BE1027524B1 - Inrichting voor het lossen van deeltjesmateriaal uit silo's naar mobiele recipiënten - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het laden van een mobiel recipiënt met een deeltjesmateriaal dat opgeslagen is in een silo die een flexibele stortkoker omvat met een uitwendig oppervlak dat een hol lichaam omgeeft, die ingericht is om in stromingsverbinding te staan met een extractiebuis en die een boord omvat die verbonden is met het distale gedeelte van de koker en die ingericht is om de laadopening af te dekken die voorzien is op het genoemde mobiele recipiënt, een systeem dat de inrichting omvat en een werkwijze voor het lossen van de silo.

Description

Inrichting voor het lossen van deeltjesmateriaal uit silo's naar mobiele recipiënten Technisch vakgebied De onderhavige uitvinding betreft de extractie van goederen Uit silo's of vaste verticale recipiënten naar kleinere mobiele recipiënten.

In het bijzonder betreft de onderhavige uitvinding een inrichting voor het verhogen van de veiligheid van het lossen van een silo naar een mobiel recipiënt terwijl de hoeveelheid goederen die tijdens dat proces worden gemorst wordt verkleind.

Technologische achtergrond van de uitvinding De uitvinding betreft deeltjesmateriaal dat wordt opgeslagen en bewaard in extra grote silo's (+ 300m*) voor levering aan een Uiteindelijke klant, in het bijzonder het uitstorten van korrelmaterialen uit dergelijke silo's. Het uitstorten of de extractie van die materialen uit silo's en andere types van verticale containers is een gangbare praktijk voor veelindustriële logistieke dienstverleners.

Die logistieke dienstverleners beschikken over bepaalde organisaties en campagnes op een hoger niveau die proberen de veiligheid, efficiëntie en kwaliteit van hun werk te verbeteren, but ook op het vlak van de milieu-impact en de sociale impact op het transport van goederen. De ECTA (European Chemical Transport Association) is een voorbeeld van een dergelijke organisatie, die probeert de logistieke dienstverleners te verenigen en hun manier van werken te verbeteren. Een ander voorbeeld is Operation clean sweep, een campagne die logistieke dienstverleners die met kunststofharsen omgaan aanmoedigt om technieken en praktijken in ie voeren om te streven naar een nulverlies van korrels, vlokken en poeders. Die verliezen zouden immers terechtkomen in waterwegen, die uiteindelijk leiden naar de oceaan en schade toebrengen aan de dieren en planten die daar leven.

Industriële logistieke dienstverleners voeren dergelijke extracties van materialen die worden opgeslagen en bewaard in silo's op een zeer regelmatige basis uit door gebruik te maken van storting onder invloed van de zwaartekracht of met behulp van pompen. Dat vereist vaak dat het mobiele recipiënt recht onder de silo wordt geplaatst, aangezien de meeste van dergelijke silo’s een extractie-uitlaat hebben die zich aan de onderzijde bevindt. Dat afvoerproces verloopt met een specifiek debiet, naargelang van het type materiaal en de afmetingen van de betreffende extractie-uitlaat, dat de hoeveelheid materiaal beschrijft die de silo verlaat gedurende een specifieke tijdspanne. Om ervoor te zorgen dat de juiste hoeveelheid materiaal de silo verlaat en terechtkomt in het mobiele recipiënt wordt het proces vaak manueel getimed, of, in het geval van duurdere systemen, elektronisch getimed door de pomp of het stortsysteem zelf. Dat timen dient met zorg ie gebeuren, aangezien een voldoende grote hoeveelheid materiaal dient te worden geladen om aan de behoeften van de klant te voldoen, en tegelijk dient te worden vermeden dat het mobiele recipiënt wordt overladen en zo materiaal wordt gemorst. In sommige gevallen is reeds een hoeveelheid goederen aanwezig in het mobiele recipiënt, waarmee danrekening dient te worden gehouden.

Industriële logistieke dienstverleners dienen doorgaans uiteenlopende materialen op te slaan, die elk worden opgeslagen in een of meer silo(‘s). Er worden van verschillende silo's gebruikt om die diverse materialen op te slaan, en het aantal beschikbare extractiemechanismen In de installatie van de industriële dienstverlener is mogelijk minder dan één extractiemechanisme toegewezen aan één enkele silo. Dat wil zeggen dat extractiemechanismen dienen te worden aangesloten op één silo en nadien op een andere silo, en vaak worden gereinigd tussen verschillende extracties, in het bijzonder wanneer de volgende aan te sluiten silo een andere soort materiaal bevat, om te verhinderen dat een residu leidt tot verontreiniging van nieuwe mobiele recipiënten die dienen te worden geladen met een andere soort materiaal.

De extractie-uitlaat die zich aan de onderzijde end van de silo bevindt, kan worden gebruikt om het korrelmateriaal rechtstreeks uit te storten, of om een bijkomende exiractiebuis aan te sluiten en de extractie-uitlaat te verlengen.

Sommige industriële logistieke dienstverleners gebruiken een oplossing met meerdere verdiepingen, met ten minste 2 verdiepingen, waarbij het grondniveau (de gelijkvloerse verdieping) toegankelijk is voor dragers van mobiele recipiënten, zoals vrachtwagens, treinen of zelfs boten.

Het eerste niveau (eerste verdieping) wordt gebruikt om de silo's te ondersteunen en het proces te vergemakkelijken voor de operateur die zich op de eerste verdieping bevindt en het storten van de opgeslagen materialen in het recipiënt uitvoert, aangezien die zo gemakkelijker toegang krijgt tot de extractie-uitlaat van de silo, en zich reeds boven de laadopening bevindt die beschikbaar is op het mobiele recipiënt zelf.

Dergelijke oplossingen met meerdere verdiepingen vereisen een extractiebuis om een verbinding tot stand te brengen tussen de extractie-uitlaat van de silo en de laadopening in het mobiele recipiënt.

Die extractiebuizen dienen gemakkelijk aansluitbaar te zijn op de silo, moeten gemakkelijk schoon te maken zijn en dienen het mogelijk te maken om het huidige niveau van korrelmateriaal dat reeds in het mobiele recipiënt is geladen op te volgen.

Momenteel zjn er verscheidene geautomatiseerde telescopische laadbalgen beschikbaar op de markt, die voorzien zijn van een automatisch niveaudetectiesysteem.

Die maken het mogelijk om het laadproces automatisch te onderbreken wanneer het gewenste niveau in het te vullen mobiele recipiënt is bereikt.

Ze nemen echter veel plaats in, wat betekent dat ze minder wenselijk zijn in laadoplossingen met meerdere verdiepingen, vereisen veel werkruimte wanneer ze moeten worden afgekoppeld van een silo, vergen een arbeidsintensief schoonmaakproces en zijn vrij duur.

