BE1027515B1 - Overwaaibeveiliging - Google Patents

Overwaaibeveiliging Download PDF

Info

Publication number
BE1027515B1
BE1027515B1 BE20195544A BE201905544A BE1027515B1 BE 1027515 B1 BE1027515 B1 BE 1027515B1 BE 20195544 A BE20195544 A BE 20195544A BE 201905544 A BE201905544 A BE 201905544A BE 1027515 B1 BE1027515 B1 BE 1027515B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
guide rail
panel
mounting
protection
fastening
Prior art date
Application number
BE20195544A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027515A1 (nl
Inventor
Ruben Vandendriessche
Stefan Michel Lefevre
Original Assignee
Louage En Wisselinck Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Louage En Wisselinck Nv filed Critical Louage En Wisselinck Nv
Priority to BE20195544A priority Critical patent/BE1027515B1/nl
Publication of BE1027515A1 publication Critical patent/BE1027515A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027515B1 publication Critical patent/BE1027515B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05CBOLTS OR FASTENING DEVICES FOR WINGS, SPECIALLY FOR DOORS OR WINDOWS
    • E05C17/00Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith
    • E05C17/02Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means
    • E05C17/04Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means with a movable bar or equivalent member extending between frame and wing
    • E05C17/12Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means with a movable bar or equivalent member extending between frame and wing consisting of a single rod
    • E05C17/24Devices for holding wings open; Devices for limiting opening of wings or for holding wings open by a movable member extending between frame and wing; Braking devices, stops or buffers, combined therewith by mechanical means with a movable bar or equivalent member extending between frame and wing consisting of a single rod pivoted at one end, and with the other end running along a guide member
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/0056Locks with adjustable or exchangeable lock parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een overwaaibeveiliging (1) voor een ten opzichte van een wand (2, 9) opendraaibaar paneel (3), omvattende: - een bevestigingslichaam (4), ter bevestiging aan het paneel (3) of aan de wand (2, 9); - een geleidingselement (8), dat verschuifbaar is ten opzichte van een geleidingsrail (5); - een overbrengarm (7), die scharnierbaar aan het bevestigingslichaam (4) en scharnierbaar aan het geleidingselement (8) is bevestigd; en – twee bevestigingsvoeten (6a, 6b), die in een eerste positie en in minstens een tweede positie, verdraaid ten opzichte van de eerste positie, bevestigbaar zijn aan de uiteinden (5a, 5b) van de geleidingsrail (5), ter bevestiging aan respectievelijk de wand (2, 9) of het paneel (3).

