BE1027872B1 - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen Download PDF

Info

Publication number
BE1027872B1
BE1027872B1 BE20195924A BE201905924A BE1027872B1 BE 1027872 B1 BE1027872 B1 BE 1027872B1 BE 20195924 A BE20195924 A BE 20195924A BE 201905924 A BE201905924 A BE 201905924A BE 1027872 B1 BE1027872 B1 BE 1027872B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
drums
shaft
soil
cutting tools
water
Prior art date
Application number
BE20195924A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027872A1 (nl
Inventor
Dirk Liesbeth Guido Smet
Original Assignee
Smet F&C Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smet F&C Nv filed Critical Smet F&C Nv
Priority to BE20195924A priority Critical patent/BE1027872B1/nl
Publication of BE1027872A1 publication Critical patent/BE1027872A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027872B1 publication Critical patent/BE1027872B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D3/00Improving or preserving soil or rock, e.g. preserving permafrost soil
    • E02D3/12Consolidating by placing solidifying or pore-filling substances in the soil
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D19/00Keeping dry foundation sites or other areas in the ground
    • E02D19/06Restraining of underground water
    • E02D19/12Restraining of underground water by damming or interrupting the passage of underground water
    • E02D19/18Restraining of underground water by damming or interrupting the passage of underground water by making use of sealing aprons, e.g. diaphragms made from bituminous or clay material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D3/00Improving or preserving soil or rock, e.g. preserving permafrost soil
    • E02D3/12Consolidating by placing solidifying or pore-filling substances in the soil
    • E02D3/126Consolidating by placing solidifying or pore-filling substances in the soil and mixing by rotating blades

Abstract

Beschreven wordt een werkwijze voor het behandelen van hoofdzakelijk uit kleiachtige grondlagen bestaande grond om deze te stabiliseren door hierin een bindmiddel te injecteren. Een stang, die aan een onderzijde is voorzien van rotatief aangedreven boortrommels waarop snijwerktuigen zijn gemonteerd, wordt in de te stabiliseren grondmassa gedreven, waarbij de grond wordt losgewoeld en een schacht wordt gevormd. Verder worden water en een geschikt uithardbaar bindmiddel aan de schacht toegevoerd en door de boortrommels gemengd met de losgewoelde gronddelen. Na het bereiken van de gewenste diepte wordt de stang uit de schacht verwijderd, en het bindmiddel van het in de schacht aanwezige mengsel uitgehard. Tijdens het in de ondergrond drijven van de boortrommels worden deze schoongespoten met naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen. Ook beschreven wordt een inrichting waarmee de werkwijze kan worden uitgevoerd.

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET BEHANDELEN VAN UIT BE2019/5924
KLEIACHTIGE EN AANVERWANTE MATERIALEN BESTAANDE GRONDLAGEN
TECHNISCH GEBIED VAN DE UITVINDING Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen, ook wel aangeduid als cohesieve grondlagen, met als doel deze te stabiliseren door hierin een bindmiddel te injecteren. Met de uitdrukking "kleiachtige en aanverwante materialen" worden diverse grondspecies bedoeld die de grondlagen van een waterbekken of een terrein tot op een variabele diepte kunnen vormen. Dergelijke grondlagen behoren bijvoorbeeld tot zeearmen, stromen en rivieren, dokken, spaarbekkens, toegangsgeulen tot sluizen of insteekdokken.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Een domein waar de uitvinding toepassing vindt, is onder andere het vormen van stabiele funderingspalen en/of wandpanelen in de uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen. Een ander domein is het tegen alle vormen van erosie resistent maken van dergelijke grondlagen, zoals in taluds enzovoort. De techniek die erin bestaat deze specifieke grondspecies door toevoeging van een bindmiddel te stabiliseren, is bekend, bijvoorbeeld in de vorm van de zogenaamde CSM-methode (cutter soil mixing). Eén van de meest gebruikelijke werkwijzen bestaat erin een stang in de te stabiliseren grondmassa te drijven. Onderaan de stang is een viertal relatief grote wielen bevestigd die kunnen ronddraaien. Deze wielen worden ook wel aangeduid met boortrommels. Op de boortrommels zijn tanden of messen gemonteerd die de grond tijdens het naar beneden bewegen van de stang lostrekken. Door het ronddraaien van de boortrommels wordt de grond losgewoeld. De grond, water en een geschikt bindmiddel zoals cement bijvoorbeeld, vormen samen aldus een vloeistof waarin de verticale stang met daaraan bevestigd de boortrommels kan worden neergelaten. Na het bereiken van de gewenste diepte wordt de verticale stang opnieuw opgetrokken en wordt extra water en BE2019/5924 bindmiddel, onder een relatief lage druk van 10 tot 20 bar, toegevoegd ten einde de Juiste dosering per m° grond te verkrijgen.
