BE1027414B1 - Lattice girder and method for its manufacture - Google Patents

Lattice girder and method for its manufacture Download PDF

Info

Publication number
BE1027414B1
BE1027414B1 BE20195977A BE201905977A BE1027414B1 BE 1027414 B1 BE1027414 B1 BE 1027414B1 BE 20195977 A BE20195977 A BE 20195977A BE 201905977 A BE201905977 A BE 201905977A BE 1027414 B1 BE1027414 B1 BE 1027414B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lattice girder
thread
wires
threads
cross
Prior art date
Application number
BE20195977A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Luc Vyncke
Original Assignee
Verhelst Bouwmaterialen Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Verhelst Bouwmaterialen Nv filed Critical Verhelst Bouwmaterialen Nv
Priority to BE20195977A priority Critical patent/BE1027414B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1027414B1 publication Critical patent/BE1027414B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/01Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings
    • E04C5/06Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings of high bending resistance, i.e. of essentially three-dimensional extent, e.g. lattice girders
    • E04C5/065Light-weight girders, e.g. with precast parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/16Load-carrying floor structures wholly or partly cast or similarly formed in situ
    • E04B5/17Floor structures partly formed in situ
    • E04B5/23Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated
    • E04B5/29Floor structures partly formed in situ with stiffening ribs or other beam-like formations wholly or partly prefabricated the prefabricated parts of the beams consisting wholly of metal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • E04C3/08Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal with apertured web, e.g. with a web consisting of bar-like components; Honeycomb girders
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • E04C2003/0486Truss like structures composed of separate truss elements
    • E04C2003/0495Truss like structures composed of separate truss elements the truss elements being located in several non-parallel surfaces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Reinforcement Elements For Buildings (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een tralieligger met een eerste en een tweede uiteinde, omvattende minstens één bovendraad, dwarsdraden en twee onderdraden voor elke bovendraad, waarbij genoemde bovendraad en onderdraden in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij de bovendraad en twee onderdraden een driehoekig prisma vormen, waarbij elk van genoemde twee onderdraden verbonden is met genoemde bovendraad middels een spantelement omvattende een dwarsdraad verbonden met een onderdraad op No locaties en verbonden met genoemde bovendraad op Nb locaties, waarbij elk van beide uiteinden van genoemde tralieligger in hoofdzaak overeenstemt met een No locatie. De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke tralieliggers.The invention relates to a lattice girder having a first and a second end, comprising at least one top thread, cross threads and two bobbin threads for each top thread, said top thread and bobbin threads being arranged substantially parallel to each other, the top thread and two bottom threads being a triangular prism. shapes, each of said two bobbin threads being connected to said upper thread by a rafter element comprising a transverse thread connected to a bobbin thread at No locations and connected to said upper thread at Nb locations, each of both ends of said lattice girder substantially corresponding to a No location . The invention further relates to a method for manufacturing such lattice girders.

Description

TRALIELIGGER EN WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDING ERVANLAYER BEAM AND METHOD FOR ITS MANUFACTURE

TECHNISCH DOMEIN De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tralieligger, omvattende twee onderdraden en een bovendraad en dwarsdraden die aan de onderdraden en de bovendraad zijn bevestigd.TECHNICAL FIELD The present invention relates to a lattice girder comprising two bobbin threads and a top thread and transverse threads attached to the bobbin threads and the top thread.

STAND DER TECHNIEK De internationale octrooiaanvrage WO89/00226 beschrijft een tralieligger, waarbij de bovendraad en de beide onderdraden worden verbonden door zigzagvormige dwarsdraden. Deze zigzagvormige dwarsdraden strekken zich uit tot boven de bovendraad en tot onder de onderdraden. Verder is een stompe hoek ingesloten tussen de zigzagbochten en de draad.STATE OF THE ART International patent application WO89 / 00226 describes a lattice girder, in which the upper thread and the two lower threads are connected by zigzag-shaped transverse threads. These zigzag cross threads extend above the top thread and below the bobbin threads. Furthermore, an obtuse angle is included between the zigzag bends and the wire.

De Europese octrooiaanvrage EP O 222 342 beschrijft een tralieligger waarbij de dwarsdraden bestaan uit beugels, waarbij de beugeleinden zijn bevestigd aan een onderdraad en het lijf van de beugel is-bevestigd aan de bovendraad.European patent application EP 0 222 342 describes a lattice girder in which the transverse wires consist of stirrups, the stirrup ends being attached to a lower wire and the body of the stirrup being attached to the upper wire.

De Nederlandse octrooiaanvraag NL 8902468 beoogt een tralieligger te verschaffen die voldoende stijf is, terwijl zoveel mogelijk draad bespaard wordt. Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de dwarsdraden bestaan uit dwarsdraadstukken die met een einde aan de bovendraad en met een ander einde aan een van de beide onderdraden zijn bevestigd. Aldus strekken de dwarsdraadstukken zich in hoofdzaak slechts uit tussen de bovendraad en de respectieve onderdraden, waarbij een dunnere bovendraad kan warden gebruikt. Een nadeel van bovengenoemde is dat de tralieligger is dat deze onvoldoende constructieve sterkte, in het bijzonder trekkracht, verschaft. In het bijzonder tijdens het plaatsen alsook in een constructie, Een ander nadeel van bovengenoemde is dat doorgaans tralieliggers op vooraf bepaalde maten worden geproduceerd, met bijhorende lengtes van prefab betonplaten. Betonplaten die van deze standaard afwijken hebben uitstekende tralieliggers.The Dutch patent application NL 8902468 aims to provide a lattice girder that is sufficiently rigid, while saving as much wire as possible. This is achieved according to the invention in that the transverse threads consist of transverse thread pieces which are attached with one end to the upper thread and with another end to one of the two lower threads. Thus, the transverse thread pieces extend substantially only between the top thread and the respective bottom threads, whereby a thinner top thread can be used. A drawback of the above is that the lattice girder is that it provides insufficient structural strength, in particular tensile strength. In particular during installation as well as in a construction. Another drawback of the above is that lattice girders are usually produced to predetermined dimensions, with corresponding lengths of prefab concrete slabs. Concrete slabs that deviate from this standard have excellent lattice girders.

