BE1027585B1 - Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van een leiding met zulke aansluitmiddelen. - Google Patents
Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van een leiding met zulke aansluitmiddelen. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027585B1 BE1027585B1 BE20195614A BE201905614A BE1027585B1 BE 1027585 B1 BE1027585 B1 BE 1027585B1 BE 20195614 A BE20195614 A BE 20195614A BE 201905614 A BE201905614 A BE 201905614A BE 1027585 B1 BE1027585 B1 BE 1027585B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- pipe
- piece
- opening
- coupling piece
- tightening
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L37/00—Couplings of the quick-acting type
- F16L37/008—Couplings of the quick-acting type for branching pipes; for joining pipes to walls
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L21/00—Joints with sleeve or socket
- F16L21/02—Joints with sleeve or socket with elastic sealing rings between pipe and sleeve or between pipe and socket, e.g. with rolling or other prefabricated profiled rings
- F16L21/03—Joints with sleeve or socket with elastic sealing rings between pipe and sleeve or between pipe and socket, e.g. with rolling or other prefabricated profiled rings placed in the socket before connection
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L41/00—Branching pipes; Joining pipes to walls
- F16L41/08—Joining pipes to walls or pipes, the joined pipe axis being perpendicular to the plane of the wall or to the axis of another pipe
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Sink And Installation For Waste Water (AREA)
- Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
Abstract
Aansluitmiddelen (1) voor het aansluiten van een leiding (2) op een buisstuk (3) aan een opening (4) van een installatie (5) met een koppelingsstuk (11) dat over het buisstuk kan (3) worden aangebracht; aanspanmiddelen (12) voor het aanspannen en het afdichten van het koppelingsstuk (11) tegen het buisstuk (3) en een hulpwerktuig (18, 23) dat kan samenwerken met de aanspanmiddelen (12) voor het aanspannen of ontspannen ervan, waarbij het hulpwerktuig (18) tijdens het manipuleren, activeren en/of deactiveren doorheen de opening (4) uitsteekt en aldus door een installateur vanaf de zijde (19) van de opening (4) bedienbaar is.
Description
| : BE2019/5614 Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk | aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van { een leiding met zulke aansluitmiddelen. 9 5 De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op | aansluitmiddelen voor het aansiuiten van een leiding cp een | couisstuk van een opening, zoals bijvoorbeeld op sen buisstuk | 10 aan een afvceropening. | De opening is typisch een afvoeropening van een sanitaire | installatie, maar het kan even goed een aanvoeropening zijn 9 of het kan een opening van een andere installatie zijn, 9 15 zoais een opening van een ventilatiesysteem of dergelijke en in principe kan het elke opening zijn waarop een buisstuk 9 is Voorzien, Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking OD aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een eerste uiteinde van een buisstuk, waarbij het tweede uiteinde van het buisstuk voorzien is van een uitwendige Kraag ter vorming van een cpening, bijvoorbeeld een afvoeropening van een sanitaire installatie,
In een interessante toepassing kan de voornoemde kraag aan het buisstuk nagenoeg rechthoekig of langwerpig uitgevoerd zijn en kan de kraag verschuifbaar aangebracht zijn en in omliggend frame teneinde de positie van de (afvoer}ovening te kunnen variëren, maar de uitvinding is geenszins tot zuike toepassing beperkt.
n © BE2019/5614 | Er zijn reeds aansiuitmiddelen voor het aansluiten van een leiding, zoals bijvoorbeeld een afvoerbuis op een opening, | cijvoorbeeld een afvoercpening, bekend, doch in vele | vevalien is de instailatie ervan niet eenvoudig. 9 Typische gevallen waarbij nogal eens moeilijkheden optreden { zijn afvoerbuizen die dienen aangesloten te worden op 9 afvoeropeningen van douches cf baden of in een vloer. | 10 De reden is dat een installateur zeer moeilijk tot bij de 9 posities kan komen waar de afvoerbuis op de afvoeropening | dient te worden aangesloten. 9 In somige gevallen moeten hiertce openingen gemaakt worden 9 15 in onderiiggende plafonds en dercelijke meer, Nog een nadeel van de bekende aansluitmiddelen is dat ze niet gemakkelijk in hoogte te verstellen zijn.
Eens de onderdelen op maat gezaagd cf gesneden zijn, moet alies perfect passen, wat in de praktijk Lot probiemen kan Leiden. in nog andere gevallen wordt een verlijming toegepast, wat tot gelijkaardige problemen kan leiden met betrekking tot het correct afstellen van de onderdelen bij het installeren en bijkomend is er in zulk geval vaak het probleem dat de onderdelen nadien niet meer uit elkaar kunnen gehaald worden,
Bij het verbinden van elementen door middel van een verlijming is er tevens slechts een beperkte tijd
| beschikbaar voor het onderling correct monteren en positioneren van de te verbinden elementen, wat in vele 9 situaties de installatie sterk kan bemoeilijken of [ gemakkelijk tot fouten kan leiden,
{ Nog een nadeel van het Loepassen van een verlijmingstechniek # is dat niet alle materialen aan elkaar kunnen gelijmd | worden. | 10 Dit is in het bijzonder vaak het geval wanneer twee elementen 9 uit verschillende materialen aan elkaar dienen gelijmd te 9 worden, 9 Zo is het bijvoorbeeld onmogelijk elementen uit ABS 9 15 (Acrylonitril-Butadieen-Styreen) met BVS {Roestvast Staal) | met elkaar te verbinden door sen verliimingstechniek toe te passen.
De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voorncemde en/of andere nadelen, Meer bepaald heeft de uitvinding als dcel aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding, zoals een afvoerbuis, op een buisstuk aan een opening, bijvoorbeeld een afvoeropening, aan Le reiken die op sen zeer eenvoudige manier aangewend kunnen worden voor het realiseren van een goed afgecichte verbinding, Meer bepaald is het een doel van de uitvinding ervoor Le zorgen dat een installateur tijdens het aansluiten met zulke aansiuitmiddelen de belangrijkste handelingen kan uitvoeren
: 4 BE2019/5614 : vanaf de bereikbare zijde van de betreffende opening met { buisstuk, zodat de ncodzaak grote toegangsopeninçen te | voorzien aan de onderzijde of de tegenoverliggende zijde van | de opening vermeden kan worden. | Nog een doel van de uitvinding bestaat erin ervoor Le zorgen { dat minstens in bepaalde uitvoeringsvormen van de 8 sansluitmiddelen, na het aansluiten van een leiding, zoals | bijvoorbeeld afvoerbuis, op een buisstuk aan cen opening | 10 zoals bijvoorbeeld een afvoercpaning, gemakkelijk of | relatief gemakkelijk terug Los kunnen worden gemaakt, 9 Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin | aansluitmiddeien aan te leveren die tijdens het aansluiten 9 35 nog enigszins afgesteld kunnen worden, 9 Hierbij is het sen bijkomend doel van de uitvinding ervoor 9 te zorgen dat een installateur vrijelijk de tijd kan nemen | om te verbinden elementen te herpositioneren of bii Le steilen, zodat de snelheid waarmee de installatie dient te gebeuren geen rol meer speelt, zoals wel het geval is bij verlijmen.
