BE1028447B1 - Inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden - Google Patents
Inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden Download PDFInfo
- Publication number
- BE1028447B1 BE1028447B1 BE20205494A BE202005494A BE1028447B1 BE 1028447 B1 BE1028447 B1 BE 1028447B1 BE 20205494 A BE20205494 A BE 20205494A BE 202005494 A BE202005494 A BE 202005494A BE 1028447 B1 BE1028447 B1 BE 1028447B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- flue gas
- gas
- pipe
- fan
- fireplaces
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J11/00—Devices for conducting smoke or fumes, e.g. flues
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23L—SUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
- F23L17/00—Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/005—Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues using fans
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23L—SUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
- F23L17/00—Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/02—Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
- F23L17/04—Balanced-flue arrangements, i.e. devices which combine air inlet to combustion unit with smoke outlet
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2211/00—Flue gas duct systems
- F23J2211/10—Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust)
- F23J2211/101—Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust) with coaxial duct arrangement
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2900/00—Special arrangements for conducting or purifying combustion fumes; Treatment of fumes or ashes
- F23J2900/13004—Water draining devices associated with flues
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Ventilation (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden van het gesloten type (4), omvattende een buizensysteem (1) omvattende minstens een binnenste eerste buis (2) voor rookgasafvoer en een buitenste tweede buis (3) voor luchttoevoer, waarbij het buizensysteem (1) enerzijds eindigt in één of meerdere koppelingsuiteinden (5) voor koppeling met genoemde gashaarden (4) en anderzijds eindigt in één schouwuiteinde (6), waarbij, in gebruik van de inrichting, een ventilator (7) voor geforceerde afvoer van rookgas uit de eerste buis (2) op genoemd schouwuiteinde (6) geplaatst is. Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor luchttoevoer aan en rookgasafvoer van één of meerdere gashaarden van het gesloten type (4) in een gebouw, in het bijzonder in een appartementsgebouw. Daarnaast betreft de uitvinding een systeem omvattende één of meerdere gashaarden van het gesloten type (4) en een inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer, een kit en specifieke gebruiken.
Description
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor luchiloevoer en rookgasafvoer voor gashaarden.
STAND DER TECHNIEK in gebouwen met meerdere gasverwarmingsinstallalies, en in het bijzonder in gebouwen met meerdere wooneenheden elk omvattende minstens een gasverwarmingsinstallatie, bijvoorbeeld in een appartementsgebouw, is het een uitdaging om luchttoevoer aan en rookgasafvoer van de veelheid aan gasverwarmingsinstallaties op een efficiénte en veilige manier te regelen, Zo beschrijft BE1024829B1 een combinatie luchttoevoer — verbrandingsgasalvoer systeem voor een gebouw, in het bijzonder een appartementsgebouw, omvattende minstens één verwarmingsinsialatie in de vorm van een gashaard en een buizensysteem omvallende minstens iwee concentrische buizen, waarbij de eersie binnenste buis voorzien is voor rookgasafvoer van een verwarmingsinstallatie en de tweede buis voorzien is voor luchitoevoer naar een verwarmingsinstallatie, waarbij het buizensysteem een derde concentrische buis omvat die voorzien is tussen de eerste en tweede buis, waarbij de ruimie tussen de eersie en de derde buis minstens gedeeltelijk opgevuld is met een isolatiemateriaal. BE1024629B1 vertoont het probleem dat ventilatoren opgesteld slaan tussen buizen van het buizensysteem. Een dergelijke configuratie bemoeilijkt aanpassings- of herstellingswerkzaamheden aan de ventilatoren. Bovendien onthuld BE1024629B1 een sysieem waarbij één ventilator per gashaard dient te worden geplaatst, hetgeen tot een hoog aantal ventilatoren, en een ermee gepaard gaand hoog energieverbruik en arbeidsintensieve installatie, noodzaakt bij een opstelling met meerdere gashaarden. De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uivinding een inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden van het gesloten type, in het bijzonder voor dergelijke gashaarden geplaatst in een gebouw en meer in het bijzonder geplaatst in een appartementsgebouw, voigens conclusie 1. Voorkeursvormen van de inrichting worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 10.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor iuchttoevoer aan en rookgasafvoer van één of meerdere gashaarden van het gesloten type in een gebouw, in het bijzonder in een appartementsgebouw, volgens conclusie 11. Een voorkeursvorm van de werkwijze wordt weergegeven in conclusie 12.
In een derde aspect betreft de uitvinding een systeem omvattende één of meerdere gashaarden van het gesloten type en een inrichting voor luchttoevoer naar en rookgasafvoer van de gashaarden, volgens conclusie 13.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een kit omvattende één of meerdere gashaarden van het gesloten type ruimtelijk gescheiden van een inrichting voor luchtloevoer naar en rookgasafvoer van de gashaarden volgens het serste aspect van de uitvinding, volgens conclusies 14.
in een vijfde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding voor luchttoevoer naar en rookgasafvoer van meerdere gashaarden van het geslolen type verdeeld over meerdere appartementen geplaalst in een appartementsgebouw, volgens conclusie 15.
In een zesde aspect betreft de uitvinding sen gebruik van een systeem volgens het derde aspect van de uitvinding als verwarmingsinsiallatie in een appartemenisgebouw, volgens conclusie 16.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Fig. 1 toont een schematische voorstelling van een inrichting en systeem voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden van het gesloten type, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reëie gelallen lussen de eindpunlen, deze eindpunten inbegrepen.
De term ‘gashaard van het gesioien type”, met als synoniem een gashaard van het hermetische type, refereert in dit document naar een gashaard met een dubbelwandig uitgevoerd systeem waarbij via een buitenste buis verse toevoeriucht ontvangen wordt en via een binnenste buis rookgas naar buiten ofiewel naaf sen omgeving afgevoerd wordt. “Rookgas” kan ook begrepen worden als de verbrandingsgassen resulterend van verwarming op gas.
