BE1027534B1 - Inrichting en werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027534B1 BE1027534B1 BE20195573A BE201905573A BE1027534B1 BE 1027534 B1 BE1027534 B1 BE 1027534B1 BE 20195573 A BE20195573 A BE 20195573A BE 201905573 A BE201905573 A BE 201905573A BE 1027534 B1 BE1027534 B1 BE 1027534B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- cabling
- mounting surface
- robot
- lighting fixtures
- arm
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25J—MANIPULATORS; CHAMBERS PROVIDED WITH MANIPULATION DEVICES
- B25J9/00—Programme-controlled manipulators
- B25J9/0096—Programme-controlled manipulators co-operating with a working support, e.g. work-table
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05K—PRINTED CIRCUITS; CASINGS OR CONSTRUCTIONAL DETAILS OF ELECTRIC APPARATUS; MANUFACTURE OF ASSEMBLAGES OF ELECTRICAL COMPONENTS
- H05K13/00—Apparatus or processes specially adapted for manufacturing or adjusting assemblages of electric components
- H05K13/06—Wiring by machine
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
- Robotics (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Installation Of Indoor Wiring (AREA)
Abstract
De huidige uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur. De inrichting omvat een bekabelingsrobot en een draadhaspel voor elektrische draad bestaande uit een metalen kern en een isolatie, waarin de bekabelingsrobot een vaste basis en een relatief ten opzichte van de vaste basis verplaatsbaar werktuig omvat, waarbij de inrichting een draaitafel omvat welke ten minste twee montageoppervlakken omvat, waarin de draaitafel geconfigureerd is voor relatieve rotatie van de montageoppervlakken rond de vaste basis van de bekabelingsrobot.
Description
| BE2019/5573
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding betreft sen inrichting en een werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmaluur.
STAND DER TECHNIEK US 6 321 445 B1 (US'445) beschrijft een toestel en een methode voor het produceren van een kabelboom voor de automobielindustrie voigens een vooraf bepaalde route. Het ioesiel omvat een bekabelingsrobot die automatisch op een plaat uit meerdere elektrische draden een kabelboom opbouwt, die op meerdere posities met connectoren verbonden is. Na het afwerken van de kabelboom wordt de kabelboom van de plaat naar een interieurpaneel overgebracht. US'445 voorziet slechts één plaat voor het automatisch opbouwen van een kabelboom. Na het afwerken en transfereren van de kabelboom, moet de plaat voor de volgende kabelboom voorbereid worden. De bekabelingsrobot is gedurende die periode inactief. De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor de bovenvermelde problemen of nadelen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING in sen eerste aspect betreft de huidige uitvinding een inrichting volgens conclusie 1. Het voordeel van de uitvinding betreft vooral sen draaitafel welke len minste twee montageoppervlakken omvat, waarin de draaitafel geconfigureerd is voor relatieve rotatie van de montageopperviakken rond de vaste basis van een bekabelingsrobot. In vergelijking met prior art US'445 Is op zijn minst één montageopperviak beschikbaar voor de bekabelingsrobot voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur, terwijl op zijn minst één ander montageopperviak ter voorbereiding voor een operator en/ot een automatisch voorbereidingsapparaat beschikbaar is.
© BE2019/5573 Een bijkomend voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat in tegenstelling toi prior art US'445, de inrichting geconfigureerd is om de verlichtingsarmatuur meteen te bekabelen zonder de nood aan een plaat waarop eersi de bekabeling uitgevoerd moet worden om daarna naar de sigenlijke verlichtingsarmatuur te worden getransierserd. Voorkeursvormen van de inrichting worden beschreven in de conclusies 2 tot en met
10.
In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze voigens conclusie
11. Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat een bekabelingsrobol automatisch één of meerdere verlichtingsarmaturen op een eerste montageopperviak van een draaitafel bekabelt en na het bekabelen van de één of meerdere verlichtingsarmatiuren de draaitafel rond de vaste basis van de bekabelingsrobot roteert, zodat de bekabelingsrobot verder kan gaan met het automatisch bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen op een tweede montageoppervlak. In iegensteiling tot prior art US'445 hoeft de bekabelingsrobot nadat de verlichtingsarmaturen op het eerste montageoppervlak automatisch bekabeld zijn niet inactief te wachten op verdere voorbereldingen van het eerste montageopperviak. Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de conclusies 12 tot en met 16.
De inrichting volgens het eerste aspect is bij voorkeur geconfigureerd voor het uitvoeren van een werkwijze volgens het tweede aspect. De werkwijze volgens het tweede aspect wordt bij voorkeur uitgevoerd met behuip van een Inrichting volgens het eersie aspect.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 loont! een schematische overzichtsweergave uit prior art US’445 van een toestel voor het produceren van een kabeiboom voor de automobielindustrie volgens een vooraf bepaalde bekabelingsroute zoals beschreven in US'445.
“ BE2019/5573 Figuur 2 toont een schematische overzichtsweergave van een inrichting voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur van een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding.
Figuur 3 toont een detail van een inrichting voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur van een uitvoeringsvorm volgens de huidige ultvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft sen inrichting en een werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur. De uitvinding werd samengevat in de daartoe voorziene sectie. in wal volgt, wordt de uitvinding in detail beschreven, worden voorkeursuitvoeringen toegelicht, en wordt de uitvinding geïllustreerd aan de hand van niet-limitatieve voorbeelden.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt! worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, ‘een segment” betekent een of meer dan een segment.
Een elektrische draad, zoals gebruikt in dit document, beslaat uit een metalen kern en een Isolatie. De isolatie is hierbij rond de metalen kern gepositioneerd. De elektrische draad kan een massieve metalen kern omvallen. De elektrische draad kan een gevlochten metalen kern omvatten.
Een insulation displacement connector, zoals gebruikt in dit document, betreft sen connector omvallende geslepen contacten, geschikt om sen elektrische draad in te drukken. De geslepen contacten van de connector snijden hierbij doorheen de isolatie, waarbij de contacten van de connector met de metalen kern van de elektrische draad in aanraking komen en de metalen kern en de contacten zo elektrisch verbonden worden.
