BE1027690B1 - Modulair tegelelement - Google Patents

Abstract

Tegelelement voor het opbouwen van een modulaire constructie, het tegelelement bevattende een chassis met een basislichaam dat een zichtzijde heeft die nagenoeg volledig voorzien is van een ledscherm, waarbij het basislichaam grenzend aan een perifere rand van de zichtzijde eerste verbindingszijdes bevat, daardoor gekenmerkt dat de eerste verbindingszijdes zich onder een hoek ten opzichte van de zichtzijde uitstrekken en waarbij het chassis verder randlichamen bevat die verbindbaar zijn met het basislichaam om, waar het randlichaam verbonden is, een tweede verbindingszijde te vormen die zich nagenoeg loodrecht op de zichtzijde uitstrekt.

Description

Modulair tegelelement De uitvinding heeft betrekking op een tegelelement voor het opbouwen van een modulaire constructie, het tegelelement bevattende een chassis met een basislichaam dat een zichtzijde heeft die nagenoeg volledig voorzien is van een ledscherm, waarbij het basislichaam grenzend aan een perifere rand van de zichtzijde eerste verbindingszijdes bevat.

Een dergelijk tegelelement is bekend uit WO2018116101 en wordt gebruikt voor tentoonstellingsstanden. Een tegelelement bevat ledschermen, een frame en een signaalontvanger. Het frame heeft een voorvlak en vier zijvlakken waaraan bevestigingsoppervlakken en _ installatiegaten voorzien zijn. Modulaire verbindingen en snelle montering en demontering wordt tot stand gebracht door verbindingsmiddelen.

De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een tegelelement voor het opbouwen van modulaire constructies voor beursstanden, reclameconstructies, constructies die in de entertainmentindustrie gebruikt worden, bijvoorbeeld podia, e.d. Dergelijke modulaire constructies worden bij voorkeur zo ontworpen dat ze snel en eenvoudig kunnen opgebouwd en afgebroken worden, compact kunnen getransporteerd worden, en licht zijn. Verder is het voordelig wanneer de set onderdelen toelaat om verschillende vormen en maten van constructies te bouwen. De modulariteit impliceert een complementariteit, uitbreidbaarheid en uitwisselbaarheid van onderdelen in de constructie. Anders gezegd impliceert de modulaire constructie dat met een beperkt aantal unieke onderdelen een uiteenlopend en groot aantal vormen en afmetingen van constructies te realiseren is. De uitvinding is in het bijzonder gericht op een set onderdelen waarin leds geïntegreerd zijn.

De maximale breedte van het tegelelement, en de details van het hoekelement zijn fabrikant afhankelijk. De principes van opbouwen op basis van hoekelementen en tegelelementen echter, worden nagenoeg altijd toegepast. Wanneer ledschermen geïntegreerd worden in een beursstand wordt dit typisch ter plaatse van een vlak gedaan. Hiertoe worden één of meerdere tegelelementen ter plaatse van een zichtbare oppervlakte voorzien van een ledmodule. Deze ledmodule strekt zich typisch uit tot aan de perifere randen van het zichtbare oppervlak van de ledtegel. Dit laat toe om meerdere ledtegels naast elkaar te plaatsen, waarbij men de indruk krijgt dat het ledscherm continu doorloopt van de ene naar de andere ledtegel. Met andere woorden wordt de illusie gecreëerd dat één groot ledscherm voorzien is in de wand. Dit ledscherm echter is opgebouwd uit meerdere individuele ledmodules die voorzien zijn op de modulaire tegels die samen cen geïntegreerde indruk wekken.

Vanuit de markt komt de vraag om ledschermen flexibeler te integreren in een modulaire constructie. Meer bepaald vraagt de markt om het ledscherm niet enkel in vlak, maar

° BE2019/5721 over meerdere vlakken te creëren, waarbij de meerdere vlakken zelfs onder een hoek liggen, zelfs ten opzichte van elkaar. Anders gezegd wordt onder andere gevraagd naar een ledscherm dat zich over een hoek van een constructies uitstrekt, waarbij de indruk gewekt wordt van één continu doorlopend scherm dat zich uitstrekt over de hoek van de modulaire constructie.

In modulaire standenbouw is het vormen van hoeken moeilijk. Met name het bekomen dat een twee oppervlakken die onder een hoek staan ten opzichte van elkaar beide tot nagenoeg in de hoek voorzien zijn van leds is technisch moeilijk realiseerbaar. Oplossingen die hiervoor bedacht worden doen afbreuk aan de modulariteit en uitwisselbaarheid van onderdelen in de constructie.

Het is een doel van de uitvinding een tegelelement met een ledscherm te voorzien waarmee eenvoudig hoeken kunnen gevormd worden en waarvan de modulariteit verbeterd is.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een tegelelement voor het opbouwen van een modulaire constructie, het tegelelement bevattende een chassis met een basislichaam dat een zichtzijde heeft die nagenoeg volledig voorzien is van een ledscherm, waarbij het basislichaam grenzend aan een perifere rand van de zichtzijde eerste verbindingszijdes bevat, daardoor gekenmerkt dat de eerste verbindingszijdes zich onder een hoek ten opzichte van de zichtzijde uitstrekken en waarbij het chassis verder randlichamen bevat die verbindbaar zijn met het basislichaam om, waar het randlichaam verbonden is, een tweede verbindingszijde te vormen die zich nagenoeg loodrecht op de zichtzijde uitstrekt.