De term “PID-regelaar” refereert in dit document naar een regelaar die welbekend is in de procesregeling. PID is een acroniem voor Proportioneel, Iniegrerend en Differentiérend. De regeling gaal uit van het verschil tussen de instel(wens)waarde en gemeien waarde, dit wordt "foutsignaal” genoemd. Het bijsiuursignaal wordt bepaald door drie aparte berekeningen, welke respectievelijk een P-actie, !-actie en D-actie genoemd worden.
In een eersie aspect betreïi de uitvinding een inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden van het gesloten type, in het bijzonder voor dergelijke gashaarden geplaatst in een gebouw en meer in het bijzonder geplaalst in een appartementsgebouw, volgens conclusie 1.
In tegenstelling toi een klassieke inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden die werkt in overdruk voor rookgasafvoer, en die dus met toestellen rookgas vanuit gashaarden naar een rookgasafvoerkanaal blaast, is de inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding ingericht voor rookgasafvoer door het in de eerste buis creëren van een trek in een rookgas-afwaartse richting. Doordat er een trek oftewel een zuigeffect gecreëerd wordt door de ventilator, is er ook maar één ventilator nodig die op genoemd schouwuiteinds geplaatst is, waarbij dit ook geldt in opstellingen van de inrichting in gebruik waarbij meerdere gashaarden van het gesloten type aan koppelingsuiteinden van de inrichting gekoppeld zijn. Door zijn plaatsing op genoemd schouweinde is de ventilator eenvoudig toegankelijk voor onderhouds- of aanpassingswerkzaamheden. Daarenboven kan in gebruik ter hoogte van het schouwuiteinde het buizensysteem doorheen een dak van een gebouw uitsteken, waardoor de ventilator in een buitenomgeving gelegen is, wat lawaaioverlast door de ventilator beperkt en daarenboven veiligheids- en gezondheidsbevorderend is.
Daarnaast wordt door de noodzaak van enkel eén ventilator onafhankelijk van het aantal te koppelen gashaarden energiebesparend gewerki en kan een opstelling van de inrichting met meerdere gashaarden senvoudig en mel relatief weinig arbeidsinspanningen en sen hoge tijdsefficièntie geïnstalleerd worden.
Volgens sen geprefereerds ulivosringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding omvat de ventilator ook volgende onderdelen: — een rookgas-deflectorschijf voor het afbuigen van het rookgas, de rookgas- deflectorschiii stroomafwaaris ten opzichie van de rookgaswaaier en aansluitbaar op de rookgaswaaier; en - een naaf voor het verbinden van de rookgaswaaier met een eindgedeelte van een aandrijfas van een motor, waarbij de naaf en het eindgedeelte van de aandrijfas, indien aangesioten, beide stroomafwaarts zijn gelegen ten opzichte van de rookgas-deflectorschiif, De rookgas-deflectorschijf houdt rookgas gescheiden van aangezogen toevoerlucht en daarom verdient het de voorkeur dat de rookgas-deflectorschiif zo groot mogelijk is om ervoor te zorgen dat de toevoerlucnt weggeleid wordt van de eerste buis zonder te mengen met het rookgas.
Volgens een gepreferserde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eersie aspect van de uitvinding omvai de ventilator verder sen ontlucntingsschijf met ontluchtingsgaten daarin en aan te brengen aan een stroomafwaarlse zijde van de rookgas-dstlectorschijf en op een afstand daarvan om een ruimte [ussen de rookgas- defleciorschijf en de ontiuchtingsschijf te definiëren, waarbij de waalerbladen aan te brengen zijn in de ruimte iussen de rookgas-deflectorschiif en de ontluchtingsschijf, waarbij de waaierbladen zowel met de rookgas-deflectorschijf als met de ontluchtingsschiif te verbinden zijn, en de naaf te verbinden is met de oniluchtingsschijf.
In een zodanige verbinding van de waaierbladen met de rookgas- dstlectorschijf en de ontluchtingsschijf, ontstaat een turbinewiel dat verse lucht aan de stroomafwaartse zijde, dat wil zeggen de koude zijde, van de rookgas-deflactorschiif trekt en doorheen de ontiuchtingsgaten in de ruimte tussen de rookgas-deflectorschiif en de oniluchtingsschijf brengt, waar de waaierbladen de lucht in een radiale richting naar buien zullen duwen en daardoor zorgen voor koeling van de rookgas- defleciorschijt en andere componenten die in contact komen met de lucht, in het bijzonder de aandrijfas van de motor, en zorgen tevens voor een isolerende luchtlaag.
Hierbij vermijdt de rookgas-deflectorschijt bovendien dat toevoerlucht zich zou mengen met rookgas dat stroomafwaarts uit de eerste buis getransporteerd wordt via het schouwuiteinde.
Bij voorkeur is het schouwuiteinde loodrecht ten opzichte van een ondergrond, bijvoorbeeld sender welks verdieping van een gebouw, gelegen. In deze optiek lijk! het buizensysteem ter hoogte van het schouwuiteinde op een schoorsteen of schouw. De ventilator en zijn waalerbladen zijn bij voorkeur vervaardigd uit aluminium, bijvoorbeeld gielaluminium, Bij voorkeur kan de venillaior open gescharnierd worden voor onderhoud en inspectie.