© BE2019/5573 Een push-in wire connector, zoals gebruikt in dit document, betreft een connector geschikt voor invoer van een van isolatie ontdaan uiteinde van een elektrische draad. De contacten van de connector komen hierbij met de metalen kern van de elektrische draad in aanraking. De metalen kern en de contacten worden zo elektrisch en mechanisch verbonden. In een eerste aspect betreft de uitvinding een inrichting voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur. De inrichting omvat een bekabelingsrobot, een draadhaspe! voor elektrische draad, en een draaliafel. De bekabelingsrobol omvat een vaste basis en een relatief ten opzichte van de vaste basis verplaatsbaar werktuig. De draaitafel omvat ten minste twee montageoppervlakken. De draaitafel is geconfigureerd voor relatieve rotatie van de montageopperviakken rond de vaste basis van de bekabelingsrobol.
In een voorkeursuitvoering is de Inrichting op een vloeropperviak gepositionserd, waarbij de vasie basis van de bekabelingsrobol een vaste positie ten opzichte van het vloeroppervlak omvat. De relatieve rotatie van de draaitaïel rond de vaste basis betreft dan eveneens een relatieve rotatie van de draaitafel ten opzichte van het vloeroppervlak, Volgens een uilvoeringsvorm omvat de draataïel een elektrische motor geconfigureerd voor rotatie van de draaitafel rond de vaste basis.
Volgens een uitvosringsvorm omvat de draadhaspel een bobijn waarop minstens een gedeelte van de elektrische draad gewikkeld is. De draadhaspel omvat verder sen as, waarbij de bobijn roteerbaar rond genoemde as gelagerd is. De as kan verticaal gepositioneerd zijn. De as kan in essentie loodrecht op het vloeroppervlak gepositioneerd zijn. De as kan in essentie horizontaal gepositioneerd zijn. De as kan in essentie parallel aan het vloeroppervlak gepositioneerd zijn.
Volgens een uitvoeringsvorm omdat de draadhaspel een kunststoffen of kartonnen ton waarin een rol elektrische draad ligt. De rol elektrische draad wordt van binnenuit afgerold.
in een voorkeursuitvoering omvat de bekabelingsrobot een roteerbare basis, zen eerste arm, een iweede arm en een derde arm. De vaste basis ondersteunt de roteerbare basis. De bekabelingsrobot is geconfigureerd voor rotatis van de
> BE2019/5573 roteerbare basis ten opzichte van de vaste basis rond een in essentie verticale as. De eerste arm is roteerbaar rond een eerste in essentie horizontale as aan de roteerbare basis bevestigd. De tweede arm is roteerbaar rond een tweede in essentie horizontale as aan de eerste arm bevestigd. De derde arm is roteerbaar rond een derde in essentie horizontale as aan de tweede arm bevestigd. Het werktuig is op de derde arm bevestigd. De bekabelingsrobot is geconfigureerd voor rotatie van het werktuig rond een lengteas van de derde arm. Het verplaalsbare werktuig heeft hierdoor vijf bewegingsgraden, waardoor hel werktuig een punt in een ruimte boven een montageoppervlak vanuit verschillende richtingen en hoeken kan benaderen. Volgens sen uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de draaitafel één of meerdere groepen van twee in essentie parallelle rails. Een montageopperviak is op de rails van een groep gemonteerd. Bij voorkeur is een montageopperviak transieerbaar langsheen de rails op de rails gemonteerd. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de draaltafel één groep van twee in essentie parallelle rails. Een eerste en een tweede montageoppervlak zijn aan de rails bevestigd, waarbij de bekabelingrobot tussen het eerste en het tweede moniageoppervlak gepositioneerd is. Bij voorkeur zijn de rails symmetrisch ten opzichte van het rotatiepunt van de draaitarel gepositioneerd. Bij voorkeur zijn de moniageoppervlakken symmetrisch ten opzichte van Net rotatiepunt van de draaitafe! aan de rails bevestigd. Bij voorkeur zijn het eerste en het tweede moniageoppervlak aan tegenoverliggende uiteinden van de rails van de groep bevestigd. Bij voorkeur valt de rotatieas van de draaitafel in essentie samen met de in essentie verticale rotatieas van de rotcerbare basis ten opzichte van de vaste basis.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de draaitafel twee groepen van twee in essentie parallelle rails. Bil voorkeur zijn op de rails van elke groep twee montageoppervlakken bevestigd. Bij voorkeur is een montageopperviak bevestigd aan een uiteinde van een groep van rails. Bij voorkeur omvallen de iwee groepen een eerste groep en een tweede groep, waarbij de rails van de eerste groep een hoek van in essentie 90° ten opzichte van de rails van de tweede groep omvatten. Bij voorkeur zijn de rails van elke groep symmetrisch ten opzichte van het rotatiepunt
; BE2019/5573 van de draaitafel gepositioneerd. Bij voorkeur zijn de montageoppervlakken bevestigd aan een groep rails symmetrisch ten opzichte van het rotatiepunt van de draaitafel aan de rails bevestigd.
5 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omval minstens één van de montageoppervlakken een veelheid van openingen en/of uitsparingen voor invoeging van één of meerdere hulpstukken. Bij voorkeur zijn de openingen en/of uitsparingen cirkelvormige openingen en/of ulisparingen. Bij voorkeur zijn de openingen en/of uitsparingen volgens een regeimalig raster in het montageoppervlak gepositioneerd.
Bij voorkeur omvallen de cirkelvormige openingen en/of uitsparingen schroefdraad om met behulp van bouten of schroeven hulpstukken op het montageoppervlak vast ie schroeven.
Volgens sen uitvosringsvorm zijn de veelheid van operingen en/of uitsparingen een veelheid van sieuven die volgens een regelmatig raster in iwee loodrecht op elkaar slaande richtingen in het montageoppervlak zijn aangebracht. Bij voorkeur zijn op een regelmatige afstand in ledere sleuf schroefgaten aangebracht om met benulp van bouten of schroeven hulpstukken op het montageopperviak vast te schroeven.
