BE1026533B1 - Sectionaalpoort en scharniersysteem voor sectionaalpoorten - Google Patents

Abstract

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een sectionaalpoort omvattende een eerste en een tweede paneel, verder voorzien van een eerste scharnierdeel en een tweede scharnierdeel, waarbij het eerste scharnierdeel en/of het randdeel van het eerste paneel een groefoppervlak vormen, en waarbij het tweede scharnierdeel en/of het randdeel van het tweede paneel een tandoppervlak vormen, voor vingerklembeveiligde samenwerking met het groefoppervlak. In het bijzonder omvat het tandoppervlak een proximaal en een distaal tandoppervlak, gevormd door het randdeel van het tweede paneel en het tweede scharnierdeel respectievelijk. In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een paneel, een kit voor het vormen van een sectionaalpoort, en een scharniersysteem voor sectionaalpoorten.

Description

SECTIONAALPOORT EN SCHARNIERSYSTEEM VOOR SECTIONAALPOORTEN

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op scharniersystemen voor sectionaalpoorten, en op sectionaalpoorten als zodanig.

STAND DER TECHNIEK

Sectionaalpoorten zijn in principe gekend uit de stand der techniek. Dergelijke poorten omvatten een veelheid aan panelen die op onderling scharnierende wijze langs elkaar zijn voorzien.

In gesloten poortconfiguratie zijn de panelen verticaal aangrenzend opgesteld, en sluiten zij de poortopening af. Vanuit deze configuratie kunnen zij langsheen een voorbestemd pad omhoog worden bewogen, tot in een open poortconfiguratie. Daarbij zijn de panelen veelal horizontaal/schuin hangend opgeborgen, bijvoorbeeld langsheen het plafond van een afsluitbare binnenruimte.

Belangrijke eigenschappen van sectionaalpoorten zijn o.a. het uitzicht, de duurzaamheid, de onderhoudsvriendelijkheid, de materiaalkost, de fabricagekost, de isolatiewaarde, de tocht- en vochtdichtheid, de totale massa en de stevigheid. Verder gaat bijzondere aandacht uit naar de veiligheid van sectionaalpoorten. Bijvoorbeeld is de vormgeving van de panelen dikwijls zodanig dat er geen vingers kunnen worden ingeklemd, bij het onderling scharnieren. Van dergelijke sectionaalpoorten wordt ook wel gezegd dat zij vingerklembeveiligd zijn. Veelal worden de paneelranden daartoe gevormd volgens een groef enerzijds, en een overeenkomstige tand of tong, anderzijds.

EP 0 623 724 beschrijft een sectionaalpoort die is samengesteld uit PUvolgeschuimde sandwichpanelen met stalen buitenbekleding. Elk paneel omvat geëxtrudeerde scharnierdelen onderaan en bovenaan. Deze scharnierdelen verzorgen niet enkel het onderling scharnieren, maar ook de vingerklembeveiligde samenwerking van de panelen. Voor dat laatste zijn de scharnierdelen respectievelijk vormgegeven volgens een tand en groef. Zij maken echter integraal deel uit van de sandwichpanelen, waardoor zij niet afzonderlijk kunnen worden vervangen.

BE2018/5566

Soms kan het bovendien gewenst zijn om de panelen uit te voeren in een natuurlijk materiaal zoals hout. Om structurele redenen echter, rusten er belangrijke beperkingen op de materiaalkeuze voor de panelen. Vooral de tand- en groefvorm blijken erg fragiel en slijtagegevoelig. Meer algemeen moet het paneelmateriaal, samen met het ontwerp van de scharniermiddelen een voldoende stevige koppeling toelaten. Om die redenen worden relatief zware, houten panelen slechts zelden toegepast.

EP 2 118 418 beschrijft nog een scharniersysteem voor sectionaalpoorten. Het systeem voorziet een mannelijk en een vrouwelijk randprofiel, voor onderling scharnierende samenwerking. Langs de voorzijde draagt het mannelijk scharnierpofiel bovendien bij tot vingerklembeveiliging, door middel van een gebogen vleugel. Als nadeel bepaalt dit profiel in belangrijke mate het uitzicht van de sectionaalpoort, hetgeen esthetisch onwenselijk kan zijn.

Tot slot beschrijft DE 10 2015 205 655 twee scharnierprofielen voor een sectionaalpoort. Het gaat om twee aluminium extrusie-profielen die op scharnierende wijze kunnen worden gekoppeld. Dergelijke profielen kunnen door middel van schroeven worden bevestigd aan de randdelen van een schuimplaat, ter vorming van een sectionaalpoort-paneel. Opnieuw echter, bepalen de scharnierprofielen in belangrijke mate het uitzicht van de poort.

De huidige uitvinding tracht een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen.

Daarbij beoogt de uitvinding een nieuw type sectionaalpoort en overeenkomstig scharniersysteem, waarbij één of meerdere van voorgenoemde eigenschappen worden verbeterd. In het bijzonder is de uitvinding gericht op een vrije materiaalkeuze voor de panelen, met waarborging van de stevigheid en duurzaamheid. Daarbij kan bij voorkeur ook het uitzicht van de sectionaalpoort in belangrijke mate worden gestuurd.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de uitvinding een sectionaalpoort volgens conclusie 1, omvattende minstens een eerste en een tweede paneel, en een bijhorend eerste en tweede scharnierdeel. Een tand- en groefoppervlak staan daarbij in voor

BE2018/5566 vingerklembeveiliging. In het bijzonder omvat het tandoppervlak een proximaal en een distaal tandoppervlak, welk proximaal tandoppervlak is gevormd door een randdeel van het tweede paneel, en welk distaal tandoppervlak is gevormd door het tweede scharnierdeel.