Door het chassis van het tegelelement te voorzien van een basislichaam en randlichamen, worden meerdere voordelen bekomen. Het tegelelement kan, wanneer alle randlichamen verbonden zijn met het basislichaam, ingezet worden als rechte tegel, namelijk alle verbindingszijdes staan loodrecht op het zichtvlak. Dit laat toe om de tegelelementen met elkaar te verbinden zodat hun zichtvlakken in elkaars verlengde liggen, evenwijdig met elkaar en zo één visueel oppervlak vormen. Afhankelijk van de positie in de modulaire constructie kunnen ook één of meerdere randlichamen weggelaten worden waardoor de eerste verbindingszijdes kunnen gebruikt worden om aangrenzende tegelelementen te verbinden. Dit laat toe om de tegelelementen met elkaar te verbinden zodat een hoek tussen hun zichtvlakken gevormd wordt. Daarbij loopt het ledscherm bij beide zichtvlakken door tot nagenoeg in de hoek.

Omdat een selectie gemaakt kan worden van randlichamen de verbonden en/of verwijderd kunnen worden, is het mogelijk om het tegelelement volgens de uitvinding te gebruiken in een recht vlak, een 2D hoek, een 3D hoek, een pilaar, een kubus enzoverder. Aldus is een tegelelement met een ledscherm voorzien waarmee eenvoudig hoeken kunnen gevormd worden en waarvan de modulariteit verbeterd is. Tegelelementen waarvan overstaande randlichamen verwijderd zijn, kunnen toegepast worden in een buitenboog, waarin de buitenhoek tussen de

) BE2019/5721 zichtvlakken typisch ligt tussen de 180 graden en 270 graden. In vergelijking, in een 2D hoek is de buitenhoek tussen de zichtvlakken 270 graden en twee vlakken in elkaars verlengde hebben een buitenhoek tussen de zichtvlakken van 180 graden. De buitenboog kan horizontaal, verticaal of onder een hoek georiënteerd worden. Een buitenboog waarbij ledschermen mooi aansluiten ter plaatse van de hoeken is met bekende tegelelementen niet realiseerbaar. Met de tegelelementen volgens de uitvinding is ook een binnenboog realiseerbaar, waarbij de buitenhoek tussen de zichtvlakken typisch tussen de 2 graden en 180 graden ligt.

Bijzonder voordelige uitvoeringsvormen van een tegelelement volgens de uitvinding zijn het onderwerp van bijgevoegde afhankelijke conclusies, en/of kunnen volgen uit de onderstaande figuurbeschrijving.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening laat: figuur 1 een perspectief zicht zien van een bekend modulair constructiesysteem; figuur 2 een ploftekening zien van een tegelelement met ledschermen volgens een uitvoeringsvorm; figuur 3 een bovenaanzicht zien van een dwarsdoorsnede van twee aan elkaar te koppelen tegelelementen; figuur 4 een perspectief zicht zien van twee tegelelementen die een twee dimensionale hoekconstructie vormen; figuur 5 een dwarsdoorsnede zien van aan elkaar verbonden tegelelementen; figuur 6 een perspectief zicht zien van een randlichaam volgens een uitvoeringsvorm; figuur 7 een perspectief zicht zien van een uitvoeringsvorm van een — Kkoppelelement.

De volgende gedetailleerde beschrijving is gericht op bepaalde specifieke uitvoeringsvormen. De leer hierin kan echter op verschillende manieren worden toegepast. In deze beschrijving wordt verwezen naar de tekeningen waarin gelijke onderdelen overal met dezelfde cijfers zijn aangeduid.

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen de uitvinding is echter niet daartoe beperkt, maar alleen door de conclusies.

Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvorm "een", “het” en "de" zowel de enkelvouds- als meervoudsreferenties tenzij de context duidelijk anders dicteert.

De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit” zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met "inclusief", "omvat" of "bevattend", "bevat". De termen "omvattende", "omvat" en

“samengesteld uit" bij het verwijzen naar genoemde componenten, elementen of werkwijzestappen omvatten ook uitvoeringsvormen die "bestaan uit” de componenten, elementen of werkwijzestappen.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en verdere in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij dit gespecificeerd is. Het is duidelijk dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgorde dan hierin beschreven of geïllustreerd.

Verwijzing in deze specificatie naar "één uitvoering”, "een uitvoering”, "sommige aspecten", "een aspect” of "één aspect" betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of kenmerk dat beschreven is in verband met de uitvoering of aspect is opgenomen in ten minste een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De verschijningsvormen van de zinnen "in één uitvoering”, "in een uitvoering”, "sommige aspecten", "een aspect" of "één aspect" op verschillende plaatsen in deze specificatie verwijzen dus niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoering of aspecten. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze worden gecombineerd, zoals voor een vakman op dit gebied duidelijk zal zijn, in cen of meer uitvoeringsvormen of aspecten. Verder zijn, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen of aspecten enkele maar geen andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen of aspecten zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen of aspecten bedoeld om binnen de context van de uitvinding te vallen en om verschillende uitvoeringsvormen of aspecten te vormen, zoals zou worden begrepen door de vakman. In de bijgevoegde conclusies kunnen bijvoorbeeld alle kenmerken van de geclaimde uitvoeringsvormen of aspecten in elke combinatie worden gebruikt.

Figuur 1 toont een bekend modulair constructiesysteem dat gebruikt kan worden bij verplaatsbare en/of tijdelijke structuren. Voorbeelden waar een dergelijk constructiesysteem gebruikt kan worden zijn beurzen, concerten, tijdelijke gebouwen, etc. Het bekende modulaire constructiesysteem omvat meerdere aan elkaar verbondene constructie-elementen 1a-d, 2a-c, 3. De modulaire constructie-elementen kunnen gebruikt worden voor het vormen van verschillende vormen, afmetingen en verschijningen van het constructiesysteem afhankelijk van de toepassing en/of de ontwerper en/of de bouwheer. Zoals getoond in figuur 1 kunnen de modulaire constructie- elementen bijvoorbeeld gebruikt worden bij het bouwen van een tijdelijke muur, bijvoorbeeld voor cen exhibitiestand op een beurs.