Description

OVERWAAIBEVEILIGING Deze uitvinding betreft een overwaaibeveiliging voor een ten opzichte van een wand opendraaibaar paneel.
Dergelijke opendraaibare panelen kunnen opendraaibare deuren of ramen of luiken zijn, of panelen die deel uitmaken van een vouwdeur, een vouwraam of een vouwluik, enz. Deze panelen zijn hiertoe opendraaibaar tussen een gesloten stand, waarin deze een afscherming vormen en een open stand, waarin deze een opening vrijmaken, dit bijvoorbeeld om licht door te laten, of om personen door te laten, enz. Deze panelen zijn opendraaibaar ten opzichte van een wand, die een verticale muur kan zijn, maar ook een plafond of een vloer, zodanig dat deze panelen dan bijvoorbeeld een dwars ten opzichte van dit plafond of deze vloer uitstrekkende wand kunnen vormen. Vouwdeuren, vouwramen en vouwluiken zijn vouwpanelen. Dergelijke vouwpanelen omvatten meerdere panelen, die scharnierbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Eén paneel is daarbij het genoemde paneel dat opendraaibaar is voorzien ten opzichte van de wand. Typisch is minstens één paneel scharnierbaar bevestigd aan dit opendraaibare paneel en daarbij verschuifbaar ten opzichte van een paneelgeleidingsrail. Een geleidingselement, dat bijvoorbeeld één of meerdere geleidingswielen kan omvatten, wordt dan tijdens de schuifbeweging geleid in deze paneelgeleidingsrail. In de gesloten stand sluiten de panelen van een dergelijk vouwpaneel op elkaar aan om samen een vlak te vormen. In de open stand zijn deze panelen accordeonsgewijs tegen elkaar aan gescharnierd. Wanneer het opendraaibare paneel zich dwars ten opzichte van een plafond of vloer uitstrekt, dan zullen ook de verdere panelen, die hier scharnierbaar aan zijn bevestigd, zich dwars op dit plafond of deze vloer uitstrekken om samen in gesloten stand een dwars ten opzichte van dit plafond of deze vloer uitstrekkende wand te vormen.
Er zijn reeds heel wat overwaaibeveiligingen gekend voor dergelijke opendraaibare panelen, dit afhankelijk van type opendraaibaar paneel, van de bevestigingslocatie van de overwaaibeveiliging ten opzichte van het paneel en/of ten opzichte van de wand en/of rekening houdend met allerlei randvoorwaarden.
Voorbeelden van dergelijke overwaaibeveiligingen zijn bijvoorbeeld gekend uit EP 2 944 750 A1, US 5,381,628, AT 375 136 en US 1,794,477. In EP 2 944 750 Al is de overwaaibeveiliging voorzien ter bevestiging aan de buitenkant van een paneel van een vouwpaneel, waarbij de geleidingsrail van de overwaaibeveiliging bevestigd is aan het paneel.
In US 5,381,628 is de geleidingsrail van de overwaaibeveiliging bovenin een paneel bevestigd, waarbij de overbrengarm van de overwaaibeveiliging aan de binnenzijde van het paneel is opgesteld.
In AT 375 136 is de overwaaibeveiliging voorzien ter bevestiging aan de binnenkant van een paneel van een vouwpaneel, waarbij de geleidingsrail van de overwaaibeveiliging bevestigd is aan de paneelgeleidingsrail.
In US 1,794,477 zijn verschillende soorten overwaaibeveiligingen voorgesteld, waarbij deze overwaaibeveiligingen telkens aangepast zijn voor een ander type vouwpaneel en/of aan andere randvoorwaarden.
Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een overwaaibeveiliging die voor meer types opendraaibare panelen en bij meer randvoorwaarden ingezet kan worden dan de gekende overwaaibeveiligingen.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een overwaaibeveiliging voor een ten opzichte van een wand opendraaibaar paneel, omvattende: - een bevestigingslichaam, ter bevestiging van de overwaaibeveiliging aan het paneel of aan de wand; - een geleidingsrail, die zich hoofdzakelijk volgens een lengterichting uitstrekt; - een eerste bevestigingsvoet, die aan een eerste uiteinde van de geleidingsrail is voorzien, ter bevestiging van de overwaaibeveiliging aan respectievelijk de wand of het paneel,
- een tweede bevestigingsvoet, die aan een tweede uiteinde van de geleidingsrail is voorzien, ter bevestiging van de overwaaibeveiliging aan respectievelijk de wand of het paneel, - een geleidingselement, dat tussen de uiteinden van de geleidingsrail volgens de lengterichting verschuifbaar ten opzichte van de geleidingsrail is aangebracht; en - een overbrengarm, die aan een eerste uiteinde van deze overbrengarm scharnierbaar aan het bevestigingslichaam is bevestigd en aan een tweede uiteinde van deze overbrengarm scharnierbaar aan het geleidingselement 1s bevestigd, waarbij elke bevestigingsvoet in een eerste positie bevestigbaar is aan het corresponderende uiteinde van de geleidingsrail en in minstens een tweede positie bevestigbaar is aan het corresponderende uiteinde van de geleidingsrail, waarbij elke bevestigingsvoet in zijn tweede positie rond een as volgens de lengterichting van de geleidingsrail verdraaid is ten opzichte zijn eerste positie.
Door de bevestigingsvoeten in meerdere posities bevestigbaar aan de uiteinden van de geleidingsrails te voorzien, wordt het mogelijk om een zelfde overwaaibeveiliging op meerdere mogelijke locaties ten opzichte van een opendraaibaar paneel en voor meerdere types van dergelijke opendraaibare panelen in te zetten.
Deze overwaaibeveiliging kan dan ook onder meer randvoorwaarden ingezet worden dan de gekende overwaaibeveiligingen.
Om het bevestigingslichaam of de bevestigingsvoeten aan de wand te bevestigen, kunnen deze rechtstreeks aan de wand bevestigd worden, of onrechtstreeks, zoals bijvoorbeeld bij AT 375 136, waarbij de geleidingsrail van de overwaaibeveiliging met behulp van bevestigingsvoeten bevestigd is aan de paneelgeleidingsrail, die op zijn beurt aan een wand is bevestigd.
Voorkeurdragend is elke bevestigingsvoet in de tweede positie over 90° verdraaid rond de as ten opzichte van de eerste positie.
Nog meer voorkeurdragend zijn deze bevestigingsvoeten daarbij in 4 verschillende posities aanbrengbaar, waarbij elke bevestigingsvoet in elke positie telkens over 90° verdraaid is ten opzichte van een andere positie, dit rond de genoemde as volgens de lengterichting van de geleidingsrail. In een bijzondere uitvoeringsvorm is de geleidingsrail uitgevoerd als een hol profiel dat aan zijn beide uiteinden voorzien is van een aanbrengopening, die toegang biedt tot de holte in dit profiel. Elke bevestigingsvoet omvat dan bij voorkeur een aanbrenglichaam dat via de aanbrengopening in het corresponderende uiteinde van de geleidingsrail aanbrengbaar is in de holte van dit profiel, om de bevestigingsvoet aan de geleidingsrail te voorzien. Met een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen de bevestigingsvoeten eenvoudig in meerdere posities bevestigbaar aan de geleidingsrail voorzien worden.
