BE1029030B1 - Driedimensionaal samenstel met profiel - Google Patents

Driedimensionaal samenstel met profiel Download PDF

Info

Publication number
BE1029030B1
BE1029030B1 BE20215031A BE202105031A BE1029030B1 BE 1029030 B1 BE1029030 B1 BE 1029030B1 BE 20215031 A BE20215031 A BE 20215031A BE 202105031 A BE202105031 A BE 202105031A BE 1029030 B1 BE1029030 B1 BE 1029030B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profile
dimensional assembly
visible
cloth
sides
Prior art date
Application number
BE20215031A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029030A1 (nl
Inventor
Dirk Urbain Deleu
Original Assignee
Aluvision N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aluvision N V filed Critical Aluvision N V
Priority to BE20215031A priority Critical patent/BE1029030B1/nl
Priority to PCT/IB2022/050349 priority patent/WO2022157614A1/en
Publication of BE1029030A1 publication Critical patent/BE1029030A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029030B1 publication Critical patent/BE1029030B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0068Modular articulated structures, e.g. stands, and articulation means therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47FSPECIAL FURNITURE, FITTINGS, OR ACCESSORIES FOR SHOPS, STOREHOUSES, BARS, RESTAURANTS OR THE LIKE; PAYING COUNTERS
    • A47F5/00Show stands, hangers, or shelves characterised by their constructional features
    • A47F5/10Adjustable or foldable or dismountable display stands
    • A47F5/105Adjustable partition panels for displaying articles
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0006Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels
    • G09F15/0018Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels panel clamping or fastening means
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0006Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels
    • G09F15/0056Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels portable display standards
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F9/00Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements
    • G09F9/30Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements
    • G09F9/302Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements characterised by the form or geometrical disposition of the individual elements
    • G09F9/3026Video wall, i.e. stackable semiconductor matrix display modules
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F9/00Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements
    • G09F9/30Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements
    • G09F9/33Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements being semiconductor devices, e.g. diodes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

Driedimensionaal samenstel met minstens twee zichtvlakken, waarbij het samenstel een tegelelement bevat met een chassis dat een zichtzijde heeft, de zichtzijde is nagenoeg volledig voorzien van een ledscherm dat in het driedimensionaal samenstel deel uitmaakt van één van de minstens twee zichtvlakken, waarbij het chassis ter plaatse van minstens één perifere rand van het ledscherm een eerste verbindingszijde bevat die een scherpe hoek vertoont met het ledscherm, waarbij het samenstel verder een extrusieprofiel bevat met twee profielzijdes die een verdere scherpe hoek ten opzichte van elkaar vertonen, waarbij een eerste van de twee profielzijdes complementair gevormd is met de eerste verbindingszijde om daarmee losmaakbaar verbonden te zijn en waarbij een tweede van de twee profielzijdes een doekverbindingsvoorziening heeft en een plaatverbindingsvoorziening heeft zodanig dat het tweede van de twee zichtvlakken door één van een doek en een plaat vormbaar is.

