BE1028295B1

BE1028295B1 - Een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem

Info

Publication number: BE1028295B1
Application number: BE20205339A
Authority: BE
Inventors: Wardje Maes; Johan Berte; Jacob Bossaer; Pieter Derboven
Original assignee: Bosaq Bv
Priority date: 2020-05-15
Filing date: 2020-05-15
Publication date: 2021-12-13
Also published as: WO2021229431A1; BE1028295A1

Abstract

In een eerste aspect betreft de uitvinding een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem omvattende een transportcontainer, een paneelmodule met één of meerdere zonnepanelen voorzien aan een draagframe, gekoppeld met de container, en apparatuur voor opslag en/of verbruik van zonne-energie. Het draagframe is ervoor aangepast om de paneelmodule doorheen de containeropening te geleiden tussen een eerste, opgeborgen stand binnen het containervolume en een tweede, opgerichte stand buiten het containervolume. In het bijzonder is de paneelmodule in de eerste stand opgehangen binnen een centraal gangpad dat zich vanaf de containeropening in het containervolume uitstrekt, met zijruimten aan weerszijden van het gangpad waarin de genoemde apparatuur is ondergebracht. In verdere aspecten voorziet de uitvinding nog werkwijzen voor captatie en omzetting van zonne-energie, voor transport van zonnepaneelsystemen en voor het bewegen van de zonnepanelen.

Description

t BE2020/5339

EEN VERPLAATSBAAR ZONNEPANEELSYSTEEM

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op mobiele of verplaatsbare zonnepaneelsystemen. Meer bijzonder houdt de uitvinding verband met containers die zijn uitgerust met een systeem van zonnepanelen, en waarvan de zonnepanelen bij voorkeur beweegbaar zijn tussen een eerste, opgeborgen of compacte stand en een tweede, opgerichte of werkzame stand.

STAND DER TECHNIEK Transportcontainers uitgerust met beweegbare zonnepanelen zijn op zich gekend uit de stand der techniek. Een mogelijke toepassing is het verschaffen van elektriciteit in afgelegen gebieden. Bijvoorbeeld beschrijft US 2017 222 475 een langwerpige, speciaal aangepaste container die uitsluitend dienstdoet als generator. Duidelijk gaat het niet om een standaard zeecontainer. Een nadeel is de hogere productiekost. Ook kan dit nadelig zijn voor opslag en transport. De container is uitgerust met een systeem van zonnepanelen. De panelen zijn beweegbaar tussen een transportpositie, binnen de container en een werkzame positie, buiten de container. De beweging wordt deels gestuurd door een complexe mechaniek met gasveren en elektromotoren. In de werkzame positie wordt het geheel van panelen nog handmatig opengeschoven. Echter kan dit handmatig verschuiven van relatief zware panelen problematisch zijn, zeker na langdurig gebruik. Ook is het niet mogelijk om de elektromotoren aan te sturen indien er geen stroomvoorzieningen zijn. In werkzame positie is een deel van de panelen gesteund vanaf de binnenzijde van de containerdeuren. Een ander deel van de panelen is gesteund doorheen de containeropening. Een nadeel hiervan is dat de containeropening niet kan worden geopend of gesloten, in de werkzame positie van de panelen. Verdere apparatuur zoals batterijen, sensoren en een noodgenerator zijn eventueel ondergebracht in een afzonderlijk afsluitbaar deel van het containervolume. Echter, de verdere onderverdeling verhindert een optimaal ruimtegebruik in het containervolume. Verder beschrijft EP 3 166 221 nog een samenstel van onderling scharnierende zonnepanelen, en een speciaal aangepaste container voor opslag en transport van de zonnepanelen. De panelen zijn scharnierend beweegbaar tussen een opgevouwen toestand (binnen de container) en een ontvouwen toestand (buiten de container). Ook is er een complexe mechaniek van gasveren om de ontvouwen panelen in een werkzame toestand, (boven de container) te brengen. De container omvat nog een noodgenerator en een batterij. Opnieuw doet het geheel uitsluitend dienst als generator.

Verder beschrijft CN 208 849 707 nog een container met daarin een veelheid aan zonnepaneelmodules die onderling scharnieren. In werkzame toestand staan de paneelmodules buiten de container opgesteld, via steunpalen op de ondergrond steunend. Als nadeel moet de ondergrond hiervoor geschikt zijn (qua vlakheid en draagcapaciteit) of geschikt gemaakt worden. Nog een nadeel is dat de container weinig hulpmechanismen voorziet om deze opstelling te vergemakkelijken. Verder beschrijft US 2018 287 549 nog een verplaatsbaar systeem met bijvoorbeeld verlichtingsapparatuur of koelapparatuur en middelen om deze apparatuur te voorzien van zonne-energie. Het systeem omvat een verplaatsbare container en zonnepanelen. Tijdens transport zitten de panelen gevat in nissen die in de zijwanden van de container zijn uitgewerkt. Echter zitten zij uitwendig aan de container en dus relatief kwetsbaar. Verder is er een scharnierende mechaniek om de panelen vandaaruit in een werkzame stand te bewegen, voor captatie van zonne-energie. De koelapparatuur of verlichtingsapparatuur zijn in het containervolume zelf voorzien. Echter is de indeling weinig praktisch. Het containervolume wordt niet ten volle benut. Verder beschrijft US 2013 186 450 nog een zonne-energiesysteem met een container en een veelheid aan zonnepaneelmodules. De paneelmodules zijn voorzien van wieltjes. Hierdoor is het mogelijk om de paneelmodules in en uit de container te rijden, langs overeenkomstige rails. Als nadeel moet de ondergrond opnieuw geschikt zijn voor plaatsing van de rails. Nog een nadeel is dat de container geen verdere hulpmechanismen voorziet die de paneelmodules ondersteunen, om de opstelling te vergemakkelijken.

Tot slot beschrijft US 2019 044 011 nog een container met een veelheid aan zonnepanelen en middelen (nl. staalkabels, rails en steunpilaren) om de zonnepanelen buiten de container op te stellen. Het systeem is vrij complex. En opnieuw moet de ondergrond hiervoor geschikt zijn. De container heeft energieopwekking als enige functie. Samenvattend zijn de gekende, verplaatsbare zonnepaneelsystemen te complex en/of zij bieden te weinig hulpmiddelen om de opstelling ervan te vergemakkelijken. Veelal worden er ook belangrijke eisen gesteld aan de ondergrond. Hierdoor kan het zonnepaneelsysteem niet om het even waar worden opgesteld. Sommige ontwerpen laten niet toe om de containeropening te openen en te sluiten, zowel in de opgeborgen stand als in de werkzame stand van de zonnepanelen.

Een aantal voordelige eigenschappen van verplaatsbare zonnepaneelsystemen zijn de eenvoud van ontwerp, de lage productiekost, het compacte en veilige tansport, het plaatsingsgemak, de lage onderhoudsbehoefte, de afsluitbaarheid en het efficiënt ruimtegebruik.