Diameters van de concentrische buizen zijn afhankelijk van het aantal aan te sluiten gashaarden van het gesioten type en hun vermogen. Volgens een geprefereerde Uitvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, verhouden diameters van de iwesde buis en van de eerste buis van het buizensysteem zich volgens sen verhouding van 1,2:1 tot 1,8:1, meer bij voorkeur van 1,35:1 tot 1,85:1 en zells nog meer bij voorkeur van 1,45:1 tot 1,6:1. Concenirische buizen met een dergelijke verhouding tussen hun diameters laten een hoogst efficiënte luchiloevoer {via de buitenste tweede buis) naar en rookgasafvoer (via de binnenste eerste buis) van gashaarden toe. Via dergelijke verhoudingen kunnen specifieke diameteraîmetingen bepaald worden die toelalen om een veelheid aan gashaarden van het gesloten type op een inrichting volgens het eersie aspect van de uitvinding te kunnen koppelen. De inrichting volgens het eersie aspeci van de uiivinding voert rookgas van op de inrichting gekoppelde gashaarden af door een Zuigeïfect of schouwtrek resulterend van een lage druk oftewel een laag drukniveau in de binnenste eerste buis die in gebruik veroorzaakt wordt door de ventilator. Doordat de gashaarden van het gesloten type hermetisch gesloten zijn ontstaat op zijn beurt een zuigeffect in de buitenste buis die lucht voor verbranding vanuit een omgeving aanvoert. Een en ander wordt bij voorkeur elektronisch gestuurd en beveiligd volgens geldende normen. Zo kan een druk in de buizen, bij voorkeur in de binnenste eerste buis, een drukschakelaar van een drukregeisysieem inschakelen en elekironica sturen, kan bijvoorbeeld een wijzerschaal een installateur toelaten de druk af te lezen en kan een frequentieregelaar voorzien zijn om de snelheid van een motor van de ventilator aan te sturen waardoor deze kan aangepast worden aan de inrichting. Bij voorkeur is het buizensysteem uilgevoerd als twee roestvrijstalen pijpen rond elkaar. Andere metaalsoorten zoals aluminium of verzinkt staal zijn tevens mogelijk.
Bij voorkeur wordt de ventilator continu geregeld naar een ingesteld drukniveau, en dit om een constante schouwtrek ie verzekeren in de binnenste eerste buis.
Voorkeursvormen van de inrichting worden weergegeven in de conclusies 2 toi en me!
10. De geprefercerde uitvoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 2 biedt het voordeel dat door de tussenliggende plaatsing van het ventilator-opzetstuk een nodige nella nuttige luchitoevoersectie en rookgasafvoersectie wordt gegarandeerd. Bij voorkeur is het eerste uiteinde van het ventilator-opzetstuk zo gedimensioneerd dat het vormsluitend aan het schouwuiteinde in de eerste buis schuift. Het Is immers van belang dat de ventilator luchtdicht aansluit op hel buizensysteem zodat deze geen valse iucht kan trekken.
Een temperatuurklasse van minstens T250, zoals beschreven in de geprefereerde uitvoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 3, kan gezien worden als sen noodzakelijke maleriaalvereiste voor de concentrische buizen, aangezien uit iemperaluurmetingen in de binnensie eerste buis blijkt dat temperaturen kunnen oplopen tot 245 °C. Bij voorkeur zijn de concentrische buizen ook CE-gecertificeerd. Gebruik van een dergelijke temperatuurklasse is van belang daar dit tegemoet komt aan verplichtingen opgelegd door, onder andere, volgende officiêle normen: NBN EN 1856-1: metalen rookgaskanalen; en NBN EN 14989-2: rookgasalvosren en luchttoevoeren voor gesloten verbrandingstoestellen.
De geprelerserde uitvoeringsvorm van de Inrichting zoals beschreven in conclusie 4 biedi het effect dat de lage druk door de ventilator veroorzaakt in de eerste buis geregeld kan worden en bij voorkeur op een bepaald drukniveau of op een drukniveau binnen een beperkt berek gehouden kan worden. Volgens een geprefereerde uilvoeringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, is het drukregelsysteem een PiD-regelaar. Het drukregeisysleem en bij voorkeur de PID- regelaar dient als een zelfregslend systeem voor het instellen van een rotatiesnelheid van de ventilator zodat steeds een constant laag drukniveau in de binnenste eerste buis gegarandeerd kan worden, Deze regeling van het drukniveau is ook afhankelijk van het aantal gashaarden dat aan de inrichting gekoppeld is. Dit drukniveau wordt bij voorkeur ingesteld op een drukniveau tussen 40 en 75 Pa, meer bij voorkeur lussen 45 tot 70 Pa, en nog meer bij voorkeur tussen 46 tot 68 Pa.
De geprefercerde uitvoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 5 biedt heeft het effect dat het drukmetinginstrument middels de druksensor toelaat om een huidig drukniveau binnen de binnenste eersie buis van het buizensysieem te bepalen en om het drukniveau te monitoren, zodat het drukregelsysieem wanneer versist kan corrigeren om hel drukniveau op een gewenst peil te houden.
De geprefercerde uiivoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 6 biedt hel voordeel dat met een dusdanige plaalsing optimale drukmetingen kunnen worden uigevoerd waarop het drukregeisysieem de trek veroorzaakt door de ventilator optimaal kan bijsturen.
Om te komen tot dit effect is meer bij voorkeur de druksensor In gebruik van de inrichijng tussen 0,7 en 1,3 m, nog meer bij voorkeur tussen 0,8 en 1,2 m en nog meer bij voorkeur tussen 0,9 en 1,1 m onder de ventilator in de binnenste eerste buis geplaatst, en is meer bij voorkeur het gedeelte van de druksensor dat zich in de binnenste eerste buis bevindt [ussen 2 en 8 mm, nog meer bij voorkeur tussen 3 en 7 mm en nog meer bij voorkeur tussen 4 en 6 mm lang.
Via het buizensysteem zijn in gebruik van de inrichting alle aan de Inrichting aangesloten gashaarden met elkaar verbonden.
Om luchtstromingen in een gashaard ie blokkeren bij niet gebruik kan een desbetreffende concentrische rookgasklep, zoals beschreven in conclusie 7, van een open positie naar sen gesloten positie gebracht worden.