Description

Driedimensionaal samenstel met profiel De uitvinding heeft betrekking op cen driedimensionaal samenstel met minstens twee zichtvlakken, waarbij één van de zichtvlakken door een LED scherm gevormd wordt.
De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een driedimensionaal samenstel zoals frequent toegepast bij het opbouwen van modulaire constructies voor beursstanden, reclameconstructies, constructies die in de entertainmentindustrie gebruikt worden, bijvoorbeeld podia, e.d. Dergelijke modulaire constructies worden bij voorkeur zo ontworpen dat ze snel en cenvoudig kunnen opgebouwd en afgebroken worden, compact kunnen getransporteerd worden, en licht zijn. Verder is het voordelig wanneer de set onderdelen toelaat om verschillende vormen en maten van constructies te bouwen. De modulariteit impliceert een complementariteit, uitbreidbaarheid en uitwisselbaarheid van onderdelen in de constructie. Anders gezegd impliceert de modulaire constructie dat met een beperkt aantal unieke onderdelen een uiteenlopend en groot aantal vormen en afmetingen van constructies te realiseren is. De uitvinding is in het bijzonder gericht op een driedimensionaal samenstel waarin leds geïntegreerd zijn.
De maximale breedte van het tegelelement, en de details van het hoekelement zijn fabrikant afhankelijk. Vanuit de markt komt de vraag om ledschermen flexibeler te integreren in cen modulaire constructie. Meer bepaald vraagt de markt om het ledscherm op flexibele wijze te kunnen integreren in een driedimensionaal samenstel waarbij het ledscherm voorzien is in één zichtzijde, tot aan de rand van de zichtzijde, en een aangrenzende zichtzijde met een doek of plaat afgewerkt kan worden. Oplossingen die hiervoor reeds bedacht zijn, doen afbreuk aan de modulariteit en uitwisselbaarheid van onderdelen in de constructie.
Het is een doel van de uitvinding om een verbeterd driedimensionaal samenstel te voorzien waarin modulariteit verbeterd is en waarbij minstens één zichtzijde door een ledscherm kan gevormd worden terwijl een andere zichtzijde door een plaat of doek kan gevormd worden.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een driedimensionaal samenstel met minstens twee zichtvlakken, waarbij het samenstel een tegelelement bevat met een chassis dat een zichtzijde heeft, de zichtzijde is nagenoeg volledig voorzien van een ledscherm dat in het driedimensionaal samenstel één van de minstens twee zichtvlakken vormt, waarbij het chassis ter plaatse van minstens één perifere rand van het ledscherm een eerste verbindingszijde bevat die een scherpe hoek vertoont met het ledscherm, waarbij het samenstel verder een extrusieprofiel bevat met twee profielzijdes die een verdere scherpe hoek ten opzichte van elkaar vertonen, waarbij een eerste van de twee profielzijdes complementair gevormd is met de eerste verbindingszijde om daarmee losmaakbaar verbonden te zijn en waarbij een tweede van de twee profielzijdes een doekverbindingsvoorziening heeft en een plaatverbindingsvoorziening heeft zodanig dat het tweede van de twee zichtvlakken door één van een doek en een plaat vormbaar is.
Zichtvlakken in driedimensionale samenstellen voor modulaire constructies zoals beursstanden worden typisch afgewerkt met cen plaat of doek. Plaat of doek wordt tegen of in een frame voorzien. Het frame bepaalt grotendeels de buitenafmetingen van de modulaire constructie terwijl het doek of plaat in één of meerdere stukken binnen de vlakken van het frame voorzien worden om zo zichtvlakken te vormen. In de laatste jaren worden ook ledschermen geïntegreerd in een wand. Omdat ledschermen een voeding, koeling en een input nodig hebben, worden ledschermen niet op een analoge wijze als een plaat of doek in een frame geïntegreerd. Om correcte werking van ledschermen te garanderen, worden ledschermen voorzien op tegelelementen. Elk tegelelement heeft een chassis met een zichtzijde waarop het ledscherm voorzien is. Het chassis kan verder een voeding en een stuurmodule met input bevatten om het ledscherm van energie en beeldmateriaal te voorzien. De tegelelementen zijn primair voorzien en ingericht om in lijn met elkaar verbonden te worden om met meerdere tegelelementen een zichtvlak te vormen.
Het driedimensionaal samenstel heeft minstens twee zichtvlakken, bij voorkeur drie zichtvlakken. Deze zichtvlakken liggen allen onder een hoek ten opzichte van elkaar, bij voorkeur nagenoeg rechte hoeken, zodanig dat het driedimensionaal samenstel minstens een gedeelte van een kubus of balk vormt. Daarbij wordt een hoek tussen twee vlakken in deze tekst een tweedimensionale hoek genoemd. Het hoekpunt tussen drie vlakken wordt in deze tekst een driedimensionale hoek genoemd. De uitvinding is met name ontwikkeld om eenvoudig driedimensionale hoeken te vormen.
Door het chassis van het tegelelement ter plaatse van minstens één perifere rand van het ledscherm te voorzien van een eerste verbindingszijde die een scherpe hoek vertoont met het ledscherm, wordt mogelijk om twee van dergelijke tegelelementen onder een hoek ten opzichte van elkaar te plaatsen. Daarbij strekt het ledscherm zich uit tot nabij de effectieve hoek tussen de twee zichtvlakken die door de onder de hoek geplaatste ledschermen gevormd worden.
Door het extrusieprofiel te voorzien met twee profielzijdes die zich onder een verdere scherpe hoek ten opzichte van elkaar uitstrekken, wordt mogelijk om minstens een gedeelte van het frame van het tweede zichtvlak te vormen met het extrusieprofiel, zodanig dat de plaat of doek in het tweede zichtvlak nabij bij de hoek plaatsbaar is. Meer bepaald zal een hoek tussen de zichtvlakken gevormd worden door de scherpe hoek en de verdere scherpe hoek tegen elkaar aan te leggen. Anders gezegd wordt de verbindingszijde van het chassis tegen de eerste profielzijde van het extrusieprofiel gelegd om een hoek te vormen tussen het ledscherm enerzijds en de tweede profielzijde anderzijds. De hoek tussen het ledscherm en de tweede profielzijde is dan ongeveer gelijk aan de som van de scherpe hoek tussen het ledscherm en de eerste verbindingszijde en de verdere scherpe hoek tussen de twee profielzijdes. Omdat de tweede profielzijde voorzien is om zowel een doek alsook een plaat te bevestigen, en omdat de tweede profielzijde zich tot aan de hoek uitstrekt, kan op eenvoudige wijze een doek of plaat voorzien worden om het tweede zichtvlak te vormen tot nabij de hoek. Omdat ook het ledscherm zich tot nabij de hoek uitstrekt, wordt een driedimensionale constructie voorzien die esthetisch afgewerkt oogt, waarbij de twee zichtvlakken afgewerkt zijn tot aan de hoek. Aldus wordt door de combinatie van bovengenoemde kenmerken minstens één zichtzijde door een ledscherm gevormd worden terwijl een andere zichtzijde door een plaat of doek kan gevormd worden.
Met de elementen uit het driedimensionaal samenstel wordt mogelijk om voor elk van drie zichtvlakken die een driedimensionale hoek vormen te kiezen om ze met een ledscherm, cen doek of een plaat af te werken. Dit is in geen enkel bekend systeem mogelijk zodat de modulariteit van de elementen die het driedimensionaal samenstel vormen sterk verbeterd is.
Bij voorkeur heeft het extrusieprofiel een profiellengte die noemenswaardig groter is dan een lengte van de eerste verbindingszijde zodanig dat het extrusieprofiel zich in één stuk langs verbindingszijdes van meerdere tegelelementen kan uitstrekken. Een doek of plaat is cenvoudig en esthetisch monteerbaar wanneer één rand van het doek ook door één overeenkomstig profiel gevormd wordt. Bij voorkeur bedraagt de profiellengte ongeveer N keer de lengte van de eerste verbindingszijde, waarbij N cen geheel getal is groter of gelijk aan 2, zodanig dat het extrusieprofiel zich langs verbindingszijdes van N tegelelementen kan uitstrekken.
Bij voorkeur bevat de doekverbindingsvoorziening een groef grenzend aan de verdere scherpe hoek. Bij voorkeur is de groef voorzien is om een rand van een doek te klemmen. Bij voorkeur is de groef begrensd door twee randen die zich vanaf de tweede profielzijde opwaarts uitstrekken om een bovengrens van de tweede profielzijde te vormen. Het doek kan in de groef geklemd worden. Hiertoe kan het doek ter plaatse van zijn rand voorzien worden van een verdikking. Alternatief kan het doek in de groef geklemd worden door een montagekoord of snoer in de groef te persen om zo het doek in de groef te bevestigen via het montagekoord of snoer.
Bij voorkeur is de doekverbindingsvoorziening tussen de plaatverbindingsvoorziening en de verdere scherpe hoek voorzien. Het doek is dan nabij de hoek verbindbaar.
Bij voorkeur is de plaatverbindingsvoorziening gevormd door een nagenoeg vlak oppervlak dat zich met een breedte van minstens 5 millimeter over de lengte van het profiel uitstrekt om als verbindingsoppervlak voor een plaat te fungeren. Bij voorkeur is het nagenoeg vlak oppervlak voorzien van een plaatverbindingsstrip die op het oppervlak verlijmd is.
Bij voorkeur bevat het extrusieprofiel minstens ter plaatse van de tweede van de twee profielzijdes verder een bevestigingskanaal waarin een hoekstuk vastklembaar is.
Bij voorkeur is ter plaatse van een hoek van het driedimensionaal samenstel, het profiel in verstek verzaagd om via het hoekstuk verbindbaar te zijn met een verder profiel.