De huidige uitvinding beoogt een verbeterd systeem. In het bijzonder wordt daarbij getracht om één of meerdere van bovengenoemde problemen te verhelpen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Daartoe voorziet de uitvinding in een eerste aspect een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem volgens conclusie 1. Het systeem omvat een transportcontainer, een paneelmodule met één of meerdere zonnepanelen voorzien aan een draagframe, gekoppeld met de container, en apparatuur voor opslag en/of verbruik van zonne- energie. Het draagframe is ervoor aangepast om de paneelmodule doorheen een containeropening te geleiden tussen een eerste, opgeborgen stand binnen het containervolume en een tweede, opgerichte stand buiten het containervolume. In het bijzonder is de paneelmodule in de eerste stand opgehangen binnen een centraal gangpad dat zich vanaf de containeropening in het containervolume uitstrekt, met zijruimten aan weerszijden van het gangpad waarin de genoemde apparatuur is ondergebracht. Optioneel is de transportcontainer een standaard zeecontainer. Een bijzonder voordeel is dat het systeem eenvoudig configureerbaar is tussen een transportmodus (met de zonnepanelen compact opgeborgen in het gangpad), en een werkzame modus (met de zonnepanelen werkzaam opgesteld boven de container voor captatie van zonne-energie). Een multifunctionele container wordt beoogd, met verdere apparatuur die niet noodzakelijk is gelimiteerd tot louter generatie en opslag van elektriciteit. Bovendien wordt het containervolume zo efficiënt mogelijk benut. Namelijk biedt de indeling met het gangpad als voordeel dat de verdere apparatuur, voorzien in de zijruimten makkelijk toegankelijk is vanuit het gangpad voor onderhoud. Dat is, in de werkzame modus met de zonnepanelen uit het gangpad, buiten de container.

+ BE2020/5339 Bij voorkeur is de containeropening afsluitbaar. Optioneel omvat het zonnepaneelsysteem één of meerdere containerdeuren, aangepast voor het selectief openen en sluiten van de containeropening in zowel de opgeborgen stand als in de opgerichte stand van de paneelmodule (conclusies 2-4). Een voordeel ten opzichte van US 2017 222 475 is dat het containervolume ook in de werkzame toestand kan worden afgesloten. Namelijk steekt de geleidende mechaniek niet doorheen de containeropening. De geleidende mechaniek interfereert niet met het sluiten van de containerdeuren. Dit is belangrijk in verband met het afschermen van de apparatuur voorzien in de zijruimten.

Anderzijds voorziet US 2017 222 475 een onderverdeling/afscherming binnenin het containervolume. Dit is nadelig voor efficiënt ruimtegebruik. Bij voorkeur is er dus geen onderverdeling binnen het containervolume (met bv. binnenwanden). Bij voorkeur vormt het containervolume een samenhangend geheel.

Volgens een verder te verkiezen uitvoeringsvorm kan de beweging van de paneelmodule tussen de eerste en tweede stand grotendeels worden gestuurd vanaf het grondniveau, door middel van een lier (conclusies 6-7).

Volgens een verder te verkiezen uitvoeringsvorm strekt het gangpad zich hoofdzakelijk uit volgens een lange as van de container, dwars op de containeropening, met zijruimten aan weerszijden. Dit staat in contrast met US 2017 222 475, dat een verdere opdeling voorziet en slechte toegang biedt tot andere zijruimten en de achterruimte van de container (conclusies 8-9).

In verdere aspecten voorziet de uitvinding nog werkwijzen voor captatie en omzetting van zonne-energie (conclusie 14), voor transport van zonnepaneelsystemen (conclusie 16) en voor het bewegen van de zonnepanelen (conclusie 17).

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuren 1A-B tonen een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem en een paneelmodule, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuren 2A-C geven schematische indelingen van een transportcontainer, in overeenstemming met mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding.

? BE2020/5339 Figuren 3A-K illustreren de beweging van de zonnepaneelmodule tussen zijn eerste, opgeborgen stand binnen het containervolume, en zijn tweede, opgerichte stand buiten het containervolume, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Figuren 4A-C illustreren nog het openvouwen van de paneelmodule in overeenstemming met de uitvoeringsvormen van Fig. 3A-K.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem, evenals werkwijzen voor omzetting van zonne-energie, voor transport van een zonnepaneelsysteem, en voor het bewegen van zonnepanelen tussen een opgeborgen stand en een opgerichte stand. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. In een eerste aspect betreft de uitvinding een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem omvattende: - een transportcontainer met containerwanden die een containervolume omsluiten, welke container een containeropening vormt aan een voorzijde van de container, voor toegang tot het containervolume, - een paneelmodule omvattende één of meerdere zonnepanelen, welke paneelmodule via een draagframe is gekoppeld met de container, welk draagframe ervoor is aangepast om de paneelmodule doorheen de containeropening te geleiden tussen een eerste, opgeborgen stand binnen het containervolume en een tweede, opgerichte stand buiten het containervolume, voor het capteren en omzetten van zonne-energie, en - apparatuur voor opslag en/of verbruik van de omgezette zonne-energie, werkzaam aangesloten of werkzaam aansluitbaar op de paneelmodule.

In het bijzonder is de paneelmodule in de eerste, opgeborgen stand opgehangen binnen een centraal gangpad dat zich vanaf de containeropening in het containervolume uitstrekt, met zijruimten aan weerszijden van het gangpad, in welke zijruimten de genoemde apparatuur is ondergebracht, en waarbij de zijruimten toegankelijk zijn vanaf het gangpad in de tweede, opgerichte stand van de paneelmodule buiten het containervolume. Optioneel is de transportcontainer een standaard zeecontainer. Dit vereenvoudigt het transport. Optioneel gaat het om een 10-voet zeecontainer. Als voordeel biedt een transportcontainer een brede basis voor ondersteuning van de zonnepanelen, zowel in de eerste stand als in de tweede stand. Het vereenvoudigt de installatie ter plaatse. In de meeste gevallen is het niet nodig om een fundering te voorzien en/of om de ondergrond aan te passen. Een 10-voet container heeft als bijkomend voordeel dat het systeem veel compacter is dan gekende systemen op basis van een 40-voet container.

Transport kan dus veel efficiënter verlopen, met vier systemen op de plaats ingenomen door een standaard 40-voet container. Volgens een niet-limitatief voorbeeld bedraagt het paneeloppervlak in de opengelegde of uitgeklapte vorm meer dan 15 m2, bij voorkeur meer dan 20 m2, bij verdere voorkeur meer dan 25 m2.

Zoals gezegd is het containervolume ingedeeld volgens een centraal gangpad oftewel een middengang met (technische) zijruimten links en rechts, en met eventueel een achterruimte. Bij voorkeur strekt elke zijruimte zich uit vanaf het gangpad tot aan de overeenkomstige zijwand, met een bepaalde breedte. Optioneel strekt zich tussen het gangpad en een eventuele achterwand nog een achterruimte uit. Als alternatief strekt het gangpad zich uit tot aan de achterwand, of tot aan een tweede containeropening voorzien aan een achterzijde van de container. Bij voorkeur zijn de zijruimten en de eventuele achterruimte toegankelijk vanaf het gangpad. Tenminste, met de paneelmodule in de tweede stand, buiten het containervolume en het gangpad. Bij voorkeur zijn er dus geen inwendige wanden voorzien in het containervolume die deze toegankelijkheid verhinderen.

Optioneel heeft de transportcontainer een lange as (d.w.z. één van de afmetingen “lengte”, “breedte”, “hoogte” is groter dan de overige twee), waarbij het gangpad zich uitstrekt volgens de lange as van de container, tussen een voorzijde en een achterzijde van de container. Bij voorkeur is de containeropening dan voorzien aan de voorzijde. Algemeen is het gangpad bij voorkeur dwars voorzien op de containeropening. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de container een onderwand, een bovenwand, twee zijwanden, een achterwand en containeropening langs de voorzijde. Het gangpad biedt toegang tot de zijruimtes gelegen langs zijwanden, en tot de achterruimte gelegen langs de achterwand. Bij voorkeur strekt het gangpad zich uit over in hoofdzaak de ganse lengte van de container, tot aan een eventuele achterruimte gelegen langs de achterwand.

