BE1028120B1 - Werkwijze voor het bekleden van een wand met steenstrips en indrukmal en steenstrips daarbij toegepast. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het bekleden van een wand (7) met steenstrips (8), met volgende stappen: - het aanbrengen van een laag pleister (13); - het voorzien van een indrukmal (1) met evenwijdige groeven (6); - het aandrukken van de indrukmal (1) in de nog natte pleister (13), zodanig dat de natte pleister (13) tot in de groeven (6) van de indrukmal (1) doordringt ter vorming van evenwijdige ribben (17); - de indrukmal (1) na een volledige of gedeeltelijke uitharding van de pleister (13) verwijderen, zodat een pleisterstructuur met evenwijdige ribben (17) achterblijft tegen de wand (7); - het aanbrengen van een kleefmortel (18) rechtstreeks tussen de ribben (17) en/of aan de basis (19) van de steenstrips (8); - het aandrukken van de steenstrips (8) in de nog natte kleefmortel (18) tussen de ribben (17), waarbij de overtollige kleefmortel (18) langs de spleet (20) tussen de steenstrip (8) en de ribben (7) kan ontsnappen; - het optioneel met voegmortel (22) opvoegen van de spleten (20) tussen de steenstrips (8).

Description

- BE2020/5146 Werkwijze voor het bekleden van een wand met steenstrips en indrukmai en steenstrips daarbij toegepast. S De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bekleden van een wand met steenstrips. Onder steenstrips wordt hierin verstaan strips van alle | soorten materialen zoals maar niet beperkend tot beton, | 10 kunsthars, natuursteen, baksteen of cement. Het piaatsen van steenstrips op diverse ondergronden on een traditionele werkwijze is reeds bekend.

Men kent reeds de toepassing voor het plaatsen van steenstrips op diverse bouwplaten ter realisatie van sen houten of metalen skeletbouw wand, Eveneens is het plaatsen van steenstrips op isolatieplaten 23 en een net ter versteviging ook een gekende methode. Hierbij is het bijvoorbeeld bekend dat de wand eerst voorzien wordt van een pleisterlaag waarin de steenstrips worden ingedrukt in een toestand waarin de pleisterlaag nog nat is. Na het uitharden van de pleisterlaag zitten de steenstrips vast op de wand en kunnen de voegen tussen de steenstrips opgevcegd worden, Aan het traditioneel klieven van steenstrips zijn verscheidene nadelen verbonden, namelijk dat de steenstrips in de natte pleisterlaag nog kunnen uitzakken onder hun

, BE2020/5146 2 9 eigen gewicht, waardoor de voegen tussen de boven elkaar gelegen steenstrips miet recht zijn, wat een slordige | indruk geeft, | 5 Deze werkwijze is bovendien relatief arbeidsintensief om 9 de steenstrips in horizontale rijen waterpas uit te lijnen | en vergt een uitvoering door ervaren vaklui. | Een andere reeds gekende techniek ter vereenvoudiging van : 10 de bovengencemde werken bestaat uit het aanbrengen van 9 voorgevormde of gefreesde isolatieplaten die onderdeel # vormen van een ETICS (external thermal isolation composite 9 system) isolatiesysteem. Deze isolatieplaten worden met één zijde tegen de wand bevestigd en zijn op de tegenoverliggende zijde voorzien van evenwijdige ribben die in het isolatiemateriaal van de isolatieplaten zijn uitgefreesd of geperst, waarbij deze ribben bedoeld zijn voor de uitiijning van de steenstrips die ertussen worden geklsefd.