Wanneer gewerkt wordt in kleiachtige cohesieve gronden, zoals Boomse klei of leem bijvoorbeeld, blijft de losgewoelde grond regelmatig aan de wielen kleven, waardoor deze hun snijdende werking verliezen en de snelheid van het naar beneden frezen daalt, waarbij de boortrommels uiteindelijk nagenoeg volledig stil komen te staan. Een bekende oplossing om de effecten van dit kleven op te heffen bestaat erin de wielen meermaals op en neer te halen om de wielen aldus enigszins te reinigen. Wanneer dit niet lukt, dienen de wielen volledig uit de grond gehaald te worden en handmatig te worden gereinigd. Bovengenoemde maatregelen kosten veel geld en tijd.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze en een bijhorende inrichting te verschaffen die de nadelen van de stand der techniek ten minste gedeeltelijk opheffen. Hiertoe wordt een werkwijze verschaft volgens conclusie 1. De werkwijze is ingericht voor het behandelen van hoofdzakelijk uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen om deze te stabiliseren door hierin een bindmiddel te injecteren. In de werkwijze wordt een stang, die aan een onderzijde is voorzien van rotatief aangedreven boortrommels waarop snijwerktuigen zijn gemonteerd, in de te stabiliseren grondmassa gedreven, waarbij de grond wordt losgewoeld en een schacht wordt gevormd, waarbij water en een geschikt uithardbaar bindmiddel aan de schacht worden toegevoerd en door de boortrommels worden gemengd met de losgewoelde gronddelen, waarbij na het bereiken van de gewenste diepte de stang uit de schacht wordt verwijderd, en het bindmiddel van het in de schacht aanwezige mengsel wordt uitgehard, waarbij tijdens het in de ondergrond drijven van de boortrommels deze worden schoongespoten met naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen. Gebleken is dat de hoge druk vloeistofstralen in staat zijn snijwerktuigen gedurende relatief lange tijd schoon te houden, en te vermijden dat zich gronddelen vastzetten op de boortrommels. Verder bestaat ook de mogelijkheid om met de hoge druk vloeistofstralen de grond hydraulisch af te breken door de spuitmonden rechtstreeks teBE2019/5924 richten naar de af te breken grond. De uitvinding heeft onder andere als voordelen dat de CSM-stang sneller in de ondergrond beweegt, en dat deze veel minder vast komt te zitten. Hierdoor kan het verbruik van water en bindmiddel beter onder controle worden gehouden, waardoor het mengen van de ondergrond met het bindmiddel doorgaans beter zal zijn. Hierdoor kan het rendement gevoelig hoger komen te liggen dan in de bekende werkwijze.
Verder is, door het hogere rendement en de betere menging, het inbrengen van een stalen profiel of een wapeningskooi eenvoudiger. Doordat de snelheid van het boren en optrekken van de stang is verhoogd hebben grotere bestanddelen - bijvoorbeeld deeltjes met een grotere korreldiameter - van het mengsel (de groutspecie) minder tijd om te bezinken in de nog niet uitgeharde groutspecie.
