BE1028315B1 - Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers - Google Patents

Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers Download PDF

Info

Publication number
BE1028315B1
BE1028315B1 BE20205720A BE202005720A BE1028315B1 BE 1028315 B1 BE1028315 B1 BE 1028315B1 BE 20205720 A BE20205720 A BE 20205720A BE 202005720 A BE202005720 A BE 202005720A BE 1028315 B1 BE1028315 B1 BE 1028315B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
container
activated carbon
pressure
gas
dust
Prior art date
Application number
BE20205720A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Craeye
Original Assignee
Desotec Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Desotec Nv filed Critical Desotec Nv
Priority to BE20205720A priority Critical patent/BE1028315B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028315B1 publication Critical patent/BE1028315B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/02Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols by adsorption, e.g. preparative gas chromatography
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J20/00Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof
    • B01J20/02Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof comprising inorganic material
    • B01J20/20Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof comprising inorganic material comprising free carbon; comprising carbon obtained by carbonising processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J20/00Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof
    • B01J20/28Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof characterised by their form or physical properties
    • B01J20/28002Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof characterised by their form or physical properties characterised by their physical properties
    • B01J20/28004Sorbent size or size distribution, e.g. particle size
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J20/00Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof
    • B01J20/30Processes for preparing, regenerating, or reactivating
    • B01J20/34Regenerating or reactivating
    • B01J20/3416Regenerating or reactivating of sorbents or filter aids comprising free carbon, e.g. activated carbon
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J20/00Solid sorbent compositions or filter aid compositions; Sorbents for chromatography; Processes for preparing, regenerating or reactivating thereof
    • B01J20/30Processes for preparing, regenerating, or reactivating
    • B01J20/34Regenerating or reactivating
    • B01J20/3491Regenerating or reactivating by pressure treatment
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2253/00Adsorbents used in seperation treatment of gases and vapours
    • B01D2253/10Inorganic adsorbents
    • B01D2253/102Carbon
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2253/00Adsorbents used in seperation treatment of gases and vapours
    • B01D2253/30Physical properties of adsorbents
    • B01D2253/302Dimensions
    • B01D2253/304Linear dimensions, e.g. particle shape, diameter
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2256/00Main component in the product gas stream after treatment
    • B01D2256/24Hydrocarbons
    • B01D2256/245Methane
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2257/00Components to be removed
    • B01D2257/30Sulfur compounds
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2258/00Sources of waste gases
    • B01D2258/05Biogas
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2259/00Type of treatment
    • B01D2259/40Further details for adsorption processes and devices
    • B01D2259/40083Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption
    • B01D2259/40086Regeneration of adsorbents in processes other than pressure or temperature swing adsorption by using a purge gas

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Solid-Sorbent Or Filter-Aiding Compositions (AREA)
  • Separation Of Gases By Adsorption (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende container containers. De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers die geschikt zijn voor de zuivering van een gas. Voorts heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van overdruk voor het ontstoffen van actieve kool.

Description

WERKWIJZE VOOR HET ONTSTOFFEN VAN ACTIEVE KOOL BEVATTENDE CONTAINERS BE2020/5720
VAKGEBIED VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool door blootstelling van de actieve kool aan een overdruk. De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het ontstoffen van actieve kool in een container bruikbaar voor de zuivering van gas.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Adsorbeermiddelen gebaseerd op actieve kool zijn alomtegenwoordig in diverse industriële sectoren.
De populariteit van actieve kool voor het zuiveren van vloeistoffen en gassen berust grotendeels op het groot adsorptieoppervlak van de kool, dat bekomen wordt door zijn poreuze microstructuur. Deze microstructuur wordt bekomen door een fysische of chemische behandeling van koolstofrijk materiaal dat zal leiden tot porievorming. De precieze grootte van de poriën is afhankelijk van de oorsprong van het koolstofrijk startmateriaal en het specifieke activatieproces (Bansal et al., Activated carbon adsorption, 2005, Taylor Francis Group).
Tegenwoordig wordt adsorptie door actieve kool beschouwd als één van de meest effectieve manieren om gas te zuiveren. Wanneer actieve kool gebruikt wordt voor het zuiveren van gassen wordt de actieve kool eerst overgebracht naar een afgesloten container die in verbinding kan worden gesteld meteen toevoer en afvoer van een gasstroom.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Door het vullen van de container met actieve kool wordt er echter actieve kool stof vrijgesteld, die bij het in werking stellen van deze container worden meegenomen in de gasstroom die gezuiverd dient te worden. Dit heeft als gevolg dat gassen met suboptimale zuiverheden bekomen worden. Daarnaast kunnen bij het openen van de actieve kool bevattende container stofwolken vrijgesteld worden die schadelijk zijn voor werknemers die zich in de nabijheid van de geopende container bevinden (Wehr et al., Pneumoconiosis among the activated-carbon workers, Arch. Environ. Health, 1975). Ten slotte is deze stofvorming ook schadelijk wanneer dit infiltreert in apparatuur, wat kan zorgen voor obstructies of oververhitting (Wirling et al., Safety aspects in the use of carbonaceous sorbents during waste gas treatment, Metall. Plant Technol. Int., 2007).
Actieve kool wordt doorgaans alvorens of tijdens het overbrengen naar een filterinstallatie gezeefd.
Echter, het zeven kan slechts in beperkte mate de stofvorming opvangen, gezien een grote fractie van het stof pas gevormd wordt wanneer de actieve kool in de container van de gasfilterinstallatie terecht komt. Bijkomend kan er nog stof vastgehecht zijn aan het oppervlak van de actieve kool dat niet verwijderd kan worden door zeven. Er is dus een noodzaak voor het ontwikkelen van verbeterde BE2020/5720 processen om aanwezigheid van stof van actieve kool in een filterinstallatie tegen te gaan. Hiermee verband houdende bestaat er ook een nood om actieve kool bevattende containers, kolommen, en filters te voorzien die een minimum aan vervuilend actieve kool stof bevatten. De onderhavige technologie hierin beschreven biedt een efficiënte en eenvoudig uit te voeren oplossing voor het bovengenoemde probleem in de stand der techniek. De hierin beschreven uitvinding handelt over een werkwijze en het gebruik waarbij actieve kool stof verwijderd wordt door een overdruk te creëren in een actieve kool bevattende container en vervolgens deze container te laten ontspannen. Door het ontspannen zal de overdruk de actieve kool bevattende container verlaten, waarbij het stof door de luchtverplaatsing meegevoerd wordt uit de container. De werkwijze en het gebruik hebben als voordeel over de stand der techniek dat ontstoffing pas plaats vindt nadat de actieve kool overgebracht is in de container. Na ontstoffing dienen er bijgevolg geen manipulaties van de actieve kool te gebeuren die opnieuw stof (kunnen) veroorzaken. De beschreven technologie kan toegepast worden op eender welke container of filter die een voorziening heeft om gas of (pers)lucht toe te voeren. Bijkomend handelt de uitvinding over een actieve kool bevattende installatie met een lage hoeveelheid residueel stof dewelke kan bekomen worden door de hierin beschreven technologie.
Dienovereenkomstig voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het ontstoffen van een actieve kool bevattende container voor het verwijderen van contaminanten uit een gas omvattende het blootstellen van de inhoud van de container aan een druk hoger dan de druk buiten de container en het ontspannen van de container.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de container wordt blootgesteld aan een druk die minstens 15 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container, bij voorkeur aan een druk die van 20 kPa tot 300 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de ontspanning van de container gebeurt door de positie van minstens één afsluitmechanisme deel uitmakend van of geconnecteerd aan de container te wijzigen van een gesloten positie naar een open positie.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat het ontspannen van de container plaats vindt in een tijdspanne van minder dan 10 seconden, bij voorkeur minder dan 5 seconden, bij voorkeur minder dan 2 seconden.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de positie van minstens één afsluitmechanisme wijzigt van een gesloten positie naar een open positie wanneer een vooraf ingestelde druklimiet bereikt wordt in de container, bij voorkeur op automatische wijze.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat na ontspanning van de BE2020/5720 container de positie van het minstens één afsluitmechanisme gewijzigd wordt van een open positie naar een gesloten positie.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de positie van het minstens één afsluitmechanisme wijzigt van een gesloten naar een open positie in minder dan 10 seconden, bij voorkeur minder dan 5 seconden, bij voorkeur minder dan 1 seconde, bij voorkeur minder dan 0.5 seconde.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat na ontspanning stof wordt opgevangen in een tweede container geconnecteerd aan de actieve kool bevattende container, bij voorkeur geconnecteerd door een afsluitmechanisme.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de actieve kool bevattende container een filtervat is, bij voorkeur een mobiel filtervat.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat door ontstoffing een reductie van minstens 30% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 50% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 75% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 90% in aantal stofdeeltjes plaatsvindt.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de hoeveelheid van ontstoffing overeenkomt met het verschil tussen de hoeveelheid stofdeeltjes in een gas dat voor en na de werkwijze door de koolstof bevattende container gevoerd is.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de actieve kool bevattende container actieve kool bevat van granulaire vorm, geëxtrudeerde vorm, parelvorm, geïmpregneerde vorm, een met polymeer bekleedde vorm, geweven vorm, of eender welke combinatie hiervan.
