdeflector. Bij voorkeur zijn de ribben subsiantieel schijfvormig, en strekken zich uil van de rotatieas van de luchtdeflector (ie. de as waarrond deze roteert in de kamer). Bij luchtdeflectoren met een L-vormig longitudinaal profiel, zoals hierboven beschreven, sirekken de schijfvormige ribben zich zodanig uit dat het U-vormige profiel zich uitstrekt binnen de virtuele cilinder gedefinieerd door de ribben.In a preferred embodiment, the air deflector comprises a substantially U-shaped profile extending across the longitudinal dimension. The air deflector comprises a coupling element, preferably a cylindrical protrusion along the longitudinal axis, at the longitudinal ends thereof, the coupling element extending along an axis passing through the base of the U-shaped profile. Preferably, the air deflector comprises a plurality of (2, 3, 4, 5, 6 or more) ribs or fins perpendicular to the longitudinal dimension of the air deflector. Preferably, the ribs are substantially disk-shaped, extending from the rotational axis of the air deflector (ie the axis about which it rotates in the chamber). In air deflectors having an L-shaped longitudinal profile, as described above, the disc-shaped ribs extend such that the U-shaped profile extends within the virtual cylinder defined by the ribs.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de weerhaakflanken een lengte omvat tussen 5.0 cm en 25.0 cm, bij voorkeur tussen 6.0 cm en 20.0 om, bij verdere voorkeur [ussen 7.0 cm en 15.0 cm, bij nog verdere voorkeur lussen 7.5 cm en 12.5 cm, De genoemde bereiken zorgen voor sen ideale balans lussen stevigheid en flexibiliteit, en laten toe om met een beperkt aantal ‘extra’ elementen, voldoende luchtdoorstroming te genereren (in plaats van opeenvolgende elementen te moeten plaatsen}. In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreffen de obstructoren extensies ten opzichte van de lengte van de weerhaakfianken die zich tussen 1.0 mm en 10.0 mm uitstrekken voorbij de uiteinden van de weerhaakflanken, bij voorkeur tussen 2.0 mm en 7.5 mm, bij verdere voorkeur {ussen 3.0 mm en 5.0 mm. In een voorkeurdragende uilvoeringsvorm hebben de kamers van de luchtstroomrichtende elementen sen hoogte (afstand onderzijde tot bovenzijde) omvalt tussen 10 mm en 50 mm, bij voorkeur tussen 15 mm en 40 mm, bij verders voorkeur tussen 20 mm en 35 mm, bij nog verdere voorkeur tussen 25 mm en 30 mm. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de kamers van de luchtstroomrichtende elementen een breedte (laterale dimensies) omvat lussen 10.0 mm en 50.0 mm, bij voorkeur tussen 15.0 mm en 45.0 mm, bij verdere voorkeur tussen 20.0 mm en 40.9 mm, bij nog verdere voorkeur lussen 25.0 mm en 35.0 mm, en bij hoogste voorkeur tussen 27.5 mm en 32.5 mm.In a preferred embodiment, the barb flanks have a length of between 5.0 cm and 25.0 cm, preferably between 6.0 cm and 20.0 cm, more preferably between 7.0 cm and 15.0 cm, still further preferably loops 7.5 cm and 12.5 cm. ranges provide an ideal balance, loops strength and flexibility, and allow sufficient airflow to be generated with a limited number of 'extra' elements (instead of having to place successive elements}. In a further preferred embodiment, the obstructors are extensions relative to of the length of the barb flanks extending between 1.0 mm and 10.0 mm beyond the ends of the barb flanks, preferably between 2.0 mm and 7.5 mm, further preferably between 3.0 mm and 5.0 mm. the airflow directing elements and height (distance bottom to top) falls over between 10 mm and 50 mm, preferably between 15 mm and 40 mm, further preferably between 20 mm and 35 mm, still further preferably between 25 mm and 30 mm. In a preferred embodiment, the chambers of the airflow directing elements have a width (lateral dimensions) comprising loops 10.0 mm and 50.0 mm, preferably between 15.0 mm and 45.0 mm, further preferably between 20.0 mm and 40.9 mm, still further preferably loops 25.0 mm and 35.0 mm, and most preferably between 27.5 mm and 32.5 mm.

