BE1026502B1 - Behandelingstafel met verbetering op het vlak van veiligheid - Google Patents

Abstract

De uitvinding verschaft een behandelingstafel (1) die een steunbasis (2) omvat om te steunen op de grond, een behandelingsplatform (3) voor de patiënt, een hefsysteem (4) met ten minste één hefarm (5, 8) voor het verplaatsen van het behandelingsplatform (3), en een veiligheidssysteem (14) om te voorkomen dat lichaamsdelen geklemd raken. De steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) zijn elektrisch geïsoleerd ten opzichte van elkaar. Het veiligheidssysteem (14) is geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit (C co ) die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8), en voor het genereren van een veiligheidsalarmsignaal wanneer ten minste één elektrische capaciteit (C co ) die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) wijzigt.

Description

Behandelingstafel met verbetering op het vlak van veiligheid Technisch domein De onderhavige uitvinding betreft een behandelingstafel die een veiligheidssysteem omvat om te voorkomen dat lichaamsdelen of andere objecten geklemd raken tussen de steunbasis, het behandelingsplatform en de een of meer hefarmen van de behandelingstafel terwijl behandelingsplatform wordt verplaatst ten opzichte van de steunbasis van de behandelingstafel.

Stand van de techniek Een behandelingstafel met een veiligheidssysteem om te voorkomen dat lichaamsdelen of andere objecten geklemd raken tussen de steunbasis, het behandelingsplatform en de hefarmen van de behandelingstafel is bijvoorbeeld bekend uit WO 03/088885A1. Het veiligheidssysteem van deze behandelingstafel omvat een veelheid aan infraroodstralers en -detectoren. Indien een lichaamsdeel of een ander object door een infraroodstraal heen gaat die van één van de stralers naar één van de detectoren gaat, het lichaamsdeel of het object wordt gedetecteerd en de verplaatsing van het behandelingsplatform ten opzichte van de steunbasis wordt stopgezet.

Een behandelingstafel met een dergelijk veiligheidssysteem heeft echter meerdere nadelen. Eén nadeel is dat lichaamsdelen of andere objecten nog steeds tussen de infraroodstralen door kunnen passeren, en zo ongedetecteerd kunnen blijven, als het lichaamsdeel of object bijvoorbeeld klein genoeg is om tussen de infraroodstralen door te gaan. De situatie kan worden verbeterd door het aantal emitters en detectoren te verhogen, maar dat heeft het nadeel dat het veiligheidssysteem ingewikkelder wordt en meer energie verbruikt. Een ander nadeel is dat lichaamsdelen of andere objecten kunnen worden gedetecteerd langs de volledige lengte van de infraroodstralen, zelfs als er niet noodzakelijk een onmiddellijk gevaar bestaat dat het lichaamsdeel of object geklemd raakt. In een dergelijk geval wordt de verplaatsing van het behandelingsplatform ten opzichte van de steunbasis stopgezet zonder dat dat echt nodig is.

Uiteenzetting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een behandelingstafel met een veiligheidssysteem te verschaffen die veiliger is in gebruik.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een behandelingstafel die de technische kenmerken vertoont van de eerste onafhankelijke conclusie.

Derhalve verschaft de onderhavige uitvinding een behandelingstafel voor gebruik bij fysiotherapeutische behandeling van een patiënt. De behandelingstafel omvat een steunbasis voor het ondersteunen van de behandelingstafel op de grond. De behandelingstafel omvat een behandelingsplatform voor het ondersteunen van de patiënt. De behandelingstafel omvat een hefsysteem voor het verplaatsen van het behandelingsplatform ten opzichte van de steunbasis in een hoogterichting. Het hefsysteem omvat ten minste één hefarm. De ten minste ene hefarm is kantelbaar verbonden met de steunbasis en met het behandelingsplatform op zodanige wijze dat het kantelen van de ten minste ene hefarm het behandelingsplatform verplaatst ten opzichte van de steunbasis in de hoogterichting. De behandelingstafel omvat een veiligheidssysteem om te voorkomen dat lichaamsdelen of andere objecten geklemd raken tussen de steunbasis, het behandelingsplatform en/of de ten minste ene hefarm. De steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm zijn elektrisch geïsoleerd ten opzichte van elkaar. Het veiligheidssysteem is geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm. Het veiligheidssysteem is geconfigureerd voor het genereren van een veiligheidsalarmsignaal wanneer ten minste één elektrische capaciteit die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm wijzigt.

De behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding biedt het voordeel dat de steunbasis, het behandelingsplatform en/of de ten minste ene hefarm in hun geheel worden gemonitord op contact met een lichaamsdeel of een ander object, zodanig dat geen enkel dergelijk contact ongedetecteerd blijft. Dat vergroot de veiligheid van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding. De behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding vereist bovendien enkel het monitoren van slechts een beperkt aantal componenten vande behandelingstafel op contact met een lichaamsdeel of een ander object, wat de complexiteit en het energieverbruik van de behandelingstafel reduceert.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is het veiligheidssysteem geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit die geassocieerd is met de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm. Het veiligheidssysteem is geconfigureerd voor het genereren van een veiligheidsalarmsignaal wanneer ten minste één elektrische capaciteit die geassocieerd is met de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm wijzigt.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het veiligheidssysteem de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm monitort, en dat een contact van een lichaamsdeel of een ander object met om het even welke van these componenten kan worden gedetecteerd door het veiligheidssysteem. Dat vergroot de veiligheid van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding zonder de complexiteit al te zeer te vergroten, aangezien het enkel het monitoren vereist van een beperkt aantal componenten.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is het veiligheidssysteem geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm tijdens het verplaatsen van het behandelingsplatform ten opzichte van de steunbasis in de hoogterichting. Bij voorkeur is het veiligheidssysteem geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm tijdens het verplaatsen van het behandelingsplatform in de richting van de steunbasis in de hoogterichting.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het veiligheidssysteem de steunbasis, het behandelingsplatform en/of de ten minste ene hefarm enkel monitort op contact met een lichaamsdeel of een ander object wanneer het hefsysteem het behandelingsplatform verplaatst ten opzichte van de steunbasis in de hoogterichting. Daardoor wordt het energieverbruik van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding verlaagd. Het verhindert ook dat veiligheidsalarmsignalen worden gegenereerd in omstandigheden waarin er geen risico bestaat op het geklemd raken van een lichaamsdeel of een anderobject tussen de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is het veiligheidssysteem geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm wanneer het behandelingsplatform zich bevindt onder vooraf bepaalde afstand boven de steunbasis in de hoogterichting.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat het veiligheidssysteem de steunbasis, het behandelingsplatform en/of de ten minste ene hefarm enkel monitort op contact met een lichaamsdeel of een ander object wanneer het behandelingsplatform zich voldoende dicht bij de steunbasis bevindt opdat er een risico zou bestaan op het geklemd raken van het lichaamsdeel of object tussen de steunbasis, het behandelingsplatform en/of de ten minste ene hefarm.

Daardoor wordt het energieverbruik van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding verlaagd. Het verhindert ook dat veiligheidsalarmsignalen worden gegenereerd in omstandigheden waarin er geen risico bestaat op het geklemd raken van lichaamsdelen tussen de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding omvat het hefsysteem ten minste één actuator voor het aandrijven van het kantelen van de ten minste ene hefarm, waarbij het veiligheidssysteem werkzaam verbonden is met de ten minste ene actuator, en waarbij het veiligheidssysteem is geconfigureerd voor het stopzetten van de ten minste ene actuator wanneer het veiligheidsalarmsignaal wordt gegenereerd.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat de verplaatsing van het behandelingsplatform ten opzichte van de steunbasis in de hoogterichting wordt stopgezet wanneer een veiligheidsalarmsignaal wordt gegenereerd na contact van een lichaamsdeel of een ander object met de steunbasis, het behandelingsplatform of de ten minste ene hefarm. Dat vergroot nog verder de veiligheid van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding, aangezien verwondingen of schade veroorzaakt door de verdere verplaatsing van het behandelingsplatform op die manier kunnen worden vermeden.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is het veiligheidssysteem geconfigureerd voor het activeren van de ten minste ene actuator gedurende een vooraf bepaalde tijdsspanne voor het omhoog verplaatsen van het behandelingsplatform ten opzichte van de 5 steunbasis in de hoogterichting nadat de ten minste ene actuator is stopgezet door het veiligheidssysteem wanneer het veilgheidsalarmsignaal wordt gegenereerd.