Bij voorkeur zijn de zonnepanelen fotovoltaïsche panelen. Dus voor omzetting van zonne-energie naar elektrische energie. Echter is de uitvinding hier in eerste instantie niet toe gelimiteerd. De zijruimten en de eventuele achterruimte kunnen (elektrische) apparatuur herbergen. Optioneel omvat deze apparatuur een (elektrisch gedreven) waterzuiveringssysteem. Als alternatief of daarenboven omvat deze apparatuur middelen voor buffering van elektrische energie / elektriciteit (bv. batterijen, convertoren, ladingsregelaars en dergelijke). Een bijzonder voordeel is dat deze apparatuur eenvoudig toegankelijk is vanuit het gangpad, bijvoorbeeld voor onderhoud.

De toegankelijkheid kan weliswaar beperkingen inhouden voor de afmetingen van het gangpad en de zijruimten. Hoewel dit in eerste instantie niet limiterend is voor de uitvinding, blijkt het optimaal dat het gangpad een breedte heeft van ongeveer 80 cm of meer. Volgens een niet-limitatief voorbeeld is de container een 10-voet zeecontainer met een buitenlengte van ongeveer 2,97 m, een buitenbreedte van ongeveer 2,44 m, een buitenhoogte van ongeveer 2,59 m, een binnenlengte van ongeveer 2,80 m, een binnenbreedte van ongeveer 2,33 m, en een binnenhoogte van ongeveer 2,37 m. Bij voorkeur strekken het gangpad, de zijruimten en een eventuele achterruimte zich uit over in hoofdzaak de gehele binnenhoogte (hier dus ongeveer 2,37 m hoog). Met een gangpad van ongeveer 80 cm breed, zijn de zijruimten dus elk ongeveer 76,5 cm breed.

Algemeen is elke zijruimte bij voorkeur minstens 20 cm breed, bij verdere voorkeur

5 minstens 30 cm, bij verdere voorkeur minstens 40 cm, bij verdere voorkeur minstens 50 cm.

Dit om de apparatuur te herbergen.

Algemeen is elke zijruimte bij voorkeur maximaal 160 cm breed, bij verdere voorkeur maximaal 140 cm, bij verdere voorkeur maximaal 120 cm, bij verdere voorkeur maximaal 100 cm, bij verdere voorkeur maximaal 80 cm.

Dit zodat de gehele zijruimte tot tegen de zijwand eenvoudig toegankelijk kan zijn vanuit het gangpad.

Overeenkomstige maten zijn van toepassing op een eventuele achterruimte, eveneens toegankelijk vanuit het gangpad.

Optioneel zijn beide zijruimten ongeveer even breed.

In de transportmodus bevindt de paneelmodule zich in het gangpad.

Het containervolume wordt dus efficiënt benut.

Optioneel strekken de panelen zich daarbij evenwijdig uit met het gangpad, d.w.z. evenwijdig met de zijwanden van de container.

De beperkte gangpadbreedte (bv. ongeveer 80 cm) hoeft dus geen beperking zijn voor de grootte van de individuele draagkaders voor de panelen.

In mogelijke uitvoeringsvormen zal dit weliswaar meerdere scharnierbewegingen/rotatiebewegingen vergen om de panelen in hun tweede, opgerichte stand buiten of boven de container te brengen.

Optioneel heeft de zonnepaneelmodule in zijn eerste stand een breedte van maximaal 80 cm.

Een belangrijk voordeel is dat de container twee langgerekte zijruimten biedt, ideaal voor het herbergen van verdere apparatuur.

Deze apparatuur is bovendien goed bereikbaar vanuit het gangpad (in de werkzame modus met de paneelmodule buiten de container, uit het gangpad). De uitvinding is dus ideaal geschikt voor het vormgeven van een multifunctionele container.

De middengang blijft vrij bij een veelheid aan toepassingen.

Deze wordt slechts ingenomen tijdens transport (wanneer deze toepassingen niet in gebruik zijn). Dit geeft de set-up een zo compact mogelijke configuratie.

In het bijzonder is de uitvinding niet beperkt tot containers die enkel dienstdoen als generator en/of noodgenerator.

De zonnepaneelmodule omvat een draagframe en één of meerdere zonnepanelen.

Optioneel omvat de module meerdere kaders gemonteerd aan het draagframe.

De kaders kunnen onderling scharnieren en/of verschuiven, zodat de zonnepaneelmodule configureerbaar is tussen een compacte vorm en een opengelegde of uitgeklapte vorm.

De compacte vorm is ideaal geschikt voor plaatsing van de module in het gangpad, in de eerste stand. De opengelegde of uitgeklapte vorm is ideaal geschikt in de werkzame modus, voor het capteren van zonne-energie. Bij voorkeur is elk kader een rigide structuur met daartegen één of meerdere zonnepanelen bevestigd. Bij voorkeur omvat de module meerdere kaders. Bij voorkeur omvat het zonnepaneelsysteem tenminste één zo’n module. Optioneel omvat het meerdere modules. Zie als voorbeeld Fig. 2C. Bij voorkeur kunnen de zonnepanelen in hun eerste stand eenvoudig worden geborgd, om het verschuiven/scharnieren te verhinderen.

Het systeem voorziet een beweegbare mechaniek om de paneelmodule te begeleiden tussen zijn eerste stand en zijn tweede stand. Bij voorkeur is de paneelmodule gekoppeld met de container via een draagmechaniek die is aangepast voor deze begeleiding. De beweegbare draagmechaniek omvat alvast het draagframe. Bij voorkeur omvat de beweegbare mechaniek nog verdere frames en/of middelen die kunnen ingrijpen op, of die monteerbaar zijn tegen één of meerdere containerwanden. Bijvoorbeeld via draadmoeren en draadbouten doorheen overeenkomstige bevestigingsgaten. Vooral frames en/of middelen voor gebruik aan de buitenzijde zijn bij voorkeur monteerbaar-demonteerbaar. Zij interfereren dus niet met een standaard verplaatsing van een standaard transportcontainer. Zij laten de (standaard) containergeometrie onaangeroerd. Er worden hoogstens een aantal bevestigingsgaten voorzien voor boutverbindingen volgens een vast patroon. Bij voorkeur zijn er bovendien allerlei toleranties ingebouwd, zodat de verschillende onderdelen van de draagmechaniek passen op verschillende containers. De buitenvorm van de standaardcontainer blijft grotendeels behouden, met voordelen qua transport en qua opslag. Ook ligt de productiekost lager. Na installatie kunnen zij eventueel worden gebruikt voor een volgende transportcontainer. De termen “geleiden” en “begeleiden”, zoals hierin gebruikt, wijzen op het beperken van één of meerdere vrijheidsgraden gedurende een beweging. Bij voorkeur behoudt de beweegbare mechaniek steeds een mechanische verbinding tussen de container en de paneelmodule. Bij voorkeur kan de mechaniek geheel worden gemanipuleerd door personen vanaf het grondniveau (i.e. zonder ladders of liftmiddelen). Optioneel is een kleine trapladder (bv. vier treden) wel noodzakelijk voor installatie ter plaatse. Bij voorkeur is de containeropening afsluitbaar. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de container uitgerust met één of meerdere containerdeuren, aangepast voor het selectief openen en sluiten van de containeropening in zowel de opgeborgen stand als in de opgerichte stand van de paneelmodule. Een voordeel is dat het containervolume ook in de werkzame toestand kan worden gesloten. Uiteraard to BE2020/5339 mogen de zonnepanelen in de opgerichte toestand daarbij niet worden gesteund doorheen de containeropening, of vanaf (een binnenzijde van) de containerdeuren. De optie om het containervolume af te sluiten is belangrijk in verband met het afschermen van eventuele apparatuur voorzien in de zijruimten.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het draagframe een eerste draagframedeel dat ervoor is aangepast om de paneelmodule doorheen de containeropening te geleiden, tot boven de bovenwand van de container. Optioneel betreft het een scharnierende geleiding. Optioneel vormt het eerste draagframedeel een uitsparing die toelaat om het draagframe tot over een bovenrand van de containeropening te scharnieren (zie ook verderop). Bij voorkeur omvat het systeem nog middelen voor het afzonderlijk stutten van de paneelmodule in zijn opgerichte stand, los van het eerste draagframedeel. Met de stutmiddelen geïnstalleerd aan de paneelmodule, is het eerste draagframedeel bij voorkeur niet langer noodzakelijk om de zonnepaneelmodule te ondersteunen. Bij voorkeur kan het worden losgekoppeld van de paneelmodule. Bij verdere voorkeur kan het eerste draagframedeel vervolgens terug binnen het containervolume bewogen worden, tot bovenaan in het gangpad. Als voordeel is de containeropening vrij. De draagmechaniek reikt niet doorheen de containeropening. De containeropening kan dus worden gesloten via de containerdeur(en). Het eerste draagframedeel kan bij voorkeur tot bovenin het gangpad, binnen het containervolume bewogen worden, losgekoppeld van de paneelmodule. Met een typische gangpadhoogte binnenin van ongeveer 2,39 m (standaardhoogte) tot ongeveer 2,70m (high cube), belemmert het eerste draagframedeel geenszins de toegang tot dat gangpad. Volgens een te verkiezen uitvoeringsvorm, in de opgerichte stand van de paneelmodule, is een eerste draagframedeel gepositioneerd in het containervolume, is de zonnepaneelmodule en/of een tweede draagframedeel gepositioneerd buiten het containervolume, en is er niet langer een rechtstreekse koppeling tussen beide. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de transportcontainer een standaard 10-voet zeecontainer. Als voordeel is het systeem erg compact. Ook ligt de productiekost lager. Ofwel heeft de transportcontainer een standaardhoogte van ongeveer 2,59 m. Ofwel gaat het om een standaard verhoogde container (Engels: “high cube”) met een buitenhoogte van 2,90 m.