Hiertce betreft de uitvinding asnsluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding, zoais bijvoorbeeld een afvoerleiding, op sen eerste uiteinde van een buisstuk, waarbij het tweede uiteinde van het buisstuk voorzien is van een uitwendige kraag ter vorming van een opening zoals bijvoorbeeld een alvveropening, en waarbij de aansluitmiddelen minstens de volgende elementen bevatten: - een koppelinasstuk dat over het eerste uiteinde van het buisstuk kan worden aangebracht;
| = aanspanmiddelen voor het aanspannen en het afdichten van # net koppelingsstuk tegen het buisstuk aan de opening; en, | - een hulpwerktuig dat kan ingrijpen op de aanspanmiddelen { voor het aanspannen of ontspannen van de aanspanmiddelen | 5 door de aanspanmiddelen ermee te manipuleren of te | activeren en/of deactiveren en waarbij het hulpwerktuig | tijdens het manipuleren, activeren en/of deactiveren | docrheen de opening uitsteekt en aldus bedienbaar is door | een installateur vanaf de zijde van de opening Legenover 9 10 de zijde met buisstuk.
9 Len eerste groot voordeel van zulke aansiuitmiddelen volgens 9 de uitvinding is dat ze voorzien zijn van sanspanmiddelen waarmee een koppelingsstuk tegen het buisstuk aan de opening kan worden aangespannen en worden afgedicht door gebruik te maken van een bhulpwerktuig dat door een installateur kan bediend worden vanaf de zijde van de opening tegenover de zijde met buisstuk, Aldus wordt vermeden dat manipulaties aan de zijde met cmisstuk nodig zijn en dat tosgangsogeningen zouden voorzien moeten worden om deze zijde te kunnen bereiken, In een mogelijke uitvceringsvorm van aansluitmiddelen volgens de uitvinding maakt het kopnelinosstuk deel uit van een schroefkoppeling en is het koppelingsstuk hiertoe voorzien van een inwendige schroefdraad en omvatten de aanspanmiddelen voorts een afdichtingsring, evenals een buisvormig, inwendig schroefstuk, dat voorzien is van een uitwendige schroefdraad die kan samenwerken met de inwendige schroefdraad van het koppelingsstuk.
{ Zulke uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen volgens de { uitvinding ie erg interessant, aangezien voor het aansluiten { van het koppelingsstuk een schroefbewerking dient uitgevoerd 9 te worden, waarbij de positie van dit koppelingsstuk, | 5 alvorens het vast te schroeven, nog ietwat kan worden 9 bijgesteld.
{ Voorts hebben zulke aansluitmiddelen volgens de uitvinding : cnder de vorm van een schroefkoppeling het voordeel dat ze 9 id ook in een later stadium redelijk eenvoudig terug kunnen | Losgeschroeïd worden, bijvoorbeeld met de bedoeling de | binnenzijde van de afvoerbuis te inspecteren op vuil en 9 dergelijke meer.
9 15 In een andere mogelijke uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen volgens de uitvinding maakt het koppelingsstuk deel uit van een klemkoppeling en is het koppelingsstuk hiertoe voorzien van een ongepicoide rand die radiaal naar binnen is gericht ter vorming van een gleuf met een U-vormige dwarsdoorsnede en omvatten de aanspanmiddelen voorts een slangenveerklem in de vorm van een ringvormig, verend element waarvan de inwendige diameter afneemt bij ontspanning van het verend element, waarbij de slangenveerklem in de opgespannen toestand passend in de U-vormige gleuf kan aangebracht worden.
Ben groot voordeel van zulke Uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen volgens de uitvinding is dat door gebruik te maken van een aangepast huipwerktuig met een haakvormig uiteinde, de slangenveerklem gemakkelijk kan gemanipuleerd worden vanaf de zijde van de opening tegenover de zijde met buisstuk en dit op zodanige wijze dat de slangenveerklem
| / BE2019/5614 vanuit een opgespannen toestand tot in een gedeeltelijk ontspannen toestand kan worden gebracht, waarbij in deze { gedeeltelijk ontspannen tcestand de slangenveerklem de rand | van het koppelingsstuk Legen het buisstuk aan de opening ; 5 aanspant. 9 Het is guidelijk dat zulke manier van aansluiten van de 9 aansluitmiddelen zeer efficiënt: is en Levens een bijstelling | van de positie van het koppelingsstuk toelaat alvorens het : 10 xoppelingsstuk tegen het buisstuk aan de opening aan te | spannen, 9 In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van 9 aansluitmiddelen voigens de uitvinding wordt net | 15 koppelingsstuk gevormd door het aan te sluiten uiteinde van 9 de leiding cf afvoerbuis zelf.
Zuike uitvoeringsvorm is uiterst praktisch omdat geen bijkomende middelen nodig zijn om de leiding of afvoerbuis met het koppelingsstuk te verbinden. in een alternalieve uitvosringsvorm van aansluitmiddelen volgens de uitvinding omvatcen de aansiuitmiddelen bijkomende verbindingsniddelen voor het verbinden van de afvoerbuis met het koppelingsstuk.
Ook deze vuitvoeringsvorm van saansluitmiddeien volgens de uitvinding kan voordelig zijn, aangezien de onderlinge positie tussen het koppelinusstuk en de afvoerbuis nog kan worden afgesteld alvorens de leiding of afvoerbuis met het koppelinasstuk wordt verbonden met behuip var de verbindingsmiddelen,
© BE2019/5614 | De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor # het aansluiten van een leiding, zoals bijvoorbeeld een { afvoerleiding, op een eerste uiteinde van een buisstuk, à waarbij het tweede uiteinde van het buisstuk voorzien is van ; S æen vuitwendige kraag ter vorming van een opening, 9 bijvoorbeeld een afvceropenindg, met = aansluitmiddelen 9 volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven. 9 Het is kenmerkend aan zuike werkwijze volgens de uitvinding | 10 dat ze minstens de volgende stappen omvat: - het aanbrengern van het koppelingestuk van de aansiuitmiddelen over het eerste uiteinde van het buisstuk | van de afvoeropening: 9 - het sanbrengen van de aanspanmiddelen in het | 15 xoppeiingsstuk; — het aanspannen van de aanspanmiddelen door met het 9 huipwerktuig langs de zijde van de opening tegenover het 9 buisstuk de aanspanmiddelen te manipuleren en/of te | activeren; en, - het nulpverktuig weg te nemer.
Het is duidelijk dat een groot voordeel van zulke werkwijze erin bestaat dat de aanspanmiddelen door sen installateur gemanipuieerd en/oË geactiveerd kunnen worden langs de zijde van de opening tegenover de zijde met buisstuk. in een voorkeurdragende werkwijze overeenkomstig de uitvinding bestaat het aanbrengen van de aanspanmiddelen erin in het koppelingsstuk eerst een aïdichtingsring over 39 het buisstuk van de opening aan te brengen en dan een inwendig schroefstuk en wordt de afdichtinasring aangespannen met behulp van een hulpwerktuig onder de vorm
Q ° BE2019/5614 van een sleutel waarmee het inwendig schroeïstuk kan worden { aangedraaid. 8 zuike werkwijze volgens de uitvinding is erg voordelig, aangezien de aanspanmiddelen aan de gemakkelijk bereikbare 9 zijde van de opening gemakkelijk met de sleutel kunnen 9 worden aangespannen en terug losgemaakt worden. : in een andere voorkeurdragende werkwijze volgens de | LD uitvinding bestaat het aanbrengen van de aanscanmiddelen | erin in het koppelingsstuk een houder aan te brencen, waarin | een slangenveerkiem in opgespannen toestand wordt gehouden 9 door middei van een hulpwerktuig met haakvormio uiteinde, waarbij de slangenveerklem tot in een omgeplocide rand met 9 15 U-vormige dwarsdoorsnede van het koppelingsstuk wordt 9 gebracht en bestaat het aanspannen erin het hulpwerktuig weg 9 te nemen door een neergaande beweging uit te voeren, waarbij de inwendige diameter van de slangenveerklem afneemt en een inklemming van de cmgepinoide rand van het kopgpelingsstuk Legen het buisstuk wordt verkregen.