Daarnaast kan nu worden afgezien van het voorvormen van een zigzagdraad of een beugelvormige dwarsdraad, waardoor de voorbewerkingen en de fabricage van de tralieligger opmerkelijk worden vereenvoudigd en daardoor bedrijfszekerder zijn.In addition, the preforming of a zigzag wire or a bracket-shaped transverse wire can now be dispensed with, as a result of which the pre-processing and the manufacture of the lattice girder are remarkably simplified and therefore more reliable in operation.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De uitvinding betreft een tralieligger volgens conclusie 1.SUMMARY OF THE INVENTION The invention relates to a lattice girder according to claim 1.

Het voordeel van dergelijke tralieligger is dat beide uiteinden van de dwarsdraad steeds in een prefab betonplaat komen te liggen bij productie, Hierdoor zijn geen uitstekende staalpunten aanwezig. Dit is voordelig bij de productie, vervoer en gebruik in de bouwindustrie van de prefab betonplaten. Zo kan sneller en goedkoper gewerkt worden.The advantage of such a lattice girder is that both ends of the transverse wire always come to lie in a prefab concrete slab during production. As a result, there are no protruding steel points. This is advantageous in the production, transport and use in the construction industry of the precast concrete slabs. This makes it possible to work faster and cheaper.

Voorkeursvormen van het eerste aspect zijn beschreven in conclusies 2 tot 12. Een bijzondere voorkeursvorm is beschreven in conclusie 6, Deze verhoogde diameters van de tralieligger maken opnieuw het vervoer en gebruik in de bouwindustrie van de prefab betonplaten gemakkelijker. Tralieliggers met zwaardere en stevigere tralieliggers kunnen minder tralieliggers voor eenzelfde constructie gebruiken. Dit spaart werk uit. Verder kunnen de tralieliggers de betonplaten en de constructie waarvoor deze gebruikt worden beter dragen.Preferred shapes of the first aspect are described in claims 2 to 12. A particularly preferred shape is described in claim 6. These increased lattice girder diameters again facilitate the transportation and use in the construction industry of the precast concrete slabs. Lattice girders with heavier and stronger lattice girders can use fewer lattice girders for the same construction. This saves work. Furthermore, the lattice girders can better support the concrete slabs and the construction for which they are used.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 12.In a second aspect, the invention relates to a method according to claim 12.

De werkwijze staat op een veilige, efficiënte manier toe tralieliggers geschikt voor prefab betonplaten te vervaardigen. Deze tralieliggers en prefab betonplaten kunnen in volgende stappen ook veiliger gebruikt en vervoerd worden.The method makes it possible to manufacture lattice girders suitable for precast concrete slabs in a safe, efficient manner. These lattice girders and precast concrete slabs can also be used and transported more safely in the following steps.

Voorkeursvormen van de werkwijze volgens het tweede aspect zijn beschreven in conclusies 13. Een bijzonder voorkeursvorm is de werkwijze volgens conclusie 13. Het voorzien van een constante spanafstand leidt tot constante materiaaleigenschappen. Dit is voordelig om onnodig overdimensioneren en bij gevolg overmaats gebruik van materiaal tegen te gaan.Preferred forms of the method according to the second aspect are described in claim 13. A particularly preferred form is the method according to claim 13. Providing a constant clamping distance leads to constant material properties. This is advantageous to avoid unnecessary oversizing and, consequently, excessive use of material.

Zo kunnen tralieliggers volgens conclusie 1, en bij gevolg prefab betonplaten die deze tralieliggers omvatten, worden geproduceerd met een wijd scala aan lengtes. Dit in tegenstelling tot tralieliggers die worden aangekocht of geleverd met een constante spanafstand of een gelimiteerd aanbod aan gestandaardiseerde spanafstanden.Thus, lattice girders according to claim 1, and consequently precast concrete slabs comprising these lattice girders, can be produced in a wide variety of lengths. This is in contrast to lattice girders that are purchased or delivered with a constant span distance or a limited range of standardized span distances.

In een derde aspect betreft de uitvinding betonplaten, predalen of breedvloerplaten omvattende een tralieligger volgens conclusie 14, Dergelijke predalen kunnen op een veilige methode vervoerd en gebruikt worden als een constructiemateriaal.In a third aspect, the invention relates to concrete slabs, slabs or wide-floor slabs comprising a lattice girder according to claim 14. Such slabs can be transported and used in a safe method as a construction material.

In een vierde aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van de tralieligger volgens conclusie 15. Dit betreft het gebruik van tralieliggers, breedvloerplaten, predalen en betonplaten zoals hierin beschreven als constructiemateriaal.In a fourth aspect, the invention relates to the use of the lattice girder according to claim 15. This relates to the use of lattice girders, wide-floor slabs, predals and concrete slabs as described herein as construction material.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft tralieliggers en werkwijzen voor het produceren van genoemde tralieliggers.DETAILED DESCRIPTION The invention relates to lattice girders and methods for producing said lattice girders.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.Unless defined otherwise, all terms used in the description of the invention, including technical and scientific terms, have the meaning as commonly understood by those skilled in the art of the invention. For a better assessment of the description of the invention, the following terms are explicitly explained.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment."A", "the" and "it" in this document refer to both the singular and plural unless the context clearly suggests otherwise. For example, “a segment” means one or more than one segment.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.The terms “comprise”, “comprising”, “consisting of”, “consisting of”, “incorporating”, “containing”, “containing”, “comprising”, “comprising”, “containing”, “containing” are synonyms. and are inclusive or open terms that indicate the presence of what follows, and that do not exclude or impede the presence of other components, features, elements, members, steps known from or described in the art.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.Quoting numeric intervals through the endpoints includes all integers, fractions, and / or real numbers between the endpoints, including these endpoints.

