BE1026948B1

BE1026948B1 - Deurprofiel en bijhorend zelfklemmend scharnier en zelfklemmende adapter

Info

Publication number: BE1026948B1
Application number: BE20195000A
Authority: BE
Inventors: Louis Cortvriendt; Lander Herreman; Frene Joost De
Original assignee: Argent Alu Nv
Priority date: 2019-01-03
Filing date: 2019-01-03
Publication date: 2020-08-04
Also published as: EP3677745A1; BE1026948A1

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een deurprofiel, omvattende een wandprofiel en een beslagprofiel, waarbij het beslagprofiel een in hoofdzaak U-vormige goot omvat, welke U-vormige goot twee opstaande ribben en een verbindingsrib omvat, waarbij de U-vormige goot minstens één klemribbe omvat op één van de opstaande ribben; het deurprofiel verder omvattende minstens één zelfklemmende adapter, de adapter omvattende een opneemlichaam waarbij het opneemlichaam minstens één klemelement omvat, en waarbij het klemelement een klemplaat omvat met een breedteprofiel gedimensioneerd om tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe te passen, en met een lengteprofiel gedimensioneerd om niet tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe te passen, waarbij de klemplaat roteerbaar is ten opzichte van de adapter; en waarbij tussen de genoemde klemribbe en de verbindingsrib een in hoofdzaak vlakke sleuf wordt gedefinieerd geschikt voor het vast inklemmen van de genoemde klemplaat. Verdere aspecten betreffen een zelfklemmend scharnier en een zelfklemmende adapter.

Description

t BE2019/5000

DEURPROFIEL EN BIJHOREND ZELFKLEMMEND SCHARNIER EN ZELFKLEMMENDE ADAPTER

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op deuren, deurprofielen en bijhorend deurbeslag. Meer bepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied van de onzichtbare opname van deurbeslag in een deurprofiel.

STAND DER TECHNIEK US 3 001 224 beschrijft een zevenassig scharnier, welke toelaat het scharnier grotendeels onzichtbaar in een wand op te nemen. Bevestiging van het scharnier aan een deur en / of wand, gebeurt middels bouten of schroeven. Dit impliceert dat de montage vooraf grondig dient opgemeten en gepland te worden en dat er geen aanpassing en/ of afregeling ter plekke mogelijk is, niet bij montage, noch achteraf. Met het oog op een onzichtbare opstelling van het scharnier, is afregeling echter een belangrijk aspect, daar slechts een kleine afwijking nefast kan zijn voor het esthetisch resultaat. EP 1 780 357 openbaart een meerassig scharnier geschikt voor een onzichtbare opname in een deurprofiel, welk scharnier een zekere afregeling toelaat na montage. De mate waarin afregeling mogelijk is, is echter beperkt en omvat een veelvoud aan handelingen waarbij één of meerdere schroeven volledig of gedeeltelijk dienen losgeschroefd te worden en de verplaatsing van het scharnier ten opzichte van een bevestigingsplaat manueel dient te worden uitgevoerd. Gezien de beperkte afregelmogelijkheden, blijft grondige opmeting vooraf essentieel, en dient het deurprofiel op maat te worden geproduceerd naar de specifieke montageomstandigheden. Slechts kleine foutmarges zijn hierbij door afregeling te compenseren. Er is bijgevolg nood aan een scharnier, of bij uitbreiding deurbeslag, dat onzichtbaar kan worden opgenomen in een wand en / of deurprofiel en dat een modulaire bevestiging toelaat, waardoor de nood aan opmeting en maatwerk vooraf wordt gereduceerd, en (de)montage, aanpassing en afregeling eenvoudig uit te voeren zijn, met een uitstekend esthetisch resultaat als gevolg. Hierbij dient ookopgemerkt te worden dat linksdraaiende of rechtsdraaiende deuren onderling eenvoudig aangepast kunnen. Zo kan ook eenvoudig van scharnier gewisseld worden, zonder dat hiertoe extra verspanende bewerkingen nodig zijn op het profiel, wat de structurele sterkte hiervan zou kunnen reduceren.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Tot dit doel verschaft de huidige uitvinding in een eerste aspect een deurprofiel volgens conclusie 1. Het deurprofiel volgens de onderhavige uitvinding heeft als voordeel dat deurbeslag kan worden aangebracht in een adapter, welke eenvoudig kan worden gemonteerd in een hiervoor geschikte sleuf, voorzien in het deurprofiel.

Het voorbereiden van het deurprofiel wordt hierdoor overbodig, en montage ter plekke verloopt snel en efficiënt. Eventuele fouten tijdens opmeting kunnen ter plekke geremedieerd worden aangezien het deurprofiel niet permanent werd aangepast aan de opmetingen en de positie van het deurbeslag in het deurprofiel achteraf nog kan gewijzigd worden.

Voorkeursvormen van het deurprofiel worden weergegeven in de volgconclusies 2 tot en met 13.

In een tweede aspect betreft de onderhavige uitvinding een zelfklemmend scharnier volgens conclusie 14.

Voorkeursvormen van het scharnier worden weergegeven in de volgconclusies 15 tot en met 23.

Een derde aspect betreft een zelfklemmende adapter volgens conclusie 24, met voorkeursvormen weergegeven in de volgconclusies 25 tot en met 27.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een frontaal aanzicht van een geopend scharnier volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2a geeft een eerste dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, weer van een geopend scharnier volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2b geeft een tweede dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, weer van een geopend scharnier volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 3a toont een perspectivisch aanzicht van een adapter volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 3b geeft een onder-, voor- en zijaanzicht weer van een adapter volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 4 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 5a geeft een perspectivisch aanzicht weer van een deurprofiel volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding, waarin een zelfklemmende adapter wordt aangebracht. Figuur 5b geeft een perspectivisch aanzicht weer van een deurprofiel met een daarin gemonteerde zelfklemmende adapter volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 6 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel volgens een andere voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 7a geeft een perspectivisch aanzicht weer van een deurprofiel volgens een andere voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding, waarin een zelfklemmende adapter wordt aangebracht. Figuur 7b geeft een perspectivisch aanzicht weer van een deurprofiel met een daarin gemonteerde zelfklemmende adapter volgens een andere voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 8 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 9 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De onderhavige uitvinding betreft een deurprofiel omvattende een adapter geschikt voor de modulaire opname van deurbeslag.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

> BE2019/5000 Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en / of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding betreft een deurprofiel omvattende een wandprofiel en een beslagprofiel, waarbij dit wandprofiel één of meerdere bevestigingsmiddelen omvat voor het bevestigen van het deurprofiel in een deuropening, en waarbij het beslagprofiel een in hoofdzaak U-vormige goot omvat welke U-vormige goot zich uitstrekt in de lengterichting van het deurprofiel.

De U-vormige goot is geschikt voor het opnemen van deurbeslag, waarbij de in hoofdzaak U-vormige goot twee opstaande ribben en een verbindingsrib omvat. De in hoofdzaak U-vormige goot omvat verder minstens één klemribbe op één van de opstaande ribben, bij voorkeur minstens één klemribbe op beide opstaande ribben. Het deurprofiel omvat verder minstens één zelfklemmende adapter, geschikt voor het onderling verbinden van deurbeslag en het beslagprofiel. De genoemde adapter omvat hierbij een opneemlichaam, waarbij het opneemlichaam minstens één klemelement omvat, geschikt voor het inklemmen van het opneemlichaam in het beslagprofiel. Het klemelement omvat een klemplaat, dewelke een breedteprofiel en een lengteprofiel heeft in het vlak van de klemplaat, hetwelk breedteprofiel gedimensioneerd is om tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en/of om tussen de twee overstaande klemribben te passen, en hetwelk lengteprofiel gedimensioneerd is om niet tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en / of om niet tussen de twee overstaande klemribben te passen. De klemplaat is hierbij roteerbaar ten opzichte van de adapter om een as dewelke het vlak gedefinieerd door het lengte- en breedteprofiel snijdt, bij voorkeur loodrecht snijdt. Tussen de genoemde minstens één klemribbe en de verbindingsrib wordt een in hoofdzaak vlakke sleuf gedefinieerd, geschikt voor het vast inklemmen van de genoemde klemplaat.

Courant wordt deurbeslag in een deurprofiel bevestigd middels vijzen, bouten en / of andere koppelingsmiddelen, welke vereisen dat het deurprofiel wordt voorbereid op de genoemde bevestiging. Deze voorbereiding omvat bijvoorbeeld het voorboren en / of —frezen van gaten in het deurprofiel. Bijgevolg dient voor de courante bevestiging van deurbeslag in het deurprofiel, elk deurprofiel op maat te worden aangepast teneinde een vlotte montage ter plekke toe te laten. Dergelijke voorbereiding en aanpassing op maat vergt aanzienlijk veel tĳd en haalt de efficiëntie van het productieproces naar beneden. Bovendien dienen vooraf eenaanzienlijk aantal opmetingen plaatst te vinden. Eventuele fout aangepaste deurprofielen zijn gezien de aard van de aanpassingen slechts moeilijk achteraf te corrigeren of bij te stellen.

