BE1026561A1 - Voedingssamenstelling voor speenvarkens - Google Patents
Voedingssamenstelling voor speenvarkens Download PDFInfo
- Publication number
- BE1026561A1 BE1026561A1 BE20180092A BE201800092A BE1026561A1 BE 1026561 A1 BE1026561 A1 BE 1026561A1 BE 20180092 A BE20180092 A BE 20180092A BE 201800092 A BE201800092 A BE 201800092A BE 1026561 A1 BE1026561 A1 BE 1026561A1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- feed
- pigs
- glycerol
- weaning
- suckling pigs
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K50/00—Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
- A23K50/30—Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for swines
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K20/00—Accessory food factors for animal feeding-stuffs
- A23K20/10—Organic substances
- A23K20/158—Fatty acids; Fats; Products containing oils or fats
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K20/00—Accessory food factors for animal feeding-stuffs
- A23K20/20—Inorganic substances, e.g. oligoelements
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K20/00—Accessory food factors for animal feeding-stuffs
- A23K20/20—Inorganic substances, e.g. oligoelements
- A23K20/30—Oligoelements
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61K—PREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
- A61K31/00—Medicinal preparations containing organic active ingredients
- A61K31/21—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates
- A61K31/215—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids
- A61K31/22—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids of acyclic acids, e.g. pravastatin
- A61K31/225—Polycarboxylic acids
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61K—PREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
- A61K31/00—Medicinal preparations containing organic active ingredients
- A61K31/21—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates
- A61K31/215—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids
- A61K31/22—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids of acyclic acids, e.g. pravastatin
- A61K31/23—Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids of acyclic acids, e.g. pravastatin of acids having a carboxyl group bound to a chain of seven or more carbon atoms
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61K—PREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
- A61K33/00—Medicinal preparations containing inorganic active ingredients
- A61K33/24—Heavy metals; Compounds thereof
- A61K33/30—Zinc; Compounds thereof
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61K—PREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
- A61K9/00—Medicinal preparations characterised by special physical form
- A61K9/0012—Galenical forms characterised by the site of application
- A61K9/0053—Mouth and digestive tract, i.e. intraoral and peroral administration
- A61K9/0056—Mouth soluble or dispersible forms; Suckable, eatable, chewable coherent forms; Forms rapidly disintegrating in the mouth; Lozenges; Lollipops; Bite capsules; Baked products; Baits or other oral forms for animals
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Pharmacology & Pharmacy (AREA)
- Epidemiology (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Inorganic Chemistry (AREA)
- Emergency Medicine (AREA)
- Birds (AREA)
- Nutrition Science (AREA)
- Physiology (AREA)
- Fodder In General (AREA)
- Feed For Specific Animals (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een samenstelling bevattende glycerol tri butyraat, glycerol mono lauraat en zinkoxide in voeder voor varkens, bij voorkeur speenvarkens. De samenstelling ageert als immuniteit verhogend middel, en voorkomt op die wijze o.m. het optreden van diarree bij speenvarkens. Bij voorkeur bevat de samenstelling het zinkoxide in een gewichtshoeveelheid begrepen tussen 50 en 200 gr en het glycerol tri butyraat en glycerol mono lauraat samen in een gewichtshoeveelheid begrepen tussen 4 en 6 kg per ton voeder. De uitvinding betreft eveneens voeders bevattende zulke samenstellingen.
Description
Voedingssamenstelling voor speenvarkens.
Situering van de uitvinding :
Deze uitvinding heeft betrekking op een voedingssamenstelling voor speenvarkens.
Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een voedingssamenstelling voor speenvarkens, dat verrijkt is met glycerol tri butyraat en monolauraat. Deze producten fungeren als immuniteit verhogend middel.
Vastgesteld is dat een voeder verrijkt met zulke samenstelling een onverwacht gunstig effect heeft op de groei en de gezondheid bij het kweken van speenvarkens.
Achtergrond van de uitvinding :
Probleemstelling :
Het is gekend dat de kweek en groei van speenvarkens zeer ernstig kan verstoord worden als gevolg van het uitbreken van ziektes.
Een bijzondere vorm van zulke ziekte is de aanwezigheid van bacteriële infec20 ties.
Dergelijke ziektes en problemen treden onder meer op naar aanleiding van de overgang van melkvoeding naar vaste voeding bij speenvarkens.
Het optreden van maag-darm problemen, onder meer diarree, is dan bijvoorbeeld een veel voorkomend probleem.
Een klassieke remedie om dit probleem op te lossen bestond erin aan de jonge speenvarkens antibiotica toe te dienen.