Een “breedvloerplaat” is een half-geprefabriceerd vloersysteem, bestaande uit dunne naast elkaar geplaatste gewapende betonplaten en optionele pasplaten. Hierop wordt ter plaatse een betonlaag aangebracht waardoor men op een economische en efficiënte wijze een monoliete volle betonvloer bekomt.A “wide floor slab” is a semi-prefabricated floor system, consisting of thin side-by-side reinforced concrete slabs and optional fitting slabs. A concrete layer is applied to this on site, so that a monolith full concrete floor is obtained in an economical and efficient manner.

De “breedvloerplaten”, ook “predallen” genoemd, doen dienst als verloren bekisting en bevatten de nodige onderwapening. Deze breedvloerplaten zijn half- geprefabriceerde betonplaten omvattende een stalen wapening of “tralieligger”. De ingebetoneerde “tralieliggers” zorgen voor de nodige stijfheid tijdens het transport en de plaatsing. Ze nemen tevens de krachten op ontstaan door het opstorten van de verse betonlaag op de werf. De bovenzijde van de prefabplaten is opgeruwd om samen met de tralieliggers een goede aanhechting te verzekeren met het op de werf aan te brengen beton. Doorgaans wordt de betonlaag pas gestort na het bijplaatsen van de nodige voegwapening volgens de richtlijnen van het studiebureau.The “wide-floor slabs”, also called “predallen”, serve as permanent formwork and contain the necessary under-reinforcement. These wide-floor slabs are semi-prefabricated concrete slabs comprising a steel reinforcement or "lattice girder". The concrete "lattice girders" provide the necessary rigidity during transport and installation. They also absorb the forces caused by the pouring of the fresh concrete layer on site. The top of the prefabricated plates has been roughened to ensure, together with the lattice girders, a good adhesion with the concrete to be applied on site. Usually, the concrete layer is only poured after adding the necessary joint reinforcement according to the guidelines of the engineering office.

De totale uitvoeringsdikte is afhankelijk van het gewenste draagvermogen en de overspanning. Onmiddellijk na het opstorten wordt nagezien of geen niveauverschillen ontstaan zijn aan de onderzijde en wordt het eventuele betonsap van de voegen verwijderd. De perfect gladde onderzijde bekomt men doordat de predallen op metalen bekistingsplaten gevormd worden. De kleine afronding aan de langse zijde zorgt voor een estetische smalle voeg tussen de platen onderling. In een eerste aspect betreft de uitvinding een tralieligger met een eerste en een tweede uiteinde, omvattende minstens één bovendraad, dwarsdraden en twee onderdraden voor elke bovendraad, waarbij genoemde bovendraad en onderdraden in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij de bovendraad en twee onderdraden een driehoekig prisma vormen, waarbij elk van genoemde twee onderdraden verbonden is met genoemde bovendraad middels een spantelement omvattende een dwarsdraad verbonden met een onderdraad op No locaties en verbonden met genoemde bovendraad op Ne locaties, met het kenmerk, dat elk van beide uiteinden van genoemde tralieligger in hoofdzaak overeenstemt met een No locatie, Wanneer een standaard tralieligger doorgeknipt wordt op de gevraagde lengte is er ook meestal een diagonaal doorgeknipt. De uiteinden van een schuine staaf die verticaal is afgeknipt is zeer scherp, die kon leiden tot snijletsels, door talieliggers te maken met volledige driehoeken is dit risico zo goed als verdwenen. Dit laat toe tralieliggers veiliger, gemakkelijker en rapper te produceren, transporteren en plaatsen in een constructie. Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste 5 aspect, waarbij genoemde onderdraden een diameter van 7.5-8.5 mm hebben, genoemde dwarsdraden een diameter van 5.5-6,5 mm hebben, en genoemde bovendraden een diameter van 7.5-14.5 hebben. Deze diameters zijn hoger dan gebruikelijk. Een verhoogde sterkte van de wapeningstaaf laat deze meer bijdragen tot de stabiliteitswapening. Verder laat dit toe de schoorafstanden te optimaliseren tijdens de productie van de predallen. Anderzijds laat het gebruik van bredere onderdraden, bovendraden en dwarsdraden toe het aantal schoorlijnen te verminderen. Bij gevolg wordt minder materiaal en/of minder arbeid voor het plaatsen van de schoorlijnen verricht. Op deze manier kunnen de kosten voor dergelijke tralieliggers worden gedrukt. Het is hierbij evenwel belangrijk dat de verhouding van de diktes van de onderdraden, dwarsdraden en bovendraden op elkaar zijn afgestemd. Bovenstaande diameters zijn geoptimaliseerd m.b.t, predallen en predallen met verhoogde schoorafstand.The total construction thickness depends on the desired load-bearing capacity and the span. Immediately after pouring, it is checked whether no level differences have arisen at the bottom and any concrete sap is removed from the joints. The perfectly smooth underside is obtained because the molds are formed on metal shuttering plates. The small rounding on the long side creates an aesthetic narrow joint between the panels. In a first aspect, the invention relates to a lattice girder having a first and a second end, comprising at least one top thread, cross threads and two bobbin threads for each top thread, said top thread and bobbin threads being arranged substantially parallel to each other, the top thread and two bobbin threads form a triangular prism, each of said two bobbin threads being connected to said top wire by a rafter element comprising a transverse wire joined to a bobbin thread at No locations and joined to said top wire at Ne locations, characterized in that each of both ends of said lattice girder substantially corresponds to a No location. When a standard lattice girder is cut to the required length, a diagonal is usually cut. The ends of an oblique bar that has been cut vertically is very sharp, which could lead to cutting injuries, by making pile beams with full triangles this risk has almost disappeared. This allows lattice girders to be produced, transported and installed in a construction more safely, more easily and more quickly. A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein said bottom wires have a diameter of 7.5-8.5 mm, said cross wires have a diameter of 5.5-6.5 mm, and said top wires have a diameter of 7.5-14.5. These diameters are higher than usual. Increased strength of the reinforcing bar makes it contribute more to the stability reinforcement. Furthermore, this makes it possible to optimize the bracing distances during the production of the pre-slabs. On the other hand, the use of wider bobbin threads, top threads and cross threads allows to reduce the number of braces. As a result, less material and / or less work is done for the placement of the strut lines. In this way the costs for such lattice girders can be reduced. However, it is important that the ratio of the thicknesses of the lower threads, transverse threads and top threads are coordinated with each other. The above diameters have been optimized with regard to predallen and predallen with increased bracing distance.