Deze uitvoeringsvorm biedt het voordeel dat een lichaamsdeel of ander object dat mogelijk geklemd is geraakt tussen het behandelingsplatform, de steunbasis en de ten minste ene hefarm, wordt vrijgegeven door de opwaartse beweging van het behandelingsplatform ten opzichte van de steunbasis in de hoogterichting nadat contact van het lichaamsdeel of object met de steunbasis, het behandelingsplatform of de ten minste ene hefarm is gedetecteerd. Dat vergroot nog verder de veiligheid van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is de ten minste ene hefarm verbonden met de steunbasis en met het behandelingsplatform door middel van scharnieren in een elektrisch isolerend materiaal voor het elektrisch isoleren van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm ten opzichte van elkaar. Bij voorkeur is het elektrisch isolerende materiaal een kunststof.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding omvat het veiligheidssysteem een schakeling voor het aanleggen van een spanning, die een wisselstroomtoevoer en een vaste condensator met een vooraf bepaalde elektrische capaciteit omvat. Een eerste pool van de stroomtoevoer is elektrisch verbonden met een eerste aansluitcontact van de vaste condensator. Een tweede aansluitcontact van de vaste condensator is elektrisch verbonden met ten minste één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm. Een tweede pool van de stroomtoevoer is elektrisch verbonden met een component van de behandelingstafel die is elektrisch verbonden is met een aardpotentiaal. Het veiligheidssysteem omvat voorts een spanningsdetectieschakeling en een controle-eenheid. De spanningsdetectieschakeling is geconfigureerd voor het detecteren van een wijziging in een spanningssignaal over de vaste condensator.

Een ingang van de spanningsdetectieschakeling is elektrisch verbonden met het tweede aansluitcontact van de vaste condensator. Een uitgang van de spanningsdetectieschakeling is elektrisch verbonden met de controle-eenheid. De controle-eenheid is geconfigureerd voor het genereren van het veiligheidsalarmsignaal wanneer de wijziging in het spanningssignaal die wordt gedetecteerd door de spanningsdetectieschakeling buiten een vooraf bepaald bereik valt.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is het tweede aansluitcontact van de vaste condensator elektrisch verbonden met de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is één van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm de component van de behandelingstafel die is elektrisch verbonden is met de aardpotentiaal en met de tweede pool van de stroomtoevoer. Het tweede aansluitcontact van de vaste condensator is elektrisch verbonden met ten minste één lid uit de groep van de steunbasis, het behandelingsplatform en de ten minste ene hefarm dat niet verbonden is met de aardpotentiaal.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is de steunbasis de component van de behandelingstafel die is elektrisch verbonden is met de aardpotentiaal.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is de spanningsdetectieschakeling geconfigureerd voor dubbelzijdige gelijkrichting en RMS-piekdetectie van het spanningssignaal aan de ingang van de spanningsdetectieschakeling.

In een uitvoeringsvorm van de behandelingstafel volgens de onderhavige uitvinding is de spanningsdetectieschakeling voorts geconfigureerd voor het filteren van laagfrequente ruis en hoogfrequente ruis uit het spanningssignaal aan de ingang van de spanningsdetectieschakeling.

Bondige beschrijving van de tekeningen De uitvinding zal nader worden toegelicht door middel van de hierna volgende beschrijving en de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een behandelingstafel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont de behandelingstafel volgens Figuur 1 met een hand die in contact komt met het behandelingsplatform.

Figuur 3 toont een schematische weergave van de schakeling voor het aanleggen van een spanning van het Vveiligheidssysteem van een behandelingstafel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een schematische weergave van de schakeling voor het aanleggen van een spanning van het veilgheidssysteem van een behandelingstafel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 5 toont een schematische weergave van de spanningsdetectieschakeling van het veiligheidssysteem van een behandelingstafel volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding De onderhavige uitvinding zal worden beschreven aan de hand van bepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is daartoe niet beperkt, en wordt enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en zijn niet- beperkend. In de tekeningen kan de grootte van sommige element voor illustratieve doeleinden uitvergroot zijn en niet op schaal getekend. De afmetingen en relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met feitelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

Voorts worden de termen eerste, tweede, derde, en dergelijke, in de beschrijving en de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijksoortige elementen, en niet noodzakelijk om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen functioneren in andere volgorden dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.