De constructie-elementen kunnen verschillende vormen hebben. Een eerste constructie-element is een 1-dimensionaal, 1D, constructie-element 1a-d. In de context van de

> BE2019/5721 aanvrage is een 1D constructie-element een constructie-element met één zichtbaar oppervlak. Een zichtbaar oppervlak 4 is een oppervlak van het constructie-element dat bedoeld is om bij de opstelling van het constructie-element zichtbaar te zijn voor cen toeschouwer, met andere woorden het is een zichtzijde van het constructie-element. Het zichtbaar oppervlak 4 kan gevormd worden door bijvoorbeeld een LED-module.

Een tweede constructie-element is een 2-dimensionaal, 2D, constructie-element 2a-c. Het 2D constructie-element heeft twee zichtbare oppervlakken. Hierdoor vormt het 2D constructie-element een hoek. Meer bepaald is het constructie-element gevormd om een ledscherm te laten doorlopen over een hoek. Met andere woorden zijn twee vlakken onder een hoek geplaatst ten opzichte van elkaar waarbij elk vlak een ledscherm bevat dat zich tot nagenoeg in de hoek uitstrekt. Met een dergelijk constructie-element kunnen hoeken gevormd worden.

Een derde constructie-element is een drie dimensionaal, 3D, constructie-element 3 met drie zichtbare oppervlakken. Het 3D constructie-element vormt een driedimensionale hoek. Meer bepaald is het constructie-element gevormd om een ledscherm te laten doorlopen over een driedimensionale hoek. Met andere woorden zijn drie vlakken onder een hoek geplaatst ten opzichte van elkaar waarbij elk vlak een ledscherm bevat dat zicht tot nagenoeg in de hoek uitstrekt. Met een dergelijk constructie-element kunnen driedimensionale hoeken, bijvoorbeeld in cen kubus, gevormd worden.

Verdere alternatieve constructie-elementen (niet getoond) kunnen gekromd zijn.

Een gekromd constructie-element is een constructie-element waarvan het zichtbaar oppervlak een gekromde vorm heeft, bijvoorbeeld afgeronde hoek.

Het constructie-element is voorzien van een frame 5 met verbindingsvlakken ter plaatse van de randen van het constructie-element om verbonden te worden met aangrenzende constructie-elementen en zo geïntegreerd te worden in de modulaire constructie. Het constructie- element is verbindbaar met een aangrenzend constructie-element via verbindingsmiddelen 30 die voorzien zijn aan de verbindingsvlakken. De verbindingsmiddelen omvatten typisch overstaande complementaire onderdelen. Door samenwerking van de complementaire onderdelen of verbindingsmiddellen kunnen meerdere constructie-elementen eenvoudig een zonder gereedschap aan elkaar verbonden worden.

De constructie-elementen zijn integrale elementen welke gebruikt kunnen worden bij het bouwen van een modulair constructiesysteem. Zo kunnen bijvoorbeeld 1D constructie- elementen la, 1b, lc en 1d aan elkaar verbonden worden via hun frames 5 voor het vormen van een muur.

Voor het vormen van een buitenhoek van de constructie, kunnen 2D constructie- elementen 2a, 2b aan de 1D constructie-elementen la, 1c verbonden worden. Het is duidelijk dat

° BE2019/5721 de 2D constructie-elementen 2a, 2b ook onderling verbindbaar zijn. Aan het vrij uiteinde van de buitenhoek kunnen verder één of meerdere van de genoemde constructie-elementen worden verbonden.

Alternatief kan een driedimensionale hoekconstructie gevormd worden. In het geïllustreerde voorbeeld van figuur 1 wordt hiertoe een 3D constructie-element 3 aan het 1D constructie-element 1b verbonden. Optioneel, kan een aangrenzend 2D constructie-element 2c met het 3D constructie-element 3 verbonden worden. Het 2D constructie-element kan zowel aan het 1D constructie-element 1d alsook aan het 3D constructie-element 3 worden verbonden. Zoals hierboven aangegeven kan een verder vrij uiteinde van de muur verbonden worden met een verder constructie-element, bijvoorbeeld een gekromd constructie-element (niet getoond).

Figuur 2 toont een tegelelement 6 voor het opbouwen van een modulaire constructie. Het tegelelement 6 omvat een chassis 7. Het chassis 7 vormt een frame waarmee het tegelelement 6 in de modulaire constructie geïntegreerd kan worden. Het chassis 7 is verbindbaar aan cen chassis van een ander tegelelement voor het vormen van de modulaire constructie. Dit wordt hieronder diepgaander beschreven. Het chassis 7 is verder ook voorzien om één of meerdere ledschermen 9 aan een voorzijde van het chassis te integreren zodat een zichtzijde 16 gevormd wordt door een ledscherm. De zichtzijde 16 is bij voorkeur rechthoekig.

Een ledscherm 9 is typisch opgebouwd met meerdere kleuren leds die in een vooraf bepaald patroon ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Dit patroon is in de praktijk wel repetitief, maar niet noodzakelijk symmetrisch. Door de asymmetrie heeft het ledscherm een kijkrichting. Dit wil zeggen dat de kleuren en/of intensiteit van het scherm anders zal zijn afhankelijk van de kijkrichting. Door de led-oriëntatie van aangrenzende tegelelementen op elkaar af te stemmen zal de kijkrichting en dus de visuele indruk die het scherm wekt vanuit één bepaalde richting gelijk zijn. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van zichtzijde dat zich over het tegelelement uitstrekt.

Het chassis 7 heeft een basislichaam 8 en meerdere randlichamen 12. Het basislichaam 9 bevat, grenzend aan een perifere rand van de zichtzijde 16, eerste verbindingszijdes

10. De eerste verbindingszijdes 10 lopen bij voorkeur rondom de volledige perifere rand van de zichtzijde 16. De eerste verbindingszijdes 10 strekken zich uit onder een hoek ten opzichte van de zichtzijde 16. De hoek is bij voorkeur een scherpe hoek van ongeveer 45° ten opzichte van de zichtzijde 16. Zoals hieronder verder is toegelicht zijn de eerste verbindingszijdes 10 verbindbaar met een randlichaam 11 of met een eerste verbindingszijde van een aangrenzend tegelelement. Bij voorkeur heeft het basislichaam vier eerste verbindingszijden 10. Het is echter duidelijk voor de vakman dat uitvoeringsvormen met meer of minder dan vier eerste verbindingszijdes ook mogelijk zijn. De verbindingszijdes 10 zijn elk voorzien van ten minste één uitsparing 14.