Bovendien kunnen bevestigingsvoeten met een dergelijk aanbrenglichaam ook eenvoudiger zo uitgevoerd worden dat, wanneer de bevestigingsvoeten bevestigd zijn aan de geleidingsrail, in een richting dwars op de lengterichting gezien, deze bevestigingsvoeten geen ten opzichte van de geleidingsrail uitstekende delen omvatten. De bevestigingsvoeten strekken zich dan binnen het verlengde van de geleidingsrail uit. Op deze manier is het eenvoudiger om de geleidingsrail met deze bevestigingsvoeten op verschillende locaties en bij verschillende randvoorwaarden te bevestigen. Aan elke zijde die zich volgens de lengterichting uitstrekt, kan deze geleidingsrail dan aanleunend tegen een wand of een paneel bevestigd worden of bijvoorbeeld aanleunend tegen een hiertussen aanwezig constructie-element, om de geleidingsrail onrechtstreeks aan de wand of het paneel te bevestigen. Een genoemd aanbrenglichaam omvat bij voorkeur een vorm die in doorsnede dwars op de lengterichting gezien corresponderend is met de vorm van de aanbrengopening. Dit is bij voorkeur ook een vorm corresponderend met de dwarsdoorsnede van de holte van het profiel.
Een dergelijk aanbrenglichaam kan bijvoorbeeld voorzien zijn om met behulp van een stelschroef in de geleidingsrail vastgeklemd te worden.
5 Een geleidingsrail van een overwaaibeveiliging volgens deze uitvinding kan bijvoorbeeld uit inox vervaardigd zijn, of uit aluminium, of uit staal, waarbij deze dan bij voorkeur uit roestvrij staal vervaardigd is.
Ook de overige genoemde onderdelen van de overwaaibeveiliging kunnen uit één van deze materialen vervaardigd zijn. De bevestigingsvoeten en het geleidingselement kunnen bijvoorbeeld ook uit een kunststof vervaardigd zijn. Het holle profiel van een geleidingsrail omvat bij voorkeur een nagenoeg vierkante dwarsdoorsnede. Verder voorkeurdragend omvat dit holle profiel bij voorkeur een bodem, twee ten opzichte van de bodem opstaande zijwanden en twee flenzen die elk aan de bovenzijde van een respectievelijke zijwand zijn voorzien en die ten opzichte van deze zijwanden naar elkaar toe opstaan. Tussen beide flenzen bevindt zich dan bij voorkeur een sleuf die toegang biedt tot de holte. Deze sleuf mondt bij voorkeur uit in genoemde aanbrengopeningen aan de uiteinden van de geleidingsrail.
Wanneer het aanbrenglichaam voorzien is om met behulp van een stelschroef vast te zetten in de holte, dan kan in een eenvoudig te produceren uitvoeringsvorm voorzien worden om deze stelschroef tegen de bodem van een dergelijke geleidingsrail af te duwen zodat het aanbrenglichaam tegen de flenzen wordt aangetrokken om het aanbrenglichaam vast te zetten in de holte. Er kan hiertoe dan bijvoorbeeld via de sleuf tussen de flenzen met behulp van een handwerktuig op de stelschroef aangegrepen worden. Alternatief is het bijvoorbeeld mogelijk om een conisch opspanblok in een conische holte in het aanbrenglichaam te voorzien, waarbij deze conische holte afgebakend wordt met verplaatsbare benen. Met een stelschroef die doorheen het opspanblok is aangebracht en in een vast in het opspanblok opgestelde moer aangrijpt, kan het opspanblok in de conische holte verplaatst worden om de verplaatsbare benen naar buiten toe te drijven. Deze verplaatsbare benen van het aanbrenglichaam kunnen zo opgesteld worden dat deze tegen één of meerdere van de bodem, zijwanden en flenzen aangetrokken worden om het aanbrenglichaam in de holte van de geleidingsrail vast te zetten. Voorkeurdragend kan daarbij dan met een handwerktuig in het verlengde van de geleidingsrail volgens de lengterichting van deze geleidingsrail op de stelschroef aangegrepen worden. In heel wat bevestigingssituaties is het verlengde van de geleidingsrail namelijk eenvoudiger bereikbaar dan de toegangssleuf tot de geleidingsrail.
Wanneer een geleidingsrail in meerdere posities, 90° verdraaid rond een as volgens de lengterichting van deze geleidingsrail, bevestigbaar 1s, bestaat in een buitenomgeving het gevaar dat in één of meerdere van deze posities neerslag in de holte in de geleidingsrail terechtkomt, die men hier uit wenst te verwijderen.
Het aanbrenglichaam is hiertoe dan bij voorkeur aan minstens één zijde voorzien van een afwateringssleuf, voor het afwateren van water uit de holte in de geleidingrail tot buiten deze geleidingsrail.
Een dergelijke afwateringssleuf strekt zich hiertoe bij voorkeur volgens de lengterichting uit over de volledige corresponderende afmeting van dit aanbrenglichaam.
Nog meer voorkeurdragend wordt elke zijde van het aanbrenglichaam, die in één van de posities van het aanbrenglichaam naar onder toe gericht is opgesteld, voorzien van een dergelijke afwateringssleuf. Bij voorkeur wordt het aanbrenglichaam zo aan 4 zijden volgens de lengterichting voorzien van een afwateringssleuf. Een afwateringssleuf kan hiertoe eventueel ook uitmonden in twee van deze zijden.
Meer specifiek is elke bevestigingsvoet voorzien van een verbreding, die, wanneer het aanbrenglichaam van deze bevestigingsvoet in de aanbrengopening in het corresponderende uiteinde van de geleidingsrail is aangebracht, zich naast deze geleidingsrail uitstrekt en tegen deze geleidingsrail is aangebracht en die voorzien is van een ten opzichte van deze verbreding opstaand bevestigingsbeen.
De vorm van deze verbreding, dwars op de lengterichting gezien, stemt bij voorkeur overeen met de vorm van de geleidingsrail. Wanneer de bevestigingsvoet aan de geleidingsrail is bevestigd, strekt deze verbreding zich daarbij bij voorkeur binnen het verlengde van de geleidingsrail uit.
Wanneer de bevestigingsvoet bevestigd is aan de geleidingsrail, strekt dit bevestigingsbeen zich daarbij bij voorkeur binnen het verlengde van de geleidingsrail uit, met een zijde in het verlengde van de corresponderende zijde van de geleidingsrail.