Een bijzonder voorkeursvorm betreft predallen met verhoogde schoorafstand, waarbij genoemde onderdraden een diameter van 7.5-8.5 mm hebben, genoemde dwarsdraden een diameter van 5.5-6.5 mm hebben, en genoemde bovendraden een diameter van 13.0-14.5 mm hebben.A particularly preferred form relates to slats with increased strut spacing, wherein said lower wires have a diameter of 7.5-8.5 mm, said transverse wires have a diameter of 5.5-6.5 mm, and said upper wires have a diameter of 13.0-14.5 mm.

Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij de spanafstand, gedefinieerd als de afstand tussen twee opeenvolgende verbindingen van de dwarsdraad aan een onderdraad, No en No+1, nagenoeg constant is.A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein the tension distance, defined as the distance between two consecutive connections of the transverse wire to a lower wire, No and No + 1, is substantially constant.

Zo wordt een breedvloerplaat of betonplaat verkregen met constante eigenschappen. Er is geen variatie in de wapeningssterkte ten opzichte van de lengte van de plaat. Dit laat toe onnodige overdimensionering tegen te gaan. Zo wordt ook het gebruik van duurdere en zwaardere breedvloerplaten vermeden.In this way a wide floor slab or concrete slab is obtained with constant properties. There is no variation in the reinforcement strength with respect to the length of the slab. This allows to avoid unnecessary oversizing. This also avoids the use of more expensive and heavier wide-floor slabs.

Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij het relatieve verschil tussen de hoogste en de laagste spanafstand minder dan 1% bedraagt, bij voorkeur bedraagt het relatieve verschil tussen de hoogste en de laagste spanafstand minder dan 0.5%, het liefst bedraagt het relatieve verschil van spanafstand minder dan 0.1%.A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein the relative difference between the highest and the lowest span distance is less than 1%, preferably the relative difference between the highest and the lowest span distance is less than 0.5%, most preferably it is relative difference of span distance less than 0.1%.

Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, genoemde spanafstand minstens 190 mm en hoogstens 210 mm is, bij voorkeur is de spanafstand minstens 195 mm en hoogstens 205 mm is, Genoemde spanafstanden zijn een optimum tussen wapeningssterkte ten gevolge van de tralieligger en het voorzien van tralieliggers in variabele lengtes met nagenoeg constante vorm. Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij de onderdraden, bovendraden en dwarsdraden uit staal zijn vervaardigd, bij voorkeur BE500 staal. BE500 staal is uitermate geschikt voor gebruik in wapeningsnetten, tralieliggers en dergelijke constructieve versteviging. Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij de onderdraden uit gekarteld staal zijn vervaardigd. Gekarteld staal verhoogt de aangrijping van genoemde onderdraden op de prefab betonplaat die deze tralieliggers wapenen.A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, said span distance is at least 190 mm and at most 210 mm, preferably the span distance is at least 195 mm and at most 205 mm. Said span distances are an optimum between reinforcement strength due to the lattice girder and the provided with lattice girders in variable lengths with almost constant shape. A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein the lower wires, top wires and cross wires are made of steel, preferably BE500 steel. BE500 steel is extremely suitable for use in reinforcement meshes, lattice girders and similar structural reinforcement. A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein the lower wires are made of knurled steel. Serrated steel increases the engagement of said lower wires on the precast concrete slab that reinforce these lattice girders.

Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij de dwarsdraden uit glad staal zijn vervaardigd. Glad staal is beter geschikt voor het ter plaatse vormen van tralieliggers dan gekarteld staal. Het is meer betrouwbaar en gemakkelijk te bewerken, waaronder buigen en plooien in een gewenste vormgeving. Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij de onderdraden en de bovendraad uit gekarteld staal zijn vervaardigd, de dwarsdraden uit glad staal zijn vervaardigd.A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein the transverse wires are made of smooth steel. Smooth steel is better suited for on-site forming of lattice girders than serrated steel. It is more reliable and easy to machine, including bending and folding into a desired shape. A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein the lower wires and the upper wire are made of knurled steel, the transverse wires are made of smooth steel.