Volgens een uiivoeringsvorm van de uitvinding is een montageopperviak geconfigureerd om met behulp van één of meerdere hulpstukken één of meerdere verlichtingsarmaturen te positioneren.
Volgens een uilvoeringsvorm is een hulpstuk een metalen of kunsistoffen profiel, Hat profiel kan aan een zijde één of meerdere protrusies omvatten voor invoer in één of meerdere openingen en/of uitsparingen van het montageoppervlak. Bij voorkeur zijn de proirusies pinnen of ribben voor invoer in de cirkelvormige openingen of in de sleuven van een montageoppervlak. Het profiel kan een doorboring omvatten, om met behulp van sen bout of schroef het hulpstuk op het montageopperviak vast te schroeven. Het profiel kan één of meerdere armatuurbevestigingsmiddelen omvatten. Een armatuurbevestigingsmiddel kan een pin, een klem en/of rechtopstaande randen omvatten, De armatuurbevestigingsmiddelen zijn bij voorkeur aan een zijde tegenoverliggend aan genoemde zijde gepositioneerd. Eén of meerdere verlichtingsarmaturen zijn zo met één of meerdere hulpstukken op een vooraf bepaalde en reproduceerbare manier op de montageoppervlak te positioneren, wat voordelig is voor het automatisch bekabslen van een verlichtingsarmatuur door de bekabelingsrobot.
; BE2019/5573 Volgens een uitvoeringsvorm is een hulpstuk een cilindrisch lichaam ter ondersteuning van een verlichtingsarmatuur. Het cilindrisch lichaam heeft aan de onderzijde een mechanische kiem dis in een opening in het montageopperviak past. Aan het cilindrisch lichaam is een hendel, geconfigureerd om de klem in de opening in het montageopperviak vast te zeiten. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de bekabelingsrobot geconfigureerd voor aanvoer van elektrische draad van de draadhaspel tot het werktuig.
Voigens een uitvoeringsvorm omdat de Inrichting een geleiding voor elektrische draad. Bij voorkeur omvat de geleiding één of meerdere buizen. Bij voorkeur is minstens één van de buizen aan, en bij voorkeur bovenop, de tweede arm gemonteerd. De buizen zijn bij voorkeur vervaardigd uit kunststof of een ander geschiki materiaal dal de isolatie van de elektrische draad niet beschadigt. Volgens een uilvoeringsvorm omvat de ingang van een buis van de gelelding een trechtervormig element om te verhinderen dat de rand van de buis in de isolatie van de elektrische draad snijdt.
Voigens een ulivogringsvorm is een buis van de geleiding roteerbaar rond een as, loodrecht op de lengteas van de buis, aan de bekabelingsrobot bevestigd. Dit is voordelig omdat bij bewegingen van de bekabelingsrobot, door mechanische spanning van de elektrische draad in de buis, de buis beweegbaar is om te beletten dat de rand van de buis in de isolatie van de elektrische draad snijdt. Volgens een uitvoeringsvorm is de buis een geribbelde flexibele buis. Dit is voordelig omdat een dergelijke buis de bewegingen van de bekabelingsrobot kan volgen. Volgens sen uilvoeringsvorm van de uitvinding is het werkluig voorzien van een mechanisme om elektrische draad te knippen. Het werktuig kan een schaar of een tang omvatten. Het werktuig is geconfigureerd om elektrische draden met een doorsnede van 0.50 mm? tot 2.50 mm? te knippen.
| BE2019/5573 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het werkluig voorzien van een mechanisme om elektrische draad over een bepaalde lengte van zijn isolatie te ontdoen. Het werktuig is geconfigureerd om elektrische draden met een doorsnede van 0.50 mm? toi 2.50 mm? van hun isolatie te ontdoen. Volgens een voorkeurdragende uiivoeringsvorm van de uilvinding zijn de bekabelingsrobot en de draaitafe!l door een meerwandige afscherming omgeven, waarbij de afscherming minstens één afsluitbare opening omvat voor passage van een operator. De meerwandige afscherming beschermt een operator tegen verwonding door de bewegingen van de bekabelingsrobot en de draaitafel. Verder kan de meerwandige afscherming of minstens een gedeelte ervan ook transfer van geluid, licht, slof, en dergelijke tussen weerszijden van de afscherming tegengaan. Volgens sen uitvoeringsvorm is minstens een deel van de meerwandige afscherming transparant zodat de operator de bekabelingsroboi en de draaitafel kan zien.
Volgens een uitvoeringsvorm is de afsluitbare opening een deur die toegang geeft tot de ruimte die door de meerwandige afscherming begrensd is. De deur is met een contact uitgerust dat geconfigureerd is om bewegingen van de bekabelingsrobot en de draaitafel te stoppen wanneer de deur geopend is.
Volgens sen uitvoeringsvorm is de afsluitbare opening een luik dat tosgang geeft toi een montageopperviak van de draaitafel. Het luik omvat een elektrische aandrijving, De aandrijving is geconfigureerd om het luik automatisch te sluiten tijdens een beweging van de draaitafel en om het luik automatisch te openen na een beweging van de draaitafel. Het luik omvat minstens één knop om het luik manueel te bedienen. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de draadhaspel op een vloer buiten de afscherming geplaatst. De vioer ondersteunt de afscherming. De Inrichting is geconfigureerd voor aanvoer van elektrische draad van de draadhaspel naar de bekabelingsrobot over de afscherming op een hoogte van minimaal 2.0 m boven de vloer.
ä 7 BE2019/5573 Dit is voordelig omdat een operator langs de afscherming kan passeren, zonder gehinderd te worden door de elektrische draad.
Voigens een uitvoeringevorm omvat de geleiding sen rotserbaar wiel met een groe! boven de afscherming op een hoogte van minimaal 2.0 m boven de vloer. Bij voorkeur is de as van het wiel in essentie parallel met de vloer. Bij voorkeur is nel wiel geconfigureerd om de elektrische draad zonder beschadigingen over de afscherming te geleiden.