Wanneer het deeltjesmateriaal van synthetische oorsprong is, zoals plastic- of polymeerkorrels, staan logistieke dienstverleners voorts voor de uitdaging, en zijn ze bereid, te werken volgens de regels die zijn ingesteld door organisaties/campagnes om het milieu te beschermen en om plastic korrels uit het zeewater te houden zonder van de bediening van een laadsysteem een arbeidsintensief en complex proces te maken. Er is dus behoefte aan een ‘gemakkelijk te bedienen’, betaalbaar en veilig stortsysteem dat kan worden gebruikt om het materiaal uit dergelijke silo's in mobiele recipiënten te storten.

Kort overzicht van de uitvinding Volgens de onderhavige uitvinding wordt een inrichting voorzien die ingericht is voor het laden van een mobiel recipiënt met deeltjesmateriaal vit een silo, waarbij de genoemde silo een vat omvat dat ontworpen is om het genoemde deeltjesmateriaal te bevatten, met een uitlaatopening aan de onderzijde van de genoemde silo voor het extraheren van het genoemde deeltjesmateriaal, dat ingericht is voor het aansluiten van een extractiebuis en waardoorheen het genoemde deeltjesmateriaal in staat is de silo te verlaten onder invloed van de zwaartekracht om in het mobiele recipiënt terecht te komen, waarbij het genoemde mobiele recipiënt voorzien is van een laadopening die zich bevindt in een bovenste gedeelte van het genoemde mobiele recipiënt, waarbij de inrichting volgens de uitvinding voorts een flexibele stortkoker omvat met een buitenwand die een hol lichaam omgeeft, ingericht om te worden aangesloten op een distaal gedeelte van de genoemde extactiebuis met een wederzijds borgmiddel, waarbij de genoemde flexibele stortkoker een proximaal gedeelte en een distaal gedeelte omvat, waarbij het genoemde proximale gedeelte van de genoemde flexibele stortkoker ingericht is om het genoemde distale gedeelte van de genoemde extractiebuis te omgeven, waarbij het genoemde distale gedeelte zich uitstrekt vanaf het genoemde proximale gedeelte en eindigt op een vrij uiteinde van de genoemde flexibele stortkoker, waarbij de genoemde koker een boord omvat die verbonden is met het distale gedeelte van de koker en die ingericht is om de laadopening af ie dekken on het genoemde mobiele recipiënt. 5 Zoals te zien is, maakt de inrichting volgens de onderhavige Uitvinding een ‘gemakkelijk te bedienen’ en veilig systeem mogelijk. Zoals Uit de volgende uiteenzetting zal blijken, maakt de flexibele stortkoker het namelijk mogelijk om de veiligheid van het stortproces van de silo naar het mobiele recipiënt te verhogen, maar is hij tegelijk gemakkelijk aan te IO sluiten op en te ontkoppelen van de buis die aanwezig is aan de silo, of zelfs rechtstreeks op de silo. Voorts maakt het distale gedeelte, dat de boord omvat die verbonden is met het distale gedeelte, het mogelijk om de genoemde laadopening op het mobiele recipiënt af te dekken, waardoor wordt verhinderd dat het genoemde deeltjesmateriaal wordt gemorst en in het milieu terechtkomt.

Tijdens het laadproces wordt het mobiele recipiënt recht onder de extractie-uitlaat van de silo gepositioneerd. Nadien opent de persoon die het laadproces uitvoert het laadgat van het mobiele recipiënt, wat rechtstreeks vanaf de laadvloer kan worden gedaan via het doorgaande gat, door middel van een haak of door middel van een ladder in het geval dat er geen laadvloer voorhanden is. Vervolgens verplaatst de operateur de extractiebuis naar een positie waar de genoemde extractiebuis zich recht tussen de extractie-uitlaat van de silo en het laadgat bevindt. Het bovenste uiteinde van de extractiebuis wordt dan aangesloten op de uitlaatopening van de silo om het deeltjesmateriaal in de silo in staat te stellen door de extractiebuis en het laadgat heen in het mobiele recipiënt te stromen. Het onderste deel van de extractiebuis wordt aangesloten op de inrichting volgens de uitvinding. Nadat de extractiebuis is neergelaten, bevindt de inrichting volgens de uitvinding zich boven het laadgat van het mobiele recipiënt, of (voor een klein gedeelte) in het laadgat.

Deeltjesmateriaal dat naar boven wordt afgeketst door op het onderste deel van het mobiele recipiënt te botsen, zal van de boord af stuiten en in het mobiele recipiënt blijven in plaats van het mobiele recipiënt te verlaten en in het milieu terecht te komen.

Wanneer het materiaal het gewenste niveau in het mobiele recipiënt heeft bereikt, wordt de uitlaatklep van de silo gesloten, waardoor het laadproces wordt stopgezet.

Aangezien de meeste van de mobiele recipiënten meerdere laadgaten hebben om het spreiden van het materiaal te vergemakkelijken, moet dat laadproces mogelijk IO verscheidene keren worden herhaald.

In dat geval wordt de extractiebuis met de inrichting volgens de uitvinding verwijderd van het laadgat van het mobiele recipiënt, zodanig dat het mobiele recipiënt zichzelf kan herpositioneren, en het volgende laadgat wordt uitgelijnd met de extractie-uitlaat van de silo om het laadproces voort te zetten.

Nadat het mobiele recipiënt is geladen met de gewenste hoeveelheid deeltjesmateriaal wordt de extractiebuis samen met de inrichting verwijderd van het laadgat en losgekoppeld van de uitlaatklep van de silo.

Nadat het mobiele recipiënt volledig is gevuld, verlaat het mobiele recipiënt de laadvloer en wordt het aan de cliënt afgeleverd.

Intussen wordt de extractiebuis volledig verwijderd van de silo en wordt de inrichting volgens de uitvinding losgekoppeld van de extractiebuis.

Dat maakt het mogelijk om beide componenten onafhankelijk intensief te reinigen.

Aangezien zowel de flexibele stortkoker als de boord van de inrichting volgens de uitvinding gemaakt zijn van polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel (FDA of voedselcompatibel), kunnen ze gemakkelijk en snel worden gereinigd om ze voor te bereiden op het volgende laadproces.

De boord die voorzien is aan het distale gedeelte van de kokers is ingericht om de laadopening van het mobiele recipiënt af te dekken, wat verhindert dat deeltjesmateriaal wordt gemorst tijdens het laadproces. Indien, om welke reden dan ook, de operateur van het mobiele recipiënt het mobiele recipiënt per ongelijk verplaatst tijdens het laadproces, zal het de inrichting volgens de uitvinding zijn die de krachten absorbeert die de krachten absorbeert en die buigt of scheurt vanwege de flexibiliteit van de genoemde koker, in plaats van de extractiebuis. Indien de krachten zouden worden uitgeoefend op de extractiebuis, zou dat schade kunnen veroorzaken aan de extractiebuis en de silo waarop ze is aangesloten, en een gevaarlijke situatie doen ontstaan voor zowel de persoon die het laadproces uitvoert als de persoon die het mobiele recipiënt transporteert.

In een Uitvoeringsvorm die de voorkeur krijgt, is de boord een boord die gemaakt is van een transparant materiaal, zoals transparant polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel.