Een genoemde verbreding is bij voorkeur aan minstens één zijde voorzien van een afwateringssleuf die aansluit op een genoemde afwateringssleuf in het aanbrenglichaam. Deze afwateringssleuf is bij voorkeur voorzien in de zijde van de verbreding die tegen de geleidingsrail is aangebracht. Een dergelijke afwateringssleuf strekt zich hiertoe bij voorkeur dwars op de lengterichting uit tot aan de buitenrand van de verbreding. Wanneer de bevestigingsvoet aan de geleidingsrail is bevestigd, strekt deze afwateringssleuf zich zo tot aan de corresponderende buitenrand van de geleidingsrail uit.
Bij voorkeur is deze verbreding verder per afwateringssleuf van het aanbrenglichaam voorzien van een dergelijke corresponderende afwateringssleuf die hierop aansluit. In een specifieke uitvoeringsvorm omvat de overwaaibeveiliging een stopelement, dat tussen beide uiteinden van de geleidingsrail is bevestigd, ter begrenzing van de schuifbeweging van het geleidingselement. Een dergelijk stopelement is bij voorkeur in meerdere posities bevestigbaar, waarbij deze posities verspreid zijn volgens de lengterichting.
Meer specifiek kan het stopelement hiertoe in de genoemde holte van de geleidingsrail verschuifbaar zijn aangebracht, waarbij deze met een stelschroef vastklembaar is in deze holte. Wanneer de geleidingsrail genoemde flenzen omvat, dan is bij voorkeur voorzien om een dergelijke stelschroef tegen de bodem van de geleidingsrail af te zetten om het stopelement tegen deze flenzen aan te trekken. Er kan hiertoe dan bij voorkeur via de sleuf tussen de flenzen met behulp van een handwerktuig op de stelschroef aangegrepen worden.
Een genoemd stopelement is bij voorkeur identiek uitgevoerd als het geleidingselement.
Een dergelijk geleidingselement kan hiertoe meer specifiek voorzien zijn van een aanbrengopening voor het hierin aanbrengen van een scharnieras voor het scharnierend bevestigen van de overbrengarm aan het geleidingselement, om de functie van geleidingselement op zich te nemen en voorzien zijn van een schroefopening voor het hierin aanbrengen van een stelschroef voor het vastzetten van het geleidingselement ten opzichte van de geleidingsrail, om de functie van stopelement op zich te nemen.
Het geleidingselement van een overwaaibeveiliging volgens deze uitvinding is bij voorkeur aan minstens één zijde voorzien van een afwateringssleuf. Deze _ afwateringssleuf strekt zich daarbij bij voorkeur volgens de lengterichting over de volledige corresponderende afmeting van dit geleidingselement uit. Nog meer voorkeurdragend is het geleidingselement aan elke zijde volgens de lengterichting voorzien van een dergelijke afwateringssleuf. Een dergelijke afwateringssleuf kan hiertoe eventueel ook uitmonden in twee dergelijke zijden.
In een specifieke uitvoeringsvorm is het bevestigingslichaam plaatvormig uitgevoerd.
Meer specifiek kan het bevestigingslichaam daarbij aan de bovenzijde of aan de onderzijde van het paneel bevestigbaar zijn, zodanig dat dit bevestigingslichaam grenst aan een hoek van dit paneel. Een bevestigingslichaam kan dan eenvoudig de afmetingen meegegeven worden voor een optimale werking van de overwaaibeveiliging wanneer deze tegen een rand van het paneel bevestigd wordt. Dit bevestigingslichaam kan hiertoe bijvoorbeeld voorzien zijn om bovenaan of onderaan het paneel bevestigd te worden, tegen een corresponderende hoek van dit paneel. Deze corresponderende hoek is dan een bovenhoek of een onderhoek van dit paneel, die in elke positie van dit opendraaibare paneel nagenoeg ter plaatse blijft. Het doel van deze uitvinding wordt meer specifiek ook bereikt door te voorzien in een vouwpaneel, omvattende meerdere panelen, die scharnierbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, waarbij minstens één paneel verschuifbaar is ten opzichte van een paneelgeleidingsrail, en waarbij dit vouwpaneel voorzien is van een hierboven beschreven overwaaibeveiliging volgens deze uitvinding.
Dit vouwpaneel kan dan meer specifiek de vorm aannemen van een vouwdeur of een vouwraam of een vouwluik.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende overwaaibeveiligingen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze wandbekledingen aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - fig. 1 een uitvoeringsvorm van een overwaaibeveiliging volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld, in een positie overeenstemmend met een paneel in gesloten toestand en met de bevestigingsvoeten in een eerste positie aan de geleidingsrail bevestigd, - fig. 2 de overwaaibeveiliging uit figuur 1 in een tweede positie in perspectief is afgebeeld, overeenstemmend met een paneel in opengedraaide toestand en met de bevestigingsvoeten in de eerste positie;
- fig. 3 de overwaaibeveiliging uit figuur 1 in de eerste positie in perspectief is afgebeeld, met de bevestigingsvoeten in een tweede positie aan de geleidingsrail bevestigd; - fig. 4 de overwaaibeveiliging uit figuur 1 in de tweede positie in perspectief is afgebeeld, met de bevestigingsvoeten in de tweede positie; - fig. 5 de geleidingsrail van de overwaaibeveiliging uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief is afgebeeld; - fig. 6 de eerste bevestigingsvoet van de overwaaibeveiliging uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief is afgebeeld; - fig. 7 het geleidingselement van de overwaaibeveiliging uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief is afgebeeld; - fig. 8 een deel van een vouwpaneel met de overwaaibeveiliging uit figuur 1 met de bevestigingsvoeten van de overwaaibeveiliging in hun eerste positie in perspectief 1s afgebeeld met het paneel in gesloten toestand; - fig. 9 een deel van het vouwpaneel uit figuur 8 in perspectief is afgebeeld met het paneel in opengedraaide toestand, - fig. 10 een deel van een vouwpaneel met de overwaaibeveiliging uit figuur 1 met de bevestigingsvoeten van de overwaaibeveiliging in hun tweede positie in perspectief is afgebeeld met het paneel in opengedraaide toestand; - fig. 11 een alternatieve uitvoeringsvorm voor de eerste bevestigingsvoet van de overwaaibeveiliging uit figuur 1 afzonderlijk in opengewerkt perspectief is afgebeeld; - fig. 12 de bevestigingsvoet uit fig. 11 in dwarsdoorsnede is afgebeeld.
De in de figuren afgebeelde overwaaibeveiliging omvat een plaatvormig bevestigingslichaam (4), dat voorzien is van schroefgaten (25) ter bevestiging van dit bevestigingslichaam (4) aan een paneel (3) of aan een wand (2, 9), dit met behulp van niet afgebeelde schroeven, die doorheen deze schroefgaten (25) aangrijpen. Centraal is dit plaatvormige bevestigingslichaam (4) voorzien van een opening waarin een eerste scharnierpen (10) is aangebracht.