Gelet op de toenemende druk om antibiotica te bannen uit veevoeder, is veelal overgegaan naar het toedienen van hoge dosissen zinkoxide (ZnO) als wettelijk toegelaten veevoeder additief.
Door de toevoeging van ZnO worden twee doelstellingen tegelijk vervuld: het
BE2018/0092 toedienen van zink als noodzakelijk mineraal voor het lichaam van de speenvarkens en het effect van de anti-microbiële werking van het zinkoxide.
Dit product wordt doorgaans toegevoegd in een hoeveelheid van enkele kg per ton veevoeder.
Het is ondertussen gemeengoed geworden aan veevoeders in het bijzonder bestemd voor speenvarkens 3 tot 4 kg ZnO toe te voegen, dit ter vervanging van de vroeger gebruikte antibiotica. Vaak werden cocktails van meerdere antibiotica gebruikt, dan wel afgewisseld toegepast naar gelang de leeftijd.
De hoger beschreven ziektepatronen kunnen daardoor naar bevrediging opge10 lost worden.
Echter, het op grote schaal gebruiken van ZnO geeft aanleiding tot een ander probleem, met name van ecologische aard.
Het dier zelf, bijvoorbeeld het speenvarken, heeft enkel behoefte aan 100 tot
150 gr van ZnO, het overige ZnO wordt niet door het dier geabsorbeerd en rechtstreeks terug afgescheiden.
Deze beperkte hoeveelheid van 100 tot 150 g volstaat doorgaans als noodzakelijk mineraal voor het lichaam van de speenvarkens. De overmaat dient om de E. co/z-bacteriën, die het evenwicht in de darmflora verstoren, te doden of althans om de betreffende populatie binnen gezonde perken te houden. Dit aan20 deel zink wordt niet opgenomen door het speenvarken en uitgescheiden met de feces.
Het afgescheiden overtollige zink komt in de mestcyclus terecht, bijgevolg finaal in de bodem die met dit zware metaal Zn verrijkt wordt; dit laatste is uit milieuoverwegingen niet langer toegelaten.
Het gebruik tot 150 ppm is nog wel toegelaten, maar deze dosis op zich als toevoeging aan het voeder volstaat niet om de hoger gestelde problemen effectief te bestrijden of op te lossen.
Doel van de uitvinding :
De uitvinders hebben zich tot doel gesteld de ontwikkeling van of de zoektocht naar adequate samenstellingen die mits als additief of voedingssupplement aan
BE2018/0092 voeders voor speenvarkens toegevoegd, het optreden van de hiervoor geschetste problemen voorkomt.
In het bijzonder hebben de uitvinders zich tot doel gesteld een voedingssupplement te ontwikkelen dat gunstig inwerkt op het metabolisme van speenvarkens 5 om op die wijze het optreden van (bacteriële of andere) infecties bij speenvarkens effectief te voorkomen of te onderdrukken.
Ten slotte hebben de uitvinders zich tot doel gesteld een voedingssupplement te ontwikkelen dat geen aanleiding geeft tot de hoger geschetste milieuproblematiek.
Korte beschrijving van de uitvinding :
Na vele experimenten en proefnemingen hebben de uitvinders gevonden dat de hoger geschetste problemen effectief kunnen worden vermeden, en de gestelde doelen bereikt, door het gebruik van een voedingssupplement zoals in de aange15 hechte conclusies weergegeven.
Ook veevoeders bevattende zulke voedingssupplementen, vormen het voorwerp van de huidige uitvinding.
Voorkeur uitvoeringsvormen van de uitvinding :
Voorkeur uitvoeringsvormen van de uitvinding worden weergegeven in de aangehechte afhankelijke conclusies, alsmede in de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding :
De uitvinders hebben verschillende proefnemingen en experimenten gedaan waarbij verschillende bestanddelen, in onderling variërende verhoudingen, zijn toegevoegd aan voeders.
Deze testen hadden in het bijzonder betrekking op voeder dat aan speenvarkens is aangeboden.
BE2018/0092
Onder het begrip speenvarkens in de context van de huidige uitvinding dient begrepen jonge varkens of biggen in of kort na de overgang van melkvoeding naar vaste voeding.
Uit de hierna beschreven proefnemingen is gebleken dat een samenstelling bevattende glycerol tri butyraat, glycerol mono lauraat en zinkoxide bijzonder effectief is en als dusdanig kan toegevoegd worden aan voeders voor varkens, speenvarkens in het bijzonder.
Ook kan deze samenstelling als voedingssupplement toegevoegd worden aan voeders voor speenvarkens.
