BE1028616B1

BE1028616B1 - Valbescherming

Info

Publication number: BE1028616B1
Application number: BE20205645A
Authority: BE
Inventors: Peter Truyens
Original assignee: Hego
Priority date: 2020-09-18
Filing date: 2020-09-18
Publication date: 2022-04-20
Also published as: BE1028616A1

Abstract

Valbescherming (1) om te voorkomen dat een persoon van een platform (7) valt, waarbij het platform (7) voorzien is van een spijlenbalustrade (4) of dergelijke met één of meer horizontale spijlen (5), daardoor gekenmerkt dat de valbescherming (1) minstens één plaat (8) bevat die aan minstens één zijde is voorzien van minstens één haak (15) om de minstens één plaat (8) over minstens een horizontale spijl (5) tegen de spijlenbalustrade (4) te bevestigen in opgerichte positie door de minstens één haak (15) over de spijl (5) te haken en de plaat (8) voorzien is van blokkeermiddelen (21) die het ongewild loshaken van de minstens één haak (15) van de spijl (5) moeten beletten, waarbij de hoogte (B) van de minstens één plaat (8) groter is dan de hoogte (C) van de spijlenbalustrade (4) zodanig dat de minstens één plaat (8) in gemonteerde toestand met minstens een gedeelte (9) boven de spijlenbalustrade (4) uitsteekt.

Description

‘ BE2020/5645 Valbescherming, De huidige uitvinding heeft betrekking op gen valbescherming.

Meer speciaal, heeft de uitvinding betrekking op sen vaibescherming voor een gebruiker van een platform dat zich vp een hoogte boven de begane grond bevindt, zoals in het 19 Geval van een hoogwerker, Het is reeds bekend dat vallen van een hoogte, bijvoorbeeld in de bouwsector, één van de belangrijkste oorzaken van een ongeval is.

Zuike ongevallen zijn vaak dodelijke oncevallen is of ongevallen met blijvende invaliditeit, Er bestaan reeds valbeveiligingen onder de vorm van een harnas met valiijn, waarbij de gebruiker van het platform het harnas draag: en de vallijn het harnas bevestigt aan 26 een verankeringspunt van het platform zodat een gebruiker met het platform verbonden is en bij een val niet kan vallen.

Ben nadeel hiervan is dat een gebruiker gelimiteerd is in AR dd auront pe Zijn bewegingsruimte.

Een ander nadeel is dat een gebruiker moet worden omgehaakt van het ene naar het andere verankeringspunt.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één van de voorncemde en andere nadelen een oplossing te bieden,

> BE2020/5645 Hiertoe betreft de uitvinding een valbescherming om te voorkomen dat een perscon van een platform met een spijlenbalustrade valt, waarbij het platform voorzien is van een spijienbalustrade of dergelijke met één of meer horizontale spijlen, waarbij de valbescherming minstens één plaat bevat die san minstens één zijde is voorzien van minstens één haak om de minstens één plaat over minstens een horizontale spijl Legen de spijlenbalustrade te bevestigen in opgerichte positie door de minstens één haak 193 over de spijl te haken en de plaat voorzien is van blokkeermiddelen die het ongewild loshaken van de minstens cen haak van de spijl moet beletten, waarbij de hoogte van de minstens éên plaat groter is dan de hoogte van de spijlenbalustrade zodanig dat de minstens één plaat in 35 gemonteerde toestand minstens een deel boven de spijienbalustrade uitsteekt, Bij een dergelijke valbescherming wordt bij voorkeur de volledige spijlenbalustrade afgezet met aansluitende platen die tegen de spijlenbalustrade worden bevestigd zodat de gebruiker niet over de spijlenbalustrade kan vallen en ook niet tussen de spijlen kan doorschuiven, Een voordeel hiervan is dat de gebruiker van het platform zich ongehinderd over het platform kan bewegen, De minstens één plaat kan onderaan ook voorzien zijn van haken, die bedoeld zijn om over de onderste spijl of over de opstaande rand van het platform gehaakt te worden.