Zodoende worden gashaarden van het buizensysteem afgesloten bij niet- werking.
Evenwel kunnen de gashaarden hierbij nog accumulerend hun warmie afgeven aan sen ruimte waarin ze geplaaist zijn.
Deze accumulerende werking die ontstaat bij het afsluiten van de rookgaskiep is een groot voordeel en getuigi van een zeer efficiênt gebruik van energie, De concentrische rookgaskleppen zijn bij voorkeur voorzien van een motor en zijn bij voorkeur geconfigureerd om geactiveerd en gedeactiveerd te worden door een desbetreffende gashaard. in een Uitvoeringsvorm zal bij Uitschakelen van een gashaard de bijhorende rookgasklep nog sen welbepaalde tijd, bijvoorbeeld 15 tot 25 minuten, open blijven staan voor het ventileren van de hitte afkomstig van rookgas in de binnenste buis.
De geprefercerde uitvoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 8 heeft het effect dat een elektrische communicatie tussen rookgasklep en gashaard wordt mogelijk gemaakt.
Bij voorkeur omvalt de inrichting verder communicatiemodules, welke communicaliemodules lussen genoemde elektrische gashaard-rookgasklen-verbindingen en genoemde gashaarden plaatsbaar zijn en in gebruik van de inrichting geplaatst zijn.
De communicatiemodules fungeren om instructies vanuit een besturing van een gashaard over te brengen als instructies voor een concentrische rookgaskiep via een elektrische gashaard-rookgasklep-verbinding. Zo kunnen vanuit een gashaard, bij niet-gebruik of storing ervan, instructies doorgegeven worden om met desbetreffende concentrische rookgaskiep plaatseliik de gashaard van het buizensysteem af te siullen, Dit kan opiimaal gecombineerd worden met een gesioten gashaard die voorzien is van een elektrische haardsturing die geconfigureerd is om de rookgasklep zijn stand te monitoren. Meer bij voorkeur is een concentrische rookgaskiep voorzien van een motor, en in welke motor er een status contact is, waardoor de haardsturing de stand van de rookgaskiep continu kan monitoren. Als de rookgaskiep niet in de juiste stand staal, kan de gashaard niet opstarten, of zal de gashaard uitgeschakeld worden.
De geprefercerde uilvoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 9 biedt het effect dat de centrale schakelkast sen interface vormt lussen de aangesloten gashaarden en de ventilator, aangezien de ventilator in gebruik van de Inrichting verbonden is met het drukregelsysieem. In een uilvoeringsvorm zal, vanaf het moment dat een eerste gashaard van het gesloten type wi! opstarten, de centrale schakelkast de ventilator laten starten via het drukregelsysteem. Bij voorkeur kan een vrijgave van een gashaard, bij een correct drukniveau in de eerste buis, hierbij ook gebeuren door de centrale schakelkast. Op deze manier kunnen alle in gebruik aan de Inrichting gekoppelde gashaarden van het gesloten type steeds op dezelfde manier reageren, onafhankelijk van hoeveel gashaarden er gelijktijdig in werking zijn. De bi- directionele communicatie tussen de gashaarden en de ventiator via het drukregelsysteem zorgt immers voor en continue monitoring van het systeem.
Volgens een geprefercerde uitvosringsvorm van de inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvat de inrichting verder één of meerdere communicatiemodules, waarbij in gebruik van de inrichting telkens een communicatiemodule in verbinding met elke gashaard van het gesloten type opgesteld is, en waarbij de centrale schakelkast via een verbinding met elke communicatiemodule in verbinding staat met elke gashaard van het gesioten type. De communicatiemodules fungeren om elektrische communicatie lussen de gashaarden en de centrale schakelkast op een optimale manier mogelijk ie maken.
De geprefereerde uitvoeringsvorm van de inrichting zoals beschreven in conclusie 10 heeft het effect dat opstapeling van condens in het buizensysteem vermeden wordt.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor luchttoevoer aan en rookgasafvoer van één of meerdere gashaarden van het gesiolen type in een gebouw, in het bijzonder in een appartementsgebouw, volgens conclusie 11.
Voor de technische effecten en voordelen en/of geprefereerde uitvoeringen van de kenmerken van de werkwijze volgens hel iweede aspect van de uilvinding wordt verwezen naar de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de inrichting volgens het eersie aspect van de uitvinding waarin overeenkomstige kenmerken zijn beschreven en dis ook loepasbaar zijn op de werkwijze volgens het iweede aspect van de uitvinding. Meer bij voorkeur oefent in de werkwijze volgens het iweede aspect van de uitvinding de ventilatorinrichting In de eerste buis een druk uit met sen drukniveau van 45 tot 70 Pa, en nog meer bij voorkeur van 46 tot 68 Pa. Genoemde drukniveaus zijn Ideaal voor afvoer van rookgas van één of meerdere gashaarden middels het buizensysteem van de inrichting. Een voorkeursvorm van de werkwijze wordt weergegeven in conclusie 12. Overeenkomstig worden alle technische verwezenlijkingen en positieve kenmerken van sen werkwijze volgens het tweede aspect van de Uitvinding gecombineerd met deze van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding. In een derde aspect betreft de uitvinding een systeem omvattende één of meerdere gashaarden van het gesloten type en een inrichting voor luchtioevoer naar en rookgasafvoer van de gashaarden, volgens conclusie 13.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een kit omvallende één of meerdere gashaarden van het gesloten type ruimtelijk gescheiden van een inrichting voor luchtioevoer naar en rookgasafvoer van de gashaarden volgens het eerste aspect van de uitvinding, volgens conclusie 14. Met ruimtelijk gescheiden wordt bedoeld dat de onderdelen van de kit in niet-verbonden toestand naast elkaar bestaan. Een bouwheer en/of sen installateur van gasverwarmingsinstallaties kan door aanschaffing van een kit, de initieel afzonderlijke inrichting en één of meerdere gashaarden op voorhand desgewenst oriënteren en/of configureren vooraleer deze naar wens samen te stellen. Dit zorgi voor een gebruiksvriendelijke plaatsing van een gasverwarmingsinstallatie omvattende een inrichting volgens het eersis aspect van de uitvinding en één of meerdere gashaarden van het gesloten type. Wannser oon dergelijke gasverwarmingsinstallatie daarentegen reeds geïnstalleerd en gekoppeld zou geleverd worden voor een bouw- of renovatieproject, is er een beduidend risico dat bestaande koppelingen herzien moeien worden om het geheel te laten passen in een gebouw of appartement, wat tot tijdverlies en onnodige kosten en inspanningen zou leiden.