In het bijzonder is vastgesteld, zoals uit de hierna beschreven proefnemingen blijkt, dat indien speenvarkens gevoed worden met een voeder verrijkt met zulke samenstelling, de gezondheid in het algemeen van de dieren op gelijkwaardige wijze verbetert als wanneer deze speenvarkens een voeder toege15 diend krijgen op basis van de klassieke grotere hoeveelheid ZnO.
Echter, bij gebruik van de voedingssamenstelling volgens de uitvinding stellen zich de hoger gestelde ecologische of milieu problemen niet.
Blijkbaar verhoogt deze samenstelling, toegevoegd aan een standaard voeder voor speenvarkens, in belangrijke mate de immuniteit van deze dieren.
Meer in het bijzonder wordt de immuniteit van de dieren er in gelijke wijze bevorderd in vergelijking met de situatie waarbij de dieren een voeder toegediend kregen met enkel een hoge dosis zinkoxide als supplement.
Het voordeel van het gebruik van de samenstelling volgens de uitvinding is dat 25 het milieu er niet door belast wordt.
Om deze effecten te bekomen volstaat het de samenstelling aan het voeder toe te voegen in een gewichtsverhouding begrepen tussen 3 en 7, bij voorkeur 4 tot 6, bij verdere voorkeur bij ongeveer 5 kg/ton voeder. Hogere hoeveelheden zijn niet noodzakelijk; ze hebben ook geen additioneel gunstig effect.
Bij voorkeur bevat de samenstelling tussen 50 en 200, bij verdere voorkeur tussen 100 en 150 g zinkoxide.
BE2018/0092
De onderlinge gewichtsverhouding van glycerol tri butyraat ten opzichte van glycerol mono lauraat bedraagt bij voorkeur in de orde van grootte van 40/60 tot 60/40 %.
Glycerol tri butyraat:
Glycerol tri butyraat is gekend als product op zich en kan bijvoorbeeld bekomen worden door verestering van glycerol met het overeenstemmende carbonzuur, boterzuur.
De verestering van alcoholen zoals methanol, ethanol, sorbitol en andere polyo10 len, meer in het bijzonder in dit geval glycerol, met organische zuren, in dit geval boterzuur, verloopt volgens het hierna afgebeelde principiële reactieschema:
R^OH
De structuurformule van boterzuur is als volgt :
o ho^^Boterzuur is een carbonzuur met 4 koolstofatomen.
Dit geeft dan de volgende chemische structuur voor het glycerol tri butyraat :
Glycerol tri butyraat is een laag viskeus product, onoplosbaar in water, met een smeltpunt beneden 40 °C. Het is beschikbaar in vloeibare vorm of als vast product In dit laatste geval wordt het gebruikelijk aangeboden als 70 % vloeistof geplaatst op een inerte drager, meestal silica.
In een voorkeur uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt het als vast product, geplaatst op een inerte drager van bijvoorbeeld silica, in het voedingssupplement voor toevoeging aan het voeder aangewend.
BE2018/0092
In het voedingssupplement en voeder volgens de uitvinding wordt het glycerol tri butyraat gebruikt in combinatie met glycerol mono lauraat.
Glycerol mono lauraat:
Glycerol mono lauraat is het veresteringsproduct van glycerol met laurine zuur. Dit is een carbonzuur met 12 koolstofatomen.
De structuur van deze verbinding is hierna voor de volledigheid eveneens weergegeven.
o
OH
HO
Zoals verder uit de proeven zal blijken, zijn onverwacht goede resultaten geboekt bij gebruik van glycerol tri butyraat in combinatie met glycerol mono lauraat als immuno-stimulerend of-verhogend middel bij speenvarkens.
Uitgevoerde testen :
Tijdens de proefnemingen werden de speenvarkens gevoed met een klassiek veevoeder, waaraan enerzijds een controle voedingssupplement, anderzijds een voedingssupplement volgens de uitvinding was toegevoegd.
Een typische samenstelling voor een klassiek veevoeder is bijvoorbeeld als volgt:
(de cijfers vermelden het gewichtspercentage van het betreffende bestanddeel in het totale voederpakket) :
Mais gluten | 5,00 % |
Deens vismeel | 26,00 % |
Inktvismeel | 2,00 % |
25 Tarwe | 16,90 % |
Tarwe bloem | 25,00% |
Sojaboon meel | 15,00% |
Sojalecithine | 2,00% |
Visolie | 2,00% |
30 Tarwegluten | 4,00% |
BE2018/0092
Premix
2,00%
Cholesterol
0,10%
Totaal :
100%
De premix is een mengsel van vitaminen en mineralen.
Sojalecithine fungeert als emulgator.
Aan dit veevoeder werd dan het voedingssupplement of de voedingssamenstelling volgens de uitvinding enerzijds en volgens de stand van de techniek (zuiver ZnO, controle proef) toegevoegd.