Typisch is dat scharnierdeel uitgevoerd in een slijtvast, sterk en/of taai materiaal. Daarbij verschaft het diezelfde eigenschappen aan de tandpunt, waardoor deze sterker is en minder snel zal afslijten/afbreken. Anderzijds is deze versteviging erg selectief. In elk geval staan de scharnierdelen nu niet enkel in voor de scharnierfunctie, maar bovendien ook minstens gedeeltelijk voor vingerklembeveiliging. Daarbij vormen zij de meest complexe/fragiele delen, namelijk de scharniermiddelen en de tandpunt. Weliswaar wordt het proximaal deel van het tandoppervlak gevormd door de bovenrand van het paneel, waardoor het genoemde scharnierdeel slechts minimaal, of in het geheel niet zichtbaar is vanaf de voorzijde van de poort. Het paneel zelf bepaalt dus in belangrijke mate het uitzicht van de poort.

In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een paneel volgens conclusie 10, en op een kit volgens conclusie 11.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1A toont een detail van een schematische dwarsdoorsnede van een sectionaalpoort, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm.

Figuur 1B toont nog een detail van een schematische dwarsdoorsnede van een sectionaalpoort, volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm.

Figuren 2A en 2B tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede en een geëxplodeerde dwarsdoorsnede van een sectionaalpoort, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuren 3A-D tonen een aantal stappen bij het scharnierend koppelen van een eerste paneel en een tweede paneel volgens de uitvoeringsvorm van figuren 2A en 2B.

BE2018/5566

Figuren 4A en 4B tonen nog twee dwarsdoorsnedes van scharniersystemen volgens mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een sectionaalpoort, op een paneel voor sectionaalpoorten, op een kit voor het vormen van een sectionaalpoort, en op een scharniersysteem voor sectionaalpoorten.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

Een, de en het refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.

Wanneer ongeveer of rond in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer of rond gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, behelzen, behelzende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

BE2018/5566

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

Sectionaalpoorten zijn op zich gekend door de vakman. Algemeen omvatten dergelijke poorten twee of meerdere, langwerpige panelen die op onderling scharnierende wijze met elkaar zijn gekoppeld, langsheen hun boven- en onderranddelen. Bij voorkeur strekt elk paneel zich in hoofdzaak uit volgens een overeenkomstig paneelvlak. Daarbij kan aan elk paneel nog een hoogterichting worden gedefinieerd, welke is georiënteerd volgens het paneelvlak, tussen het boven- en onderranddeel. De dikterichting, anderzijds, strekt zich loodrecht op het paneelvlak uit, tussen een voorzijde en een achterzijde aan het paneel. Daarbij stemt het gedeeltelijk openen van twee onderling gekoppelde panelen typisch overeen met het onderling scharnieren van de panelen, naar hun achterzijde toe. De breedterichting, tot slot, staat loodrecht op de hoogte- en dikterichtingen, en is eveneens in het paneelvlak gelegen. Typisch strekt de breedterichting zich uit tussen twee kopse zijden van het paneel. Nabij die kopse zijden zijn de panelen bij voorkeur voorzien van geleidingsmiddelen, voor het openen en sluiten van de sectionaalpoort langsheen geleidingsrails.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een sectionaalpoort omvattende minstens een eerste en een tweede paneel, verder voorzien van een scharniersysteem voor onderling scharnierende koppeling van de genoemde panelen, het scharniersysteem omvattende:

- een eerste scharnierdeel, verbonden met een randdeel van het eerste paneel, waarbij het eerste scharnierdeel en/of het genoemde randdeel een groef vormen met een achterwaarts gericht groefoppervlak, en

- een tweede scharnierdeel, verbonden met een randdeel van het tweede paneel, waarbij het tweede scharnierdeel en/of het genoemde randdeel een tand vormen met een voorwaarts gericht tandoppervlak, voor vingerklembeveiligde samenwerking met het groefoppervlak, welke scharnierdelen op onderling scharnierende wijze configureerbaar zijn tussen een gesloten stand en een gedeeltelijk open stand, in welke standen het tandoppervlak, gezien vanaf een voorzijde van het tweede paneel, respectievelijk in meerdere en mindere mate is afgedekt door het groefoppervlak. In het bijzonder omvat het tandoppervlak een proximaal en een distaal tandoppervlak, welk proximaal tandoppervlak is gevormd door het randdeel van het tweede paneel, en welk distaal tandoppervlak is gevormd door het tweede scharnierdeel.

BE2018/5566

De bevestiging van de scharnierdelen aan de overeenkomstige randdelen kan op eender welke wijze worden uitgevoerd. Volgens een aantal niet-limitatieve uitvoeringsvormen wordt daarbij gebruik gemaakt van chemische bevestigingsmiddelen (e.g. lijm), van mechanische bevestigingsmiddelen (e.g. schroeven, spijkers, klemmen), en/of van eender welke combinatie daarvan. In het geval van mechanische bevestigingsmiddelen zijn de scharnierdelen optioneel nog voorzien van bevestigingsgaten.