In een voorkeurdragende ultvoeringsvorm hebben de wanden van de kamer een dikte iussen 1.0 mm en 4.0 mm, bij voorkeur lussen 1.5 mm en 3.0 mm, en bij verdere voorkeur tussen 1.75 mm en 2.25 mm.In a preferred embodiment, the walls of the chamber have a thickness between 1.0 mm and 4.0 mm, preferably loops 1.5 mm and 3.0 mm, and more preferably between 1.75 mm and 2.25 mm.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnierpreleerd mogen worden om de omvang van de uilvinding te limiteren.In what follows, the invention is described by reference to: non-limiting examples illustrating the invention, and which are not intended or should be inferred to limit the scope of the invention.

VOORBEELDEN LEGENDE: 1 kamer 2 iuchidefiector 3 houderplaat 4 apertuur 5 zijfanken 6 weerhaakflanken 7 zijwanden 8 obstructor/U-vormig brugelement 9 uitloper 10 koppelelement van de kamer 11 opstaande protrusie 12 dubbele C-vormige uitsparing 13 benen U-vormig brugelement 14 inwaarts gerichte einde van de zijwanden 15 koppelelement van de luchtdeflector 16 L-vormig profiel 17 schijfvormige ribbe 18 nositioneringsprotrusie Figuren 1Â-C geven een mogelijke uitvoeringsvorm wser van zen kamer of irommelhuis {1}. Deze omval twee opstaande zijwanden (7) dewelke aan het onderzijde einde {14} inwaarts gericht zijn naar elkaar. De zijwanden {7} strekken zich aan de onderzijde ook uitwaarts uit (verder vanuit het inwaarts gerichte seinde van de zijwand (14)), via de weerhaaktlanken (6) dewelke achter de zijflanken {5} van de houderplaat (3) inhaken. Zoals zichtbaar in Figuur 1A, is het profiel van de kamer (4) partieel U-vormig, waarbij ceniraal onderin een opening voorzien is. Aan de longitudinale uiteinden van de kamer (1) zijn U-vormige brugelementen (8} voorzien, die een verlening van de kamer (1) vormen zodat deze langer is dan aperturen (4) in de houderplaat (3), zoals te zien in Figuren 1B-C. De U-vormige brugelementen {8) hebben een afgeplatte zijde of obstructor (die gedeeltelijk of volledig samenvalt met het U-vormig brugelement), en strekken zich in dit geval uil over de breedie van de kamer (hoewel dit ontioneel is}. De brugelementen (8) zijn aan de kamer verbonden aan de bovenzijde van de kamer, en staan los van de kamer over een substantieel deel van de hoogte vanal de onderzijde, wat toelaat om de zijwanden (7) van de kamer te vervormen (om deze in de aperiuren in le brengen}, en dit niet word! tegengehouden door de obstructoren. De brugelementen (8) strekken zich naar boven toe uit in benen {13} die aan het uiteinde daarvan, aan de bovenzijde van de kamer, verbonden zijn aan de bovenzijde van de zijwanden (7).EXAMPLES LEGEND: 1 chamber 2 fluid defiector 3 retaining plate 4 aperture 5 side fins 6 barb flanks 7 side walls 8 obstructor/U-shaped bridge element 9 spur 10 coupling element of the chamber 11 upright protrusion 12 double C-shaped recess 13 legs U-shaped bridge element 14 inwardly directed end of the side walls 15 coupling element of the air deflector 16 L-shaped profile 17 disc-shaped rib 18 nosition protrusion Figures 1Â-C show a possible embodiment of a room or junk house {1}. This overturns two upright side walls (7), which at the bottom end {14} are directed inwards towards each other. The sidewalls {7} also extend outwards at the bottom (further from the inwardly directed end of the sidewall (14)), via the barb flanks (6), which hook behind the side flanks {5} of the holder plate (3). As can be seen in Figure 1A, the profile of the chamber (4) is partially U-shaped, with an opening being provided at the bottom. At the longitudinal ends of the chamber (1) U-shaped bridge elements (8} are provided, which form an extension of the chamber (1) so that it is longer than apertures (4) in the holder plate (3), as seen in Figures 1B-C The U-shaped bridge elements {8) have a flattened side or obstructor (which partially or completely coincides with the U-shaped bridge element), and in this case extends across the width of the room (although this is is} The bridge elements (8) are connected to the chamber at the top of the chamber, and are separate from the chamber over a substantial part of the height from the bottom, allowing to deform the side walls (7) of the chamber (to insert it into the aperitries}, and this is not! stopped by the obstructors. The bridge elements (8) extend upwards in legs {13} which at the end thereof, at the top of the chamber, connected to the top of the side walls (7).