Een overbrengarm (7) is aan een eerste uiteinde (7a) met behulp van deze eerste scharnierpen (10) scharnierbaar ten opzichte van het bevestigingslichaam (4) bevestigd. De overbrengarm (7) is zo scharnierbaar ten opzichte van een eerste rotatieas (R) aan dit bevestigingslichaam (4) bevestigd.
Aan zijn tweede uiteinde (7b) is de overbrengarm (7) met behulp van een tweede scharnierpen (11) scharnierbaar ten opzichte van een geleidingselement (8) bevestigd. De overbrengarm (7) is zo scharnierbaar ten opzichte van een tweede rotatieas (S) aan dit geleidingselement (8) bevestigd.
De overbrengarm (7) is eveneens plaatvormig uitgevoerd.
Het geleidingselement (8) is afzonderlijk in figuur 7 afgebeeld. Dit geleidingselement (8) is centraal voorzien van een aanbrengopening (20) voor het hierin aanbrengen van de genoemde tweede scharnierpen (11). Aan weerszijden van de aanbrengopening (20) is een insnijding (23) voorzien, voor het hierin aangrijpen van de flenzen (26) van de geleidingsrail (5), zodat het centrale deel van dit geleidingselement (8) zich na aanbreng van het geleidingselement (8) in de toegangssleuf (27) van de geleidingsrail (5) uitstrekt. Het geleidingselement (8) is volgens een lengterichting (L) verschuifbaar in een geleidingsrail (5) aangebracht. Deze geleidingsrail (5) is afzonderlijk in figuur 5 afgebeeld. De geleidingsrail (5) is uitgevoerd als een hol profiel. Dit profiel omvat een bodem (29), twee ten opzichte van deze bodem (29) opstaande zijwanden (30) en twee flenzen (26) die elk aan de bovenzijde van een respectievelijke zijwand (30) zijn voorzien en die ten opzichte van deze zijwanden (30) naar elkaar toe opstaan. De bodem (29), zijwanden (30) en flenzen (26) bakenen samen de holte van het holle profiel af. Tussen de flenzen (26) strekt zich in lengterichting (L) een toegangssleuf (27) tot deze holte uit. Deze toegangssleuf (27) strekt zich daarbij over de volledige lengte van de geleidingsrail (5) uit. Ook de holte strekt zich over de volledige lengte van de geleidingsrail (5) uit. Aan beide uiteinden van de geleidingsrail (5) biedt een aanbrengopening (28) toegang tot de holte binnen het profiel.
Het geleidingselement (8) is verschuifbaar in de holte van de geleidingsrail (5) aangebracht, waarbij de tweede scharnierpen (11) zich doorheen de toegangssleuf (27) uitstrekt.
Bij verschuiven van het geleidingselement (8) volgens de lengterichting (L) verplaatst de tweede scharnierpen (11) langs de toegangssleuf (27). In de geleidingsrail (5) is verder een stopelement (12) aangebracht, om de schuifbeweging van het geleidingselement (8) te begrenzen.
Dit stopelement (12) is in de afgebeelde uitvoeringsvorm identiek aan het geleidingselement (8) uitgevoerd.
Om het stopelement (12) vast te zetten ten opzichte van de geleidingsrail (5), is dit, zoals te zien is in figuur 7, aan weerszijden van de aanbrengopening (20) voor aanbrengen van de tweede scharnierpen (11) voorzien van een schroefopening (21) voor het hierin aanbrengen van een stelschroef.
Net als de aanbrengopening (20) bevinden de schroefopeningen (20) zich in het opstaande centrale deel van het stopelement (12), zodat deze toegankelijk blijven via de toegangssleuf (27) van de geleidingsrail (5). Na aanbrengen van het stopelement (12) in de geleidingsrail (5) kan zo via de toegangssleuf (27) met een handwerktuig op de stelschroef aangegrepen worden om deze te verdraaien.
Bij verdraaien van de stelschroef grijpt deze tegen de bodem (29) aan en wordt het stopelement (12) tot tegen de flenzen (26) aangetrokken, dit om het stopelement (12) te fixeren ten opzichte van de geleidingsrail (5). Aan het vrije uiteinde (5a) van de geleidingsrail (5) is een bevestigingsvoet (6a) aangebracht om de schuifbeweging van het geleidingselement (8) ook naar dit eerste uiteinde (5a) van de geleidingsrail (5) toe te begrenzen.
Deze bevestigingsvoet (6a) is ook voorzien ter bevestiging van de geleidingsrail (5) met behulp van een schroef aan een paneel (3) of aan een wand (2, 9). Hiertoe is ook aan het tweede uiteinde (5b) van de geleidingsrail (5) een zelfde bevestigingsvoet (6b) op een zelfde manier voorzien.
Een dergelijke bevestigingsvoet (6a) is ook afzonderlijk afgebeeld in figuur 6. Een alternatieve uitvoeringsvorm van een dergelijke bevestigingsvoet (6a) is in de figuren 11 en 12 afgebeeld.
Deze bevestigingsvoet (6a) omvat telkens een aanbrenglichaam (13) dat via de aanbrengopening (28) in het corresponderende uiteinde (5a) van de geleidingsrail (5) aanbrengbaar is in de holte van de geleidingsrail (5). In de uitvoeringsvorm in figuur 6 kan dit aanbrenglichaam (13) met behulp van een stelschroef doorheen een schroefopening (19) in dit aanbrenglichaam (13) gefixeerd worden in de geleidingsrail (5). Hiertoe wordt doorheen de toegangssleuf (27) met een handwerktuig aangegrepen op deze stelschroef.
De stelschroef wordt verdraaid en duwt tegen de bodem (29) van de geleidingsrail (5) om het aanbrenglichaam (13) tegen de flenzen (26) van de geleidingsrail (5) aan te trekken, dit om de bevestigingsvoet (6a) te fixeren ten opzichte van de geleidingsrail (5). In de uitvoeringsvorm in de figuren 11 en 12 is een conisch opspanblok (34) in een corresponderende conische holte (33) in het aanbrenglichaam (13) voorzien.
Deze conische holte (33) wordt afgebakend door verplaatsbare benen (39). In het opspanblok (34) is een moer (36) onverdraaibaar aangebracht.
Een stelschroef (35) grijpt doorheen een opening in de bevestigingsvoet (6a) en doorheen het opspanblok (34) aan in deze moer (36). Het opspanblok (34) is voorzien van geleidingsflenzen (38) die geleidend in sleuven (37) tussen de benen (39) aangrijpen, om verdraaien van het opspanblok (34) in de conische holte (33) te verhinderen.
In het verlengde van de geleidingsrail (5) kan met een handwerktuig volgens de lengterichting van de geleidingsrail (5) op de stelschroef (35) aangegrepen worden.
Door de stelschroef (35) te verdraaien, wordt het opspanblok (34) naar het uiteinde van de geleidingsrail (5) toe getrokken.
Het opspanblok (34) duwt zo de benen (39) uit elkaar.