Een nadeel van deze gekende werkwijze voor het bekleden van de wand met steenstrips is dat de isclatieplaten relatie! duur zijn doordat zij moeten voorzien worden van extra ribben en van het feit dat er, in het geval van ribben die uit het isolatiemateriaal worden gefreesd, veel materiaal verloren gaat, Len ander nadeel van deze isolatieplaten met ribben, is dat de ribben relatief kwetsbaar zijn bij het aanbrengen van de steenstrips en dat deze ribben bovendien beletten dat er

| sen wapeningsnet wordt aangebracht ter voorkoming van scheuren in de wand. 9 De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en | 5 aan éèn of meer andere nadelen een oplossing te bieden. | Hiertoe betreft de huidige uitvinding een werkwijze voor 9 net bekieden van een wand met steenstrips, waarbij de : werkwijze de volgende stappen bevat: 9 10 - het aanbrengen van een wapeningsnet tegen de wand; 9 - het aanbrengen van een laag mieister over het | wapeningsnet; - het voorzien van een indrukmai met evenwijdige groeven op aan onderiinge afstand van elkaar die iets groter is dan de is breedte van de basis van de aan te brengen steenstrips, welke basis is bedoeld om tegen de wand te worden aangebracht; - het aandrukken van de indrukmal in de nog natte pleister, zodanig dat de natte pleister tot in de groeven van de indrukmal doordringt ter vorming van evenwijdige ribben;

- de indrukma) na een volledige of gedeeltelijke uitharding van de pleister verwijderen, zodat een pleisterstructuur met evenwijdige ribben achterblijft tegen de wand;

- het aanbrengen van een kleefmortel tussen de ribben;

— het aandrukken van de steenstrips in de nog natte kleefmortel tussen de ribben, waarbij de overtollige kieefmortel langs de spleet tussen de kleefstrip en de ribben kan ontsnappen;

- het optioneel met voegmortel opvoegen van de spleten tussen de steenstrips.

A BE2020/5146 De ribben die op deze manier door uitharding van de pleisterlaag zijn gevormd, zijn voldoende stevig om bij het 9 plaatsen van de steenstrips voldoende steun te bieden om te { beletten dat de steenstrips bij het plaatsen zouden kunnen 9 5 uitzakken. 9 Doordat de ribben op vaste afstanden van elkaar en in 9 elkaars verlengde zijn gelegen worden er tussen de ribben doorlopende vakken afgebakend waartussen de steenstrips automatisch op elkaar worden uitgelijnd, waardoor de werkwijze eenvoudig toe Le passen is ten opzichte van de bekende werkwijze en daardoor het aantal nodige arbeidsuren ter realisatie van de wand reduceert en de noodzaak aan geschoolde vaklui vermindert,

Nog een voordeel is dat de pleisterlaag kan aangebracht worden op een vlakke ondergrond, met andere wcorden zonder ribben, wat het voordeel biedt dat een wapeningsnet eenvoudig aan te brengen is ter voorkoming van scheuren in de wand, waarbij het wapeningsnet vervaardigd is uit geweven glasvezel, De ribben functioneren als steunpunt voor de steenstrips en hebben bij voorkeur een hoogte die kleiner is dan de dikte van de steenstrips, Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indrukmalien waarvan de diepte van de groeven kleiner is dan de dikte van de steenstrips, Op die manier wordt voorkomen dat de ribben uit de wand uitsteken en dat de ribben verscholen liggen in de voegen tussen aangrenzende steenstrips.

Bovendien geeft dit de

| 5 BE2020/5146 mogelijkheid om de voegen over een voldoende diepte te voegen, alhoewel het opvoegen niet noodzakelijk is. | Bij voorkeur liggen de ribben op een afstand van elkaar die 9 > iets groter is dan de breedte van de basis van de toe te 9 passen steenstrips, éên en ander zodanig dat er tussen de 9 steenstrips en de ribben een spleet overblijft die het 9 mogelijk maakt dat bij het indrukken van de steenstrips in 9 de kieefmortel tussen de ribben de overtollige kleefmortel # 10 langs deze spleet kan weggedrukt worden.

Op deze manier kunnen de steenstrips op een gewenste diepte tussen de steenstrips aangedrukt worden, bijvoorbeeld om één vlak te cekomern of om een bepaald gewenst reliëf te realiseren, De uitvinding is toepasbaar zowel voor wanden met als zonder of minimale vceg tussen de steenstrips.