In het bijzonder voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat de druk opgevoerd wordt door toevoeging van perslucht.
In een verder aspect voorziet de onderhavige uitvinding in het gebruik van overdruk voor het ontstoffen van actieve kool.
In het bijzonder voorziet het gebruik zoals hierin beschreven er in dat de actieve kool wordt blootgesteld aan de overdruk in een filtervat, bij voorkeur een mobiel filtervat.
In een verder aspect wordt een installatie ingericht voor de zuivering van een gas voorzien waarbij de container actief kool bevat gekenmerkt door dat de actieve kool ontstoft is zodat de actieve kool minimale transmissie heeft van 40%.
Bijkomend voorziet de onderhavige uitvinding in het gebruik van een actieve kool bevattende container zoals hierin beschreven voor het extraheren van contaminanten uit een gas.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING BE2020/5720 Voordat de onderhavige werkwijze, het onderhavige gebruik en de onderhavige installatie van de uitvinding worden beschreven, dient duidelijk te zijn dat deze uitvinding niet beperkt is tot specifieke systemen en werkwijzen of combinaties die worden beschreven, gezien dergelijke werkwijzen, installaties en combinaties uiteraard kunnen variëren. Het dient eveneens duidelijk te zijn dat de terminologie die hierin wordt gebruikt niet bedoeld is als beperkend, aangezien de reikwijdte van de onderhavige uitvinding uitsluitend wordt beperkt door de aangehechte conclusies. Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudige vormen "de", "het" en "een" zowel de enkelvoudige als meervoudige verwijzingen, tenzij de context duidelijk anders aangeeft.
De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit” zijn, zoals hierin gebruikt, synoniem met "inclusief", "met inbegrip van" of "bevattende", "bevat" en zijn inclusief of met een open uiteinde en sluiten geen bijkomende, niet-vermelde leden, onderdelen of werkwijzestappen uit. Het zal duidelijk zijn dat de termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals hierin gebruikt de termen "bestaand uit" en "bestaat uit” omvatten.
De vermelding van numerieke bereiken met eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen de bijbehorende bereiken vallen, evenals de vermelde eindpunten.
De term "ongeveer" of "bij benadering” is, zoals hierin gebruikt wanneer wordt verwezen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, bedoelde variaties van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, met meer voorkeur +/-1 % of minder en met nog meer voorkeur +/-0,1% of minder van de 10 gespecificeerde waarde te omvatten, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om in de beschreven uitvinding te worden uitgevoerd. Het dient duidelijk te zijn dat de waarde waarnaar de modificator "ongeveer" of "bij benadering" verwijst zelf ook specifiek is en bij voorkeur wordt beschreven.
Hoewel de termen "een of meer" of "ten minste een”, zoals een of meer leden of ten minste een lid van een groep leden, op zich duidelijk zijn, omvatten de termen bij wijze van verdere toelichting onder andere een verwijzing naar een van genoemde leden of naar elke willekeurige twee of meer van genoemde leden, zoals elke willekeurige 23, 24, 25, 26 of 27, etc. van genoemde leden, en tot aan alle genoemde leden.
Alle verwijzingen die in de onderhavige beschrijving worden aangehaald, zijn hiermee door verwijzing in hun geheel opgenomen. In het bijzonder is de leer van alle verwijzingen waarnaar hierin specifiek wordt verwezen door verwijzing opgenomen.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die bij het beschrijven van de technologie worden gebruikt, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, dezelfde betekenis als wordt begrepen door iemand met gemiddelde kennis van het vakgebied waartoe deze technologie behoort.
Bij wijze van verdere geleiding worden de definities van de termen opgenomen om de leer van de BE2020/5720 onderhavige technologie beter te begrijpen. In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding meer in detail gedefinieerd. Elk aspect dat als zodanig wordt gedefinieerd, kan met elk willekeurig ander aspect of alle willekeurige 5 andere aspecten worden gecombineerd, tenzij het tegendeel duidelijk wordt aangegeven. In het bijzonder kan elk willekeurig kenmerk dat wordt aangeduid als de voorkeur genietend of voordelig zijnde worden gecombineerd met elk willekeurig ander kenmerk of alle willekeurige andere kenmerken waarvan is aangegeven dat ze de voorkeur genieten of voordelig zijn. Verwijzing door deze beschrijving heen naar "een uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, specifieke structuur of eigenschap die wordt beschreven in verband met de uitvoeringsvorm in ten minste een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen. Zodoende verwijzen verschijningen van de zinsnede "in een uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op verschillende plaatsen in deze beschrijving niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar dat zou wel kunnen. Voorts kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte wijze gecombineerd worden in een of meer uitvoeringsvormen, zoals uit deze beschrijving duidelijk zou zijn aan een deskundige op het vakgebied. Hoewel bepaalde uitvoeringsvormen die hierin worden beschreven sommige kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, maar andere niet, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen voorts bedoeld binnen de reikwijdte van de uitvinding te vallen, en afzonderlijke uitvoeringsvormen te vormen, zoals duidelijk zou zijn aan deskundigen op het vakgebied. In de aangehechte conclusies kan bijvoorbeeld elk van de geconcludeerde uitvoeringsvormen in elke willekeurige combinatie worden gebruikt.
De volgende gedetailleerde beschrijving dient derhalve niet als beperkend te worden opgevat, en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding wordt gedefinieerd door de aangehechte conclusies.
In een eerste aspect heeft de huidige technologie betrekking op een werkwijze voor het ontstoffen van een actieve kool bevattende container voor het verwijderen van contaminanten uit een gas, de werkwijze omvattende blootstelling van de inhoud van de container aan een druk hoger dan de druk buiten de container, en ontspannen van de container.
De uitvinders hebben onverwacht ontdekt dat de werkwijze zoals hierin beschreven een merkbare verbetering van de stand der techniek bewerkstelligd. Door het blootstellen van de inhoud van de container aan een druk hoger dan de druk buiten de container en vervolgens de container te ontspannen door druk af te laten, wordt stof ontstaan door het overbrengen van de actieve kool naar de container weggeleid uit de container. Bovendien is de werkwijze in staat vastgehecht stof aan de wanden van de container, aan het buitenste oppervlak van de actieve kool partikels, en/of binnenin de poriën van de actieve kool te verwijderen of ten minste te verminderen. Deze ontstoffing kan niet bekomen worden door procedures of werkwijzen gekend in de stand der techniek zoals ondermeer BE2020/5720 zeeftechnieken.
Voorts is de werkwijze zoals hierin beschreven werkwijze universeel toepasbaar op eender welke actieve kool bevattende container die {tijdelijk} luchtdicht kan afgesloten worden, ongeacht voor welk doel de actieve kool bevattende container geconfigureerd is, of uit welke dimensies de actieve kool bevattende container bestaat.
Zoals gebruikt voor het beschrijven van de onderhavige technologie verwijzen de termen “geactiveerde kool”, “actieve kool”, “geactiveerde koolstof”, “actieve koolstof”, “collactivit”, en “Norit” doorgaans naar een koolstofbehoudende materie die gedeeltelijk of grotendeels bestaat uit koolstof.
In het bijzonder wordt bedoeld een materie die een thermisch en/of chemisch activerend proces heeft doorstaan en hierdoor een groot aantal poriën bevat, wat het contactoppervlak van deze stof drastisch vergroot ten opzichte van niet geactiveerde stof.
Werkwijzen voor het vervaardigen van actieve kool zijn in detail beschreven in de stand der techniek (onder meer in Viswanathan et al, Methods of activation and specific applications of carbon materials, 2009). Actieve kool onderscheidt zich door een hoge adsorptie capaciteit van één of meerdere stoffen. “Adsorptie” zoals gebruikt voor het beschrijven van de onderhavige technologie duidt op een adhesie van atomen, ionen of moleculen aan een oppervlak.