Het schoonspuiten van de boortrommels en hierop aanwezige snijwerktuigen blijkt in een uitvoeringsvorm ook effectief te kunnen zijn tijdens het aan de schacht toevoeren van het water en het uithardbare bindmiddel.
De druk waaronder de vloeistofstralen in de richting van de snijwerktuigen worden gericht is een hoge druk. Hieronder wordt een druk begrepen van ten minste 20 bar, bij voorkeur ten minste 50 baar, met nog meer voorkeur ten minste 100 bar. In een uitvoeringsvorm van de werkwijze worden de hoge druk vloeistofstralen onder een druk van 150 tot 400 bar tegen de snijwerktuigen gespoten. Andere voorkeurbereiken omvatten drukken van 200 tot 400 bar, met meer voorkeur van 300 tot 400 bar, en met de meeste voorkeur van 350 tot 400 bar. Bij een te hoge druk kan schade worden aangericht aan de snijwerktuigen en/of de boortrommels of wielen.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft waarbij het water en het uithardbare bindmiddel via bijkomende spuitmonden aan de schacht worden toegevoerd onder een relatief lage druk van 10 tot 20 bar. Gebleken is dat het schoonspuiten van de boortrommels hiermee verder kan worden vergemakkelijkt.
Een verder verbeterde uitvoeringsvorm van de uitvinding verschaft een werkwijze | BE2019/5924 waarbij, na het verwijderen van de stang uit de schacht, bijkomend water en bindmiddel aan de schacht worden toegevoerd, bij voorkeur eveneens onder een relatief lage druk van 10 tot 20 bar. Met dit ‘bijvullen’ kunnen de karakteristieken van de in de schacht gevormde groutstructuur beter worden bepaald.
In een verbeterde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft waarbij tijdens het in de ondergrond drijven van de boortrommels verdere hoge druk vloeistofstralen in de ondergrond worden gespoten om deze grond af te breken. Op deze wijze is het vereiste mechanische koppel om de boortrommels te laten roteren gemiddeld kleiner. Hierdoor kan een dragende structuur van inrichting lichter worden uitgevoerd. Verder kunnen de op de trommels aanwezige snijwerktuigen, zoals messen en beitels, onderhevig zijn aan relatief snelle slijtage vanwege de relatief hoge snijkrachten in dergelijke omstandigheden. In het bijzonder in cohesieve, kleiachtige gronden komt het bovendien vaak voor dat de losgewoelde grond aan de wielen blijft kleven waardoor de trommel tijdens het naar beneden bewegen steeds trager gaat draaien en uiteindelijk zelfs tot stilstand kan komen. De onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm vermindert de hierboven genoemde effecten, en breekt deels de grond af op hydraulische wijze, voordat deze in aanraking komt met de boortrommels. Ook wordt de grond tussen de twee trommels afgebroken. In de bekende werkwijze vindt in deze zone doorgaans geen rechtstreekse afbraak van de ondergrond plaats. Hoewel meerdere vloeistoffen in beginsel geschikt zijn om te worden toegepast n de uitgevonden werkwijze, wordt een praktische uitvoeringsvorm van de werkwijze gekenmerkt doordat de vloeistof water omvat, en met meer voorkeur doordat de vloeistof tevens lucht omvat. Ook het bindmiddel kan binnen brede grenzen worden gekozen. Bijzonder geschikte bindmiddelen zijn gekozen uit de groep van cement, bentoniet, vliegas, kalk, een polymeer, mortel, van cement afgeleide bindmiddelen, gelen, en combinaties van deze. In een ander aspect van de uitvinding wordt een inrichting verschaft voor het behandelen van hoofdzakelijk uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen om deze te stabiliseren door hierin een bindmiddel te injecteren. Met de BE2019/5924 inrichting kunnen uitvoeringsvormen van de uitgevonden werkwijze worden uitgevoerd. De inrichting omvat in het bijzonder een stang die aan een onderzijde is voorzien van 5 rotatief aangedreven boortrommels waarop snijwerktuigen zijn gemonteerd, en verder drijfmiddelen om de stang in de te stabiliseren grondmassa te drijven, waarbij de grond wordt losgewoeld en een schacht wordt gevormd. Ook omvat de inrichting toevoermiddelen om water en een geschikt uithardbaar bindmiddel aan de schacht toe te voeren en door middel van de boortrommels te mengen met de losgewoelde gronddelen, enter hoogte van de boortrommels gemonteerde en naar de snijwerktuigen gerichte spuitmonden die zijn ingericht om de boortrommels tijdens het in de ondergrond drijven ervan schoon te spuiten door naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de hoge druk spuitmonden ingericht om vloeistofstralen onder een druk van 150 tot 400 bar tegen de snijwerktuigen te spuiten. De hoge druk zorgt voor een effectief schoonspuiten van de snijwerktuigen, ook als deze zich in een vloeistofkolom bevinden die een mengsel van gronddelen, bindmiddel en water omvat.
Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting wordt gekenmerkt doordat de toevoermiddelen zijn ingericht om het water en het uithardbare bindmiddel via bijkomende spuitmonden aan de schacht toe te voeren onder een relatief lage druk van 10 tot 20 bar. Gebleken is dat een dergelijke injectie niet negatief interfereert met het schoonspuiten van de boortrommels en de hierop aanwezige snijwerktuigen.
In nog een verdere verbeterde uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de inrichting tevens ter hoogte van de boortrommels gemonteerde en naar de ondergrond gerichte verdere spuitmonden, die zijn ingericht om tijdens het in de ondergrond drijven van de boortrommels verdere hoge druk vloeistofstralen in de ondergrond te spuiten om deze grond af te breken.
De drijfmiddelen die bijvoorbeeld een hydraulische en/of elektromotor kunnen omvatten zijn in nog een andere uitvoeringsvorm ingericht om de boortrommels op verschillende dieptes te laten werken. Uiteraard dient de stang lang genoeg te zijn om BE2019/5924 dergelijke dieptes te kunnen bereiken. Andere uitvoeringsvormen van de uitgevonden inrichting omvatten middelen om de vloeistof aan te kunnen voeren vanuit de omgeving of vanuit een vloeistofhouder, waarbij de vloeistof bij voorkeur water omvat, en met meer voorkeur tevens lucht. Ook kan de inrichting volgens uitvoeringsvormen houders en toevoermiddelen omvatten voor het bindmiddel, waarbij het bindmiddel is gekozen uit cement, bentoniet, vliegas, kalk, een polymeer, mortel, van cement afgeleide bindmiddelen, gelen, en combinaties van deze. De inrichting kan zowel op land als vanaf water worden bedreven. In een uitvoeringsvorm is de inrichting daartoe op een drijvende structuur gemonteerd, bij voorkeur een hefponton. In een andere uitvoeringsvorm is de inrichting daartoe op een landvoertuig gemonteerd. Ten slotte wordt aangegeven dat de in deze octrooiaanvraag beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding gecombineerd kunnen worden in elke mogelijke combinatie van deze uitvoeringsvormen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de volgende figuren zonder echter daartoe te worden beperkt. Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving van een uitvoeringsvorm van de werkwijze en bijbehorende inrichting. In de figuren toont: Figuur 1 een schematische voorstelling van een aantal stappen in de werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; Figuur 2 een perspectivische voorstelling van een boormiddel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; Figuur 3 een vooraanzicht van het in figuur 2 getoonde boormiddel;
Figuur 4 een onderaanzicht van het in figuur 2 getoonde boormiddel; BE2019/5924 Figuur 5 een perspectivische voorstelling van een boormiddel volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, en tenslotte Figuur 6 een onderaanzicht van het in figuur 5 getoonde boormiddel.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVOORBEELDEN De in figuur 1 getoonde werkwijze werd ontwikkeld om bepaalde werken zoals in de aanhef van de aanvraag uiteengezet, mogelijk te maken. De werkwijze volgens de uitvinding en de daaruit afgeleide inrichting maken het mogelijk uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen tot op een gewenste diepte te bewerken, hetzij om deze grondlagen te stabiliseren, hetzij om hierin zuilen of funderingen aan te brengen.