De voedingssamenstellingen die uitgetest zijn, zijn als volgt:
• enerzijds het controle voedingssupplement, met name ZnO, toegevoegd in een hoeveelheid van 3 kg ZnO per ton veevoeder (= het controle veevoeder);
• anderzijds het voedingssupplement volgens de uitvinding, met name 150 g ZnO en 5 kg glycerol tri butyraat en glycerol monolauraat ( in een onderlinge gewichtsverhouding van 60/40 %) (= de samenstelling, resp. het veevoeder volgens de uitvinding).
Deze glycerides kunnen toegevoegd worden in hoeveelheden variërend van 2,3, 4, 5, 6, 7 tot 8 kg per ton veevoeder.
Ieder van deze twee veevoeders, met name het controle veevoeder en het veevoeder volgens de uitvinding, werd toegediend aan telkens een tachtigtal speenvarkens, verdeeld over 8 hokken van ieder ongeveer 10 dieren per hok.
De speenvarkens waren 28 dagen oud.
De testen verliepen over een periode van vier weken na spenen, waarbij de dieren gevoed werden met voeders op basis van de hierboven vermelde samenstelling. Naast de zogenaamde referentie of controle samenstelling ( op basis van 3 kg ZnO per ton voeder) werden dieren ook gevoed met een voeder waaraan ieder 150 g per ton zinkoxide en 5 kg per ton glycerol tri butyraat en glycerol monolauraat in een onderlinge gewichtsverhouding van 60/40 % was toegevoegd.
BE2018/0092
De speenvarkens werden gewogen bij aanvang van de proef (bij aanvang van het spenen) en 14 en 28 dagen na het spenen.
Het voederverbruik werd opgemeten op wekelijkse basis per hok..
De gewichtstoename werd opgemeten voor de eerste 2 en 4 weken na het spenen en voor de totale duurtijd van de proef.
De voederconversie (FCR, Feed Conversion Ratio) werd bepaald voor de eerste 2 en 4 weken na spenen, en voor de totale duurtijd van de proef.
Feces monsters voor microbiologische analyse werden onderzocht bij spenen en na dag 14 en 28 na spenen.
Op het einde van de experimentele periode werden acht varkens per type proef (controle en volgens de uitvinding) onderworpen aan een histologische evaluatie van de gezondheid van het darmstelsel. Een aantal aspecten hiervan werden onderzocht.
Het opmerkelijke resultaat van deze proefnemingen is dat er geen noemenswaardig effect werd vastgesteld op de groei of de gewichtstoename van de dieren in functie van de verschillende toegediende voeders, met name deze volgens de controle en deze volgens de uitvinding.
Met andere woorden, de groei en de gewichtstoename van de dieren was niet significant verschillend of ze nu het referentie of controle dieet, dan wel het dieet verrijkt met de samenstelling volgens de uitvinding kregen toegediend.
Ter illustratie van de bovenstaande gegevens tonen we de bekomen resultaten van deze proeven in de onderstaande tabellen:
BE2018/0092
Tabel 1:
Behandelingseffect op het gewicht en de variatie coëfficiënt van de speenvarkens
5 | Gewicht, in kg | Controle | Uitvinding |
Bij aan vang | 6.75 | 6.80 | |
Na 14 dagen | 9.64 | 9.75 | |
Na 28 dagen | 14.73 | 14.65 | |
Variatie coëfficiënt, in % | |||
10 | Bij aanvang | 19.19 | 18.55 |
Na 14 dagen | 22.14 | 17.49 | |
Na 28 dagen | 22.31 | 19.24 |
Tabel 2:
Effect van de behandeling, gemiddelde dagelijkse gewichtstoename
Gewicht, in kg | Controle | Uitvinding |
0-14 dagen | 0.199 | 0.201 |
14-28 dagen | 0.363 | 0.364 |
0-28 dagen | 0.281 | 0.283 |
De hogervermelde cijfers geven de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename van de speenvarkens weer (ADG, Average Daily Gain), voor de aangegeven periodes, dit is 0-14, resp. 14-28 en 0-28 dagen na het spenen.
Zoals uit deze tabel blijkt, is het verschil in gewichtstoename voor de speenvar25 kens gevoed met de controle of referentie voeding en deze gevoed met de voeding volgens de uitvinding statistisch niet significant.
Hieruit kan besloten worden dat het effect van de voeding volgens de uitvinding praktisch gelijk is aan het effect van de referentievoeding.