Courant gebruikte kenmerken om actieve kool verder te definiëren zijn onder meer de Brunauer- Emmet en Teller (BET) waarde die indicatief is voor de interne oppervlakte van de actieve kool, de hardheid, het aspercentage, het watergehalte, het joodgetal eveneens indicatief voor het totale oppervlak van de actieve kool, de dichtheid en het butaangetal.
Een standaard test voor het meten van de joodcapaciteit is de American Society for Testing and Materials (ASTM) D4607-14 methode.
Het aspercentage wordt doorgaans in de stand der techniek uitgedrukt in gewichtspercentage. “Gewichtspercentage”, “wt%”, of “massapercentage” duidt op een kwantitatieve uitdrukking van de relatieve massahoeveelheid van een bepaalde component en bijgevolg de verhouding tussen de massa van de component en de totale massa.
Een alternatieve aanduiding van de relatieve gewichtsbijdrage van een component kan uitgedrukt worden als een “gewichtsfractie” bekomen door het gewichtspercentage te delen door 100. Een niet limiterend voorbeeld van een methode om de densiteit van actieve kool te meten is de ASTM D2854-09(2019) methode.
Zoals hierin gebruikt verwijst de term “ontstoffen” naar een behandeling of procedure waarbij stof van een te ontstoffen toestel, oppervlak, of substantie wordt verwijderd. “Ontstoffen” kan alternatief gedefinieerd worden als het verwijderen of scheiden van een droge materie van een andere materie.
Met verwijderen of scheiden wordt beoogd het verkrijgen van minstens twee soorten materie, in de context van de onderhavige technologie is de ene soort materie ontstoft actieve kool en de tweede soort materie het geëxtraheerde stof.
In een brede interpretatie kan ontstoffen geïnterpreteerd worden als een vorm van schoonmaken.
Met de term “ontstoffen” zoals gebruikt hierin om de onderhavige technologie te omschrijven wordt bedoeld het verwijderen van stof{deeltjes) en/of BE2020/5720 as(deeltjes) actieve kool van een container die actieve kool bevat.
In een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat stof koolstofdeeltjes welke een diameter hebben die kleiner is dan tweemaal, bij voorkeur vijfmaal, bij voorkeur tienmaal en zelfs tot hondermaal de standarddeviatie van de gemiddelde deeltjes grootte van de actieve kool welke het stof bevat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de gemiddelde diameter van de stofdeeltjes tweemaal, bij voorkeur vijfmaal, bij voorkeur tienmaal, bij voorkeur twintigmaal kleiner dan de gemiddelde diameter van de gemiddelde grootte van de actieve kool welke het stof bevat.
Doorgaans is de diameter van de ongewenste stofdeeltjes kleiner dan de diameter van de gewenste actieve kool partikels of korrels.
Echter kunnen ongewenste stofdeeltjes groter dan de gewenste actieve kool partikels eveneens verwijderd worden uit de container door de hierin beschreven werkwijze indien de massa van een stofdeeltje onderscheidbaar groter is dan de massa van de gewenste actieve kool partikels.
Derhalve omvat in een andere uitvoeringsvorm het stof deeltjes welke een massa hebben die een massa hebben die ten minste 10%, bij voorkeur ten minste 20% groter is dan de gemiddelde massa van de actieve kool partikels.
De hoeveelheid stof die verwijderd wordt kan uitgedrukt worden op verschillende manieren.
Doorgaans gebruikt men in de stand der techniek termen zoals of gelijkaardig aan “graad van ontstoffing”, “hoeveelheid van ontstoffing”, “reductie van de hoeveelheid stof”, “stof vermindering”, of zelf “stof verwijdering”. Een vakman verstaat dat de specifieke graad van ontstoffing afhankelijk is van verschillende parameters zoals maar niet beperkt door de parameters hierin beschreven.
Het gas dat gezuiverd kan worden door de actieve kool bevattende container kan eender welk gas zijn.
Niet limiterende toepassingen van actieve kool waarbij de onderhavige technologie een meerwaarde kan bieden zijn onder andere luchtzuivering en milieubescherming, zuiveren van procesgassen, ventilatie van opslagcontainers, ontzwavelen van aardgas, en zuivering van afvalgeuren en/of chemicaliën, zuiveren van biogas.
De term “container” zoals hierin gebruikt verwijst naar eender welke houder of omhulsel voor het bewaren van een product.
Een vakman verstaat dat een container uit verschillende soorten materie kan vervaardigd worden en verschillende kleuren, coatings, vormen en afmetingen kan hebben en dat elk van deze containers beoogd wordt in de hierin beschreven technologie.
Vereist voor het kunnen uitvoeren van de onderhavige technologie is dat de container een luchtdicht karakter heeft, of aangepast kan worden om (tijdelijk) een luchtdicht karakter te verkrijgen.
De term “container” omvat eveneens mobiele containers, dit wil zeggen containers die verplaatsbaar zijn of specifiek ontworpen zijn om te verplaatsen, al dan niet ontworpen om een modulaire unit te zijn die aansluitbaar is met verschillende filterinstallaties, bij voorkeur filterinstallaties ingericht voor de zuivering van gas.
Mobiele containers zijn containers geconfigureerd voor het (eenvoudig en/of gebruiksvriendelijk)
(op)laden en lossen van de container op eender welke locatie. Alternatief kunnen mobiele containers BE2020/5720 beschreven worden als containers die losgekoppeld kunnen worden van bruikbare transportmiddelen. Bij voorkeur zijn mobiele containers zoals hierin beoogd containers welke uitwisselbaar zijn in een zuiveringsinstallatie, en de mogelijkheid verschaffen om deze als afzonderlijk onderdeel te transporteren voor niet limiterende doeleinden zoals onder meer herstelling (reparatie), vervanging, of onderhoud. Niet limiterende voorbeelden van bruikbare transportmiddelen voor mobiele containers zijn auto’s, bestelwagens, vrachtwagens, bussen, treinen, en schepen. De onderhavige technologie is geschikt voor eender welke container die ontvankelijk is voor een verhoogde druk. De onderhavige technologie is dusdanig flexibel en aanpasbaar dat deze eenvoudig kan aangepast worden aan verschillende configuraties van containers ingericht voor de zuivering van gassen. In bepaalde uitvoeringsvormen is de container een tankcontainer.
De container kan eender welke vorm hebben zoals onder meer cilindrisch, kubisch, bolvormig, trapezoïdaal, piramidaal, of eender welke combinatie of aaneenschakeling van vormen. Met vorm wordt in de context van de onderhavige technologie bedoeld de algemene vorm van de container, exclusief lokale uitstulpingen of krommingen veroorzaakt door onder meer afsluitmechanismen. De container kan uit allerhande materialen bestaan op voorwaarde dat het gekozen materiaal voldoende is om een gewenste druk volgens de werkwijze van de uitvinding te kunnen aanleggen. Mogelijke materialen voor de container zijn in het bijzonder metalen zoals bijvoorbeeld staal of aluminium of plastic zoals bijvoorbeeld polyethyleentereftalaat (PET), hoge dichtheid polyetheen (HDPE), polyvinylchloride (PVC), lage dichtheid polytheen (LDPE), polypropeen (PP), geëxpandeerd polystyreen (EPS), overige plasticsoorten, or eender welke combinatie hiervan. In het bijzonder worden met glasvezel versterkte polymeren of andere composiet materialen beoogd.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft een container een invoer en uitvoer zodat een te zuiveren gas via de invoer in de container geleid kan worden, erdoor gevoerd kan worden om dan via de uitvoer de container te verlaten. De in- en uitvoer zijn bij voorkeur voorzien van een afsluitmechanisme dat of verwijderd of geopend kan worden bij het installeren van de container als filter in een zuiveringsinstallatie. De invoer en uitvoer van de container kunnen aan tegenoverliggende kanten van de container voorzien zijn of aan dezelfde kant dan wel aan verschillende kanten van de container welke niet noodzakelijk tegenover elkaar liggen.
De werkwijze zoals hierin beschreven kan toegepast worden op eender welke container ingericht voor de zuivering van een gas, waarbij de aard of samenstelling van het gas niet limiterend is voor de uitvinding. Niet limiterende voorbeelden van te zuivering gassen waarvoor de container kan ingericht worden zijn onder meer: rioolgas, biogas, stortgas, synthetisch gas, verbrandingsgas, effluentgas, mijngas, kolencentralegas, of eender welke combinatie hiervan.