In de in figuur 1 getoonde werkwijze wordt een stang 1, die aan een onderzijde is voorzien van een boormiddel 2 in de vorm van een viertal rotatief aangedreven boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) waarop snijwerktuigen zijn gemonteerd, in de te stabiliseren grondmassa 3 gedreven volgens de pijlen 5 door een niet-getoond aandrijfmiddel. Hierbij wordt door de roterende werking van de boortrommels (24, 2b, 2c, 2d) de grond 3 ter plaatse van de boortrommels 2 losgewoeld en wordt een schacht 4 in de ondergrond gevormd. De stang 1 is hol uitgevoerd, waarbij water en een geschikt uithardbaar bindmiddel, bijvoorbeeld cement, door inwendige holtes van de stang 1 kunnen worden aangevoerd naar het boormiddel 2. Wanneer de stang 1 de gewenste diepte 6 heeft bereikt wordt de stang 1 volgens de pijlen 7 opgetrokken, zoals is getoond in figuur 1(D), en wordt het mengsel 9 van water en uithardbaar bindmiddel via het boormiddel 2 aan de schacht 4 toegevoerd. Het mengsel 9 van water en uithardbaar bindmiddel wordt door de roterende boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) gemengd met de losgewoelde gronddelen. Nadat de stang 1 volledig uit de gevormde schacht 4 werd verwijderd, wordt eventueel een funderingspaal 8 in de schacht 4 aangebracht en het bindmiddel van het in de schacht 4 aanwezige mengsel uitgehard, zodat de in figuur I(E) getoonde situatie is ontstaan.
Volgens de uitvinding worden de boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) tijdens het in de BE2019/5924 ondergrond 3 drijven ervan schoongespoten met naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen. Dit wordt geïllustreerd onder verwijzing naar figuren 2,3 en 4. Bij voorkeur omvat de vloeistof het mengsel 9 van water en het uithardbare bindmiddel, dat dus aan de schacht 4 wordt toegevoerd onder hoge druk. Optioneel kan het mengsel 9 van water en het uithardbare bindmiddel via bijkomende spuitmonden onder een relatief lage druk van 10 tot 20 bar aan de schacht 4 worden toegevoerd, maar in andere uitvoeringsvormen zijn hogere drukken ook mogelijk.
Eventueel kan na het verwijderen van de stang 1 uit de schacht 6 bijkomend water en bindmiddel aan de schacht 6 worden toegevoerd, waarbij dit bijvullen bij voorkeur onder een relatief lage druk gebeurt, bijvoorbeeld atmosferisch of van 1 tot 20 bar.
Ook is het mogelijk tijdens het in de ondergrond 3 drijven van de boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) verdere hoge druk vloeistofstralen in de ondergrond 3 te spuiten om deze grond af te breken. Deze uitvoeringsvorm wordt getoond in figuren 5 en 6.