+ BE2020/5339 In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is het zonnepaneelsysteem verder voorzien van een trekmiddel (bv. een staalkabel) en een lier (Engels: “winch”) monteerbaar aan de achterzijde van de container, aangepast voor het bewegen van de paneelmodule tussen de eerste stand en de tweede stand. Het trekmiddel en de lier maken deel uit van voorgenoemde, beweegbare mechaniek. De lier is voorzien van een aandrijving, bijvoorbeeld een handslinger. Dit laat manuele bediening toe. Bij voorkeur is de lier demonteerbaar (voor transport). Optioneel kan de gedemonteerde lier worden gepositioneerd in het gangpad, onder de paneelmodule in de eerste, opgeborgen stand. Dit is de transportmodus van het systeem.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de lier voorzien aan een trekframe, welk trekframe verder een rolelement of glijelement omvat voor begeleiding van het trekmiddel omheen een bovenrand aan de achterzijde van de container. Optioneel omvat het trekframe een hoekdeel om op de bovenrand in te grijpen. Met het trekframe tegen de achterwand gemonteerd, kan de lier door een persoon op grondniveau, vanaf de achterzijde worden bediend. Een spankracht in het trekmiddel wordt langs boven omheen de container geleid. Bij voorkeur kan een trekeind met de paneelmodule worden gekoppeld, voor het bewegen van de paneelmodule onder invloed van de genoemde spankracht.

Optioneel kan de paneelmodule verticaal omheen een bovenrand van de container worden gescharnierd, tot boven de container. Optioneel kan de paneelmodule verder boven de container worden verschoven, richting de achterzijde. Optioneel kan de lier verder worden gebruikt om de paneelmodule nog boven de container te verdraaien, voor het instellen van een tilthoek (voordelig voor optimale oriëntatie naar de zon). In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is het draagframe via een geleidingsmiddel opgehangen aan een geleidingsbaan, voor voorwaarts-achterwaartse geleiding van de paneelmodule langsheen het gangpad, richting de containeropening, en voor roterende geleiding omheen het geleidingsmiddel in een eindelooppositie van het geleidingsmiddel vooraan. Bij voorkeur wordt het geleidingsmiddel daartoe in de eindelooppositie geblokkeerd. Optioneel wordt het geleidingsmiddel geblokkeerd via een pin, welke pin bovendien een scharnieras vormt voor roterende geleiding omheen het geleidingsmiddel. De geleidingsbaan strekt zich uit volgens het gangpad, boven het gangpad. Optioneel is de geleidingsbaan bevestigd onder de bovenwand van de container. Het geleidingsmiddel kan wieltjes en/of glijblokjes omvatten voor geleiding langsheen de geleidingsbaan (bv. een rail of rails).

Bij voorkeur vormt het draagframe een uitsparing die toelaat om het draagframe tot over een bovenrand van de containeropening te verdraaien, terwijl een eerste draagframedeel met de geleidingsbaan gekoppeld blijft. Dat is, om de paneelmodule tot boven de container te brengen (bij voorkeur bevindt de paneelmodule zich in de tweede stand boven de container). In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is het geleidingsmiddel in de eerste stand verticaal boven een zwaartepunt van de paneelmodule gepositioneerd. Als gevolg is de paneelmodule in de eerste stand stabiel opgehangen onder het geleidingsmiddel.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het draagframe een eerste draagframedeel en een tweede draagframedeel, verschuifbaar gekoppeld met het eerste draagframedeel, en aangepast voor achterwaartse geleiding van de paneelmodule boven de container. Optioneel zitten beide delen losmaakbaar aan elkaar bevestigd (bv. in de eerste stand). Het tweede framedeel laat toe om de paneelmodule verder achterwaarts te verschuiven van zodra het eerste framedeel over de bovenrand van de containeropening is gedraaid. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het zonnepaneelsysteem waterzuiveringsmiddelen voorzien in één of beide zijruimten, werkzaam aangesloten of werkzaam aansluitbaar op de paneelmodule. Dit laat toe om het systeem te gebruiken voor zuivering van water in afgelegen gebieden (zonder stroomvoorziening). In het bijzonder beoogt de uitvinding een containeroplossing voor rampenbestrijding (Engels: “disaster relief”), waarbij het zonnepaneelsysteem in staat is om autonoom te werken voor productie van elektriciteit en/of voor zuivering van water. Als alternatief omvat het zonnepaneelsysteem verdere apparatuur voor opwekking, opslag, en/of verdere transformatie van energie. Optioneel gaat het om een energiecontainer met een noodgenerator en met een zekere opslagcapaciteit voor elektrische energie. In een tweede aspect voorziet de uitvinding een werkwijze voor captatie, omzetting, en verdere opslag en/of verbruik van zonne-energie middels een zonnepaneelsysteem zoals hierboven beschreven. De paneelmodule is of wordt geconfigureerd in de tweede, opgerichte stand buiten de container. Diezelfde kenmerken zijn van toepassing, en diezelfde voordelen kunnen worden hernomen. Optioneel omvat de werkwijze nog het zuiveren van water via waterzuiveringsmiddelen voorzien in één of beide zijruimten, werkzaam aangesloten op de zonnepanelen.

In een derde aspect voorziet de uitvinding een werkwijze voor transport van een zonnepaneelsysteem zoals hierboven beschreven. De paneelmodule is of wordt geconfigureerd in de eerste, opgeborgen toestand binnen het containervolume. Diezelfde kenmerken zijn van toepassing, en diezelfde voordelen kunnen worden hernomen. In een verder te verkiezen uitvoeringsvorm omvat de paneelmodule een veelheid aan kaders die onderling scharnierend kunnen bewegen tussen een opengelegde vorm en een compacte vorm. Bij verdere voorkeur kunnen de scharnierbewegingen in de compacte vorm worden geblokkeerd via borgpennen en/of borgbouten. Er wordt ook verwezen naar de beschrijving bij Fig. 1B.