Deze benen (39) grijpen op de bodem (29), de zijwanden (30) en de flenzen (26) van de geleidingsrail (5) aan om het aanbrenglichaam (13) in de holte van de geleidingsrail (5) te fixeren.
Naast het aanbrenglichaam (13) is de bevestigingsvoet (6a) in de verschillende uitvoeringsvormen voorzien van een verbreding (14). Wanneer het aanbrenglichaam (13) in de aanbrengopening (28) is aangebracht, wordt deze verbreding (14) tot tegen de geleidingsrail (5) aangebracht. Deze verbreding (14) strekt zich dan naast de geleidingsrail (5) uit, binnen het verlengde van de geleidingsrail (5). Aan één zijde is een bevestigingsbeen (15) voorzien, opstaand ten opzichte van de verbreding (14), zodat de buitenzijde ervan zich in het verlengde van een corresponderende zijde van de geleidingsrail (5) kan uitstrekken, wanneer het aanbrenglichaam (13) in de aanbrengopening (28) is aangebracht. In het bevestigingsbeen (15) is een schroef gat (18) voorzien, voor het hier doorheen aanbrengen van een schroef, ter bevestiging van de bevestigingsvoet (6a) aan een wand (2, 9) of een paneel (3).
In de figuren 1 en 2 zijn beide bevestigingsvoeten (6a, 6b) in een eerste positie aan een corresponderend uiteinde (5a, 5b) van de geleidingsrail (5) bevestigd. In deze eerste positie kan de geleidingsrail (5) bijvoorbeeld bevestigd worden aan een verticale muur als wand (2) zoals afgebeeld in de figuren 8 en 9, dit met behulp van niet afgebeelde schroeven doorheen de schroefgaten in beide bevestigingsvoeten (6a, 6b). Het bevestigingslichaam (4) van de overwaaibeveiliging (1) kan daarbij bovenaan een paneel (3) van een vouwpaneel bevestigd worden, zoals te zien is in deze figuren 8 en 9. Aan dit paneel (3) is dan een verder paneel — dat voor de duidelijkheid van de overwaaibeveiliging (1) niet werd afgebeeld - scharnierbaar bevestigd en voorzien van een geleidingselement dat geleid wordt in de afgebeelde paneelgeleidingsrail (32). Wanneer in een dergelijk vouwpaneel, het bevestigingslichaam (4) aan de bovenzijde van het paneel (3) tegen de bovenhoek bevestigd is, die zich in elke positie van het paneel (3) nagenoeg in dezelfde positie bevindt, is de overwaaibeveiliging (1) op een ideale positie opgesteld om dit paneel (3) in een open stand van ongeveer 90° ten opzichte van de wand (2) tegen overwaaien te beveiligen.
Onder andere randvoorwaarden kan de geleidingsrail (5) met de bevestigingsvoeten (6a, 6b) in deze eerste positie bijvoorbeeld ook omgekeerd bevestigd worden aan een binnenzijde van een paneel (3) waarbij het bevestigingslichaam (4) dan aan een wand (2) bevestigd wordt. Hiertoe kan dit bevestigingslichaam (4) bijvoorbeeld bovenaan of onderaan een raamopening bevestigd worden of aan een plafond of een vloer als wand, of onrechtstreeks tegen een verticale muur bevestigd worden, met behulp van bijvoorbeeld een L-profiel.
In de figuren 3 en 4 zijn beide bevestigingsvoeten (6a, 6b) in een tweede positie aan een corresponderend uiteinde (5a, 5b) van de geleidingsrail (5) bevestigd.
In deze tweede positie zijn beide bevestigingsvoeten (6a, 6b) over 90° verdraaid ten opzichte van de eerste positie, dit rond een as volgens de lengterichting (L) van de geleidingsrail (5). In deze tweede positie kan de geleidingsrail (5) bijvoorbeeld bevestigd worden aan een plafond als wand (9) zoals afgebeeld in figuur 10. Een dergelijk plafond (9) kan bijvoorbeeld in een binnenomgeving op een muur met een raamopening aansluiten.
Een dergelijk plafond (9) kan bijvoorbeeld ook in een buitenomgeving gevormd worden door een overkraging van een dak of een bovenliggend balkon, enz.
Net als in de figuren 8 en 9 is ook in deze in figuur 10 afgebeelde uitvoering het bevestigingslichaam (4) bevestigd bovenaan een paneel (3) van een vouwpaneel.
Eén of meerdere niet afgebeelde panelen van dit vouwpaneel zijn scharnierbaar bevestigd aan het afgebeelde paneel (3) en kunnen met behulp van een geleidingselement geleid worden in de afgebeelde paneelgeleidingsrail (32). Ook hier is het bevestigingslichaam (4) bovenaan dit paneel (3) bevestigd, aansluitend op een bovenhoek, die zich in elke positie van het paneel (3) nagenoeg in dezelfde positie bevindt.
Onder andere randvoorwaarden kan de geleidingsrail (5) met de bevestigingsvoeten (6a, 6b) in deze tweede positie bijvoorbeeld ook omgekeerd bevestigd worden in een sleuf in de bovenzijde van een paneel (3) waarbij het bevestigingslichaam (4) dan aan een wand (2) bevestigd wordt.
Om de geleidingsrail (5) in een dergelijke sleuf aan de bovenzijde van een paneel (3) te bevestigen, kunnen de bevestigingsvoeten (6a, 6b) eventueel ook weggelaten worden.
Bij de hierboven beschreven bevestigingsposities van een overwaaibeveiliging (1) is deze overwaaibeveiliging (1) steeds aan een bovenzijde van een paneel (3) bevestigd.
Mutatis mutandis kan deze overwaaibeveiliging (1) afhankelijk van de randvoorwaarden ook telkens op een vergelijkbare manier aan een onderzijde van een dergelijk paneel (3) bevestigd worden.
Afhankelijk van de bevestiging, zal neerslag in verschillende posities moeilijk zonder meer uit de geleidingsrail (5) kunnen afwateren.
Om deze neerslag vlot af te kunnen voeren, is het aanbrenglichaam (13) van de eerste uitvoeringsvorm van de bevestigingsvoet (6a), zoals afgebeeld in figuur 6, aan elke zijde in de lengterichting (L) voorzien van een afwateringssleuf (16), dit over de volledige corresponderende lengte van het aanbrenglichaam (13). Aansluitend op elke afwateringssleuf (16) in het aanbrenglichaam (13) is de verbreding (14) telkens voorzien van een corresponderende afwateringssleuf (17), dit dwars op de lengterichting (L) tot aan de buitenrand.
In gemonteerde toestand van de geleidingsrail (5) kan neerslag die in de holte van de geleidingsrail (5) binnendringt,
zo telkens naast de geleidingsrail (5) afgevoerd worden, dit via de afwateringssleuf (16) die zich in deze positie aan de onderzijde van de geleidingsrail (5) bevindt en via de corresponderende afwateringssleuf (17) in de verbreding (14). Om de neerslag langs weerszijden van het geleidingselement (8) en het stopelement (12) uit de holte in de geleidingsrail (5) af te kunnen voeren, zijn ook het geleidingselement (8) en het stopelement (12) voorzien van afwateringssleuven (22, 23). Het geleidingselement (8) is - in figuur 7 gezien, aan zijn onderzijde — voorzien van een afwateringssleuf (22), die aan één zijde uitmondt.