In het geval van een wand met voeg wordt ervoor gezorgd dat er tussen aangrenzende steenstrips voldoende afstand wordt gelaten om opgevoegd te kunnen worden, waarbij de breedte van de voeg wordt bepaald door de afstand tussen de ribben, de breedte van de steenstrips en van de ribben, in het geval van een wand zonder of met minimale voeg kan gebruik gemaakt worden van steenstrips die aan hun basis zijn voorzien van één of meer groeven waarmee de steenstrips in de breedte over de ribben passen, op zodanige manier dat de steenstrips dicht tegen elkaar aansluiten,

& BE2020/5146 Volgens een praktische uitvoeringsvorm kan dit bijvoorbeeld | gerealiseerd worden door steenstrips die in hun basisvlak, met andere woorden het viak waarmee ze in de kisefmortel | gedrukt worden, jangs twee tegenoverliggende randen 9 > voorzien zijn van een dergelijke groef. | De uitvinding heeft tevens betrekking op een indrukmal voor 9 het vormen van evenwijdige ribben in een pleisterlaag die 9 bedoeld is om er steenstrips tegen te bevestigen, waarbij { 10 de indrukmal minstens aan één zijde vlak is en is voorzien 9 van evenwijdige groeven op een afstand van elkaar die iets # groter is dan de breedte van de basis van de toe te passen steenstrips.

De indrukmal is rechthoekig van vorm en is in een voorkeursdragende uitvoeringsvorm vervaardigd uit een licht materiaal zoals schuim, bijvoorbeeld maar niet uitsluitend uit poiyethyieen; schuimrubber of schuimplastic., Echter kunnen de indrukmallen ook vervaardigd zijn uit andere materialen waaraan de gedroogde pleisterlaag niet blijft kleven, Tevens heeft de uitvinding betrekking cp een steenstrip voorzien is van één of meerdere groeven in de basis.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende toepassingen beschreven van de werkwijze voor het bekleden van een wand met steenstrips Loegepast voigens de uitvinding, en een daarbij toegepaste steenstrip en indrukmal, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

= BE2020/5146 figuur 1 in perspectief een schematische weergave is 9 van een indrukmal volgens de uitvinding: | de figuren 2 tot 8 opeenvolgende stappen weergeven # 5 voor de werkwijze van de uitvinding, waarbij meer 9 speciaal figuur 4 sen doorsnede is volgens de lijn IV- 9 IV in figuur 3 en figuur & een doorsnede is volgens # Lijn VI-VI in figuur 5; 9 figuur 9 geeït een variant van figuur 5 weer; 9 10 figuur 10 een variant weergeeft van een werkwijze | volgens de uitvinding. De in figuur 1 weergegeven indrukmal 1 is gemaakt uit een blok schuim met twee tegenoverliggende evenwijdige randen 2 en 3 die met elkaar verbonden zijn met twee tegenoverliggende zijden, respectievelijk één zijde 4 die vlak is en de andere zijde 5 die voorzien is van groeven 6 die evenwijdig iopen met de voornoemde randen Z en 3.

De groeven 6 liggen op een vaste afstand A van elkaar, waarbij in het geval dat de buitenste groeven op een aïstand B, respectievelijk B”, van de aaniiggende rand, respectievelijk 2 en 3, liggen, de som van deze afstanden B' en 5” gelijk is aan de voornoemde vaste afstand A, zodanig dat wanneer Lwee indrukmalien 1 met hun randen 2,3 tegen eikaar worden gelegd, de buitenste groeven van deze aangrenzende inorukmallen 1 op een afstand A van elkaar Liggen.

In figuur 2 is een doorsnede weergegeven van een wand 7 die | voorzien is om bekleed te worden met steenstrips 8, waarbij { de wand 7 reeds is voorzien van een isolatieplaat 9 die in : dit geval tegen de wand 7 is bevestigd door middel van 9 5 ankers 10 en/of klecfcement. | De te bekleden zijde 11 van de isolatieplaat 9 is vlak, 9 zodanig dat tegen deze vlakke zijde 11 een wapeningsnet 12 | kan aangebracht worden zoals getoond in figuur 2, waarbij 9 10 voor de uitvoering van de werkwijze voor de uitvinding over | het wapeningsnet 12 een pleisterlaag 13 in natte toestand | is aangebracht. 9 Voor de bevestiging van net wapeningsnet 12 kan bijvoorbeeld een eerste laag pleister tegen de wand worden aangebracht waarin het wapeningsnet 12 kan aangedrukt worden, waarna eventueel een tweede laag pleister 13 over het wapeningsnet 12 kan aangebracht worden.