In een vijfde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding voor luchttoevoer naat en rookgasafvoer van meerdere gashaarden van het gesloten type verdeeld over meerdere appartemenien geplaatst in een appartementsgebouw, volgens conclusie 15. In een zesde aspect belreft de uitvinding een gebruik van een sysleem volgens het derde = aspect van de uitvinding als — verwarmingsinstallatie in een appartemenisgebouw, volgens conclusie 16. in wal volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van een niet-limiterende figuur die de uitvinding illustreert, en die niet bedoeld is of geïnterpreteerd mag worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING Fig. 1 Loont een schematische voorstelling van een inrichting en systeem voor luchtitoevoer en rookgasaivoer voor gashaarden van het gesioien type, in het bijzonder voor dergelijke gashaarden geplaatst in een gebouw en meer in het bijzonder geplaalst In een apparlemenisgebouw, volgens uilvoeringsvormen van de uitvinding. De inrichting omvat de elementen zoals getoond in Fig. 1 exclusiet de gashaarden van het gesloten type 4. Het systeem omvat alle elementen zoals getoond in Fig. 1, dus inclusief de gashaarden van het gesloten type 4. Voor voordelen en technische effecten van elementen hieronder beschreven in de gedetailleerde figuurbeschrijving wordt verwezen naar de voordelen en technische effecten van overeenkomende elementen hierboven beschreven in de gedetailleerde beschrijving. De inrichting zoals geloond in Fig. 1 omvat een buizensysteem 1 met twee concentrische buizen 2, 3 onder welke een binnenste eerste buis 2 en een buitenste tweede buis 3, waarbij de eerste buis 2 voorzien is voor rookgasafvoer van de getoonde gashaarden van het gesloten type 4 en de tweede buis voorzien is voor luchttoevoer naar genoemde gashaarden 4. Verse toevoerlueht wordt hierbij ter hoogte van een onderzijde van een brandkamer van een gashaard 4 in de gashaard 4 aangebracht (niet getoond in Fig. 1). De concentrische buizen 2, 3 zijn standaard cirkelvormig. Het is echter vanzelfsprekend dat andere vormen, zoals bijvoorbeeld vierkant, zeshoekig, veslhoekig, ellips of andere vormen eveneens binnen de il BE2020/5494 beschermingsomvang van deze uitvinding vallen. De concentrische buizen 2, 3 zijn gedimensioneerd met geschikte diameters D1, D2, D3, D4. De concentrische buizen 2, 3 van hel buizensysteem 1 zijn vervaardigd uit sen maisriaal met een temperatuurklasse van minstens 1250. Fig. 1 toont een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding in gebruik, wat wil zeggen dat in de uitvoeringsvorm van Fig. 1, meerdere gashaarden van het gesloten type 4 gekoppeld zijn aan de inrichting en dus vormende een systeem volgens het derde aspect van de uitvinding. Het getoonde buizensysteem 17 eindigt enerzijds in meerdere koppelingsuileinden 5 die gekoppeld zijn met genoemde gashaarden 4 en eindigt anderzijds in één schouwuiteinde 6 die voorzien is voor luchiopname van en rookgasafvoer naar een omgeving. In de praktijk kan een omgeving begrepen worden als een buitenomgeving buiten sen gebouw of appartementsgebouw, bijvoorbeeid de builenomgeving in nabijheid van en buiten een dak van een dergelijk gebouw. Een hol ventilator-opzeistuk mel iwee uileinden {niel getoond in Fig. 1) dat aan een eerste uiteinde gedimensioneerd is om aan het schouwuiteinde 6 in de eerste buis 2 te schuiven, is mel dit eersie uiteinde in de eerste buis 2 geschoven. Een aan het eersie uiteinde tegenoverliggend tweede uiteinde is gedimensioneerd om aan te sluiten op en is in Fig. 1 aangesloten op een veniilaior 7. Zodanig is de ventilator 7 op genoemd schouwuiteinde 6 geplaatst. De ventilator 7 is geconfigureerd voor het geforceerd afvoeren van rookgas uit de eerste buis 2. Deze rookgas worden gevormd door gasverbranding in de gashaarden 4. Bijvoorbeeld is de ventilator 7 een verticaal of norizontaal uitblazende ventilator vervaardigd uit aluminium, ontworpen voor het verticaal of horizontaal afvoeren van het rookgas. Een dergelijke ventilator is bovendien voorzien van een centrifugaal waaier uit gielaluminium. Een dergelijke ventilator kan open gescharnierd worden voor onderhoud en inspectie. Het buizensysteem 1 omvat naast de koppelingsuileinden 5 en het schouwuiteinde 6 ook een ondergelegen uiteinde 8, welk ondergelegen Uileinde 8 afgekeerd van de ventilator 7 en tegenover hel schouwuiteinde 6 voorzien is. De inrichting omvat verder een condensafvoer 9 welke iwoe afvoerbuizen met elk twee geopende afvoerbuiseinden omvalt waarvan een eerste en een tweede van genoemde afvoerbuizen ter hoogte van het ondergelegen uiteinde & deels in respectievelijk de binnenste 2 en buitenste buis 3 van het buizensysteem 1 geplaatst zijn, met elk een van de afvoerbuiseinden in de respectievelijke buis geplaast.