Bij voorkeur bevat het extrusieprofiel een derde profielzijde met verbindingsmiddelen voor verbinding met verdere samenstelelementen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van cen driedimensionaal samenstel met minstens twee zichtvlakken, waarbij de werkwijze bevat: - voorzien van een tegelelement met een chassis dat cen zichtzijde heeft, de zichtzijde is nagenoeg volledig voorzien van een ledscherm dat in het driedimensionaal samenstel een eerste van de minstens twee zichtvlakken vormt, waarbij het chassis ter plaatse van minstens één perifere rand van het ledscherm een eerste verbindingszijde bevat; - voorzien van een extrusieprofiel met twee profielzijdes die een verdere scherpe hoek ten opzichte van elkaar vertonen, - verbinden van het extrusieprofiel met een eerste van de twee profielzijdes; waarbij een tweede van de twee profielzijdes een doekverbindingsvoorziening heeft en een plaatverbindingsvoorziening heeft en waarbij de werkwijze verder bevat: - verbinden van één van een plaat en doek met de plaatverbindingsvoorziening en doekverbindingsvoorziening, respectievelijk, om een tweede van de twee zichtvlakken te vormen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een extrusieprofiel uit de driedimensionale structuur volgens één van de voorgaande conclusies.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekeningen laat: figuur 1 een driedimensionaal samenstel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zien; figuur 2 een tegelelement zien dat bruikbaar is in een driedimensionaal samenstel volgens de uitvinding; figuur 3 een ploftekening zien van een voorbeeld van een driedimensionaal samenstel volgens de uitvinding; figuur 4 twee tegelelementen zien die onder een hoek verbindbaar zijn in een driedimensionaal samenstel volgens de uitvinding; figuur 5 een dwarsdoorsnede zien van twee tegelelementen die onder een hoek verbonden zijn in een driedimensionaal samenstel volgens de uitvinding;
figuur 6 een hoekstuk zien waarmee onderdelen uit een driedimensionaal samenstel volgens de uitvinding met elkaar verbindbaar zijn; figuur 7 twee profielen zien die met hoekstukken verbonden zijn; figuur 8 een uitvoeringsvorm zien van een dwarsdoorsnede van een extrusieprofiel 5 uit een driedimensionaal samenstel; en figuur 9 een verder extrusieprofiel zien dat bruikbaar is in een driedimensionaal samenstel.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
De volgende gedetailleerde beschrijving is gericht op bepaalde specifieke uitvoeringsvormen. De leer hierin kan echter op verschillende manieren worden toegepast. In deze beschrijving wordt verwezen naar de tekeningen waarin gelijke onderdelen overal met dezelfde cijfers zijn aangeduid.
De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen de uitvinding is echter niet daartoe beperkt, maar alleen door de conclusies. Zoals hierin gebruikt, omvatten de enkelvoudsvorm "een", “het” en "de" zowel de enkelvouds- als meervoudsreferenties tenzij de context duidelijk anders dicteert. De termen "omvattende", "omvat" en "samengesteld uit" zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met “inclusief”, "omvat" of "bevattend", "bevat". De termen “omvattende”, "omvat" en "samengesteld uit" bij het verwijzen naar genoemde componenten, elementen of werkwijzestappen omvatten ook uitvoeringsvormen die "bestaan uit” de componenten, elementen of werkwijzestappen.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en verdere in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijkerwijs voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij dit gespecificeerd is. Het is duidelijk dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen werken in andere volgorde dan hierin beschreven of geïllustreerd.
Verwijzing in deze specificatie naar "één uitvoering", "een uitvoering”, "sommige aspecten", "een aspect" of "één aspect" betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of kenmerk dat beschreven is in verband met de uitvoering of aspect is opgenomen in ten minste een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De verschijningsvormen van de zinnen "in één uitvoering”, "in een uitvoering", “sommige aspecten”, "een aspect" of "één aspect" op verschillende plaatsen in deze specificatie verwijzen dus niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoering of aspecten. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze worden gecombineerd, zoals voor een vakman op dit gebied duidelijk zal zijn, in cen of meer uitvoeringsvormen of aspecten. Verder zijn, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen of aspecten enkele maar geen andere kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen of aspecten zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen of aspecten bedoeld om binnen de context van de uitvinding te vallen en om verschillende uitvoeringsvormen of aspecten te vormen, zoals zou worden begrepen door de vakman. In de bijgevoegde conclusies kunnen bijvoorbeeld alle kenmerken van de geclaimde uitvoeringsvormen of aspecten in elke combinatie worden gebruikt.
Figuur 1 toont een voorbeeld van een driedimensionaal samenstel 2 met drie zichtvakken 3a, 3b en 3c. De zichtvlakken zijn allen ten opzichte van elkaar onder een hoek van ongeveer 90 graden geplaatst. Daarmee vormen de zichtvlakken samen een deel van een kubus of balk. Een grens tussen twee zichtvlakken vormt een tweedimensionale hoek, en wordt ook een rand genoemd. Een grens tussen drie zichtvlakken vormt een driedimensionale hoek, en wordt ook een hoekpunt genoemd. In de figuur is zichtvlak 3a afgewerkt met een ledscherm, is zichtvlak 3b afgewerkt met een doek en is zichtvlak 3c niet bekleed zodat het frame 4 van het zichtvlak 3c zichtbaar is. Een driedimensionaal samenstel 2 met minstens twee zichtvlakken kan gebruikt worden bij verplaatsbare en/of tijdelijke structuren. Voorbeelden waar een dergelijk samenstel gebruikt kan worden zijn beurzen, concerten, tijdelijke gebouwen, etc. Het driedimensionaal samenstel omvat meerdere met elkaar verbonden constructie-elementen die één of meerdere van tegelelementen, profielen, doeken en platen bevatten. De modulaire constructie-elementen kunnen gebruikt worden voor het vormen van verschillende vormen, afmetingen en verschijningen van het driedimensionaal samenstel afhankelijk van de toepassing en/of de ontwerper en/of de bouwheer. Zoals getoond in figuur 1 kunnen de modulaire constructie-elementen bijvoorbeeld gebruikt worden bij het bouwen van minstens een gedeelte van een kubus, bijvoorbeeld voor een exhibitiestand op een beurs. Het driedimensionaal samenstel wordt gevormd door een modulaire constructie.
Figuur 2 toont een tegelelement 6 voor het opbouwen van een modulaire constructie. Het tegelelement 6 omvat een chassis 7. Het chassis 7 vormt een frame waarmee het tegelelement 6 in de modulaire constructie geïntegreerd kan worden. Het chassis 7 is verbindbaar aan een chassis van een ander tegelelement voor het vormen van de modulaire constructie. Dit wordt hieronder diepgaander beschreven. Het chassis 7 is verder ook voorzien om één of meerdere ledschermen 9 aan een voorzijde van het chassis te integreren zodat een zichtzijde 16 gevormd wordt door een ledscherm. De zichtzijde 16 is bij voorkeur rechthoekig.
Een ledscherm 9 is typisch opgebouwd met meerdere kleuren leds die in een vooraf bepaald patroon ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Dit patroon is in de praktijk wel repetitief, maar niet noodzakelijk symmetrisch. Door de asymmetrie heeft het ledscherm een kijkrichting. Dit wil zeggen dat de kleuren en/of intensiteit van het scherm anders zal zijn afhankelijk van de kijkrichting. Door de led-oriëntatie van aangrenzende tegelelementen op elkaar af te stemmen zal de kijkrichting en dus de visuele indruk die het scherm wekt vanuit één bepaalde richting gelijk zijn. Dit verhoogt de visuele uniformiteit van zichtzijde dat zich over het tegelelement uitstrekt. Het chassis 7 heeft een basislichaam 8 en meerdere randlichamen 12. Het basislichaam 9 bevat, grenzend aan een perifere rand van de zichtzijde 16, eerste verbindingszijdes
10. De eerste verbindingszijdes 10 lopen bij voorkeur rondom de volledige perifere rand van de zichtzijde 16. De eerste verbindingszijdes 10 strekken zich uit onder een scherpe hoek ten opzichte van de zichtzijde 16. De hoek is bij voorkeur een scherpe hoek van ongeveer 45° ten opzichte van de zichtzijde 16. Zoals hieronder verder is toegelicht zijn de eerste verbindingszijdes 10 verbindbaar met een randlichaam 12 of met een eerste verbindingszijde van een aangrenzend tegelelement. Bij voorkeur heeft het basislichaam vier eerste verbindingszijden 10. Het is echter duidelijk voor de vakman dat uitvoeringsvormen met meer of minder dan vier eerste verbindingszijdes ook mogelijk zijn. De verbindingszijdes 10 zijn elk voorzien van ten minste één uitsparing 14. Het chassis 7 omvat bij voorkeur verder randlichamen 12 die verbindbaar zijn met het basislichaam 8. De randlichamen 12 vormen, waar een randlichaam 12 verbonden is met het basislichaam 9, een tweede verbindingszijde 11. De tweede verbindingszijde 11 strekt zich nagenoeg loodrecht uit op de zichtzijde 16. De tweede verbindingszijdes 11 lopen bij voorkeur rondom de volledige perifere rand van de zichtzijde 16 wanneer alle randlichamen met het basislichaam verbonden zijn. Dit laat toe om de tegelelementen met elkaar te verbinden zodat hun zichtvlakken in elkaars verlengde liggen, evenwijdig met elkaar en zo één visueel oppervlak vormen. De randlichamen 12 zijn ingericht om verbonden te worden met de eerste verbindingszijdes 10. Elk randlichaam 12 is hiertoe voorzien van ten minste één uitsteeksel 13. Het ten minste één uitsteeksel 13 is compatibel met ten minste één uitsparing 14 die voorzien is in de eerste verbindingszijdes 10. Hierdoor is een randlichaam 12 op eenvoudige wijze verbindbaar meteen eerste verbindingszijde 10 van het basislichaam 8. Het zal duidelijk zijn dat het randlichaam 12 ook van het basislichaam 8 verwijderbaar is. De ten minste één uitsparing 14 die voorzien is in elke eerste verbindingszijde 10a-d is ingericht voor het ontvangen van een compatibel uitsteeksel 13. Wanneer een randlichaam 12 van een dergelijk uitsteeksel 13 voorzien is, kan een randlichaam 12 aan een eerste verbindingszijde 10 van het chassis 7 verbonden worden. Door de uitsteeksels 13 en uitsparingen op vooraf bepaalde posities te voorzien, kunnen de randlichamen in een vooraf bepaalde positie ten opzichte van de eerste verbindingszijdes gepositioneerd worden. In verbonden toestand, snijdt de tweede verbindingszijde 11 bij voorkeur de eerste verbindingszijde 10 nagenoeg ter plaatse van de zichtzijde 16 wanneer de randlichamen zich in de vooraf bepaalde positie bevinden.