5 Het deurprofiel volgens de onderhavige uitvinding komt aan deze problemen tegemoet, daar het deurbeslag niet in het deurprofiel gemonteerd dient te worden middels eerder genoemde koppelingswijzen, maar kan aangebracht worden in de sleuf geschikt voor het vast inklemmen van het genoemde deurbeslag, meer bepaald de adapter. Het voorbereiden van het deurprofiel wordt hierdoor overbodig, en montage ter plekke verloopt snel en efficiënt. Eventuele fouten tijdens opmeting kunnen ter plekke geremedieerd worden aangezien het deurprofiel niet permanent werd aangepast aan de opmetingen en de positie van het deurbeslag in het deurprofiel achteraf nog kan gewijzigd worden.

Bij voorkeur heeft de klemplaat een maximale dimensie X in het lengteprofiel, en een maximale dimensie Y in het breedteprofiel. Hierbij is X groter dan Y, is de dimensie Y kleiner dan de kortste afstand tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en / of de kortste afstand tussen de twee overstaande klemribben, en is de dimensie X groter dan genoemde kortste afstand tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en/of de kortste afstand tussen de twee overstaande klemribben. Genoemde dimensies X en Y garanderen een vlotte vast- en loskoppeling van de adapter in het deurprofiel en verhogen verder de montage- efficiëntie.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat de U-vormige goot twee naar elkaar toe gerichte klemribben, welke klemribben evenwijdig aan de verbindingsrib zijn georiënteerd en elk bij voorkeur loodrecht zijn gekoppeld op één van de opstaande ribben, waarbij de in hoofdzaak vlakke sleuf zich tussen de genoemde klemribben en de verbindingsrib definieert. De aanwezigheid van twee klemribben zorgt voor een stevigere inklemmig van de adapter in het deurprofiel, waarbij voornamelijk de klemplaat wordt belast. Belasting op het opneemlichaam van de adapter zelf wordt hierbij verlaagd.

Bij voorkeur staan de twee naar elkaar toe gerichte klemribben op een zelfde relatieve hoogte ten opzichte van de verbindingsrib ingeplant op de opstaande ribben, en is de dimensie X groter dan de kortste afstand tussen de twee klemribben, waarbij de dimensie Y kleiner is dan de kortste afstand tussen de tweeklemribben. Een in hoofdzaak symmetrische positie van de klemribben in de U- vormige goot zoals hier beschreven, zorgt voor een gelijkmatige belasting op het klemelement en de adapter, waardoor een stabielere inklemming van de adapter in het deurprofiel kan worden verkregen.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm staan de twee naar elkaar toe gerichte klemribben op een onderling verschillende relatieve hoogte ten opzichte van de verbindingsrib ingeplant op de opstaande ribben, waarbij de dimensie X groter is dan de kortste afstand tussen de klemribben, bij voorkeur groter dan de kortste afstand tussen elke klemribbe en de respectievelijke opstaande ribbe overstaand ten opzichte van de klemribbe; en waarbij de dimensie Y kleiner is dan de kortste afstand tussen elke klemribbe en de respectievelijke opstaande ribbe overstaand ten opzichte van de klemribbe, bij voorkeur kleiner is dan de kortste afstand tussen de twee klemribben in een vlak loodrecht op de richting in dewelke de opstaande ribben zich uitstrekken. De adapter kan hierbij slechts op één manier in het deurprofiel worden ingeklemd, wat het risico op een fout georiënteerde montage minimaliseert. Bovendien is de adapter uitermate eenvoudig in de U- vormige opening te brengen als gevolg van deze asymmetrische opbouw.

De één of meerdere klemribben strekken zich volgens een uitvoeringsvorm substantieel over gans de lengte van de U-vormige goot uit. De positie van verschillende adapters is bijgevolg volledig vrij te kiezen over de volledig benutte lengte van het in een wand gemonteerde deurprofiel.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm strekken de één of meerdere klemribben zich tot de vrije uiteinden van de opstaande ribben uit. Bijgevolg wordt een stevigere, doch minder lichte constructie, verkregen welke in staat is zwaardere deuren en / of zwaarder deurbeslag op te nemen.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft de vlakke sleuf een hoogte-breedteratio welke begrepen is tussen 1:5 en 1:15. Deze hoogte-breedteratio laat toe deurbeslag in het deurprofiel te klemmen middels een klemelement met beperkte dimensies, terwijl een stevige en duurzame inklemming wordt verwezenlijkt. De beperkte dimensies zijn bijzonder voordelig indien een compacte, bij voorkeur nagenoeg onzichtbare, opstelling van deurbeslag in het deurprofiel wordt beoogd.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat het deurprofiel een uitsparing geschikt voor het opnemen van een afdichtingsprofiel. De locatie van de genoemde uitsparing is veranderlijk naargelang de deur binnen- of buitendraaiend wordt gemonteerd. De uitsparing situeert zich bij voorkeur steeds aan de zijde van de sluitrichting van de deur teneinde een optimale afdichting tussen de deur en het deurprofiel te garanderen. Bij buitendraaiende deuren omvat het deurprofiel bij voorkeur een uitsparing welke zich in hoofdzaak centraal tussen het wand- en het beslagprofiel bevindt. Bij binnendraaiende deuren omvat het deurprofiel bij voorkeur een uitsparing welke zich op het beslagprofiel bevindt, aan de zijde tegenoverstaand aan het wandprofiel. Het afdichtingsprofiel is volgens een uitvoeringsvorm vervaardigd uit een elastisch materiaal, geschikt voor afdichtend en omsluitend opnemen van een deurpaneel in het deurprofiel. De dikte van het deurprofiel is variabel naargelang de dikte van de te monteren deur.

Het deurprofiel volgens de onderhavige uitvinding is volgens een uitvoeringsvorm geschikt voor het opnemen van deuren met een dikte tussen 40 en 50 mm. Bij voorkeur hebben de deuren een dikte van 40 en / of 44 mm.

De twee opstaande ribben van de in hoofdzaak U-vormige goot zijn volgens een uitvoeringsvorm elk voorzien van een zich in de lengterichting uitstrekkende uitstulping. De uitstulping laat toe één of meerdere additionele deurbeslagelementen in het deurprofiel aan te brengen, dit louter door het snel en eenvoudig inklikken van het genoemde deurbeslagelement achter de uitstulping. Het genoemde deurbeslagelement omvatten hiertoe bij voorkeur één of meer clips die complementair zijn aan de uitstulping van het deurprofiel. Een mogelijk deurbeslagelement omvat een afdekelement, welk afdekelement geschikt is om de U-vormige goot af te sluiten en/of af te dekken. Bij voorkeur is dergelijk afdekelement hiertoe U-vormig, omvattende twee opstaande ribben en een verbindingsrib, waarbij de opstaande ribben in de U-vormige goot van het deurprofiel kunnen worden aangebracht, waarbij de verbindingsrib naar de buitenzijde van het deurprofiel is gericht. Hierdoor ontstaat een eenvoudige en esthetische afdekking en / of afsluiting van de U-vormige goot van het deurprofiel. Bij voorkeur omvatten de opstaande ribben van het afdekelement elk een clip, welke clips zich in de lengterichting uitstrekken en complementair zijn aan de uitstulping van het deurprofiel.

In een meer concreet geval, is het genoemde afdekelement geschikt om de open ruimte van de U-vormige goot, tussen twee daarin aangebrachte scharnieren, af te dekken, waardoor een esthetische, en bij voorkeur naadloze afdichting van de U- vormige goot wordt bekomen, tussen de verschillende scharnieren in. De genoemde uitstulping is dus in het bijzonder voordelig voor het minimalistisch, tot onzichtbaar, opnemen van deurbeslag in een deurprofiel, waarbij open ruimtes tussen in het profiel opgenomen deurbeslag, esthetisch worden afgedicht. Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat het klemelement een klemschroef, welke zich dwars uitstrekt doorheen het opneemlichaam uitstrekt, en loodrecht is gekoppeld op het vlak van de klemplaat. De klemschroef laat toe de klemplaat van het klemelement, welke zich tijdens montage in het deurprofiel situeert, eenvoudig te manipuleren vanaf het tegenoverstaand vlak, welke zich buiten het deurprofiel bevindt. Het scharnier kan met andere woorden eenvoudig worden vastgeklemd in het deurprofiel, middels één of meerdere manipulaties ter hoogte van het tegenoverstaand vlak, welk vlak tijdens de montage gemakkelijk te bereiken is. Bovendien zijn de genoemde manipulaties op zichzelf uitermate eenvoudig, daar louter een schroevende beweging dient uitgevoerd te worden.