Een inrichting die aan het gestelde doel beantwoordt is afgebeeld in figuren 2, 3 en 4. De inrichting omvat een stang 1 die aan een onderzijde is voorzien van een boormiddel 2 dat rotatief aangedreven boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) omvat waarop snijwerktuigen in de vorm van messen 10 zijn gemonteerd. Voor de duidelijkheid zijn per omtrek slechts twee messen 10 getoond. In een meer praktische uitvoeringsvorm omvat elke boortrommel (2a, 2b, 2c, 2d) meerdere messen 10, bij voorbeeld 6-12 of meer, die bij voorkeur regelmatig zijn verdeeld over de omtrek van elke boortrommel (24, 2b, 2c, 2d). De boortrommels (2a, 2b) bevinden zich aan een voorzijde van een frame 11, terwijl de boortrommels (2c, 2d) zich aan een achterzijde van het frame 11 bevinden. De boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) zijn dusdanig in het frame 11 opgehangen dat zij rond een centrale as (124, 12b) van elk paar trommels kunnen roteren, bij voorkeur in twee omtreksrichtingen. Het frame 11 is via een aansluitstructuur 13 stijf verbonden met de stang 1.
Volgens de getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding is ter hoogte van de boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) aan een onderzijde van de aansluitstructuur 13 een viertal, in de richting van de snijwerktuigen 10 georiënteerde spuitmonden 16 gemonteerd. De spuitmonden 16 komen samen in een gemeenschappelijke aanvoerleiding 15 voor een BE2019/5924 vloeistof, in het bijzonder een mengsel van water en het uithardbare bindmiddel, die betrokken wordt vanaf de aansluitstructuur 13. De spuitmonden 16 zijn ingericht om de roterende boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) tijdens het in de ondergrond 3 drijven ervan schoon te spuiten door naar de snijwerktuigen 10 gerichte hoge druk vloeistofstralen 14 die uit de spuitmonden 16 worden geejecteerd onder een druk van 150 tot 400 bar bijvoorbeeld.
Elke spuitmond 14 is dusdanig gericht dat de eruit geejecteerde mengselvloeistofstralen (14a, 14b, 14c, 14d) ieder binnen het bereik liggen van een omtrek van een overeenkomstige boortrommel (2a, 2b, 2c, 2d), zoals getoond in figuur
4 bijvoorbeeld.
Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat de inrichting verder (niet getoonde) drijfmiddelen omvat om de stang 1 in de te stabiliseren grondmassa 3 te drijven, en tevens (niet getoonde) toevoermiddelen om water en het uithardbare bindmiddel aan de schacht 4 toe te voeren en door middel van de boortrommels (2a, 2b, 2c, 2d) te mengen met de losgewoelde gronddelen.
Verder zal duidelijk zijn dat de flexibiliteit van de werkwijze en van de bijhorende inrichting groot is.
Inderdaad kan op elk moment de toegepaste druk worden gevarieerd zodat de door het onder hoge druk geïnjecteerde vloeistof beïnvloedde gebied op elk ogenblik aan de behoeftes kan worden aangepast.
Aan de door de uitgevonden werkwijze bewerkte grondlagen wordt een hiertoe geschikt bindmiddel toegevoegd.
De toevoeging van het bindmiddel kan op meerdere wijzen plaatsvinden, maar gebeurt bij voorkeur door middels van de spuitmonden 16. Eventueel is het ook mogelijk de toevoeging van het bindmiddel te laten geschieden via speciaal daartoe voorziene openingen die het bindmiddel en een vloeistof, als drager van het bindmiddel, onder een lagere druk doorlaten.
De lage druk volstaat om de vloeistof en het door de stang 1 getransporteerde bindmiddel in de opengewerkte grondmaterialen te brengen en te verdelen.
De inrichting kan vanaf een hefeiland of vanaf een voertuig aan landzijde worden ingezet.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvorm en vele BE2019/5924 wijzigingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht voor zover deze wijzigingen binnen het raam van de hieraan toegevoegde conclusies vallen.

