BE1027965A1 - Werkwijze voor het vormen van een tapijt met een vernieuwde afboording - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vormen van een tapijt, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het vormen van een weefsel omvat dat garens omvat die die volgens een voorafbepaald patroon met elkaar verbonden zijn, - het aanbrengen van een afboording aan minstens één van de omtreksranden van het gevormde weefsel, waarbij het weefsel en de afboording samen bedrukt worden of dat voor de vorming van de afboording garens gebruikt worden die bedrukt werden met kleuren en/of motieven overeenkomstig deze die voorkomen in het gevormde weefsel zodat de afboording niet meer contrasteert met het weefsel.

Description

WERKWIJZE VOOR HET VORMEN VAN EEN TAPIJT MET EEN

VERNIEUWDE AFBOORDING Deze uitvinding betreft enerzijds een werkwijze voor het vormen van een tapijt, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het vormen van een weefsel dat garens omvat die volgens een voorafbepaald patroon met elkaar verbonden zijn, - het aanbrengen van een afboording aan minstens één van de omtreksranden van het gevormde weefsel.

Anderzijds betreft deze uitvinding een tapijt gevormd via de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Het gevormd tapijt is bij voorkeur een tapijt voorzien van een bedrukking.

Bedrukte en/of geweven en/of getuft tapijten (weefsels) zijn algemeen gekend. Het dessin van het tapijt wordt gevormd door een bedrukking te voorzien op een weefsel, die wordt aangebracht via een gekende druktechniek of door gebruik te maken van al of niet gekleurde ketting- en/of inslagdraden (en eventueel pooldraden) die via een vooraf bepaald weef /tuft patroon met elkaar verbonden worden.

Nadat het tapijt geproduceerd is worden de snijranden voorzien van een afboording (overlock). Dit kan gebeuren door de snijranden af te stikken met garen. Door tapijten op deze manier af te werken wordt verder uitrafelen voorkomen en bekomt men een mooier afgewerkt tapijt.

Dergelijke gevormde weefsels (tapijten) zijn echter visueel minder aantrekkelijk, omdat de aangebrachte afboordingen duidelijk zichtbaar blijven wat het tapijt minder aantrekkelijk maakt.

Deze uitvinding heeft daarom tot doel een werkwijze voor het vormen van een tapijt te verschaffen waarvan de aangebrachte afboording minder zichtbaar is.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het vormen van een tapijt, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het vormen van een weefsel dat garens omvat die volgens een voorafbepaald patroon met elkaar verbonden zijn, - het aanbrengen van een afboording aan minstens één van de omtreksranden van het gevormde weefsel, waarbij het weefsel en de afboording samen bedrukt worden of dat voor de vorming van de afboording garens gebruikt worden die bedrukt werden met kleuren en/of motieven overeenkomstig deze die voorkomen in het gevormde weefsel zodat de afboording niet meer contrasteert met het weefsel. Door de afboording in dezelfde kleuren/motieven te realiseren of zowel het gevormde weefsel als de vooraf aangebrachte afboording samen te gaan bedrukken, gaat de aangebrachte afboording op in het geheel en is deze nog nauwelijks zichtbaar. De afboording gebeurt via een overlock waarbij de gewenste randen afgestikt worden. Op die manier wordt een mooi afgewerkt tapijt bekomen. Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden alle omtreksranden voorzien van een afboording.

Het genoemde weefsel is bij voorkeur een geweven weefsel dat inslagdraden en kettingdraden omvat die volgens een voorafbepaald weefpatroon met elkaar verbonden zijn. In het bijzonder omvat het genoemde weefsel poolvormende draden. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn de kettingdraden van het weefsel donkerder dan de inslagdraden van het weefsel zodat het weefpatroon van het weefsel zichtbaar blijft na het aanbrengen van de bedrukking. In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is het genoemde weefsel een getuft weefsel waarbij pooldraden geplaatst worden op een geweven of non-woven gronddoek.

De bedrukking wordt bij voorkeur aangebracht via transferdruk, waarbij de kleuren onrechtstreeks op het bovenste weefsel via zeefdruk aangebracht worden.

In de praktijk worden in spiegelbeeld in zeefdruk de nodige kleuren door middel van pigment transferinkt aangebracht op een vel papier.

Deze vellen worden dan op een polyesterstof gelegd en worden samen, onder druk (ongeveer 4 bar) gedurende zekere tijd (30 à 60 s) samen gebakken (op ongeveer 220 °C). Door de warmte komt de inkt los van het papier en zet zich vast op de bovenzijde (zichtzijde) van het tapijt.

In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de bedrukking via digitaal drukken (printen) aangebracht.

Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een inkjetprinter.