Figuur 3 toont een ploftekening waarin de verschillende onderdelen zichtbaar zijn in een voorkeurs uitvoeringsvorm van het driedimensionaal samenstel 2 volgens de uitvinding. In figuur 3 zijn drie tegelelementen 6 getoond, waarbij zal duidelijk zijn dat bij voorkeur meer dan drie tegelelementen aanwezig zijn om een rechthoekig vlak te vormen. Elk tegelelement is, minstens grenzend aan het extrusieprofiel 5, voorzien van een verbindingszijde die een scherpe hoek vertoont met het ledscherm dat op het tegelelement voorzien is. Deze verbindingszijde laat toe om ter plaatse van de randen van het zichtvlak dat door de tegelelementen gevormd wordt een extrusieprofiel 5 doorlopend te verbinden met de meerdere tegelelementen die de betreffende rand vormen. Het extrusieprofiel 5 zal elke rand in één stuk begrenzen tot bij een hoek. Een hoek is een snijpunt van twee randen. Ter plaatse van de hoek is het extrusieprofiel bij voorkeur in verstek gezaagd om de hoek de profielen ter plaatse van de hoek mooi te laten aansluiten op elkaar. Dit is getoond in figuur 1 en het principe van verstek zagen is bekend en daarom niet verder toegelicht.
Figuur 3 toont hoe een doek of plaat 25 enerzijds wordt verbonden met één van de extrusieprofielen 5, die verbonden zijn met een rand van het eerste zichtvlak, dat door de tegelelementen gevormd wordt. De doek of plaat 25 wordt anderzijds verbonden met een verder extrusieprofiel 24 dat nagenoeg haaks verbonden is ter plaatse van de hoek tussen de twee extrusieprofielen 5. Figuur 3 toont verder hoe twee hoekstukken 1 voorzien zijn tussen enerzijds het verder extrusieprofiel 24 en de twee extrusieprofielen 5. Met deze hoekstukken 1 is het verder extrusieprofiel 24 eenvoudig en correct te verbinden met de extrusieprofielen 5. De extrusieprofielen 5 zijn verbonden met de verbindingszijdes van de tegelelementen 6. De ploftekening toont geen plaat of doek ter plaatse van het derde zichtvlak, dit slechts voor de duidelijkheid. De vakman begrijpt dat een doek of plaat kan voorzien worden om het derde zichtvlak af te werken. Details van het extrusieprofiel 5 en het verdere extrusieprofiel 24 zijn getoond in de figuren 8 en 9.
Tegelelementen worden, ter plaatse van hun zijdes waar ze aan elkaar grenzen binnen één zichtzijde van het samenstel, voorzien van de randlichamen 12 die hierboven beschreven zijn en getoond zijn in figuur 2. Via deze randlichamen 12 kunnen de tegelelementen nagenoeg naadloos met elkaar verbonden worden om samen één zichtvlak te vormen en zodat ze de indruk wekken samen één groot ledscherm te vormen dat het zichtvlak vormt.
In figuur 3 is niet getoond dat met dezelfde onderdelen ook een driedimensionaal samenstel kan gevormd worden waarbij twee van de drie zichtvlakken met een ledscherm afgewerkt zijn. In een dergelijke uitvoering zullen de tegelelementen ter plaatse van hun verbinding binnen één zichtvlak voorzien worden van de randelementen. De tegelelementen zullen ter plaatse van de verbinding van de zichtvlakken niet voorzien zijn van de randlichamen zodat de tegelelementen onder een hoek verbindbaar zijn. Een dergelijke verbinding is getoond in figuur 4 en hieronder in detail beschreven. De ter plaatse van de grens tussen het derde zichtvlak en de tegelelementen, wordt dan het extrusieprofiel 24 voorzien zodat het derde zichtvlak bekleed kan worden met een plaat of doek. De vakman begrijpt dat met de hierboven beschreven beperkt aantal unieke elementen een nagenoeg oneindig aantal verschillende constructies en samenstellen vormbaar zijn waarbij verschillende zichtvlakken kunnen bekleed worden met verschillende afwerkingen. De afwerkingen zijn bij voorkeur gekozen uit doek, plaat en ledscherm.
Figuur 4 illustreert een perspectief zicht van twee tegelelementen die een 2D hoekconstructie vormen. Figuur 4 illustreert een verbinding waarbij de tegelelementen 6a, 6b met hun eerste verbindingszijdes 104, 10b tegen elkaar gezet zijn en zo met elkaar verbonden zijn. Hiertoe zijn de hierboven beschreven randlichamen 12a, 12b van de respectievelijke tegelelementen 6a, 6b verwijderd en dus niet getoond.
Figuur 4 illustreert verder eerste verbindingszijdes 10c, 10e, 10f. Een randlichaam 12c is verbonden met de eerste verbindingszijde 10c. Aldus wordt een tweede verbindingszijde 11c gevormd. Hierdoor kan een verder tegelelement (niet getoond) in het verlengde van tegelelement 6a verbonden worden.
De verdere verbindingszijdes 10e, 10f van de respectievelijke tegelelementen 6a, 6b zijn verbindbaar met een overeenkomend randlichaam (niet getoond) of zijn in een uitvoeringsvorm verbindbaar met een verdere eerste verbindingszijde van een verder tegelelement (niet getoond) zodat een 3D hoekconstructie gevormd wordt. Verder alternatief zijn de verdere verbindingszijdes 10° en 10f verbindbaar met het extrusieprofiel om het zichtvlak gedefinieerd door deze verbindingszijdes door een doek of plaat te vormen.
Figuur 4 illustreert in het bijzonder dat het basislichaam 8a twee uitsparingen 14 in de eerste verbindingszijde 10e omvat. De uitsparingen 14 vormen elk een sleuf waarin een uitsteeksel 13 of een koppelelement 15 aangebracht kan worden. De sleuf is zodanig gevormd dat deze compatibel is met het uitsteeksel 13 en/of het koppelelement 15. Hiertoe is de sleuf voorzien van een eerste en een tweede aanslagvlak 17a, 17b welke bij voorkeur nagenoeg evenwijdig zijn met de zichtzijde 16a van het tegelelement 6a. Verder is de sleuf voorzien van een derde en een vierde aanslagvlak 184, 18b welke nagenoeg dwars gericht zijn op de zichtzijde 14 en op een lengterichting van de respectievelijke eerste verbindingszijde 10e. De sleuf is bij voorkeur verder voorzien van een vijfde aanslagvlak 18c dat nagenoeg loodrecht staat op de zichtzijde en in de lengterichting van de respectievelijke eerste verbindingszijde 10 is georiënteerd. De aanslagvlakken 17a, 17b, 18a, 18b en 18c laten toe dat het uitsteeksel 13 en/of het koppelelement 15 slechts in één richting verplaatsbaar is.
De met de zichtzijde 16 evenwijdige aanslagvlakken 17a, 17b verhinderen een beweging van het uitsteeksel 13 of het koppelelement 15 in een richting dwars op de zichtzijde 16. De dwarse aanslagvlakken 18a, 18b verhinderen een beweging van het uitsteeksel 13 en het koppelelement 15 in een lengterichting van de eerste verbindingszijde 10e.
Het vijfde aanslagvlak 16c dient als stop bij het inbrengen van het koppelelement 15 of het uitsteeksel 13. Op deze manier kan een koppelelement 15 en/of het uitsteeksel 13 op eenvoudige, efficiënte en robuuste wijze aangebracht worden.
De uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 4 toont dat twee uitsparingen in de eerste verbindingszijde 9b van het chassis 9a voorzien zijn.
Het zal echter duidelijk zijn dat ook één of meer dan twee uitsparingen voorzien kunnen worden.
Met andere woorden, er is ten minste één uitsparing 14 voorzien in een eerste verbindingszijde van het chassis 7. Op basis van de uitleg hierboven begrijpt de vakman dat de meest eenvoudige uitvoering van de uitsparing een blinde boring is.
Namelijk een blinde boring heeft alle hierboven beschreven aanslagvlakken.
Bij voorkeur is de afstand tussen de evenwijdige aanslagvlakken 17a en 17b noemenswaardig kleiner dan de afstand tussen de dwarse aanslagvlakken 18a en 18b zodat een langwerpige uitsparing bekomen is.
Het koppelelement 15 of het uitsteeksel 13 wordt bij voorkeur vast verbonden met het basislichaam 8 door middel van koppelingsmiddelen 19. De koppelingsmiddelen 19 zijn bij voorkeur snelkoppelingen of schroefverbindingen.
Meer bepaald zijn de koppelingsmiddelen 19 complementaire onderdelen die, bij voorkeur op gereedschapsloze wijze, bedienbaar zijn om tegelelementen met het koppelelement 15 of met de uitsteeksels 13 te verbinden.
In figuur 4 is de eerste verbindingszijde 104 voorzien van een eerste koppelingsmiddel.
Het eerste koppelingsmiddel 19 is vormgegeven als een pen die voorzien kan worden van een handvat en geveerd opgesteld kan zijn, zodat de pen relatief eenvoudig en manueel bewogen kan worden.
Optioneel kan de pen samenwerken met een verschuifbaar slot dat aangebracht is aan het koppelelement 15 en/of het uitsteeksel 13, zodat de pen versleutelbaar is.
Figuur 4 illustreert verder dat het basislichaam voorzien is van ten minste één tegelverbindingsmiddel 23a dat zich nagenoeg evenwijdig met de zichtzijde en doorheen de eerste verbindingszijde 10 en het overeenkomende randlichaam 12 uitstrekt voor het verbinden van tegelelementen in elkaars verlengde.
Het randlichaam kan hiertoe voorzien zijn van een doorvoeropening, waarbij de doorvoeropening het verbindingsmiddel omgeeft.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het randlichaam 12 ook een uitsnijding omvatten waardoor het tegelverbindingsmiddel 23a zich langs een aangrenzende wand van het randlichaam uitstrekt.
Figuur 5 illustreert een dwarsdoorsnede van aan elkaar verbonden tegelelementen 6a, 6b die een 2D hoekconstructie vormen. De tegelelementen 6a, 6b zijn met hun basislichamen Sa, 8b via de eerste verbindingszijdes 104, 10b aan elkaar verbonden door middel van het koppelelement 15.
Het koppelelement 15 is in de uitsparing 14 van de eerste verbindingszijde 10a van het tegelelement 6a aangebracht. Het koppelelement 15 is verder in de uitsparing van de eerste verbindingszijde 10b van het aangrenzende tegelelement 6b aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat de uitsparingen van de aangrenzende tegelelementen waarin eenzelfde koppelelement 15 aangebracht wordt, gealigneerd ten opzichte van elkaar zijn. Het zal duidelijk zijn dat in het geval dat er meerdere uitsparingen voorzien zijn in een eerste verbindingszijde van een tegelelement, de meerdere uitsparingen van het aangrenzend tegelelement telkens overeenkomen met minstens één van de meerdere uitsparingen van het aangrenzende tegelelement. Op deze wijze zijn alle tegelelementen uitwisselbaar en verbindbaar met elkaar. Hierdoor wordt de modulariteit alsook de uitwisselbaarheid van de tegelelementen verbeterd.