Het buizensysteem 1 zoals geloond in Fig. 1 is opgedeeld in een centrale buis 10 en vier buisaftakkingen 11 van de centrale buis 10 ter hoogte van aftakkingspunten 12 van deze laaiste. Deze buisaftakkingen 11 laten het buizensysteem 1 toe om de vier gashaarden 4 te bereiken. Verwijderd van de aftakkingspunten 12 buigen de buisaftakkingen 11 af om zo op een efficiënte manier bovenop de gashaarden 4 te kunnen worden gekoppeld.
Deze bovengelegen plaatsing van de buisafiakkingen 11 is zeer geschikt voor het ontvangen van rookgas van de gashaarden, daar het algemeen geweten is dat rookgas stijgt.
In de nabijheid van elk koppelingsuiteinde 5, en in het bijzonder in elke buisafiakking 11 Is een concentrische rookgasklep 13 geplaatst.
Meer in het bijzonder is een dergelijke concentrische rookgaskiep 13 dicht bij een desbetreffend aftakkingspunt 12 geplaatst.
Door een dergelijke concentrische rookgasklep 13 kan rookgasafvoer en luchitoevoer in het buizensysteem 1 afzonderlijk afgesioten worden in eike buisafiakking 11, waardoor eike gashaard 4 afzonderlik op een omkeerbare manier plaatselijk aïgesioten kan worden van de rest van het buizensysieem 1, Bij niet-gebruik of storing van een gashaard 4, bijvoorbeeld, kan een dergelijke concentrische rookgaskiep 13 van een open positie naar een gesicten positie te verplaatsen.
Ter hoogte van de rookgaskieppen 13 wordt in een open positie van de rookgaskleppen 13 een afgesloten siroming van rookgas in de eerste buis 2 enerzijds en toegevoerde lucht in de iweede buis 3 anderzijds gewaarborgd.
De afbeelding op Fig. 1 zou de indruk kunnen wekken dat ter hoogte van de rookgaskleppen 13 er plaalselijk geen eerste buis 2 aanwezig zou zijn, wat echter niel het geval is.
De eerste buis 2 is er wel degelijk steeds aanwezig, maar dit is niet zichtbaar door de versenvoudigde schematische weergave van de rookglaskleppen 13. De inrichting getoond in Fig. 1 vertoont verder één of meerdere elektrische gashaard- rookgasklep-verbindingen 14 die elk afzonderlijk gepiaatst zijn tussen een op een koppelingsuileinde 5 gekoppelde gashaard 4 enerzijds en de concentrische rookgasklep 13 die zich in de nabijheid van het desbetreffende koppelingsuiteinde 5 bevindt anderzijds.
In het bijzonder bereiken de elektrische gashaard-rookgasklep- verbindingen 14 elk de desbetreffende gashaarden 4 via een tussenliggende communicatlemodule 15, welke communicatiemodule 15 via een kabel 16 met een gashaard 4 verbonden is.
De communicallemodule 15 fungeert om Instructies vanuit een besturing van een gashaard 4 over te brengen als instructies voor een concentrische rookgasklep 13 via een elekirische gashaard-rookgasklep-verbinding 14. Zo kunnen vanuit een gashaard 4, bij niet-gebruik of storing ervan, instructies doorgegeven worden om een desbetreffende concentrische rookgasklep 13 van een open positie naar een gesloten positie te verniaatsen.
Bij voorkeur zijn de buisaftakkingen 11 op een zodanige afstand X3 van elkaar geplaatst langsheen de lengte van de centrale buis 10, dat deze afstand X3 zich verhoudt toi de buitenste tweede buis 3 zijn diameter volgens een verhouding van 5:1 tot 16:1, meer bij voorkeur van 6:1 tot 15:1 en zelfs nog meer bij voorkeur van 7:1 tot 13,5:1. Dergelijke verhoudingen zijn ideaal geschikt om middels buisaftakkingen
11 gashaarden 4 te kunnen bereiken die op verschillende aansluitende verdiepingen van een gebouw, bijvoorbeeld een appartementsgebouw, gelegen zijn. Zo kan ook op Fig. 1 gezien worden dal de buisaftakkingen 11 laieraal ten opzichte van de centrale buis 10 iwee per twee geschikt zijn, welke opstelling een voorbeeld is die ideaal is om over twee aansluitende verdiepingen van sen appartemenisgebouw koppeling toe te laten met iwee gashaarden per verdieping. Per verdieping kan bijvoorbeeld elke gashaard in gebruik aan één appartement ioegewezen worden. De inrichting omvat verder een PlD-regelaar als een drukregelsysteem 17 voor het verzorgen van sen constante lage druk in de cerste buis 2, welk drukregelsysieem 17 via een drukregelsysteem-communicatiekabel 18 verbonden is met de ventilator 7. De inrichting omvat verder een digitaali drukmetinginstrument 19 met een druksensor 20 die mel een ulteinde in de binnenste cerste buis 2 geplaats! is, welk drukmetinginsirument 19 via een afgeschermde kabel 21 verbonden is met het drukregelsysteem 17. De druksensor 20 is op een afstand X1 van 0,9 tot 1,1 m onder de ventilator 7 in de binnenste eerste buis 2 geplaatst, waarbij een gedeelte Xi van de druksensor 20 dat zich in de binnenste eersie buis 2 bevindt lussen 4 en 6 mm lang is.
De inrichting omvat verder een centrale schakelkast 22 die via schakelkast-gashaard- communicatiekabels 23 met elk van de communicatiemodules 15 van de gashaarden 4 verbonden is, en via een schakelkast-drukregelsysieem-communicatiekabe! 24 met het drukregeisysteem 17 verbonden is. De centrale schakelkast 22 kan als dusdanig ideaal dienen als een interface tussen de aangesloten gashaarden 4 en de ventilaior 7.