BE2018/0092
Tabel 3
Behandelingseffect op speenvarkens, gemiddelde dagelijkse voedselopname
ADFI, in kg | Controle | Uitvinding |
0-7 dagen na spenen | 0.229 | 0.236 |
7-14 dagen na spenen | 0.445 | 0.385 |
14-21 dagen na spenen | 0.677 | 0.655 |
21-28 dagen na spenen | 0.791 | 0.761 |
0-28 dagen na spenen | 0.536 | 0.509 |
De hogervermelde cijfers geven de gemiddelde dagelijkse voedselopname weer van de speenvarkens weer (ADFI, Average Daily Feed Intake), voor de aangegeven periodes, dit is 0-7, resp. 7-14,14-21,21-28 en 0-28 dagen na aanvang van het spenen.
Zoals uit deze tabel blijkt, is het verschil in gemiddelde dagelijkse voedselop15 name voor de speenvarkens gevoed met de controle of referentie voeding en deze gevoed met de voeding volgens de uitvinding statistisch niet significant. Hieruit kan besloten worden dat het effect van de voeding volgens de uitvinding praktisch gelijk is aan het effect van de referentievoeding.
Tabel 4:
Effect van de behandeling, voedsel conversie ratio (FCR)
FCR | Controle | Uitvinding |
0-14 dagen na spenen | 1.72 | 1.56 |
14-28 dagen na spenen | 2.04 | 1.95 |
0-28 dagen na spenen | 1.88 | 1.76 |
De hogervermelde cijfers geven de voederconversie (FCR, Feed Conversion Ratio) weer voor de aangegeven periodes, dit is 0-14, resp. 14-28 en 0-28 dagen na het spenen. Onder spenen dient hier begrepen de werkwijze waarbij de biggen van het zogen onafhankelijk gemaakt worden, of van de borst van de zeug gehaald worden. Dit gebeurt van het ene moment op het andere. De biggen
BE2018/0092 worden op de leeftijd van 3 tot 5 weken gescheiden van de zeug en in aparte stallen in groepen van een tiental biggen verder gehouden.
Zoals uit deze tabel blijkt, is het verschil in cijfers voor de speenvarkens gevoed met de controle of referentie voeding en deze gevoed met de voeding volgens de uitvinding statistisch niet significant
Hieruit kan besloten worden dat het effect van de voeding volgens de uitvinding praktisch gelijk is aan het effect van de referentievoeding.
Tabel 5.1:
Optreden van diarree bij speenvarkens, per hok, controle voeding
Datum | 1 | 2 | 3 | 4 |
27/3/2018 | 1/1 | 1/1 | 1/1 | 1/1 |
28/3/2018 | 3/3 | 2/2 | 1/1 | 1/1 |
29/3/2018 | 3/2 | 2/1 | 1/1 | 1/2 |
30/3/2018 | 1/1 | 1/1 | 1/1 | 1/2 |
31/3/2018 | 2/2 | 1/1 | 1/1 | 2/2 |
1/4/2018 | 1/1 | 1/2 | 1/1 | 2/2 |
2/4/2018 | 1/2 | 1/2 | 1/1 | 1/2 |
3/4/2018 | 1/1 | 1/1.5 | 1/1 | 1/1.5 |
4/4/2018 | 1.5/1 | 1.5/1 | 1/1 | 1.5/1 |
5/4/2018 | 1/1 | 1/1 | 1/1 | 1/1 |
6/4/2018 | 1/1 | 1/1 | 1/1 | 1/1 |
Tabel 5.2:
Optreden van diarree bij speenvarkens, per holt voeding volgens de uitvinding
Datum | 1 | 2 | 3 | 4 |
27/3/2018 | 1/1 | 1/1 | 1/1 | 1/1 |
28/3/2018 | 2/2 | 2/2 | 2/2 | 1/1 |
29/3/2018 | 3/4 | 3/4 | 3/4 | 2/4 |
30/3/2018 | 3/3 | 2/2 | 2/3 | 4/4 |
31/3/2018 | 3/3 | 3/3 | 3/3 | 3/3 |
BE2018/0092
1/4/2018 2/2 2/2 2/2 2/2
2/4/2018 2/2 2/1 1/2 1/1
3/4/2018 1/1.5 1/1 1/1.5 1/1.5
4/4/2018 1.5/1 1/1 1.5/1 1.5/1
5/4/2018 1/1 1/1 1/1 1/1
6/4/2018 1/1 1/1 1/1 1/1
Bovenstaande tabellen geven het optreden van diarree bij de speenvarkens in de verschillende hokken. Het eerste cijfer geeft de score weer voor de aangege10 ven dag in de ochtend, het tweede cijfer geeft de score weer voor de aangegeven dag in de namiddag. Deze score geeft de graad van diarree weer op een kwalitatieve wijze op een schaal van 0 (normale toestand) tot 4 (zware speendiarree). Tabel 5.1 heeft betrekking op de referentie of controle voeding; tabel 5.2 heeft betrekking op de voeding volgens de uitvinding.