Gekarteld staal verhoogt de aangrijping van genoemde bovendraden met de constructie waarvoor de afgewerkte betonplaten worden gebruikt. Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat een tralieligger volgens het eerste aspect, waarbij genoemde twee onderdraden voorzien zijn in een steunvlak, met het kenmerk, dat een loodrechte afstand, ten opzichte van genoemd steunvlak, tussen genoemd steunvlak en bovendraden minstens 80 mm en hoogstens 360 mm is. Genoemde afstanden zijn geschikt voor nagenoeg alle constructies waarbij predallen benut worden, In het tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een tralieligger, omvattende de stappen van: a) het onderling parallel voorzien van minstens één bovendraad en voor elke bovendraad twee onderdraden, waarbij de bovendraad en twee onderdraden een driehoekig prisma vormen, b) het voorzien van een veelvoud dwarsdraden, elk omvattende een eerste en een tweede dwarsdraadstuk, waarbij een eerste eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk verbonden is aan een eerste eind van genoemde tweede dwarsdraadstuk; en Cc) het verbinden van elk van genoemd veelvoud dwarsdraden met genoemde bovendraad en één van genoemde twee onderdraden, waarbij voor elk van genoemd veelvoud dwarsdraden een eerste eind van genoemde eerste en tweede dwarsdraadstuk wordt verbonden met genoemde bovendraad, waarbij een tweede eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk wordt verbonden aan één van genoemde twee onderdraden en waarbij een tweede eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk wordt verbonden aan één van genoemde twee onderdraden op een spanafstand ten opzichte van het tweede eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk; en d) het bepalen van genoemde spanafstand op basis van genoemde tralieliggerlengte, waarbij een som van de spanafstanden voor een veelvoud dwarsdraden die aan eenzelfde onderdraad verbonden zijn, in hoofdzaak gelijk is aan de tralieliggerlengte.Serrated steel increases the engagement of said upper wires with the construction for which the finished concrete slabs are used. A preferred embodiment comprises a lattice girder according to the first aspect, wherein said two bobbin wires are provided in a support surface, characterized in that a perpendicular distance, with respect to said support plane, between said support surface and top wires is at least 80 mm and at most 360 mm. Said distances are suitable for almost all constructions in which prongs are used. In the second aspect the invention relates to a method for manufacturing a lattice girder, comprising the steps of: a) providing at least one upper thread in parallel with each other and two lower threads for each upper thread. wherein the top wire and two bobbin threads form a triangular prism, b) providing a plurality of cross wires, each comprising a first and a second cross wire length, wherein a first end of said first cross wire length is connected to a first end of said second cross wire length; and Cc) bonding each of said plurality of transverse threads to said upper thread and one of said two bobbin threads, wherein for each of said plurality of transverse threads a first end of said first and second transverse thread lengths is joined to said upper thread, wherein a second end of said first cross thread piece is joined to one of said two bobbin threads and a second end of said first cross thread piece is joined to one of said two bobbin threads at a tension distance from the second end of said first cross thread piece; and d) determining said tension distance on the basis of said lattice girder length, wherein a sum of the tension distances for a plurality of transverse wires connected to the same lower wire is substantially equal to the lattice girder length.

Deze werkwijze is veiliger tijdens productie. Daarnaast levert genoemde werkwijze een voordelig resultaat. De tralieligger voldoet aan de mechanische vereisten met gebruik van minder materiaal, in het bijzonder staal, dan de prior art. Meer specifiek zijn tralieliggers waarvan een diagonale dwarsdraad niet eindigt in de onderdraad of bovendraad plaatselijk minder sterk. Dit nadeel en bijhorende overdimensionering kan door huidige methode worden vermeden.This method is safer during production. In addition, said method provides an advantageous result. The lattice girder meets the mechanical requirements using less material, in particular steel, than the prior art. More specifically, lattice girders of which a diagonal transverse thread does not end in the lower thread or upper thread are locally less strong. This drawback and associated oversizing can be avoided by the current method.

Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens het tweede aspect, waarbij waarbij het relatieve verschil tussen de hoogste en de laagste spanafstand minder dan 1% bedraagt, bij voorkeur bedraagt het relatieve verschil tussen de hoogste en de laagste spanafstand minder dan 0.5%, het liefst bedraagt het relatieve verschil van spanafstand minder dan 0,1%. Deze werkwijze geeft aanleiding tot een uniforme materiaaleigenschappen in de richting van de tralieligger. Dergelijke materialen zijn gemakkelijker in gebruik. Het ontwerp van constructies wordt aanzienlijk vereenvoudigd bij het gebruik van constante materiaaleigenschappen in de richting van de tralieligger. Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens het tweede aspect, waarbij genoemde spanafstand minstens 190 mm en hoogstens 210 mm is, bij voorkeur is genoemde spanafstand minstens 195 mm en hoogstens 205 mm.A preferred embodiment comprises the method according to the second aspect, wherein the relative difference between the highest and the lowest span spacing is less than 1%, preferably the relative difference between the highest and the lowest span spacing is less than 0.5%, most preferably the relative difference of span distance less than 0.1%. This method gives rise to uniform material properties in the direction of the lattice girder. Such materials are easier to use. The design of structures is considerably simplified when using constant material properties in the direction of the lattice girder. A preferred embodiment comprises the method according to the second aspect, wherein said clamping distance is at least 190 mm and at most 210 mm, preferably said clamping distance is at least 195 mm and at most 205 mm.

Bijzonder voordelig aan huidige werkwijze is het aanpassen van de spanafstand of spanwijdte, Dit kan voor elke tralieligger en bijhorende lengte van betonplaat afzonderlijk worden gedaan, zodat de spanwijdte binnen elke tralieligger alsnog nagenoeg constant is.Particularly advantageous of the current method is the adjustment of the span distance or span. This can be done separately for each lattice girder and associated length of concrete slab, so that the span within each lattice girder is still virtually constant.

Dergelijke werkwijze voor het vervaardigen van een tralieligger op basis van de gewenste lengte van de tralieligger is voordelig gezien deze toelaat een gewenste wapeningsdoorsnede zeer dicht te benaderen. Hierdoor wordt onder meer overmatig metaalgebruik voorkomen.Such a method for manufacturing a lattice girder on the basis of the desired length of the lattice girder is advantageous in that it allows to approach a desired reinforcement cross-section very closely. This prevents, among other things, excessive use of metal.

In een derde aspect betreft de uitvinding predalen of breedvloerplaten omvattende een tralieligger volgens het eerste aspect, of een tralieligger vervaardigd volgens de werkwijze volgens het tweede aspect.In a third aspect, the invention relates to predals or broad floor slabs comprising a lattice girder according to the first aspect, or a lattice girder manufactured according to the method according to the second aspect.

Dergelijke predalen kunnen op een veilige methode vervoerd en gebruikt worden als een constructiemateriaal.Such predals can be safely transported and used as a construction material.

In een vierde aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van de tralieligger volgens het eerste aspect, de breedvloerplaten of predalen volgens het derde aspect als constructiemateriaal. Dergelijke predalen kunnen op een veilige manier worden ingebouwd tot een constructiemateriaal.In a fourth aspect, the invention relates to the use of the lattice girder according to the first aspect, the wide-floor slabs or prongs according to the third aspect as construction material. Such predals can be safely built into a construction material.