Bij voorkeur is de klemplaat roteerbaar ten opzichte van de adapter via de klemschroef, over een hoek welke begrepen is tussen 60° en 120°. Regulier deurbeslag wordt doorgaans middels vijzen of bouten gemonteerd in een deurprofiel, waarbij een groot aantal schroefbewegingen en / of omwentelingen van de vijs of bout noodzakelijk is teneinde een stevige bevestiging te bekomen. Hierbij zijn vaak diverse hulpmiddelen, zoals elektrische schroefmachines, pluggen etc. noodzakelijk. De zelfklemmende adapter volgens de onderhavige uitvinding vereist echter slechts één omwentelingsbeweging begrepen tussen 60° en 120° teneinde een stevige bevestiging te bewerkstelligen. Hierbij zijn geen hulpmiddelen vereist, daar de klemplaat rechtstreeks in het deurprofiel wordt aangespannen. Deze montagewijze is aanzienlijk sneller dan courant gekende montagewijzen en laat toe het betreffende deurbeslag reeds op voorhand in de adapter te bevestigen, waardoor slechts de montage van de adapter in het deurprofiel ter plekke dient te gebeuren.

Meer bij voorkeur is het klemelement roteerbaar over een hoek van 90°. Hierbij is het klemelement roteerbaar tussen een eerste positie, in hoofdzaak evenwijdig met de lengterichting van het deurprofiel, en een tweede positie, in hoofdzaak loodrechtop de lengterichting van het deurprofiel. De verplaatsing van de eerste naar de tweede positie spant de klemplaat op in het deurprofiel en bewerkstelligt de vaste montage van de adapter in het deurprofiel. Montage van een zelfklemmende adapter volgens de onderhavige uitvinding is bijgevolg aanzienlijk snel, en bovendien eenvoudig en eenduidig uit te voeren, onafhankelijk van het aan te brengen deurbeslag. De klemplaat is volgens een uitvoeringsvorm substantieel vierhoekig, bij voorkeur substantieel rechthoekig, waarbij minstens twee, bij voorkeur twee, tegenoverstaande hoeken van de klemplaat afgerond zijn. Afgeronde hoeken vereenvoudigen het inklemmen van de klemplaat in het deurprofiel. Hierbij wordt een lagere weerstand ervaren bij manipulatie van het klemelement, en bij het inklemmen van het scharnier in het deurprofiel, dit zonder de stevigheid van de montage nadelig te beïnvloeden. Dit verhoogt verder de efficiëntie van het montageproces. Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een zelfklemmend scharnier, omvattende een eerste opneemlichaam, geschikt voor koppeling van het scharnier in de genoemde deur; en een tweede opneemlichaam, geschikt voor koppeling van het scharnier in het genoemde deurprofiel, omvattende een aan het deurprofiel gelegen vlak en een tegenoverstaand vlak. Het zelfklemmend scharnier omvat een scharnierverbinding welke het eerste opneemlichaam en het tweede opneemlichaam scharnierend met elkaar verbindt; waarbij het tweede opneemlichaam minstens één klemelement omvat, geschikt voor het inklemmen van het tweede opneemlichaam in het deurprofiel. Het klemelement omvat hierbij een klemplaat, welke klemplaat bij voorkeur in hoofdzaak rechthoekig is, met dimensies X en Y — waarbij X groter is dan Y — en is gepositioneerd ter hoogte van het aan het deurprofiel gelegen vlak, en waarbij de klemplaat roteerbaar is evenwijdig met dit vlak.

Het scharnier met het genoemde klemelement met de genoemde klemplaat heeft als voordeel dat het scharnier zelfklemmend in een deurprofiel kan worden gemonteerd. De term "zelfklemmend” kan in de context van de onderhavige uitvinding worden geïnterpreteerd als zijnde eenvoudig te monteren, zonder de nood aan technische voorbereiding van scharnier, noch deurprofiel.

Normaliter vereist het bevestigen van een scharnier in een deurprofiel een zekere voorbereiding, zoals het boren en / of frezen van gaten in het deurprofiel en / of in de wand waarin het deurprofiel is aangebracht, teneinde het scharnier te kunnen bevestigen middels vijzen, bouten of andere koppelingsmiddelen.

Deurprofielen worden in deze context vaak op voorhand op maat gezaagd.

Diverse voorbereidingen, zoals het voorboren en / of -frezen van gaten in het deurprofiel, worden eveneens voordien uitgevoerd, wat een vlotte montage ter plekke toelaat.

Dergelijke aanpak vereist echter dat elke individuele situatie vooraf wordt opgemeten en dat zowel het deurprofiel als het scharnier op de individuele situatie worden afgestemd.

Dit maakt de productie van zowel deurprofiel als scharnier vrij omslachtig en complex, daar voor elke individuele situatie andere meetgegevens in rekening worden gebracht.

Elk deurprofiel dat geproduceerd wordt is als het ware uniek.

Niet alleen vereist dit een grondige, nauwkeurige, en bijgevolg tijdsintensieve voorbereiding; dit impliceert ook dat aanpassingen of modificaties ter plekke uitgesloten zijn.

Het zelfklemmend scharnier volgens de onderhavige uitvinding laat toe het scharnier te monteren in het deurprofiel middels het klemelement met de genoemde klemplaat.

Het scharnier spant zich als het ware op in een geschikte sleuf of uitsparing in het deurprofiel.

Deze zelfklemmende bevestiging van het scharnier in het deurprofiel vereist geen enkele voorbereiding.

Concreet is er geen noodzaak aan het voorboren van gaten in het deurprofiel ter bevestiging van het scharnier en kan ter plekke worden beslist waar in het deurprofiel het scharnier wordt gemonteerd.

Dit laat een sterk vereenvoudigde productie van het deurprofiel en het scharnier toe, i.e. niet elk deurprofiel wordt uniek geproduceerd, met grote tijdswinst als gevolg.

Bovendien heeft dergelijke zelfklemmende bevestiging als voordeel dat à la minute kan worden ingespeeld op omgevingsfactoren of onverwachte omstandigheden en dat het aantal noodzakelijke opmetingen vooraf aanzienlijk wordt ingeperkt.

Een bijkomend voordeel bestaat erin dat ook na montage nog aanpassingen kunnen worden doorgevoerd daar de positie van het scharnier eenvoudig kan worden gewijzigd.

Tegenover deze grote modulariteit en aanpasbaarheid staat echter geen toename van de dimensies van het scharnier, integendeel, de bevestigingswijze middels het genoemde klemelement is uitermate compact, dit in tegenstelling tot vijzen of bouten welke zich vaak tot diep in het deurprofiel of de wand uitstrekken.

Hierdoor is het onderhavige zelfklemmende scharnier het uitermate geschikt voor een minimalistische, tot onzichtbare, opstelling.

Bij voorkeur omvat het klemelement van het zelfklemmend scharnier een klemschroef, welke zich dwars uitstrekt doorheen het tweede opneemlichaam, van het aan het deurprofiel gelegen vlak tot het tegenoverstaande vlak, en welke loodrecht is gekoppeld op het vlak van de klemplaat. De klemschroef laat toe de klemplaat van het klemelement, welke zich tijdens montage in het deurprofiel situeert, eenvoudig te manipuleren vanaf het tegenoverstaand vlak, welke zich buiten het deurprofiel bevindt. Het scharnier kan met andere woorden eenvoudig worden vastgeklemd in het deurprofiel, middels één of meerdere manipulaties ter hoogte van het tegenoverstaand vlak, welk vlak tijdens de montage gemakkelijk te bereiken is. Bovendien zijn de genoemde manipulaties op zichzelf uitermate eenvoudig, daar louter een schroevende beweging dient uitgevoerd te worden. Volgens een uitvoeringsvorm van het zelfklemmend scharnier, is het klemelement roteerbaar omheen de klemschroef, over een hoek welke begrepen is tussen 60° en 120°. Reguliere scharnieren worden doorgaans middels vijzen of bouten gemonteerd in een deurprofiel, waarbij een groot aantal schroefbewegingen en / of omwentelingen van de vijs of bout noodzakelijk is teneinde een stevige bevestiging te bekomen. Hierbij zijn vaak diverse hulpmiddelen, zoals elektrische schroefmachines, pluggen etc. noodzakelijk. Het zelfklemmend scharnier volgens de onderhavige uitvinding vereist echter slechts één omwentelingsbeweging begrepen tussen 60° en 120° teneinde een stevige bevestiging te bewerkstelligen. Hierbij zijn geen hulpmiddelen vereist, daar de klemplaat rechtstreeks in het deurprofiel wordt aangespannen. Deze montagewijze is aanzienlijk sneller dan courant gekende montagewijzen. Bij voorkeur is het klemelement roteerbaar over een hoek van 90°. Hierbij is het klemelement roteerbaar tussen een eerste positie, in hoofdzaak evenwijdig met de lengterichting van het deurprofiel, en een tweede positie, in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van het deurprofiel. De verplaatsing van de eerste naar de tweede positie spant de klemplaat op in het deurprofiel en bewerkstelligt de vaste montage van het scharnier in het deurprofiel. Montage van een zelfklemmend scharnier volgens de onderhavige uitvinding is bijgevolg aanzienlijk snel, en bovendien eenvoudig en eenduidig uit te voeren.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat de klemplaat minstens twee afgeronde hoeken. Afgeronde hoeken vereenvoudigen het inklemmen van deklemplaat in het deurprofiel. Hierbij wordt een lagere weerstand ervaren bij manipulatie van het klemelement, en bij het inklemmen van het scharnier in het deurprofiel, dit zonder de stevigheid van de montage nadelig te beïnvloeden. Dit verhoogt verder de efficiëntie van het montageproces.