Zoals uit deze tabellen blijkt, is het verschil in cijfers voor de speenvarkens gevoed met de controle of referentie voeding en deze gevoed met de voeding volgens de uitvinding statistisch niet significant.
Hieruit kan besloten worden dat het effect van de voeding volgens de uitvinding praktisch gelijk is aan het effect van de referentievoeding.
Het resultaat van deze waarnemingen is dat de speendiarree niet slechter gecontroleerd wordt met de samenstelling volgens de uitvinding, in vergelijking met de situatie bij gebruik van een hoge dosis ZnO. Of anders geformuleerd, een hoge dosis ZnO controleert speendiarree niet beter dan de samenstelling voglens de uitvinding.. Er is geen statistisch significant verschil vastgesteld tussen beide behandelingen.
Tabel 6.1
Microbiologische analyse, speenvarkens gevoed met de controle voeding
BE2018/0092
E-coll | Streptococcus | Lactobacillus | Clostridium perfringens | Pseudomonas | |
Ca.1 | 6,25X10® | 4.45X104 | 3.4X104 | 8.4X104 | 5.3X107 |
Ca. 2 | 1.45X10® | 1X103 | 6.4X104 | 5.85X104 | 7.75X107 |
Ca.3 | 7.4X10® | 4.1X104 | 8.65X104 | 6.05X104 | 4.75X107 |
Ca.4 | 8X105 | 8.65X104 | 4.3X104 | 2X104 | 6.4X10® |
Cb.l | 4.95X10® | 5.5X104 | 5.55X104 | 5.8X104 | 5.5X10® |
Cb.2 | 7.2X10® | 7.25X104 | 1.31X10® | 6.65X104 | 4.25X107 |
Cb.3 | 1.3X10® | 0.5X103 | 5.25X104 | 5X104 | 7.3X107 |
Cb.4 | 7.05X10® | 2.15X104 | 3.85X104 | 4.2X104 | 5.05X107 |
Cc.l | 8.5X10® | 2.7X104 | 1.56X10® | 5X104 | 7X10® |
Cc2 | 5.25X10® | 4.5X104 | 5X104 | 1.12X10® | 5.6X107 |
Ce.3 | 5.7X10® | 7.4X104 | 4.45X104 | 6.15X104 | 1.39X108 |
Cc.4 | 2.25X10® | 5X103 | 7.3X104 | 4.8X104 | 5.8X107 |
In de bovenstaande tabel duidt het cijfer C op de controle voeding, de letter a duidt op het tijdstip bij start van het spenen, de letter b op het tijdstip van 14 dagen na start van het spenen, de letter c op het tijdstip van 28 dagen na start van het spenen. De cijfers 1,2,3 en 4 geven het hok aan waarin de betreffende speenvarkens vertoeven.
De voor deze tijdstippen en speenvarkens opgegeven getallen wijzen op het aantal bacteriële tellingen (cfu] volgend uit de microbiologische analyses voor de aangegeven bacteriën.
Tabel 6.2
Microbiologische analyse, speenvarkens gevoed met de voeding volgens de uitvinding
E.coli | Streptococcus | Lactobacillus | Clostridium perfringens | Pseudomonas | |
Pa.l | 5.1X10® | 6.35X104 | 8.85X104 | 2.75X104 | 2.61X108 |
Pa.2 | 7.35X10® | 6.4X104 | 6.45X104 | 3.15X104 | 5.85X107 |
Pa.3 | 3.65X10® | 3.37X105 | 4.4X104 | 7.75X104 | 6.8X107 |
Pa.4 | 8.55X10® | 9.45X104 | 5.35X104 | 8.7X104 | 3.58X108 |
Pb.l | 2.53X107 | 4.35X104 | 5.2X10® | 3.75X104 | 4.75X107 |
Pb. 2 | 9.6X10® | 6.1X104 | 8X10® | 3.6X104 | 5.2X107 |
Pb.3 | 2.9X10® | 1.71X10® | 7.6X10® | 3.4X104 | 2.26X108 |
Pb.4 | 6.05X106 | 8.25X104 | 3.25X10® | 7.55X104 | 5.4X107 |
Pc.l | 6.5X10® | 5.6X102 | 4.6X10® | 6.55X104 | 2.66X108 |
Pc.2 | 7.75X10® | 1.13X104 | 6.05X10® | 8.85X104 | 4.55X107 |
Pc.3 | 6X10® | 3.4X102 | 3.65X10® | 2.2X104 | 4.97X108 |
Pc.4 | 1.05X10® | 7.65X102 | 3.4X10® | 4.1X104 | 6.5X10® |
BE2018/0092
In de bovenstaande tabel duidt het cijfer P op de voeding volgens de uitvinding; de letters a, b en c en de cijfers 1,2,3 en 4 hebben dezelfde betekenis als in tabel 6.1.