De sectionaalpoort is vingerklembeveiligd. Daartoe sluiten de panelen d.m.v. tanden groefoppervlakken op elkaar aan. In het bijzonder is nabij het randdeel van het eerste paneel een achterwaarts-gericht groefoppervlak gevormd, gericht naar de achterzijde van het eerste paneel. Nabij het randdeel van het tweede paneel is er een voorwaarts-gericht tandoppervlak gevormd, gericht naar de voorzijde van het tweede paneel. Bij het onderling scharnieren van de panelen, beweegt het tandoppervlak binnen het groefoppervlak, op zodanige wijze dat er langs de voorzijde geen vingers kunnen worden ingeklemd. Tand- en groefoppervlakken voor vingerklembeveiliging zijn op zich gekend voor sectionaalpoorten.

Bij voorkeur heeft het genoemde tandoppervlak in hoofdzaak een convexe vorm. Bij voorkeur heeft het genoemde groefoppervlak in hoofdzaak een concave vorm. Bij voorkeur zijn het tand- en groefoppervlak in hoofdzaak complementair van vorm. Bij voorkeur hebben het tand- en groefoppervlak elk een gebogen vorm, waarvan de buigcentra nabij de onderlinge rotatieas van de betrokken panelen zijn gelegen.

In de gesloten stand” van twee onderling gekoppelde panelen, strekken de paneelvlakken zich uit in elkaars verlengde. In de gedeeltelijk open stand”, anderzijds, maken de paneelvlakken een onderlinge hoek. De panelen worden vanuit de gesloten stand in de gedeeltelijk open stand gebracht, door het onderling scharnieren ervan, naar de achterzijde toe. Dit correspondeert met het verlopen van het tandoppervlak binnen het groefoppervlak, waarbij een deel van het tandoppervlak vrijkomt, i.e. niet langer is afgedekt door het groefoppervlak.

In het bijzonder blijkt het tandoppervlak ter hoogte van de tandtop en tandpunt erg fragiel te zijn, waardoor er zware beperkingen rusten op het materiaal waarin deze kunnen worden uitgevoerd. Niet om het even welk paneelmateriaal is daardoor eveneens geschikt voor het vormen van de (volledige) tand en/of het (volledige) tandoppervlak. De huidige uitvinding voorziet hiervoor een oplossing; het

BE2018/5566 tandoppervlak omvat namelijk een proximaal en een distaal tandoppervlak, welk proximaal tandoppervlak is gevormd door het randdeel van het tweede paneel, en welk distaal tandoppervlak is gevormd door het tweede scharnierdeel. De term distaal moet hierin worden begrepen als het zijnde het verst uitstekende deel van dat oppervlak, i.e. het deel dat het dichtste bij de tandpunt is gelegen. De term proximaal moet hierin worden begrepen als zijnde centraler gelegen t.o.v. het paneel, i.e. het deel dat de tandbasis omvat of omsluit. Bij voorkeur zijn het proximaal deel en het distaal deel van het tandoppervlak onderling aangrenzend, volgens de hoogterichting van het paneel en het erop aangesloten scharnierdeel.

Een belangrijk voordeel is dat het scharnierdeel typisch is uitgevoerd in een slijtvast, sterk en/of taai materiaal. Daarbij verschaft het scharnierdeel diezelfde eigenschappen aan de tandpunt, waardoor deze sterker is en minder snel zal afslijten/afbreken. Anderzijds is deze versteviging erg selectief, en enkel ter hoogte van de tandpunt (zijnde het meest kwetsbare onderdeel). Hierdoor kan er worden bespaard op het materiaal en op de omvang van het scharnierdeel. In elk geval staan de scharnierdelen nu niet enkel in voor de scharnierfunctie, maar bovendien ook minstens gedeeltelijk voor de vingerklembeveiliging van de sectionaalpoort. Daarbij staan zij volledig in voor de meest complexe/fragiele delen, namelijk de scharniermiddelen en de tandpunt.

Echter, minstens een deel (nl. het proximaal deel van het tandoppervlak) wordt gevormd door de bovenrand van het paneel. Daardoor is het scharnierdeel slechts minimaal, of in het geheel niet zichtbaar vanaf de voorzijde van de poort. Het paneel zelf bepaalt dus in belangrijke mate het uitzicht van de poort. Bij voorkeur bekleedt het scharnierdeel, vanaf de voorzijde gezien, minimaal de tandpunt en maximaal 95% van de volledige tandhoogte, bij verdere voorkeur minimaal 5% van de tandhoogte, bij verdere voorkeur maximaal 85%, en bij verdere voorkeur maximaal 75%.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm strekken de scharnierdelen zich in hoofdzaak over de volledige breedte van de panelen uit. Zij verschaffen daarbij stevigheid aan de panelen (e.g. weerstand tegen doorbuiging), over de gehele breedte ervan. De mechanische vereisten van het paneelmateriaal zelf zijn bijgevolg minder strikt. Bijvoorbeeld zou ook een kunststof paneel of een houten paneel kunnen worden toegepast. Uiteraard is de uitvinding tot geen van deze gelimiteerd.