Het koppelelement 15 wordt aan de basislichamen 8a, 8b bevestigd door middel van de koppelingsmiddelen 19. De koppelingsmiddelen 19 kunnen bijvoorbeeld een pen zijn die samenwerkt met een verschuifbaar slot dat aan het koppelelement 15 aangebracht is, zoals hierboven beschreven. Alternatief kan het koppelingsmiddel bijvoorbeeld ook een schroef en/of vlinderschroef zijn.
Figuur 5 illustreert verder het nauw aansluiten van de ledschermen 9a, 9b. Hiertoe is elke perifere rand van het ledscherm afgeschuind zodanig dat deze perifere rand evenwijdig loopt of in hoofdzaak samenvalt met het verbindingsoppervlak van de eerste verbindingszijde 10a, 10b. Doordat de perifere randen van elke ledscherm afgeschuind zijn en samenvallen met het verbindingsoppervlak van de eerste verbindingszijde 10a, 10b sluiten de perifere randen van de ledschermen nauw met elkaar aan wanneer de aangrenzende tegelelementen aan elkaar verbonden zijn. Dit laat toe dat bij het vormen van een hoek de zichtvlakken 164, 16b nauw aansluiten ter plaatse van de hoek waardoor de indruk gewekt wordt van één continu doorlopend scherm dat zich uitstrekt over de hoek. Dit geldt zowel voor een 2D hoek alsook voor een 3D hoek en ook wanneer verdere hoeken gevormd worden met dergelijke tegelelementen. Aldus kan bijvoorbeeld een 3D hoekconstructie gevormd worden. De vakman begrijpt dat in een dergelijke uitvoeringsvorm de indruk gewekt wordt dat één continue doorlopend scherm zich uitstrekt over de twee hoeken van de 3D hoekconstructie.
Figuur 6 toont een perspectief aanzicht van een voorkeurs uitvoeringsvorm van een hoekstuk 1. Dit hoekstuk 1 omvat een eerste been 110 en een tweede been 120 die onder een rechte hoek van 90° ten opzichte van elkaar aan elkaar zijn gemonteerd. Het eerste been 110 strekt zich startend vanuit het hoekpunt van het hoekstuk 1 uit volgens een eerste richting 31, en het tweede been 120 strekt zich startend vanuit het hoekpunt van het hoekstuk 1 uit volgens een tweede richting 32. Het eerste been 110 is voorzien van een eerste klem 51. De eerste klem 51 kan zich in een open toestand en, zoals getoond in Figuur 1, in een gesloten toestand bevinden.
In de open toestand van de eerste klem 51 kan het eerste been 110 in het bevestigingskanaal 41 van een eerste profiel 21 geschoven worden langsheen de eerste richting 31. In de gesloten toestand van de eerste klem 51 wordt het eerste been 110 vastgeklemd in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21, in het geval het eerste been 110 in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21 geschoven is, zoals getoond in Figuur 7. Het tweede been 120 is voorzien van een tweede klem 52. De tweede klem 52 kan zich in een open toestand en in een gesloten toestand bevinden.
In de open toestand van de tweede klem 52 kan het tweede been 120 in het bevestigingskanaal 42 van een tweede profiel 22 geschoven worden langsheen de tweede richting 32, zoals getoond in Figuur 7. In de gesloten toestand van de tweede klem 52 wordt het tweede been 120 vastgeklemd in het bevestigingskanaal 42 van het tweede profiel 22, in het geval het tweede been 120 in het bevestigingskanaal 42 van het tweede profiel 22 geschoven is.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat in de getoonde uitvoeringsvorm het eerste been 110 en het tweede been 120 van het hoekstuk 1 en de daarop voorziene klemmen 51, 52 op gelijkaardige wijze zijn uitgevoerd, maar dit is echter niet noodzakelijk.
Beide benen 110, 120 en de daarop voorziene klemmen 51, 52 kunnen dus ook op verschillende wijze zijn uitgevoerd, afhankelijk van de wensen van de gebruiker van het hoekstuk 1 of de situatie waarin het hoekstuk 1 gebruikt dient te worden.
Door te voorzien in twee gelijkaardige of zelfs gelijke benen 110, 120 werd ondervonden dat in een verder vereenvoudigde modulaire bouw van bijvoorbeeld standen kan worden voorzien daar de benen 110, 120 op gelijkaardige manier in verschillende profielen 21, 22 kunnen worden opgenomen.
Figuur 6 toont dat ten minste één van het eerste been 110 en het tweede been 120 van het hoekstuk 1 plaatvormig is en meer bepaald dat de beide benen 110, 120 in hoofdzaak vlak zijn.
De benen 110, 120 kunnen echter tevens een andere vorm hebben, zoals bijvoorbeeld rond, afhankelijk van de doorsnede van de bevestigingskanalen 41, 42 van de profielen 21, 22 waarin tijdens gebruik de benen 110, 120 zullen worden opgenomen.
Figuur 6 toont verder dat de twee vlakke benen 110, 120 in een zelfde vlak zijn gelegen.
Andere alternatieven zijn echter denkbaar, bijvoorbeeld waarin de benen 11, 12 in mekaar snijdende, zelfs loodrecht snijdende, vlakken zijn opgenomen.
In Figuur 6 wordt getoond dat de hoek tussen het eerste en het tweede been 110, 120 ongeveer 90° bedraagt. De hoek tussen de twee benen 110, 120 kan echter bepaald worden door de vakman in functie van de gewenste toepassing van het hoekstuk 1. Figuur 6 toont dat het gehele hoekstuk 1 bijvoorbeeld uit een enkel stuk kan zijn vervaardigd en/of dat ten minste één van het eerste been 110 en het tweede been 120 van het hoekstuk 1, bij voorkeur het hele hoekstuk 1, vervaardigd is uit een metaal, en bij meer voorkeur uit staal.
Figuur 6 toont verder dat beide benen 110, 120 van het hoekstuk 1 voorzien zijn van een schroefopening 131, 132 doorheen de benen 110, 120. De schroefopening 131, 132 is voorzien voor het erin schroeven van een schroef om bijvoorbeeld ten minste één van de benen 110, 120 verder vast te klemmen in het daartoe voorziene bevestigingskanaal 41, 42 om verder het risico te verkleinen dat de benen 110, 120 de bevestigingskanalen 41,42 ongewenst verlaten. De schroef is bijvoorbeeld doorheen de schroefopening 131, 132 geschroefd in de richting gaande van de tweede buitenzijde 112 naar de eerste buitenzijde 111, zodanig dat de schroef zich aan de eerste buitenzijde 111 buiten de omvang van het hoekstuk 1 uitstrekt, en daardoor bijvoorbeeld het been 110, 120 verder vastklemt in het bevestigingskanaal 41, 42 van het profiel 21, 22.
De schroefopening 131, 132 kan voorzien zijn van een schroefdraad, zoals te zien in Figuur 6. Dit vergemakkelijkt het schroeven van een schroef doorheen de schroefopening. De schroefopening 131, 132 kan echter ook voorzien worden zonder schroefdraad, zodanig dat de schroef zich in de schroefopening 131, 132 tapt bij het schroeven van de schroef doorheen de schroefopening 131, 132.
Beide klemmen 51, 52 van het hoekstuk 1 omvatten een nokelement 61, 62 dat roteerbaar bevestigd is aan het been 110, 120 waarop de klem 51, 52 is voorzien. Hoewel in Figuur 6 beide benen zijn voorzien van een schroefopening 131, 132, is het natuurlijk mogelijk dat slechts cen enkel been 110, 120 van het hoekstuk 1 is voorzien van een schroefopening 131, 132, afhankelijk van de toepassing waarin het hoekstuk 1 zal worden gebruikt.
Meer bepaald wordt in de getoonde uitvoeringsvorm van het hoekstuk 1 het nokelement 61, 62 gevormd door een excentrische nok 61, 62 die roteerbaar bevestigd is omheen cen as 71, 72. Deze as 71, 72 is vast ten opzichte van het been 110, 120 en is ongeveer loodrecht op de richting 31, 32 van het been 110, 120 gelegen. De as 71 is bij voorkeur evenwijdig gelegen aan de eerste buitenzijde 111 van het eerste been 110, zoals getoond in Figuur 6.
Het nokelement 61, 62 is hierbij aangebracht in een nokopening 91, 92. Deze nokopening 91, 92 strekt zich uit doorheen het been 110, 120 van een eerste buitenzijde 111, 121 van het been 110, 120 naar een tweede buitenzijde 112, 122 van het been 110, 120 die tegenover de eerste buitenzijde 111, 121 gelegen is.
Het nokelement 61, 62 is voorzien om in een open toestand van de eerste klem 51 en de tweede klem 52 binnen de omvang van respectievelijk het eerste been 110 en het tweede been 120 gelegen te zijn aan een eerste zich langsheen de eerste en de tweede richting 31, 32 uitstrekkende buitenzijde 111, 121 van het eerste been 110 en het tweede been 120. In een gesloten toestand van de eerste klem 51 en de tweede klem 52 strekt het nokelement 61, 62 zich uit buiten de omvang van het eerste been 110 en het tweede been 120 aan de eerste buitenzijde 111, 121 van het eerste been 110 en het tweede been 120, zodanig dat wanneer het eerste been 110 en het tweede been 120 in de daartoe bestemde respectievelijke bevestigingskanalen 41, 42 van het eerste profiel 21 en het tweede profiel 22 geschoven zijn, het nokelement 61, 62, bij voorkeur rechtstreeks aandrukt tegen het overeenstemmende profiel 21, 22 en het overeenstemmende been 110, 120 daarbij vastklemt in het overeenstemmende bevestigingskanaal 41, 42 van het overeenstemmende profiel 21, 22.
Zoals getoond in Figuur 6, ligt het aangrijpelement 81 hoofdzakelijk aan een tweede buitenzijde 112 van het eerste been 110. De tweede buitenzijde 112 ligt daarbij tegenover de eerste buitenzijde 111 van het eerste been 110.
Het aangrijpelement 81 is in de gesloten toestand, zoals getoond in Figuur 6, van de eerste klem 51 hoofdzakelijk evenwijdig, en bij voorkeur evenwijdig, gelegen aan de eerste richting 31 van het eerste been 110. Bij voorkeur ligt het aangrijpelement 81 nagenoeg tegen, en bij voorkeur tegen, het eerste been 110.
De hoek tussen het aangrijpelement 81 in de open toestand en de gesloten toestand van de eerste klem 51 is bij voorkeur gelegen in het bereik van 90°-180°, bij voorkeur in het bereik van 105°-165°, bij meer voorkeur in het bereik van 120°-150°, bij nog meer voorkeur ongeveer gelijk aan 135°.
Het aangrijpelement 81 strekt zich ten minste in de gesloten toestand van de eerste klem 51 bij voorkeur uit voorbij een uiteinde 101 van het eerste been 110. Dit uiteinde 101 is dan voorzien om als eerste deel van het eerste been 110 in het bevestigingskanaal 41 van het eerste profiel 21 te schuiven. Hoewel dit niet wordt getoond in de figuren is het tevens mogelijk dat het aangrijpelement 81 zich in de gesloten toestand van de eerste klem 51 uitstrekt voorbij het uiteinde 101 van het been 110. Volgens een dergelijke uitvoeringsvorm is het echter lastiger om de klem van de gesloten toestand naar de open toestand te brengen.