In een vierde aspect voorziet de uitvinding nog een werkwijze voor het bewegen van twee of meerdere zonnepanelen, gekoppeld met een transportcontainer tussen een eerste, opgeborgen stand binnen een containervolume van de container en een tweede, opgerichte stand buiten het containervolume, omvattende: - het bewegen van de zonnepanelen vanuit de eerste stand, langsheen een centraal gangpad voorzien in het containervolume, en doorheen een containeropening van de container vooraan, - het oprichten van de zonnepanelen boven de container, in de tweede stand, voor captatie van zonne-energie.

In het bijzonder voorziet het containervolume zijruimten aan weerszijden van het gangpad, en toegankelijk vanuit het gangpad in de tweede stand van de zonnepanelen, welke zijruimten middelen omvatten voor opslag en/of verbruik van zonne-energie, werkzaam aangesloten of aansluitbaar op de zonnepanelen. Bij voorkeur is de inrichting volgens het eerste aspect geschikt voor uitvoering van de werkwijze.

Optioneel worden de zonnepanelen vanuit de eerste stand in een tussenliggende stand gebracht, buiten en voor het containervolume. Zij nemen nog steeds hun compacte vorm aan. De module wordt in deze tussenliggende stand geblokkeerd, en ondertussen worden de zonnepanelen opengelegd/uitgeklapt. Bij voorkeur omvat dit onderlinge scharnierbewegingen van kaders omheen assen die verticaal zijn gerangschikt (en waarop de zwaartekracht dus geen invloed heeft). Vervolgens wordt de opengelegde/uitgeklapte module vanuit de tussenstand naar zijn tweede, werkzame stand boven de container gebracht.

Optioneel wordt de beweging tenminste gedeeltelijk gestuurd via een trekmiddel vanaf een lier, welke lier aan een achterzijde van de container is gemonteerd. Bij voorkeur blijven de zonnepanelen gedurende de ganse beweging mechanisch gekoppeld met de container.

In wat volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

Figuur 1A toont een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem 1, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het systeem 1 omvat een transportcontainer 2, en een paneelmodule 3 opgehangen in de transportcontainer 2.

De transportcontainer 2 omvat een onderwand 4, een bovenwand 5, een achterwand 6 en twee overstaande zijwanden 7’, 7”. Vooraan vormt de transportcontainer 2 een containeropening 8. Deze geeft toegang tot een inwendig containervolume 9 omsloten door de containerwanden 4, 5, 6, 7. Optioneel omvat de transportcontainer 2 verder nog een containerdeur of containerdeuren (niet getoond), voor het selectief openen en sluiten van de containeropening 8. Optioneel is de transportcontainer 2 een standaard transportcontainer 2, bijvoorbeeld een 10-voet zeecontainer. In eerste instantie is dit niet beperkend voor de uitvinding. De paneelmodule 3 opgehangen in het containervolume 9 omvat een draagframe 10 en één of meerdere zonnepanelen 11 bevestigd aan het draagframe 10. Meer specifiek is het draagframe 10 opgehangen aan een geleidingsbaan 12 die deel uitmaakt van een mechaniek voor geleiding van de paneelmodule 3 tussen de getoonde, eerste stand (waarbij de paneelmodule 3 in het containervolume 9 is opgeborgen) en een tweede stand (waarbij de paneelmodule 3 buiten het containervolume 9 is opgericht). Voor de tweede stand wordt nog verwezen naar de niet-limitatieve uitvoeringsvorm van Fig. 3K. De geleidingsbaan 12 is voorzien onder de bovenwand 5 van de container 2, dwars op de containeropening 8. Optioneel is de geleidingsbaan 12 tegen of aan een onderzijde van die bovenwand 5 bevestigd. Bij voorkeur is de geleidingsbaan 12 minstens bevestigd aan de deurframes, omdat deze meer stevigheid bieden. Figuur 1B toont een perspectieftekening van diezelfde paneelmodule 3, opgehangen aan de geleidingsbaan 12. De container 2 zelf wordt niet getoond. De paneelmodule 3 omvat meerdere kaders 13 die onderling kunnen scharnieren of verschuiven. Aan elk kader 13 zitten één of meerdere zonnepanelen 11 bevestigd. Door onderlinge scharnierbewegingen (en/of schuifbewegingen) van de kaders 13 is de paneelmodule 3 configureerbaar tussen een compacte vorm (getoond in Fig. 1B) en een opengelegde of uitgeklapte vorm. Mogelijke scharnierbewegingen worden geïllustreerd in Fig. 4A-C, in overeenstemming met de uitvoeringsvorm van Fig. 1A-B. De compacte vorm is geschikt voor het compact opbergen van de paneelmodule 3 in het containervolume 9. Dit wordt getoond in Fig. 1A. De opengelegde of uitgeklapte vorm is geschikt voor captatie en omzetting van zonne-energie, buiten het containervolume

9. Dit wordt getoond in Fig. 3K.

5 Bij voorkeur voorziet de paneelmodule 3 ook een veelheid aan borggaten 38 die toelaten om het onderling bewegen (bv. scharnieren of verschuiven) via een eenvoudige borging te verhinderen, in de compacte vorm. De paneelmodule 3 volgens Fig. 1B en Fig. 4A-C omvat daartoe aan de boven-en onderzijde (in Fig. 1B vooraan en achteraan) een opeenvolging van borggaten 38’ en scharniergaten 39. De scharniergaten 39 worden gebruikt voor onderling scharnierende montage van de zijkaders 13” aan de hoofdkaders 13’, d.m.v. scharnierpennen. De borggaten 38’ kunnen worden gebruikt voor een borging daarvan, via borgpennen. De paneelmodule 3 voorziet nog verdere borggaten 38” voor borging van de buitenste zijkaders 13” aan weerszijden.

Het draagframe 10 is tenminste opgehangen aan de geleidingsbaan 12 via een geleidingsmiddel 14 gekoppeld met de geleidingsbaan 12, en beweegbaar langsheen de geleidingsbaan 12. Dus beweegbaar in de richting van de containeropening 8. In de eerste, opgeborgen stand van de paneelmodule 3, grijpt het geleidingsmiddel 14 in op de geleidingsbaan 12 ter hoogte van een aangrijpingspunt 15 dat verticaal 16 boven een zwaartepunt 17 van de paneelmodule 3 is gelegen. Als voordeel is de paneelmodule 3 dus in de eerste, opgeborgen stand stabiel opgehangen onder de geleidingsbaan 12, via het aangrijpingspunt 15.

Figuur 2A geeft een schematische indeling van een mogelijke transportcontainer 2, in overeenstemming met de uitvinding. De transportcontainer 2 omvat een onderwand 4, een bovenwand 5, een achterwand 6 en twee zijwanden 7’, 7”. Samen sluiten zij een inwendig containervolume 9 in, met een voorste containeropening 8 die toegang tot het containervolume 9 biedt. De container 2 voorziet ook twee containerdeuren 18 voor het selectief openen en sluiten van de containeropening 8.

Het inwendig containervolume 9 omvat een centraal gangpad 19 dat zich vanaf de containeropening 8, in het containervolume 9 uitstrekt, tot aan een containereinddeel (= achtereinddeel of achterruimte) 20. Aan weerszijden van het gangpad 19 zijn technische ruimten 21 voorzien. Als voordeel kan het gangpad 19 plaats bieden aan de paneelmodule 3 in zijn eerste, opgeborgen stand. Dit is de “transportmodus” van het zonnepaneelsysteem volgens de uitvinding. Op locatie kan de paneelmodule 3 langs het gangpad 19 en via de containeropening 8 in zijn tweede, opgerichte stand worden gebracht.

Het gangpad 19 is dan vrijgekomen.