Een voordeel hiervan is dat de minstens één plaat stabiel in zijn opgerichte positie wordt vastgehouden en bijgevolg niet ongewenst kan kantelen, De valbescherming is losmaakbaar aan de spijlenbalustrade bevestigd door middel van de voornoemde haken en/of biokkeermiddelen.

Zen voordeel hiervan is dat de valbescherming relatief eenvoudig losgemaakt kan worden en hergebruikt kan worden voor een ander platform, bijvoorbeeld op een andere bouwwerf, De één of meer platen zijn voorzien van één of meer uitsparingen, waarbij de platen bijvoorbeeld gevormd worden door een raster met mazen en waarbij de uitsparingen gevormd worden dcor de mazen van het raster, De voornoemde blokkeermiddelen zijn zodanig dat ze doorheen een dergelijke uitsparing van minstens één plaat passen om te voorkomen dat de plaat ongewild van de spijlenbalustrade zou loskomen, De één of meer blokkeerpennen worden gemonteerd onder het niveau van een horizontale spijl in de richting van een haak waarmee de desbetreffende plaat over deze spijl aangebracht is.

De blokkeerpennen kunnen in gemonteerde toestand aan hun naar het platform gerichte uiteinde een aanslag bevatten zodanig dat de éên of meer blokkeerpennen in cencnteerde toestand in het raster blijven steken, De iengte van de blokkeerpennen die daarbij wordt gehanteerd, is zodanig dat er tussen de gemonteerde blokkeerpennen en de betreffende haak een afstand is die xleiner is dan de doorsnede van de betreffende spijl.

Een voordeel hiervan 15 dat de plaat niet ongewild kan losgehaakt worden. De lengte van de één of meer blckkeerpennen in gemonteerde toestand is bij voorkeur zodanig dat zij met een bepaalde lengte voorbij de uitsparing in de plaat uitsteken en de is doorsnede van de blokkeerpennen kleiner is dan de grootte van de uitsparingen in de pliaat zodanig dat de blokkeerpennen met een zekere speling in de uitsparingen zitten, Een voordeel hiervan is dat de blokkeerpennen op die manier door hun eigen gewicht met hun vrije uiteinde naar onder kunnen kantelen en zodoende automatisch in deze gekantelde positie blijven zitten en het bijgevolg voor de gebruiker zeer eenvoudig is om de pleat te blokkeren door eenvoudigweg de blokkeerpennen in een uitsparing te steken tot aan hun aanslag.

Zen ander voordeel is dat wanneer de plaat ongewild omhoog zou bewogen worden met de blokkeerpennen gemonteerd, de blokkeerpennen dan automatisch in hun gekantelde positie geblokkeerd worden of blijven.

= BE2020/5645 in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de plaat vervaardigd uit een licht materiaal zoals kunststof.

Een voordeel hiervan is dat zulke plaat relatief licht is en eenvoudig te monteren, De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een cebruik van een valbescherming, waarbij de plaat van de id valbescherming tegen de spijlen van de spijlenbalustrade wordt aangebracht en er met zijn haken over een horizontale spij wordt gehaakt en erop wordt geblokkeerd door middel van de blokkeermiddelen die het loshaken van de minstens gen haak van de spijl moet beletten,

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te Lonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een valbescherming volgens de uitvinding, met 29 verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in gerspectief de voorzijde van een valbescherming volgens de uitvinding weergeeft gezien vanaf het platform: Élguur 2 de valbescherming van figuur Ì weergeeft van de andere zijde gezien volgens pijl F2; figuur 3 een vooraanzicht van de valbescherming volgens piji F3 in figuur 1 weergeeft; figuur 4 een doorsnede volgens lijn IV-IV in figuur 3 weergeeït:

figuur 5 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met het kader F5 is aangeduid; figuur 6 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met het kader F6 is aangeduid.