BE2018/5566

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is het distaal tandoppervlak, in de gesloten stand en gezien vanaf de voorzijde, volledig afgedekt door het groefoppervlak. Daarbij is het distaal tandoppervlak (gevormd door het tweede scharnierprofiel) niet zichtbaar vanaf de voorzijde van de sectionaalpoort, althans in de gesloten stand. Zodoende beïnvloedt het tweede scharnierprofiel op geen enkele wijze het uitzicht van de poort. Meer bepaald wordt het uitzicht van de sectionaalpoort vanaf de voorzijde, in gesloten stand, bij voorkeur hoofdzakelijk bepaald door materiaalkeuze van de panelen en/of door een gekozen oppervlaktebewerking (bv. een oppervlaktelaag zoals vernis, lak, boenwas of een print) aan die panelen. Bij voorkeur is het zichtbare gedeelte van het tandoppervlak, in gesloten stand en vanaf de voorzijde gezien, volledig omvat door het proximaal tandoppervlak (en dus gevormd door de paneelrand). Het tweede scharnierdeel bekleedt slechts de fragiele neustip.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het groefoppervlak een proximaal en een distaal groefoppervlak, welk distaal groefoppervlak is gevormd door het randdeel van het eerste paneel, en welk proximaal groefoppervlak is gevormd door het eerste scharnierdeel. Beide scharnierdelen staan in voor zowel het onderling scharnierden van de panelen, als voor een deel van de vingerklembeveiliging. Optioneel omvat het randdeel van het eerste paneel een paneellip, welke het distaal groefoppervlak vormt. In elk geval zijn de scharnierdelen bij voorkeur niet zichtbaar vanaf de voorzijde van de poort, althans in de gesloten stand. Mogelijks zijn de scharnierdelen ook in een gedeeltelijk geopende stand niet zichtbaar vanaf de voorzijde van de poort. Dit is echter niet noodzakelijk het geval.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de panelen hout. Hout is een materiaal dat leeft en in bepaalde mate kan kromtrekken (bv. onder invloed van temperatuur of vocht). Anderzijds is het cruciaal dat het tandoppervlak (en/of groefoppervlak) vorm- en slijtvast zijn, omwille van de vingerklembeveiliging. Een vervormd tandoppervlak, bijvoorbeeld, zal gemakkelijk afslijten, afscheuren en/of afbreken wanneer het binnen het groefoppervlak wordt bewogen. Een voordeel is dat een deel van het fragiele tandoppervlak nu alvast wordt gevormd door het scharnierdeel, en dus niet door het houten paneelranddeel. Bij voorkeur strekt het scharnierprofiel zich daarbij uit over de gehele breedte. Daarbij verschaffen de scharnierdelen weerstand tegen kromtrekken/doorbuigen van de panelen, over de gehele breedte ervan.

BE2018/5566

In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn de panelen meerlagig uitgevoerd. Bijvoorbeeld omvatten zij een massieve basislaag van thermisch gemodificeerd hout (lichter en doch duurzaam) en een decoratieve afwerkingslaag van hardhout. Deze lagen strekken zich uit volgens de paneelvlakken. Echter, de uitvinding is hiertoe geenszins gelimiteerd.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat minstens één scharnierdeel een bevestigingslip, zich uitstrekkend volgens het overeenkomstig paneelvlak. Dergelijke bevestigingslippen laten een eenvoudige bevestiging van het scharnierdeel in of langsheen de paneelrand toe. In een verdere uitvoeringsvorm strekt de bevestigingslip zich uit in het overeenkomstig paneel. Optioneel wordt de bevestigingslip vastgelijmd in een sleuf daartoe voorzien in een randdeel van het paneel. Typisch voor houten panelen is dat de houtdraad zich in hoofdzaak volgens het paneelvlak uitstrekt. Verlijming van een bevestigingslip in een sleuf, parallel aan de houtdraad, maakt daarbij een rigide onderlinge bevestiging mogelijk.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat het scharnierdeel verder een verstevigingsrib, zich uitstrekkend tussen een scharniermiddel en een vingerklembeveiligingsmiddel van het scharnierdeel. In een verdere uitvoeringsvorm strekken de bevestigingslip en de verstevigingsrib zich in elkaars verlengde uit. Zij bieden daarbij een grote weerstand tegen doorbuiging van de panelen, waarbij wordt verwezen naar figuren 2A-B en bijgaande figurenbeschrijving.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm zijn de genoemde scharnierdelen scharnierprofielen, met een in hoofdzaak invariante dwarsdoorsnede. Optioneel bezit één van beide scharnierprofielen daarbij een mond, ervoor geschikt om scharnierend in te grijpen op een nok van het andere scharnierprofiel. Een voordeel is dat dergelijke scharnierprofielen het distaal tandoppervlak (en optioneel het proximaal groefoppervlak) over de ganse breedte van de panelen verzorgen. Bovendien zijn allerhande scharnierprofielen eenvoudig te produceren d.m.v. extrusie. Optioneel omvatten de scharnierprofielen aluminium. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat voorgenoemde nok een uitsparing.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de sectionaalpoort verder nog een afsluitmiddel, welk afsluitmiddel in de gesloten stand op het distaal tandoppervlak aansluit. Het distaal tandoppervlak is daarbij uitgevoerd in hetzelfde

BE2018/5566 materiaal als het scharnierprofiel. Daardoor kan het typisch aan een hogere druk weerstaan, en is het waterdicht. Bijgevolg kan het een betere afsluiting bieden.

In een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een paneel omvattende een onderranddeel en een bovenranddeel, welk paneel langsheen minstens één van de genoemde randdelen is verbonden met een scharnierdeel, waarbij het scharnierdeel en/of het genoemde randdeel een tand vormen met een voorwaarts gericht tandoppervlak, voor vingerklembeveiligde samenwerking met een groefoppervlak van een verder paneel. In het bijzonder omvat het genoemde tandoppervlak een proximaal en een distaal tandoppervlak, welk proximaal tandoppervlak is gevormd door het randdeel, en welk distaal tandoppervlak is gevormd door het scharnierdeel. Bij voorkeur is het paneel geschikt voor samenwerking met één of meerdere gelijksoortige panelen, ter vorming van een sectionaalpoort volgens het eerste aspect van de uitvinding. Daarbij kunnen dezelfde kenmerken en voordelen worden hernomen.