Ook deze werkwijze is zeer efficiënt voor het aansluiten van een leiding of afvoerbuis op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeid een afvoeropening, waarbij een verzekerde afdichting wordt gerealiseerd op een uiterst snelle wijze, Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te Lonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragçende uitvoeringsvormen van aansluitmiddelen volgens de uitvinding beschreven, evenals van een werkwijze volgens de uitvinding voor het aansluiten
; met zuike sansluitmiddelen, met verwijzing naar bijgaande
{ figuren, waarin:
9 figuur 1 in perspectief een zicht weergeeft op sen verste uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen volgens de
9 uitvinding en van een leiding onder de vorm van een
| afvoerbuis in ulteengenomen toestand en zonder weergave
| van een DULsstuk aan een opening of afvoeropening:
Figuur 2 in perspectief een doorsnede volgens lijn II-
# 1D II door de aansluitmiddelen en de afvoerbuis van
9 figuur 1 weergeeft, nog steeds in uiteengenomen
| tcestand;
9 figuur 3 op grotere schaal een doorsnede zoals in
9 figuur 2 weergeeft, doch ditmaal in geassembleerde
| 15 toestand:
9 figuur 4 in perspectief een toestand weergeeft tijdens het aanspannen van de aanspanmiddelen in de afvoerbuis met behuip van een hulpwerktuig; figuur 5 een doorsnede volgens lijn V-V' weergeeft cp de aansiuitmiddelen die zijn weergegeven in figuur 4 en zonder de afvoerbuis: figuur 56 in perspectief en op grotere schaal het gedeelte uit figuur 5 weergeeft dat met P& ds aangeduid;
figuren 7 en & in perspectief twee zichten weergeven op de aansluitmiddelen voigens de uitvinding uit figuur 1, tijdens het aansluiten van een afvoerbuis op sen buisstuk aan een afvoeropening: figuur 9 op analoge wijze als in figuur 1 in perspectief en in uiteengenomen toestand een alternatieve Uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen volgens de uitvinding weergeeft;
LA BE2019/5614 figuur LO in perspectief de aansluitmiddelen uit figuur { 3 weergeeft, ditmaal in een geassembleerde stand: 9 figuur 11 een doorsnede volgens lijn XI-XI" weergeeft; { figuur 12 in perspectief enkele onderdelen van de { 5 aansluitmiddelen van figuur 10 weergeeft, meer bepaald 9 een houder, waarin sen slancenveerklem in opgespannen | toestand is gehouden met behulp van een hulpwerktuig; | figuur 13 in perspectief dezelfde onderdelen weergeeft 9 als in figuur 12, wanneer het huipmiddel weggenomen | 10 wordt van de slangenveerkiem door een neerwaartse 9 beweging? 9 figuren 14 en 15 op grotere schaal en in perspectief # dezelide standen ais in figuren 12 en 13 weergeven, 9 waarbij ditmaal enkel het huipmiddel en de slangenveerklem zijn weergegeven:
figuur 16 in perspectief een andere uitvoeringsvorm van sen slangenveerklem weergeeft:
figuur 17 in gerspectief een zicht weergeeft volgens pijl F17 van Figuur 10;
figuur 18 in perspectief een opengewerkte vloer weergeeft, waarin aansluitmidoeien voigens de uitvinding zoals weergegeven in figuur 9, aangesioten Zijn op sen afvcerbuis; figuren 19 en 20 in perspectief nog een anders uitvoeringsvorm van een slangenveerklem weergeven, respectievelijk in een opgespannen en ontspannen toestand; en, figuur 21 in een dwarsdoorsnede illustreert hoe sen buisstux aan een afvoeropening met aansluitmiddelen waarin een siangenveerkiem, zoals weergegeven in de figuren 19 en 20, vervat zit, kan worden aangesloten cc een afvoerbuls.
| De in figuren l en 2 weergegeven aansluitmiddelen 1 volgens { de uitvinding zijn bedoeld voor het aansluiten van een { leiding 2, bijvoorbeeld in de vorm van een rechte afvoerbuis ; 2, een ellenboog 2, een sifon of gelijk welk ander type à 5 Leiding of afvoerbuis, op een buisstuk 3 aan een opening 4, 9 typisch een afvoeropening 4 van een sanitaire installatie | 5, waarvan een voorbeeld is weergegeven in de figuren 7 en | 10 Meer bepaald is het in dit geval de bedoeling dat de 9 afvoerbuis 2 aangeslolen wordt op een eerste uiteinde € van | het Duisstuok 3, waarbij het tweede uiteinde 7 van het 9 buisstuk 3 voorzien is van een uitwendige kraag B ter vorming 9 van de afvoercpening 4 van de sanitaire installatie 5,
# 15 De aansluitmiddelen 1 zijn typisch bedoeld voor situaties, # waarbij de afvoeropening 4 bijvoorbeeld voorzien is in een vloergedeelte 9 of laag gelegen gedeelte, zoals bijvoorbeeld bij een afvoercpening van een douche, van een bad of bij een afvosropening in een vloergedeelte van een inloopdouche of dergelijke meer en waarbij de afvoeropening 4 gevormd wordt door het tweede uiteinde 7 van het buisstuk 3 met kraag 8, Het is duidelijk dat in zulke situaties het aansluiten van een afvoerbuis 2 op het eerste, vrije uiteinde € van het buisstuk 3 zeer problematisch kan zijn, omdat dit eerste uiteinde 6 doorgaans niet gemakkelijk te bereiken is, tenzij langs de onderzijde 10 toegangsopeningen en ruimte worden voorzien die voldoende groot zijn, opdat een installateur er zijn werk zou kunnen doen.
+ BE2019/5614 Het Coepassen van een afvoeropening 4 die gevormd wordt door het tweede uiteinde 7 van het buisstuk 3 met kraag 8 is { anderzijds zeer interessant. inmers, door een goede keuze te maken van de vorm van de 9 kraag 8 en bijkomende middelen te voorzien waar deze kraag 9 3 heen en weer in verschoven kan worden op sen afcedichte | manier, is het mogelijk tijdens de installatie de € afvoeropening 4 nog te positioneren, | Dit heeft vaak grote voordelen, bijvoorbeeld typisch in 9 gebouwen waar de vloeren docr houten balken gevormd worden | en een aïvoerbuis 2 bijgevolg niet op eender welke plaats 9 doorheen de vloer kan passeren, 9 15 Uiteraard zijn er vele andere mogelijke situaties waarbij | een onderliggende structuur een ondoordringbare hindernis kan vormen voor het plaatsen van een afvoerbuis 2.