5 In figuur 1 is schematisch een valbescherming 1 volgens de uitvinding weergegeven zoals gemonteerd op een dragend kader 2 met cpsraande randen 3 en een daarop aangebrachte spijlenbalustrade 4 met horizontale 5 en verticale © spijlen, Meer bepaald is de valbescherming 1 bedoeld om te voorkomen dat een persoon van een platform 7 valt, bijvoorbeeid een hoogwerker, dat zich cp een hoogte boven de begane grond bevindt, De valbescherming 1 volgens de uitvinding bevat platen 8 die naast elkaar tegen de spijlenbalustrade 4 worden bevestigd en die een hoogte B hebben die groter is dan de hoogte C van de spijlenbalustrade 4 en er met een zeker gedecite 9 bovenuit steken om te beletten dat een gebruiker erover zou kunnen vallen en die de openingen 10 tussen de spijlen 5 en 6 zodanig afdekt dat de gebruiker er niet tussendoor kan schuiven.

Bij voorkeur is de omtrek van het platform 7 volledig of nagenceg volledig afgeschermd door platen 8, Het is mogelijk dat de valbescherming 1 één plaat 8 bevat die de volledige omtrek van het platform 7 omslaat.

Het is echter ook mogelijk dat de valbescherming 1] meerdere platen 8 bevat, waarbij naburige platen 8 al dan niet tegen elkaar aansluiten, > De plaat of platen & van de valbescherming 1 zijn bij voorkeur voorzien van den of meer uitsparingen ll, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de platen E gevormd door een raster 12 met mazen 13 en worden de 19 uitsparingen il gevormd door de mazen 13 van het raster 12. De platen 8 zijn in dit geval, zoals weergegeven in figuren l tot 3, aan de van het platform 7 afgekeerde zijde 14 voorzien van haken 15 om de platen 8 over een horizontale spijl 5 te bevestigen door de haken 15 over de spijl 5 te haken.

Deze haken 15 zijn in het ceval van de figuren 4 en 5 gevormd uit sen gepliooide lat met een viak stuk Î5a waarmee de haak 15 aan de plaat 8 is bevestigd door middel van een beugel 16 die over de randen van de mazen 13 past, waarbij de haak 15 is bevestigd gebruikmakend van een bout 17 die doorheen een dcorgang in de voornoemde beugel 16 en een doorgang in het voornoemde vlakke stuk 15a wordt bevestigd met een moer 18. De geplooide lat is verder voorzien van sen schuin gedeelte 155 dat met de plaat 8 een hoek A insiuit, van bijvoorbesid graden, waarmee de haak 15 over een spijl 5 gehaakt kan 30 worden, waarbij de hoek A onderaan open is over seen afstand D van bijvoorbeeld 75 millimeter tot de plaat 8.

Dankzij dit schuin gedeelte 15b past de plaat 8 met de haak 13 universeel over spijlen 5 met verschillende doorsnedes.

3 Daarnaast zijn de platen 8 onderaan 18 ook voorzien van haken 15, zoais weergegeven in figuren 1 Lot 4 en 6, die bedoeid zijn om over de opstaande rand 3 van het kader & van het platform 7 gehaakt te worden.

in Deze haken 15 zijn op dezelfde manier bevestigd aan de plaat 8 als hierboven beschreven maar hebben mog een pijkomende strook !15c die aan het schuine gedeelte 15b is bevestigd en naar de plaat B toe is geplooid zoals weergegeven in figuren 4 an 6.

De voornoemde piaten 8 worden bij voorkeur aan de binnenzijde 19 van de spiilencalustrade 4 aangebracht Legen de spijlen 5 en & met de haken 15 naar de buitenzijde 20 van de spijlenbalustrade 4 over de spijlen 5 ingehaakt.