Voorts worden de termen bovenste, onderste, boven, onder, en dergelijke, in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor descriptieve doeleinden, en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar, en deuitvoeringsvormen van de uitvinding die hier worden omschreven, kunnen functioneren in andere oriëntaties dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.

De term ‘omvattende’, die in de conclusies wordt gebruikt, dient niet te worden geïnterpreteerd als beperkt tot de middelen die erna worden opgesomd; hij sluit andere elementen of stappen niet uit. De term dient te worden geïnterpreteerd in die zin dat hij de aanwezigheid specifieert van de genoemde eigenschappen, getallen, stappen of componenten zoals aangeduid, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van een of meer andere eigenschappen, getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. De draagwijdte van de uitdrukking ‘een inrichting omvattende middelen A en B’ dient dus niet beperkt te worden tot inrichtingen die enkel bestaan uit componenten A en B. Ze betekent dat wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten van de inrichting A en B zijn.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een behandelingstafel 1 volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Aan de onderzijde omvat de behandelingstafel 1 een steunbasis 2 door middel waarvan de behandelingstafel 1 op de grond rust. Aan de bovenzijde omvat de behandelingstafel 1 een behandelingsplatform 3 voor het ondersteunen van een patiënt op de behandelingstafel 1. Het behandelingsplatform 3 is voorzien van kussens 32 voor het comfort van de patiënt.

Tussen het behandelingsplatform 3 en de steunbasis 2 omvat de behandelingstafel 1 een hefsysteem 4 met een eerste hefarm 5 en een tweede hefarm 8 voor het verplaatsen van het behandelingsplatform 3 ten opzichte van de steunbasis 2 in de hoogterichting H. De hefarmen 5, 8 zijn kantelbaar verbonden met de steunbasis 2 aan hun onderste uiteinde en met het behandelingsplatform 3 aan hun bovenste uiteinde door middel van scharnieren

11. Op die manier leidt het kantelen van de hefarmen 5, 8 ten opzichte van de steunbasis 2 tot het verplaatsen van het behandelingsplatform 3 ten opzichte van de steunbasis 2 in de hoogterichting H. Daarbij blijft het behandelingsplatform 3 horizontaal, aangezien het behandelingsplatform 3 kantelbaar verbonden is met de hefarmen 5, 8. In de uitvoeringsvorm van de behandelingstafel 1 die is afgebeeld in Figuur 1 worden twee hefarmen 5, 8 gebruikt die evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld, en zo een parallellogram vormen. Het dient voor de vakman echter duidelijk te zijn dat het hefsysteem 4 ook kan wordengeïmplementeerd met meer of met minder hefarmen 5, 8 en/of met gebruik van een andere opstelling van de hefarmen 5, 8, zoals bijvoorbeeld een trapeziumvormige opstelling of een schaaropstelling.

Het hefsysteem 4 omvat voorts een actuator 12 voor het aandrijven van het kantelen van de hefarmen 5, 8. De actuator 12 is verbonden met de hefarmen 5, 8 via een actuatorverbindingsstuk 13 dat verbonden is met flenzen 6, 9 op de hefarmen 5, 8. Deze configuratie maakt het mogelijk dat één enkele actuator 12 het kantelen van beide hefarmen 5, 8 gelijktijdig aandrijft. Het is echter ook mogelijk om een of meer actuatoren te gebruiken voor het aandrijven van één enkele hefarm 5, 8.

De behandelingstafel 1 omvat ook een veiligheidssysteem 14 om te voorkomen dat lichaamsdelen of andere objecten geklemd raken tussen de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 en/of de hefarmen 5,8 tijdens de verplaatsing van het behandelingsplatform 3 ten opzichte van de steunbasis 2 in de hoogterichting H. Een dergelijke situatie is bijvoorbeeld weergegeven in Figuur 2, waar een hand 31 in contact komt met het behandelingsplatform 3 en het risico loopt om geklemd te raken tussen het behandelingsplatform 3 en de eerste hefarm 5.