Het scharnier omvat volgens een uitvoeringsvorm twee klemelementen, wat de klemsterkte van het scharnier in het deurprofiel verhoogt. Hierdoor kan het scharnier een grotere massa, of dus een zwaardere en / of grotere deur dragen dan wanneer slechts één klemelement aanwezig is.

De scharnierverbinding van het zelfklemmend scharnier omvat volgens een uitvoeringsvorm een eerste scharnierarm en een tweede scharnierarm. De eerste scharnierarm en de tweede scharnierarm zijn middels een hoofdscharnierpen onderling scharnierend aan elkaar zijn gekoppeld en zodanig ten opzichte van het eerste en het tweede opneemlichaam opgesteld, dat ze scharnierbaar zijn tussen een open stand van het scharnier en een gesloten stand van het scharnier. In de genoemde open stand strekken de scharnierarmen zich hoofdzakelijk buiten de opneemlichamen uit, en in de gesloten stand strekken de scharnierarmen zich nagenoeg volledig binnen de opneemlichamen uit. Bij verplaatsen van het scharnier tussen diens open stand en diens gesloten stand bewegen de scharnierarmen zodanig dat zij de respectievelijke opneemlichamen enkel via één zijde van het opneemlichaam gedeeltelijk verlaten of binnentreden. De specifieke opbouw en beweging van het scharnier laat toe dit scharnier onzichtbaar in een deurprofiel te monteren, waarbij een deur in diens gesloten toestand volledig aansluit op het omliggende deurprofiel en het scharnier volledig in de door het deurprofiel en de deur omvatte ruimte is ingebed. Het scharnier laat op deze manier toe de deuropening een esthetisch en minimalistisch uiterlijk te geven. Bij voorkeur is de eerste scharnierarm aan een eerste uiteinde middels een eerste bevestigingsscharnierpen scharnierend aan het eerste opneemlichaam gekoppeld; en is de tweede scharnierarm aan een eerste uiteinde middels een tweede bevestigingsscharnierpen scharnierend aan het tweede opneemlichaam gekoppeld. Hierbij wordt de eerste scharnierarm aan een tweede uiteinde middels een geleidingspen in minstens één geleidingssleuf van het tweede opneemlichaam geleid; en is de tweede scharnierarm aan een tweede uiteinde middels een derde bevestigingsscharnierpen aan het eerste opneemlichaam gekoppeld. De tweede scharnierarm omvat tussen de hoofdscharnierpen en de derdebevestigingsscharnierpen twee scharnierdeelarmen, welke deelarmen tussen de hoofdscharnierpen en de derde bevestigingsscharnierpen onderling scharnierend met elkaar zijn verbonden middels een tussenscharnierpen. Het scharnier omvat bijgevolg in zijn totaliteit 6 assen. Door het voorzien van een 6-assig scharnier kan een onzichtbaar scharnier compacter uitgevoerd worden dan reeds gekende onzichtbare scharnieren. Het 6-assig zelfklemmend scharnier volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de scharnierarmen bij verplaatsen van het scharnier tussen diens open stand en diens gesloten stand de respectievelijke opneemlichamen enkel via één zijde van het opneemlichaam gedeeltelijk verlaten of binnentreden, laat toe de genoemde opneemlichamen compacter uit te voeren, met een compacter scharnier en een compacter deurprofiel als gevolg. Om de compactheid van het zelfklemmende scharnier verder te verhogen, kan de geleidingssleuf recht, schuin, gebogen of S-vormig worden uitgevoerd, dit naargelang de gewenste afstand tussen de hoofdscharnierpen en de opneemlichamen. Bij een schuine stand van de geleidingssleuf, wordt een minimale afstand tussen de hoofdscharnierpen en de opneemlichamen bekomen. Hierdoor kan de eerste scharnierarm ingekort worden en kan de geleidingssleuf eveneens korter uitgevoerd worden. Door het korter uitvoeren en schuin opstellen van de geleidingssleuf kan de inbouwdiepte van het tweede opneemlichaam in het deurprofiel en / of de wand aanzienlijk ingekort worden. Het tweede opneemlichaam omvat volgens een uitvoeringsvorm een vast deel, een geleidend verplaatsbaar deel, omvattende de geleidingssleuf, en een scharnierend verplaatsbaar deel, omvattende de tweede bevestigingsscharnierpen, waarbij het scharnierend verplaatsbare deel middels een stelscharnierpen scharnierend is gekoppeld aan het geleidend verplaatsbare deel. De genoemde elementen, verder ook instelmogelijkheden, laten toe de positie van een deur ten opzichte van een deurprofiel of wand niet enkel initieel nauwkeurig af te stellen, maar ook, wanneer na verloop van tĳd verschillende elementen, zoals een wand, een vloer, een deurprofiel etc. zich ten gevolge van uitzetting, krimp en / of slijtage door gebruik ten opzichte van elkaar verplaatsen, deze positie bij te regelen. De genoemde geleidingssleuf van het tweede opneemlichaam is in dit geval bij voorkeur in het geleidend verplaatsbare deel voorzien.

Bij voorkeur is het scharnierend verplaatsbare deel scharnierend verplaatsbaar ten opzichte van het geleidend verplaatsbare deel middels een regelschroef. Dergelijkeregelschroef is volgens een uitvoeringsvorm in staat het scharnierend verplaatsbare deel te verplaatsen, waarbij dit scharnierend verplaatsbaar deel een regelsleuf omvat, en waarbij de regelschroef een schotelvormige verbreding omvat, welke schotelvormige verbreding in de genoemde regelsleuf aangrijpt. De positie van de schotelvormige verbreding in een richting loodrecht op het tegenoverstaand vlak van het tweede opneemlichaam is hierbij verstelbaar met behulp van de regelschroef, waardoor bij het instellen van de positie van de schotelvormige verbreding ten opzichte van het vaste deel, het scharnierend verplaatsbare deel scharnierend wordt verplaatst ten opzichte van het vaste deel. Met een “schotelvormige verbreding” wordt in de context van de onderhavige uitvinding een verbreding bedoeld die concentrisch omheen de lengteas van de regelschroef is opgebouwd en die bij toenemende afstand van deze as smaller wordt. Middels bovenstaande instelmiddelen, wordt een voordelige scharnierende verplaatsing mogelijk ter nauwkeurige afstelling van het scharnier ten opzichte van het deurprofiel. Teneinde een volkomen onzichtbare opstelling van het scharnier tussen het deurprofiel en de deur te bekomen, zijn deze nauwkeurige afstelmogelijkheden van het scharnier een bijzonder voordeel.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm is het geleidend verplaatsbaar deel schuivend verplaatsbaar ten opzichte van het vaste deel middels één of meerdere stelschroeven. Dergelijk zelfklemmend scharnier laat een nauwkeurige afregeling toe van het scharnier ten opzichte van het deurprofiel, in de lengterichting van het deurprofiel.

Het zelfklemmend scharnier volgens voorgaande uitvoeringsvormen omvat mogelijks een derde scharnierarm, die aan een eerste uiteinde met behulp van een vierde bevestigingsscharnierpen scharnierend aan het eerste opneemlichaam is bevestigd, en aan een tweede uiteinde met behulp van een geleidingspen in minstens één geleidingssleuf van het tweede opneemlichaam wordt geleid, welke derde scharnierarm middels de hoofdscharnierpen scharnierend met de eerste scharnierarm en de tweede scharnierarm is gekoppeld. De tweede scharnierarm is hierbij tussen de eerste en de derde scharnierarm opgesteld. Een scharnier met een derde scharnierarm heeft als voordeel dat een grotere en / of zwaardere deur kan gedragen worden door het scharnier en dat eventuele doorbuiging van het scharnier in open toestand wordt geminimaliseerd.