VOORBEELDEN VOORBEELD 1-3 : Tralieliggers voor dubbele wanden, standaard predallen en predallen met verhoogde schoorafstand. Tralieliggers worden gemaakt met onderdraden van gekarteld staal @ 8, diagonalen van glad staal © 6, de bovendraden zijn van gekarteld staal en kunnen © 8 voor dubbele wanden (vb. 1), 10 voor standaard predallen (vb. 2) en G14 voor predallen met verhoogde schoorafstand (vb. 3). De onderdraden en diagonalen komen continu van de rol en worden via rollenrichters gericht, de bovendraden worden op lengte van de tralieligger gemaakt en gericht via — rotorrichters. De tralieliggers zijn min. 80 mm hoog en max. 360 mm hoog, elke tussenliggende 10 kan geproduceerd worden. Normaliter is de pas van de driehoeken 200 mm maar in deze machine is de pas variabel tussen 195 mm en 205 mm zodat de tralieligger — altiid begint en eindigt met een volledige driehoek. Dit is interessant voor zelfdragende predallen of predallen met verhoogde schoorafstand. VOORBEELD 4-6 : Betonneren van betonplaten voor dubbele wanden, standaard predallen en predallen met verhoogde schoorafstand.EXAMPLES EXAMPLES 1-3: Lattice girders for double walls, standard girders and girders with increased brace spacing. Lattice girders are made with serrated steel bottom wires @ 8, smooth steel diagonals © 6, the upper wires are serrated steel and can be © 8 for double walls (ex. 1), 10 for standard predallen (ex. 2) and G14 for predallen with increased strut spacing (eg 3). The bobbin threads and diagonals come continuously from the roll and are aligned via roller straighters, the top wires are made to the length of the lattice girder and oriented via rotor straighteners. The lattice girders are min. 80 mm high and max. 360 mm high, any intermediate 10 can be produced. Normally the stride of the triangles is 200 mm but in this machine the stride is variable between 195 mm and 205 mm so that the lattice girder - always starts and ends with a full triangle. This is interesting for self-supporting predalls or predalls with increased bracing distance. EXAMPLE 4-6: Concreting concrete slabs for double walls, standard slats and slats with increased brace spacing.

De tralieliggers volgens voorbeeld 1-3 worden volgens deze procedure gebetonneerd tot voorgefabriceerde (prefab) betonplaten ofwel predallen. De afstandshouders worden geplaatst door een robot. Aan de hand van het ontwerp weet de robot waar zich de staven bevinden, zodat de relatief kleine afstandshouders op de juiste plaats kunnen geplaatst worden. De tralieliggers worden na de productie in een buffer geplaatst en daarna met robots op de juiste positie in de platen gezet.The lattice girders according to examples 1-3 are concreted according to this procedure into prefabricated (prefab) concrete slabs or pre-slabs. The spacers are placed by a robot. Based on the design, the robot knows where the bars are, so that the relatively small spacers can be placed in the right place. After production, the lattice girders are placed in a buffer and then placed in the correct position in the plates by robots.

Er wordt gewerkt met een specifieke samenstelling om een beton te maken dat na 4,00 h een kubusdruksterkte van 24 N/mm? haalt. Deze betonsamenstelling omvat een relatief hoge hoeveelheid cement, lage W/C-factor en weekmaker. Om ecologische overwegingen wordt bij voorkeur gewerkt met grondstoffen die afkomstig zijn van ontginningsgebieden zo dicht mogelijk bij de productievestiging. Het betonneren gebeurt met een betonverdeler die de volle breedte van de tafel in één passage kan volstorten, Het beton wordt door schroeven uit de betonverdeler geduwd. Voor de schroeven zitten kleppen die automatisch openen en sluiten naargelang er al of niet beton moet gestort worden. De te maken predal wordt door de computer in vakjes van 10 cm x 10 cm opgedeeld. De kleppen (10 cm breed) weten automatisch als er in hun vakje beton moet gestort worden, dit in de breedte van de tafel. In de lengte van de tafel weet de betonverdeler waar de platen liggen zodat geen beton gestort wordt op en tussen de bekistingen. Verder staat de betonverdeler op weegcellen, zo weet de betonverdeler i.f.v. het verlies aan gewicht en de gewenste dikte van de plaat wanneer hij sneller of trager moet rijden, De bediener van de betonverdeler brengt een etiket aan op elke plaat. Iedere plaat is uniek een aan de hand van het etiket kan de historiek van de productie teruggevonden worden. Het etiket bevindt zich steeds langs een vooraf bepaalde zijde van de bekistingstafel en is de schone kant van de plaat. Het etiket is ook weergegeven op de legplannen d.m.v. een sterretje. Op deze manier wordt het, op de werf, “verkeerd leggen” (180° gedraaid) van een, op het zicht symmetrische, plaat voorkomen. Na het storten van het beton, wordt het beton verdicht d.m.v. schudden en trillen. Het beton wordt automatisch gerakeld om een ruw oppervlak te bekomen wat een goede hechting verzekerd tussen de predal en het ter plaatse gestort beton.A specific composition is used to make a concrete that after 4.00 h has a cube compressive strength of 24 N / mm? fetches. This concrete composition includes a relatively high amount of cement, low W / C factor and plasticizer. For ecological considerations, we prefer to work with raw materials that come from extraction areas as close as possible to the production site. The concreting is done with a concrete distributor that can pour the full width of the table in one pass. The concrete is pushed out of the concrete distributor by screws. In front of the screws are valves that open and close automatically depending on whether or not concrete needs to be poured. The predal to be made is divided by the computer into sections of 10 cm x 10 cm. The flaps (10 cm wide) automatically know when concrete has to be poured in their compartment, this in the width of the table. In the length of the table, the concrete distributor knows where the plates are, so that no concrete is poured on and between the formwork. Furthermore, the concrete distributor stands on weighing cells, as the concrete distributor knows i.f.v. the loss of weight and the desired thickness of the slab when he has to drive faster or slower, The operator of the concrete distributor applies a label to each slab. Each plate is unique and the history of the production can be found on the basis of the label. The label is always located along a predetermined side of the shuttering table and is the clean side of the plate. The label is also shown on the installation plans by means of an asterisk. In this way, “wrong laying” (rotated 180 °) of an apparently symmetrical plate on site is prevented. After pouring the concrete, the concrete is compacted by means of shaking and vibrating. The concrete is automatically switched to obtain a rough surface, which ensures good adhesion between the predal and the concrete poured on site.