De overstaande brugelementen (8) zijn verder voorzien van koppelelementen (10), centraal tussen de twee benen (13). Deze koppelsiementen (10} omvatten twee opstaande protrusies (11) mel aan de inwaarts gerichie zijde van de protrusies uitsparingen (12), ongeveer C-vormig (hoewel andere vormen ook mogelijk zijn. De uitsparingen laten ioe een overeenkomstig koppelelement van een luchtdetlector te koppelen, zodat deze vrij kan roteren in de dubbele C-vormige uitsparingen (12).The opposite bridge elements (8) are furthermore provided with coupling elements (10), centrally between the two legs (13). These coupling elements (10} comprise two upright protrusions (11) with recesses (12) on the inward side of the protrusions (12), approximately C-shaped (although other shapes are also possible. The recesses allow a corresponding coupling element of an air detector to be coupled , so that it can rotate freely in the double C-shaped recesses (12).

Figuren ZA-C geven mogelijke uitvoeringsvorm weer van een luehtdefiector of rommel (2). Deze is aangepast om, in conjunctie met een kamer (1) de longitudinale spleet te kunnen aïsluilen aan de onderzijde van de kamer tussen de inwaarts gerichie einden (14) van de zijwanden {7}, en eveneens, Via rotatie van de luchtdeflector {2} de spleet open te houden. Hiertoe omvat de luchtdeflector (2) aan de twee longitudinale uiteinden een koppelelement (15) dat kan gekoppeld worden aan de koppelelementien (10) van de kamer (1), en rotatie toelaat van de luchidetlector rond diens longitudinale as. De luchtdeflector (2) strekt zich longiludinaal uit, en heeft een L-vormig profiel (16) — of C-vormig. In de huidige versie is het U-vormig profiel voorzien van een basis die een halfcirkel vormt, en verlengd wordt in de benen van de U. Het is echter eveneens mogelijk om een meer hoekige versie hiervan te gebruiken, waar de twee benen met een recht stuk verbonden worden (of een versie die daartussen ligt). Verder is in dit geval de luchtoeflector voorzien van een aantal (1, 2, 3, 4 of meer) schijfvormige ribben (17) ter versterking, die al of niet op regelmatige afstand voorzien zijn over de lengie van de luchidefiector. Aan de uiteinden is de luchideflector ook voorzien van een schijfvormige ribbe (17) die ervoor zorgt dat lucht niet langs dit pad zijn weg vindt doorheen de kamer (1). Eén of meerdere van de schijfvormige ribben (17) is voorzien van een positioneringsprotrusie (18) die, in het geval deze op meerdere ribben aanwezig zijn, aligneren met elkaar over een rechie evenwijdig met de longitudinale as van de trommel (2). De positioneringsprotrusie (18) steekt zodanig uit dat de trommel (2), wanneer deze in het irommelhuis (1) gepositioneerd zit, een kleine weersiand veroorzaakt door contact met de zijwanden (7) van het irommelhuis (1) en de trommel (2} vanuit zijn ‘geslolen’ positie tot voorbij zijn ‘open’ positie gedraaid zou worden. Figuur 3 geeft een mogelijke configuratie weer van een houderplaal (3} met rechthoekige aperturen (4). Deze configuratie is geenszins beperkend, en slechts een voorbeeld, zowel qua vorm, als qua aantallen, dimensies en verhoudingen. Hierbij zijn de zijflanken (5) aan de aperiuur zichtbaar aan beide longitudinale zijden van de aperturen {4}.Figures ZA-C show possible embodiment of an air defector or mess (2). It is adapted to allow, in conjunction with a chamber (1), to close the longitudinal gap at the bottom of the chamber between the inwardly directed ends (14) of the side walls {7}, and also, via rotation of the air deflector {2 } keep the gap open. To this end, the air deflector (2) comprises at its two longitudinal ends a coupling element (15) which can be coupled to the coupling elements (10) of the chamber (1) and allows rotation of the air deflector about its longitudinal axis. The air deflector (2) extends longitudinally, and has an L-shaped profile (16) - or C-shaped. In the current version, the U-shaped profile is provided with a base that forms a semicircle, and is extended in the legs of the U. However, it is also possible to use a more angular version of this, where the two legs with a straight piece (or any version in between). Furthermore, in this case the air deflector is provided with a number (1, 2, 3, 4 or more) disk-shaped ribs (17) for reinforcement, which may or may not be regularly spaced over the length of the air deflector. At the ends, the air deflector is also provided with a disc-shaped rib (17) which ensures that air does not find its way through the chamber (1) along this path. One or more of the disc-shaped ribs (17) is provided with a positioning protrusion (18) which, when present on several ribs, align with each other along a line parallel to the longitudinal axis of the drum (2). The positioning protrusion (18) protrudes such that the drum (2), when positioned in the drum housing (1), causes a small weathering by contact with the side walls (7) of the drum housing (1) and the drum (2} would be rotated from its 'closed' position beyond its 'open' position Figure 3 shows a possible configuration of a holding plate (3} with rectangular apertures (4). This configuration is by no means limiting, and only an example, both in terms of shape, as in numbers, dimensions and proportions Hereby the aperture lateral flanks (5) are visible on both longitudinal sides of the apertures {4}.