/ BE2019/5721 Het chassis 7 omvat verder randlichamen 12 die verbindbaar zijn met het basislichaam 8. De randlichamen 12 vormen, waar een randlichaam 12 verbonden is met het basislichaam 9, een tweede verbindingszijde 11. De tweede verbindingszijde 11 strekt zich nagenoeg loodrecht uit op de zichtzijde 16. De tweede verbindingszijdes 11 lopen bij voorkeur rondom de volledige perifere rand van de zichtzijde 16 wanneer alle randlichamen met het basislichaam verbonden zijn. Dit laat toe om de tegelelementen met elkaar te verbinden zodat hun zichtvlakken in elkaars verlengde liggen, evenwijdig met elkaar en zo één visueel oppervlak vormen. De randlichamen 12 zijn ingericht om verbonden te worden met de eerste verbindingszijdes 10. Elk randlichaam 12 is hiertoe voorzien van ten minste één uitsteeksel 13, zoals geïllustreerd in figuur 6. Het ten minste één uitsteeksel 13 is compatibel met ten minste één uitsparing 14 die voorzien is in de eerste verbindingszijdes 10. Hierdoor is een randlichaam 12 op eenvoudige wijze verbindbaar met een eerste verbindingszijde 10 van het basislichaam 8. Het zal duidelijk zijn dat het randlichaam 12 ook van het basislichaam 8 verwijderbaar is.

De ten minste één uitsparing 14 die voorzien is in elke eerste verbindingszijde 9a- d is ingericht voor het ontvangen van een compatibel uitsteeksel 13. Wanneer een randlichaam 12 van een dergelijk uitsteeksel 13 voorzien is, kan een randlichaam 12 aan een eerste verbindingszijde 9 van het chassis 7 verbonden worden. Door de uitsteeksels 13 en uitsparingen op vooraf bepaalde posities te voorzien, kunnen de randlichamen in een vooraf bepaalde positie ten opzichte van de eerste verbindingszijdes gepositioneerd worden. In verbonden toestand, snijdt de tweede verbindingszijde 11 bij voorkeur de eerste verbindingszijde 10 nagenoeg ter plaatse van de zichtzijde 16 wanneer de randlichamen zich in de vooraf bepaalde positie bevinden.

Figuren 3A en 3B illustreren een dwarsdoorsnede van twee, op alternatieve wijze, aan elkaar verbindbare tegelelementen 64, 6b. De tegelelementen 6a, 6b omvatten elk respectievelijk ten minste één ledscherm 9a, 8b dat aangebracht is voor het vormen van een respectievelijke zichtzijde 164, 16b. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 3A bevatten de tegelelementen 64, 6b respectievelijk randelementen 12a, 12c en 12b, 12d. De randelementen 12a-d zijn aan de eerste verbindingszijden van het basislichaam Sa, 8b van de tegelelementen 6a, 6b verbonden en vormen aldus elk een tweede verbindingszijde 11a-c. Hierdoor zijn de tegelelementen 6a en 6b in elkaars verlengde verbindbaar. De ledschermen 9a, 8b lopen nagenoeg evenwijdig met een voorvlak van de respectievelijke tegelelementen 6a, 6b. Een perifere rand van de ledschermen 9a, 9b strekt zich uit tot aan de tweede verbindingszijde. Bij voorkeur worden de tegelelementen zodanig met elkaar verbonden dat de zichtzijdes nauw aansluiten. Met nauw aansluitend wordt bedoeld dat een tussenafstand tussen leds van aangrenzende ledschermen 9a, 9b niet noemenswaardig afwijkt van de tussenafstand van de leds binnen eenzelfde ledscherm. De

N BE2019/5721 tussenafstand tussen leds van aangrenzende ledschermen is bij voorkeur kleiner dan vijf keer de tussenafstand van de leds binnen eenzelfde ledscherm, bij voorkeur kleiner dan 3 keer. Met de meeste voorkeur is de tussenafstand tussen leds van aangrenzende ledschermen gelijk aan de tussenafstand van de leds binnen eenzelfde ledscherm. Hierdoor wordt de indruk gecreëerd dat het ledscherm continu doorloopt van de ene naar de andere ledtegel.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, geillustreerd in figuur 3B, kunnen de tegelelementen onder een hoek van nagenoeg 90° ten opzichte van elkaar worden verbonden. Dit laat toe om een 2D hoekconstructie te vormen waarvan de zichtzijden 90° ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn. In figuur 3B zijn de randlichamen 12a en 12b nog verbonden met hun basislichamen 8a en 8b. De vakman begrijpt dat voor het verbinden van deze tegelelementen onder de hoek, eerst de randelementen 12a en 12b verwijderd worden zodat de tegelelementen met hun eerste verbindingzijdes tegen elkaar kunnen geplaatst worden. In deze positie zullen de zichtvlakken van de tegelelementen 16a en 16b elkaar nagenoeg raken.

In een voorkeursuitvoeringsvorm geillustreerd in figuren 3B, 4 en 5 is de perifere rand van de ledschermen 9a, 8b afgeschuind. Dit laat toe dat, wanneer de tegelelementen 6a, 6b met hun eerste verbindingszijdes aan elkaar verbonden zijn, de ledschermen 9a, 9b nauw met elkaar aansluiten. Deze uitvoeringsvorm wordt hieronder uitvoerig beschreven. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat op deze wijze niet alleen een 2D hoekconstructie gevormd kan worden maar dat ook een 3D hoekconstructie gevormd kan worden met behulp van een derde tegelelement (niet getoond). Het derde tegelelement vormt zowel met het eerste tegelelement 6a als met het tweede tegelelement 6b een hoek van nagenoeg 90°. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat zowel in de geïllustreerde uitvoeringsvorm van figuur 3A als 3B verdere tegelelementen verbindbaar zijn met de vrije tweede verbindingszijdes 11c en 11d van de tegelelementen 6a, 6b.