Een derde aspect van de onderhavige uitvinding betreft een zelfklemmende adapter, geschikt voor het onderling verbinden van deurbeslag met een deurprofiel, omvattende een opneemlichaam, welk opneemlichaam één of meerdere verbindingspunten omvat voor het koppelen van het genoemde deurbeslag aan het opneemlichaam, en waarbij het opneemlichaam minstens één klemelement omvat, geschikt voor het inklemmen van het opneemlichaam in het deurprofiel. Het klemelement omvat hierbij een klemplaat, welke klemplaat bij voorkeur in hoofdzaak rechthoekig is, met dimensies X en Y waarbij X groter is dan Y, welke klemplaat is gepositioneerd ter hoogte van het aan het deurprofiel gelegen vlak, en waarbij de klemplaat roteerbaar is evenwijdig met dit vlak. Met de term “deurbeslag” wordt in de context van de onderhavige uitvinding eender welk onderdeel bedoeld welk mogelijks dient gemonteerd te worden in een deurprofiel of deur. Voorbeelden van deurbeslag zijn scharnieren, sloten, schuiven en grendels.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de zelfklemmende adapter een opneemlichaam, welk opneemlichaam één of meerdere verbindingspunten omvat voor het koppelen van het genoemde deurbeslag aan het opneemlichaam, en waarbij het opneemlichaam minstens één klemelement omvat, geschikt voor het inklemmen van het opneemlichaam in het deurprofiel. Het klemelement omvat hierbij een klemplaat met een breedteprofiel en een lengteprofiel dewelke verschillend zijn, en dewelke klemplaat roteerbaar is bevestigd ten opzichte van het opneemlichaam over een as substantieel loodrecht op het vlak van de klemplaat. Door een verschil in lengteprofiel ten opzichte van breedteprofiel aan te bieden, laat de adapter inklemming toe in een profiel zoals beschreven in de uitvinding. In de praktijk zal dit neerkomen op het lengteprofiel dat een grotere maximale lengtedimensie heeft dan het breedteprofiel een maximale breedtedimensie heeft, maar alternatief zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij dit niet het geval is, en het breedteprofiel aangepast is om een ‘sleutel’ te vormen voor slotposities in een profiel die passage doorlaten, waarbij het lengteprofiel de passage niet toelaat.

Natuurlijk heeft dit als nadeel dat inklemming enkel mogelijk is op genoemde slotposities.

De adapter met het genoemde klemelement met de genoemde klemplaat heeft als voordeel dat de adapter, en bijgevolg elk hiervoor geschikt deurbeslag, zelfklemmend in een deurprofiel kan worden gemonteerd. Waar de montage van deurbeslag normaliter één of meerdere handelingen zoals boren en / of frezen van gaten in het deurprofiel en / of in de wand waarin het deurprofiel is aangebrachtvereist, alsook het bevestigen middels vijzen, bouten of andere koppelingsmiddelen van dit deurbeslag, is dit niet langer een noodzaak indien de onderhavige adapter wordt gebruikt.

De zelfklemmende volgens de onderhavige uitvinding laat toe het deurbeslag rechtstreeks in de adapter te monteren, zonder hierbij rekening tehouden met de beoogde locatie ten opzichte van het deurprofiel.

De adapter kan immers ter plekke in het deurprofiel worden gemonteerd middels het klemelement met de genoemde klemplaat.

De adapter en het hierin opgenomen deurbeslag, spannen zich als het ware op in een geschikte sleuf of uitsparing in het deurprofiel.

Deze zelfklemmende bevestiging van de adapter in het deurprofiel vereist geenenkele voorbereiding, noch enige opmeting vooraf.

Dit laat een sterk vereenvoudigde productie van het deurprofiel en het deurbeslag toe, i.e. niet elk deurprofiel wordt uniek geproduceerd, met grote tijdswinst als gevolg.

Een bijkomend voordeel bestaat erin dat ook na montage nog aanpassingen kunnen worden doorgevoerd daar de positie van de adapter en het hierin opgenomen deurbeslag eenvoudig kan worden gewijzigd.

De onderhavige zelfklemmen de adapter is uitermate geschikt voor een minimalistische, tot onzichtbare, montage van deurbeslag in een deurprofiel.

Bij voorkeur omvat het klemelement een klemschroef, welke zich dwars uitstrekt doorheen het opneemlichaam, en loodrecht gekoppeld is op het vlak van de klemplaat.

De klemschroef laat de eenvoudige manipulatie van het klemelement bij montage toe.

Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm is het klemelement roteerbaar over de klemschroef, over een hoek welke begrepen is tussen 60° en 120°. Hierdoor is slechts één omwentelingsbeweging vereist, welke beweging de correcte inklemming van de adapter in een deurprofiel garandeert.

Bij voorkeur is het klemelement roteerbaar over een hoek van 90°. Hierbij is het klemelement roteerbaar tussen een eerste positie, in hoofdzaak evenwijdig met de lengterichting van het deurprofiel, en een tweede positie, in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van het deurprofiel.

De verplaatsing van de eerste naar de tweede positie spant de klemplaat op in het deurprofiel en bewerkstelligt de vaste montage van de adapter in het deurprofiel.

Montage van een zelfklemmende adapter volgensde onderhavige uitvinding is bijgevolg aanzienlijk snel, en bovendien eenvoudig en eenduidig uit te voeren, onafhankelijk van het aan te brengen deurbeslag.

De klemplaat is volgens een uitvoeringsvorm substantieel vierhoekig, bij voorkeur substantieel rechthoekig, waarbij minstens twee, bij voorkeur twee, tegenoverstaande hoeken van de klemplaat afgerond zijn. Afgeronde hoeken verlagen de weerstand bij het inklemmen, wat de efficiëntie van het montageproces verhoogt.

De adapter omvat volgens een uitvoeringsvorm twee klemelementen, wat de klemsterkte van de adapter in het deurprofiel verhoogt. Hierdoor kan deurbeslag met grotere massa gedragen worden dan wanneer slechts één klemelement aanwezig is.

Een vierde aspect van de onderhavige uitvinding betreft een deurprofiel zoals beschreven in voorgaande uitvoeringsvormen, zonder adapter of scharnier. Het deurprofiel is geschikt voor het inklemmen van deurbeslag voorzien van één of meerdere klemelementen zoals in voorgaande uitvoeringsvormen beschreven, doch kan tevens worden aangewend zonder ingebruikname van de aanwezige onderdelen welke in klemmogelijkheden voorzien.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

GEDETAI LLEERDE FI GUURBESCHRIJVING Het in Fig. 1 getoonde zelfklemmend scharnier 20, omvat een eerste opneemlichaam 201 en een tweede opneemlichaam 202, welke respectievelijk geschikt zijn voor het opnemen van het scharnier in een deur en een deurprofiel. Beide opneemlichamen 201, 202 zijn scharnierend aan elkaar verbonden middels de scharnierverbinding 200. Het tweede opneemlichaam 202 omvat klemelementen 214, 215, waarvan de klemschroeven zichtbaar zijn. De klemelementen 214, 215 maken het mogelijk om het tweede opneemlichaam 202 zelfklemmend te bevestigen aan een deurprofiel en strekken zich uit dwars doorheen het tweede opneemlichaam 202. De klemelementen 214, 215 zijn hierbij roteerbaar over een hoek van 90°.

De scharnierverbinding 200 van het weergegeven scharnier 20 omvat een eerste scharnierarm 203 en een tweede scharnierarm 205, waarbij de eerste scharnierarm 203 en de tweede scharnierarm 205 middels een hoofdscharnierpen 207 onderling scharnierend aan elkaar zijn gekoppeld, zoals weergegeven in Fig.

2. De hoofdscharnierpen 207 vormt de centrale as, ook wel de rotatiehartlijn genoemd, waarrond het volledige scharnier 20 zich beweegt. De genoemde scharnierarmen 203, 205 zijn zodanig ten opzichte van het eerste 201 en het tweede opneemlichaam 202 opgesteld, dat ze scharnierbaar zijn tussen een open stand van het scharnier 20, waarin de scharnierarmen 203, 205 zich hoofdzakelijk buiten de opneemlichamen 201, 202 uitstrekken, en een gesloten stand van het scharnier 20, waarin de scharnierarmen 203, 205 zich nagenoeg volledig binnen de opneemlichamen 201, 202 uitstrekken. De scharnierarmen 203, 205 bewegen zich louter binnen en buiten de opneemlichamen 201, 202 via één zijde van de opneemlichamen 201, 202, welke de frontaal weergegeven zijden zijn in Fig. 1, bij verplaatsing van het scharnier 20 tussen diens open stand en diens gesloten stand. Het scharnier weergegeven in de Figuren 1, 2a en 2b omvat een derde scharnierarm 222, die aan een eerste uiteinde 2224 met behulp van een vierde bevestigingsscharnierpen 223 scharnierend aan het eerste opneemlichaam 201 is bevestigd, en aan een tweede uiteinde 222b met behulp van een geleidingspen 224 in geleidingssleuf 209 van het tweede opneemlichaam 202 wordt geleid. De derde scharnierarm 222 is middels de hoofdscharnierpen 207 scharnierend met de eerste scharnierarm 203 en de tweede scharnierarm 205 gekoppeld, en de tweede scharnierarm 205 is hierbij tussen de eerste 203 en de derde scharnierarm 222 opgesteld. In Fig. 2a wordt weergegeven hoe de eerste scharnierarm 203 aan een eerste uiteinde 2034 middels een eerste bevestigingsscharnierpen 204 scharnierend aan het eerste opneemlichaam 201 is gekoppeld. De tweede scharnierarm 205 is, equivalent aan de eerste scharnierarm 203, aan een eerste uiteinde 2054 middels een tweede bevestigingsscharnierpen 206 scharnierend aan het tweede opneemlichaam 202 gekoppeld. De eerste scharnierarm 203 wordt hierbij aan een tweede uiteinde 203b middels een geleidingspen 208 in een geleidingssleuf 209 van het tweede opneemlichaam 202 geleid. De tweede scharnierarm 205 is aan een tweede uiteinde 205b, middels een derde bevestigingsscharnierpen 210 aan het eerste opneemlichaam 201. De tweede scharnierarm 205 omvat tussen de hoofdscharnierpen 207 en de derde bevestigingsscharnierpen 210 tweescharnierdeelarmen 211, 212, welke deelarmen tussen de hoofdscharnierpen 207 en de derde bevestigingsscharnierpen 210 onderling scharnierend met elkaar zijn verbonden middels een tussenscharnierpen 213. Het tweede opneemlichaam 202 omvat een vast deel 216, een geleidend verplaatsbaar deel 217, welk geleidend verplaatsbaar deel 217 de geleidingssleuf 209 omvat, en een scharnierend verplaatsbaar deel 218, welk scharnierend verplaatsbaar 217 deel de tweede bevestigingsscharnierpen 206 omvat.