Voigens een verdere ultvosringsvorm omvat de geleiding een twesde roleerbaar wiel met groef. Bij voorkeur is de groei van het tweede roteerbare wiel in lijn met de groef van het eerste roteerbare wiel. Bij voorkeur is het tweede wiel aan de binnenzijde van de afscherming opgesteld. Bij voorkeur is het tweede wiel minstens 1.0 m lager dan het eerste gemonteerd. Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de geleiding een derde roteerbaar wiel met groef boven de afscherming op een hoogte van minimaal 2.0 m boven de vloer. Bij voorkeur is de groef van het derde roteerbare wis! in lijn met de groeven van het eerste roteerbare wiel en het tweede roteerbare wiel. Bij voorkeur is het derde wiel aan de binnenzijde van de afscherming opgesteld. Bij voorkeur is de geleiding geconfigureerd voor aanvoer van elektrische draad van het eerste wiel naar het tweede wiel en van het tweede wiel naar het derde wisl. Bij voorkeur bevindt de as van het iweede wiel zich tussen de as van het eerste en het derde wiel volgens een loodrechte projectie op de vloer. Bij voorkeur is het tweede wiel via een veer gemonteerd. Hierbij kan het wiel op en neer bewegen. Volgens een verdere ulivogringsvorm omval de geleiding een vierde roteerbaar wiel met groef. Bij voorkeur is het vierde wiel aan de binnenzijde van de afscherming op een hoogte van minstens 2.0 m boven de vloer opgesteld. Bij voorkeur is het vierde wiel boven de vaste basis van de bekabelingsrobot opgesteld. De as van het vierde wiel is in essentie loodrecht op de vloer. De geleiding zorgt ervoor dat de elektrische draad zonder beschadigingen vanaf de draadhaspel over het eerste wiel over de afscherming, naar beneden naar het tweede wiel, terug naar boven over het derde wiel naar het vierde wiel boven de
+0 2 BE2019/5573 bekabelingsrobot geleid wordt. Het tweede wiel kan verend opgesteld zijn, zodat de mechanische stress die de bewegingen van de bekabelingsrobot op de elektrische draad zou veroorzaken, door het veren van het tweede wiel wordt opgevangen. In een tweede aspect betrefl de uitvinding een werkwijze voor het automatisch bekabelen van sen verlichtingsarmaluur, omvallende de stappen van: ea het automatisch bekabelen van één ot meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op een eerste montageopperviak van een draailafel via sen bekabelingsrobot, het eerste montageoppervlak daarbij omvattende een bekabelingspositie; « het positioneren van één of meerdere verlichtingsarmaturen op een tweede montageopperviak van de draaitafel, hel twesde montageopperviak verschillend van het eerste montageopperviak, genoemd positioneren voor, tiidens of na het bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op het eerste montageopperviak, bij voorkeur tijdens het bekabelen van de één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op het eerste montageopperviak: e na het bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen op het eerste montageopperviak, het roteren van het tweede montageopperviak naar de bekabelingspositie; « het automatisch bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op het iweede montageopperviak gepositioneerd op de bekabelingspositie.
Volgens een uitvoeringsvorm bekabelt de bekabelingsrobot één of meerdere verlichtingsarmaturen op een eerste montageopperviak, terwijl op een tweede moniageoppervlak tegelijkertijd de voorheen door de bekabelingsrobot bekabelde verlichtingsarmaturen verwijderd worden en et nieuwe = niet-bekabelde verlichtingsarmaturen on het tweede montageoppervlak gepositioneerd worden. Na het bekabelen van de verlichtingsarmaturen op het eerste montageopperviak, roteert de draaitafel zodat hei iweede montageoppervlak op de bekabelingspositie komt en de bekabelingsrobot start met de niet-bekabelde verlichtingsarmaturen op het tweeds montageopperviak te bekabelen. De bekabelingsrobot is niet inactief gedurende het verwijderen van bekabelde verlichtingsarmaturen en/of het positioneren van nieuwe niet-bekabelde verlichtingsarmaturen.
a BE2019/5573 Volgens een uitvoeringsvorm bekabeit de bekabelingsrobot één of meerdere verlichtingsarmaturen op sen eerste montageoppervlak, terwijl tegelijkertijd op een iweede montageopperviak de voorheen door de bekabelingsrobot bekabelde verlichtingsarmaturen verwijderd en op een derde montageopperviak nieuwe niel- bekabelde verlichtingearmaturen gepositioneerd worden. Na hel bekabeien van de verlichtingsarmaturen op het eerste montageopperviak, roteert de draaitafel zodat het derde montageopperviak op de bekabelingspositie komt en de bekabelingsrobot start met de niet-bekabelde verlichlingsearmaiuren op het derde moniageopperviak te bekabelen. Het tweede montageopperviak kom! op de vroegere positie van hel derde moniageopperviak, waar nu nieuwe niei-bekabelde verlichtingsarmaturen op het tweede montageoppervliak gepositioneerd worden. Het eerste montageoppervlak komt op de vroegere posilie van het tweede montageopperviak, waar de bekabeide verlichtingsarmaturen op het eerste montageopperviak verwijderd worden. De bekabelingsrobot is niet inactief gedurende het verwijderen van bekabelde verlichtingsearmaiuren en/of het posilioneren van nieuwe = niet-bekabelde verlichtingsarmaturen. Deze werkwijze is aangewezen Indien het bekabelen door de bekabelingsrobot sneller verloopt dan de tijd nodig voor het verwijderen van bekabelde en het positioneren van nieuwe niet-bekabelde verlichtingsarmaturen samen. Het is voor een geschoolde vakman duidelijk dat indien vereist meerdere montageoppervlakken tosgevoegd kunnen worden. Volgens een voorkeurdragende uilvoeringsvorm van de ulivinding worden één of meerdere verlichtingsarmaturen met behulp van één of meerdere hulpstukken op een montageopperviak gepositioneerd.