Het is echter niet uitgesloten dat het wapeningsnet 12 gekleefd wordt.

In een volgende stap van de werkwijze wordt, zoals weergegeven in de figuren 3 en 4, de pleisterlaag 13 bedekt met indrukmallen 1 die met hun gegroefde zijde 5 in de natte pieisterlaag 13 worden gedrukt, in dit geval met de groeven 6 horizontaal gericht en zodanig dat de pleister in de groeven 6 doordringt, 39 De indrukmalien 1 worden in horizontale rijen 14 met hun randen 15 en 16 zijdelings Legen mekaar aangebracht,

| zodanig dat de groeven 6 zich in elkaars verlengde uitstrekken. 9 Op die manier worden de indrukmallen 1 rij per rij | 3 opgestapeld met hun randen 2 en 3 tegen elkaar, waarbij de 9 rijen 14 bij voorkeur in de richting evenwijdig met de # groeven 6 verschoven zijn ten cpzichte van elkaar over een | lengte die kleiner is dan de lengte C van de indrukmallen 9 1, zodanig dat de rijen in geplaatste toestand geschrankt 9 in Liggen ten opzichte van elkaar zoals geïllustreerd in 9 figuur 3, in een volgende stap van de werkwijze volgens de uitvinding worden de indrukmaîlen 1 weggenomen nadat de pleisterlaag 213 voldoende is uitgehard, bijvoorbeeld na één à twee dagen, afhankelijk van de droogtijd van het gebruikte pleister.

Zoals afgebeeld in de figuren 5 en 6 blijft er na verwijdering van de indrukmallen 1 aen uitgeharde pleisterlaag 13 over, die voorzien is van ribben 17. In een volgende stap zoals afgebeeld in figuur 6, wordt er tegen de pleisterlaag 13 een iaag kiesfmortel 18 aangebracht, minstens tussen de ribben 17 waarna zoals weergegeven in figuur 7, tussen de ribben 17 steenstrips 8, al dan niet voorzien van een laag kisefmortel 18 aan zijn basis 19 voor een betere hechting van de steenstrip 8, in de natte kleefmortel 18 worden gedrukt.

: In net weergegeven voorbeeld van figuur 7 worden | baikvormige steenstrips 8 gebruikt die met een rechthoekige | basis 19 waarmee ze in de kleefmortel 18 worden gedrukt. | 5 De indrukmailen 1 zijn zo gekozen dat de afstand D tussen 9 twee evenwijdige aanliggende ribben 17 groter is dan de | breedte E van de naar de wand gekeerde basis 19 van de aan 9 te brengen steenstrip 8, zodanig dat wanneer de steenstrips | & in de kleefmortel 18 tussen de ribben 17 worden gedrukt, 10 de overtollige kleefmortel 18 kan weggedrukt worden langs de spleet 20 tussen de ribben 17 en de steenstrips 8 tot in de voeg 21 tussen aangrenzende steenstrips &. Nadat de kieefmortel 18 is uitgehard kunnen ter afwerking van de wand 7 met steenstrips 8 de voegen Z1 opgevoegd worden met voegsel 22 zoals weergegeven in figuur 8. Figuur 9 geeft sen mogelijke variant 1 weer van een indrukmal 1 volgens de uitvinding die verschilt van de indrukmal 1 uit figuur l in het feit dat deze variant langs twee overstaande randen 15,16 is voorzien van een tand 23 en groef 24 waarmee naastliggende indrukmallen 1 in eenzelfde rij 14 in elkaars verlengde in elkaar passen.