Het scharnierend verplaatsbare deel is middels een stelscharnierpen 219 scharnierend gekoppeld aan het geleidend verplaatsbare deel 217. Het scharnierend verplaatsbare deel 218 is scharnierend verplaatsbaar ten opzichte van het geleidend verplaatsbare deel 217 middels een regelschroef 220, zoals weergegeven in Fig. 2b.

Het geleidend verplaatsbare deel 217 is schuivend verplaatsbaar ten opzichte van het vaste deel 216 middels twee stelschroeven 221, weergegeven in Fig. 1. Fig. 3a en 3b geven een adapter 30 weer volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

De zelfklemmende adapter 30 omvat een opneemlichaam 301 met verbindingspunten 302, 303 voor het koppelen van deurbeslag aan het opneemlichaam 301. De adapter doet dienst als koppelingsstuk tussen het genoemde deurbeslag en het deurprofiel waarin het deurbeslag gemonteerd wordt.

De adapter wordt in het deurprofiel bevestigd middels één of meerdere klemelementen 304, 305, welke elk een klemplaat 306, 307 omvatten, welke klemplaat in hoofdzaak rechthoekig is, en gelegen is aan het tegenoverstaand vlak, ie. het vlak welke in het deurprofiel gericht is.

In Fig. 3b is de vorm van de klemplaten 306, 307 beter zichtbaar, met weergave van de afgeronde hoeken.

De klemelementen 304, 305 omvatten een klemschroef welke zich dwars uitstrekt doorheen het opneemlichaam 301, van het aan het deurprofiel gelegen vlak tot het tegenoverstaande vlak, en loodrecht gekoppeld is op het vlak van de klemplaat 306, 307. Het klemelement 304, 305 is hierbij roteerbaar omheen de klemschroef, over een hoek van 90°. Figuur 4 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel 10 volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Het weergegeven deurprofiel 10 is bij uitstek geschikt voor het opnemen van deurbeslag voor buitendraaiende deuren, i.e. deuren welke opendraaien weg van het wandprofiel 101. De opbouw van het deurprofiel 10 laat het opnemen van deurbeslag toe, waarbij een deur danig kan worden opgesteld dat zij in geslotentoestand volledig vlak binnen het deurprofiel is vervat.

Op deze manier is de deur aan haar opendraaiende zijde, i.e. weg van het wandprofiel 101 nagenoeg onzichtbaar vervat in het deurprofiel.

Het wandprofiel 101 omvat verschillende bevestigingsmiddelen 103 welke geschikt zijn voor het bevestigen van hetdeurprofiel 10 aan en /of in een wand.

Wandafwerking, zoals bepleistering, gebeurt ter hoogte van de afwerkingsmiddelen 111. In praktijk wordt het deurprofiel 10 aan diens bevestigingsmiddelen 103 bij voorkeur volledig vervat in de wandopbouw, teneinde een onzichtbare opstelling van het deurprofiel 10 te bekomen.

Het beslagprofiel 102 omvat een U-vormige goot 104 geschikt voor hetopnemen van deurbeslag.

Het deurbeslag zit hierbij vervat tussen twee opstaande ribben 1054, 105b en een verbindingsrib 106 van deze U-vormige goot 104. Op de opstaande ribben 1054, 105b positioneren zich twee naar elkaar toe gerichte klemribben 1074, 107b, welke klemribben 1074, 107b evenwijdig aan de verbindingsrib 106 zijn georiënteerd.

Tussen de klemribben 1074, 107b en deverbindingsrib 106 definieert zich een vlakke sleuf 108 waarin het deurbeslag kan worden ingeklemd.

Het deurprofiel 10 is verder voorzien van een uitsparing 109 geschikt voor het opnemen van een afdichtingsprofiel.

Het afdichtingsprofiel is bij voorkeur vervaardigd uit een elastisch materiaal en garandeert een dichte afsluiting tussen het deurprofiel en het hierin opgenomen vlak van de deur.

De dikte van hetafdichtingsprofiel kan worden gekozen in functie van de afmetingen van de deur.

In Fig. 5a en 5b wordt duidelijker weergegeven hoe deurbeslag, in dit geval een adapter volgens de onderhavige uitvinding, in het deurprofiel kan worden opgenomen.

Een vaste bevestiging van deurbeslag in het deurprofiel wordt bekomen door de vaste inklemming van de klemplaten 306, 307 in de vlakke sleuf 108 van het deurprofiel 10. Figuur 6 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel 10 volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding.

Het weergegeven deurprofiel 10 is bij uitstek geschikt voor het opnemen van deurbeslag voor binnendraaiende deuren, i.e. deuren welke opendraaien naar het wandprofiel 101 toe.

De opbouw van het deurprofiel 10 laat het opnemen van deurbeslag toe, waarbij een deur danig kan worden opgesteld dat zij in gesloten toestand volledig vlak binnen het deurprofiel is vervat.

Op deze manier is de deur aan haar dichtdraaiende zijde, i.e. weg van het wandprofiel 101 nagenoeg onzichtbaar vervat in het deurprofiel.

Het wandprofiel 101 omvat equivalent aan het deurprofiel 10, geschikt voor buitendraaiende deuren, bevestigingsmiddelen 103 welke geschikt zijn voor het bevestigen van het deurprofiel 10 aan en / of ineen wand. In praktijk wordt het deurprofiel 10 aan diens bevestigingsmiddelen 103 bij voorkeur volledig vervat in de wandopbouw, teneinde een onzichtbare opstelling van het deurprofiel 10 te bekomen. Wandafwerking, zoals bepleistering, gebeurt ter hoogte van de afwerkingsmiddelen 111. Equivalent aan het deurprofiel 10, geschikt voor buitendraaiende deuren, omvat het beslagprofiel 102 een U-vormige goot 104 geschikt voor het opnemen van deurbeslag. De opname van het deurbeslag vindt eveneens plaats tussen twee opstaande ribben 1054, 105b en een verbindingsrib 106 van de U-vormige goot 104. Inklemmen van de klemplaten 306, 307 van het deurbeslag is tevens mogelijk in de door de klemribben 1074, 107b gedefinieerde vlakke sleuf 108, zoals is weergegeven in Fig. 7a en 7b. Het deurprofiel 10 is verder voorzien van een uitsparing 109 geschikt voor het opnemen van een afdichtingsprofiel. Deze uitsparing 109 is gesitueerd aan de buitenzijde van het beslagprofiel 102. Deze positie laat de dichte afsluiting tussen het deurprofiel 10 en het hierin opgenomen vlak van de deur toe, waarbij de deur opendraait naar het wandprofiel 101 toe. De dikte van het afdichtingsprofiel kan worden gekozen in functie van de afmetingen van de deur. In Fig. 7a en 7b wordt duidelijker weergegeven hoe deurbeslag, in dit geval een adapter volgens de onderhavige uitvinding, in het deurprofiel kan worden opgenomen. Een vaste bevestiging van deurbeslag in het deurprofiel wordt bekomen door de vaste inklemming van de klemplaten 306, 307 in de vlakke sleuf 108 van het deurprofiel

10. Fig. 8 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel 10 volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding. Genoemde voorkeursvorm toont in het bijzonder een deurprofiel 10 met twee klemribben 1074, 107b gepositioneerd op verschillende hoogten op de opstaande ribben 1054, 105b ten opzichte van de verbindingsrib 106 (of verschillende dieptes ten opzichte van de opening van de U-vormige goot 104). Het verschil in diepte kan een betere krachtmomentverdeling toelaten, zeker indien afhankelijk daarvan de dieper liggende klemribbe dikker of dunner en / of langer of korter gemaakt wordt ten opzichte van de hoger liggende klemribbe. In een dergelijke uitvoeringsvorm, alsook in andere, kan een zelfklemmende adapter (of scharnier} voorzien worden met één of meerdere klemplaten dewelke klemplaten een breedteprofiel hebben om langsheen de twee klemribben te kunnen gevoerd worden, dieper in de U-vormige goot. Merk op dat dit in de meeste uitvoeringsvormen zal neerkomen op een maximale breedtedimensie die kleiner is dan de ‘horizontale’ afstand tussen de twee klemribben, de horizontale afstandzijnde deze in het vlak loodrecht op de hoogte of diepte van de U-vormige goot. Daarnaast heeft de klemplaat een lengteprofiel dat gedimensioneerd is om zich achter/onder de twee klemribben te verankeren, in de meeste uitvoeringsvormen neerkomend op een maximale lengtedimensie die groter is dan genoemde horizontale afstand tussen de twee klemribben. Door de klemplaat in te voeren tot voorbij de klemribben in een eerste positie waarbij het breedteprofiel tussen de overstaande ribben van de goot uitgestrekt is, en vervolgens te roteren naar een tweede positie zodanig dat het lengteprofiel zich tussen de overstaande ribben uitstrekt nadat deze voorbij beide klemribben is, is terugkeer langs deze weg onmogelijk tenzij de klemplaat verder of terug geroteerd wordt naar de eerste positie. Hierbij heeft de klemplaat in sommige uitvoeringsvormen een niet- constante dikte dewelke verzekert dat de klemplaat de zones onder de klemribben zo volledig mogelijk opvult langs de hoogterichting.