in zulk geval is het verschuiven van de afvoerocening 4 naar een positie waaronder niet zulke ondoordringbare hindernis aanwezig is, de beste of vaak de enige mogelijke oplossing. Kortom, met de aansluitmiddelen 1 volgens de uitvinding kan ook zulke lastige situatie op eenvoudige wijze oposlost worden, Hiertoe omvatten de aansluitmiddelen 1 eerst en vooral een koppelingestuk 11 dat over het eerste uiteinde & van het buisstux 3 kan worden aangebracht,
| Hierbij wordt er bewust een zekere speling gelaten tussen [ het eerste uiteinde & van het buisstuk 3 en het { xoppelingsstuk 11 en is één uiteinde van het koppelingestuk | 11 van een conisch uitgevoerde ingang voorzien, zodat het 3 in elkaar brengen van het buisstuk 3 en het koppelingsstuk | il vlot kan gebeuren, zelfs hij een niet perfecte onderlinge 9 positionering van de betrokken elementen tijdens de 9 installatie,
9 10 Het koppelingsstuk 11 kan bijvoorbeeld uit EPDM vervaardigd 9 zijn, 9 Voorts zijn de aansluitmiddelen 1 voorzien van 9 asnspanmiddelen 12 voor het aanspannen en het afdichten van 9 Liz het koppelingsstuk 11 tegen het buisstuk 3 aan de | afvoerupening 4. in de uitvosringevorm van aansluitmiddelen 1 volgens de uitvinding, zoals weergegeven in de figuren 1 tot en met 8, maakt het konppelingsstuk 121 deei uit van een schrcefkoppeling 13, Hiertoe is het koppelingsstuk 11 voorzien van een inwendige schroefdraad 14 en omatten de aanspanmiddelen 12 een afdichtingering 15, evenals een buisvormig, inwendig schrosfstuk 16. Dat schroefstuk 16 is voorzien van een uitwendige schroefdraad 17 die kan samenwerken met de inwendige 36 schroefdraad 14 van het kopnelinosstuk 11.
De aansiuitmiddelen 1 omvatten verder nog sen hulpwverktuig { 18 dat kan ingrijpen cp de aanspanmiddelen 12 of kan { samenwerken met de aanspanmiddelen 12 voor het aanspannen of onLspannen van de aanspanmiddeien 12 door de aanspanmiddelen 12 ermee te maniculeren of Le activeren 9 en/of deactiveren. | Hierbij is het essentieel op te merken dat het hulpwerktuig | 18 zijdens het manipuleren, activeren en/of deactiveren | 10 doorheen de afvoercpening € uitsteekt en aldus bedienbaar | Le door een instaliateur vanaf de zijde 19 van de 9 afvoercogening € tegenover de zijde 20 met buisstuk 3. 9 Het hulpwerktuig 18 is in de uitvoeringsvorm die is 9 15 weergegeven in de figuren 1 tot en met 8 bedoeld voor het | in- of uitschroeven van het schroefstuk 16 in het 9 koppelingsstuk 11, naargelang de aanspanmiddelen 12 dienen | opgespannen Le worden, dan wel dienen ontspand te worden.
Het inwendig schrcefstuk 16 is hierbii voorzien van een kraag 21 die zich radiaal naar binnen uitstrekt en die centraal voorzien is van een gleuf 22, Om met dit schroeïstuk 16 te kunnen samenwerken is het hulpwerktuig 18 in dit geval uitgevoerd als een langwerpige sleutel 23 met een langwerpig lichaam 24 dat in deze uitvoeringsvorm oilindervormig is uitgevoerd, waarvan één uiteinde 25 voorzien is van een zich dwars op het langwerpig lichaam in een radiale richting uitstrekkend uitsteeksel 26 en dat passend in de voornoemde gleuf 22 kan worden aangebracht voor het vastschroeven van het inwendige schroefstuk 16 in het koppelingsstuk 11.
a BE2019/5614 { Het andere uiteinde 27 van het hulpwerktuioc 18 is voorzien van een paar zich dwars op het langwerpig lichaam 24 van het # hulpwerxtuig 18 uitstrekkende vleugels die dienst doen als { handvat 28, dat het handmatig aandraaien oË losschroeven van { 3 het schroefstuk 16 moet vergemakkelijken, De Lengte L van de sleutel 23 is voldoende groot, zodat de | sleutel 23 zich kan uitstrekken vanaf de aanspanmiddelen 12 | tot boven de afvocropening 4 en dit met een voldoende grote 9 Ld lengte opdat een installateur er gemakkelijk mee aan de slag 9 zou kunnen gaar. 9 De bedoeling is dat zijdens het aansluiten de afdichting 15 9 zussen het koppelingsstuk 11, het inwendig schroefstuk 16 | is en het buisstuk 3 van de afvoeropening 4 opgespannen wordt door de sleutel rond te draaien, aangeceven met pijl R in figuur 8, zodat: de schroefkoppeling 13, die gevormd wordt door het schroefstuk 16, het koppelingsstuk 11 en de afdichting 15, vastgeklemd zit op het buisstuk 3.
Hierbij zijn de verschillende elementen zodanig op elkaar afgestemd dat de afdichting 15 met een kracht F Legen het cOuisstuk 3 duwt, waarbij een inklemming verkregen wordt die bij voorkeur voidoende groot is om een zekere verticale last te kunnen dragen. Bijvoorbeeld, moet in de ingeklemde toestand een minimale verticale last van 20 kg, die neerwaarts ls gericht, permanent aan het koppelingsstuk 11 kunnen hangen zonder dat een verschuiving van het koppelingsstuk 11 over het buisstuk 3 plaatsheeft.
</ BE2019/5614 " In de uitvoeringsvorm die is weergegeven in de figuren 1 tot | en met 8 is het koppelingsstuk 11 voorzien van een rand 29 | die enigszins radiaal naar binnen inspringt ter vorming van | een inwendige cirkeivormige opening met een diameter D die | 5 overeenstemt met de buitendiameter D’ van het buisstuk 3 aan 3 de afvoeropening 4. 3 Deze rand 22 is voorzien van een radiaal naar binnen gerichte : inaprong 30 waartegen de afdichting 15 kan stemmen tijdens 9 10 het cospannen van de aanspanmiddelen 12. 9 De inwendige diameter van het koppelingsstuk 11 neemt vanaf 9 de insprong 30 lineair toe volgens sen afschuining 31 tot 9 aan een binnendiameter D” die overeenstemt met de inwendige | iò diameter D” van de inwendige schroefdraad 14 in het koppelingsetux 11. De zijde van de afdichting 15 die tijdens de assemblage naar de rand 29 en insprong 30 van het koppelingsstuk 11 dient te worden gericht, is voorzien van een uitwendige alschuining 32 die complementair is aan de afschuining 31 in het koppelingsstuk 11, Het gedeelte van de afdichting 15 dat aansluit oo de sÉschuining 31 heeft een min of meer constante dikte T die overeenstemt met de dikte T°’ van het schroefstuk 16, Aan de radiale binnenzijde is de afdichting 15 evenwel voorzien van ribbels 33 om de crip van de afdichting op het buisstuk 3 te verbeteren.
Dit alles is meer in detail weergegeven in figuur 6.
| In de hier besproken uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot { en met B zijn de aansluitmiddelen 1 voorzien van bijkomende | verbindingsmiddelen 34 voor het verbinden van de afvoerbuis | 2 met het koppelingsstuk 11, { Deze cijkomende verbindingsmiddelen 34 worden in dit geval gevormd door een iijm of kisefmiddel en deze lijm wordt aangebracht tussen de buitenzijde van het koppelingsstuk 11 | en de binnenzijde van een sansluit-mof aan het uiteinde van : 10 de afvoerbuis 2.
| In sommige landen is het verboden de verbindingen te lijmen 9 en kan er als alternatief bijvoorbeeld gebruik gemaakt 9 worden van bijkomende verbindingsmiddelen 34 onder de vorm | 15 van een schrcefbare spanklem cf dergelijke meer.