Deze stap in de werkwijze garandeert dat verlichtingsarmaturen op een gekende positie op een montageoppervlak gepositioneerd zijn. Dit vereenvoudigt het automatisch bekabelen door de bekabelingsrobot. Zo hoeft de bekabelingsrobot geen positioneringsbepaalmiddsien en positioneringsbepaalsofiware te omvatten voor het bepalen van een positionering van een armatuur. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de werkwijze de slap van het laden vanop een tastbaar niet-transitoir computer-leesbaar opslagmedium van instructies voor het bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen via een bekabealingsrobot.
+2 a BE2019/5573 Doordat de instructies voor het bekabelen vanop een tastbaar niet-transitoir computer-leesbaar opslagmedium kunnen geladen worden, is de omschakeling van het automatisch bekabelen van een eerste verlichtingsarmatuur naar een tweede verlichtingsarmatuur met andere verelsten voor de bekabeling sneller uit te voeren, Hierdoor wordt ook vermeden dat bij de omschakeling naar een verlichtingsarmaluur die voorheen al automatisch bekabeld werd, de instructies voor het automatisch bekabelen opnieuw door sen operator moelen geprogrammeerd worden. Een niet-limitatieve lijst van tastbare niet-transitoire computer-leesbaar opslagmedia is een diskette, een USB stick, een lokale harde schijf, een netwerk-gekoppeld opslagmedium... Voigens sen Uitvoeringsvorm van de uitvinding omval de werkwijze de slappen van ontdoen van isolatie aan een uiteinde van één ot meerdere elektrische draden door de bekabelingsrobot, het Invoeren van de genoemde uiteinden in een connector, het voeren van de elektrische draden via een vooraf bepaald bekabelingsschema naar dezelide of een verschillende connector, het knippen van de elektrische draden, het ontdoen van isolatie van het andere uileinde van de elektrische draden, en het invoeren van het andere uiteinden in de connector.
Volgens een uitvoeringsvorm ontdoet de bekabelingsrobot een elektrische draad van zijn isolatie over sen aïstand van minstens 7 mm tot maximaal 12 mm. Volgens een uitvoeringsvorm van de ulivinding bevestigi de bekabelingsrobot minstens één elektrische draad volgens een vooraf bepaald bekabelingsschema via één of meerdere haakjes aan de verlichtingsarmatuur. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de elektrische draad een lengte van minstens 30 em.
Volgens een uitvoeringsvorm is de aïstand {ussen een connector en een haakje of tussen twee haakjes onderling, gemeten langs het pad dat de elektrische draad over de verlichtingsarmaluur volgt, maximaal 30 cm. Volgens sen uitvoeringsvorm drukt de bekabelingsrobot de elektrische draad doorheen een haakje. Bij voorkeur omvat haakje twee armen. Bij voorkeur is het uiteinde van iedere arm een tegengevormd uiteinde dat naar de verlichtingsarmatuur wijst. Dit is voordelig omdat het verhindert dat de elektrische draad ongewild loskomt. De inrichting volgens het eerste aspect is bij voorkeur geconfigureerd voor het uitvoeren van een werkwijze voigens het tweede aspect. De werkwijze volgens het tweede aspect wordt bij voorkeur uitgevoerd met behulp van sen inrichting volgens het sersie aspect.
VOORBEELDEN De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van de volgende niet- limitatieve voorbeelden, zonder hiertoe overigens te worden beperkt. VOORBEELD 1 — PRIOR ART Voorbeeld 1 betrefi een toestel en een methode voor het produceren van sen kabelboom voor de automobielindustrie volgens een vooral bepaalde bekabelingsroute zoals beschreven in US'445. Het toestel is in Figuur 1 — Prior Art - weergegeven. Het toestel bevat een bekabelingsrobot 2 op een roterende basis 20 die ten opzichte van de basis B rond zijn verticale as kan draaien. Een eerste arm 21 van de bekabelingsrobol 2 is via een horizontale as met de basis 20 verbonden. De eerste arm 21 kan rond deze horizontale as in een verticaal vlak roteren. Aan de eerste arm 21 is via een tweede horizontale as, evenwijdig met de eerste horizontale as, een tweede arm 22 verbonden. Deze arm 22 kan ten opzichte van de (weede as in sen verticaal vlak roteren, maar kan ook rond zijn eigen lengteas roteren. Aan het einde van de tweede arm 22 is een derde as waarop een derde arm bevestigd is. Deze derde arm kan rond de derde as roteren, Aan net uileinde van de derde arm bevind! zich gen werkiuig 23 om elektrische draden in een insulation displacement connector (IDC) te plaatsen. Door de verschillende assen van de bekabelingsrobot, kan de bekabslingsrobot het werktuig in een driedimensionale ruimte bewegen. Naast de bekabelingsroboi 2 is een draadhaspel 11 geplaaist. De elektrische dradenbundel 1 met meerdere elektrische draden ‘a’ wordt vanuit de draadhaspel 11, doorheen draadgeleidingen op de bekabelingsrobot 2 naar het werktuig 23 geleid.
a BE2019/5573 Naast de bekabelingsrobot 2 ligt een plaat 3 waarop tijdelijk de kabelboom WW bevestigd wordt. De bekabelingsrobol 2 beweegt het werktuig 23 volgens een vooraf bepaalde programmering over de plaat 3 en schikt de elektrische draden ‘a’ volgens een vooraf bepaaide route op de plaat 3, terwijl de draden ‘a’ uit de dradenhaspel 1 worden getrokken. Het werktuig 23 drukt waar noodzakelijk de elektrische draden ‘a’ in de contacten van de IDC-connectoren ‘C’. De plaat 3 heeft meerdere staafvormige uitsteeksels 32 om de elektrische draden ‘a’ van de kabelboom “WW tijdelijk te schikken. De staafvormige uitsteeksels 31 dienen om de IDC-connectoren ‘0 tijdelijk op de plaat 3 vast te houden, Nadat de kabelboom ‘W' volledig op de plaal 3 is bevestigd en deksels ‘C” op de de IDC-connectoren ‘C’ geplaatst zijn, wordt de kabelboom W' met de IDC-connectoren ‘C en zijn deksels ‘C” naar het definitieve interieurpaneel van de auto getransfereerd. Daarna kunnen opnieuw 1DC- connectoren ‘C in de staafvormige uitsteeksels 31 van de plaat 3 geplaats! worden, waarna de bekabelingsrobot 2 een nieuwe kabelboom W' kan maken.