Om een dikker en steviger geheel (tapijt) te bekomen wordt het weefsel volgens een voorkeurdragende werkwijze voorzien van een steunlaag, bij voorkeur is dit een flexibele steunlaag.

Deze steunlaag is bij voorkeur een coating, zoals bijvoorbeeld latex — of andere coating of een non-woven laag zoals bijvoorbeeld vilt.

Een andere optie is bijvoorbeeld een geweven of gebreid doek tegen het weefsel verlijmen.

Wanneer de steunlaag gevormd 1s uit latex of een gelijkaardig materiaal, gebeurt het aanbrengen van de steunlaag via een coatingproces.

Wanneer de steunlaag een non- woven laag (bijv. vilt) is wordt deze via een laminatieproces aangebracht.

Volgens een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding omvat het weefsel minstens twee inslagdraden met een verschillende kleur, effect en/of uitzicht.

Er kunnen ook inslagdraden met verschillende dikte ingebracht worden.

De inslagdraden zijn bij voorkeur chenille garens, matte of glanzende garens, gesponnen of niet gesponnen garens, getwijnde of niet getwijnde garens.

De toegepaste inslaggarens zijn vervaardigd uit natuurlijke, zoals bijv. katoen, wol, … synthetische, zoals bijv.

Polyester (PE), artificiële vezels (bijv. viscose) of gemengde vezels (katoen/PE vezels).

In een meer voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding zijn de kettingdraden van weefsel uit dezelfde kleur vervaardigd. De kleur waaruit de kettingdraden van het weefsel zijn vervaardigd is in het bijzonder zwart. Zwarte kettingdraden hebben het voordeel dat deze na het bedrukken zichtbaar donker blijven. Hierdoor blijft het weefpatroon gevormd door deze kettingdraden mooi zichtbaar. Bij een bijzondere werkwijze volgens de uitvinding per centimeter tapijt zijn er minstens 4 en maximaal 80 kettingdraden aanwezig.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een tapijt, omvattende een weefsel dat garens omvat die volgens een voorafbepaald patroon met elkaar verbonden zijn en waarbij minstens één van de omtreksranden van het tapijt voorzien is van een afboording, waarbij het weefsel en de afboording samen bedrukt worden met dezelfde kleuren en/of motieven of dat voor de vorming van de afboording garens gebruikt worden die bedrukt zijn met kleuren en/of motieven overeenkomstig deze die voorkomen in het bovenste weefsel. Bij een dergelijk tapijt is de aangebrachte afboording nagenoeg onzichtbaar doordat deze afboording niet meer contrasteert met het weefsel.

Bij voorkeur is het weefsel van het tapijt volgens deze uitvinding een structuurweefsel. Het gewicht van het tapijt volgens deze uitvinding 1s bij voorkeur minimaal 400 g/m° en maximaal 4 kg./m?.

Claims (10)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het vormen van een tapijt, waarbij de werkwijze de volgende 5 stappen omvat: - het vormen van een weefsel dat garens omvat die volgens een voorafbepaald patroon met elkaar verbonden zijn, - het aanbrengen van een afboording aan minstens één van de omtreksranden van het gevormde weefsel, met het kenmerk dat het weefsel en de afboording samen bedrukt worden of dat voor de vorming van de afboording garens gebruikt worden die bedrukt werden met kleuren en/of motieven overeenkomstig deze die voorkomen in het gevormde weefsel zodat de afboording niet meer contrasteert met het weefsel.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat alle omtreksranden voorzien zijn van een afboording.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het genoemde weefsel een geweven weefsel is dat inslagdraden en kettingdraden omvat die volgens een voorafbepaald weefpatroon met elkaar verbonden zijn.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het genoemde weefsel poolvormende draden omvat.

5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het genoemde weefsel een getuft weefsel is waarbij pooldraden geplaatst worden op een geweven of non-woven gronddoek.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tegen het gevormde weefsel een steunlaag wordt aangebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de steunlaag een coating, een non-woven of een geweven doek is.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat per centimeter tapijt er minstens 4 en maximaal 80 kettingdraden aanwezig zijn.

9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bedrukking wordt aangebracht via transferdruk of digitaal drukken.

10. Tapijt, omvattende een weefsel dat garens omvat die volgens een voorafbepaald patroon met elkaar verbonden zijn en waarbij minstens één van de omtreksranden van het tapijt voorzien is van een afboording, met het kenmerk dat het weefsel en de afboording samen bedrukt worden met dezelfde kleuren en/of motieven of dat voor de vorming van de afboording garens gebruikt worden die bedrukt zijn met kleuren en/of motieven overeenkomstig deze die voorkomen in het weefsel.