Claims (19)

CONCLUSIES BE2019/5924
1. Werkwijze voor het behandelen van hoofdzakelijk uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen om deze te stabiliseren door hierin een bindmiddel te injecteren, waarbij een stang, die aan een onderzijde is voorzien van rotatief aangedreven boortrommels waarop snijwerktuigen zijn gemonteerd, in de te stabiliseren grondmassa wordt gedreven, waarbij de grond wordt losgewoeld en een schacht wordt gevormd, waarbij water en een geschikt uithardbaar bindmiddel aan de schacht worden toegevoerd en door de boortrommels worden gemengd met de losgewoelde gronddelen, waarbij na het bereiken van de gewenste diepte de stang uit de schacht wordt verwijderd, en het bindmiddel van het in de schacht aanwezige mengsel wordt uitgehard, waarbij tijdens het in de ondergrond drijven van de boortrommels deze worden schoongespoten met naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de boortrommels worden schoongespoten met de naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen tijdens het aan de schacht toevoeren van het water en het uithardbare bindmiddel.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hoge druk vloeistofstralen het mengsel van water en het uithardbare bindmiddel omvatten.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hoge druk vloeistofstralen onder een druk van 150 tot 400 bar tegen de snijwerktuigen worden gespoten.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het water en het uithardbare bindmiddel via bijkomende spuitmonden aan de schacht worden toegevoerd onder een relatief lage druk van 10 tot 20 bar.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij na het verwijderen van de stang bijkomend water en bindmiddel aan de schacht worden toegevoerd.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tijdens het inde BE2019/5924 ondergrond drijven van de boortrommels verdere hoge druk vloeistofstralen in de ondergrond worden gespoten om deze grond af te breken.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de vloeistof water en het uithardbare bindmiddel omvat.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de vloeistof tevens lucht omvat.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bindmiddel is gekozen uit cement, bentoniet, vliegas, kalk, een polymeer, mortel, van cement afgeleide bindmiddelen, gelen, en combinaties van deze.
11. Inrichting voor het behandelen van hoofdzakelijk uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen om deze te stabiliseren door hierin een bindmiddel te injecteren, waarbij de inrichting een stang omvat die aan een onderzijde is voorzien van rotatief aangedreven boortrommels waarop snijwerktuigen zijn gemonteerd, en verder drijfmiddelen om de stang in de te stabiliseren grondmassa te drijven, waarbij de grond wordt losgewoeld en een schacht wordt gevormd, toevoermiddelen om water en een geschikt uithardbaar bindmiddel aan de schacht toe te voeren en door middel van de boortrommels te mengen met de losgewoelde gronddelen, en ter hoogte van de boortrommels gemonteerde en naar de snijwerktuigen gerichte spuitmonden die zijn ingericht om de boortrommels tijdens het in de ondergrond drijven ervan schoon te spuiten door naar de snijwerktuigen gerichte hoge druk vloeistofstralen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de hoge druk spuitmonden zijn ingericht om vloeistofstralen onder een druk van 150 tot 400 bar tegen de snijwerktuigen te spuiten.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de hoge druk spuitmonden zijn ingericht om het mengsel van water en het uithardbare bindmiddel tegen de snijwerktuigen te spuiten.
14. Inrichting volgens één der conclusies 11-13, tevens omvattende ter hoogte van BE2019/5924 de boortrommels gemonteerde en naar de ondergrond gerichte verdere spuitmonden die zijn ingericht om tijdens het in de ondergrond drijven van de boortrommels verdere hoge druk vloeistofstralen, in het bijzonder het mengsel van water en het uithardbare bindmiddel, in de ondergrond te spuiten om deze grond af te breken.
15. Inrichting volgens één der conclusies 11-14, waarbij de drijfmiddelen zijn ingericht om de boortrommels op verschillende dieptes te laten werken.
16. Inrichting volgens één der conclusies 11-15, waarbij de vloeistof water omvat, en bij voorkeur tevens bindmiddel en/of lucht.
17. Inrichting volgens één der conclusie 11-16, waarbij het bindmiddel is gekozen uit cement, bentoniet, vliegas, kalk, een polymeer, mortel, van cement afgeleide bindmiddelen, gelen, en combinaties van deze.
18. Inrichting volgens één der conclusies 11-17, waarbij deze op een drijvende structuur is gemonteerd, bij voorkeur een hefponton.