Zoals hierin gebruikt doelen de termen “blootstellen aan” en “blootstelling” aan het in contact brengen BE2020/5720 van de inhoud van de actieve kool bevattende container aan een bepaalde druk verschillend aan de druk buiten de container. Deze druk kan bekomen en/of geïntroduceerd worden op verschillende manieren. Niet-limiterende voorbeelden om een overdruk in de container te bekomen zijn het introduceren van een (samengeperst) gas, verwarmen van de gesloten container, of verdampen van een vloeistof in de container, verdampen van residueel water in de poriën van de kool, of eender welke combinatie hiervan. Dit positief drukverschil kan evenwaardig uitgedrukt worden door de term “overdruk”. Een vakman begrijpt dat de term niet limiterend is voor de hoeveelheid druk, de periode (duratie) van blootstelling aan de druk, of de snelheid van opbouw van de druk. De blootstelling aan de verhoogde druk zoals voorzien in de beschreven technologie is eveneens niet limiterend voor de oorsprong, soort, of temperatuur van het gas. Het gas gebruikt voor het creëren van de overdruk kan voorts specifieke bestanddelen bevatten die een reinigende of activerende werking uitoefenen op de actieve kool. Een vakman begrijpt dat blootstelling van de inhoud van de actieve kool bevattende container aan overdruk kan gebeuren door toevoeging van een mengsel van lucht of gassen, die optioneel verdere reinigende karakteristieken bevatten.
De term “ontspannen” zoals hierin gebruikt is indicatief voor het verwijderen van de verhoogde druk in de actieve kool bevattende container. De ontspanning kan gedeeltelijk (partieel) of volledig zijn. Partiële ontspanning geeft aan dat de ontspanning een drukverlaging in de container teweeg brengt, het nieuwe niveau van druk in de container na ontspanning nog steeds verhoogt zijnde ten opzichte van de druk buiten de container. Volledige ontspanning van de container is indicatief voor het gelijk brengen van de druk in de container aan de druk buiten de container, waarbij de nieuwe druk optioneel atmosferische druk is. Het is bekend in de stand der techniek dat de gemiddelde atmosferische druk 760 mm Hg (millimeter kwik) is, overeenkomstig met 1013 hPa, 1,013 bar, en 1 atmosfeer. Een alternatieve term voor atmosferische druk is normdruk.
In bepaalde uitvoeringsvormen bestaat de werkwijze zoals hierin beschreven uit blootstelling van de actieve kool bevattende container aan een druk die minstens 15 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container, bij voorkeur aan een druk die van 20 kPa tot 300 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de actieve kool bevattende container blootgesteld aan een druk die tussen de 15 kPa en 300 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de actieve kool bevattende container blootgesteld aan een druk die tussen de 20 kPa en 300 kPa, bij voorkeur tussen 20 kPa en 200 kPa, bij voorkeur tussen 25 kPa en 200 kPa, bij voorkeur tussen 25 kPa en 200 kPa, bij voorkeur tussen 30 kPa en 100 kPa, bij voorkeur tussen 30 kPa en 50 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container. In verdere uitvoeringsvormen wordt de geactiveerde kool bevattende container blootgesteld aan een druk van ongeveer 35 kPa. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt de actieve kool bevattende container blootgesteld aan een druk BE2020/5720 die minstens 300 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container. In verdere uitvoeringsvormen wordt de actieve kool bevattende container blootgesteld aan een overdruk ten opzichte van de druk buiten de container in combinatie onder een temperatuur die hoger ligt dan de temperatuur buiten de container. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt de overdruk in de actieve kool bevattende container mede bekomen door manipulatie van de druk buiten de container, bijvoorbeeld een verlaging van de druk buiten de container. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de overdruk gedeeltelijk of volledig bewerkstelligd door opwarming van de {inhoud van) de container.
In bepaalde uitvoeringsvormen vindt het ontspannen van de container plaats in een tijdspanne van minder dan 10 seconden. In bepaalde uitvoeringsvormen vindt het ontspannen van de container plaats in minder dan 5 seconden, bij voorkeur minder dan 2 seconden, bij voorkeur minder dan 1 seconde, bij voorkeur minder dan 0.5 seconde. In bepaalde uitvoeringsvormen vindt het ontspannen van de container plaats in een tijdspanne van tussen 1 minuut en 0.1 seconde, bij voorkeur tussen 30 seconden en 0.2 seconde, bij voorkeur tussen 15 seconden en 0.5 seconde. In bepaalde uitvoeringsvormen gebeurt ontspanning voordat het minstens één afsluitmechanisme zijn uiterste open positie bereikt. Een vakman begrijpt dat de precieze tijd nodig om ontspanning van de container te bekomen afhankelijk is van verschillende parameters zoals maar niet gelimiteerd tot de afmetingen van de container, het debiet van het minstens één afsluitmechanisme, en het drukverschil in de container en buiten de container.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de ontspanning van de actieve kool bevattende container gebeurt door de positie van minstens één afsluitmechanisme deel uitmakend van of geconnecteerd aan de container te wijzigen van een gesloten positie naar een open positie. In bepaalde uitvoeringsvormen is het ten minste één afsluitmechanisme op directe wijze fysiek verbonden met de container. In alternatieve uitvoeringsvormen is het ten minste één afsluitmechanisme fysiek verbonden met de container door middel van een toevoer slang. In bepaalde uitvoeringsvormen is het ten minste één afsluitmechanisme het enige afsluitmechanisme deel uitmakend van of geconnecteerd aan de container. In alternatieve uitvoeringsvormen zijn er ten minste twee, ten minste drie, ten minste vier of ten minste vijf — afsluitmechanismen geconnecteerd aan de container. In bepaalde uitvoeringsvormen gebeurt ontspanning door het simultaan of bijna simultaan in open positie brengen van meer dan één afsluitmechanisme geconnecteerd aan de container. In bepaalde uitvoeringsvormen laat het ten minste één afsluitmechanisme geconnecteerd aan de container zowel toevoer van druk naar en ontspannen van de container toe. In alternatieve uitvoeringsvormen gebeurt de ontspanning van de container door het in open positie brengen van een afsluitmechanisme dat niet het afsluitmechanisme BE2020/5720 is dat druktoevoer toelaat of bewerkstelligd. De term “afsluitmechanisme” zoals hierin gebruikt duidt op een manipuleerbaar connectie-onderdeel en doelt op een technisch mechanisme om de stroming van een fysisch medium te besturen. In de context van de onderhavige technologie is het fysisch medium een gas, mengels van gassen, een vloeistof, of een mengsel van vloeistoffen. De connectie is manipuleerbaar in die zin dat het wel of niet doorlaten van een fysisch medium kan geregeld worden op manuele en/of automatische wijze. De bewoording “gesloten positie” beschrijft een wel gedefinieerde relatieve stand van meerdere afsluitmechanisme onderdelen ten opzichte van elkaar. In een gesloten positie is een afsluitmechanisme ondoordringbaar en ondoorlaatbaar voor een substantie, in de context van de onderhavige technologie doorgaans voor gas of lucht, tenzij een andere substantie expliciet wordt genoemd. Niet limiterende voorbeelden van afsluitmechanismen zijn ventielen, kleppen, en afsluiters. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de beoogde afsluitmechanismen ventielen. In alternatieve uitvoeringsvormen zijn de beoogde afsluitmechanismen kleppen, bijvoorbeeld vlinderkleppen of reduceerkleppen. In nog alternatieve uitvoeringsvormen waarbij meer dan één afsluitmechanisme beschreven wordt bevat de onderhavige technologie eender welke combinatie van ventielen, kleppen, en afsluiters. In uitvoeringsvormen waar een ventiel beoogd wordt kan dit ventiel bediend worden volgens de volgende niet limiterende manipulaties: draaien, drukken, zwengelen, of heffen. Automatische ventielen worden tevens beoogd in de onderhavige technologie. Automatische afsluitmechanismen zijn indicatief voor afsluitmechanismen die vanop afstand (elektrisch) kunnen bediend worden bijvoorbeeld door middel van een elektromagneet, elektromotor, pneumatisch, of perslucht.
Een vakman is bewust dat een luchtdicht afsluitmechanisme eveneens kan beschouwd worden als een waterdicht afsluitmechanisme. Een “open positie” van het afsluitmechanisme is indicatief voor een positie van de onderdelen van het afsluitmechanisme ten opzichte van elkaar geconfigureerd zodat geen complete afsluiting meer plaats vindt, waardoor bijgevolg uitwisseling van gasstromen of luchtstromen kan plaatsvinden. Een gedeeltelijk geopend afsluitmechanisme, zijnde een afsluitmechanisme in een gedeeltelijke open positie, kan beschouwd worden als een afsluitmechanisme in een open positie in het kader van de hierin beschreven technologie.