Verder is - in figuur 7 gezien aan de bovenzijde van het geleidingselement (8) — twee afwateringssleuven (23) voorzien die aan twee zijden van het geleidingselement (8) uitmonden (in figuur
7 gezien aan de bovenzijde van het geleidingselement (8) en aan een corresponderende zijwand van het geleidingselement (8). In plaats van afwateringssleuven (16, 22, 23) te voorzien om neerslag af te voeren, is het alternatief bijvoorbeeld ook mogelijk om één of meerdere afdichtingselement te voorzien om hiermee de toegangssleuf (27) in de geleidingsrail (5) af te dichten.
Om het gewicht van het geleidingselement (8) en het stopelement (12) te beperken, zijn verschillende uitsparingen (24) in dit geleidingselement (8) en dit stopelement (12) voorzien.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Overwaaibeveiliging (1) voor een ten opzichte van een wand (2, 9) opendraaibaar paneel (3), omvattende: — een bevestigingslichaam (4), ter bevestiging van de overwaaibeveiliging (1) aan het paneel (3) of aan de wand (2, 9); — een geleidingsrail (5), die zich hoofdzakelijk volgens een lengterichting (L) uitstrekt; — een eerste bevestigingsvoet (6a), die aan een eerste uiteinde (5a) van de geleidingsrail (5) is voorzien, ter bevestiging van de overwaaibeveiliging (1) aan respectievelijk de wand (2, 9) of het paneel (3); — een tweede bevestigingsvoet (6b), die aan een tweede uiteinde (5b) van de geleidingsrail (5) is voorzien, ter bevestiging van de overwaaibeveiliging (1) aan respectievelijk de wand (2, 9) of het paneel (3); — een geleidingselement (8), dat tussen de uiteinden (Sa, 5b) van de geleidingsrail (5) volgens de lengterichting (L) verschuifbaar ten opzichte van de geleidingsrail (5) is aangebracht; en — een overbrengarm (7), die aan een eerste uiteinde (7a) van deze overbrengarm (7) scharnierbaar aan het bevestigingslichaam (4) is bevestigd en aan een tweede uiteinde (7b) van deze overbrengarm (7) scharnierbaar aan het geleidingselement (8) is bevestigd, met het kenmerk dat elke bevestigingsvoet (6a, 6b) in een eerste positie bevestigbaar is aan het corresponderende uiteinde (Sa, 5b) van de geleidingsrail (5) en in minstens een tweede positie bevestigbaar is aan het corresponderende uiteinde (Sa, 5b) van de geleidingsrail (5), waarbij elke bevestigingsvoet (6a, 6b) in zijn tweede positie rond een as volgens de lengterichting (L) van de geleidingsrail (5) verdraaid is ten opzichte zijn eerste positie.
2. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat elke bevestigingsvoet (6a, 6b) in de tweede positie over 90° verdraaid is rond de as ten opzichte van de eerste positie.
3. Overwaaibeveiliging (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidingsrail (5) uitgevoerd is als een hol profiel dat aan zijn beide uiteinden (5a, 5b) voorzien is van een aanbrengopening (28) en dat elke bevestigingsvoet (6a, 6b) een aanbrenglichaam (13) omvat dat via de aanbrengopening (28) in het corresponderende uiteinde (Sa, 5b) van de geleidingsrail (5) aanbrengbaar is in de holte van de geleidingsrail (5), om de bevestigingsvoet (6a, 6b) aan de geleidingsrail (5) te voorzien.
4. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het holle profiel een nagenoeg vierkante dwarsdoorsnede omvat.
5. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat het aanbrenglichaam (13) aan minstens één zijde voorzien is van een afwateringssleuf (16).
6. Overwaaibeveiliging (1) volgens één van de conclusies 3 tot 5, met het kenmerk dat elke bevestigingsvoet (6a, 6b) voorzien is van een verbreding (14) die, wanneer het aanbrenglichaam (13) van deze bevestigingsvoet (6a, 6b) in de aanbrengopening (28) in het corresponderende uiteinde (Sa, 5b) van de geleidingsrail (5) is aangebracht, zich naast deze geleidingsrail (5) uitstrekt en tegen deze geleidingsrail (5) is aangebracht en voorzien is van een ten opzichte van deze verbreding (14) opstaand bevestigingsbeen (15).
7. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 5 en 6, met het kenmerk dat de verbreding (14) aan minstens één zijde voorzien is van een afwateringssleuf (17) die aansluit op de afwateringssleuf (16) in het aanbrenglichaam (13).
8. Overwaaibeveiliging (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de overwaaibeveiliging (1) een stopelement (12) omvat, dat tussen beide uiteinden (5a, 5b) van de geleidingsrail (5) is bevestigd, ter begrenzing van de schuifbeweging van het geleidingselement (8).
9. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het stopelement (12) in meerdere posities bevestigbaar is waarbij deze posities verspreid zijn volgens de lengterichting (L).
10. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het stopelement (12) identiek is uitgevoerd als het geleidingselement (8).
11. Overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het geleidingselement (8) voorzien is van een aanbrengopening (20) voor het hierin aanbrengen van een scharnieras (11) voor het scharnierend bevestigen van de overbrengarm (7) aan het geleidingselement (8) en dat het geleidingselement (8) voorzien is van een schroefopening (21) voor het hierin aanbrengen van een stelschroef voor het vastzetten van het geleidingselement (8) ten opzichte van de geleidingsrail (5).
12. Overwaaibeveiliging (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (8) aan minstens één zijde voorzien is van een afwateringssleuf (22, 23).
13. Overwaaibeveiliging (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bevestigingslichaam (4) plaatvormig is uitgevoerd.
14. Samenstel van een overwaaibeveiliging (1) volgens conclusie 13 en een paneel (3), waarbij het bevestigingslichaam (4) aan de bovenzijde of aan de onderzijde van het paneel (3) is bevestigd, zodat dit bevestigingslichaam (4) grenst aan een hoek van dit paneel (3).
15. Vouwpaneel, omvattende meerdere panelen (3), die scharnierbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, waarbij minstens één paneel verschuifbaar is ten opzichte van een paneelgeleidingsrail (32), met het kenmerk dat dit vouwpaneel voorzien is van een overwaaibeveiliging (1)
volgens één van de conclusies 1 tot 13.
BE20195544A 2019-08-20 2019-08-20 Overwaaibeveiliging BE1027515B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195544A BE1027515B1 (nl) 2019-08-20 2019-08-20 Overwaaibeveiliging