De technische ruimten 21 aan weerszijden van het gangpad 19, en eventueel ook een achtereinddeel 20 van de container 2 zijn nu toegankelijk vanaf het gangpad.

Dit is de “werkzame modus” van het zonnepaneelsysteem 1 volgens de uitvinding.

Onderhoudswerkzaamheden aan technische installaties kunnen eenvoudig worden uitgevoerd vanuit het gangpad 19. Figuur 2B toont een alternatieve indeling van de transportcontainer 2, met een gangpad 19 dat zich vanaf de containeropening 8 in het containervolume 9 uitstrekt.

Aan weerszijden van het gangpad 19 bevinden zich technische ruimten 21. Deze zijn toegankelijk vanuit het gangpad 19, bijvoorbeeld voor onderhoudswerkzaamheden.

Opnieuw kan het gangpad de paneelmodule 3 herbergen, in zijn eerste stand (getoond in Fig. 2B). Figuur 2C toont nog een alternatieve indeling van de transportcontainer 2. Deze omvat containeropeningen 8 aan twee overstaande einddelen 20 van de container 2. Aan beide openingen 8 zijn containerdeuren 18 voorzien.

Een centraal gangpad 19 strekt zich tussen de openingen 8 uit, met technische ruimten 21 aan weerszijden.

Volgens een mogelijke uitvoering zijn er twee paneelmodules 3’, 3” voorzien.

Elk is beweegbaar langsheen het gangpad 19 doorheen een overeenkomstige containeropening 8, tot in een overeenkomstige tweede, opgetrokken stand.

In Fig. 2C toont weliswaar opnieuw de eerste, opgeborgen stand.

Figuren 3A-K illustreren de beweging van de zonnepaneelmodule 3 tussen zijn eerste, opgeborgen stand binnen het containervolume 9, en zijn tweede, opgerichte stand buiten het containervolume 9, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm.

De opgeborgen stand wordt getoond in Fig. 1A.

De opgerichte stand wordt getoond in Fig. 3K.

Fig. 3A toont een dwarsdoorsnede van het zonnepaneelsysteem 1 volgens de uitvoeringsvorm van Fig. 1A-B.

In een eerste stap wordt er bovenaan aan de voorzijde van de paneelmodule 3 een trekstang 22 gemonteerd.

De trekstang 22 steekt in deze stand schuin neerwaarts uit, doorheen de containeropening 8, en onder een schuine hoek met de verticale.

Bij voorkeur wordt de trekstang 22 op starre wijze (i.e. niet- schuivend en niet-scharnierend) verbonden met het draagframe 10 van de paneelmodule 3. Dat kan bijvoorbeeld via draadmoeren en overeenkomstige draadbouten doorheen bevestigingsgaten.

De trekstang 22 kan een handgreep vormen om de paneelmodule 3 manueel uit het containervolume 9 te bewegen, zoals getoond in Fig. 3C.

In deze stand wordt het draagframe 10 van de paneelmodule 3 nog op zijn plaats gehouden door een immobilisatiesysteem 31 (bv. een vork). Het immobilisatiesysteem 31 verhoogt de stabiliteit tijdens transport. Echter is dit niet beperkend voor de uitvinding.

Fig. 3B toont nog een dwarsdoorsnede. Deze illustreert hoe in een volgende stap een lier 23 wordt gemonteerd aan de achterwand 6 van de container 2, langs de buitenzijde. De lier 23 voorziet een trekmiddel 27 (bv. een staalkabel) en een aandrijving (bv. een handslinger) om het trekmiddel 27 in te trekken / te vieren. Algemeen is de uitvinding niet gelimiteerd tot een elektrische, een hydraulische of een manuele aandrijving voor de lier 23. De lier 23 zit bevestigd op een trekframe 24 dat via een hoekdeel 25 rust over een bovenrand van de container 2. Nabij het hoekdeel 25 voorziet het trekframe 24 nog een geleiding (bv. een rolelement 26) om de spankracht in het trekmiddel 27 omheen de bovenrand van de container 2 af te leiden. Het trekframe 24 met hoekdeel 25 vereenvoudigt de installatie. Ook maakt het een rigide montage mogelijk van de lier 23 aan de achterwand 6 (bv. via draadmoeren en draadbouten doorheen bijhorende bevestigingsgaten). Bij voorkeur is de lier 23 voldoende laag voorzien, zodat deze manueel kan worden bediend door een persoon die achter de container 2 staat. Fig. 3C toont nog een dwarsdoorsnede. Deze illustreert hoe in een volgende stap de paneelmodule 3 langsheen de geleidingsbaan 12 naar voren wordt bewogen, richting de containeropening 8. Gedurende deze beweging blijft de paneelmodule 3 stabiel hangen onder hogergenoemd aangrijpingspunt 15. Een schuiver 29 (eveneens gekoppeld met de geleidingsbaan 12) verhindert trouwens het verticaal verdraaien van de paneelmodule 3 onder zijn aangrijpingspunt 15. Dit tot wanneer het aangrijpingspunt 15 zijn eindelooppunt 30 langsheen de geleidingsbaan 12 bereikt. Het aangrijpingspunt 15 wordt in deze positie vastgezet door middel van een pin. Tegelijk kan de schuiver 29 (die voorheen het verticaal verdraaien van de paneelmodule 3 verhinderde) hierbij de geleidingsbaan 12 verlaten. Trouwens zal de genoemde pin later dienstdoen als scharnieras voor het verticaal verdraaien van de paneelmodule 3 omheen het aangrijpingspunt 15 in de eindelooppositie. Zie Fig. 3D. Aansluitend wordt het trekmiddel 27 nog vanaf de lier 23 omheen het rolelement 26, en over de container 2 geleid. Een trekeind 28 van het trekmiddel 27 wordt vastgemaakt aan het draagframe 10 van de paneelmodule 3. Fig. 3D toont nog een dwarsdoorsnede. Deze illustreert hoe in een volgende stap de paneelmodule 3 verticaal scharnierend (i.e. scharnierend omheen een horizontale as) wordt opgetrokken d.m.v. de lier 23 en het trekmiddel 27. De paneelmodule 3 scharniert daarbij omheen zijn aangrijpingspunt 15 in eindelooppositie. Zoals gezegd zit de schuiver 29 nu niet langer gevangen in de geleidingsbaan 12. De schuiver 29 verhindert dus niet langer het verticaal scharnieren van de paneelmodule 3. Weliswaar wordt de scharnierbeweging nog bijkomend gestabiliseerd via een steunlat 32 die door middel van een sleufgat aangrijpt op de schuiver 29.