Dit vergemakkelijkt het uitlijnen bij het plaatsen van de indrukmallen 1 in de nog natte pleisterlaag 13. In figuur 10 is een voorbeeld weergegeven van een toepassing van de werkwijze van de uitvinding, maar voor een aïgewerkte wand 7 met steenstrips 8 zonder of met minimale voegen 21,

à/ 11 BE2020/5146 : In dit geval worden steenstrips 8 gebruikt waarvan de 9 breedte E van de basis 19 van de steenstrip 8 nog steeds [ kleiner is dan de afstand D tussen twee ribben, zodanig dat | 5 een teveel aan kleefmortel uit de ruimte tussen de ribben 9 weggedrukt kan worden. 9 De basis 19 is in dit geval langs twee overstaande randen | voorzien van een uitsparing 25 waarmes de steenstrips 8 12 over de ribben 17 passen zoals weergegeven in figuur 10, en waarbij, met andere woorden, de steenstrips 8 aan de zichtzijde 26 breder zijn uitgevoerd met een breedte F die zodanig is gekozen dat wanneer de steenstrips 8 met hun basis 19 tegen of op een ribbe 17 steunen, er tussen opeenvolgende rijen steenstrips 8 slechts een geringe voeg

2. aanwezig is die niet noodzakelijk moeten opgevoegd worden, in plaats van twee uitsparingen 25 kunnen de steenstrips 8 ook voorzien worden van één uitsraring in de vorm van een groef aan een enkele rand of in de vorm van een groef russen twee tegenoverliggende randen van de basis (19)die over een ribbe 17 past en zich evenwijdig uitstrekt met voornoemde randen.

Het is duidelijk dat de randen 2,3,15 en 16 van de indrukmallen i zijn voorzien van uitsteeksels en uitsparingen waarmee de indrukmallen 1 met hun randen 2,3,15 en 16 tegen elkaar passen.

{ 15 BE2020/5146 De beschreven werkwijze voor het bekleden van een wand 7 met steenstrips 8 kan uitgevoerd worden op zowel harde | ondergronden zoais bijvoorbeeld metseiwerken, | betonoppervlakken of harde composiet platen alsook op 3 5 zachte ondergronden waaronder isclatiemateriaal. 9 Verder is het ook mogelijk om alternatieve strips naast F baksteenstrips te gebruiken zoals natuursteenstrins, 9 kunstharssteenstrips, Lbeton- en cementsteenstrips ter 9 10 bekleding van een wand volgens de werkwijze in deze 9 uitvinding.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke werkwijze en een indrukmal en sen steenstrip daarbij toegepast kunnen volgens verschiilende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies.

   | i.- Werkwijze voor het bekleden van een wand (7} met | 5 steenstrips (8), daardcor gekenmerkt dat de werkwijze de | volgende stappen bevat: 9 - het aanbrengen van een wapeningsnet (12) tegen de wand 9 (732 { - het aanbrengen van een laag pleister (13) over het 9 10 wapeningsnet {12}; | - het voorzien van een indrukmal {1} met evenwijdige | groeven (9) op een onderlinge afstand {A} van elkaar die iets groter is dan de breedte van de basis (E) van de san te brengen steenstrips (8), welke basis (19) is bedoeld cm tegen de wand {7) te worden aangebracht; - het aandrukken van de indrukmal {1} in de nog natie pleister (13), zodanig dat de natte pleister {13} tot in de groeven (6) van de indrukmal (1) doordringt ter vorming van evenwijdige ribben (175; - de indrukmal {1} na een volledige of gedeeltelijke uitharding van de pleister {13} verwijderen, zodat een pleisterstructuur met evenwijdige ribben (17) achterblijft tegen de wand (7); - het aanbrengen van een kleefmortel (18) rechtstreeks tussen de ribben {17} en/of aan de basis (19) van de steenstrips (8): - het aandrukken van de steenstrips {8} in de nog natte kleefmortel (18) tussen de ribben {17}, waarbij de overtollige kleefmortei (18) langs de spleet (20) tussen de steenstrip (8) en de ribben (7) kan ontsnappen;

   | - het optioneel met voegmortel (22) opvoegen van de spleten (20) tussen de steenstrips {8}. | 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat 9 5 de diepte van de groeven (6) in de indrukmal (1) kleiner is : den de dikte van de steenstrips (8), zodat na het | aanbrengen van de steenstrips 18) russen de ribben (171 er 9 nog een open voeg (20) tussen de streenstrips (8) 9 overblijft die dan kan opgevoegd worden,