De voor deze tijdstippen opgegeven getallen hebben dezelfde betekenis als de overeenkomstige getallen in tabel 6.1.
Zoals uit deze tabellen blijkt, is het verschil in cijfers voor de speenvarkens gevoed met de controle of referentie voeding en deze gevoed met de voeding volgens de uitvinding statistisch niet significant.
Hieruit kan besloten worden dat het effect van de voeding volgens de uitvinding 10 niet verschillend is van het effect van de referentievoeding.
Algemeen besluit :
Uit de voorgaande proeven blijkt dat door de toevoeging van de samenstelling volgens de uitvinding aan voeders voor varkens, speenvarkens in het bijzonder, een immuniteits-verhogende werking wordt gerealiseerd, resulterend in een meer effectieve bescherming van de dieren tegen het optreden van infecties.
Bij voorkeur is de gewichtshoeveelheid van zinkoxide in het voeder begrepen tussen 50 en 200 g per ton voeder, bij verdere voorkeur tussen de 100 en 150 g 20 per ton voeder.
Bij voorkeur is de gewichtshoeveelheid van glycerol tri butyraat en glycerol mono lauraat samen in het voeder begrepen tussen de 4 en 6 kg per ton voeder. Bij verdere voorkeur bedraagt deze hoeveelheid ongeveer 5 kg per ton voeder.
Door het gebruik van de voedingssamenstelling volgens de uitvinding is de gezondheid van de speenvarkens, in het bijzonder voor wat betreft het voorkomen van of de controle op het optreden van diarree, vergelijkbaar met de situatie waarbij enkel zuiver ZnO, maar dan in een merkelijk grotere hoeveelheid, gebruikt wordt.
Het grote voordeel van de voedingssamenstelling volgens de uitvinding is dat de
BE2018/0092 inherente problemen volgend uit de accumulatie van het uitgescheiden overtollige ZnO in het milieu bij gebruik van de voedingssamenstelling volgens de uitvinding zich niet voordoen.
Claims (7)
- Conclusies :1. Gebruik van een samenstelling bevattende glycerol tri butyraat, glycerol mono lauraat en zinkoxide in voeder voor varkens, bij voorkeur speenvarkens.
- 2. Gebruik van de samenstelling volgens conclusie 1 als immuniteit verhogend middel in voeder voor varkens, bij voorkeur speenvarkens.
- 3. Gebruik van de samenstelling volgens conclusie 1 bevattende het zinkoxide in een gewichtshoeveelheid begrepen tussen 50 en 200 gr per ton voeder en het glycerol tri butyraat en glycerol mono lauraat samen in een gewichtshoeveelheid begrepen tussen 4 en 6 kg per ton voeder.
- 4. Gebruik van de samenstelling volgens één van voornoemde conclusies waarin de onderlinge gewichtsverhouding van glycerol tri byturaat en glycerol mono lauraat begrepen is tussen 60-40 % en 40-60 %.
- 5. Voeder voor varkens, bij voorkeur speenvarkens, bevattende glycerol tri butyraat, glycerol mono lauraat en zinkoxide.
- 6. Voeder volgens conclusie 5, bevattende het zinkoxide in een gewichtshoeveelheid begrepen tussen 50 en 200 g per ton voeder en het glycerol tri butyraat en glycerol mono lauraat samen in een gewichtshoeveelheid begrepen tussen 4 en 6 kg per ton voeder.