In een derde aspect betreft de uitvinding een kit omvattende minstens een eerste paneel, een tweede paneel en een scharniersysteem, welk scharniersysteem een eerste en een tweede scharnierdeel omvat, voor bevestiging aan en langsheen randdelen van de genoemde panelen. In het bijzonder is de kit daarbij geschikt voor het vormen van een sectionaalpoort volgens het eerste aspect van de uitvinding. Daarbij kunnen dezelfde kenmerken en voordelen worden hernomen.

In een vierde aspect heeft de uitvinding nog betrekking op een scharniersysteem voor sectionaalpoorten, het scharniersysteem omvattende een eerste en een tweede scharnierdeel, geschikt voor bevestiging aan en langsheen de randdelen van een eerste en een tweede paneel, en voorzien van scharniermiddelen voor onderling scharnierende koppeling ervan ten opzichte van een rotatieas, waarbij het eerste scharnierdeel ten opzichte van het tweede scharnierdeel scharnierend configureerbaar is tussen een gesloten stand, daarbij gericht volgens een sluitrichting van het tweede scharnierdeel, en een gedeeltelijk open stand, en waarbij het tweede scharnierdeel verder een tanddeel vormt met een voorwaarts gericht tandoppervlak, voor vingerklembeveiligde samenwerking met een groefoppervlak. In het bijzonder strekt het genoemde tandoppervlak zich voorwaarts gebogen uit tot een steunrand, over een hoek van maximaal 90° met de sluitrichting, gezien vanuit de rotatieas. Bij voorkeur is de genoemde steunrand geschikt voor aansluiting op een paneelrand. Bij koppeling van twee sectionaalpoort-panelen middels een dergelijk scharniersysteem,

BE2018/5566 is dat scharniersysteem bij voorkeur niet tot nauwelijks zichtbaar vanaf de voorzijde van de poort, althans in gesloten toestand.

Bij voorkeur strekt het genoemde tandoppervlak zich uit over een hoek van aanzienlijk minder dan 90°, bij voorkeur tussen 5° en 89°, bij verdere voorkeur over minder dan 85°, bij verdere voorkeur over minder dan 75°, en bij verdere voorkeur over minder dan 65°, bijvoorbeeld over een hoek van ongeveer 35°, ongeveer 45° of ongeveer 55°.

Bij voorkeur is het scharniersysteem geschikt voor koppeling van panelen tot een sectionaalpoort volgens het eerste aspect van de uitvinding.

In wat volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

Figuur 1A toont een detail van een schematische dwarsdoorsnede van een sectionaalpoort 1, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. De sectionaalpoort 1 omvat een eerste 2 en een tweede paneel 2', en is verder voorzien van een scharniersysteem 31 met een overeenkomstig eerste 3 en tweede scharnierdeel 3'. Deze scharnierdelen 3, 3' zijn met de panelen 2, 2' verbonden. De getoonde panelen 2, 2' en scharnierdelen 3, 3' bevinden zich in hun onderling gesloten stand. Daarbij zijn de paneelvlakken grotendeels in elkaars verlengde gelegen, en is zijn het eerste paneel 2 en scharnierdeel 3 gericht volgens een sluitrichting 33 van het tweede paneel 2' en scharnierdeel 3'. Ter hoogte van een knoop 4 zijn de scharnierdelen 3, 3' echter onderling scharnierend gekoppeld d.m.v. een pen 5. Via een scharnierbeweging van het eerste 2 t.o.v. het tweede paneel 2', richting de achterzijde 9 van het tweede paneel 2' kunnen zij bijgevolg in een gedeeltelijk open stand worden gebracht. Hierbij wordt verwezen naar figuur 3D (weliswaar getekend vanuit een vaste positie voor het eerste paneel 2 en scharnierdeel 3).

Nu vormt het onderranddeel van het eerste paneel 2, samen met het eerste scharnierdeel 3 een neerwaarts gerichte groef 7. Meer bepaald omvat het scharnierdeel 3 een verstevigingsrib 15 met een voorwaarts gericht aanligoppervlak 12. Daarenboven vormt het eerste paneel 2 een achterwaarts gericht, concaaf groefoppervlak 28, 29; samen sluiten deze oppervlakken 12, 28, 29 de groef 7 in. Anderzijds vormt het bovenranddeel van het tweede paneel 2', samen met het

BE2018/5566 tweede scharnierdeel 3' een opwaarts gerichte tand 6. Met name omvat het tweede scharnierdeel 3' een verstevigingsrib 15' met een achterwaarts gericht aanligoppervlak 12', uitlopend op een tandpunt 10. Langs de voorzijde 8 wordt het voorwaarts gericht, convex tandoppervlak 25, 26 eveneens deels door deze verstevigingsrib 15' gevormd (i.e. het distale tandoppervlak 26), en deels door het tweede paneel 2' (i.e. het proximale tandoppervlak 25). In de gesloten stand zijn de genoemde aanligoppervlakken 12, 12' overigens tegen en/of langs elkaar gelegen, zoals getoond in de figuur. In een gedeeltelijk open stand is de ruimte daartussen toegenomen.