Fig. 3E toont nog een dwarsdoorsnede. Deze illustreert het zonnepaneelsysteem 1 met de paneelmodule 3 in een tussenliggende stand gepositioneerd, tussen de opgeborgen stand van Fig. 1A en de opgetrokken stand van Fig. 3K. Bij voorkeur voorzien de lier 23 en/of de steunlat 32 een blokkeermechanisme om de paneelmodule 3 in deze tussenliggende stand te blokkeren. Met de paneelmodule 3 in de tussenliggende stand geblokkeerd, wordt de paneelmodule 3 vervolgens opengelegd/uitgeklapt. Zie Fig. 3F. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de paneelmodule 3 een stel van onderling scharnierende hoofdkaders 13’ en zijkaders 13”. Elk hoofdkader 13’ is rechtstreeks scharnierend gekoppeld met het draagframe 10 en/of met een zijranddeel van een ander hoofdkader 13’. Elk zijkader 13” is rechtstreeks scharnierend gekoppeld met een bovenranddeel of onderranddeel van een hoofdkader 13”. Hierbij is de oriëntatie van de “bovenranddelen”, “onderranddelen” en “zijranddelen” trouwens met referentie naar de tussenliggende stand van Fig. 3E-F voor de paneelmodule 3. Elk hoofdkader 13’ en de eraan bevestigde panelen 11’ is dubbel zo groot en bijgevolg ongeveer dubbel zo zwaar als elk zijkader 13” en de eraan bevestigde panelen 11”. Bovendien worden de zijkaders 13” gedragen door de hoofdkaders 13’, hetgeen de beweging van de hoofdkaders 13’ nog extra kan verzwaren. Het is dus erg voordelig, in deze tussenliggende stand, dat de hoofdkaders 13’ ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn omheen verticale assen 16. Gezien de assen 16 verticaal zijn georiënteerd, heeft de zwaartekracht weinig invloed op deze scharnierbeweging van de hoofdkaders 13”. Er wordt ook verwezen naar Fig. 4A. De zijkaders 13” en de hieraan bevestigde panelen 11” zijn lichter. Het stelt dus weinig problemen om deze zijkaders 13” open te scharnieren. Bijvoorbeeld gebeuren alle scharnierbewegingen handmatig. Het openleggen/uitklappen van de paneelmodule 3 wordt ook beschreven bij Fig. 4A-C.

Fig. 3F toont nog een dwarsdoorsnede. Deze illustreert het zonnepaneelsysteem 1 waarvan de paneelmodule 3 volledig is opengevouwen/uitgeklapt. De paneelmodule 3 is nog steeds in de tussenliggende stand geblokkeerd. Een extra steunkabel 33 wordt aangebracht ter stabilisatie. Het draagframe 10 voorziet trouwens een uitsparing 34 die toelaat om het draagframe 10 nu verder verticaal omheen de bovenwand 5 van de container 2 te scharnieren. Dus met het aangrijpingspunt 15 van het draagframe 10 onder de bovenwand 5 gelegen, nog steeds gekoppeld met de geleidingsbaan 12. En met de montage van de draagkaders 13 boven de bovenwand 5 gelegen. Deze situatie wordt getoond in Fig. 3G. De gehele scharnierbeweging wordt gestuurd vanaf de lier

23. Merk op dat het zwaartepunt van de paneelmodule 3 in opengevouwen/uitgeklapte toestand relatief dicht bij het aangrijpingspunt 15 (= het scharnierpunt) is gelegen. De scharnierbeweging vraagt dus weinig moeite.

Fig. 3G toont nog een dwarsdoorsnede. Zoals aangeduid bestaat het draagframe 10 uit een eerste draagframedeel 10’ en een tweede draagframedeel 10” die onderling zijn gekoppeld. Vanuit de stand in Fig. 3G, wordt het tweede draagframedeel 10” (met de montage van de draagkaders 13) nu uitgeschoven ten opzichte van het eerste draagframedeel 10’ (met het aangrijpingspunt 15 in de geleidingsbaan 12, en met de uitsparing 34 omheen de bovenwand 5 van de container 2). Deze uitschuivende beweging wordt gestuurd vanuit de lier 23, via het trekmiddel 27. Het trekeind 28 van het trekmiddel 27 is nameljk vastgemaakt aan een uiteinde van het tweede draagframedeel 10”. Het geheel van draagkaders 13’, 13” en zonnepanelen 11”, 11” wordt hierbij horizontaal schuivend bewogen, boven en langsheen de bovenwand 5 van de container 2. Fig. 3H toont nog een dwarsdoorsnede. Het tweede draagframedeel 10” voorziet een scharnierend voetstuk 35 dat op de bovenwand 5 van de container 2 steunt. Het voetstuk 35 voorziet bevestigingsgaten voor bevestiging van het voetstuk 35 op de bovenwand via bevestigingsmiddelen (bv. metaalschroeven). In een te verkiezen uitvoeringsvorm omvat het voetstuk 35 lasmoeren die met bevestigingsgaten doorheen de bovenwand 5 overeenstemmen. Dit laat toe om het voetstuk 35 via draadbouten vanuit het containervolume 9 vast te zetten. Het is niet nodig om de (gelaste) moeren boven de container te counteren. In een volgende stap wordt het trekmiddel 27 losgemaakt van het draagframe 10, en vervolgens vastgemaakt aan het uiteinde van de trekstang 22. Fig. 31 toont nog een dwarsdoorsnede. Deze illustreert hoe in een volgende stap het geheel van draagkaders 13 en zonnepanelen 11 (gemonteerd op het tweede draagframedeel 10”), en scharnierend bevestigd ter hoogte van het voetstuk 35, verticaal ten opzichte van het voetstuk 35 wordt gescharnierd. Dit scharnieren wordt opnieuw gestuurd vanuit de lier 23, waarbij de trekstang 22 dienstdoet als hefboom. De trekstang 22 heeft dus tenminste een dubbele functie. De schuine hoek van de trekstang 22 met het draagframe 10 (meer bijzonder met het tweede draagframedeel 10”) maakt dat de trekstang (1) bijzonder geschikt is als handgreep in de situatie van Fig. 3A-C, en (2) dat de trekstang kan dienstdoen als hefboom in de situatie van Fig. 3H-I. Bij voorkeur maakt de trekstang 22 hiertoe een hoek van minimaal 15° en maximaal 75° met het tweede draagframedeel 10”, bij voorkeur minimaal 30° en maximaal 60°.

Tot slot wordt het geheel van draagkaders en zonnepanelen nog verder gestut door middel van stutmiddelen 36. Dit wordt getoond in Fig. 3J-K. De zonnepanelen 11 zijn naast elkaar gerangschikt in één vlak, onder een welbepaalde tilthoek 37 met de verticale 16. De tilthoek 37 kan tussen 0° en 90° bedragen. De tilthoek 37 laat toe om het effectief oppervlak voor captatie van zonne-energie te maximaliseren. Bij voorkeur bieden de zonnepanelen 11 in deze opgerichte stand schaduw voor de ganse bovenwand 5 van de container 2, en bij verdere voorkeur voor de ganse container 2. Dit is voordelig voor warmtebeheer binnenin de container 2, en voor de levensduur van het systeem 1 (bv. qua roest). Figuren 4A-C illustreren nog het openvouwen van de paneelmodule 3, wanneer deze zich bevindt in de tussenliggende stand van Fig. 3E-F. Eerst worden de hoofdkaders 13’ open gescharnierd via onderlinge scharnierassen 16. Hierbij zijn de genoemde scharnierassen 16 alle verticaal gericht (Fig. 4A) — de bijhorende scharnierbewegingen zijn dus hoofdzakelijk horizontaal. Het is voordelig dat de zwaartekracht niet kan inwerken op zulke horizontale scharnierbewegingen. Vervolgens worden de (kleinere) zijkaders 13” nog open gescharnierd. Namelijk zijn zij scharnierend gemonteerd op de hoofdkaders 13’, omheen assen die hierbij horizontaal zijn gericht (Fig. 4B). De opengevouwen/uitgeklapte paneelmodule 3 wordt tot slot getoond in Fig. 4C. De paneelmodule 3 is dus eenvoudig configureerbaar tussen een erg compacte vorm (Fig. 4A) en een opengelegde vorm (Fig. 4C).

Voorbeeld 1: een zonnepaneelmodule Een mogelijke zonnepaneelmodule in overeenstemming met de uitvinding omvat 16 standaard fotovoltaïsche zonnepanelen van elk 310 wattpiek. De zonnepanelen zijn bevestigd aan een raamwerk van vier hoofdkaders (twee zonnepanelen elk) en 8 zijkaders (één zonnepaneel elk). Optioneel gaat het om de uitvoering getoond in Fig. 4A-C. Elk zonnepaneel heeft afmetingen van ongeveer 1,65 m bij 1,00 m. Het totaal geïnstalleerd piekvermogen bedraagt ongeveer 5 kilowattpiek. Het totale paneeloppervlak bedraagt ongeveer 26,4 m2. Via onderlinge scharnierbewegingen van de kaders, is de zonnepaneelmodule configureerbaar tussen een opengelegde vorm en een compacte vorm. In de compacte vorm is de module positioneerbaar binnen een centraal gangpad (breedte ongeveer 80 cm) in een 10 voet transportcontainer.