9 In een andere uitvoeringsvorm is het volgens de uitvinding echter ook niet uitgesloten het koppelingsstuk 11 uit te voeren iangs een integraal deel van de afvoerbuis 2 dat gevormd wordt door het aan te sluiten uiteinde van de afvoerbuis & zelf. Een werkwijze voigens de uitvinding voor het aansluiten van een leiding, zoals bijvoorbeeld een afvoerbuis 2, op een eerste uiteinde 6 van een buisstuk 3, waarbij het tweede uiteinde 7 van het buisstuk 3 voorzien is van een uitwendige kraag 8 ter vorming van een opening 4, bijvoorbeeld een afvoeropening 4 van een sanitaire installatie 5, met aansluitmiddelen 1 volgens de uitvinding is eenvoudig en als voigt.
; 43 BE2019/5614 zen eerste slap bestaat erin het koppelingsstuk 11 van de aansluitmiddelen 1 cover het eerste uiteinde & van het bulsatuk 3 aan de afvosropening 4 aan te brengen.
3 5 in een volgende slap kunnen de aanspanmiddelen 12 in het koppelingsstuk 11 gebracht worden, # Daarna is het de bedoeling de aanspanmiddelen 12 aan te { spannen door met het huipwerktuig 18 langs de zijde van de 3 10 afvoeropening 4 tegenover het buisstuk 3 de aanspanmiddelen 12 te manipuleren en/of te activeren, Daarna kan het hulpwerktuig 18 worden weggenomen.
9 15 In het geval van de figuren 1 tot 8 bestaat het aanbrengen van de aanspanmiddelen 12 erin in het koppelingsstuk 11 9 eerst een afdichtingsring 15 aan te brengen over het 9 buisstuk 3 van de afvoeropening 4 en dan een inwendig { schroefstuk 16.
De afdichtingsring 15 wordt vervolgens aangespannen met behulp van het hulpwerktuig 18 onder de vorm van een sieutel 23 dat met het uitsteeksel 26 past in de gleuf 22 en waarmee net inwendig schroefstuk 16 kan worden aangedraaid, Na het sanscpannen van de aanspanmiddelen 12 kan de afvoerbuis over het koppelingsstuk 11 worden aangebracht en ermee verbonden worden, bijvoorbeeld door een verlijming 34 Loe te passen,
| Het is voigens de uitvinding niet uitgesloten de hier | dbeschreven volgorde van de uit te voeren stappen te | veranderen, | 5 In de figuren 93 Lot en met 18 is mog een andere # uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen 1 volgens de uitvinding | weergegeven. | In deze uitvoeringvorm maakt het koppslingsstuk 11 deel uit 9 190 van een klemkoppeling 35, 9 Hiertoe is het koppelingsstuk 11 voorzien van een 9 omgepicoide rand 36 die radiaal naar binnen is gericht ter | vorming van een gleuf 37 met een U-vormige dwarsdoorsnede, 9 In deze uitvoeringsvorm omvatten de aanspanmiddelen 12 een slangenveerklem 38, in de vorn van een verend element 39 met twee vrije uiteinden 40 en 41 en dat tot een copen, ringvormig, verend element 39 is geplcold, waarvan de 20 inwendige diameter E afneemt bij ontspanning van het verend element 39, De slangenveerkiem 38 kan in de opgespannen toestand, dus met vergrote, inwendige diameter E, passend in de U-vormige gleuf 37 aangebracht worden.
De slangenveerklem 38 is in meer detail weergegeven in de figuren 14 en 15 en het is zo dat in de ontspannen toestand van de slangenveerkiem 38 de twee vrije uiteinden 40 en 41 3D ervan elkaar enigszins cverlappen.
Deze vrije uiteinden 40 en 41 zijn radiaal naar buiten { opgeplooid ter vorming van uitwaarts gerichte uitsteeksels | 42 en 43, | 5 Deze uitsteeksels 42 en 43 zorgen ervoor dat de uiteinden { 40 en 41 gemakkelijk gegrepen kunnen worden met behulp van | een Langetje of dergelijke om ze naar elkaar toe te bewegen 9 en aldus de slangenveerklem 38 cp te spannen, met een [ vergroting van de inwendige diameter E tot gevolg, : 10 9 In deze uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen 1 volgens de 9 uitvinding is er cok een hulpwerktuig 18 dat ditmaal anders | is uitgevoerd. | 15 Meer bepaald is het hulpwerktuig 18 voorzien van een 9 Langwerpig lichaam 24, dat in dit geval plat is uitgevoerd ‘ en dat een haakvormig uiteinde 44 heeft, met cen gedeelte 45 dat zich uitstrekt parallel aan het langwerpig llchaam 24 en dat centraal voorzien is van een gleuf 46 die zich eveneens uitstrekt voigens de lengterichting parallel aan het langwerpig lichaem 24, Met dit hulpwverktuig 18 kan de slangenveerkiem 38 in een cpgespannen Loestand gehouden worden door de radiaal uitwaarts gerichte uitsteeksels 42 on 43 van de slangenveerklem 38 in de gleuf 46 aan het haakvormig uiteinde 44 van het hulpwerktuig 19 te houden. Deze toestand is in figuur 14 weergegeven.
Door het wegnemen van het hulpwerktuig 18 ontspant de slangenveerklem 38 zich, waarbij de uitsteeksels 42 en 43
{ uit elkaar bewegen volgens de pijlen U in figuur 15, met een | verkleining van de inwendige diameter E van het ringvormic | element 39 tot gevolg. | 5 In dit geval zijn de aanspanmiddelen 12 bijkomend voorzien [ van een houder 47 die bestaat uit een buisvormig stuk dat # aan één uiteinde 48 voorzien is van een uitspringende rand | 49 waarin de slangenveerklem 38 kan gehouden worden, 9 10 De rand 45 is onderbroken en de houder 47 is ter plaatse van | de onderbreking voorzien van sen opening 50 zodat de 9 uitsteeksels 42 en 43 van de slangenveerklem 38 in deze | opening 50 kunnen vallen en het haakvormig uiteinde 44 deze 9 uitsteeksels 42 en 43 kan vasthouden. { 25 De buisvormige houder 47 kan passend worden aangebracht in het koppelingsstuk 11 van de aansluitmiddelen 1. De opening 50 heeft een hoogte H die groot genoeg is, opdat het haakvormig uiteinde 44 naar beneden zou kunnen bewegen, zoals is weergegeven met pijl N in figuur 12, tijdens het ioslaten van de uitsteeksels 42 en 43 om aldus de slangenveerxiem 38 te ontspannen, althans minstens gedeeltelijk te ontspannen, Inderdaad, het is immers de bedoeling dat de omgeplooide rand 36 van het kcppelingsstuk 11 tegen het buisstuk 3 aan de afvoeropening 4 geklemd wordt met een klemkracht K voor het vormen van een afdichting.
Door het neerwaarts bewegen van het haakvormig hulpwerktuig 18 tijdens het aansluiten van de aansiuitmiddelen 1 kan het aansçannen van de slangenveerklem 38 in de gleuf 36 van het ; koppelingsstuk 11 worden geactiveerd, : Hierbij kan een installateur opnieuw het hulpwerktuig S simpelweg bedienen vanaf de zijde 19 aan de afvoeropening 4 tegenover de zijde 20 met het buisstuk 3, | De hier besproken tweede Uitvoeringsvorm van | aansluitmiddelen 1 volgens de uitvinding omvatten opnieuw | 10 bijkomende verbindingsmiddelen 34 voor het verbinden van de ì afvoerbuis 2 met het koppelingsstuk 11. | In dit geval worden deze bijkomende verbindingsmiddelen 34 | niet gevormd door een lijm, maar door een sanschroefbare epanring of spanklem 51 die over het kopvelingsstuk 11 kan worden aangebracht en die door aanspanning ervan en door vervorming van het koppelingsstuk 11 voor een inklemming met het buisstuk 3 zorgt, Het koppelingsstuk 11 is hiertoe aan de rand 52 die tegenoverliggend is aan de omgeplooide rand 36, voorzien van cen ringvormige strook 53 waarop de spanklem 51 kan worden aangebracht.