Het aangrijpelement 81 heeft bij voorkeur een vooraf bepaalde lengte, zodanig dat het aangrijpelement 81 bijvoorbeeld boven een onderzijde van het tweede profiel 22 blijft en bijgevolg niet onder het tweede profiel 22 uitsteekt in de open toestand. Bij verdere voorkeur is de lengte van het aangrijpelement 81 echter zo lang mogelijk binnen deze grens zodanig dat door middel van hefboomwerking een maximale kracht uit te oefenen is op het nokelement 61 met het aangrijpelement 81 om de eerste klem 51 van de open toestand naar de gesloten toestand te brengen en omgekeerd.
Verder toont Figuur 6 dat de nokopening 91 bij voorkeur een vooraf bepaalde lengte heeft langsheen de eerste richting 31 van het eerste been 110 en dat het nokelement 61 gemonteerd is op een vooraf bepaalde positie in de nokopening 91, zodanig dat het aangrijpelement 81 in de open toestand van de eerste klem 51 steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen uiteinde 911, 912 van de nokopening 91.
Hoewel het aangrijpelement 81 steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen uiteinde 911, 912 van de nokopening 91 in de open toestand van de eerste klem 51, is het mogelijk dat het aangrijpelement 81 steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen uiteinde 911, 912 van de nokopening 91 in de gesloten toestand van de eerste klem 51.
Figuur 6 toont dat het nokelement 61, in de open toestand van de eerste klem 51, steunt tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen eerste uiteinde 911 van de nokopening 91. Het nokelement 61 steunt in de gesloten toestand van de eerste klem 51 tegen een langsheen de eerste richting 31 gelegen tweede uiteinde 912 van de nokopening 91. Het tweede uiteinde 912 is tegenover het eerste uiteinde 911 van de nokopening 91 gelegen.
Bovenvermelde eigenschappen en onderdelen van het aangrijpelement 81 zijn uiteraard ook mutatis mutandis toepasselijk op het, bij voorkeur, anderzijds identieke aangrijpelement 82 van de tweede klem 52.
Figuur 7 toont een voorbeeld van de profielen waarin de hoekstukken 1 zullen worden opgenomen. Het betreft hier bijvoorbeeld het profiel PUBLI VISIONTM zoals dat door het bedrijf ALUVISION wordt vermarkt. Ook extrusieprofielen 5 die hierboven beschreven zijn, kunnen met de hoekstukken verbonden worden. Zoals zal duidelijk zijn, kunnen de hoekstukken aangewend worden om verschillende soorten profielen, bijvoorbeeld een extrusieprofiel 5 en een verder extrusieprofiel 24, met elkaar te verbinden. Uiteraard kunnen ook andere profielen voor dergelijke doeleinden worden gebruikt.
Verder toont Figuur 7 een hoek gevormd met twee profielen 21, 22 die door middel van het hoekstuk 1 zoals getoond in Figuur 6 met elkaar onder een hoek verbonden zijn. Het eerste profiel 21 omvat cen eerste bevestigingskanaal 41 en het tweede profiel 22 een tweede bevestigingskanaal 42. Het eerste bevestigingskanaal 41 en het tweede bevestigingskanaal 42 strekken zich uit langsheen respectievelijk de eerste richting 31 en de tweede richting 32. Het eerste bevestigingskanaal 41 omsluit het eerste been 110 van het hoekstuk 1 ten minste gedeeltelijk. Het tweede bevestigingskanaal 42 omsluit het tweede been 120 van het hoekstuk 1 ten minste gedeeltelijk. Het eerste been 110 wordt in het eerste bevestigingskanaal 41 geklemd door middel van de eerste klem 51.
Optioneel wordt het eerste profiel 21 tegen het tweede profiel 22 aangedrukt door middel van de eerste klem 51. Figuur 7 toont verder dat het tweede been 120 in het tweede bevestigingskanaal 42 kan worden geklemd door middel van de tweede klem 52. Optioneel wordt het tweede profiel 22 tegen het eerste profiel 21 aangedrukt door middel van de tweede klem 52.
Verder kan worden gezien dat in de getoonde uitvoering het hoekelement 1 een verstekverbinding van de twee profielen 21, 22 is.
Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een extrusieprofiel 5. Het extrusieprofiel heeft een eerste profielzijde 26 die onder een scherpe hoek, in de conclusies ook verdere scherpe hoek 28 genoemd, staat ten opzichte van een tweede profielzijde 27. Meer bepaald staat de eerste profielzijde 26 onder een hoek van ongeveer 45 graden ten opzichte van de tweede profielzijde 27 zodat tussen de eerste en tweede profielzijdes 26 en 27 een scherpe hoek gevormd is.
De eerste profielzijde 26 is aangepast om verbonden te worden met de eerste verbindingszijde 10 van het chassis 7 van het tegelelement 6. Wanneer de eerste profielzijde 26 verbonden is met de eerste verbindingszijde van het chassis 7, staat de tweede profielzijde 27 hoofdzakelijk haaks op het ledscherm 9. Dit laat toe op eenvoudige wijze het ledscherm 9 onder cen rechte hoek te plaatsen met een doek of plaat. Hiertoe heeft de eerste profielzijde een verbindingsgleuf 29 die optioneel aan weerszijden voorzien is van schroefdraad. De verbindingsgleuf 29 strekt zich bij voorkeur loodrecht op de tweede profielzijde 27. Hierdoor kan een schroef aan een achterzijde van het ledscherm zich evenwijdig met het ledscherm uitstrekken tot in de verbindingsgleuf 29 om zo het chassis van het tegelelement met het extrusieprofiel 5 te verbinden.
De tweede profielzijde 27 is voorzien om een plaat of doek 25 mee te verbinden. Hiertoe heeft de tweede profielzijde 27 een doekverbindingsvoorziening bij voorkeur in de vorm van een gleuf 30. Ook heeft de tweede profielzijde 27 een plaatverbindingsvoorziening bij voorkeur in de vorm van een vlak profielsegment 33. Zowel het doek, gemonteerd in de gleuf 30, alsook de plaat gemonteerd tegen het vlak profielsegment 33 zijn voorzien om een afwerkingsvlak te vormen dat hoofdzakelijk evenwijdig ligt met de tweede profielzijde 27. Dit afwerkingsvlak is in de profielzijde 27 zelf niet als dusdanig aanwezig, maar wordt in de uitleg hieronder gebruikt om de positie van de verschillende onderdelen van de tweede profielzijde 27 te beschrijven. De vakman begrijpt dat het afwerkingsvlak afhankelijk is van de dikte van het doek of de dikte van de plaat, maar dat de relatieve posities van de verschillende onderdelen hierdoor niet noemenswaardig beïnvloed wordt.
De gleuf 30 is gevormd direct grenzend aan de scherpe hoek 28 zodat een doek, wanneer het met zijn randen gemonteerd is in de gleuf 30, zich uitstrekt tot vlakbij de hoek 28.
Daarbij is de gleuf 30 verder afgebakend door twee opstaande wanden waarbij de opstaande wand ter plaatse van de hoek 28 zich hoger uitstrekt dan de opstaande wand grenzend aan de plaatverbindingsvoorziening 33. Meer bepaald zal de opstaande wand ter plaatse van de hoek 28 zich uitstrekken tot nagenoeg in of nabij het afwerkingsvlak. De opstaande wand grenzend aan de plaatverbindingsvoorziening 33 zal op een eerste afstand van het afwerkingsvlak stoppen. Het gevolg is dat wanneer een doek gemonteerd is, het doek volledig in lijn met de hoek 28 monteerbaar is. De tweede profielzijde heeft verder geen uitsteeksels die dichter bij het afwerkingsvlak komen dan de eerste afstand. Anders gezegd heeft de tweede profielzijde geen uitsteeksels hoger dan de opstaande wand ter plaatse van de hoek 28 komen zodat er geen uitsteeksels zijn die het doek in gemonteerde positie raken of hinderen.
Het vlak profielsegment 33 ligt ten opzichte van de randen van de gleuf 30 minstens cen beetje verzonken in de tweede profielzijde 27. Anders gezegd ligt het vlak profielsegment 33 op een tweede afstand van het afwerkingsvlak die groter is dan de eerste afstand. Daarbij is de eerste afstand primair bepaald door de verwachte of geschatte gemiddelde dikte van het doek terwijl de tweede afstand primair bepaald is door de verwachte of geschatte gemiddelde dikte van de plaat. Het vlak profielsegment 33 kan op verschillende manieren gebruikt worden om een plaat aan te bevestigen. In de praktijk wordt veel met losmaakbare kleefband zoals klittenband. Daarbij wordt één laag van de klittenband, bijvoorbeeld de haakzijde, verlijmd op het vlak profielsegment 33 en wordt de andere laag van de klittenband, bijvoorbeeld de luszijde, verlijmd op de achterkant van de plaat. Hierdoor zal de plaat losmaakbaar met de tweede profielzijde 27 verbindbaar zijn.
De tweede profielzijde 27 heeft bij voorkeur verder een bevestigingskanaal 41. De werking van het bevestigingskanaal is hierboven uitgelegd aan de hand van de figuren 6 en 7. Hieruit zal duidelijk zijn dat het bevestigingskanaal 41 toelaat een verder profiel, bijvoorbeeld verder extrusieprofiel 24 dat hieronder verder besproken is, in verstek te verbinden. Daarbij maakt het bevestigingskanaal op cenvoudige wijze mogelijk om een verder extrusieprofiel 24 te verbinden met zijn overeenstemmende profielzijde in hetzelfde vlak als de tweede profielzijde 27 zodat de tweede profielzijde 27 met de overeenstemmende profielzijde van het verder extrusieprofiel samen deel uitmaken van het frame van de betreffende zichtzijde van de driedimensionale structuur.
Het extrusieprofiel 5 heeft verder een derde profielzijde met een verdere gleuf 29” met schroefdraad en een verder bevestigingskanaal 41’. Deze derde profielzijde laat toe om verdere structuurelementen te verbinden. Zo laat de verdere gleuf 29° toe om, mocht dit gewenst zijn, een doek te spannen dat de achterzijde van de tegelelementen 6 afdekt.
Figuur 9 toont een verder extrusieprofiel 24. Het verder extrusieprofiel 24 heeft een rechte hoek 34, waarbij aan weerszijden van de rechte hoek 34 een profielzijde gevormd is dat analoog, bij voorkeur identiek, is aan de hierboven beschreven tweede profielzijde 27. Hierdoor laat het verder extrusieprofiel 24 toe om een doek of plaat te verbinden met elk van deze zijdes.
Dit geeft een ontwerper of bouwer van een driedimensionale structuur veel vrijheid.
De overige zijdes van het verder extrusieprofiel zijn analoog of identiek aan de derde profielzijde van het extrusieprofiel gevormd.
Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden.
Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten.
De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (14)