De onderlinge configuratie van de aperiuren heeft geen beperking, en kan in een (meervoudig) cirkelvormig patroon zijn, zoels in Figuur 3. Figuur 3 toont een iweevoudig cirkelvormig patroon, maar 1, 3, 4 of meer cirkels zijn ook mogelijk, afhankelijk van de noden van de situatie. Ook rastervormige opstellingen zijn mogelijk met de aperturen in rijen en/oi kolommen gerangschikt, of geschrankt, alsook combinaties van twee of meer van de voornoemde.The mutual configuration of the apertures has no limitation, and can be in a (multiple) circular pattern, as in Figure 3. Figure 3 shows a twofold circular pattern, but 1, 3, 4 or more circles are also possible, depending on the needs of the situation. Also grid-like arrangements are possible with the apertures arranged in rows and/or columns, or staggered, as well as combinations of two or more of the aforementioned.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen ioegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.It is believed that the present invention is not limited to the embodiments described above and that some modifications or changes may be made to the described examples without revising the appended claims.

Claims (15)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Wervelrooster, omvattende een substantieel vlakke nouderplaal en een veelheid aan luchistroomrichtende elementen: waarbij de houderplaat voorzien is van een veelheid aan substantieel rechihoekige aperturen, bij voorkeur waarbij de aperturen zich radiaal uitstrekken in de nouderplaai ten opzichie van een centraal punt of zone: waarbij de aperturen voorzien aan beide longitudinale zijden zijn van zijanken dewelke zich gedeeltelijk inwaarts in de apertuur uitstrekken, deweike zich minstens gedeelteliik aan de achterziide van het vlak van de houderplaat bevinden, en zich minstiens gedeeltelijk in een halfruimte aan de achterzijde van het vlak van de houderplaat bevinden, bij voorkeur waarbij de vrije uiteinden van de zijfanken zich aan de achterzijde van de houderplaal bevinden; waarbij de luchistroomrichtende elementen eik sen longiludinale kamer en sen luchidefiector omvatten, waarbij de luchidetlector in de kamer bevestigd is foteerbaar rond een longitudinale rolatieas, waarbij de kamer sen open venster omvat doorheen de kamer, waarbij het open venster loopt over substantieel de volledige longitudinale dimensies van de kamer; waarbij de luchtdefiector in de kamer geschikt is voor het substantieel volledig afsluiten van het open venster in een eerste positie, en voor het minstens gedeeltelijk open laten van het venster in een iweede positie, en rolserbaar verstelbaar is lussen de eerste en de tweede positie; en waarbij de luchistroomrichtende elementen, bij voorkeur de kamer, een bovenzijde hebben dewelke aan beide laterale zijden voorzien is van weerhaakflanken dewelke zich minstens gedeeltelijk lateraal uitstrekken weg van het open venster, waarbij de afstand lussen de meest laterale uiteinden van de twee weerhaakfianken groter is dan de kleinste afstand tussen de beide zijffanken van de aperturen, en waarbij de weerhaakilanken flexibel beweegbaar zijn naar elkaar toe toi een positie waarbij de beide weerhaakflanken voorbij de zijflanken van de aperturen gebracht kunnen worden; waarbij de luchtstroomrichtende elementen, bij voorkeur de kamer, voorzien zijn van obstructoren, waarbij de obstructoren geconfigureerd zijn voor het obstrueren van doorgang voor de luchtstroomrichtende elementen doorheen de apertuur; en waarbij de obstructoren en de weerhaakflanken geconfigureerd zijn om de weerhaakflanken niet boven het vlak van de houderplaat te laten uitstrekken wanneer het luchtstroomrichtende element in de apertuur geplaatst is met de obstructor aan de achterzijde van de houderplaat en de weerhaakfianken boven de zijflanken.A vortex grid comprising a substantially planar node and a plurality of airflow directing elements: wherein the retaining plate includes a plurality of substantially rectangular apertures, preferably wherein the apertures extend radially into the node with respect to a central point or zone: wherein the apertures provided on both longitudinal sides have side arms extending partially inwardly into the aperture, being at least partially posterior to the face of the container plate, and located at least partially in a half-space posterior to the plane of the container plate preferably wherein the free ends of the side wings are located at the rear of the holder plate; wherein the airflow directing elements comprise either a longiludinal chamber and a luchidefiector, the airflow directing elements being mounted in the chamber phototable about a longitudinal roll axis, the chamber comprising an open window throughout the chamber, the open window extending over substantially the full longitudinal dimensions of the chamber the room; wherein