De platen 8 worden in deze gemonteerde toestand op de spijlenbalustrade 4 geblokkeerd door middel van blokkeermiddeien 21, in het geval van figuur € in de vorm van biokkeerpennen 22, die aan de zijde van het platform 7 doorheen de voornoemde uitsparingen il of mazen 13 worden gestoken onder het niveau van een horizontale spijl 5 en gericht in de richting van een haak 15 waarmee de plaat 8 over de betreffende spijl 5 is gehaakt.

De blokkeerpennen 22 zijn zodanig dat ze doorheen een uitsparing 11 van minstens één plaat & passen.

De bolokkeerpennen 22 bevatten een aanslag 23 die zich aan het naar het ©latform gerichte uiteinde 24 van de blokkeerpennen 22 in gemonteerde toestand bevindt zodanig 5 dat de blokkeerpennen 22 in gemonteerde toestand in het raster 12 blijven steken. Zoais weergegeven in Figuur 4 steken de blokkeerpennen 22 in gemonteerde toestand met een bepaalde lengte L naar 1 buiten uit het raster 12 tot tegen de onderkant 25 van de haken 15 of tot op een kleine afstand E ervan die kleiner is dan de doorsnede F van de spijl 5 waarover de haak 15 gehaakt is, De mazen 13 van het raster 12 zijn bij voorkeur iets groter dan de doorsnede G van de blokkeerpennen 22 zodanig dat de gemonteerde blokkeernennen 22 kunnen kantelen met hun vrije uiteinde 26 naar onder in de uitsparing 11 waarin de blokkeerpen 22 gemonteerd is, De bDlokkeerpennen 22 hebben bijvoorbeeid een vierkante dwarsdoorsnede van 30 bij 30 millimeter, passend in de mazen 13 van bijvoorbeeld 32 millimeter.

De blokkeerpennen 22 bevatten een aanslag 27 die zich in gemonteerde Loestand aan het naar het platform gerichte uiteinde 24 van de blokkeerpennen 22 bevindt zodanig dat de blokkeerpennen 22 in deze toestand in het raster 12 blijven steken,

De bickkeerpennen 22 kunnen door middel van een ketting 28 of een Touw of dergelijke verbonden zijn met een betreffende plaat 8 ter voorkoming van het verlies ervan, In een voorkeurdragende uitvoeringevorm zijn de platen 8 van de valbescherming 1 vervaardigd uit kunststof waardoor de piaten & licht en gemakkelijk hanteerbaar zijn maar toch voldoende sterk, Het gebruik van zuike valbescherming 1 is eenvoudig en als volgt. De platen 8 van de vaibescherming | worden tegen de spijien 5 en 6 van de spijlenbalustrade 4 aangebracht en met de Raken 15 onderaan 18 over de opstaande rand 3 van het kader 2 en met de haken 15 bovenaan 22 over een horizontale spijl 5 gehaakt. Eénmaal de piaten 8 op deze manier gemonteerd zijn, kunnen de bickkeerpennen 22 aangebracht worden zoals hierboven beschreven ter voorkoming van het ongewild loskomen van de opiaten 6, In plaats van de montage van de platen 8 met haken 15 onderaan 18 en bovenaan 29 is het niet uitgesloten om bijvoorbeeld enkel haken 15 te voorzien over twse horizontale spijlen 5 die op een afstand I boven elkaar zijn voorzien.

In een praktische uitvoeringsvorm worden platen 8 voorzien in de vorm van rasters 12 van om en bij 150 bij 150 za BE2020/5645 centimeter die bijvoorbeeld voorzien zijn van horizontale en/of verticale versterkingsribben die vakken van 50 bij 50 centimeter afbakenen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt Lot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven | uitvoeringsvorm, doch een valbescherming volgens de uitvinding en gebruik daarvan kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. iT Valbescherming {1} om te voorkomen dat een persoon van een platform (7} valt, waarbij het platform (7) voorzien is van een spijlenbalustrade (4} of dergelijke met één of meer horizontale spijlen {5}, daardoor gekermerkt dat de valbescherming (1) minstens één nlaat (8! bevat die aan minstens éen zijde is voorzien van minstens één haak (15) om de minstens één plaat (8) over minstens een horizontale spijl {5} tegen de spijlenbalustrade (4} te bevestigen in opgerichte positie door de minstens één haak (15) over de spijl 45} te naken en de plaat {8} voorzien is van biokkeermiddeien (21) die het ongewild loshaken van de minstens één haak (15) van de spijl (5) moeten beletten, waarbij de hoogte (B) van de minstens één plaat (8) groter is dan de hoogte (C} van de spijlenbalustrade (4) zodanig dat de minstens één plaat {8} in gemonteerde toestand met ninstens een gedeelte (9) boven de spijlenbalustrade (4) uitsteekt,