Dienovereenkomstig zal de persoon die het laadproces vanaf de tussenverdieping uitvoert, in staat zijn om door de transparante boord van de flexibele stortkoker heen toe te kijken, om het huidige niveau van korreimateriaal op te volgen dat zich reeds in het mobiele recipiënt bevindt en om te verhinderen dat het mobiele recipiënt wordt overladen -waardoor materiaal zou worden gemorst — of om te verhinderen dat het laadproces te vroeg wordt stopgezet, waardoor het mobiele recipiënt niet voldoende zou worden gevuld.

Met de term ‘deeltjesmateriaal! wordt, binnen de reikwijdte van de onderhavige uitvinding, om het even welk materiaal bedoeld van om het even welke oorsprong, zoals chemisch, biologisch, mineraal, agrarisch materiaal, in de vorm van een poeder, grind, korrels of kiezels en met een gemiddelde deeltjesgrootte van enkele nanometers, zoals 10 nm, tot 10cm of meer.

Met voordeel is het genoemde deeltjesmateriaal een korelmateriaal met een gemiddelde deeltjesgrootte d50 die gelegen is tussen Ol mm en ómm. Dat bereik van deeltjesgrooties van het deeltjesmateriaal maakt een laadproces onder invloed van de zwaartekracht mogelijk, zonder gebruik te maken van een duurdere pompinstallatie.

Bij voorkeur is het genoemde mobiele recipiënt een bulkrecipiënt of een tankrecipiënt dat wordt getransporteerd door middel van een vrachtwagen of trein. Die vrachtwagen of trein positioneert de laadopening recht onder de uitlaatopening van de genoemde silo en transporteert de goederen naar een cliënt nadat het laadproces is voltooid.

In een bijzondere Uitvoeringsvorm volgens de onderhavige Uitvinding wordt de genoemde stromingsverbinding tot stand gebracht door een wederzijds borgmiddel dat ingericht is om de genoemde flexibele stortkoker te verbinden met de genoemde extractiebuis, aan het distale gedeelte van de extractiebuis. Dat wederzijdse borgmiddel verhindert een ongewenste onikoppeling van de genoemde extractiebuis en de inrichting volgens de uitvinding.

In een Uitvoeringsvorm die de voorkeur krijgt, is het wederzijdse borgmiddel een handmatig bediend borgmiddel met snelle ontgrendeling. Dat maakt het mogelijk om de inrichting met de hand te verwijderen van en/of te monteren aan de extractiebuis zonder gebruik te maken van werktuigen. Dat maakt het mogelijk om de inrichting snel te monteren op de vereiste silo’s en om de inrichting opnieuw te verwijderen voor reiniging of voor gebruik in andere silo's.

In een Uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding die de voorkeur krijgt, omvat het genoemde borgmiddel een eerste, mannelijk borgmiddel dat ingericht is om te worden aangebracht op een uitwendig oppervlak van de genoemde extractiebuis, en een vrouwelijk borgmiddel dat een doorgaande opening door de genoemde wand van de genoemde flexibele storikoker heen omvat, ingericht om het genoemde mannelijke borgmiddel op te nemen.

Het genoemde borgmiddel vereenvoudigt het aansluitingsproces van de genoemde inrichting met de genoemde exiractiebuis.

Dat betekent dat de demontage zonder al te veel complexiteit kan worden uitgevoerd, maar Toch een voldoende stevige aansluiting mogelijk maakt tussen de extractiebuis en de inrichting.

Een dergelijk borgmiddel biedt een gemakkelijk te reinigen oplossing, aangezien er zeer vaak moet worden gereinigd om verontreinigingen te voorkomen.

Het borgmiddel maakt ook een verbinding mogelijk tussen de inrichting volgens de uitvinding en een ander type extractiebuizen, en vergemakkelijkt het proces van het verplaatsen van de extractiebuis tussen verschilende laadgaten, aangezien ze nu kunnen worden verplaatst als één enkele entiteit.

Met voordeel heeft de genoemde koker een nagenoeg cilindervormige vorm, waarbij de genoemde boord die op de koker is gemonteerd een nagenoeg ringvormige vorm heeft met een binnenste cirkel waarin de koker is opgenomen.

Aangezien de meeste van de laadinlaien van mobiele recipiënten een cirkelvorm hebben, vergemakkelijkt dat voorts de opstelling vóór het begin van het laadproces en verschaft het een betere dekking van het laadgat tijdens het genoemde proces, waarbij openingen tussen de boord en de laadopening worden voorkomen.

In een bijzondere Uitvoeringsvorm volgens de onderhavige Uitvinding heeft de genoemde boord die op de koker is gemonteerd een nagenoeg kegelvormige vorm, bij voorkeur de vorm van een afgeknotte kegel, en is hij bij voorkeur gedeeltelijk gemaakt van een transparant materiaal, bijvoorbeeld met vensters of volledig transparant.

Dat stelt de persoon die het lagdproces uitvoert in staat om het huidige niveau van materiaal dat zich reeds in het mobiele recipiënt bevindt op te volgen.

Aangezien de meeste van deze mobiele recipiënten meerdere laadgaten hebben om het spreiden van het te laden materiaal te vergemakkelijken, wordt het moeilijker om te bepalen hoeveel materiaal in ieder afzonderlijk laadgat kan worden geladen. De mogelijkheid om het huidige niveau van materiaal present in het mobiele recipiënt op te volgen maakt zo het gebruik van een timer of dure digitale meetinsrumenten overbodig, terwijl nog steeds wordt verhinderd dat tijdens het proces materiaal worden gemorst.

Bij voorkeur is de genoemde boord gemaakt van een flexibel materiaal dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel, met meer voorkeur van polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel.

In een vitvoeringsvorm die de voorkeur krijgt, is het genoemde oppervlak van de genoemde flexibele stortkoker gemaakt van een polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel. Dergelijke materialen hebben elastische kenmerken, waardoor wordt verhinderd dat een plotse beweging van het mobiele recipiënt, bijvoorbeeld als gevolg van een communicatieprobleem tussen de persoon die voor het laden zorgt en de persoon die het mobiele recipiënt beweegt, ertoe leidt dat de extractiebuis, of erger nog, de silo zelf wordt beschadigd. In plaats daarvan zal het minst dure deel van het systeem buigen of scheuren, namelijk de inrichting zelf.