De genummerde elementen in de figuren zijn: 1 zonnepaneelsysteem 2 transportcontainer 3 paneelmodule 4 onderwand

5 bovenwand 6 achterwand 7 zijwand 8 containeropening

9 containervolume 10 draagframe 10’ eerste draagframedeel 10” tweede draagframedeel 11 zonnepaneel

12 geleidingsbaan 13 kader 13" hoofdkader 13” — zijkader 14 geleidingsmiddel

15 aangrijpingspunt 16 verticaal / verticale as 17 zwaartepunt 18 containerdeur 19 (centraal) gangpad

20 einddeel / achterruimte 21 (technische) zijruimte 22 trekstang 23 lier 24 trekframe

25 hoekdeel 26 rolelement / glijelement 27 trekmiddel 28 trekeind 29 schuiver

30 eindelooppunt / eindelooppositie 31 immobilisatiesysteem 32 steunlat 33 steunkabel

34 uitsparing

35 voetstuk

36 stutmiddelen

37 tilthoek

38 borgmiddel / borggat

39 scharniermiddel / scharniergat Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims

CONCLUSIES

1. Een verplaatsbaar zonnepaneelsysteem (1) omvattende: - een transportcontainer (2) met containerwanden (4, 5, 6, 7) die een containervolume (9) omsluiten, welke container (2) een containeropening (8) vormt aan een voorzijde van de container (2), voor toegang tot het containervolume (9), - een paneelmodule (3) met één of meerdere zonnepanelen (11), welke paneelmodule (3) via een draagframe (10) is gekoppeld met de container (2), en welk draagframe (10) ervoor is aangepast om de paneelmodule (3) doorheen de containeropening (8) te geleiden tussen een eerste, opgeborgen stand binnen het containervolume (9) en een tweede, opgerichte stand buiten het containervolume (9), voor het capteren en omzetten van zonne-energie, en - apparatuur voor opslag en/of verbruik van de omgezette zonne-energie, werkzaam aangesloten of werkzaam aansluitbaar op de paneelmodule (3), met het kenmerk, dat de paneelmodule (3) in de eerste, opgeborgen stand is opgehangen binnen een centraal gangpad (19) dat zich vanaf de containeropening (8) in het containervolume (9) uitstrekt, met zijruimten (21) aan weerszijden van het gangpad (19) waarin de genoemde apparatuur is ondergebracht, en waarbij de zijruimten (21) toegankelijk zijn vanuit het gangpad (19) in de tweede, opgerichte stand van de paneelmodule (3) buiten het containervolume (9).

2. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens conclusie 1, verder omvattende één of meerdere containerdeuren (18) aangepast voor het selectief openen en sluiten van de containeropening (8), in zowel de opgeborgen stand als in de opgerichte stand van de paneelmodule (3).

3. Het zonnepaneelsysteem (1) één der conclusies 1-2, waarbij een eerste draagframedeel (10’) van het draagframe (10), aangepast voor geleiding van de paneelmodule (3) doorheen de containeropening (8), in de opgerichte stand is losgekoppeld van de paneelmodule (3).

4. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens conclusie 3, waarbij het eerste draagframedeel (10) in de opgerichte stand bovenin het gangpad is gepositioneerd, binnen het containervolume (9).

5. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-4, waarbij de transportcontainer (2) een standaard 10-voet zeecontainer is.

6. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-5, verder voorzien van een trekmiddel (27) en een lier (23) monteerbaar aan een achterzijde van de container (2), aangepast voor het bewegen van de paneelmodule (3) tussen de eerste stand en de tweede stand.

7. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens conclusie 6, met de lier (23) voorzien aan een trekframe (24), welk trekframe (24) verder een rolelement of glijelement (26) omvat voor begeleiding van het trekmiddel (27) omheen een bovenrand aan de achterzijde van de container (2).

8. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-7, waarbij de zonnepanelen (11) zich in de eerste, opgeborgen stand evenwijdig met het gangpad (19) uitstrekken.

9, Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-8, waarbij het gangpad (19) zich uitstrekt volgens een lange as van de container (2), tot aan een achterruimte (20) omvat door het containervolume (9).

10.Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-9, waarbij het draagframe (10) via een geleidingsmiddel (14) ophangt aan een geleidingsbaan (12), met middelen voor het scharnierbaar blokkeren van het geleidingsmiddel (14) in een eindelooppositie (30) aan de voorzijde van de geleidingsbaan (12).

11. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens conclusie 10, waarbij het geleidingsmiddel (14) in de eerste stand verticaal boven een zwaartepunt (17) van de paneelmodule (3) is gepositioneerd.

12.Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 3-4, waarbij het draagframe (10) een eerste draagframedeel (107) en een tweede draagframedeel (10”) omvat, schuivend gekoppeld met het eerste draagframedeel (10), en aangepast voor schuivende geleiding van de paneelmodule (3) boven de container (2).

13. Het zonnepaneelsysteem (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de genoemde apparatuur waterzuiveringsapparatuur omvat voorzien in één of beide zijruimten (21), werkzaam aangesloten of werkzaam aansluitbaar op de paneelmodule (3).

14.Een werkwijze voor captatie, omzetting, en verdere opslag en/of verbruik van zonne-energie middels een zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de paneelmodule (3) zich bevindt in de tweede, opgerichte stand buiten het containervolume (9).

15.De werkwijze volgens conclusie 14, omvattende het zuiveren van water via waterzuiveringsapparatuur voorzien in één of beide zijruimten (21), werkzaam aangesloten op de zonnepaneelmodule (3).

16. Een werkwijze voor transport van een zonnepaneelsysteem (1) volgens één der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de paneelmodule (3) zich bevindt in de eerste, opgeborgen toestand binnen het containervolume (9).

17.Een werkwijze voor het bewegen van twee of meerdere zonnepanelen (11), gekoppeld met een transportcontainer (2) tussen een eerste, opgeborgen stand binnen een containervolume (9) van de container (2) en een tweede, opgerichte stand buiten het containervolume (9), omvattende: - het bewegen van de zonnepanelen (11) vanuit de eerste stand, langsheen een centraal gangpad (19) voorzien in het containervolume (2), en doorheen een containeropening (8) aan een voorzijde van de container (2), en - het oprichten van de zonnepanelen (11) boven de container (2), in de tweede stand, voor captatie van zonne-energie, met het kenmerk, dat het containervolume (9) zijruimten (21) voorziet aan weerszijden van het gangpad (19), en toegankelijk vanuit het gangpad (19) in de tweede stand van de zonnepanelen (11), welke zijruimten (21) apparatuur omvatten voor opslag en/of verbruik van zonne-energie, werkzaam aangesloten of werkzaam aansluitbaar op de zonnepanelen (11).

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de containeropening (8) afsluitbaar is door middel van containerdeuren (18), in zowel de eerste stand als in de tweede stand van de paneelmodule (3).

19. De werkwijze volgens één der conclusies 17-18, waarbij de genoemde beweging tenminste gedeeltelijk wordt gestuurd via een trekmiddel (27) vanaf een lier (23), welke lier (23) aan een achterzijde van de container (2) is gemonteerd.

20. De werkwijze volgens één der conclusies 17-19, waarbij de zonnepanelen (11) gedurende de ganse beweging mechanisch zijn gekoppeld met de container (2).