Figuur 4 illustreert een perspectief zicht van twee tegelelementen die een 2D — hoekconstructie vormen. Figuur 4 illustreert verder de uitvoeringsvorm van figuur 3B, waarbij de tegelelementen 64, 6b ter hoogte van de eerste verbindingszijdes 104, 10b met elkaar verbonden zijn. Hiertoe zijn de randlichamen 12a, 12b van de respectievelijke tegelelementen 6a, 6b , geïllustreerd in figuur 3B, verwijderd en dus niet getoond.

Figuur 4 illustreert verder eerste verbindingszijdes 10c, 10e, 10f. Een randlichaam 12c is verbonden met de eerste verbindingszijde 10c. Aldus wordt een tweede verbindingszijde 11c gevormd. Hierdoor kan een verder tegelelement (niet getoond) in het verlengde van tegelelement 6a verbonden worden, zoals bij voorbeeld geillustreerd in figuur 3A, voor het vormen van een 1D constructievlak.

De verdere verbindingszijdes 10e, 10f van de respectievelijke tegelelementen 6a, 6b zijn verbindbaar met een overeenkomend randlichaam (niet getoond) of zijn in een

) BE2019/5721 uitvoeringsvorm verbindbaar met een verdere eerste verbindingszijde van een verder tegelelement (niet getoond) zodat een 3D hoekconstructie gevormd wordt.

Figuur 4 illustreert in het bijzonder dat het basislichaam 8a twee uitsparingen 14 in de eerste verbindingszijde 10e omvat. De uitsparingen 14 vormen elk een sleuf waarin een uitsteeksel 13 of een koppelelement 15 aangebracht kan worden. De sleuf is zodanig gevormd dat deze compatibel is met het uitsteeksel 13 en/of het koppelelement 15. Hiertoe is de sleuf voorzien van cen eerste en een tweede aanslagvlak 174, 17b welke bij voorkeur nagenoeg evenwijdig zijn met de zichtzijde 16a van het tegelelement 6a. Verder is de sleuf voorzien van een derde en een vierde aanslagvlak 184, 18b welke nagenoeg dwars gericht zijn op de zichtzijde 14 en op een lengterichting van de respectievelijke eerste verbindingszijde 10e. De sleuf is bij voorkeur verder voorzien van een vijfde aanslagvlak 18c dat nagenoeg loodrecht staat op de zichtzijde en in de lengterichting van de respectievelijke eerste verbindingszijde 10 is georiënteerd. De aanslagvlakken 17a, 17b, 184, 18b en 18c laten toe dat het uitsteeksel 13 en/of het koppelelement slechts in één richting verplaatsbaar is. De met de zichtzijde 16 evenwijdige aanslagvlakken 15 17a, 17b verhinderen een beweging van het uitsteeksel 13 of het koppelelement 15 in een richting dwars op de zichtzijde 16. De dwarse aanslagvlakken 18a, 18b verhinderen een beweging van het uitsteeksel 13 en het koppelelement 15 in een lengterichting van de eerste verbindingszijde 10e. Het vijfde aanslagvlak 16c dient als stop bij het inbrengen van het koppelelement 15 of het uitsteeksel 13. Op deze manier kan een koppelelement 15 en/of het uitsteeksel 13 op eenvoudige, efficiënte en robuuste wijze aangebracht worden.

De uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 4 toont dat twee uitsparingen in de eerste verbindingszijde 9b van het chassis 9a voorzien zijn. Het zal echter duidelijk zijn dat ook één of meer dan twee uitsparingen voorzien kunnen worden. Met andere woorden, er is ten minste één uitsparing 14 voorzien in een eerste verbindingszijde van het chassis 7. Op basis van de uitleg hierboven begrijpt de vakman dat de meest eenvoudige uitvoering van de uitsparing een blinde boring is. Namelijk een blinde boring heeft alle hierboven beschreven aanslagvlakken. Bij voorkeur is de afstand tussen de evenwijdige aanslagvlakken 17a en 17b noemenswaardig kleiner dan de afstand tussen de dwarse aanslagvlakken 184 en 18b zodat een langwerpige uitsparing bekomen is.

Het koppelelement 15 of het uitsteeksel 13 wordt bij voorkeur vast verbonden met het basislichaam 8 door middel van koppelingsmiddelen 19. De koppelingsmiddelen 19 zijn bij voorkeur snelkoppelingen of schroefverbindingen. Meer bepaald zijn de koppelingsmiddelen 19 complementaire onderdelen die, bij voorkeur op gereedschapsloze wijze, bedienbaar zijn om tegelelementen met het koppelelement 15 of met de uitsteeksels 13 te verbinden.

In figuur 4 is de eerste verbindingszijde 104 voorzien van een eerste koppelingsmiddel. Het eerste koppelingsmiddel 19 is vormgegeven als een pen die voorzien kan worden van een handvat en geveerd opgesteld kan zijn, zodat de pen relatief eenvoudig en manueel bewogen kan worden. Optioneel kan de pen samenwerken met een verschuifbaar slot dat aangebracht is aan het koppelelement 15 en/of het uitsteeksel 13, zodat de pen versleutelbaar is. Deze uitvoeringsvorm wordt hieronder diepgaander beschreven.