In verdere uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de positie van minstens één afsluitmechanisme, bij voorkeur op automatische wijze, wijzigt van een gesloten positie naar een open positie wanneer een vooraf ingestelde druklimiet bereikt wordt in de container. In bepaalde uitvoeringsvormen is de druklimiet afhankelijk van de karakteristieken van de container. In bepaalde uitvoeringsvormen is de druklimiet op arbitraire wijze ingesteld. In bepaalde uitvoeringsvormen waarbij meer dan één afsluitmechanisme geconnecteerd is met de container kan de gesloten positie van één afsluitmechanisme, meerdere afsluitmechanismen, of alle BE2020/5720 afsluitmechanismen op automatische wijze wijzigen naar een open positie. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de positie van minstens één afsluitmechanisme op geautomatiseerde wijze wijzigt van een gesloten positie naar een open positie wanneer een vooraf ingestelde druklimiet bereikt wordt in de container, gevolgd door een wijziging van de positie van minstens één afsluitmechanisme van de open positie naar de gesloten positie wanneer een tweede vooraf ingestelde druklimiet bereikt wordt in de container. In bepaalde uitvoeringsvormen is een eerste vooraf ingestelde druklimiet ten minste 30 kPa hoger dan een tweede vooraf ingestelde druklimiet. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze zoals hierin beschreven eveneens het (automatisch) wijzigen van het afsluitmechanisme van een open positie naar een gesloten positie wanneer een bepaalde hoeveelheid druk afgelaten is van de container, of wanneer atmosferische druk in de container bekomen wordt door ontspannen van de container. In bepaalde uitvoeringsvormen is het afsluitmechanisme een drukventiel.
De term “druklimiet” zoals gebruikt in de beschrijving van de onderhavige technologie doelt op een vooraf ingestelde drukwaarde. “Geautomatiseerde wijziging” zoals gebruikt voor het beschrijven van de onderhavige uitvinding duidt op een verandering in positie van minstens één afsluitmechanisme door bereiken van een bepaalde druklimiet en/of temperatuur.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat na ontspanning van de container de positie van minstens één afsluitmechanisme gewijzigd wordt van een open positie naar een gesloten positie. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt ontspanning bereikt door een verlaging van de druk in de actieve kool bevattende container naar de atmosferische druk. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt ontspanning bereikt door wanneer de druk in de actieve kool bevattende container dezelfde druk bereikt als de druk in een ruimte of container geconnecteerd met de actieve kool bevattende container door middel van minstens één afsluitmechanisme.
In alternatieve uitvoeringsvormen wordt de positie van minstens één afsluitmechanisme gewijzigd van een open positie naar een gesloten positie na gedeeltelijke ontspanning, op voorwaarde dat het drukverschil voor en na ontspanning minstens 15 kPa bedraagt. In verdere uitvoeringsvormen is het drukverschil tussen 15 kPa en 300 kPa, bij voorkeur tussen 15 kPa en 200 kPa, bij voorkeur tussen 20 kPa en 150 kPa, bij voorkeur tussen 20 kPa en 100 kPa, bij voorkeur tussen 20 kPa en 50 kPa. In alternatieve uitvoeringsvormen is het drukverschil hoger dan 300 kPa. In bepaalde uitvoeringsvormen gebeurt de wijziging van de positie van minstens één afsluitmechanisme van open positie naar gesloten positie op automatische wijze. In bepaalde uitvoeringsvormen wijzigt de positie van ten minste twee afsluitmechanismen van een open positie naar een gesloten positie, bij voorkeur op automatische wijze.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de BE2020/5720 positie van het minstens één afsluitmechanisme wijzigt van een gesloten naar een open positie in minder dan 10 seconden. In bepaalde uitvoeringsvormen wijzigt de positie van het minstens één afsluitmechanisme van een gesloten naar een open positie in minder dan 5 seconden, bij voorkeur minder dan 1 seconde, bij voorkeur minder dan 0.5 seconde, bij voorkeur minder dan 0.2 seconde, bij voorkeur minder dan 0.1 seconde. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de inhoud van de actieve kool bevattende container blootgesteld wordt aan een druk die minstens 15 kPa hoger is dan de druk buiten de container, en dat de container vervolgens ontspant in een tijdspanne van minder dan 10 seconden. In verdere uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de inhoud van de actieve kool bevattende container blootgesteld wordt aan een druk die tussen 15 kPa en 300 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container, en dat de container vervolgens ontspant in een tijdspanne van tussen 20 seconden en 0.2 seconde. In verdere uitvoeringsvormen wordt de inhoud van de actieve kool bevattende container blootgesteld aan een druk die tussen 15 kPa en 100 kPa, bij voorkeur tussen 20 kPa en 100 kPa, bij voorkeur tussen 25 kPa en 100 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container, en dat de container vervolgens ontspant in een tijdspanne van tussen 10 seconden en 0.2 seconden, bij voorkeur tussen 5 seconden en 0.2 seconden. In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de inhoud van de actieve kool bevattende container blootgesteld wordt aan een druk die minstens 15 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container en dat de container vervolgens ontspant in een tijdspanne van minder dan 0.5 seconden.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven aangepast zodat na ontspanning het stof wordt opgevangen in een tweede container geconnecteerd aan de actieve kool bevattende container. In verdere uitvoeringsvormen is de tweede container geconnecteerd aan de actieve kool bevattende container door een afsluitmechanisme. Een vakman begrijpt dat de tweede container kan uitgerust worden met verschillende afsluitmechanismen die in staat zijn een connectie te bewerkstelligen met verschillende soorten actieve kool bevattende containers. Een vakman begrijpt bovendien dat de beoogde tweede container kan beschouwd worden als een universeel-aansluitbare container, of een multivalent-aansluitbare container.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de tweede container een mobiele container, bij voorkeur uitgerust met ten minste twee verschillende afsluitmechanismen. In bepaalde uitvoeringsvormen bevat de tweede container een structurele configuratie die lediging van de container toelaat, bij voorkeur zonder gebruik te maken van het structureel onderdeel (bijvoorbeeld een afsluitmechanisme) die connectie bewerkstelligt met de actieve kool bevattende container. In verdere uitvoeringsvormen is de structurele configuratie een luik. In bepaalde uitvoeringsvormen is de container structureel rigide.
In alternatieve uitvoeringsvormen is de vorm van de tweede container variabel. In bepaalde BE2020/5720 uitvoeringsvormen is de tweede container (gedeeltelijk) doorzichtig. In bepaalde uitvoeringsvormen is de tweede container geconnecteerd of is de tweede container connecteerbaar aan een voorziening of toevoer van vocht, bij voorkeur een voorziening of toevoer van water.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven aangepast zodat de actieve kool bevattende container een filtervat is, bij voorkeur een mobiel filtervat. In verdere uitvoeringsvormen bevat de actieve kool bevattende container naast actieve kool een tweede materie dat adsorberende kenmerken bevat. In bepaalde uitvoeringsvormen bevat het (mobiel)filtervat een compressor geconnecteerd aan de ruimte waarin de actieve kool zich bevindt. In bepaalde uitvoeringsvormen bevat de actieve kool bevattende container een luik geconfigureerd voor het vullen en/of ledigen van de container met actieve kool. De term “filter” zoals hierin gebruikt verwijst naar de standaard definitie van een filter in de stand der techniek. “Filter” verwijst dusdanig naar een medium gebruikt om vaste stoffen te scheiden van vloeistoffen en/of gassen. Een filter zoals beschreven in de onderhavige technologie is dus indicatief voor een medium dat een filterfunctie kan uitoefenen door gebruik te maken van eender welk mechanische, fysische of zelf biologische bewerkingen. Filters zijn doorgaans ingericht om bepaalde stoffen in een vloeistof en/of een gas vast te houden zonder passage of doorstroom van de vloeistof of gas te verhinderen. De filter kan een enkele laag actieve kool bevatten, zoals een zeef of een filterbed, maar kan evengoed één of meerdere filterlagen van actieve kool bevatten die een matrix vormen van regelmatige of onregelmatige kanalen. De term “filtervat” zoals hierin gebruikt duit op een container die minstens een invoer en uitvoer bevat voor het gas dat gezuiverd dient te worden zodat het gas door de container en de daarin zittende kool kan stromen. In verdere uitvoeringsvormen bevat de actieve kool bevattende container een tweede luik voor het ledigen van de actieve kool uit de container. In verdere toepassingsvormen is het luik voor het vullen van de container met actieve kool gelegen bovenaan de container. In nog verdere toepassingsvormen is het luik voor het ledigen van de container gelegen onderaan de container. In nog verdere toepassingsvormen kan een volledig gaszuiveringsproces dat de onderhavige technologie als volgt beschreven worden: i) vullen van een eerste luchtdichte container met actieve kool, bij voorkeur door een luik gelegen bovenaan de container; ii) blootstellen van de inhoud van de luchtdichte container aan een druk hoger dan de druk buiten de container; iii) ontspannen van de actieve kool bevattende container, bij voorkeur door wijziging van de positie van een afsluitmechanisme geconnecteerd aan of deel uitmakend van de container. Optioneel wordt BE2020/5720 het actieve kool stof opgevangen in een tweede container; iv) bewerkstelligen van een gasstroom door de actieve kool bevattende container, waarbij de gasstroom een te zuiveren gas bevat; en optioneel v) ledigen van de actieve kool uit de eerste luchtdichte container, bij voorkeur door een luik gelegen onderaan de container. Een vakman verstaat op basis van de onderhavige technologie en beschreven toepassingsvormen dat verdere stappen kunnen toegevoegd worden aan bovenstaand proces, zoals maar niet gelimiteerd tot het afkoppelen of stopzetten van de gasstroom vooraleer de eerste luchtdichte container te ledigen.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat door ontstoffing een reductie plaats vindt van minstens 30% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 50% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 75% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 90% in aantal stofdeeltjes.