Bij voorkeur strekken de tand 6 en groef 7 zich met een in hoofdzaak invariante doorsnede uit volgens de breedterichting, i.e. loodrecht op het vlak van de figuur. Daarbij vormt de in doorsnede getoonde tandpunt 10 een bovenrand. Volgens een op zich gekende wijze verzorgen de tand 6 en groef 7 een vingerklembeveiliging. Bijvoorbeeld zal, bij het onderling scharnieren van de panelen 2, 2', het tandoppervlak 25, 26 binnen het groefoppervlak 28, 29 verlopen, met ongeveer een constante tussenafstand. Juist met dit doel beschrijft de tand 6 het voorwaarts gericht, convex tandoppervlak 25, 26 dat vormsluitend past binnen een achterwaarts gericht, concaaf groefoppervlak 28, 29. Het buigcentrum voor deze gebogen oppervlakken is bovendien ongeveer ter hoogte van de rotatieas 32 gelegen. Verder maakt de opening 30 langs de voorzijde 8 bij voorkeur geen knijpende beweging, of blijft deze opening 30 althans te allen tijde breed genoeg zodat zij geen vingers kan inknijpen.

Langsheen de voorzijde 8 vormt het eerste paneel 2 nog een paneellip 24. Bijgevolg dekt het eerste paneel 2 (en i.h.b. het erdoor gevormde groefoppervlak 28, 29) in de gesloten stand het distaal tandoppervlak 26, alsook een groot deel van het proximaal tandoppervlak 25, af, gezien vanaf de voorzijde 8.

Overigens sterkt het distaal tandoppervlak 26 zich op gebogen wijze uit richting de voorzijde 8, over een hoek 34 van ongeveer 45° (gemeten vanuit de rotatieas 32, en vanaf de sluitrichting 33 van het tweede paneel 3'). Daarbij strekt het distaal tandoppervlak 26 zich uit tot aan een steunrand 27, alwaar het scharnierdeel 3' aansluit op het paneel 2'.

Figuur 1B toont nog een detail van een schematische dwarsdoorsnede van een sectionaalpoort 1, volgens een andere uitvoeringsvorm. Een verschil met de

BE2018/5566 uitvoeringsvorm van figuur 1A is dat het eerste scharnierdeel 3 ditmaal een verstevigingsrib 15 omvat die uitloopt op een gebogen dwarsarm 14. Deze gebogen dwarsarm 14, die deel uitmaakt van het eerste scharnierdeel 3, vormt een achterwaarts gericht, proximaal groefoppervlak 28. Het resterend deel van het groefoppervlak 28, 29, oftewel het distaal groefoppervlak 29, wordt gevormd door het randdeel van het eerste paneel 2.

Figuren 2A en 2B tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede en een geëxplodeerde dwarsdoorsnede van een sectionaalpoort 1, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. De sectionaalpoort 1 omvat een eerste 2 en een tweede paneel 2', verder voorzien van een scharniersysteem 31 met een eerste 3 en een tweede scharnierdeel 3'. Bij voorkeur gaat het om scharnierprofielen (i.e. met een in hoofdzaak constant dwarsprofiel volgens de breedterichting, dwars op het vlak van de figuur). Beide scharnierdelen 3, 3' kunnen vormcorresponderend worden bevestigd aan de randdelen van de overeenkomstige panelen 2, 2'. I.h.b. voorzien zij bevestigingslippen 13, 13', evenwijdig aan de paneelvlakken, welke bevestigingslippen 13, 13' kunnen worden ontvangen in overeenkomstige sleuven 21, 21' daartoe voorzien in de panelen 2, 2' (zie figuur 2B). Het eerste scharnierdeel 3 omvat een nok 18 die scharnierend kan ingrijpen op een mond 20 van het tweede scharnierdeel 3'. I.h.b. is de nok 18 voorzien van een uitsparing 19, zodat de scharnierdelen 3, 3' eveneens scharnierend kunnen worden gekoppeld en ontkoppeld. Hierbij wordt verwezen naar figuren 3A-D. Optioneel wordt er in de mond nog een slijtvast mondstuk voorzien, bijvoorbeeld omvattende een polyamide zoals nylon.

Nu omvat elk van beide scharnierdelen 3, 3' een verstevigingsrib 15, 15', zich uitstrekkend volgens het overeenkomstig paneelvlak, en in het verlengde van de bijhorende bevestigingslip 13, 13'. Met dit ontwerp bieden de scharnierdelen 3, 3' veel weerstand tegen neerwaartse doorbuiging; zij verschaffen stevigheid aan de panelen 2, 2'. Bovendien bekleden de verstevigingsribben 15, 15' daarbij een paar van twee overstaande aanligoppervlakken 12, 12' die zich in de in de gesloten stand tegen en/of langs elkaar uitstrekken (zie figuur 2B). Zo verhinderen zij het afbreken van fragiele tanddelen en/of groefdelen, bijvoorbeeld bij grote windbelasting.

De verstevigingsrib 15 van het eerste scharnierdeel 3 strekt zich uit tussen de nok 18 en een voorwaarts gerichte dwarsarm 14. Deze dwarsarm 14 vormt een kanaal 17 voor ontvangst van een afsluitmiddel 16, en verder nog een proximaal

BE2018/5566 groefoppervlak 28. Als afsluitmiddel 16 kan bijvoorbeeld een rubberen band worden toegepast. In de gesloten stand sluit het distaal tandoppervlak 26 hier dan op aan (zie figuur 2B). Het proximaal groefoppervlak 29, anderzijds, wordt gevormd door een paneellip 24 langsheen de onderrand van het eerste paneel 2. Zodoende wordt het distaal tandoppervlak 26, althans in de gesloten stand van de panelen 2, 2', volledig afgedekt. De paneellip 24 omvat nog een opstand 23, zodat het scharnierprofiel 2 in de paneelrand zit weggewerkt (zie figuur 2B). Het globale, achterwaarts-gerichte groefoppervlak 28, 29 is in hoofdzaak convex. Nabij de opstand 23 wijkt het groefoppervlak 28, 29 weliswaar lokaal af van de globaalconvexe vorm, zonder daarbij de vingerklembeveiliging te schaden.