In een Uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding die de voorkeur krijgt, omvat de genoemde koker een lip die naar buiten uitsteekt vanaf het buitenvlak van de buitenwand waarmee de genoemde eindstandige boord is verbonden, bij voorkeur aan de koker gelast of gekleefd, waarbij de genoemde lip zich bij voorkeur bevindt op een afstand tussen 0 en 15 cm, met meer voorkeur tussen 5 en 13 cm, en met de meeste voorkeur tussen 8 en 10 cm van het vrije uiteinde van het tweede gedeelte dat voorzien is om in contact te staan met de lagadopening die voorzien is op het genoemde mobiele recipiënt. De genoemde lip maakt een starre verbinding mogelijk tussen de koker en de boord, zodanig dat de inrichting bestand is tegen dagelijkse slijtage en vele malen opnieuw kan worden gebruikt. Het deel van de koker onder de lip wordt tijdens het laadproces binnen het laadgat gebracht. Andere uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding worden vermeld in de bijgevoegde conclusies. De onderhavige uitvinding betreft voorts een opslag- en laadsysteem dat omvat: a) ten minste één laadplatform dat zich horizontaal uitstrekt, waarbij het genoemde laadplatform ingericht is om zich te bevinden onder een uitlaatopening van ten minste één silo, bij voorkeur een verticale silo, waarbij de genoemde uitlaatopening ingericht is om te worden aangesloten op een laadinlaat op een mobiel recipiënt dat zich onder het genoemde laadplatform bevindt, waarbij het genoemde laadplatform voorts ten minste één laadgat omvat, dat ingericht is om toegang ie bieden toi het genoemde mobiele recipiënt dat zich onder het genoemde laadplatform bevindt, b) ten minste één extractiebuis, met een bovenste uiteinde dat ingericht is om te worden aangesloten op de genoemde uitlaatopening van de genoemde silo, en d) ten minste één inrichting volgens de uitvinding.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een systeem verschaft dat een laadplatform omvat dat voorzien is van ten minste één silo die een deeltjesmateriaal bevat dat vanuit de silo in een mobiel recipiënt dient te worden gestort. Zoals reeds uiteengezet omvat de silo een vat dat het deeltjesmateriaal bevat, een uitlaatopening aan de onderzijde van de genoemde silo voor het extraheren van het genoemde deeltjesmateriaal, en een extractiebuis die aangesloten is op de uitlaatopening en die verlengt. Wanneer het mobiele recipiënt dient te worden geladen met deeltjesmateriaal, bereikt het zijn laadpositie onder het laadplatform. Het genoemde laadplatform maakt mogelijk dat mobiele recipiënten eronderdoor passeren, wat de positionering recht onder de uitlaatopening van de silo vereenvoudigt, zonder te moeten uitkijken voor het systeem dat de silo draagt. Het genoemde laadplatform vergemakkelijkt voorts de toegang tot de silo's zelf voor de persoon die het laadproces moet uitvoeren.

De laadopening die zich in een bovenste gedeelte van het mobiele recipiënt bevindt, is gericht naar de uitlaatopening van de silo. Het laadplatform is voorzien van een doorgaand gat. Het doorgaande gat, de laadopening en de uitlaatopening zijn uitgelijnd wanneer het mobiele recipiënt zich in zijn laadpositie bevindt. De genoemde extractiebuis maakt een stevige verbinding mogelijk tussen de uitlaatopening van de silo en het laadgat van het genoemde mobiele recipiënt.

Het systeem omvat tevens een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij die laatste een flexibele stortkoker omvat met een buitenwand die een hol lichaam omgeeft, ingericht om te worden aangesloten op een distaal gedeelte van de genoemde extractiebuis met een wederzijds borgmiddel, waarbij de genoemde flexibele stortkoker een proximaal gedeelte en een distaal gedeelte omvat, waarbij het genoemde proximale gedeelte van de genoemde flexibele stortkoker ingericht is om het genoemde distale gedeelte van de genoemde extractiebuis te omgeven, en het genoemde distale gedeelte zich uitstrekt vanaf het genoemde proximale gedeelte en eindigt op een vrij uiteinde van de genoemde flexibele stortkoker, waarbij de genoemde koker een boord omvat die verbonden is met het distale gedeelte van de koker en die ingericht is om de laadopening af te dekken on het genoemde mobiele recipiënt.

Het systeem volgens de onderhavige uitvinding is ‘gemakkelijk te bedienen’ en veilig.

In het systeem volgens de onderhavige uitvinding is de flexibele stortkoker verbonden met de extractiebuis, waardoor een samenstel wordt gevormd dat door het laadgat van het laadplatform heen gaat.

De drie hoofdelementen zijn makkelijk aan te sluiten en te ontkoppelen, terwijl de boord die verbonden is met het distale gedeelte het mogelijk maakt om de genoemde laadopening op het mobiele recipiënt af te dekken om te verhinderen dat het genoemde deeltjesmateriaal wordt gemorst en terechtkomt in het milieu.

De persoon die het laadproces uitvoert, bevindt zich doorgaans op het laadplatform en is in staat om door de transparante boord van de flexibele stortkoker heen toe te kijken, om het huidige niveau van deeltjesmateriaal dat zich reeds in het mobiele recipiënt bevindt op te volgen en om te verhinderen dat het mobiele recipiënt wordt overladen — waardoor materiaal zou worden gemorst — of te verhinderen dat het vulproces te vroeg wordt stopgezet, waardoor het mobiele recipiënt onvoldoende wordt gevuld.

Materiaal dat eventueel naar boven wordt afgeketst door in te slaan op het mobiele recipiënt, zal weer van de boord af stuiten en in het mobiele recipiënt blijven, in plaats van het mobiele recipiënt te verlaten en terecht te komen in het milieu.

Wanneer het materiaal het gewenste niveau heeft bereikt, wordt de uitlaatklep van de silo gesloten.

Aangezien de meeste van de mobiele recipiënten meerdere laadgaten hebben om het spreiden van het materiaal te vergemakkelijken, dient dat laadproces mogelijk meerdere keren te worden herhaald.

In dat geval wordt de extractiebuis met de inrichting volgens de uitvinding verwijderd van het laadgat van het mobiele recipiënt, zodanig dat het mobiele recipiënt zichzelf kan herpositioneren, en het volgende laadgat wordt uitgelijnd met de extractie-uitlaat van de silo om het laadproces voort te zetten.

Nadat het mobiele recipiënt is geladen met de gewenste hoeveelheid deeltjesmateriaal wordt de extractiebuis samen met de inrichting verwijderd van het laadgat en losgekoppeld van de uitlaatklep van de silo.

Indien, om welke reden dan ook, de operateur van het mobiele recipiënt per ongelijk het mobiele recipiënt verplaatst terwijl de extractiebuis nog steeds verbonden is met de silo en goederen worden geladen in het mobiele recipiënt, zal het, dankzij de aanwezigheid van een flexibele stortkoker, de inrichting volgens de uitvinding zijn die de krachten absorbeert en die buigt of scheurt.

Indien de krachten zouden worden uitgeoefend op de extractiebuis, zou dat enorme schade betekenen aan de silo en mogelijk ook gevaar voor de persoon die het laadproces uitvoert, wat zeer schadelijk zou kunnen zijn voor de operateur of tot dure schade kan leiden voor de industriële logistieke dienstverlener.

Nadat het mobiele recipiënt volledig is gevuld, verlaat het mobiele recipiënt de laadvloer en wordt het aan de cliënt afgeleverd.

Intussen wordt de extractiebuis volledig verwijderd van de silo en wordt de inrichting volgens de uitvinding verwijderd van de extractiebuis.