VOORBEELD 2 — UITVOERINSVORM VOLGENS DE HUIDIGE UITVINDING Dit voorbeeld betreft een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de interne bekabeling van een verlichtingsarmatuur automatisch wordt uitgevoerd. Een schematische voorstelling van de uitvoeringsvorm is in Figuur 2 weergegeven. In Figuur 3 wordt een detail van de uitvoeringsvorm weergegeven. De inrichting omvat een bekabelingsrobot 41 die centraal in een voor de gebruiker algeschermde ruimte 42 staal opgesteld. De bekabelingsrobot 41 omvalt een roterende basis 51 die ten opzichte van de vaste basis 52 rond zijn verticale as kan draaien. Een eerste arm 53 van de bekabelingsrobot 41 is via een horizontale as met de roterende basis 51 verbonden. De eerste arm 53 kan rond deze horizontale as roteren. Aan de cerste arm 53 is via sen tweede horizontale as, evenwijdig met de eerste horizontale as, een lweede arm 54 verbonden, Deze arm 54 kan ten opzichte van de tweede as roteren. Aan het einde van de tweede arm 54 is sen derde as, evenwijdig met de eerste en tweede as, waarop een derde arm 55 bevestigd is. Deze derde arm kan rond de derde as roteren. Aan het uiteinde van de derde arm bevindt zich sen werktuig 56 om een elektrische draad 43 te knippen, de isolatie van de elektrische draad 43 te verwijderen en om het ontmantelde gedeelte van de elektrische draad 43 in een contact van een push-in wire connector 44 te duwen. Dit werktuig 56 kan rond zijn eigen as draaien. Door de verschillende assen van de
> BE2019/5573 bekabelingsrobot 41, kan de bekabelingsrobot 41 het werktuig 56 in de ruimte bewegen. Buiten de afgeschermde zone 2 staat een draadhaspel 45 die de toevoer van de elektrische draad 43 naar de bekabelingsrobot 41 verzorgt. De draad 43 loopt over een katroisysteem 46, in de lucht en via geleiding 57 op de bekabelingsrobot 41 naar het werktuig 56. Binnen de afgeschermde zone 42 staat naast de bekabelingsroboi 41 sen draaitafel 47 opgesteld. De draaitafel 47 kan rond de bekabelingsrobot 41 roieren. De draaitafel 47 beslaat uit [wee parallele rails 48, waarop aan beide uiteinden sen montageopperviak 49 gemonteerd is. De bekabelingsrobot 41 staat in net midden van de draaitafel 47. De draaitafel 47 kan onafhankelijk van de bekabelingsrobot 41 360° draalen, Op elke montageoppervlak 49 liggen één of meerdere verlichtingsarmaiuren 60. De verlichiingsarmaturen 60 worden met hulpstukken 61 in een vaste positie op het montageopperviak 49 gepositioneerd. De hulpstukken 61 kunnen senvoudig gewisseld en verplaalst worden om een verlichtingsarmatuur mel een andere vorm dan verlichtingsarmatuur 60 op het montageoppervlak 49 te kunnen positioneren. Deze verlichtingsarmatuur met de andere vorm is niel in de figuur weergegeven. Buiten de afgeschermde zone 42 staat een controlesysieem met een processor, geheugen, netwerkverbinding, bedieningsknoppen en sen aanraakscherm. Op het aanraakscherm kan de operator de te monteren verlichtingsarmaluur selecteren. Hierop wordt in het controlesysteem vanuit het geheugen of vanop een netwerklocatie een vooraf gedefinieerd programma geladen. Het programma bevat de instructies voor de bekabelingsrobot 41 met de routes voor de elektrische draad 43 en de te maken aansluitingen tussen de verschillende push-in wire connectoren
44. Het programma bevat ook informatie hoeveel verlichtingsarmaturen er op elk montageopperviak 49 bekabeld mosien worden. Na de selectie van het correcte programma, start de opsrator met de bedieningsknoppen de bekabelingsrobot 41. De bekabelingsrobot 41 start vanuit zijn rustpunt. Het werktuig 56 van de bekabelingsrobot 41 ontdoet de elektrische draad 43 van een stuk isolatie, waarna de bekabelingsrobot 41 zo bewesgt dat het werktuig 56 het ontmantelde gedeelte van de elektrische draad 43 in een eerste push-in wire connector 44 drukt. Hierna beweegt de bekahelingsrobot 41 het werktuig 56 volgens een vooraf bepaalde
° BE2019/5573 programmering over de verlichtingsarmatuur 60 en drukt de elektrische draad 43 in één of meerdere haakjes 50 om de elektrische draad 43 op zijn positie op de verlichtingsarmatuur 60 vast te houden.
De elektrische draad 43 wordt hierbij uit de draadhaspel 45 bulten de afgeschermde zone 42 getrokken.
Bij de eindbesiemming wordt de elektrische draad 43 door het werktuig 56 geknipt en ontdoet het werktuig 58 opnieuw de slektrische draad 43 van sen stuk isolatie, waarna de bekabelingsrobot 41 zo beweegt dat het werktuig 56 het ontmantelde gedeelte van de elektrische draad 43 in de push-in wire connector 44 op de eindbestemming drukt.