Figuur 4 illustreert verder dat het basislichaam voorzien is van ten minste één tegelverbindingsmiddel 23a dat zich nagenoeg evenwijdig met de zichtzijde en doorheen de eerste verbindingszijde 10 en het overeenkomende randlichaam 12 uitstrekt voor het verbinden van tegelelementen in elkaars verlengde. Het randlichaam kan hiertoe voorzien zijn van een doorvoeropening, waarbij de doorvoeropening het verbindingsmiddel omgeeft. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het randlichaam 12 ook een uitsnijding omvatten waardoor het tegelverbindingsmiddel 23a zich langs een aangrenzende wand van het randlichaam uitstrekt.

Figuur 5 illustreert een dwarsdoorsnede van aan elkaar verbonden tegelelementen 6a, 6b die een 2D hoekconstructie vormen. De tegelelementen 6a, 6b zijn met hun basislichamen Sa, 8b via de eerste verbindingszijdes 104, 10b aan elkaar verbonden door middel van het koppelelement 15.

Het koppelelement 15 is in de uitsparing 14 van de eerste verbindingszijde 10a van het tegelelement 6a aangebracht. Het koppelelement 15 is verder in de uitsparing van de eerste verbindingszijde 10b van het aangrenzende tegelelement 6b aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat de uitsparingen van de aangrenzende tegelelementen waarin eenzelfde koppelelement 15 aangebracht wordt, gealigneerd ten opzichte van elkaar zijn. Het zal duidelijk zijn dat in het geval dat er meerdere uitsparingen voorzien zijn in een eerste verbindingszijde van een tegelelement, de meerdere uitsparingen van het aangrenzend tegelelement telkens overeenkomen met minstens één van de meerdere uitsparingen van het aangrenzende tegelelement. Op deze wijze zijn alle tegelelementen uitwisselbaar en verbindbaar met elkaar. Hierdoor wordt de modulariteit alsook de uitwisselbaarheid van de tegelelementen verbeterd.

Het koppelelement 15 wordt aan de basislichamen 8a, 8b bevestigd door middel van de koppelingsmiddelen 19. De koppelingsmiddelen 19 kunnen bijvoorbeeld een pen zijn die samenwerkt met een verschuifbaar slot dat aan het koppelelement 15 aangebracht is, zoals hierboven beschreven. Alternatief kan het koppelingsmiddel bijvoorbeeld ook een schroef en/of vlinderschroef zijn.

Figuur 5 illustreert verder het nauw aansluiten van de ledschermen 9a, 9b. Hiertoe is elke perifere rand van het ledscherm afgeschuind zodanig dat deze perifere rand evenwijdig loopt of in hoofdzaak samenvalt met het verbindingsoppervlak van de eerste verbindingszijde 104,

" BE2019/5721 10b. Doordat de perifere randen van elke ledscherm afgeschuind zijn en samenvallen met het verbindingsoppervlak van de eerste verbindingszijde 10a, 10b sluiten de perifere randen van de ledschermen nauw met elkaar aan wanneer de aangrenzende tegelelementen aan elkaar verbonden zijn. Dit laat toe dat bij het vormen van een hoek de zichtvlakken 16a, 16b nauw aansluiten ter plaatse van de hoek waardoor de indruk gewekt wordt van één continu doorlopend scherm dat zich uitstrekt over de hoek. Dit geldt zowel voor een 2D hoek alsook voor een 3D hoek en ook wanneer verdere hoeken gevormd worden met dergelijke tegelelementen. Aldus kan bijvoorbeeld een 3D hoekconstructie gevormd worden. De vakman begrijpt dat in een dergelijke uitvoeringsvorm de indruk gewekt wordt dat één continue doorlopend scherm zich uitstrekt over de twee hoeken van de 3D hoekconstructie.

Figuur 6 illustreert een perspectief zicht van een randlichaam 12. Het randlichaam 12 omvat twee uitsteeksels 13 en twee hoeklichamen 20, waarvan slechts één getoond is. De twee uitsteeksels 13 zijn aan een schuine zijde 21 aangebracht. De schuine zijde 21 van het randlichaam 12 is compatibel met een eerste verbindingszijde van het basislichaam. De uitsteeksels 13 zijn zodanig gevormd dat deze in de uitsparingen van een eerste verbindingszijde van het basislichaam aangebracht kunnen worden. Een uitsteeksel is voorzien van contactvlakken 25a, 25b, 25c. De contactvlakken 25 zijn ingericht om, wanneer het uitsteeksel 13 in de sleuf wordt aangebracht, aan te liggen tegen de aanslagvlakken 17a, 17b van de sleuf zodat de bewegingsvrijheid van het uitsteeksel 13 beperkt wordt. De uitsteeksels 13 kunnen integraal gevormd zijn met de randlichamen 10 maar kunnen in een alternatieve uitvoeringsvorm ook losmaakbaar bevestigd zijn aan de randlichamen 10. Doordat de uitsteeksels 13 aan de schuine zijde van het randlichaam 12 zijn aangebracht en de uitsteeksels slechts in één richting in de uitsparingen aangebracht kunnen worden zijn de randlichamen op efficiënte wijze verbindbaar aan een chassis. Hierdoor wordt bij het bouwen van de constructie tijd bespaard. In de uitvoeringsvorm getoond in de figuren ligt de ene richting voor het aanbrengen van de uitsteeksels in de uitsparingen evenwijdig met het vlak van het scherm. De vakman begrijpt dat de uitsparingen en uitsteeksels ook anders georienteerd kunnen zijn zodanig dat randlichamen met het basislichaam verbindbaar zijn in andere richtingen. Zo kan een verdere uitvoeringsvorm bedacht worden waarin de richting voor het aanbrengen van de uitsteeksels in de uitsparingen loodrecht is op het vlak van het scherm. Dit zou zelfs toelaten de randlichamen reeds met elkaar te verbinden of minstens gedeeltelijk uit één stuk te vormen en als geheel, in één beweging, te monteren op het basislichaam.