In bepaalde uitvoeringsvormen voorziet de beschreven werkwijze in minstens één staal name van de gasstroom die door de actieve kool bevattende container gevoerd wordt. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de hoeveelheid van ontstoffing overeenkomt met het verschil tussen de hoeveelheid stofdeeltjes in een gas dat voor en na de werkwijze door de koolstof bevattende container gevoerd is. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt de hoeveelheid residueel stof in de actieve container na ontstoffing door de werkwijze hierin beschreven nagegaan door een vergelijking van het toegevoerde gas voor passage door de actieve kool bevattende container met het toegevoerde gas na passage door de actieve kool bevattende container. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt de hoeveelheid residueel stof nagegaan door vergelijking van de hoeveelheid stof in gas na passage door de actieve kool bevattende container met een referentie waarde.
Een vakman verstaat dat een referentiewaarde afhankelijk is van verschillende parameters, onder meer door maar niet gelimiteerd tot de soort en/of vorm van de actieve kool in de container. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt het stofgehalte van de actieve kool in de container nagegaan door een standaardtest. Een vakman is op de hoogte van de uitvoeringswijze van deze testen. In bepaalde uitvoeringsvormen van de onderhavige technologie windt de staal name plaats op vooraf bepaalde tijdstippen. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de hierin beschreven werkwijze meerdere malen herhaald tot een bepaalde residuele hoeveelheid van stof gedetecteerd wordt. In bepaalde uitvoeringsvormen voorziet de werkwijze zoals hierin beschreven er in dat additionele testen uitgevoerd worden om de actieve kool te karakteriseren, zoals maar niet beperkt tot een test voor bepalen van de vochtigheid van de actieve kool.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de BE2020/5720 actieve kool bevattende container actieve kool bevat van granulaire vorm, geëxtrudeerde vorm, parelvorm, geïmpregneerde vorm, een met polymeer bekleedde vorm, geweven vorm, of eender welke combinatie hiervan.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de onderhavige technologie gekenmerkt doorat de actieve kool bevattende container gereactiveerde actieve kool bevat, of een mengel van nieuw actieve kool en gereactiveerde kool.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de actieve kool bijkomend gezeefd wordt alvorens deze geïntroduceerd wordt in de container, of tijdens dat deze geïntroduceerd wordt in de container.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de gebruikte actieve kool een mengsel actieve kool van verschillende oorsprong, en/of ge(re)activeerd door verschillende (re)activatie processen.
Zoals hierin gebruikt verwijst de term “gereactiveerde kool” naar een actieve kool die na verzadiging gerecycleerd is geweest voor een volgende toepassing, die al dan niet gelijk is aan de eerst uitgevoerde of voorgaande toepassing.
Gereactiveerde kool wordt zowel gebruikt voor herhaling van een eerdere toepassing waar de actieve kool gebruikt werd of voor het uitvoeren van een andere toepassing.
Een vakman verstaat dat de oorsprong van de actieve kool niet limiterend is voor de mogelijkheid van uitvoeren van de onderhavige technologie.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de werkwijze zoals hierin beschreven aangepast voor het zuiveren van methaanhoudende gassen zoals biogas, stortgas, mijngas, moerasgas, of aardgas, bij voorkeur het ontzwavelen van methaanhoudende gassen.
De term “methaanhoudend gas” dient in de context van de onderhavige technologie geïnterpreteerd te worden als een gas dat minstens 10%, bij voorkeur 20%, bij voorkeur 30%, bij voorkeur 40%, bij voorkeur 50% methaan bevat.
De soorten actieve kool die bruikbaar zijn in de onderhavige technologie kunnen geclassificeerd worden op basis van grootte van de actieve kool partikels, hun activatieproces, en mogelijk industriële applicaties.
Een vakman begrijpt dat nagenoeg alle vormen van actieve kool beoogd worden in de onderhavige technologie.
Poedervormige actieve kool wordt doorgaans beschreven als actieve kool kleiner dan 1.0 mm grootte.
Wanneer de onderhavige technologie aangepast wordt zodat de werkwijze hierin beschreven uitgevoerd kan worden op poedervormige actieve kool is het aangewezen dat de poedervormige actieve kool kan onderscheiden worden van het actieve kool stof op basis van massa.
Actieve kool van de granulaire vorm wordt gekenmerkt door een grotere diameter dan poedervormige actieve kool wat resulteert in een kleiner extern oppervlak dan waargenomen bij poedervormige actieve kool.
Granulair actieve kool kan verder opgedeeld worden in granulair actieve kool en geëxtrudeerde granulaire actieve kool.
Doorgaans wordt granulaire actieve kool beschouwd als uitermate geschikt voor het zuiveren van gassen en vloeistoffen.
Niet limiterende voorbeelden van granulair actieve kool zijn de groottes 8x20, 20x40, en 8x30 vaak gebruikt in de zuivering van BE2020/5720 vloeistoffen en de groottes 4x6, 4x8, en 4x10 voor de zuivering van gassen. Een vakman is op de hoogte van deze grootte aanduiding en begrijpt dat ter illustratie een 20x40 granulaire actieve kool doorgaan door een US standaard zeef #20 (0.84 mm) kan geleid worden maar zal weerhouden worden door een US standaard zeef #40 (0.42 mm). Geëxtrudeerde actieve kool wordt geproduceerd door het combineren van poedervormige actieve kool met een bindmiddel, waarbij de verbonden actieve kool vervolgens wordt geëxtrudeerd in een cilindrische vorm of bol vorm, doorgaans met een diameter tussen 0.8 en 130 mm. Geïmpregneerde actieve kool zoals beschreven in de onderhavige technologie is indicatief voor actieve kool die verder één of meerdere anorganische impregnaten bevat. Niet limiterende voorbeelden van impregnaten zijn aluminium, mangaan, zink, ijzer, lithium, calcium, jodium, en zilver. Een met polymeer bekleedde actieve kool is actieve kool dat een laag biocompatibel polymeer bevat op het buitenoppervlak zonder dat deze laag de toegang tot de poriën blokkeert. Geweven actieve kool ten slotte is gebaseerd op het verwerken van rayonvezels tot actieve koolstof.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de druk in de container wordt opgevoerd door toevoeging van perslucht of een gasmengsel. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de druk in de container wordt opgevoerd door toevoeging van en gas met een samenstelling overeenkomstig aan het te zuiveren gas. In verdere uitvoeringsvormen wordt de werkwijze zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de druk in de container wordt opgevoerd door een mengsel van het te zuiveren gas en perslucht. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de perslucht of gasmengsel gecomplementeerd met additionele bestanddelen die een reinigende en/of activerende functie bevatten. De reinigende functie van één of meerdere additionele bestanddelen kan betrekking hebben op reiniging van de actieve kool, reiniging van de inwendige containerwanden, reiniging van de toevoer — en/of afvoer onderdelen die de te zuiveren gasstroom naar en van de actieve kool bevattende container leiden, of een reiniging bewerkstelligen van eender welke combinatie van de deze componenten. De term “perslucht” zoals gebruikt in de beschrijving van de onderhavige technologie verwijst naar samengeperste lucht verkregen door methoden bekend in de stand der techniek.