De verstevigingsrib 15' van het tweede scharnierdeel 3' strekt zich uit tussen de mond 20 en, nabij de tandpunt 10, een voorwaarts gerichte dwarsarm 14'. Deze dwarsarm 14' strekt zich voorwaarts gebogen uit tot aan een steunrand 27, over een hoek 34 van ongeveer 45° met de sluitrichting 33, gezien vanuit de rotatieas 32. De dwarsarm 14' vormt daarbij een voorwaarts gericht en convex, distaal tandoppervlak 26. De steunrand 27 is ervoor geschikt om aan te sluiten op een plateau 11 voorzien aan de paneelrand van het tweede paneel 2'. In een dergelijk ontwerp is het niet nodig om het mogelijks fragiele paneelmateriaal te vormen tot een scherpe punt, zoals wel het geval is in de uitvoeringsvormen van figuren 1A-B. Dit komt de stevigheid van de tand ten goede. Eveneens zou een verweerd tanddeel van een gebruikt paneel 2' tot op een zekere hoogte kunnen worden weggenomen, ter vorming van een plateau 11. Daarbij verkregen panelen 2, 2' kunnen vervolgens worden gekoppeld middels een scharniersysteem 31 volgens de huidige uitvinding. Ook in de huidige uitvoeringsvorm vormt het tweede paneel 2' een proximaal tandoppervlak 25. Het globale, voorwaarts-gerichte tandoppervlak 25, 26 bezit daarbij een convexe vorm. In elk geval verzorgt het tweede scharnierprofiel 3' (typisch samengesteld uit een slijtvast, sterk en taai materiaal) alvast het fragiele uiteinde van de tand 6.

Figuren 3A-D tonen een aantal stappen bij het scharnierend koppelen van een eerste paneel 2 (voorzien van een eerste scharnierdeel 3) met een tweede paneel 2' (voorzien van een tweede scharnierdeel 3'), volgens de uitvoeringsvorm van figuren 2A en 2B.

In figuur 3A bevinden de panelen 2, 2' zich in een onderling ontkoppelde toestand, onder een min of meer loodrechte hoek. In figuur 3B wordt een eerste mondlip 35

BE2018/5566 langs de uitsparing 19 over de nok 18 aangebracht. De uitsparing 19 kan hiertoe uiteraard op een andere wijze worden vormgegeven. Bijvoorbeeld is de uitsparing een afgeplat facet langsheen een verder in hoofdzaak cilindrische nok 18. Dit facet laat dan op gelijkaardige wijze een passage van de mondlip(pen) 35 toe. In figuur 3C sluiten beide lippen 35, 35' aan over de nok 18. Via een scharnierbeweging van de tand 6 in de groef 7 kunnen de scharnierdelen 3, 3' nu scharnierend worden gekoppeld, zoals getoond in figuur 3D. Bij de omgekeerde handeling van onderling gekoppelde scharnierdelen 3, 3' kunnen deze scharnierend worden ontkoppeld. In een mogelijke uitvoeringsvorm toont figuur 3D de maximaal geopende stand van de twee panelen 3, 3' bij normaal gebruik, bv. tijdens het open en sluiten van de poorten. Enkel voor het koppelen van de panelen (e.g. bij installatie), en voor het ontkoppelen van de panelen 3, 3' (e.g. bij afbraak of onderhoud) worden zij in een nog verder geopende stand gebracht, zoals deze van figuur 3C.

Figuren 4A en 4B tonen nog twee dwarsdoorsnedes van scharniersystemen 31 volgens mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding. Een verschil met het scharniersysteem 31 van figuren 2A-B en 3A-D is dat het tanddeel 6 verder is verstevigd, en ditmaal een gesloten profiel bezit. Echter, dit bemoeilijkt het extrusieproces voor de scharnierprofielen. Bij voorkeur zijn beide scharnierdelen 3, 3' dus geheel open scharnierprofielen, zoals in de voorgaande uitvoeringsvormen. Nog een verschil is dat in figuur 4A de nok 18 een hole vorm bezit. De uitsparing 19 geeft daarbij toegang tot een inwendige holte van de nok 18. Anderzijds bezit de mond 20 in figuur 4B (ditmaal deel van het eerste scharnierdeel 3) een schelpvorm die nauwsluitend tussen de nok 18 en buitenmond 20' (deel van het tweede scharnierdeel 3') zit gevat. Ditmaal is de nok 18 daartoe niet voorzien van een uitsparing. Echter, in beide uitvoeringsvormen kunnen de scharnierdelen 3, 3' nog steeds scharnierend worden gekoppeld en ontkoppeld.