Hierna beweegt de bekabelingsrobot 41 het werktuig 56 naar een volgende push-in wire connector 44 en herhaalt net proces zich totdat alle draden gelegd en alle contacten gemaakt zijn, Indien er meerdere verlichtingsarmaturen 60 op hel montageopperviak 49 beschikbaar zijn, gaat de bekabelingsrobot 41 naar de volgende verlichtingsarmatuur 60 en start met de bekabeling van deze verlichtingsarmatuur 80. Dit kan een verlichtingearmatuur mel een zelfde of met sen andere vorm dan de vorige verlichtingsarmaluur zijn, De bekabelingeroboi 41 gaal zo verder totdat alle verlichtingsarmaturen op het montageoppervlak 49 afgewerkt zijn.
De bekabelingsrobot 41 beweegt naar zijn rustpunt.
Hierna draait de draaitafel 47 180° en het tweede montageopperviak 49 met nog niet bekabelde verlichtingsarmaturen komt op de positie van het eerste montageopperviak 49. De bekabelingsrobot 41 begint met sen volgende iteratie van het bekabelingsproces en de verlichtingsarmaturen op het tweede montageoppervlak 49 worden nu bekabeld.
Intussen kan de operator doorheen een laadopening 70 de bekabelde verlichtingsarmaturen 60 op het eerste montageopperviak 49 uit de afgeschermde zone 42 verwijderen.
De operator plaatsi nu nieuwe niet afgewerkte verlichtingsarmaturen 60 op het eerste montageopperviak 49. Het eerste moniageoppervlak 49 staat klaar om door de bekabelingsrobot 41 verwerkt te worden nadat de verlichtingsarmaturen 50 op het tweede montageoppervlak 48 bekabeld zijn, Door deze werkwijze is de bekabelingsrobot 41 voortdurend in gebruik en hoeft de bekabelingsrobol 41 niet te wachten totdat er nieuwe verlichtingsarmaturen 60 op het montageoppervlak 49 gepositioneerd zijn.
Claims (18)
1. Inrichting voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur omvattende een bekabelingsrobot en een draadhaspel voor elektrische draad bestaande uit een metalen kern en een isolatie, waarin de bekabelingsrobot een vaste basis en een relatief ten opzichte van de vaste basis verplaatsbaar werktuig omvat, met het kenmerk, dat de inrichting een draaitafel omvat welke ten minste twee montageoppervlakken omvat, waarin de draaitafel geconfigureerd is voor relatieve rotatie van de montageoppervlakken rond de vaste basis van de bekabelingsrobot en de inrichting een geleiding voor elektrische draad omvat, waarbij de geleiding een eerste, tweede en derde wiel omvat, waarbij de geleiding geconfigureerd is voor aanvoer van elektrische draad van het eerste naar het tweede wiel en van het tweede wiel naar het derde wiel en waarbij het tweede wiel via een veer gemonteerd is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bekabelingsrobot een roteerbare basis, een eerste arm, een tweede arm en een derde arm omvat, waarbij de vaste basis de roteerbare basis ondersteunt, waarbij de bekabelingsrobot geconfigureerd is voor rotatie van de roteerbare basis ten opzichte van de vaste basis rond een in essentie verticale as, waarbij de eerste arm roteerbaar rond een eerste in essentie horizontale as aan de roteerbare basis is bevestigd, waarbij de tweede arm roteerbaar rond een tweede in essentie horizontale as aan de eerste arm is bevestigd, waarbij de derde arm roteerbaar rond een derde in essentie horizontale as aan de tweede arm is bevestigd, en waarbij het werktuig op de derde arm bevestigd is en de bekabelingsrobot geconfigureerd is voor rotatie van het werktuig rond een lengteas van de derde arm.
3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de draaitafel één of meerdere groepen van twee in essentie parallelle rails omvat, waarbij een montageoppervlak op de rails van een groep gemonteerd is, en waarbij bij voorkeur een montageoppervlak transleerbaar langsheen de rails op de rails gemonteerd is.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat minstens één van de montageoppervlakken een veelheid van openingen en/of uitsparingen omvat voor invoeging van één of meerdere hulpstukken.
5. Inrichting volgens voorgaande conclusies 4, met het kenmerk, dat een montageoppervlak geconfigureerd is om met behulp van één of meerdere hulpstukken één of meerdere verlichtingsarmaturen te positioneren.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de bekabelingsrobot geconfigureerd is voor aanvoer van elektrische draad van de draadhaspel tot het werktuig.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het werktuig voorzien is van een mechanisme om elektrische draad te knippen.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het werktuig voorzien is van een mechanisme om elektrische draad over een bepaalde lengte van zijn isolatie te ontdoen.
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de bekabelingsrobot en de draaitafel door een meerwandige afscherming omgeven zijn, waarbij de afscherming minstens één afsluitbare opening omvat voor passage van een operator.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de draadhaspel op een vloer buiten de afscherming geplaatst is, de vloer de afscherming ondersteunt, en waarbij de inrichting geconfigureerd is voor aanvoer van elektrische draad van de draadhaspel naar de bekabelingsrobot over de afscherming heen op een hoogte van minimaal 2.0 m boven de vloer.
11.Werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur, omvattende de stappen van: — het automatisch bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op een eerste montageoppervlak van een draaitafel via een bekabelingsrobot, het eerste montageoppervlak daarbij omvattende een bekabelingspositie, waarbij de bekabelingsrobot een geleiding voor elektrische draad omvat, waarbij de geleiding een eerste, tweede en derde wiel omvat, waarbij de geleiding geconfigureerd is voor aanvoer van elektrische draad van het eerste naar het tweede wiel en van het tweede wiel naar het derde wiel en waarbij het tweede wiel via een veer gemonteerd is; — het positioneren van één of meerdere verlichtingsarmaturen op een tweede montageoppervlak van de draaitafel, het tweede montageoppervlak verschillend van het eerste montageoppervlak, genoemd positioneren voor, tijdens of na het bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op het eerste montageoppervlak, bij voorkeur tijdens het bekabelen van de één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op het eerste montageoppervlak; — na het bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen op het eerste montageoppervlak, het roteren van het tweede montageoppervlak naar de bekabelingspositie; — het automatisch bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen gepositioneerd op het tweede montageoppervlak gepositioneerd op de bekabelingspositie.