In een verder aspect beoogt de onderhavige technologie een computer-gebaseerde werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool, omvattend het invoeren van de actieve kool karakteristeken in een gebruikersinterface, het berekenen van een optimale overdruk door de computer, het blootstellen van de actieve kool in een container aan de overdruk berekend door de computer, en het ontspannen van de container. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het invoeren van de actieve kool karakteristieken het invoeren van het stofpercentage. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt het stofpercentage van de actieve kool aanwezig in de container automatisch gedetecteerd door de computer, bij voorkeur door middel van één of meerdere sensoren bijvoorbeeld optische sensoren. In verdere BE2020/5720 uitvoeringsvormen wordt de computer-gebaseerde werkwijze automatisch uitgevoerd wanneer een luik ingericht voor toevoeging van actieve kool aan de container gesloten wordt. Er werd verder vastgesteld dat het gebruik van overdruk uitermate geschikt is voor het ontstoffen van actieve kool en dat het gebruik hiervan kan geconfigureerd worden op basis van de noden om de actieve kool te ontstoffen. De uitvinders hebben bijkomend ontdekt dat de graad van ontstoffing doorgaans evenredig is met het drukverschil. Het gebruik van overdruk om actieve kool te ontstoffen kan toegepast worden op eender welke actieve kool bevattende container, ongeacht of dit een gefixeerde of mobiele container is. De precieze functie van de actieve kool bevattende container is eveneens niet limiterend voor het bewerkstelligen van de onderhavige technologie en deze kan dusdanig ingezet worden voor de het ontstoffen van de volgende illustratieve en niet beperkende soorten van containers: actieve kool bevattende filtervaten, actieve kool opslagcontainers, containers ingericht voor het (her)activeren van koolstofrijke materie, containers ingericht voor het impregneren van actieve kool, en containers ingericht voor het extruderen van actieve kool.
Het gebruik van overdruk voor het ontstoffen van een actieve kool bevattende container kan op zichzelf staan, of geïmplementeerd worden in een groter geheel van actieve kool manipulerende processen en/of processen waarbij men terugvalt op de adsorberende eigenschappen van actieve kool voor de zuivering van vloeistoffen of gassen, bij voorkeur gassen. In bepaalde uitvoeringsvormen is de grootte van het drukverschil aangepast aan een eerder gemeten stofgehalte in het te zuiveren gas. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt een bestaande container geplaatst in en volledig omsloten door een container waarin men een gewenste overdruk kan genereren. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het gebruik van overdruk in de actieve kool bevattende container gecombineerd met gekende alternatieve reinigingswijzen die gekend zijn in de stand der techniek. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het gebruik van overdruk meerdere malen, bij voorkeur minstens twee maal, bij voorkeur minstens drie maal, bij voorkeur minstens meer dan drie maal herhaald om een residuele hoeveelheid stof verder te minimaliseren. In verdere uitvoeringsvormen wordt het gebruik van een identieke overdruk meerdere malen beoogd om een residuele hoeveelheid stof verder te minimaliseren. In alternatieve uitvoeringsvormen wordt het gebruik van verschillende groottes van overdruk beoogd om een residuele hoeveelheid stof verder te minimaliseren. In nog verdere uitvoeringsvormen worden oplopende drukverschillen achtereenvolgend gebruikt om een residuele hoeveelheid stof verder te minimaliseren. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het gebruik van een overdruk van 30 kPa tot 300 kPa beoogd voor het ontstoffen van een actieve kool bevattende container te ontstoffen. Het gebruik van de onderhavige technologie is toepasbaar voor eender welke actieve kool bevattenten container of installatie voor éénmalig of herhaaldelijk gebruik voor het zuiveren van gassen of vloeistoffen, bij voorkeur gassen.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het gebruik zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de BE2020/5720 actieve kool wordt blootgesteld aan de overdruk in een filtervat, bij voorkeur een mobiel filtervat.
In bepaalde uitvoeringsvormen bevindt de actieve kool zich reeds in een container dewelke geconfigureerd is om een filterfunctie uit te oefenen, waarbij de container bij voorkeur een (mobiel) filtervat is.
In alternatieve uitvoeringsvormen wordt het gebruik zoals hierin beschreven gekenmerkt doordat de actieve kool die wordt blootgesteld aan de overdruk in een container bevindt die niet geconfigureerd is om een filterfunctie uit te oefenen en bijgevolg de actieve kool nog minstens één maal dient overgeplaatst te worden naar een container ingericht om een filterfunctie uit te oefenen.
Een vakman begrijpt dat het gebruik van overdruk om een container die actieve kool bevat te ontstoffen door middel van een reeks manuele handelingen kan uitgevoerd worden, door middel van een reeks geautomatiseerde handelingen, of door een combinatie van manuele en geautomatiseerde handelingen.
In een verder aspect hebben de uitvinders ontdekt dat mobiele actieve kool bevattende containers slechts een kleine hoeveelheid stof bevatten en daardoor uiterst geschikt zijn voor gaszuivering.
Deze containers zijn in staat gezuiverd gas met een verhoogde zuiverheidsgraad te produceren ten opzichte van actieve kool bevattende containers bekend in de stand der techniek.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de actieve kool bevattende container actieve kool gekenmerkt door een gemiddeld transmissie gehalte van 40% in gas dat doorheen de container gestuurd wordt.
In verdere uitvoeringsvormen wordt de actieve kool bevattende container actieve kool gekenmerkt door een gemiddeld transmissie gehalte van 45%, bij voorkeur 50%, bij voorkeur 55%, bij voorkeur 60%, bij voorkeur 65%, bij voorkeur 70%, bij voorkeur 75%, bij voorkeur 80%, bij voorkeur 85%, bij voorkeur 90%, bij voorkeur 95% in gas dat doorheen de container gestuurd wordt.
De term “transmissie” zoals hierin gebruikt duidt op de transmissie doorheen een medium, het medium in de context van de onderhavige technologie zijnde een gas.
Transmissie is een kwantitatieve parameter die afhankelijk is van de hoeveelheid stof aanwezig in een gas of gasmengsel.
Voor de bepaling van de transmissie van het stofgehalte kan gebruik gemaakt worden van een methode waarbij actieve kool in contact gebracht wordt met gedenatureerde alcohol waarbij het eventueel aanwezige stof in suspensie komt.
Daarna wordt de suspensie gefilterd met een zeef en wordt op de gezeefde suspensie het percentage transmissie gemeten bij een golflengte van 440nm.
Hoe hoger de transmissie, hoe lager het stofgehalte.
In het bijzonder worden actieve kool bevattende containers beoogd die verkregen zijn door de hierin beschreven werkwijze, of het hierin beschreven gebruik.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de hierin beschreven actieve kool bevattende container uitgerust met een opslagreservoir voor stof afgescheiden van de ruimte van de container die de actieve kool bevat, bij voorkeur door een afsluitmechanisme.
In bepaalde uitvoeringsvormen bevat de actieve kool bevattende container een zeef bij voorkeur aan de onderzijde van de container, waarbij de zeef kan in connectie gebracht worden BE2020/5720 met de omgeving waarin de container zich bevindt door openen van structurele voorziening waardoor een portie stof door de container valt bij het plaatsen van de actieve kool in de container. In bepaalde uitvoeringsvormen fungeert het opslagreservoir als opslagruimte zowel voor het stof verkregen door het zeven van de actieve kool bij verplaatsing naar de container en voor het stof verkregen door de werkwijze berustende op of het gebruik van de onderhavige technologie. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het actieve kool stof bevochtigd in een opslagreservoir wat de lediging van de container faciliteert. In bepaalde uitvoeringsvormen bevat de actieve kool bevattende container een manometer. De term “manometer” zoals gebruikt hierin is indicatief voor een meetinstrument waarmee druk wordt gemeten. In bepaalde uitvoeringsvormen is de container vervaardigd volgens gestandaardiseerde (ISO) normen.
In een verder aspect wordt tevens het gebruik van een actieve kool bevattende container zoals hierin beschreven beoogd voor het extraheren van contaminanten uit een gas. In bepaalde uitvoeringsvormen is de actieve kool bevattende container die gebruikt wordt voor het extraheren van contaminanten uit een gas een mobiele container. In alternatieve uitvoeringsvormen is de actieve kool bevattende container die gebruikt wordt voor het extraheren van contaminanten uit een gas een stationaire container. In bepaalde uitvoeringsvormen bevatten de contaminanten zwavelhoudende verbindingen. In alternatieve uitvoeringsvormen bevatten de contaminanten ontvlambare stoffen.
De in deze aanvraag beschreven aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding worden voorts ondersteund door de volgende niet-beperkende voorbeelden.
VOORBEELDEN Karakterisatie Stof actieve kool en Ontstoffing Samples van het stof afkomstig van actieve kool werden geanalyseerd door middel van laser diffractie. Afhankelijk van het type actieve kool zijn de karakteristieken van het stof verschillend.