the air defect in the chamber is adapted to substantially completely close the open window in a first position, and to leave the window at least partially open in a second position, and is rollably adjustable between the first and second positions; and wherein the airflow directing elements, preferably the chamber, have a top which is provided on both lateral sides with barbed flanks extending at least partially laterally away from the open window, the distance between the most lateral ends of the two barb flanks being greater than the smallest distance between the two side edges of the apertures, and wherein the barb edges are flexibly movable towards each other to a position where the two barb edges can be moved beyond the side edges of the apertures; the airflow directing elements, preferably the chamber, comprising obstructors, the obstructors being configured to obstruct passage for the airflow directing elements through the aperture; and wherein the obstructors and the barb flanks are configured not to allow the barb flanks to extend above the plane of the container plate when the airflow directing element is positioned in the aperture with the obstructor at the rear of the container plate and the barb flanks above the side flanks. 2. Wervelrooster volgens de voorgaande conclusie 1, waarbij de luchtstroomrichtende elementen, bij voorkeur de kamer, langs de longitudinale as langer zijn dan de aperturen door middel van de obstructoren, dewelke obstructoren aan beide longitudinale uiteinden van de luchtstroomrichtende elementen voorzien zijn.Swirl diffuser according to the preceding claim 1, wherein the airflow directing elements, preferably the chamber, are longer along the longitudinal axis than the apertures by means of the obstructors, which obstructors are provided at both longitudinal ends of the airflow directing elements. 3. Wervslrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij de weerhaakflanken substantieel! eenzelfde lengie hebben als de aperturen.Swirl grid according to one of the preceding claims 1 or 2, wherein the barb flanks are substantially ! have the same length as the apertures. 4. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij de zijflanken een substantieel vlakke bovenzijde hebben, dewelke bovenzijde zich onder een noek van minstens 5°, bij voorkeur minstens 20°, en hoogstens 70°, bij voorkeur hoogstens 50°, ten opzichte van de houderplaal uitstrekt in de apertuur aan de achterzijde van de houderplaat, en waarbij de onderzijde van de weerhaakflanken zich onder eenzelïde hoek lateraal uiistrekken als de hoek van de bovenzijde van de zijflanken.Swirl grid according to any one of the preceding claims 1 to 3, wherein the side flanks have a substantially flat top, which top extends below a ridge of at least 5°, preferably at least 20°, and at most 70°, preferably at most 50 °, extending relative to the holder plate into the aperture at the rear of the holder plate, and wherein the underside of the barb flanks extend laterally at the same angle as the angle of the top of the side flanks. 5. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 toi en met 4, waarbij de obstrucioren aan belde longitudinale uleinden van de luchtstroomrichiende elementen voorzien zijn, dewelke obstructoren gedistantieerd zijn ten opzichte van elkaar over een afstand groler dan de lengte van de aperturen, en waarbij de obstructoren en de weerhaakflanken niet rechtstreeks verbonden zijn.Swirl diffuser according to one of the preceding claims 1 to 4, wherein the obstructions are provided at both longitudinal ends of the airflow directing elements, which obstructors are spaced from each other by a distance greater than the length of the apertures, and wherein the obstructors and barb flanks are not directly connected. 6. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 toi en met 5, waarbij de meest laterale uiteinden van de weerhaakflanken taps toelopend zijn, bij voorkeur waarbij de laterale uiteinden van de weerhaakflanken aan de bovenzijde afgeplat zijn, en bij verdere voorkeur waarbij de afgeplatte laterale uiteinden substantieel in eenzelide vlak liggen.A vortex grid according to any one of the preceding claims 1 to 5, wherein the most lateral ends of the barb flanks are tapered, preferably wherein the lateral ends of the barb flanks are top flattened, and further preferably wherein the flattened lateral ends lie substantially in the same plane. 7. Wervelroostier volgens de voorgaande conclusies 8, waarbij, wanneer het luchtstroomrichtende element in de apertuur geplaatst is met de obstructor aan de achterzijde van de houderplaat en de weerhaakflanken boven de zijflanken,The vortex diffuser of the preceding claim 8, wherein when the airflow directing element is positioned in the aperture with the obstructor at the rear of the holder plate and the barb flanks above the side flanks, de afgeplatte laterale uiteinden substantieel evenwijdig lopen met het bovenvlak van de houderpiaat.the flattened lateral ends are substantially parallel to the top surface of the holder plate. 8. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij de obstructioren aan belde longitudinale uleinden van de iuchisiroomrichiende elementen voorzien zijn, waarbij de meest laterale uiteinden van de weerhaakfianken zich minstens op dezelde hoogte bevinden als de obstructoren, en maximaal verheven zijn boven de obstructoren over een afstand gelijk aan de dikie van de houderplaat.A vortex grid according to any one of the preceding claims 1 to 7, wherein the obstructions are provided at both longitudinal ends of the luminosity-directing elements, the lateral most ends of the barb ends being at least at the same height as the obstructors, and maximally elevated. are above the obstructors for a distance equal to the thickness of the holder plate. 9. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de weerhaakilanken zich lateraal uitstrekken vanuit een opstaande zijwand van de kamer, dewelke zijwand buigbaar is omheen de longitudinale as van de kamer om de weerhaakflanken tot de positie te kunnen brengen waarbij de beide weerhaakflanken voorbij de zijflanken van de aperturen gebracht kunnen worden.A vortex grid according to any one of the preceding claims 1 to 8, wherein the barb flanks extend laterally from an upright sidewall of the chamber, which sidewall is bendable about the longitudinal axis of the chamber to permit the barb flanks to be positioned to be the two barb flanks can be moved beyond the side flanks of the apertures. 10. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de luchideflector in de iweede positie in het verlengde ligt van één van de weerhaakfianken.Swirl grid according to one of the preceding claims 1 to 8, wherein the air deflector in the second position is in line with one of the barb fins. 11.Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, waarbij de zijflanken eendelig zijn met de houderplaat, en bij voorkeur gebogen gedeeltelijke uitsneden zijn van de houderplaat.A vortex grid according to any one of the preceding claims 1 to 10, wherein the side flanks are integral with the holder plate, and are preferably curved partial cut-outs of the holder plate. 12.Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de luchtdeflecior longitudinaal een substantieel U-vormig profiel heeft, waarbij het L-vormig profiel zich uitstrekt vanaf de rotatieas in een halfruimie gedefinieerd door een vlak doorheen de rotatieas, bij voorkeur waarbij de luchtidafiector drie of meer, bij verdere voorkeur schijfvormige, ribben heeft dewelke langsheen de rotatieas verspreid zijn en loodrecht staanop de rotatisas.A vortex grid according to any one of claims 1 to 11, wherein the air deflector has a substantially U-shaped profile longitudinally, the L-shaped profile extending from the axis of rotation in a semi-space defined by a plane through the axis of rotation, at preferably wherein the air deflector has three or more, more preferably disk-shaped, ribs which are spread along the axis of rotation and perpendicular to the axis of rotation. 13.Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 12, waarbij de meest laterale uiteinden van de weerhaakfianken sen omgeschreven rechthoek definiëren dewelke essentieel overeenkomt met de apertuur van de houderplaat, en waarbij loodrechte projecties van de obstructoren op het vlak waarin genoemde omschreven rechthoek ligt, zich minstens gedeeltelijk buiten de omschreven rechthoek bevinden. A vortex grid according to any one of the preceding claims 1 to 12, wherein the lateral most ends of the barb fins define a circumscribed rectangle substantially corresponding to the aperture of the holder plate, and wherein perpendicular projections of the obstructors on the plane in which said defined are defined rectangle is located at least partially outside the defined rectangle. 14 Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 13, waarbij de houderplaat substantieei uit metaal bestaat.Swirl grid according to one of the preceding claims 1 to 13, wherein the holder plate consists substantially of metal. 15. Wervelrooster volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 14, waarbij de luchtstroomrichtende elementen substantieel uit kunststof bestaat, bij voorkeur polypropyleen.Swirl diffuser according to one of the preceding claims 1 to 14, wherein the airflow directing elements consist substantially of plastic, preferably polypropylene.
BE20205669A 2020-09-29 2020-09-29 IMPROVED SPIRIT GATE BE1028647B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205669A BE1028647B1 (en) 2020-09-29 2020-09-29 IMPROVED SPIRIT GATE
PCT/IB2021/058907 WO2022070070A1 (en) 2020-09-29 2021-09-29 Improved swirl diffuser