12.Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het tweede montageoppervlak tijdens het bekabelen van de verlichtingsarmaturen op het eerste montageoppervlak een voorbereidingspositie omvat, waarin na het bekabelen van de verlichtingsarmaturen op het eerste montageoppervlak het tweede montageoppervlak van de voorbereidingspositie naar de bekabelingspositie geroteerd wordt en het eerste montageoppervlak van de bekabelingspositie naar de voorbereidingspositie geroteerd wordt, waarin de bekabelde verlichtingsarmaturen van het eerste montageoppervlak op de voorbereidingspositie verwijderd worden, genoemd verwijderen voor, tijdens of na het bekabelen van de verlichtingsarmaturen op het tweede montageoppervlak, bij voorkeur tijdens het bekabelen van de verlichtingsarmaturen op het tweede montageoppervlak.
13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-12, met het kenmerk, dat één of meerdere verlichtingsarmaturen met behulp van één of meerdere hulpstukken op een montageoppervlak gepositioneerd worden.
14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-13, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap omvat van het laden vanop een tastbaar niet- transitoir computer-leesbaar opslagmedium van instructies voor het bekabelen van één of meerdere verlichtingsarmaturen via een bekabelingsrobot.
15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van het ontdoen van isolatie aan een uiteinde van één of meerdere elektrische draden door de bekabelingsrobot, het invoeren van de genoemde uiteinden in een connector, het voeren van de elektrische draden via een vooraf bepaald bekabelingsschema naar dezelfde of een verschillende connector, het knippen van de elektrische draden, het ontdoen van isolatie van het andere uiteinde van de elektrische draden, en het invoeren van het andere uiteinden in de connector.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusie 11-15, met het kenmerk, dat de bekabelingsrobot minstens één elektrische draad volgens een vooraf bepaald bekabelingsschema via één of meerdere haakjes aan de verlichtingsarmatuur bevestigt.
17.lnrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-10 geconfigureerd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-
16.
18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-16 uitgevoerd met behulp van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies 1-10.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195573A BE1027534B1 (nl) | 2019-08-30 | 2019-08-30 | Inrichting en werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195573A BE1027534B1 (nl) | 2019-08-30 | 2019-08-30 | Inrichting en werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027534A1 BE1027534A1 (nl) | 2021-03-23 |
BE1027534B1 true BE1027534B1 (nl) | 2021-03-30 |
Family
ID=68072078
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195573A BE1027534B1 (nl) | 2019-08-30 | 2019-08-30 | Inrichting en werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1027534B1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP7136067B2 (ja) * | 2019-11-27 | 2022-09-13 | 株式会社安川電機 | ロボットシステム |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0573791A1 (de) * | 1992-06-06 | 1993-12-15 | Vossloh Schwabe GmbH | Verfahren zum Verdrahten von Anschlussstellen elektrischer Geräte oder Baugruppenelemente |
US6321445B1 (en) * | 1997-01-28 | 2001-11-27 | Harness System Technologies Research, Ltd. | Apparatus and method of manufacturing an automobile wiring harness having a predetermined wiring route |
EP2647476A1 (en) * | 2012-04-03 | 2013-10-09 | Kabushiki Kaisha Yaskawa Denki | Carrier device and robot system |
-
2019
- 2019-08-30 BE BE20195573A patent/BE1027534B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0573791A1 (de) * | 1992-06-06 | 1993-12-15 | Vossloh Schwabe GmbH | Verfahren zum Verdrahten von Anschlussstellen elektrischer Geräte oder Baugruppenelemente |
US6321445B1 (en) * | 1997-01-28 | 2001-11-27 | Harness System Technologies Research, Ltd. | Apparatus and method of manufacturing an automobile wiring harness having a predetermined wiring route |
EP2647476A1 (en) * | 2012-04-03 | 2013-10-09 | Kabushiki Kaisha Yaskawa Denki | Carrier device and robot system |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
SYSTEM ROBOT AUTOMAZIONE: "AUTOMATION SOLUTIONS FOR THE LIGHTING INDUSTRY", 1 January 2018 (2018-01-01), pages 1 - 16, XP055685490, Retrieved from the Internet <URL:https://www.systemrobot.it/download?id=17> [retrieved on 20200414] * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1027534A1 (nl) | 2021-03-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5427327A (en) | Method and apparatus for capturing and positioning a cable | |
BE1027534B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het automatisch bekabelen van een verlichtingsarmatuur | |
US7171753B2 (en) | Multi-cable jacket removal tool | |
US4019409A (en) | Stripping and defillering method and apparatus | |
JP6867236B2 (ja) | 導線のクランプ兼カッター装置 | |
JPS6047307A (ja) | 電気接続片が取付けられた電線を製造する方法と装置 | |
CN219303390U (zh) | 一种新能源汽车充电电缆自动加工设备 | |
US5465478A (en) | Apparatus for manipulating wound cables | |
JP2019164991A (ja) | 複数の電線を加工するための機器及び方法 | |
CN111371041B (zh) | 智能线缆组装系统及控制方法 | |
JP2004256300A (ja) | ケーブル巻線を機械により行う方法及びそのための装置 | |
US4965929A (en) | System for fabrication of wire harness | |
US5522691A (en) | Apparatus for manipulating connectors | |
US4024630A (en) | Machine for manufacturing cable forms | |
US4862927A (en) | Double-ended termination and routing arrangement for an automated wiring system | |
KR20200095913A (ko) | 권취 장치 | |
CN115275879A (zh) | 集成式线缆处理设备 | |
US10441993B2 (en) | Vertical twisting system and method | |
CN210528066U (zh) | 智能线束机 | |
US5370237A (en) | Method and apparatus for attaching connectors to a cable | |
US20230318269A1 (en) | Automatic cutting machine | |
US4549335A (en) | Method of manufacturing multiconductor cables | |
US5895034A (en) | Device for holding elements during assembly of a wire harness | |
CN216785298U (zh) | 线束卷绕装置和线束处理系统 | |
CN220350049U (zh) | 一种新型电缆成品包装装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20210330 |