Hierna wordt de tafel in de droogkamer geplaatst, In deze droogkamer wordt de vochtigheid en de temperatuur gecontroleerd, zodat de betonrijpheid kan bepaald worden. In functie van de rijpheid kan er dan ontkist worden.After this, the table is placed in the drying chamber. In this drying chamber the humidity and temperature are controlled, so that the concrete maturity can be determined. Depending on the ripeness, mold can be removed.

Claims (1)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Tralieligger met een eerste en een tweede uiteinde, omvattende minstens één bovendraad, dwarsdraden en twee onderdraden voor elke bovendraad, waarbij genoemde bovendraad en onderdraden in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij de bovendraad en twee onderdraden een driehoekig prisma vormen, waarbij elk van genoemde twee onderdraden verbonden is met genoemde bovendraad middels een spantelement omvattende een dwarsdraad verbonden met een onderdraad op No locaties en verbonden met genoemde bovendraad op Ne locaties, met het kenmerk, dat elk van beide uiteinden van genoemde tralieligger in hoofdzaak overeenstemt met een No locatie.A lattice girder having a first and a second end, comprising at least one top thread, cross threads and two bobbin threads for each top thread, said top thread and bobbin threads being arranged substantially parallel to each other, the top thread and two bottom threads forming a triangular prism, wherein each of said two bobbin threads is connected to said upper thread by a rafter element comprising a transverse thread connected to a bobbin thread at No locations and connected to said upper thread at Ne locations, characterized in that each of the two ends of said lattice girder substantially corresponds to a No location. 2. Een tralieligger volgens conclusie 1, waarbij genoemde onderdraden een diameter van 7.5-8.5 mm hebben, genoemde dwarsdraden een diameter vanA lattice girder according to claim 1, wherein said bobbin wires have a diameter of 7.5-8.5 mm, said transverse wires have a diameter of 5.5-6.5 mm hebben, en genoemde bovendraden een diameter van 7.5-14.5 mm hebben.5.5-6.5 mm, and said upper wires have a diameter of 7.5-14.5 mm. 3. Een tralieligger volgens één van voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij de spanafstand, gedefinieerd als de afstand tussen twee opeenvolgende verbindingen van de dwarsdraad aan een onderdraad, No en No+1, nagenoeg constant is.A lattice girder according to any one of the preceding claims 1 or 2, wherein the tension distance, defined as the distance between two consecutive connections of the transverse wire to a lower wire, No and No + 1, is substantially constant. 4. Tralieligger volgens conclusie 3, waarbij het relatieve verschil tussen de hoogste en de laagste spanafstand minder dan 1% bedraagt, bij voorkeur bedraagt het relatieve verschil tussen de hoogste en de laagste spanafstand minder dan 0.5%, het liefst bedraagt het relatieve verschil van spanafstand minder dan 0.1%. 5, Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 3 of 4, met het kenmerk, dat genoemde spanafstand minstens 190 mm en hoogstens 210 mm is, bij voorkeur is de spanafstand minstens 195 mm en hoogstens 205 mm is,Lattice girder according to claim 3, wherein the relative difference between the highest and the lowest span distance is less than 1%, preferably the relative difference between the highest and the lowest span distance is less than 0.5%, most preferably the relative difference of span distance is less than 0.1%. Lattice girder according to any one of the preceding claims 3 or 4, characterized in that said span distance is at least 190 mm and at most 210 mm, preferably the span spacing is at least 195 mm and at most 205 mm, 6. Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-5, waarbij de onderdraden, bovendraden en dwarsdraden uit staal zijn vervaardigd, bij voorkeur BE500 staal.Lattice girder as claimed in any of the foregoing claims 1-5, wherein the lower wires, upper wires and transverse wires are made of steel, preferably BE500 steel. 7. Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-6, waarbij de onderdraden uit gekarteld staal zijn vervaardigd.Lattice girder as claimed in any of the foregoing claims 1-6, wherein the lower wires are made of knurled steel. 8. Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-7, waarbij de dwarsdraden uit glad staal zijn vervaardigd.Lattice girder as claimed in any of the foregoing claims 1-7, wherein the transverse wires are made of smooth steel. 9, Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-8, waarbij de bovendraad uit gekarteld staal is vervaardigd.Lattice girder according to any one of the preceding claims 1-8, wherein the upper wire is made of knurled steel. 10,Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-9, waarbij de onderdraden en de bovendraad uit gekarteld staal zijn vervaardigd, de dwarsdraden uit glad staal zijn vervaardigd.Lattice girder according to any one of the preceding claims 1-9, wherein the lower wires and the upper wire are made of knurled steel, the transverse wires are made of smooth steel. 11.Tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-10, waarbij genoemde twee onderdraden voorzien zijn in een steunvlak, met het kenmerk, dat een loodrechte afstand, ten opzichte van genoemd steunvlak, tussen genoemd steunvlak en bovendraden minstens 80 mm en hoogstens 360 mm is,Lattice girder according to any one of the preceding claims 1-10, wherein said two lower wires are provided in a support surface, characterized in that a perpendicular distance, with respect to said support surface, between said support surface and upper wires is at least 80 mm and at most 360 mm. is, 12. Werkwijze voor het vervaardigen van een tralieligger, omvattende de stappen van: a) het onderling parallel voorzien van minstens één bovendraad en voor elke bovendraad twee onderdraden, waarbij de bovendraad en twee onderdraden een driehoekig prisma vormen, b) het voorzien van een veelvoud dwarsdraden, elk omvattende een eerste en een tweede dwarsdraadstuk, waarbij een eerste eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk verbonden is aan een eerste eind van genoemde tweede dwarsdraadstuk; en c) het verbinden van elk van genoemd veelvoud dwarsdraden met genoemde bovendraad en één van genoemde twee onderdraden, waarbij voor elk van genoemd veelvoud dwarsdraden een eerste eind van genoemde eerste en tweede dwarsdraadstuk wordt verbonden met genoemde bovendraad, waarbij een tweede eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk wordt verbonden aan één van genoemde twee onderdraden en waarbij een tweede eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk wordt verbonden aan één van genoemde twee onderdraden op een spanafstand ten opzichte van het tweede eind van genoemde eerste dwarsdraadstuk; met het kenmerk, dat de werkwijze verder de stap omvat van : d) het bepalen van genoemde spanafstand op basis van genoemde tralieliggerlengte, waarbij een som van de spanafstanden voor een veelvoud dwarsdraden die aan eenzelfde onderdraad verbonden zijn, in hoofdzaak gelijk is aan de tralieliggerlengte.12. Method for manufacturing a lattice girder, comprising the steps of: a) providing at least one upper thread in parallel with each other and two bobbin threads for each upper thread, the upper thread and two bobbin threads forming a triangular prism, b) providing a plurality of cross wires, each comprising a first and a second cross wire length, a first end of said first cross wire length being connected to a first end of said second cross wire length; and c) bonding each of said plurality of cross threads to said upper thread and one of said two bobbin threads, wherein for each of said plurality of cross threads a first end of said first and second cross thread lengths is joined to said upper thread, wherein a second end of said first cross thread piece is joined to one of said two bobbin threads and a second end of said first cross thread piece is joined to one of said two bobbin threads at a tension distance from the second end of said first cross thread piece; characterized in that the method further comprises the step of: d) determining said tension distance based on said lattice girder length, wherein a sum of the tension distances for a plurality of transverse wires connected to the same lower wire is substantially equal to the lattice girder length . 13. Werkwijze voor het vervaardigen van een tralieligger volgens conclusie 12, waarbij genoemde spanafstand minstens 190 mm en hoogstens 210 mm is, bij voorkeur is genoemde spanafstand minstens 195 mm en hoogstens 205 mm.A method of manufacturing a lattice girder according to claim 12, wherein said span distance is at least 190mm and at most 210mm, preferably said span spacing is at least 195mm and at most 205mm. 14. Betonplaat, breedvloerplaat of predal omvattende een tralieligger volgens één van de voorgaande conclusies 1-11.Concrete slab, wide-floor slab or predal comprising a lattice girder according to any of the preceding claims 1-11. 15, Gebruik van een tralieligger volgens één van voorgaande conclusies 1-11, of een betonplaat, breedvloerplaat of predal volgens conclusie 14 als constructiemateriaal.Use of a lattice girder according to any one of the preceding claims 1-11, or a concrete slab, wide-floor slab or predal according to claim 14 as construction material.
BE20195977A 2019-12-24 2019-12-24 Lattice girder and method for its manufacture BE1027414B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195977A BE1027414B1 (en) 2019-12-24 2019-12-24 Lattice girder and method for its manufacture