De genummerde elementen op de figuren zijn:

1. Sectionaalpoort

2. Paneel

3. Scharnierdeel

4. Knoop

5. Pen

6. Tand/tanddeel

7. Groef

8. Voorzijde

BE2018/5566

9. Achterzijde

10. Tandpunt

11. Plateau

12. Aanligoppervlak

13. Bevestigingslip

14. Dwarsarm

15. Verstevigingsrib

16. Afsluitmiddel

17. Kanaal

18. Nok

19. Uitsparing

20. Mond

21.Sleuf

22. Paneellip

23. Opstand

24. Paneellip

25. Proximaal tandoppervlak

26. Distaal tandoppervlak

27. Steunrand

28. Proximaal groefoppervlak

29. Distaal groefoppervlak

30. Opening

31.Scharniersysteem

32. Rotatieas

33. Sluitrichting

34. Hoek

35. Mondlip

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden en figuren kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (5)

1. Een sectionaalpoort 1 omvattende minstens een eerste 2 en een tweede paneel 2', verder voorzien van een scharniersysteem 31 voor onderling scharnierende koppeling van de genoemde panelen 2, 2', het scharniersysteem 31 omvattende:

- een eerste scharnierprofiel 3, verbonden met een randdeel van het eerste paneel 2, waarbij het eerste scharnierprofiel 3 en/of het genoemde randdeel een groef 7 vormen met een achterwaarts gericht groefoppervlak 28, 29, en

- een tweede scharnierprofiel 3', verbonden met een randdeel van het tweede paneel 2', waarbij het tweede scharnierprofiel 3' en het genoemde randdeel samen een tand 6 vormen met een voorwaarts gericht tandoppervlak 25, 26, voor vingerklembeveiligde samenwerking met het groefoppervlak 28, 29, welk tandoppervlak 25, 26 een proximaal 25 en een distaal tandoppervlak 26 omvat die respectievelijk worden gevormd door het randdeel van het tweede paneel 2', en door het tweede scharnierdeel 3', waarbij de scharnierprofielen 3, 3' via scharniermiddelen 18, 20 op onderling scharnierende wijze configureerbaar zijn tussen een gesloten stand en een gedeeltelijk open stand, in welke standen het tandoppervlak 25, 26, gezien vanaf een voorzijde 8 van het tweede paneel 2', respectievelijk in meerdere en mindere mate is afgedekt door het groefoppervlak 28, 29, en waarbij de scharnierprofielen 3, 3' via vingerklembeveiligingsmiddelen 14, 14' bijdragen tot het groefoppervlak 28, 29 en tandoppervlak 25, 26 respectievelijk, met het kenmerk, dat beide scharnierdelen 3, 3' een verstevigingsrib 15, 15' omvatten, zich uitstrekkend volgens het overeenkomstig paneel 2, 2', tussen het respectievelijke scharniermiddel 18, 20 en vingerklembeveiligingsmiddel 14, 14', met in het verlengde daarvan een bevestigingslip 13, 13' die zich uitstrekt tot in het paneel 2, 2'.

2. De sectionaalpoort 1 volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingslip 13, 13' van elk scharnierprofiel 3, 3' is gevat in een sleuf 21, 21', daartoe voorzien in een randdeel van het overeenkomstig paneel 2, 2'.

3. De sectionaalpoort 1 volgens conclusie 2, waarbij de bevestigingslippen 13, 13' in de sleuven 21, 21' zijn verlijmd.

BE2018/5566

4. De sectionaalpoort 1 volgens één der conclusies 1-3, waarbij de verstevigingsribben 15, 15' respectievelijk een voorwaarts gericht aanligoppervlak 12 en een achterwaarts gericht aanligoppervlak 12' vormen, welke aanligoppervlakken 12, 12' in de gesloten stand tegen elkaar aanliggen.

5. De sectionaalpoort 1 volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het distaal tandoppervlak 26, in de gesloten stand en gezien vanaf de voorzijde 8, is afgedekt door het groefoppervlak 28, 29.

6. De sectionaalpoort 1 volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het groefoppervlak 28, 29 een proximaal 28 en een distaal groefoppervlak 29 omvat, welk distaal groefoppervlak 29 is gevormd door het randdeel van het eerste paneel 2, en welk proximaal groefoppervlak 28 is gevormd door het eerste scharnierdeel 3.

7. De sectionaalpoort 1 volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de panelen 2, 2' hout omvatten.

8. De sectionaalpoort 1 volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één van beide scharnierprofielen 3, 3' door middel van een mond 20 scharnierend ingrijpt op een nok 18 van het andere scharnierprofiel 3', 3.

9. De sectionaalpoort 1 volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verder nog een afsluitmiddel 16 omvat, welk afsluitmiddel 16 in de gesloten stand aansluit op het distaal tandoppervlak 26.

10. Een paneel 2' omvattende een onderranddeel en een bovenranddeel, welk paneel 2' langsheen minstens één van de genoemde randdelen is verbonden met een scharnierdeel 3', waarbij het scharnierdeel 3' en/of het genoemde randdeel een tand 6 vormen met een voorwaarts gericht tandoppervlak 25, 26, voor vingerklembeveiligde samenwerking met een groefoppervlak 28, 29 van een verder paneel 2, en waarbij het genoemde tandoppervlak 25, 26 een proximaal 25 en een distaal tandoppervlak 26 omvat, welk proximaal tandoppervlak 25 is gevormd door het randdeel, en welk distaal tandoppervlak 26 is gevormd door het scharnierdeel 3', met het kenmerk,

BE2018/5566 dat het paneel is aangepast voor combinatie met gelijksoortige panelen, ter vorming van een sectionaalpoort volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 9 .

5 11.Een kit omvattende minstens een eerste paneel 2, een tweede paneel 2' en een scharniersysteem 31, welk scharniersysteem 31 een eerste 3 en een tweede scharnierdeel 3' omvat, voor bevestiging aan en langsheen randdelen van de genoemde panelen 2, 2', en met het kenmerk, dat de kit geschikt is voor het vormen van een sectionaalpoort 1 volgens één der voorgaande 10 conclusies 1 tot en met 9.