Dat maakt het gemakkelijker om beide componenten intensief te reinigen om ze voor te bereiden op het volgende laadproces.

In een Uitvoeringsvorm die de voorkeur krijgt, is de extractiebuis een telescopische extractiebuis met een uitgestrekte positie en een ingetrokken positie.

Die 2 posities maken het gemakkelijker voor de persoon die het laadproces uitvoert om de extractiebuis in de correcte positie te plaatsen.

Met voordeel omvat het genoemde systeem voorts een laadwagen, waarbij de genoemde laadwagen een trap, een verhoogd wagenplatform en een Wielbasis omvat, waarbij de genoemde laadwagen ingericht is om op het genoemde laadplatform te worden geplaatst en zich daarop te verplaatsen, en om voorts toegang te bieden tot de uitlaatopening van de genoemde silo, waarbij de genoemde laadwagen voorts ingericht is om de genoemde extractiebuis te dragen en transporteren naar verschilende posities op het genoemde laadplatform. Daardoor wordt vermeden dat de genoemde extractiebuis met de hand moet worden gedragen en geherpositioneerd, en wordt voorts de positie ervan gestabiliseerd tijdens de aansluiting tussen de IO genoemde silo en het genoemde laadgat.

In een bijkomende variant omvat het systeem een laadwagen, waarbij de genoemde laadwagen een trap, het genoemde laadplatform en een wielbasis omvat, waarbij de genoemde laadwagen ingericht is om toegang te bieden tot de uitlaatopening van de genoemde silo, waarbij de genoemde laadwagen voorts ingericht is om de genoemde exiractiebuis te dragen en transporteren naar verschillende posities boven de laadinlaat op het genoemde mobiele recipiënt Bij voorkeur is het genoemde mobiele recipiënt een bulkrecipiëni of een tankrecipiënt dat wordt getransporteerd door een vrachtwagen of trein, waarbij het genoemde mobiele recipiënt voorzien is van een laadinlaat, waarbij het genoemde laadgat recht onder één van het ten minste ene doorgaande gat in het genoemde laadplatform wordt gepositioneerd.

Met meer voordeel omvat het genoemde doorgaande gat een lp die zich verticaal naar boven uitstrekt vanaf het genoemde doorgaande gat, waarbij de genoemde lip bij voorkeur een hoogte heeft Tussen 0 en 30 cm, met meer voorkeur tussen 15 en 25 cm. De genoemde lip verhindert dat eventuele resten van materiaal die aanwezig zijn op de vloer van het genoemde laadplatform terechtkomen op de grond of in het mobiele recipiënt, waardoor zou worden gemorst. De lip heeft dezelfde vorm als het doorgaande gat, of een andere vorm die het doorgaande gat omsluit.

De onderhavige uitvinding betreft ook andere uitvoeringsvormen van het systeem volgens de onderhavige uitvinding die worden vermeld in de bijgevoegde conclusies.

Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zijn af te leiden uit de volgende, niet-beperkende beschrijving, en aan de hand van de tekeningen en de voorbeelden.

Tekeningen Figuur | is een weergave van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wanneer ze is bevestigd aan een extractiebuis.

Figuur 2 toont een voorbeeld van wanneer de flexibele stortkoker bevestigd is aan het eindgedeelte van een extractiebuis 3 tijdens een laadproces.

Figuur 3 toont enkele van de mogelijke variaties van het systeem volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont het borgmiddel dat wordt gebruikt in een Uitvoeringsvorm die de voorkeur krijgt.

In de tekeningen zijn dezelfde referentiecijfers toegekend aan dezelfde of analoge elementen.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding Zoals te zien is in figuur 1 omvat de inrichting volgens de onderhavige uitvinding een flexibele stortkoker die gemaakt is van een materiaal zoals polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel. De flexibele stortkoker omvat een oppervlak dat een hol lichaam omgeeft 1, en een flexibele boord2 die verbonden is met het eindgedeelte van de genoemde flexibele stortkoker. De genoemde flexibele boord is gemaakt van een materiaal dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel, zoals polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel.

De inrichting is verbonden met een exiractiebuis 3, die een mannelijk borgmiddel 4 omvat (d.w.z. een stift die aan de extractiebuis is gelost) dat in het vrouwelijke borgmiddel 5 is gestoken dat bevestigd is aan het genoemde oppervlak dat een hol lichaam omgeeft. Het horizontale deel van de U-vormige opening is afgesloten door een verticale metalen plaat die vastgezet is met schroeven, waardoor een stevige verbinding tot stand wordt gebracht tussen de genoemde inrichting en de genoemde extractiebuis. Door de verticale ruimte die voorzien is in de U-vormige opening in het genoemde vrouwelijke borgmiddel 5 wordt het mannelijke borgmiddel in staat gesteld om in een verticale richting te bewegen, wat de inrichting volgens de uitvinding in staat stelt om het verticale niveau te volgen van de goederen die tijdens het laadproces naar een mobiel recipiënt worden overgeladen. De extractiebuis, met de inrichting volgens de onderhavige uitvinding eraan bevestigd, wordt vervolgens ingebracht door het doorgaande gat 6 heen dat voorzien is in de laadvloer van de laadopsteling met meerdere verdiepingen. Wanneer het laadproces voltooid is, kan dat doorgaande gat worden afgedekt met een deksel. Figuur 2 toont een voorbeeld van wanneer de flexibele stortkoker bevestigd is aan het eindgedeelte van een extractiebuis 3 tijdens een laadproces. Het deksel is nu verwijderd van het doorgaande gat en de extractiebuis is samen met de verbonden inrichting door het genoemde doorgaande gat 6 heen geplaatst. Het bovenste gedeelte van de extractiebuis is verbonden met een silo, en een laadgat van een mobiel recipiënt wordt uitgelijnd met het doorgaande gat van de laadvloer. Het genoemde laadgat wordt dan geopend en het onderste gedeelte van de inrichting volgens de uitvinding wordt ingebracht in het genoemde laadgat. De flexibele boord zorgt er dan voor dat geen materiaal naar boven kan worden afgeketst in het mobiele recipiënt, waardoor wordt verhinderd dat die goederen terechtkomen in het milieu.

Doordat de flexibele boord transparant is, is de persoon die het laadproces uitvoert op de laadvloer in staat om het niveau van deeltjesmateriaal in het mobiele recipiënt op te volgen en het laadproces op het juiste moment te beëindigen.

Om verder te verhinderen dat evenivele resten van materiaal op de laadvloer de genoemde laadopstelling met meerdere verdiepingen terechtkomt in het mobiele recipiënt dat zich recht onder het doorgaande gat 6 bevindt, is rond het doorgaande gat een metalen boord 7 voorzien, waarbij die boord om het even welke vorm kan hebben, zolang hij het doorgaande gat maar omsluit.