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205669A BE1028647B1 (en) 2020-09-29 2020-09-29 IMPROVED SPIRIT GATE

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028647A1 BE1028647A1 (en) 2022-04-21
BE1028647B1 true BE1028647B1 (en) 2022-04-25

Family

ID=72840257

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205669A BE1028647B1 (en) 2020-09-29 2020-09-29 IMPROVED SPIRIT GATE

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1028647B1 (en)
WO (1) WO2022070070A1 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8527912U1 (en) * 1985-10-01 1985-11-21 Ltg Lufttechnische Gmbh, 7000 Stuttgart Air outlet
EP0535550A1 (en) * 1991-10-02 1993-04-07 LTG Lufttechnische GmbH Air outlet
DE29919753U1 (en) * 1999-11-10 2000-03-02 Ltg Aktiengesellschaft Air outlet
EP1045211A2 (en) * 1999-04-12 2000-10-18 Airplast S.a.s. di Canzian L. & C. Linear air-diffuser
US10280681B2 (en) * 2013-02-08 2019-05-07 Climawin Techniq Aps Window comprising a modular drum valve

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8527912U1 (en) * 1985-10-01 1985-11-21 Ltg Lufttechnische Gmbh, 7000 Stuttgart Air outlet
EP0535550A1 (en) * 1991-10-02 1993-04-07 LTG Lufttechnische GmbH Air outlet
EP1045211A2 (en) * 1999-04-12 2000-10-18 Airplast S.a.s. di Canzian L. & C. Linear air-diffuser
DE29919753U1 (en) * 1999-11-10 2000-03-02 Ltg Aktiengesellschaft Air outlet
US10280681B2 (en) * 2013-02-08 2019-05-07 Climawin Techniq Aps Window comprising a modular drum valve

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028647A1 (en) 2022-04-21
WO2022070070A1 (en) 2022-04-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6953320B1 (en) Ventilation fan
US3358580A (en) Louver assembly including separating traps
JP4358965B2 (en) Centrifugal impeller and air purifier
EP0989374B1 (en) Cross flow blower
BE1028647B1 (en) IMPROVED SPIRIT GATE
US5167681A (en) Air filtration unit
BRPI0923206B1 (en) PLATE SHAPE SEPARATOR, FLUSHED TRANSVERSALLY, FOR LIQUIDS FROM A GAS CHAIN
GB2296321A (en) Louver
JPH05264070A (en) Outdoor apparatus of air conditioner
JP6547132B2 (en) Air conditioner
EP3586068B1 (en) Air vent and method for mounting said air vent
US3468239A (en) Rectangular air diffusers
JP2001219741A (en) Open roof structure for vehicle
US5871334A (en) Air-conditioner having outlet structure for reducing air turbulence noise
JPH10176847A (en) Outdoor machine for air conditioner
US3673946A (en) Air diffuser
JP2002061938A (en) Air conditioner
JP3931624B2 (en) Blower grill and air conditioner
JPH10281499A (en) Outdoor unit for air conditioner
JP3325797B2 (en) Air vent
CN110631243B (en) Indoor ceiling
US6280321B1 (en) Air diffuser having improved bridges for supporting air control blades
BE1013094A3 (en) Improved ventilation grid.
US3363535A (en) Diffuser
JPH03249400A (en) Impeller for multiblade fan

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220425