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195977A BE1027414B1 (en) 2019-12-24 2019-12-24 Lattice girder and method for its manufacture

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1027414B1 true BE1027414B1 (en) 2021-02-01

Family

ID=69232691

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195977A BE1027414B1 (en) 2019-12-24 2019-12-24 Lattice girder and method for its manufacture

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027414B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010044144A1 (en) * 2008-10-15 2010-04-22 株式会社アイ・テック Production device of self-supported truss
EP2599929A1 (en) * 2011-12-02 2013-06-05 Intersig NV Asymmetrical lattice girder
AT13915U1 (en) * 2013-03-06 2014-11-15 Progress Maschinen & Automation Ag girder

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2010044144A1 (en) * 2008-10-15 2010-04-22 株式会社アイ・テック Production device of self-supported truss
EP2599929A1 (en) * 2011-12-02 2013-06-05 Intersig NV Asymmetrical lattice girder
AT13915U1 (en) * 2013-03-06 2014-11-15 Progress Maschinen & Automation Ag girder

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1650371A1 (en) Integral, mixed, structural construction system
US3577504A (en) Method of manufacturing a girder with a web of reinforced and/or prestressed concrete
US1974730A (en) Steel girder for concrete structures
EP3235967A1 (en) Reinforced concrete slab, especially a floor slab and a floor system
BE1027414B1 (en) Lattice girder and method for its manufacture
CN212026574U (en) Adopt building floor slab rebar structure of encorbelmenting of steel bar truss template
EP1881111A2 (en) A bridge and a method for the construction of a bridge
CN112575946A (en) Prefabricated coincide floor of assembled
KR20160086435A (en) Concrete deck for girder bridge using prestressed force and band stirrups
KR20180008206A (en) Concrete Precast Slab
EP3327200B1 (en) Prefabricated bridge girder
WO1996021069A1 (en) A structural member
KR101701416B1 (en) Precast Concrete Deck for Long-Span Slab and the Slab using it
KR102293286B1 (en) Dual reinforcing bar web manufacturing apparatus and dual reinforcing bar web manufactured thereby
US869724A (en) Reinforced concrete construction.
CN211665536U (en) Prestressed U-shaped combined cross-section beam bridge
US1790495A (en) Joist
CN219671801U (en) Pretensioned prestressing double-beam precast slab
CN218758195U (en) Angle steel truss prestressing force superimposed sheet
CN220928370U (en) Support-free composite floor slab
AU707101B2 (en) A structural member
CN220620639U (en) Node of steel bar truss floor carrier plate perpendicularly intersecting with concrete beam
CN110952651B (en) Cantilever building floor slab reinforcing steel structure adopting reinforcing steel truss template and reinforcing steel bar arrangement method
CN111980258B (en) Method for installing reinforced expansion net cage
CN213897735U (en) Precast concrete coincide floor

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210201