Figuur 3A toont een schematische weergave van een mobiel recipiënt 11 dat recht onder de silo is geplaatst, waarbij zowel de uitlaatopening 10 van de silo als het laadgat 12 van het mobiele recipiënt 11 uitgelijnd is langs de verticale as.

De extractiebuis 3 is verbonden met de uitlaatopening 10 van de silo 9. De flexibele stortkoker omvat een hol lichaam 1 en een flexibele boord 2, en staat in stromingsverbinding met het eindgedeelte van de genoemde extractiebuis dat het laadgat 12 van het mobiele recipiënt 11 bedekt.

Figuur 3B toont een schematische weergave van een mobiel recipiënt dat wordt geladen met gebruik van het systeem met meerdere verdiepingen.

De laadwagen 8 bevindt zich op het laadplatform 12 dat zich horizontaal uitstrekt, waarbij het genoemde laadplatform ingericht is om de toegang te vergemakkelijken tot zowel het laadgat van het mobiele recipiënt als de laaduitlaat van de silo.

Het laadplatform omvat ten minste één doorgaand gaté waardoorheen toegang wordt geboden tot het laadgat van het mobiele recipiënt.

Het laadgat van het mobiele recipiënt kan dan rechtstreeks vanaf het laadplatform worden geopend, bijvoorbeeld door middel van een haak.

De laadwagen 8 wordt gedragen door een wielbasis 18. De wielbasis 18 omvat een frame met ten minste vier poten 19 en wielen 20 op de kruising van de poten 19 om een goede verplaatsing van de laadwagen 8 on de laadvloer 13 mogelijk te maken.

Zoals te zien is in figuur 3B, is de laadwagen 8 die de voorkeur verdient ingericht om de genoemde extractiebuis 3 naar verschillende posities op het genoemde laadplatform 13 de dragen en transporteren.

De extractiebuis 3 staat in stromingsverbinding met de inrichting volgens de uitvinding, met een flexibele stortkoker 1 die een holle ruimte omgeeft en een flexibele, bij voorkeur transparante boord 2. Het samenstel van een laadwagen 8 en de exiractiebuis 3 is bijzonder handig wanneer dezelfde exiractiebuis moet worden gebruikt voor verschillende silo's.

Zoals reeds eerder uiteengezet bevinden zich doorgaans meerdere verschillende silo's op de laadvloer, die verschillende types van materiaal bevatten.

In een dergelijk geval is het bijzonder handig om de extractiebuis op de laadvloer te verplaatsen om verschillende types van materialen in verschillende mobiele recipiënten te storten die zich op het gelijkvloers bevinden.

Aangezien dergelijke extractiebuizen zwaar en vrij groot zijn om door een mens te worden gedragen, maakt het feit dat ze verbonden is met en gedragen wordt door de laadwagen het proces van verplaatsen en uitstorten beduidend gemakkelijker.

Dat maakt het mogelijk dat dezelfde extractiebuis, inrichting volgens de uitvinding en laadwagen worden gebruikt voor het lossen van meer dan één recipiënt, waardoor wordt vermeden dat per silo een systeem moet worden aangeschaft.

Het mobiele recipiënt 11 zelf is vrij om ie bewegen op de gelijkvloerse verdieping, om elk van de laadgaten ervan rechtstreeks onder het doorgaande gat en de uitlaat van de silo te positioneren.

Figuur 3C toont een schematische weergave van het systeem wanneer de laadwagen 8 de laadvloer omvat.

Zoals te zien is, omvat de laadwagen8 een trap 17 die de operateur in staat stelt om vanaf de gelijkvloerse verdieping 18 waarop het mobiele recipiënt 11 zich bevint naar het |laadplatform 13 on de gelijkvloerse verdieping 18 te klimmen. De laadwagen bevindt zich in dat geval op de gelijkvloerse verdieping.

Wanneer de vrachtwagen die het mobiele recipiënt 11 draagt zich in zijn laadpositie bevindt, bevindt het mobiele recipiënt zich onder het laadplatform 13. De silo 9 heeft een uitlaatopening 10 en in de lagdpositie ervan, in het systeem, zijn de uitlaatopening van de silo 10, het laadgat van het platform 6 en het laadgat 12 van het mobiele recipiënt 11 vrijwel uitgelijnd langs een verticale as om het mogelijk te maken om het deeltjesmateriaal vanuit de silo9 in het mobiele recipiënt 11 te storten.

De extractiebuis 3 heeft een proximaal gedeelte 14 dat, in de laadpositie van het mobiele recipiënt 11, verbonden is met de uitlaatopening 10 van de silo 9.

Met de woorden ‘proximaal gedeelte verbonden met de uitlaatopening’ wordt bedoeld dat er een stromingsverbinding bestaat tussen de extractiebuis en de binnenzijde van de silo. In sommige voorbeelden is het mogelijk om een fysieke verbinding te voorzien waarbij de extractiebuis vastgemaakt is aan de silo, bijvoorbeeld door borgen, door klemmen of door schroeven, maar het is ook mogelijk om de extractiebuis, voorzien van een vultrechter, eenvoudigweg onder de uitlaatopening van de silo te plaatsen, zonder contact, maar het deeltjesmateriaal vanuit de silo in de extractiebuis te laten stromen, onder invloed van de zwaartekracht, wanneer de uitlaatopening van de silo open is.

Het distale gedeelte 15 van de extractiebuis 3 is in een Uitvoeringsvorm die de voorkeur krijgt voorzien van een koppelmiddel 4. De flexibele stortkoker 1 is voorzien van een wederzijds koppelmiddel 5. Het distale gedeelte 15 van de extractiebuis 3 is verbonden met de flexibele stortkoker 1 door een verbinding tussen het wederzijdse koppelmiddel 5 en het koppelmiddel 4.

Bij voorkeur is de exiractiebuis3 een telescopische extractiebuis met een uitgestrekte positie en een ingetrokken positie.

Wanneer het mobiele recipiënt zich in de laadpositie bevindt, wordt de extractiebuis 3 ingezet in haar uitgestrekte positie om een stromingsverbinding tot stand te brengen tussen de silo 9 waarop ze is aangesloten en het laadgat 12 van het mobiele recipiënt 11 door middel van de flexibele stortkoker 1.

In een laadwagen 6 waarnaar de voorkeur uitgaat in het systeem volgens de onderhavige uitvinding, is het horizontale gedeelte dat bepaald wordt door de vier wielen 20 virtueel met elkaar te verbinden hoger dan het horizontale gedeelte (d.w.z. het oppervlak van het lagdplatform) van het laadplatform 13 om de stabiliteit van de laadwagen 8 te verhogen.

In een andere uitvoeringsvorm (niet afgebeeld) is het horizontale gedeelte dat bepaald wordt door de vier wielen virtueel Met elkaar te verbinden equivalent aan het horizontale gedeelte (d.w.z. het oppervlak van het platform) van het platform.