Fig. 9 toont een dwarse doorsnede, loodrecht op de lengterichting, van een deurprofiel 10 volgens een voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding. Genoemde voorkeursvorm toont in het bijzonder een deurprofiel met een enkele klemribbe 1074 aan één opstaande ribbe 1054. Onder genoemde klemribbe is een sleuf voorzien tussen klemribbe en verbindingsrib 106.

Een zelfklemmende adapter of scharnier omvat opnieuw één of meerdere klemplaten met een breedteprofiel zodanig dat deze in de U-vormige goot voorbij de klemribbe kan gevoerd worden, met andere woorden met een maximale breedtedimensie kleiner dan de kortste afstand tussen de klemribbe en de overstaande ribbe (zijnde de horizontale afstand zoals in vorig voorbeeld besproken). De klemplaten hebben een lengteprofiel dat gedimensioneerd is om zich achter/onder de klemribbe te verankeren, in de meeste uitvoeringsvormen neerkomend op een maximale lengtedimensie die groter is dan genoemde kortste afstand tussen de klemribbe en de overstaande ribbe. Merk op dat in bepaalde verdere uitvoeringsvormen, de sleuf tussen klemribbe en de verbindingsribbe een substantieel gedeelte van de breedte van de U-vormige goot kan overspannen, gezien er slechts één klemribbe voorzien wordt. In een dergelijke toepassing is het bovendien ook niet cruciaal dat het klemplaatje symmetrisch is in de lengterichting. Ten slotte dient opgemerkt te worden dat in geen enkele uitvoeringsvorm symmetrie vereist is qua vorm of dimensies van de ribben (of klemplaat), hoewel dit bij voorkeur, naar stevigheid toe, typisch wel het geval is.

Teneinde een esthetische opname van deurbeslag in het deurprofiel 10 te bewerkstelligen, kunnen de open ruimtes tussen verschillende deurbeslagen worden afgedicht met een afdekelement.

Uit Fig. 4 t.e.m. 7b wordt duidelijk dat de twee opstaande ribben 1054, 105b van de U-vormige goot 104 van beide profielen 10 elk zijn voorzien van een zich in de lengterichting uitstrekkende uitstulping 1104, 110b, geschikt voor het eenvoudig inklikken van dit afdekelement.

Lijst van de op figuren 1 t.e.m. 9 aangeduide onderdelen:

Deurprofiel 10 deurprofiel 101 wandprofiel 102 beslagprofiel 103 bevestigingsmiddel 104 U-vormige goot 105a,b opstaande ribben 106 verbindingsrib 107a,b klemribben 108 vlakke sleuf 109 uitsparing 110a,b uitstulpingen 111 afwerkingsmiddel

Zelfklemmend scharnier 20 zelfklemmend scharnier 200 scharnierverbinding 201 eerste opneemlichaam 202 tweede opneemlichaam 203 eerste scharnierarm 2034 eerste uiteinde van eerste scharnierarm 203b tweede uiteinde van eerste scharnierarm 204 eerste bevestigingsscharnierpen 205 tweede scharnierarm 2054 eerste uiteinde van tweede scharnierarm

205b tweede uiteinde van tweede scharnierarm 206 tweede bevestigingsscharnierpen 207 hoofscharnierpen 208 geleidingspen 209 geleidingssleuf 210 derde bevestigingsscharnierpen 211 scharnierdeelarm 212 scharnierdeelarm 213 tussenscharnierpen 214 klemelement 215 klemelement 216 vast deel 217 geleidend verplaatsbaar deel 218 scharnierend verplaatsbaar deel 219 stelscharnierpen 220 regelschroef 221 stelschroef 222 derde scharnierarm 2224 eerste uiteinde van derde scharnierarm 222b tweede uiteinde van derde scharnierarm 223 bevestigingsscharnierpen 224 geleidingspen 225 klemplaat 226 klemplaat

Zelfklemmende adapter zelfklemmende adapter 301 opneemlichaam 30 302 verbindingspunt 303 verbindingspunt 304 klemelement 305 klemelement 306 klemplaat 307 klemplaat

Claims

CONCLUSIES

1. Deurprofiel (10) omvattende een wandprofiel (101) en een beslagprofiel (102), waarbij dit wandprofiel één of meerdere bevestigingsmiddelen (103) omvat voor het bevestigen van het deurprofiel in een deuropening, en waarbij het beslagprofiel een in hoofdzaak U-vormige goot (104) omvat welke U-vormige goot zich uitstrekt in de lengterichting van het deurprofiel, en welke geschikt is voor het opnemen van deurbeslag, welke in hoofdzaak U-vormige goot twee opstaande ribben (1054, 105b) en een verbindingsrib (106) omvat, waarbij de in hoofdzaak U-vormige goot minstens één klemribbe (1074, 107b) omvat op één van de opstaande ribben, bij voorkeur minstens één klemribbe op beide opstaande ribben; het deurprofiel verder omvattende minstens één zelfklemmende adapter (30), geschikt voor het onderling verbinden van deurbeslag en het beslagprofiel, de adapter omvattende een opneemlichaam (301) waarbij het opneemlichaam minstens één klemelement (304, 305) omvat, geschikt voor het inklemmen van het opneemlichaam in het beslagprofiel, met het kenmerk, dat het klemelement een klemplaat (306, 307) omvat, dewelke klemplaat een breedteprofiel en een lengteprofiel heeft in het vlak van de klemplaat, hetwelk breedteprofiel gedimensioneerd is om tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en / of om tussen de twee overstaande klemribben te passen, en hetwelk lengteprofiel gedimensioneerd is om niet tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en / of om niet tussen de twee overstaande klemribben te passen, waarbij de klemplaat roteerbaar is ten opzichte van de adapter om een as dewelke het vlak gedefinieerd door het lengte- en breedteprofiel snijdt, bij voorkeur loodrecht snijdt; waarbij tussen de genoemde minstens één klemribbe en de verbindingsrib een in hoofdzaak vlakke sleuf (108) wordt gedefinieerd geschikt voor het vast inklemmen van de genoemde klemplaat.

2. Deurprofiel volgens conclusie 1, waarbij de klemplaat (306, 307) een maximale dimensie X in het lengteprofiel heeft, en een maximale dimensie Y heeft in het breedteprofiel, waarbij X groter is dan Y, en waarbij de dimensie Y kleiner is dan de kortste afstand tussen de klemribbe (1074, 107b) en de overstaande opstaande ribbe (1054, 105b) en / of de kortste afstand tussen de twee overstaande klemribben, en waarbij de dimensie X groter is dan genoemde kortste afstand tussen de klemribbe en de overstaande opstaande ribbe en/of de kortste afstand tussen de twee overstaande klemribben.

3. Deurprofiel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de U-vormige goot (104) twee naar elkaar toe gerichte klemribben (1074, 107b) omvat, welke klemribben evenwijdig aan de verbindingsrib (106) zijn georiënteerd en elk bij voorkeur loodrecht zijn gekoppeld op één van de opstaande ribben, waarbij de in hoofdzaak vlakke sleuf (108) zich definieert tussen de genoemde klemribben en de verbindingsrib.

4. Deurprofiel volgens conclusie 3, waarbij de twee naar elkaar toe gerichte klemribben (1074, 107b) op een zelfde relatieve hoogte ten opzichte van de verbindingsrib (106) staan ingeplant op de opstaande ribben (1054, 105b), en waarbij de dimensie X groter is dan de kortste afstand tussen de twee klemribben, en waarbij de dimensie Y kleiner is dan de kortste afstand tussen de twee klemribben.

5. Deurprofiel volgens conclusie 3, waarbij de twee naar elkaar toe gerichte klemribben (1074, 107b) op een onderling verschillende relatieve hoogte ten opzichte van de verbindingsrib (106) staan ingeplant op de opstaande ribben (105a, 105b), waarbij de dimensie X groter is dan de kortste afstand tussen de klemribben, bij voorkeur groter dan de kortste afstand tussen elke klemribbe en de respectievelijke opstaande ribbe overstaand ten opzichte van de klemribbe; en waarbij de dimensie Y kleiner is dan de kortste afstand tussen elke klemribbe en de respectievelijke opstaande ribbe overstaand ten opzichte van de klemribbe, bij voorkeur kleiner is dan de kortste afstand tussen de twee klemribben in een vlak loodrecht op de richting in dewelke de opstaande ribben zich uitstrekken.

6. Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1-5, waarbij de één of meerdere klemribben (107a, 107b) zich substantieel over gans de lengte van de U-vormige goot (104) uitstrekken.

7. Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1-6, waarbij de één of meerdere klemribben (107a, 107b) zich tot de vrije uiteinden van de opstaande ribben (1054, 105b) uitstrekken.

8. Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1-7 met het kenmerk, dat de in hoofdzaak vlakke sleuf (108) een hoogte-breedteratio heeft welke begrepen is tussen 1:5 en 1:15.

9, Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het deurprofiel een uitsparing (109) omvat geschikt voor het opnemen van een afdichtingsprofiel.

10. Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 2-9, met het kenmerk, dat de twee opstaande ribben (1054, 105b) van de in hoofdzaak U-vormigegoot (104) elk zijn voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende uitstulpingen (1104, 110b).

11.Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1-10, waarbij het klemelement (304, 305) een klemschroef omvat, welke zich dwars uitstrekt doorheen het opneemlichaam (301), en loodrecht gekoppeld is op het vlak van de klemplaat (306, 307).

12. Deurprofiel volgens de voorgaande conclusie 11, waarbij het klemelement (304, 305) roteerbaar is omheen de klemschroef, over een hoek welke begrepen is tussen 60° en 120°, bij voorkeur 90°.

13. Deurprofiel volgens één der voorgaande conclusies 1-12, waarbij de klemplaat (306, 307) substantieel vierhoekig is, bij voorkeur substantieel rechthoekig, en waarbij minstens twee, bij voorkeur twee, tegenoverstaande hoeken van de klemplaat afgerond zijn.

14. Zelfklemmend scharnier (20), geschikt voor het scharnierend verbinden van een deur aan een deurprofiel, omvattende - een eerste opneemlichaam (201), geschikt voor koppeling van het scharnier in de genoemde deur; - een tweede opneemlichaam (202), geschikt voor koppeling van het scharnier in het genoemde deurprofiel, omvattende een aan het deurprofiel gelegen vlak en een tegenoverstaand vlak; en - een scharnierverbinding (200) welke het eerste opneemlichaam en het tweede opneemlichaam scharnierend met elkaar verbindt; waarbij het tweede opneemlichaam minstens één klemelement (214, 215) omvat, geschikt voor het inklemmen van het tweede opneemlichaam in het deurprofiel, met het kenmerk, dat het klemelement een klemplaat (225, 226) omvat, welke klemplaat bij voorkeur in hoofdzaak rechthoekig is, met dimensies X en Y waarbij X groter is dan Y, welke klemplaat is gepositioneerd ter hoogte van het aan het deurprofiel gelegen vlak, en waarbij de klemplaat roteerbaar is evenwijdig met dit vlak.

15. Zelfklemmend scharnier volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het klemelement (214, 215) een klemschroef omvat, welke zich dwars uitstrekt doorheen het tweede opneemlichaam (202), van het aan het deurprofiel gelegen vlak tot het tegenoverstaande vlak, en loodrecht gekoppeld is op het vlak van de klemplaat (225, 226).

16. Zelfklemmend scharnier volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het klemelement (214, 215) roteerbaar is omheen de klemschroef, over een hoek welke begrepen is tussen 60° en 120°, bij voorkeur 90°.

17. Zelfklemmend scharnier volgens één der voorgaande conclusies 14-16, met het kenmerk, dat de klemplaat (225,) minstens twee afgeronde hoeken omvat.

18. Zelfklemmend scharnier volgens één der voorgaande conclusies 14-17, de scharnierverbinding (200) omvattende een eerste scharnierarm (203) en een tweede scharnierarm (205), waarbij de eerste scharnierarm en de tweede scharnierarm middels een hoofdscharnierpen (207) onderling scharnierend aan elkaar zijn gekoppeld en waarbij genoemde scharnierarmen zodanig ten opzichte van het eerste (201) en het tweede opneemlichaam (202) zijn opgesteld, dat ze scharnierbaar zijn tussen - een open stand van het scharnier, waarin de scharnierarmen zich hoofdzakelijk buiten de opneemlichamen uitstrekken, en - een gesloten stand van het scharnier, waarin de scharnierarmen zich nagenoeg volledig binnen de opneemlichamen uitstrekken, met het kenmerk, dat de scharnierarmen bij verplaatsen van het scharnier tussen diens open stand en diens gesloten stand de respectievelijke opneemlichamen enkel via één zijde van het opneemlichaam gedeeltelijk verlaten of binnentreden.

19. Zelfklemmend scharnier volgens conclusie 18, waarbij - de eerste scharnierarm (203) aan een eerste uiteinde (203a) middels een eerste bevestigingsscharnierpen (204) scharnierend aan het eerste opneemlichaam (201) is gekoppeld; en - de tweede scharnierarm (205) aan een eerste uiteinde (205a) middels een tweede bevestigingsscharnierpen (206) scharnierend aan het tweede opneemlichaam is gekoppeld; waarbij - de eerste scharnierarm aan een tweede uiteinde (203b) middels een geleidingspen (208) in minstens één geleidingssleuf (209) van het tweede opneemlichaam wordt geleid; - de tweede scharnierarm aan een tweede uiteinde (205b) middels een derde bevestigingsscharnierpen (210) aan het eerste opneemlichaam is gekoppeld; en waarbij - de tweede scharnierarm tussen de hoofdscharnierpen en de derde bevestigingsscharnierpen twee scharnierdeelarmen (211, 212) omvat, welke deelarmen tussen de hoofdscharnierpen en de derde bevestigingsscharnierpen onderling scharnierend met elkaar zijn verbonden middels een tussenscharnierpen (213).

20. Zelfklemmend scharnier volgens conclusie 18 of 19, waarbij het tweede opneemlichaam (202) een vast deel (216), een geleidend verplaatsbaar deel (217) omvattende de geleidingssleuf (209), en een scharnierend verplaatsbaar deel (218) omvattende de tweede bevestigingsscharnierpen (206), met het kenmerk, dat het scharnierend verplaatsbare deel middels een stelscharnierpen (219) scharnierend is gekoppeld aan het geleidend verplaatsbare deel.

21. Zelfklemmend scharnier volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het scharnierend verplaatsbare deel (218) scharnierend verplaatsbaar is ten opzichte van het geleidend verplaatsbare deel (217) middels een regelschroef (220).

22. Zelfklemmend scharnier volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat het geleidend verplaatsbaar deel (217) schuivend verplaatsbaar is ten opzichte van het vaste deel (216) middels één of meerdere stelschroeven (221).

23. Zelfklemmend scharnier volgens één der voorgaande conclusies 19-22, met het kenmerk, dat het scharnier een derde scharnierarm (222) omvat, die aan een eerste uiteinde (222a) met behulp van een vierde bevestigingsscharnierpen (223) scharnierend aan het eerste opneemlichaam (201) is bevestigd, en aan een tweede uiteinde (222b) met behulp van een geleidingspen (224) in minstens één geleidingssleuf (209) van het tweede opneemlichaam wordt geleid, welke derde scharnierarm middels de hoofdscharnierpen (207) scharnierend met de eerste scharnierarm (203) en de tweede scharnierarm (205) is gekoppeld en waarbij de tweede scharnierarm tussen de eerste en de derde scharnierarm is opgesteld.

24. Zelfklemmende adapter (30), geschikt voor het onderling verbinden van deurbeslag met een deurprofiel, omvattende een opneemlichaam (301), welk opneemlichaam één of meerdere verbindingspunten (302, 303) omvat voor het koppelen van het genoemde deurbeslag aan het opneemlichaam, en waarbij het opneemlichaam minstens één klemelement (304, 305) omvat, geschikt voor het inklemmen van het opneemlichaam in het deurprofiel, met het kenmerk, dat het klemelement een klemplaat (306, 307) omvat, welke klemplaat bij voorkeur in hoofdzaak rechthoekig is, met dimensies X en Y waarbij X groter is dan Y, welke klemplaat is gepositioneerd ter hoogte van het aan het deurprofiel gelegen vlak, en waarbij de klemplaat roteerbaar is evenwijdig met dit vlak.

25. Zelfklemmende adapter volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het klemelement (304, 305) een klemschroef omvat, welke zich dwars uitstrekt doorheen het opneemlichaam (301), en loodrecht gekoppeld is op het vlak van de klemplaat (306, 307).

26. Zelfklemmende adapter volgens conclusie 24 of 25, met het kenmerk, dat het klemelement (304, 305) roteerbaar is omheen de klemschroef, over een hoek welke begrepen is tussen 60° en 120°, bij voorkeur 90°.

27. Zelfklemmende adapter volgens één der voorgaande conclusies 24-26, met het kenmerk, dat de klemplaat (306, 307) minstens twee afgeronde hoeken omvat.