19. Inrichting volgens één der conclusies 11-17, waarbij deze op een landvoertuig is gemonteerd.
BE20195924A 2019-12-17 2019-12-17 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen BE1027872B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195924A BE1027872B1 (nl) 2019-12-17 2019-12-17 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195924A BE1027872B1 (nl) 2019-12-17 2019-12-17 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027872A1 BE1027872A1 (nl) 2021-07-09
BE1027872B1 true BE1027872B1 (nl) 2021-07-15

Family

ID=69165249

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195924A BE1027872B1 (nl) 2019-12-17 2019-12-17 Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027872B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1847329A1 (fr) * 2006-04-06 2007-10-24 Compagnie du Sol Procédé de réhabilitation de sols et/ou des eaux souterraines et equipement pour la mise en oeuvre de ce procédé
WO2012167170A2 (en) * 2011-06-03 2012-12-06 Kruse Darin R Lubricated soil mixing systems and methods
CN105804051A (zh) * 2016-05-05 2016-07-27 东莞市海德机械有限公司 一种地基稳定处理设备
EP3296468A1 (de) * 2016-09-15 2018-03-21 BAUER Maschinen GmbH Verfahren und schlitzwandfräse zum erstellen eines schlitzes im boden

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1847329A1 (fr) * 2006-04-06 2007-10-24 Compagnie du Sol Procédé de réhabilitation de sols et/ou des eaux souterraines et equipement pour la mise en oeuvre de ce procédé
WO2012167170A2 (en) * 2011-06-03 2012-12-06 Kruse Darin R Lubricated soil mixing systems and methods
CN105804051A (zh) * 2016-05-05 2016-07-27 东莞市海德机械有限公司 一种地基稳定处理设备
EP3296468A1 (de) * 2016-09-15 2018-03-21 BAUER Maschinen GmbH Verfahren und schlitzwandfräse zum erstellen eines schlitzes im boden

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027872A1 (nl) 2021-07-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5542782A (en) Method and apparatus for in situ installation of underground containment barriers under contaminated lands
US5256004A (en) Method of forming consolidated earth columns by injection and the relevant plant and column
US3645101A (en) Method and apparatus for constructing impervious underground walls
US3314175A (en) Earth scraper
US4696607A (en) Slurry trench method and apparatus for constructing underground walls
AU2019200467A1 (en) Excavation devices and methods
DE3724251C2 (nl)
BE1027872B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van uit kleiachtige en aanverwante materialen bestaande grondlagen
US7918627B2 (en) Method of treating soil, in particular dry soil sensitive to water
EP1600560B1 (en) A method and device for forming a pile
WO2016051858A1 (ja) 地盤改良工法
WO2013118085A1 (en) Earth working apparatus
CA2090242A1 (en) Apparatus and method for cutting soil and in situ construction of subsurface containment barriers
JP6798845B2 (ja) 変位低減型締固め砂杭造成用中空管及び締固め砂杭造成方法
JP2003113607A (ja) 地盤改良工法と地盤改良装置
JP5541018B2 (ja) 埋め戻し材の製造方法
DE602005003156T2 (de) Verfahren zum Verlagern von Sand
JP2011137358A (ja) 地盤改良体の構築装置、及び地盤改良体の構築方法
JPH0724485B2 (ja) 籾殻投入心土改良耕工法並びに該工法用作業機
US10017916B2 (en) Earth working apparatus
JPS6353327B2 (nl)
BE1018515A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het stabiliseren van hoofdzakelijk uit slib en/of aanverwante materialen bestaande grond.
EP0442589A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von standfesten Schlitzen im Erdreich und/oder Lockergestein
JPH03107013A (ja) 中空硬化層の造成工法
DE4121394A1 (de) Verfahren und vorrichtung zum ausheben von erdmaterial oder bodenschaetzen

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210715