Het frame omvat in typische gevallen ten minste twee verticale poten 21 en twee schuine poten 22. De twee schuine poten 22 zijn met elkaar verbonden door middel van horizontale treden 23 die de Tap van de laadwagen 8 vormen. Voorts omvat het laadgat 6 een lip 7 die naar boven uitsteekt vanaf het genoemde laadgat 6, waarbij de genoemde lip 7 bij voorkeur een hoogte tussen 0 en 30 cm heeft, met meer voorkeur tussen 15 en 25 cm. De laadwagen 8 van het systeem volgens de onderhavige uitvinding vergemakkelijkt niet alleen het transport van de genoemde extractiebuis, biedt ook een betere toegang tot een silo 9. Het proximale gedeelte 14 van de extractiebuis 3 wordt ofwel recht onder de uitlaatklep van een silo 9 geplaatst, ofwel ermee verbonden, waarbij de genoemde silo deeltjesmateriaal omvat dat dient te worden gestort en verder getransporteerd naar cliënten. Wanneer het mobiele recipiënt 10 recht onder het laadplatform wordt geplaatst, met de laadopening 11 van het genoemde mobiele recipiënt 11 recht onder het laadgat 12 waardoorheen de extractiebuis 3 is gestoken, zal het deeltjesmateriaal in de silo9 door de uitlaatopening 10, de extractiebuis 3, de inrichting volgens de uitvinding en de laadinlaat 12 in het genoemde mobiele recipiënt 11 heen gaan, en uiteindelijk terechtkomen in het mobiele recipiënt 11. Die extractie kan ofwel onder invloed van de zwaartekracht, ofwel door middel van een pomp plaatsvinden.

In figuur4 is (a) een weergave van het vrouwelijke borgmiddel dat dient te worden bevestigd aan een Uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding waarnaar de voorkeur uitgaat. Het vrouwelijke borgmiddel bestaat uit een metalen plaat met een uitgesneden U-vorm. Het genoemde vrouwelijke borgmiddel dient te worden bevestigd door schroeven door de bevestigingsgaten 25, aan de flexibele stortkoker of aan de extractiebuis, terwijl het mannelijke borgmiddel — dat bij voorkeur een metalen stift met een platte kop is Met een afmeting die groter is dan de grootste afmeting van de genoemde U-vormige uitsnijding — verbonden is door middel van lassen of lijmen aan het andere deel. Het mannelijke borgmiddel dient in de U-vormige extrusievorm te worden geschoven. De verbinding kan worden vastgezet door middel van een extra metalen component die verbonden wordt tussen de twee gaten 26a en 26b. De genoemde metalen component, die te zien is in figuur 4 (b), wordt op het vrouwelijke borgmiddel geschroefd door schroeven door gaten 27a en 27b aan te brengen en het horizontale deel van de U-vormige uitsnijding te blokkeren. Dat stelt het mannelijke borgmiddel in staat om te bewegen langs de verticale as en stelt de inrichting volgens de uitvinding in staat om mee te bewegen met het toenemende volumeniveau in het mobiele recipiënt.

Als het mobiele recipiënt een plotse beweging maakt, bijvoorbeeld als gevolg van een communicatiestoornis, stelt het borgmiddel de inrichting volgens de uitvinding in staat om ook een kleine rotatie uit te voeren, wat ertoe leidt dat de inrichting uit het laadgat zal ‘springen’, waardoor schade aan de extractiebuis en de silo wordt vermeden.

Claims (20)

CONCLUSIES

1. Inrichting die voorzien is voor het laden van een mobiel recipiënt met deeltjesmateriaal vit een silo, waarbij de genoemde silo een vat omvat dat ontworpen is om het genoemde deeltjesmateriaal te bevatten, een uitlaatopening aan de onderzijde van de genoemde silo voor het extraheren van het genoemde deeltjesmateriaal, die voorzien is voor het aansluiten van een exiractiebuis en waardoorheen het genoemde deeltjesmateriaal in staat is de silo te verlaten onder invloed van de zwaartekracht om in het mobiele recipiënt terecht te komen, waarbij het genoemde mobiele recipiënt voorzien is van een lagadopening die zich bevindt in een bovenste gedeelte van het genoemde mobiele recipiënt, waarbij de genoemde inrichting een flexibele stortkkoker omvat met een uitwendig oppervlak dat een hol lichaam omgeeft, die ingericht is om in stromingsverbinding te staan met de genoemde extractiebuis, waarbij de genoemde flexibele stortkoker een proximaal gedeelte en een distaal gedeelte omvat, waarbij het genoemde proximale gedeelte van de genoemde flexibele stortkoker ingericht is om het genoemde distale gedeelte van de genoemde extractiebuis te omgeven, waarbij het genoemde distale gedeelte van de flexibele stortkoker zich uitstrekt vanaf het genoemde proximale gedeelte van de flexibele stortkoker en eindigt op een vrij uiteinde van de genoemde flexibele stortkoker, waarbij de genoemde koker een boord omvat die verbonden is met het distale gedeelte van de koker en die ingericht is om de laadopening af te dekken die voorzien is op het genoemde mobiele recipiënt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het genoemde deeltjesmateriaal een korelmateriaal is met een gemiddelde deeltjesgrootte die gelegen is tussen 0,1 MM en 6 mm.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of conclusie 2 waarbij het genoemde mobiele recipiënt een bulkrecipiënt of een tankrecipiënt is dat wordt getransporteerd door middel van een vrachtwagen of trein.

4. Inrichting volgens om het even welke van de conclusies ] to 3, waarbij de genoemde stromingsverbinding tot stand wordt gebracht door een wederzijds borgmiddel, dat ingericht is om de genoemde flexibele storikoker te verbinden met de genoemde extractiebuis, aan het distale gedeelte van de extractiebuis.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het wederzijdse borgmiddel een handmatig bediend borgmiddel met snele ontgrendeling is dat het mogelijk maakt om de inrichting met de hand te verwijderen van de extractiebuis zonder gebruik te maken van werktuigen en/of om de inrichting met de hand te monteren aan de extractiebuis zonder gebruik te maken van werktuigen.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het genoemde wederzijdse borgmiddel een eerste, mannelijk borgmiddel omvat dat ingericht is om te worden aangebracht op een uitwendig oppervlak van de genoemde extractiebuis, en een vrouwelijk borgmiddel dat een doorgaande opening door het genoemde oppervlak van de genoemde flexibele stortkoker heen omvat, ingericht om het genoemde mannelijke borgmiddel op te nemen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het genoemde mannelijke borgmiddel een stift is die een stang en een boord omvat en waarbij de genoemde doorgaande opening van het genoemde vrouwelijke borgmiddel ten minste een dwarsdoorsnede heeft die groter is dan de dwarsdoorsnede van de stang van de stift en kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de boord van de stift, waarbij het genoemde mannelijke borgmiddel ingericht is om te worden gelast aan de genoemde extractiebuis die aangesloten is tussen de genoemde silo en het genoemde mobiele recipiënt.