Claims (15)
1. inrichting voor luchttoevoer en rookgasaivoer voor gashaarden van hel gesiloten type (4), in het bijzonder voor dergelijke gashaarden (4) geplaatst in een gebouw en meer in het bijzonder geplaatst in een appartementsgebouw, omvattende een buizensysteem (1) omvattende minstens twee concentrische buizen (=, 3) onder welke een binnenste eerste buis {2} en een buitenste tweede buis (3), waarbij de eerste buis (2) voorzien is voor rookgasafvoer van één of meerdere gashaarden van het gesloten type (4) en de tweede buis (3) voorzien is voor luchttoevoer naar genoemde gashaarden (4), en waarbij de inrichting een ventilator (7) voor het geforceerd afvoeren van rookgas uit de eerste buis (2) omvat, waarbij het buizensysteem (1) enerzijds eindigt in één ot meerdere koppelingsuiteinden (5) die voorzien zijn voor koppeling met één of meerdere genoemde gashaarden (4) en anderzijds eindigt in één schouwulteinde (6) die voorzien is voor luchtopname van en rookgasaïvoer naar sen omgeving, de ventilator (7) omvallende een motor-aandrijfbare rookgaswaaler die om een aandrijfas roteerbare waalerbladen omvat voor hel in de eerste buis (2) creëren van een trek in een rookgas-aïwaartse richting, en waarbij, in gebruik van de inrichting, de venillator (7) op genoemd schouwuiteinde (6) geplaatst is, met het kenmerk, dat de inrichting verder een hol ventilator-opzetsiuk met twee uiteinden omvat dat aan een eerste Uiteinde gedimensioneerd is om aan het schouwuiteinde (6) in de eersie buis {2} te schuiven en aan sen tegenoverliggend iweede uiteinde gedimensioneerd is om aan te siuiten op de ventilator (7), en waarbij, in gebruik, het ventilator- opzetstuk aan het eerste uiteinde in het schouwuiteinde (6) geschoven is en aan hei tweede uiteinde aan de ventilator (7) gekoppeld is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de concentrische buizen {2, 3) vervaardigd zijn uit een materiaal met een temperatuurklasse van minstens T250.
3. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 2, waarbij de inrichting verder een drukregelsysteem (17) omvat die in gebruik van de inrichting verbonden is met de ventilator (7).
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de inrichting verder een drukmetinginstrument (19) omvat met een druksensor (20) die in gebruik van de inrichting met een Uiteinde in de binnenste eerste buis (2) geplaatst is, welk drukmetinginstrument (19) in gebruik van de inrichting verbonden is met het drukregelsysteem (17).
5. Inrichting volgens conclusie 4 waarbij de druksensor (20) in gebruik van de inrichting tussen 0,1 en 2,5 m onder de ventilator (7) in de binnenste eerste buis (2) geplaatst is, en waarbij een gedeelte van de druksensor (20) dat zich in de binnenste eerste buis (2) bevindt tussen 0,5 en 20 mm lang is.
6. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 5, waarbij de inrichting verder één of meerdere concentrische rookgaskleppen (13) omvat geschikt om rookgasafvoer en luchttoevoer in het buizensysteem (1) op een omkeerbare manier plaatseliik af ie sluiten, waarbij, in gebruik, in de nabijheid van elk koppelingsuiteinde (5) een concentrische rookgasklep (13) in de concentrische buizen (2, 3) geplaatst is.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de inrichting verder één of meerdere elektrische gashaard-rookgaskiep-verbindingen (14) omvat die in gebruik sik afzonderlijk plaatsbaar zijn tussen een op een koppelingsuiteinde (5) gekoppelde gashaard van het gesloten type (4) en de concentrische rookgaskiep {13} die zich In de nabijheld van het desbetreffende koppelingsuiteinde (5} bevindt.
8. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 7, waarbij de Inrichting verder een centrale schakelkast (22) omvat, welke centrale schakelkast (22) in gebruik verbonden is met het drukregelsysteem (6) en individueel verbonden is met de één of meerdere gashaarden van het geslolen iype (4) die in gebruik aangesloten zijn op de één of meerdere koppelingsuiteinden (5).
9. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 8, waarbij het buizensysteem (1) naast de koppelingsuiteinden (5) en hel schouwuiteinde (6) van een ondergelegen uiteinde (8) voorzien is, welk ondergelegen uiteinde (8) afgekeerd van de ventilator (7) en tegenover het schouwuiteinde (6) voorzien is, en waarbij de Inrichting een condensaïvoer (9) omval welke twee afvoerbuizen met elk twee geopende afvoerbuiseinden omvat waarvan in gebruik van de inrichting een eerste en eon tweede van genoemde afvoerbuizen ter hoogte van het ondergelegen uiteinde (8) desis in respectievelijk de binnenste (2) en buitenste buis (3) van het buizensysteem {1} geplaatst zijn, met eik een van de afvoerbuiseinden in de respectievelijke buis (2, 3) geplaatst.
10. Werkwijze voor lucnilgevoer aan en rookgasafvoer van één of meerdere gashaarden van het gesloten type {4} in een gebouw, in het bijzonder in een appartementsgebouw, waarbij rookgas van de gashaarden (4) verzameld worden in een binnenste eerste concentrische buis {2} van een buizensysteem {1} en volgens de eerste buis (2) afgevoerd worden, en waarbij luchtioevoer aan de gashaarden (4) plaatsvindt middels een tweede buitenste concentrische buis (3) die onderdeel is van genoemd buizensysteem (1), waarbij de afvoer van rookgas door de eerste buis (2) ondersteund wordt door een trek in een rookgas-afwaarise richting ultgeoefend door een ventilator (7) die stroomafwaarts van de rookgas-afwaartse richting op het buizensysteem (1) geplaatst is, met het kenmerk, dat de ventilator (7) een druk in de eerste buis (2) uitoefent met een drukniveau van 40 tot 75 Pa.