Een randlichaam 12 en/of een uitsteeksel 13 daarvan kunnen voorzien zijn van complementaire tegelverbindingsmiddelen 23a welke tegelverbindingsmiddelen toelaten tegelelementen met elkaar te verbinden wanneer de tweede verbindingszijdes tegen elkaar liggen.

Het randlichaam 12 en/of een uitsteeksel daarvan kan voorzien zijn van ten minste één blinde boring 23b die complementair is met het tegelverbindingsmiddel van een aangrenzende tegel. De blinde boring 23b is ingericht voor het ontvangen van het complementair tegelverbindingsmiddel 23a. In een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm is het tegelverbindingsmiddel 23a bij voorkeur een pen zoals beschreven in figuur 4. De blinde boring 23b is in een dergelijke uitvoeringsvorm bij voorkeur voorzien van een verschuifbaar slot dat bevestigd aan het basislichaam van het tegelelement 6 en ingericht is om het tegelverbindingsmiddel 23a aan te grijpen zodanig dat de aangrenzende tegelelement vast bevestigd zijn aan elkaar . Dit verhoogt het gebruiksgemak. De blinde boring 23b kan optioneel getapt zijn als het tegelverbindingsmiddelen bijvoorbeeld een schroef of bout is. De complementaire verbindingsmiddelen laten een uiterst snelle en eenvoudige montage en demontage toe. De vakman begrijpt dat andere uitvoeringen van de tegelverbindingsmiddelen voorzien kunnen worden om de hierboven beschreven voordelen en effecten mee te behalen. De eerste verbindingszijdes en de randlichamen bevatten verder overeenkomende verbindingsmiddelen 22 om het randlichaam met het basislichaam te verbinden. De verbindingsmiddelen zijn bij voorkeur gelijkaardig aan de tegelverbindingsmiddelen. De randlichamen bevatten verder verbindingsmiddelen om aan een achterzijde van het tegelelement een afwerking te verbinden. De afwerking is bijvoorbeeld een plaat of een doek. Voor montage van het doek wordt de achterzijde aan een periferie voorzien van een gleuf. Deze gleuf is voorzien in de randlichamen en in de hieronder besproken hoeklichamen. Door het voorzien van de gleuf in randlichamen en hoeklichamen, kan de gleuf doorlopen om de gehele periferie van de tegel wanneer de tegel van de randlichamen en hoeklichamen is voorzien. Het randlichaam 12 is verder aan de uiteinden daarvan voorzien van hoeklichamen

18. Een chassis 7 waarvan elke eerste verbindingszijde 10 verbonden is met een randlichaam vormt een balkvormig frame. Hierdoor kunnen aangrenzende tegelelementen in elkaars verlengde verbonden worden. Elk randlichaam heeft een eerste en een tweede uiteinde, ter hoogte van een hoek van het chassis. Ter hoogte van elke hoek grenzen twee uiteinden van twee randlichamen aan elkaar. Ter hoogte van elke hoek van het basislichaam bevindt zich een hoeklichaam 20. Het hoeklichaam 20 is aan twee zijden met één van de uiteindes van een randlichaam verbonden. Met andere woorden, twee aangrenzende randlichamen delen een gezamenlijk hoeklichaam 20. Het hoeklichaam 20 is losmaakbaar verbonden aan elk van de randlichamen. In een voorkeursuitvoeringsvorm kan deze koppeling op gelijkaardige wijze als het uitsteeksel van het randlichaam met het chassis uitgevoerd. Een uitsparing kan hiertoe voorzien zijn in het randlichaam welke overeenkomt met een uitsteeksel dat voorzien is op het hoeklichaam 20. Een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij een uitsparing in het hoeklichaam 20 voorzien is en een uitsteeksel voorzien is aan het randlichaam is ook mogelijk. Dergelijke uitvoeringsvormen laten een uiterst snelle en eenvoudige montage en demontage van het hoeklichaam 20 toe. Alternatief, kan het hoeklichaam ook verbonden zijn door middel van een schroefverbinding. Het hoeklichaam 20 omvat een eerste en een tweede vlak 24a, 24b zodanig dat in cen gemonteerde positie het eerste vlak evenwijdig ligt met de eerste verbindingszijde en een tweede vlak evenwijdig ligt met de tweede verbindingszijde. In een uitvoeringsvorm waarbij een 2D hoekconstructie gevormd wordt, zijn de twee hoeklichamen en de overeenkomende randelementen aan de eerste verbindingszijdes die met elkaar verbonden worden, verwijderbaar. Hierdoor zijn de eerste verbindingszijdes over hun volledige lengterichting verbindbaar. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat zowel bij een 2D of een 3D hoekconstructie een verder vrije zijde daarvan verbindbaar is met bijvoorbeeld een tweede verbindingszijde van een 1D constructie. Omdat een selectie gemaakt kan worden van hoeklichamen die verbonden en/of verwijderd kunnen worden, is het mogelijk om het tegelelement in een recht vlak, een 2D hoek, een 3D hoek, een pilaar, een kubus etc. te gebruiken. Aldus is een tegelelement met een ledscherm voorzien waarmee eenvoudig hoeken kunnen gevormd worden en waarvan de modulariteit verder verbeterd is. Een verder voordeel van het hoeklichaam is dat deze de stabiliteit van de modulaire constructie verbetert en de verbinding versterkt bij het vormen van 1D constructies. Dit laat toe om de tegelelementen op een uiterst flexibele manier in constructiesystemen in te zetten.

Figuur 7 illustreert een perspectief zicht van een uitvoeringsvorm van een koppelelement 15. Het koppelelement 15 wordt gevormd door twee uitsteeksels onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar te plaatsen. Anders gezegd is het koppelelement voorzien van twee armen of uitsteeksels die zich hoofdzakelijk loodrecht ten opzicht van elkaar uitstrekken. Aan een buitenzijde van het koppelelement wordt op deze wijze hoekvlakken 28a, 28b gevormd die loodrecht ten opzichte van elkaar staan. De hoekvlakken zullen bij het aanbrengen van het koppelelement 15 grenzen aan een evenwijdig aanslagvlak 17a van uitsparing 11.