Bij steenkool gebaseerde partikels hebben de stofdeeltjes een mediaan grootte van 70.5um. 47.1% van het staal had een partikel grootte van 63um of minder, 75.7% van het staal had een partikel grootte van 200um of minder en 98.8% van het staal had een partikel grootte van 500um of minder.
Voor de bepaling van de transmissie van het stofgehalte kan gebruik gemaakt worden van de volgende methode: 1,25g actieve kool wordt in contact gebracht met gedenatureerde alcohol (Disolol®) waarbij het eventueel aanwezige stof in suspensie komt. Daarna wordt de suspensie gefilterd met een zeef en wordt op de gezeefde suspensie het percentage transmissie gemeten bij een golflengte van 440nm.
Hoe hoger de transmissie, hoe lager het stofgehalte.
De steenkool gebaseerde partikels werden ontstoft door middel van de hierin beschreven methode. De pellets werden ontstoft door een blootstelling aan een overdruk van 350 mbar gedrurende 1 minuut waarna de container ontspant werd.
Een stofmeting voor en na ontstoffing toont aan de BE2020/5720 transmissie stijgt van 60% naar 67%. measure dust content (DSTM26) before and after dedusting

Claims (16)

CONCLUSIES (hertypt) BE2020/5720
1. Werkwijze voor het ontstoffen van een actieve kool bevattende container voor het verwijderen van contaminanten uit een gas, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: i) blootstelling van de inhoud van de container aan een druk hoger dan de druk buiten de container, en ii) ontspannen van de container.
2. De werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de container wordt blootgesteld aan een druk die minstens 15 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container, bij voorkeur aan een druk die van 20 kPa tot 300 kPa hoger ligt dan de druk buiten de container.
3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het ontspannen van de container plaats vindt in een tijdspanne van minder dan 10 seconden, bij voorkeur minder dan 5 seconden, bij voorkeur minder dan 2 seconden.
4. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ontspanning van de container gebeurt door de positie van minstens één afsluitmechanisme deel uitmakend van of geconnecteerd aan de container te wijzigen van een gesloten positie naar een open positie.
5. De werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de positie van minstens één afsluitmechanisme wijzigt van een gesloten positie naar een open positie wanneer een vooraf ingestelde druklimiet bereikt wordt in de container, bij voorkeur op geautomatiseerde wijze.
6. De werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het afsluitmechanisme een drukventiel is.
7. De werkwijze volgens conclusies 3 tot 6, met het kenmerk dat de positie van het minstens één afsluitmechanisme wijzigt van een gesloten naar een open positie in minder dan 10 seconden, bij voorkeur minder dan 5 seconden, bij voorkeur minder dan 1 seconde, bij voorkeur minder dan
0.5 seconde.
8. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat na ontspanning stof wordt opgevangen in een tweede container geconnecteerd aan de actieve kool bevattende container, bij voorkeur geconnecteerd door een afsluitmechanisme.
9. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de actieve kool bevattende container een filtervat is, bij voorkeur een mobiel filtervat.
10. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat door ontstoffing een reductie van minstens 30% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 50% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 75% in aantal stofdeeltjes, bij voorkeur minstens 90% in aantal stofdeeltjes plaatsvindt.
11. De werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de hoeveelheid van ontstoffing BE2020/5720 overeenkomt met het verschil tussen de hoeveelheid stofdeeltjes in een gas dat voor en na de werkwijze door de koolstof bevattende container gevoerd is.
12. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de actieve kool bevattende container actieve kool bevat van granulaire vorm, geëxtrudeerde vorm, parelvorm, geïmpregneerde vorm, met polymeer bekleedde vorm, geweven vorm, of eender welke combinatie hiervan.
13. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in stap i) de druk opgevoerd wordt door toevoeging van perslucht.
14. Het gebruik van overdruk voor het ontstoffen van actieve kool, met het kenmerk dat de actieve kool wordt blootgesteld aan de overdruk in een filtervat, bij voorkeur een mobiel filtervat.
15. Een mobiele actieve kool bevattende container voor de zuivering van een gas waarbij de container actieve kool bevat gekenmerkt door dat de actieve kool ontstoft is en gas dat doorheen de container gestuurd wordt een minimale transmissie heeft van 40%.
16. Het gebruik van een actieve kool bevattende container volgens conclusie 15, voor het extraheren van contaminanten uit een gas.
BE20205720A 2020-10-15 2020-10-15 Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers BE1028315B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205720A BE1028315B1 (nl) 2020-10-15 2020-10-15 Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205720A BE1028315B1 (nl) 2020-10-15 2020-10-15 Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1028315B1 true BE1028315B1 (nl) 2021-12-13

Family

ID=72964398

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205720A BE1028315B1 (nl) 2020-10-15 2020-10-15 Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028315B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0172003A1 (en) * 1984-08-13 1986-02-19 Pall Corporation Sorbing apparatus
EP0955087A1 (en) * 1998-05-08 1999-11-10 Toyobo Co., Ltd. Gas adsorption sheet and air-purifying filter
WO2008064293A2 (en) * 2006-11-22 2008-05-29 Calgon Carbon Corporation Carbon filled pressurized container and method of making same
EP2628533A1 (en) * 2012-02-17 2013-08-21 Desotec N.V. Method and installation for the regeneration of spent carbonaceous adsorbent
KR20160055754A (ko) * 2016-04-30 2016-05-18 정동규 활성탄카트리지 연속식 열재생장치 및 운전방법
US20160272908A1 (en) * 2013-03-19 2016-09-22 Osaka Gas Co., Ltd. Gas Purification Method

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0172003A1 (en) * 1984-08-13 1986-02-19 Pall Corporation Sorbing apparatus
EP0955087A1 (en) * 1998-05-08 1999-11-10 Toyobo Co., Ltd. Gas adsorption sheet and air-purifying filter
WO2008064293A2 (en) * 2006-11-22 2008-05-29 Calgon Carbon Corporation Carbon filled pressurized container and method of making same
EP2628533A1 (en) * 2012-02-17 2013-08-21 Desotec N.V. Method and installation for the regeneration of spent carbonaceous adsorbent
US20160272908A1 (en) * 2013-03-19 2016-09-22 Osaka Gas Co., Ltd. Gas Purification Method
KR20160055754A (ko) * 2016-04-30 2016-05-18 정동규 활성탄카트리지 연속식 열재생장치 및 운전방법

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2765954C1 (ru) Способ очистки регенерированного полиэтилена
US7393381B2 (en) Removing siloxanes from a gas stream using a mineral based adsorption media
TWI519469B (zh) 氙與其他高價值化合物之回收
Knaebel Adsorbent selection
US5389125A (en) Automated system for recovery of VOC's from process air
US7955415B2 (en) Natural gas storage apparatus and method of use
KR100699293B1 (ko) 반응성 기체의 빌트인 정제 장치
Ren et al. Alum sludge as an efficient sorbent for hydrogen sulfide removal: Experimental, mechanisms and modeling studies
US20130324397A1 (en) Carbon adsorbent for hydrogen sulfide removal from gases containing same, and regeneration of adsorbent
CA2848090A1 (en) Adsorbent having utility for co2 capture from gas mixtures
US7494533B2 (en) Systems for purifying gases having organic impurities using granulated porous glass
EP1109613A1 (en) Process for fabricating a sorbent-based gas storage and dispensing system, utilizing sorbent material pretreatment
BE1028315B1 (nl) Werkwijze voor het ontstoffen van actieve kool bevattende containers
JP2010221169A (ja) 揮発性有機物回収システム及び揮発性有機物回収方法
Hamoudi et al. Removal of ions Pb2+ and Cd2+ from aqueous solution by containment geomaterials
US9149756B2 (en) Device for the adsorption treatment of a fluid or fluid stream
US6551700B2 (en) Spherical high-performance adsorbents with microstructure
Sircar et al. Drying of gases and liquids by activated alumina
Shah et al. Recent developments in pressure swing adsorption for biomethane production
US7524359B2 (en) Methods for purifying gases having organic impurities using granulated porous glass
BE1028319B1 (nl) Methode voor het reduceren van een drijvende fractie actieve kool
JP2000300955A (ja) 廃棄ガス中に含まれる希薄なガス状炭化水素の処理装置
AU773355B2 (en) Method for reclamation and/or separation of sulphur oxyfluorides from gas mixtures
US6096116A (en) Reducing ignition risk for activated carbon
Srivastava et al. Vapour breakthrough behaviour of carbon tetrachloride-a simulant for chemical warfare agent on ASZMT carbon

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20211213