Conclusies
1. Driedimensionaal samenstel met minstens twee zichtvlakken, waarbij het samenstel een tegelelement bevat met cen chassis dat een zichtzijde heeft, de zichtzijde is nagenoeg volledig voorzien van een ledscherm dat in het driedimensionaal samenstel deel uitmaakt van één van de minstens twee zichtvlakken, waarbij het chassis ter plaatse van minstens één perifere rand van het ledscherm een eerste verbindingszijde bevat die een scherpe hoek vertoont met het ledscherm, waarbij het samenstel verder een extrusieprofiel bevat met twee profielzijdes die een verdere scherpe hoek ten opzichte van elkaar vertonen, waarbij een eerste van de twee profielzijdes complementair gevormd is met de eerste verbindingszijde om daarmee losmaakbaar verbonden te zijn en waarbij een tweede van de twee profielzijdes een doekverbindingsvoorziening heeft en een plaatverbindingsvoorziening heeft zodanig dat het tweede van de twee zichtvlakken door één van een doek en een plaat vormbaar is.
2. Driedimensionaal samenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij het extrusieprofiel een profiellengte heeft die noemenswaardig groter is dan een lengte van de eerste verbindingszijde zodanig dat het extrusieprofiel zich in één stuk langs verbindingszijdes van meerdere tegelelementen kan uitstrekken.
3. Driedimensionaal samenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de profiellengte ongeveer gelijk is aan N keer de lengte van de eerste verbindingszijde, waarbij N een geheel getal is groter of gelijk aan 2, zodanig dat het extrusieprofiel zich langs verbindingszijdes van N aangrenzende tegelelementen kan uitstrekken.
4. Driedimensionaal samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de doekverbindingsvoorziening een groef bevat grenzend aan de verdere scherpe hoek.
5. Driedimensionaal samenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de groef voorzien is om een rand van een doek te klemmen.
6. Driedimensionaal samenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de groef begrensd wordt door twee randen die zich vanaf de tweede profielzijde opwaarts uitstrekken om cen bovengrens van de tweede profielzijde te vormen.
7. Driedimensionaal samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de doekverbindingsvoorziening tussen de plaatverbindingsvoorziening en de verdere scherpe hoek voorzien is.
8. Driedimensionaal samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de plaatverbindingsvoorziening gevormd is door een nagenoeg vlak oppervlak dat zich met een breedte van minstens 5 millimeter over de lengte van het profiel uitstrekt om als verbindingsoppervlak voor een plaat te fungeren.
9. Driedimensionaal samenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij het nagenoeg vlak oppervlak voorzien is van een plaatverbindingsstrip die op het oppervlak verlijmd is.
10. Driedimensionaal samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het extrusieprofiel minstens ter plaatse van de tweede van de twee profielzijdes verder een bevestigingskanaal bevat waarin een hoekstuk vastklembaar is.
11. Driedimensionaal samenstel volgens de voorgaande conclusies, waarbij ter plaatse van een hoek van het driedimensionaal samenstel, het profiel in verstek verzaagd is om via het hoekstuk verbindbaar te zijn met een verder profiel.
12. Driedimensionaal samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het extrusieprofiel een derde profielzijde bevat met verbindingsmiddelen voor verbinding met verdere samenstelelementen.
13. Werkwijze voor het opbouwen van een driedimensionaal samenstel met minstens twee zichtvlakken, waarbij de werkwijze bevat: - voorzien van een tegelelement met een chassis dat een zichtzijde heeft, de zichtzijde is nagenoeg volledig voorzien van een ledscherm dat in het driedimensionaal samenstel een eerste van de minstens twee zichtvlakken vormt, waarbij het chassis ter plaatse van minstens één perifere rand van het ledscherm een eerste verbindingszijde bevat; - voorzien van een extrusieprofiel met twee profielzijdes die een verdere scherpe hoek ten opzichte van elkaar vertonen, - verbinden van het extrusieprofiel met een eerste van de twee profielzijdes; waarbij een tweede van de twee profielzijdes een doekverbindingsvoorziening heeft en een plaatverbindingsvoorziening heeft en waarbij de werkwijze verder bevat: - verbinden van één van een plaat en doek met de plaatverbindingsvoorziening en doekverbindingsvoorziening, respectievelijk, om een tweede van de twee zichtvlakken te vormen.
14. Extrusieprofiel uit de driedimensionale structuur volgens één van de voorgaande conclusies.
BE20215031A 2021-01-19 2021-01-19 Driedimensionaal samenstel met profiel BE1029030B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215031A BE1029030B1 (nl) 2021-01-19 2021-01-19 Driedimensionaal samenstel met profiel
PCT/IB2022/050349 WO2022157614A1 (en) 2021-01-19 2022-01-17 Three-dimensional assembly with profile