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195544A BE1027515B1 (nl) 2019-08-20 2019-08-20 Overwaaibeveiliging

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027515A1 BE1027515A1 (nl) 2021-03-16
BE1027515B1 true BE1027515B1 (nl) 2021-03-23

Family

ID=67902280

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195544A BE1027515B1 (nl) 2019-08-20 2019-08-20 Overwaaibeveiliging

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027515B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1283518A (en) * 1970-07-15 1972-07-26 William Newman & Sons Ltd A control system controlling a door, and a door holder suitable for use in said system
GB1398270A (en) * 1971-11-12 1975-06-18 Stanmore Springs Ltd Adjustable door stay
EP0648908A1 (en) * 1993-10-15 1995-04-19 Von Duprin, Inc. Overhead mounted door holder assembly

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1794477A (en) 1927-07-16 1931-03-03 Sodergren Eric Regulator for windows and doors
AT375136B (de) 1979-10-12 1984-07-10 Lindpointner Sonnengluterzeugn Feststeller, insbesondere fuer mehrfluegelige falttore
US5381628A (en) 1994-01-13 1995-01-17 Architectural Builders Hardware Mfg. Inc. Door holder/door stop
CH709555A1 (de) 2014-04-23 2015-10-30 Griesser Holding Ag Überdrehsicherung eines Klappladens.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1283518A (en) * 1970-07-15 1972-07-26 William Newman & Sons Ltd A control system controlling a door, and a door holder suitable for use in said system
GB1398270A (en) * 1971-11-12 1975-06-18 Stanmore Springs Ltd Adjustable door stay
EP0648908A1 (en) * 1993-10-15 1995-04-19 Von Duprin, Inc. Overhead mounted door holder assembly

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027515A1 (nl) 2021-03-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2252957C (en) Partition system including pocket door with light seals
BE1023135B1 (nl) Scherminrichting
US7921608B2 (en) Variable volume container unit hoisting device for lowering and raising a telescopical expansion element with upper and lower elements that cooperate with guide elements and a plurality of lower stops
US5211502A (en) Connection system
US8887337B1 (en) Operable ramp
NL8801856A (nl) Deurrolluik van polycarbonaat met horizontale secties.
CS261861B2 (en) Portable building structures for building formation
US20130212947A1 (en) Load Bearing Structural Closure System
EA009149B1 (ru) Система профильных шин
US5839228A (en) Swing-up sliding door arrangement
EP1528202B1 (en) Mechanism for hanging a gate at an adjustable height on a support
JPH01219260A (ja) 仕切り
US6161335A (en) Balance shoe for reducing the size of a pivotable window sash assembly
KR101761003B1 (ko) 실내 슬라이드 도어의 연동 및 회전장치
BE1027515B1 (nl) Overwaaibeveiliging
KR101303277B1 (ko) 미닫이 창호의 도어 어셈블리 및 이의 조립 방법
US6668899B1 (en) Laterally moving supports for horizontal blinds
US5425409A (en) Door mounting system
GB2213185A (en) Door assembly, particularly for shower enclosures
EP3584397B1 (en) Drainage window sill
WO1996004834A1 (en) Screen of the type having two or more overlapping sliding leaves
WO2005102128A1 (en) Hinge
BE1019074A5 (nl) Scharnierverbinding voor een schermconstructie.
KR20200139860A (ko) 환기창의 잠금장치
NL8501854A (nl) Ventilatieluik met tegenover elkaar gelegen afsluitdeksels.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210323

HC Change of name of the owners

Owner name: ARLU NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: LOUAGE EN WISSELINCK NV

Effective date: 20210623