Het koppelelement is aan de uiteinden, gezien in de lengterichting L, voorzien van uitstekende contactvlakken 25a, 25b. De contactvlakken 25a, 25b zijn ingericht om, wanneer het koppelelement in een uitsparing wordt aangebracht, samen te werken met de aanslagvlakken 17b van de sleuf 11 zodat het koppelelement 15 vast gepositioneerd wordt in de uitsparingen. Het koppelelement is bijgevolg slechts in één richting aanbrengbaar in de uitsparing. Hierdoor is de oriëntatie van het koppelelement ook vast bepaald. Een verder tegelelement kan aldus aangrenzend aan het koppelelement geplaatst worden maar is slechts in één richting verbindbaar met het koppelelement. Hierdoor worden de aangrenzende tegelelementen bij het aan elkaar verbinden onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar verbonden, de hoekvlakken alsook de evenwijdige aanslag vlakken 17a beperken immers de bewegingsvrijheid.

Figuur 7 illustreert verder dat blinde boringen 22 voorzien zijn voor het verbinden van een het koppelelement 15 met het basislichaam via verbindingsmiddelen (niet getoond). De blinde boring kan hiertoe voorzien zijn van een getapte draad in het geval dat de verbindingsmiddelen als schroef of moer zijn vormgegeven. Zoals aangegeven kan de blinde boring 20 ook voorzien zijn van een verschuifbaar slot 26. Het verschuifbaar slot kan samenwerken met bijvoorbeeld een pen die aan het chassis is aangebracht zodanig dat de pen versleutelbaar is. Het verbindingsmiddel beperkt de bewegingsvrijheid van het koppelelement 15 verder zodat deze vast verbonden is aan het chassis. Met andere woorden, het verbindingsmiddel verhinderd dat het koppelelement 15 uit de sleuf verwijderbaar is. Aldus wordt het koppelelement op eenvoudige en robuuste wijze bevestigd aan een chassis.

Wanneer het koppelelement 15 in het tegelelement bevestigd is via een verbindingsmiddel, zijn het koppelelement en het tegelelement op een robuuste wijze aan elkaar verbonden. Het koppelelement 15 laat verder toe dat de tegelelementen op uiterst snelle en efficiënte wijze gemonteerd en gedemonteerd kunnen worden.

15 De uitvoeringsvorm in figuur 7 is symmetrisch waardoor deze op twee manieren gemonteerd kan worden in de sleuf. De vakman begrijpt dat door de symmetrie van het koppelelement 15, de tegelelementen steeds een hoek van hoofdzakelijk 90° ten opzichte van elkaar zullen vormen. Hierdoor wordt bij het bouwen van het constructiesysteem tijd bespaard.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (10)

Conclusies

1. Tegelelement voor het opbouwen van een modulaire constructie, het tegelelement bevattende een chassis met een basislichaam dat een zichtzijde heeft die nagenoeg volledig voorzien is van een ledscherm, waarbij het basislichaam grenzend aan een perifere rand van de zichtzijde eerste verbindingszijdes bevat, daardoor gekenmerkt dat de eerste verbmdingszijdes zich onder een hoek ten opzichte van de zichtzijde uitstrekken en waarbij het chassis verder randlichamen bevat die verbindbaar zijn met het basislichaam om, waar het randlichaam verbonden is, een tweede verbindmgszijde te vormen die zich nagenoeg loodrecht op de zichtzijde uitstrekt, waarbij de eerste verbindingszijdes rondom de volledige perifere rand van de zichtzijde lopen en waarbij de tweede verbindmgszijdes rondom de volledige perifere rand van de zichtzijde lopen wanneer alle randlichamen met het basislichaam verbonden zijn, waarbij de randlichamen complementaire tecelverbindingsmiddelen bevatten welke tegelverbindingsmiddelen toelaten tegelelementen rechtstreeks met elkaar te verbinden wanneer tweede verbindingszijdes tegen elkaar liggen.

2. Tegelelement volgens conclusie 1, waarbij de zichtzijde rechthoekig is en waarbij het chassis vier randlichamen bevat die elk met een perifere rand van de rechthoekige zichtzijde verbindbaar is.

3. Tegelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek een scherpe hoek is van ongeveer 45 graden.

4. Tegelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste verbindingszijdes uitsparingen hebben die compatibel zijn met uitsteeksels op randlichamen om randlichamen op een voorafbepaalde positie ten opzichte van de eerste verbindmgszijdes te positioneren.

5. Tegelelement volgens de voorgaande conclusie, waarbij in de voorafbepaalde positie de tweede verbindingszijde de eerste verbindingszijde snijdt nagenoeg ter plaatse van de zichtzijde.

6. Tegelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste verbindingszijdes en de randlichamen verbindingsmiddelen bevatten om het randlichaam met het basislichaam te verbinden.

7. Tegelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het tegelelement verder hoeklichamen bevat die verbindbaar zijn met het basislichaam tussen aangrenzende randlichamen.

8. Tegelelement volgens de voorgaande conclusie, waarbij elk hoeklichaam gevormd is met een eerste vlak en een tweede vlak zodanig dat in een gemonteerde positie het eerste vlak evenwijdig ligt met de eerste verbindmgszijde en een tweede vlak evenwijdig ligt met de tweede verbindmeszijde.

9. Tegelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de randlichamen verbindingsmiddelen bevatten om aan een achterzijde van het tegelelement een afwerking te verbinden.

10. Modulaire constructie bevattende minstens twee tegelelementen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de modulaire constructie verder een koppelelement bevat dat met eerste verbindingszijdes van elk van twee tegelelementen verbonden is om de tegelelementen te koppelen, waarbij de zichtzijdes van de respectievelijke tegelelementen onder een hoek staan ten opzichte van elkaar.