11.Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij afvoer van rookgas van één of meerdere gashaarden van het gesloten type (4) uitgevoerd wordt met een inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 9.
12. Systeem omvattende één of meerdere gashaarden van het gesloten type (4) gekoppeld aan een inrichting voor luchttoevoer naar en rookgasafvoer van de gashaarden (4), met het kenmerk, dat de inrichting een inrichting is volgens één der conclusies 1 tot en met 9.
13.Kit omvallende één of meerdere gashaarden van het gesloten type (4) ruimielijk gescheiden van een Inrichting voor luchttoevoer naar en rookgasafvoer van de gashaarden (4) volgens één der conclusies 1 tot en met
14. Gebruik van een inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 9 voor luchttoevoer naar en rookgasafvoer van meerdere gashaarden van het gesloten type (4) verdeeld over meerdere appariemenien geplaatst In een appartementsgebouw.
15. Gebruik van sen systeem volgens conclusie 12 als verwarmingsinstallatie in gen apparlemenisgebouw.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20205494A BE1028447B1 (nl) | 2020-07-03 | 2020-07-03 | Inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden |
EP21183502.0A EP3933265A3 (en) | 2020-07-03 | 2021-07-02 | Device for air supply and flue gas drain for gas fireplaces |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20205494A BE1028447B1 (nl) | 2020-07-03 | 2020-07-03 | Inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1028447A1 BE1028447A1 (nl) | 2022-01-27 |
BE1028447B1 true BE1028447B1 (nl) | 2022-02-03 |
Family
ID=71579472
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20205494A BE1028447B1 (nl) | 2020-07-03 | 2020-07-03 | Inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3933265A3 (nl) |
BE (1) | BE1028447B1 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5418438A (en) * | 1993-02-26 | 1995-05-23 | General Electric Company | Draft inducer air flow control |
GB2381062A (en) * | 2001-07-18 | 2003-04-23 | Simon Guy Somerset Cartwright | A flue fan unit |
EP2469166A1 (en) * | 2010-12-23 | 2012-06-27 | Opsinox | Combined system for flue gas removal, air supply and ventilation air removal |
EP2489936A2 (en) * | 2011-02-21 | 2012-08-22 | DRU Verwarming B.V. | Closed hearth system with forced air flow |
EP2881664A1 (en) * | 2013-12-06 | 2015-06-10 | Proces Sander ApS | Smoke purification device |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1024629B1 (nl) | 2016-10-07 | 2018-05-16 | Debatra Bvba | Combinatie luchttoevoer-verbrandingsgasafvoer systeem voor gashaarden |
-
2020
- 2020-07-03 BE BE20205494A patent/BE1028447B1/nl active IP Right Grant
-
2021
- 2021-07-02 EP EP21183502.0A patent/EP3933265A3/en active Pending
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5418438A (en) * | 1993-02-26 | 1995-05-23 | General Electric Company | Draft inducer air flow control |
GB2381062A (en) * | 2001-07-18 | 2003-04-23 | Simon Guy Somerset Cartwright | A flue fan unit |
EP2469166A1 (en) * | 2010-12-23 | 2012-06-27 | Opsinox | Combined system for flue gas removal, air supply and ventilation air removal |
EP2489936A2 (en) * | 2011-02-21 | 2012-08-22 | DRU Verwarming B.V. | Closed hearth system with forced air flow |
EP2881664A1 (en) * | 2013-12-06 | 2015-06-10 | Proces Sander ApS | Smoke purification device |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3933265A3 (en) | 2022-03-23 |
BE1028447A1 (nl) | 2022-01-27 |
EP3933265A2 (en) | 2022-01-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US12085277B2 (en) | Control system for exhaust gas fan system | |
US3211080A (en) | Draft control unit | |
CN101981384B (zh) | 对流式炉 | |
US20070062513A1 (en) | Cooking system with ventilator and blower | |
CN101443595B (zh) | 通风、排气管道以及风扇的控制装置 | |
MXPA05000802A (es) | Montaje de extraccion que tiene acoplamiento flexible. | |
EP1748254A2 (en) | Gas fireplace | |
KR101847426B1 (ko) | 지하공간 환기 기능을 갖는 공동주택용 배기장치 | |
BE1028447B1 (nl) | Inrichting voor luchttoevoer en rookgasafvoer voor gashaarden | |
US4977884A (en) | Fail-safe blower drive for roof mounted kitchen hood grease exhaust blowers | |
KR200461411Y1 (ko) | 주방 급배기 풍량 분배 장치 | |
WO2009057923A2 (en) | Multiple ventilation system | |
KR100577204B1 (ko) | 압력조절 환기 시스템 및 이를 이용한 환기량 조절방법 | |
CN105588156B (zh) | 具有微波炉腔室的炉灶通风机 | |
US10473349B2 (en) | Adaptive makeup air system and method for tight enclosures | |
US5038751A (en) | Direct fired unit heater | |
BE1024629B1 (nl) | Combinatie luchttoevoer-verbrandingsgasafvoer systeem voor gashaarden | |
GB2201239A (en) | Extraction system for a gas fire or other appliance | |
CA2684138A1 (en) | Direct gas-fired make-up air system | |
US11460202B2 (en) | Roof mounted ventilation assembly | |
CN108036365B (zh) | 防回火灶具 | |
JP4149392B2 (ja) | ガスタービン設備の換気システム及び換気方法 | |
JPH06147582A (ja) | 油分ダストを捕集するルーフファンユニット | |
US2364935A (en) | Air circulator | |
GB2381062A (en) | A flue fan unit |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20220203 |