De werkwijze voigens de uitvinding die gepaard gaat bij het gebruik van de aansluitmiddelen 1 zoels weergegeven in de figuren & tot en met 19 is zeer gelijklopend aan de reeds besproken werkwijze.
In dit geval bestaat het aanbrengen van de aanspanmiddelen 12 er echter in, de houder 47 in het koppelingsstuk Il aan te brengen, waarin de slangenveerklem 38 in opgespannen
{ toestand wordt gehouden door middel van het hulpwerktuig 18 { met haaxvormig uiteinde 44, De siangenveerklem 28 wordt voorts tot in de omgeplooide & rand 36 met U-vormige gleuf 37 van het koppelingsstuk 11 9 gebracht, 3 Het aanspannen van de aanspanmiddelen 12 bestaat erin het | nnuipwerktuig 18 weg te nemen door een neergaande beweging [ 16 volgens pijl N uit te voeren, waarbij de inwendige diameter | E van de slangçenveerklem 38 afneemt en een inklemming van 9 de cmgepiocide vand 36 van het koppelingsstuk 11 Legen het | culsstuk 3 wordt verkregen. 9 15 in een voorkeurdragende uitvosringsvorm van aansiuitmiddelen 1 overeenkomstig de uitvinding zijn de 9 onderdelen zodanig op elkaar aïgestemd dat het huipwerktuig 9 18 wordt weggeduwd door het inbrengen van het buisstuk 3, Op deze manier wordt vermeden dat de slangenveerklem 38 te vroeg ci, anders gezegd, wanneer het buisstuk 3 nog niet met een vereiste minimale lengte in het koppelingsstuk 11 gebracht is, reeds gedeeltelijk zou worden ontspannen, wat tot het aanspannen van de aanspanmiddelen 12 zou leiden in een nog niet voidcende deassembleerde toestand van de betrokken siementen. in nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is er oijkomend tevens een additioneel bhulpwerktuig voorzien, waarmee de slangenveerklem 38 ook terug los gemaakt kan worden, waarbij git additioneel hulgwerktuig Levers bedienbaar is vanaf de zijde van de opening A,
> BE2019/5614 Na het correct aanspannen van de aanspanmiddslen 12 wordt de afvoerbuis 2 over het koppelingsstuk 11 aancebracht en 9 wordt de afvoerbuis met het koppelingsstuk 11 verbonden door { het aanschroeven van de spanklem 51. : In figuur 16 is een alternatieve uitvoeringsvorm voor de } siangenveerklem 38 weergegeven, waarbij ditmaal de 9 uitsteeksels 42 en 43 niet radiaal uitwaarte uitsteken, doch | naar beneden uit het ringvormig element 32 uitsteken, 8 Het is duidelijk dat door sen aangepast hulpwerktuig 18 te gebruiken op zeer eenvoudige wijze een zelfde werking van | de aansluitmiddelen 1 kan verkregen worden, met het voordeel | dat de radiale dimensies van de slangenveerklem 38 in dit 9 15 geval minder groot kunnen zijn. 9 in de figuren 19 tot en met 21 is nog een gelijkaardige 9 uitvoeringsvorm van aansluitmiddelen 1 oversenkcmstig de # uitvinding weergegeven, waarbij nog een ander type siangenveerklem 38 is toegepast. in deze uitvoeringsvorm zijn de uiteinden 40 en 41 van het ringvormig, verend element 239 uitgevoerd met ringvormige uitsteeksels 42 en 43 die elk centraal van een opening 54 zijn voorzien.
Deze openingen 54 kunnen over elkaar worden gebracht door het cospannen van de slangenveerklem 38 an de siangenveerkiem 38 kan in deze opgespannen toestand gehouden worden met een aangepast hulpwerktuig 18 dat ditmaal een haakvormig rond uiteinde 4 heeft en dat hiertoe passend in de over elkaar gebrachte openingen 54 kan worden gestoken,
: BE2019/5614 Dit is weergegeven in figuur 19, : Door het wegnemen van het hulpwerktuig 16 wordt de toestand van figuur 20 bekomen, waarbij de inwendige diameter E van | S het ringvormig element 35 is afgenomen, De Loepassing ervan voor het aansluiten van een afvcerbuis 2 op een buisstuk 3 aan een afvceropening € wordt schematisch geïllustreerd in figuur 21. 16 Ditmaal maakt het koppelingsstuk 11 integraal deel uit van : de afvoerbuis 2 en is er geen houder 47 voor het vasthouden van de siangenveerklem 38 toegepast, 9 15 De hiervoor beschreven sansluitmiddelen 1 en werkwijzen | kunnen in principe telkens toegepast worden wanneer men een groot element op een buisstuk of leiding wil aansluiten. in deze beschrijving werd er steeds vertrokken van een situatie waarbij de verschillende elementen in een niet geassemoiserde toestand verkeren, zoals bijvoorbeeld in de toestand die is weergegeven in de figuren 1, 2 en 2, In de praktijk kan de assemblage van deze elementen ter piaalse van de installatie, bijvoorbeeld op een werf, gebeuren, Voigens de uitvinding is het echter niet uitceslosten aan gebruikers een reeds geassembleerd geheel of prefab set te leveren, waarvan voorbeelden in figuren 4 en 10 zijn weergegeven.
; 2 BE2019/5614 { De installateur dient dan nog slechts dit geheel op de | gewenste plaats aan te brengen en de aanspanmiddelen 12 te 9 activeren met het hulpwerktuig 18 of 23 om de verbinding te # realiseren, | De uitvinding is geenszins beperkt Lot de als voorbeeld # beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde 9 uitvoeringsvormen van aansluitmiddelen 1 volgens de 9 nitvinding voor het aansluiten van een leiding 2, zoals | 10 bijvoorbeeld een afvoerleiding 2, op een buisatuk 3 aan een 9 opening 4, bijvoorbeeld een afvoeropening 4 van een 9 sanitaire installatie 5, doch zulke aansluitmiddelen 1 9 kunnen cp allerlei andere manieren worden verwezenlijkt 9 zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde
Ultvoeringsvormen van een werkwijze volgens de uitvinding,
doch zulke werkwijze kan op allerlei andere manieren worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te reden,
Claims (14)
- ze BE2019/5614 | Conclusies { 1. Aansiuitmiddelen {1} voor het aansluiten van een leiding | 5 {2}, zoals bijvoorbeeld een afvoerleiding (2), op een 9 eerste uiteinde (6) van een buisstuk (3), waarbij het | tweede uiteinde {7} van het buisstuk {3} voorzien is van | een uitwendige kraag (8) ter vorming van een opening 9 (4), bijvoorbeeld een afvoeropening {4}, van een LE installatie (5), daardoor gekenmerkt dat de aansluitmiddelen {1} minstens de volgende elementen 9 bevatten: 9 - een kcppeiingsstuk (11) dat over het serste uiteinde 9 16) van het buisstuk kan (3) worden aangebracht; - aanspanmiddelen {12} voor het aanspannen en het afdichten van het koppelingsstuk {lij egen het buisstuk (3) aan de opening {4}; en, - een hulpwerktuig (18, 23} dat kan ingrijpen on of samenwerken met de aansvanmiddelen {12) voor het aanspannen col ontspannen van de aanspanmiddelen {12} door de sanspanmiddelen {12} ermee te manipuleren of te activeren en/cË deactiveren en waarbij het hulpwerktuig (18) tijdens het manipuleren, activeren en/of deactiveren doorheen de opening (4) uitsteekt en aldus door een installateur vanaï de zijde (19) van de opening (4) tegenover de zijde {20} met buisstuk (23 bedienbaar is.