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215031A BE1029030B1 (nl) 2021-01-19 2021-01-19 Driedimensionaal samenstel met profiel

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029030A1 BE1029030A1 (nl) 2022-08-16
BE1029030B1 true BE1029030B1 (nl) 2022-08-23

Family

ID=74235962

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215031A BE1029030B1 (nl) 2021-01-19 2021-01-19 Driedimensionaal samenstel met profiel

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1029030B1 (nl)
WO (1) WO2022157614A1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004064024A2 (en) * 2003-01-15 2004-07-29 D Urban Jackson Sean Multi-functional display panel combining interlocking couplings
CN211632627U (zh) * 2019-12-12 2020-10-09 邱京卫 陈列地堆、多功能展示陈列组合地堆

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004064024A2 (en) * 2003-01-15 2004-07-29 D Urban Jackson Sean Multi-functional display panel combining interlocking couplings
CN211632627U (zh) * 2019-12-12 2020-10-09 邱京卫 陈列地堆、多功能展示陈列组合地堆

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029030A1 (nl) 2022-08-16
WO2022157614A1 (en) 2022-07-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3698114A (en) Frame construction
CA2933681C (en) A furniture panel
JP6419862B2 (ja) 軽量ボード、接続構成、および接続構成の製作方法
US4850125A (en) Picture framing apparatus
US5479733A (en) Display apparatus
JP6865170B2 (ja) モジュラー棚
US20120279428A1 (en) Modular Furniture System
JP2017512112A (ja) 商品の提示用家具
US10495122B2 (en) Modular interlocking display systems
BE1029030B1 (nl) Driedimensionaal samenstel met profiel
CN107076191A (zh) 用于杆形的型材元件的转角连接器
US4839974A (en) Closed decoration frame
BE1027690B1 (nl) Modulair tegelelement
CN208210036U (zh) 一种电子设备
CN207742395U (zh) 光学镜片安装结构
BE1028045B1 (nl) Dynamische lichttegel
CN106569324A (zh) 屋脊反光镜的制造方法
WO2021048728A1 (en) Modular construction with led screen
JP7063673B2 (ja) 連窓構造の目地巾調整機構、及び目地巾調整方法
GB2250796A (en) Framing system
CN221813648U (zh) 画框
NL2014564B1 (en) Modulair wandbekledingssysteem
BE1022726B1 (nl) Hoekstuk voor het onder een hoek bevestigen van twee profielen, profiel, set, hoekelement, kader, standenbouwelement, stand en werkwijze voor het maken daarvan
NL1018052C2 (nl) Lijstprofiel voor vorming van een omlijsting voor een kunstwerk.
KR102485656B1 (ko) 확장가압구를 이용한 넉다운 방식의 고정구조를 갖는 가구용 분할형 뒷판

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220823