- 7. Voeder volgens conclusie 6, waarin de onderlinge gewichtsverhouding van glycerol tri byturaat en glycerol mono lauraat begrepen is tussen 6040 % en 40-60 %.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20180092A BE1026561B1 (nl) | 2018-08-23 | 2018-08-23 | Voedingssamenstelling voor speenvarkens |
US17/269,311 US20210307362A1 (en) | 2018-08-23 | 2019-08-22 | Supplement for animal feed for sucking pigs |
EP19756322.4A EP3840587A1 (en) | 2018-08-23 | 2019-08-22 | Supplement for animal feed for sucking pigs |
PCT/EP2019/025281 WO2020038610A1 (en) | 2018-08-23 | 2019-08-22 | Supplement for animal feed for sucking pigs |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20180092A BE1026561B1 (nl) | 2018-08-23 | 2018-08-23 | Voedingssamenstelling voor speenvarkens |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1026561A1 true BE1026561A1 (nl) | 2020-03-19 |
BE1026561B1 BE1026561B1 (nl) | 2020-03-23 |
Family
ID=63517626
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20180092A BE1026561B1 (nl) | 2018-08-23 | 2018-08-23 | Voedingssamenstelling voor speenvarkens |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20210307362A1 (nl) |
EP (1) | EP3840587A1 (nl) |
BE (1) | BE1026561B1 (nl) |
WO (1) | WO2020038610A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP4183261A1 (en) * | 2021-11-17 | 2023-05-24 | Vepidan ApS | A feed supplement formulation for use in a fodder for feeding a livestock |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2819686A1 (fr) * | 2001-01-23 | 2002-07-26 | Xeris | L'utilisation de la tributyrine en alimentation animale et additif alimentaire correspondant |
CN103598447B (zh) * | 2013-10-16 | 2015-06-17 | 哈尔滨大北农牧业科技有限公司 | 一种无抗乳猪教槽料及其制备方法 |
BE1021434B1 (nl) * | 2013-11-20 | 2015-11-20 | Proviron Holding | Veevoeder aangerijkt met een combinatie van monoglycerides. |
CN105341451A (zh) * | 2015-10-26 | 2016-02-24 | 滁州市南谯区施集镇兴牧生态养殖场 | 一种断奶仔猪专用促消化防腹泻的饲料 |
CN105410365B (zh) * | 2015-12-17 | 2019-06-11 | 浙江大学 | 一种可替代抗生素的饲料添加剂及其应用 |
CN108684965A (zh) * | 2018-05-24 | 2018-10-23 | 奥格生物技术(六安)有限公司 | 一种降低断奶仔猪腹泻率的饲料 |
-
2018
- 2018-08-23 BE BE20180092A patent/BE1026561B1/nl active IP Right Grant
-
2019
- 2019-08-22 EP EP19756322.4A patent/EP3840587A1/en active Pending
- 2019-08-22 WO PCT/EP2019/025281 patent/WO2020038610A1/en unknown
- 2019-08-22 US US17/269,311 patent/US20210307362A1/en active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20210307362A1 (en) | 2021-10-07 |
WO2020038610A1 (en) | 2020-02-27 |
EP3840587A1 (en) | 2021-06-30 |
BE1026561B1 (nl) | 2020-03-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Heth et al. | Zinc-65 absorption and turnover in rats: I. A procedure to determine zinc-65 absorption and the antagonistic effect of calcium in a practical diet | |
Pinchasov et al. | Effect of short-chain fatty acids on voluntary feed of broiler chicks | |
EP1659880B1 (en) | Composition for animal consumption | |
RU2485795C2 (ru) | Композиции для домашних животных, содержащие пировиноградную кислоту и ее соли, и способы их применения | |
Young et al. | Selenium and vitamin E supplementation of high moisture corn diets for swine reproduction | |
CN105166407A (zh) | 降低饲料转化率或提高生长速率的猪的处理 | |
BE1026561B1 (nl) | Voedingssamenstelling voor speenvarkens | |
TW201221066A (en) | Lauric acid distillate for animal feed | |
US20050142169A1 (en) | Palatability enhanced composition and method for animal consumption | |
Grisdale-Helland et al. | Problems associated with the present use of menadione sodium bisulfite and vitamin A in diets for Atlantic salmon | |
KR830002681B1 (ko) | 반추(反芻) 동물에 대한 성장촉진제와 아보파트신(Avoparcin)의 병용 투여방법 | |
KR20000035832A (ko) | 살균성 조성물 | |
Carpenter | The effect of 3-nitro-4-hydroxy phenyl arsonic acid on the growth of swine | |
Mahan | Effect of Inorganic Selenium Supplementation on Sele | |
US7674826B2 (en) | Use of a nutraceutical compositions in animal feed | |
US3231466A (en) | Composition and method for treating animals and poultry | |
EP1429995A2 (en) | Tellurium containing product | |
US3428457A (en) | Animal food composition | |
AU2002319855A1 (en) | Tellurim containing product | |
CN106889317B (zh) | 一种幼龄反刍动物早期断奶促进剂及其饲喂方法 | |
McKean | Feed additives for swine | |
Bjørnstad et al. | Unidentified growth factors in fish meal: Experiments with organic arsenic compounds in broiler diets | |
Tonkinson et al. | Fatty acid digestibility in laying hens fed yeast culture | |
Davey et al. | Pantothenic acid requirement of swine for reproduction | |
KR100877800B1 (ko) | 사육동물의 사료 조성물 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20200323 |