- 2. Aansluitmiddelen {1} volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het koppelingsstuk {ll} deel uitmaakt van een schroefkoppeling (13) en hiertoe voorzien is van een inwendige schroefdraad {14} en dat de aanspanmiddelen
- | {12) een afdichtinosring (15) omvatten, evenals een | buisvormig, inwendig schroefstuk {16}, dat voorzien is # van een uitwendige schroefdraad (17) die kan samenwerken { met de inwendige schroefdraad {143 van het [ 5 koppelingsstuk {11}, 3, Aansluitmiddelen {1} volgens conclusie 2, daardoor : gekenmerkt dat het inwendig schroefstuk (16) voorzien 9 is van een kraag (21) die zich radiaal naar binnen 9 10 uitstrekt en die voorzien is van een gleuf {22}, waarbij | het hulpwerktuig (18) gevormd wordt door een sleutel 9 (23) waarvan één uiteinde (25) passend in de voornoemde 9 gleuë (22) kan worden aangebracht voor het vastschroeven 9 van het inwendig schroefstuk (16) in het koppelingsstuk {11} en voor het aanspannen van de afdichting (15) tussen het koppelingsstuk (11), het inwendig schroefstuk (10) en het buisstuk {3} aan de cgening (4),
- 4. Aansiuitmiddelen {1} volgens conclusie 1, daardoor =G gekenmerkt dat het koppelingsstuk {11} deel uitmaakt van een kiemkoppeling {35} en hiertoe voorzien 13 van een omgepicoide rand {36} die radiaal naar binnen is gericht ter vorming van een gleuf {37} met een U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de aanspanmiddelen (12) een slangenveerklem (38; omvatten in de vorm van een ringvormig, verend element {33} waarvan de inwendige diameter (E) afneemt bij ontspanning van het verend element {39}, waarbij de slangenveerklem (38) in de opgespannen toestand passend in de U-vormige cleuf (37) 38 kan aangebracht worden.
- | 5.
- Aansluitmiddelen {1} volgens conclusie 4, daardoor { gekenmerkt dat het huipwerktuig (18) voorzien is van een haakvormig uiteinde (44), waarmee de slangenveerklem (38) in een opgespannen toestand kan gehouden worden en 9 5 waarbij door het wegnemen van het hulpwerktuig (18) het 9 aanspannen van de slandgenveerklem (38) in de gleuf (37) { van het koppelingsstuk (11) wordt geactiveerd, waarbij de omgeplooide rand (36) van het koppelingsstuk {11} | tegen het buisstuk (3) aan de opening (4} geklemd wordt | 10 voor het vormen van een afdichting. 4, Aansiuitmiddelen {1} volgens conclusie 5, daardoor 9 gekenmerkt dat de aanspanmiddelen {12} bijkomend | voorzien zijn van sen houder (47) die bestaat uit een | 15 buisvormig stuk dat aan één uiteinde (48) voorzien is 9 van een uitspringende rand {45} Waarin de 9 siangenvesrkliem {38} kan gehouden worden, waarbij de | houder (47) passend kan worden aangebracht: in het koppelingsetuk {11} van de aansluitmiddelen (is.
- 7. Aansluitmiddelen (1} volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardcor gekenmerkt dat het koppelingsstuk (11) gevormd wordt door het aan te sluiten uiteinde van de leiding of afvcerbuis (2) zelf.
- B. Aansluitmiddelen {1} volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aansluitmiddelen {1} bijkomende verbindingsmiddelen (34) onvatten voor het verbinden van de leiding {2} of afvoerbuis (2) met het koppelinusstuk {11}.
- ; 31 BE2019/5614 { 3. Aansluitmiddelen (1) volgens conclusie 8, daardoor | gekenmerkt dat de bijkomende verbindingsmiddelen {34} | gevormd worden door een aanschroefbare spanring of 9 scankiem (51). | 5 |
- 10. Aansluitmidoelen {1} volgens conclusie £&, daardoor 3 gexermerkt dat de bijkomende verbindingsmiddelen (34) | gevormd worden door een lijm of kleefmiddel. | 10
- ll. Werkwijze voor het aansluiten van een leiding of 9 afvoerbuis {2} cp een eerste uiteinde {6} van een | buisstuk (3), waarbij het tweede uiteinde {7} van het 9 buisstuk (3) voorzien is van een uitwendige kraag {8} 9 ter vorming van een opening (4), zoals bijvoorbeeld een | ib afvoercpening (43 van bijvoorbeeld een sanitaire 9 installatie (5), met aansluitmiddelen {1} volgens één 9 of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor | gekenmerkt dat de werkwijze minstens de volgende stappen 9 omvat : - het sanbrengen van het koppelingsstuk (11) van de aansluitmiddelen {1} over het eerste uiteinde (6) van het buisstuk {33 aar de opening (4); - het aanbrengen van de aanspanmiddelen (123 in het koppelingsstuk {11}; - het aanspannen van de aanspanmiddelen {12} door met het hulpwerktuig {18} iangs de zijde (198) aan de opening {4) tegenover het buisstuk {3} de zanspanmiddelen {12} te manipuleren en/cË te activeren: er, - het huipwerktuig {18} weg Le nemen,
- 12. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het aanbrengen van de aanspanmiddelen {12} erin bestaat
- { 7 BE2019/5614 | in het koppelingsstuk {11} eerst een afdichtingsring (15) aan te brengen over het buisstuk {3} aan de opening { (4) en dan een inwendig schroefstuk (16) en waarbij de { afdichtingasring (15) wordt aangespannen met behuip van 9 5 een hulpwerktuig (18! onder de vorm van een sleutel (233 3 waarmee het inwendig schroefstuk (16) kan worden aangedraaid. | 13, Werkwijze volgens conclusie ll, daardoor gekenmerkt dat 9 LG het aanbrengen van de aanspanmiddelen {12} erin bestaat 9 in het koppelingsstuk {11} een houder {47} aan te | brengen, waarin een slangenveerkiem {38} in opgespannen 9 toestand wordt gehouden door middel van een hulpwerktuig 9 {18} met haakvormig uiteinde {44}, waarbij de slangenveerklem (38) tot in een omgeciooide rand (36) met U-vormige dwarsdoorsnede ter vorming van een gleuf {37} van het koppelingsstux (11) wordt gebracht en waarbij het aanspannen erin bestaat hat hulowverktuig (18) weg te nemen door een neergaande beweging {N} uit ZU te voeren, waarbi] de inwendige diameter (E) van de slangenveerklem {38} afneemt en een inklemming van de omgeplooide rand (36) van het koppelingsstuk {11} Legen het buisstuk (3) wordt verkregen.