8. Inrichting volgens om het even welke van de conclusies | to 7, waarbij de genoemde koker een nagenoeg ciindervormige vorm heeft en waarbij de genoemde boord een nagenoeg ringvormige vorm heeft met een binnenste cirkel waarin de koker is opgenomen.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de genoemde boord een nagenoeg kegelvormige vorm heeft, bij voorkeur de vorm van een afgeknotte kegel, en bij voorkeur gedeeltelijk gemaakt is van een transparant materiaal, bijvoorbeeld met vensters of volledig transparant.

10. Inrichting volgens om het even welke van de conclusies | to 9, waarbij de genoemde boord gemaakt is van een materiaal dat gekozen is uit de groep van flexibele materialen die goedgekeurd zijn voor gebruik met voedsel, zoals polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel.

11. Inrichting volgens om het even welke van de conclusies 1 to 10, waarbij het genoemde oppervlak van de genoemde flexibele stortkoker gemaakt is van een materiaal dat gekozen is uit de groep van flexibele materialen die goedgekeurd zijn voor gebruik met voedsel, zoals polyurethaan dat goedgekeurd is voor gebruik met voedsel.

12. Inrichting volgens om het even welke van de conclusies 1 to 11, waarbij de genoemde koker een lip omvat die naar buiten uitsteekt vanaf het buitenvlak van de buitenwand waarmee de genoemde eindstandige boord is verbonden, bij voorkeur aan de koker gelast of gekleefd, waarbij de genoemde lip zich bij voorkeur bevindt op een afstand tussen O en 15 cm, met meer voorkeur tussen 5 en 13 cm, en met de meeste voorkeur tussen 8 en 10 cm van het vrije uiteinde van het tweede gedeelte dat voorzien is om in contact te staan met de laadopening die voorzien is op het genoemde mobiele recipiënt.

13. Opslag- en laadsysteem dat omvat:

a) ten minste één laadplatform dat zich horizontaal uitstrekt, waarbij het genoemde laadplatform ingericht is om zich te bevinden onder een uitlaatopening van ten minste één silo, bij voorkeur een verticale silo, waarbij de genoemde uitlaatopening ingericht is om te worden aangesloten op een laadinlaat op een mobiel recipiënt dat zich onder het genoemde laadplatform bevindt, waarbij het genoemde laadplatform voorts ten minste één laadgat omvat, dat ingericht is om toegang ie bieden tot het genoemde mobiele recipiënt dat zich onder het genoemde laadplatform bevindt, b) ten minste één extractiebuis, met een bovenste uiteinde dat ingericht is om te worden aangesloten op de genoemde uitlaatopening van de genoemde silo, en d) ten minste één inrichting volgens om het even welke van de conclusies 1-12.

14. Systeem volgens conclusie 13, waarbij de genoemde extractiebuis een telescopische exiractiebuis is met een uitgestrekte positie en een ingetrokken positie.

15. Systeem volgens conclusie 13, dat voorts een lagadwagen omvat, waarbij de genoemde laadwagen een trap, een verhoogd wagenplatform en een wielbasis omvat, waarbij de genoemde laadwagen ingericht is om op het genoemde laadplatform te worden geplaatst en zich daarop te verplaatsen, en om voorts toegang te bieden tot de uitlaatopening van de genoemde silo, waarbij de genoemde laadwagen voorts ingericht is om de genoemde extractiebuis te dragen en transporteren naar verschilende posities op het genoemde laadplatform.

16. Systeem volgens conclusie 13, dat voorts een lagadwagen omvat, waarbij de genoemde laadwagen een trap, het genoemde laadplatform en een wielbasis omvat, waarbij de genoemde laadwagen ingericht is om toegang te bieden tot de uitlaatopening van de genoemde silo, waarbij de genoemde laadwagen voorts ingericht is om de genoemde extractiebuis te dragen en transporteren naar verschillende posities boven de laadinlaat op het genoemde mobiele recipiënt.

17. Systeem volgens om het even welke van de conclusies 13 - 16, dat voorts een mobiel recipiënt omvat, bij voorkeur getransporteerd door een vrachtwagen of trein, waarbij het genoemde mobiele recipiënt voorzien is van een laadinlaat, waarbij de genoemde laadinlaat zich recht onder één van het ten minste ene laadgat in het genoemde laadplatform bevindt.

18. Systeem volgens om het even welke van de conclusies 13 to 17, waarbij het genoemde doorgaande gat een lip omvat die zich verticaal naar boven uitstrekt vanaf het genoemde doorgaande gat, waarbij de genoemde lip bij voorkeur een hoogte heeft tussen 0 en 30 cm, met meer voorkeur tussen 15 en 25 cm.

19. Werkwijze voor het lossen van een deeltjesmateriaal dat opgeslagen is in een silo naar een mobiel recipiënt, die de volgende stappen omvat: a) het verschaffen van een silo die een vat omvat dat ontworpen is om het genoemde deeltjesmateriaal te bevatten en een uitlaatopening aan de onderzijde van de genoemde silo voor het extraheren van het genoemde deeltjesmateriaal b) het onder de genoemde silo plaatsen van een mobiel recipiënt, voorzien van ten minste één laadopening die aangebracht is in een bovenste gedeelte van het genoemde mobiele recipiënt op zodanige wijze dat de lagdopening uitgelijnd is, bij voorkeur verticaal, met de uitlaatopening van de silo. c) het aansluiten van een extractiebuis op de genoemde uitlaatopening van de genoemde silo, d) het aansluiten van een flexibele stortkoker met een uitwendig oppervlak dat een hol lichaam omgeeft, in stromingsverbinding met de genoemde extractiebuis, waarbij de genoemde flexibele stortkoker een proximaal gedeelte en een distaal gedeelte omvat, waarbij het genoemde proximale gedeelte van de genoemde flexibele stortkoker ingericht is om het genoemde distale gedeelte van de genoemde extactiebuis te omgeven, waarbij het genoemde distale gedeelte van de flexibele stortkoker zich uitstrekt vanaf het genoemde proximale gedeelte van de flexibele stortkoker en eindigt op een vrij uiteinde van de genoemde flexibele stortkoker, waarbij de genoemde koker een boord omvat die verbonden is met het distale gedeelte van de koker en die ingericht is om de laadopening af te dekken die voorzien is op het genoemde mobiele recipiënt e) het lossen van het genoemde vooraf bepaalde volume van het deeltjesmateriaal vit de silo door het deeltjesmateriaal de silo te laten verlaten onder invloed van de zwaartekracht f) het sluiten van de uitlaatopening van de genoemde silo g) het onikoppelen van de flexibele stortkoker van de exiractiebuis en, h) het sluiten van de laadopening van het mobiele recipiënt.

20. Werkwijze voor het lossen van een deeltjesmateriaal dat opgeslagen is in een silo naar een mobiel recipiënt volgens conclusie 19, waarbij een laadwagen voorzien is die de genoemde extractiebuis omvat, waarbij de genoemde werkwijze de volgende stappen omvat: het op zodanige wijze positioneren van de genoemde wagen dat één laadopening van het mobiele recipiënt uitgelijnd is, bij voorkeur verticaal, met de uitlaatopening van de silo.