   3.- Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat meerdere indrukmailen {13 worden voorzien die aansluitend tegen elkaar worden aangebracht ter bedekking van de pleisterlaag {13} en ter vorming van doorlopende horizontale ribben (17) op de wand (7} na het wegnemen van de inorukmallen {1}, à.- Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de indrukmallen (1} in de lengterichting van de groeven (6) verschoven zijn ten opzichte van elkaar volgens een in deze richting geschrankt patroon,

   3." Werkwijze voigens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de indrukmallen {1} rechthoekige indrukmallen {1} zijn,

   6.7 Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de indrukmallen {1} twee overstaande evenwijdige randen (2,3) bezitten die evenwijdig lopen met de lengterichting van de groeven {6} en wee dwarsranden (15,16) die voorzien zijn van een tand (23) en groef (24) die in elkaar passen wanneer de indrukmailen {1} met hun dwarsranden (15,16)

   9 ‚8 BE2020/5146 tegen elkaar en in elkaars verlengde op de pleisterlaag | {13} worden aangebracht. | 7,- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, | 5 daardoor gekenmerkt dat de wand {7} aan de te bekleden # zijde is voorzien van een isolatielaag {13} waartegen het | wapeningsnel {12} wordt aangebracht en waartegen de 9 pleisterlaag (13) waarin de indrukmal {1} of indrukmallen : {1) met hun groeven (6; worden ingedrukt. 9 S.- Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat 9 de isolatielaag (29) aan de met steenstrips (8) Le bekleden 9 zijde vlak (11) is. S,- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de indrukmal {1} of indrukmallen (13 met hun groeven (6) horizontaal gericht in de vieisteriaag {13} worden gedrukt ter vorming van evenwijdige doorlopende horizontale ribben (17). 26 10,- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat bij het plaatsen van de steenstrips {8) tussen de ribben (17), de steenstrips (8) worden gesteund Legen of op één van de betreffende ribben (17).

   li.” Werkwijze voigens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de steenstrips {8} zonder voeg (213 of met een minimale voeg (21) Legen de wand {7} worden aangebracht, waarbij hiertoe de steenstrips (2) in de naar de wand {7} gerichte basis (19) zijn voorzien van één of

   - BE2020/5146 16 : meer uitsparingen (25) waarmee de steenstrips (8) over de ribben (17) passen, ; 12.- Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt ; > dat zij gebruik maakt van steenstrips (8) waarvan de naar | de wand (7) gekeerde basis {198} langs Lwee overstaande : randen is voorzien van een uitsparing (25) waarmee de : steenstrip{8) over voornoemde ribben (8) past.

   13.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de steenstrips (83) in baksteen zijn. :

   14.- Werkwijze, volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vapeninganet {123 is vervaardigd uit geweven glasvezel.

   15." Steenstrip bedoeld voor gebruik in de werkwijze voigens één van de voorgaande conclusies, daardoor ZU gekenmerkt dat de steenstrip {8} voorzien is van éên of meerdere groeven (6) in de basis {19},

   16. Steenstrip volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de steenstrip {8} in zijn basis (19) is voorzien van twee groeven (6), respectievelijk één aan elk van twee tegencverliggende randen van de basis (19)

   17. Steenstrip volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de steenstrip {8} in zijn basis (19) is voorzien van één groef (6) gelegen tussen twee tevenoverliggende randen en evenwijdig ermee,

   | 18. Indrukmal voor het vormen van evenwijdige ribben in : sen pieisterlaag (13) die bedoeld is on er steenstrips (8) { tegen te bevestigen, daardcor gekenmerkt dat de indrukmal | 5 (1) minstens aan één zijde vlak {4} is en is voorzien van 9 evenwijdige groeven (6) op een afstand (A) van elkaar die 9 iets groter is dan de breedte (E) van de basis (19) van de | toe te passen steenstrips (8),

   185,— Indrukmal {1} voigens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat zij is vervaardigd uit een licht materiaal, bij voorkeur schuim, bijvoorbeeld uit polyethyleen; schuimrubber of schuimplastic.