- 14. Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat bijkomend na het aanspannen van de zansvanmiddelen (12) de leiding of afvoerbuis {2} cover het koppelingsstuk {11} wordt aangebracht en ermee wordt verbonden door een verlijming toe te passen of door het aanschroeven van een spankliem (515).
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195614A BE1027585B1 (nl) | 2019-09-18 | 2019-09-18 | Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van een leiding met zulke aansluitmiddelen. |
CA3154781A CA3154781A1 (en) | 2019-09-18 | 2020-09-09 | Connecting means for connecting a pipe to a pipe section at an opening, such as, for example, a pipe section at a discharge opening, and a method for connecting a pipe using such connecting means |
US17/760,720 US12072045B2 (en) | 2019-09-18 | 2020-09-09 | Connecting means for connecting a pipe to a pipe section at an opening, such as, for example, a pipe section at a discharge opening, and a method for connecting a pipe using such connecting means |
PCT/IB2020/058375 WO2021053466A1 (en) | 2019-09-18 | 2020-09-09 | Connecting means for connecting a pipe to a pipe section at an opening, such as, for example, a pipe section at a discharge opening, and a method for connecting a pipe using such connecting means |
EP20771364.5A EP4031791A1 (en) | 2019-09-18 | 2020-09-09 | Connecting means for connecting a pipe to a pipe section at an opening, such as, for example, a pipe section at a discharge opening, and a method for connecting a pipe using such connecting means |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195614A BE1027585B1 (nl) | 2019-09-18 | 2019-09-18 | Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van een leiding met zulke aansluitmiddelen. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027585A1 BE1027585A1 (nl) | 2021-04-13 |
BE1027585B1 true BE1027585B1 (nl) | 2021-04-21 |
Family
ID=68165397
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195614A BE1027585B1 (nl) | 2019-09-18 | 2019-09-18 | Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van een leiding met zulke aansluitmiddelen. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US12072045B2 (nl) |
EP (1) | EP4031791A1 (nl) |
BE (1) | BE1027585B1 (nl) |
CA (1) | CA3154781A1 (nl) |
WO (1) | WO2021053466A1 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1044517B1 (en) | 2023-01-06 | 2024-07-16 | Genistarus Bvba | Connection assembly for connecting together two pipe sections |
CN116293153B (zh) * | 2023-05-11 | 2023-07-18 | 山东中自仪测控技术有限公司 | 压力变送器的管道连接结构 |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1208967A (fr) * | 1958-12-01 | 1960-02-26 | Dispositif de raccordement rapide des installations distributrices d'oxygène aux tubes d'insufflation, en vue de l'élaboration des aciers | |
DE20112459U1 (de) * | 2001-07-28 | 2001-10-25 | Pagette Sanitär Produktions- und Vertriebsgesellschaft mbH, 46242 Bottrop | Anschlußvorrichtung |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5044822A (en) * | 1990-02-20 | 1991-09-03 | Kathyleen A. Dabic Moss | Open bottom pit seal |
US8534715B2 (en) * | 2009-10-10 | 2013-09-17 | Abdul Latif Abbasi | Sealable drain pipe coupling |
FR3032511B1 (fr) * | 2015-02-11 | 2018-03-02 | Saipem S.A. | Dispositif d'anti-glissement et d'auto-centrage d'un tube interne a l'interieur d'un tube externe d'un element de longueur unitaire de conduite sous-marine pour le transport de fluides |
US10794524B2 (en) | 2016-09-06 | 2020-10-06 | Keith R. Bunn, SR. | Pipe coupling assembly |
AT518865B1 (de) | 2017-02-13 | 2018-02-15 | Henn Gmbh & Co Kg | Steckerbaugruppe zur Verwendung in einem Fahrzeug |
US10697573B2 (en) * | 2017-06-27 | 2020-06-30 | Kenny Bassett | Plumbing fitting assembly for transverse hole in structure |
-
2019
- 2019-09-18 BE BE20195614A patent/BE1027585B1/nl active IP Right Grant
-
2020
- 2020-09-09 CA CA3154781A patent/CA3154781A1/en active Pending
- 2020-09-09 WO PCT/IB2020/058375 patent/WO2021053466A1/en unknown
- 2020-09-09 EP EP20771364.5A patent/EP4031791A1/en active Pending
- 2020-09-09 US US17/760,720 patent/US12072045B2/en active Active
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1208967A (fr) * | 1958-12-01 | 1960-02-26 | Dispositif de raccordement rapide des installations distributrices d'oxygène aux tubes d'insufflation, en vue de l'élaboration des aciers | |
DE20112459U1 (de) * | 2001-07-28 | 2001-10-25 | Pagette Sanitär Produktions- und Vertriebsgesellschaft mbH, 46242 Bottrop | Anschlußvorrichtung |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CA3154781A1 (en) | 2021-03-25 |
BE1027585A1 (nl) | 2021-04-13 |
US12072045B2 (en) | 2024-08-27 |
EP4031791A1 (en) | 2022-07-27 |
WO2021053466A1 (en) | 2021-03-25 |
US20220299136A1 (en) | 2022-09-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1027585B1 (nl) | Aansluitmiddelen voor het aansluiten van een leiding op een buisstuk aan een opening, zoals bijvoorbeeld op een buisstuk aan een afvoeropening, en werkwijze voor het aansluiten van een leiding met zulke aansluitmiddelen. | |
WO2006125229A3 (en) | Use of tnf inhibitor for treatment of erosive polyarthritis | |
US20120037552A1 (en) | Drain | |
WO2001062801A3 (en) | Humanized antibodies that sequester amyloid beta peptide | |
WO2005080432A3 (en) | Cdr-repaired antibodies | |
WO2006044827A3 (en) | Pinch clamp | |
FR2847329B1 (fr) | Raccord rapide pour la jonction amovible de deux canalisations | |
EE9900517A (et) | Tsüklooksügenaas-2 inhibiitorite kasutamise meetod südameveresoonkonna haiguste ärahoidmiseks | |
EP1016796A3 (en) | Fastening system using threaded stud | |
NO20034205L (no) | Forbindelsesflens for rörformede komponenter | |
FR2778721B1 (fr) | Bride de serrage notamment pour conduite petroliere | |
FR2933459B1 (fr) | Collier pour la fixation d'un element tubulaire ou cylindrique sur un element portant | |
ATE402726T1 (de) | Gerät für die manuelle oder automatische injektion von injektionspräparaten | |
DE502006000826D1 (de) | Nagelkorrekturspange sowie Werkzeug zur Anbringung einer solchen Spange an einem Nagel, insbesondere einem Fussnagel | |
FR2829828B1 (fr) | Raccord a sertir pour tube deformable en matiere synthetique, multi-couches ou metallique | |
KR102349571B1 (ko) | 천장 슬래브 매설용 전기박스 | |
JP2007303147A (ja) | 竪樋の取付具及びこれを用いた竪樋の取付構造。 | |
JP5028840B2 (ja) | 掃除口の閉塞構造 | |
JPH1182867A (ja) | 配管カバー | |
DE60320269D1 (de) | Vorrichtung und verfahren zur verbindung von profilen | |
EP1152180A3 (de) | Armatur zum Befestigen eines Wellrohres in einer Wandöffnung | |
RU2003114785A (ru) | Способ реконструкции желчных путей | |
HU227650B1 (en) | Set for fixing bones | |
NL2008515C2 (nl) | Werkwijze en stuukdop voor het stukadoren van een plafond. | |
KR100891151B1 (ko) | 이중벽관의 관 이음장치 및 이를 이용한 관 이음방법 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20210421 |