2.- Vaibescherming volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de valbescherming (1} aan één zijde voorzien is van minstens één haak (15) die over de opstaande rand (3) van het platform (7) gehaakt kan worden.

3.- Valbescherming volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de valbescherming (1) losmaakbaar aan de spijlenbalustrade (4) is bevestiod door middel van de voorncoemde haken (15) en/of blokkeermiddelen (21).

der Valbescherming volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de minstens één plaat {8} voorzien is van één of meer uitsparingen {11}.

3.- Valbescherming volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de minstens èèn piaat (8) gevormd wordt door een raster {12} met mazen {13} en dat de uitsparingen (11) gevormd worden door de mazen {13} van het raster (12).

Sm Valbescherming volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voorncemde blokkeermiddeien (21) gevormd worden door één of meer blokkeergannen (22).

7,- Valbescherming volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de één of meer blokkeerpennen (22) zodanig zijn dat ze docrheen een uitsparing {11} van minstens één plaat (8) passen.

Ba Valbescherming volgens één van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat de één of meer blokkeerpennen {22} in gemonteerde toestand aan hun naar het platform gerichte uiteinde {24} een aanslag (23) bevatten zodanig dat de éen of meer blokkeergennen (25) in gemonteerde toestand in het raster (12} blijven steken.

g.- Vaibescherming volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de één of meer blokkeerpennen (22) in gemonteerde toestand met een bepaalde lengte (L} naar buiten uit het raster (12) steken zodat de afstand tussen het vrije uiteinde (265) van de biokkeernen {22} tot de bijhorende haak (15) kleiner is dan de doorsnede {F} van de spijl (53. 3, Valbescherming volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt: dat de één of meer uitsparingen (11} van de minstens één plaat (8) iets groter zijn dan de doorsnede (GC) van de &én of meer blokkeerpennen (22) zodanig dat een gemonteerde blokkeerpen (22) kan kantelen met het vrije uiteinde (265) naar onder in de lt uitsparing (11) waarin de blokkeerpen (22) gemonteerd is. li." Valbescherming volgens éên van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de blokkeerpgen (25) door middel van een ketting {28} of een touw of dergelijke aan het naar het platform gerichte uiteinde (24) verbonden is met een betreffende plaat (81. län Valbescherming volgens één van = de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat de minstens één plaat {8} aan de binnenzijde (19) van de spijlenbalustrade (4) aangebracht is met zijn haken (15) naar de buitenzijde (20) van de spijlenbalustrade (4). 13,- Valbescherming — voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de minstens éèn plaat {B} vervaardigd is uit kunststof.

14.- Gebruik van een valbescherming volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor het cebruik ervan, de minstens één plaat (8) van de valbescherming {1} tegen de spijlen {5 en & van de spijlenbalustrade {4} wordt aangebracht en met zijn haken {15} over een horizontale spijl (5) wordt gehaakt en erop wordt geblokkeerd door middel van de blokkeermiddelen (21) die het loshaken van de minstens één haak (15) van de spijl

{5} moet beletten. 15,- Gebruik voigens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de plaat van de valbescherming {1} een raster {12} is met mazen (15) en blokkeermiddelen (21) in de vorm van blokkeerpennen (22) die doorheen de mazen (13) van het raster {12} gestoken worden.