Om te kunnen detecteren dat een lichaamsdeel of een ander object in contact komt met de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 of de hefarmen 5, 8, monitort het veiligheidssysteem 14 de elektrische capaciteit C die geassocieerd is met de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 en de hefarmen 5, 8 op wijzigingen die worden veroorzaakt door het genoemde contact. Indien een dergelijke wijziging wordt gedetecteerd, genereert het veiligheidssysteem 14 een veiligheidsalarmsignaal. Als reactie op het veiligheidsalarmsignaal geeft het veiligheidssysteem 14 de actuator 12 van het hefsysteem 4, waarmee het werkzaam is verbonden, de opdracht om de verplaatsing van het behandelingsplatform 3 ten opzichte van de steunbasis 2 in de hoogterichting H stop te zetten, om het geklemd raken te voorkomen van het lichaamsdeel of het object dat in contact komt met de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 of één van de hefarmen 5, 8. Als de verplaatsing van het behandelingsplatform 3 eenmaal is stopgezet, kan het veiligheidssysteem 14 de actuator 12 van het hefsysteem 4 de opdracht geven om het behandelingsplatform 3 gedurende een vooraf bepaalde tijdsspanne te bewegen in de richting die tegengesteld is aan derichting waarin het werd verplaatst vóór het contact met het lichaamsdeel of het object, teneinde het lichaamsdeel of het object dat geklemd is geraakt bij het contact met de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 en/of één van de hefarmen 5, 8 weer vrij te maken. Het veiligheidssysteem 14 kan ook andere acties ondernemen als reactie op het veiligheidsalarmsignaal, zoals bijvoorbeeld het laten weerklinken van een alarmsignaal.

Voor behandelingstafels 1 met één enkele hefarm 5,8 of een veelheid aan hefarmen 5, 8 die nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn uitgelijnd, zoals de behandelingstafel 1 van Figuur 1, treedt het risico op het geklemd raken van een lichaamsdeel of een ander object tussen de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 en/of de hefarmen 5,8 bij het verplaatsen van het behandelingsplatform 3 ten opzichte van de steunbasis 2 in de hoogterichting H voornamelijk op wanneer het behandelingsplatform 3 zich verplaatst in de richting van de steunbasis 2, en neemt het risico toe naarmate het behandelingsplatform 3 dichter bij de steunbasis 2 komt. Daarom is het voordelig om het veiligheidssysteem 14 enkel te activeren wanneer het behandelingsplatform 3 zich verplaatst in de richting van de steunbasis 2 in de hoogterichting H, en/of wanneer het behandelingsplatform 3 zich bevindt onder vooraf bepaalde afstand boven de steunbasis 2 in de hoogterichting H.

Het veiligheidssysteem 14 omvat een schakeling voor het aanleggen van een spanning 15, waarvan het werkingsprincipe zal worden uitgelegd door middel van de vereenvoudigde weergave van Figuur 3. De schakeling voor het aanleggen van een spanning 15 omvat een wisselstroomtoevoer 16 en een vaste condensator C; met een vooraf bepaalde elektrische capaciteit Cz De vaste condensator Ctx is in serie verbonden met een “tafel”-condensator Co die wordt gevormd door de steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 en de hefarmen 5, 8. Indien de wisselstroomtoevoer een wisselspanningssignaal aanlegt op de vaste condensator C, en de tafelcondensator C, dan duidt een wijziging in het spanningssignaal over de vaste condensator Cx op een wijziging in de elektrische condensator C… die veroorzaakt wordt door het contact van een lichaamsdeel of een ander object met de steunbasis 2, het behandelings platform 3 en/of de hefarmen 5, 8, aangezien de vaste condensator C,, een vaste, vooraf bepaalde elektrische capaciteit C, heeft.

In de uitvoeringsvorm van de behandelingstafel 1 van Figuur 1 is de schakeling voor het aanleggen van een spanning 15, zoals te zien is in Figuren 1 en 4, gevormd door het elektrisch verbinden van een eerste pool 17 van de stroomtoevoer 16 met een eerste aansluitcontact 19 van de vaste condensator Cx. Een tweede aansluitcontact 20 van de vaste condensator Cx is elektrisch verbonden met het behandelingsplatform 3 door middel van elektrische draad 33, met de eerste hefarm 5 door middel van elektrische draad 7, en met de tweede hefarm 8 door middel van elektrische draad 10, waarbij de genoemde elektrische draden 7, 10, 33 te zien zijn in Figuur 1. Een tweede pool 18 van de stroomtoevoer 16 is elektrisch verbonden met de steunbasis 2. De steunbasis 2 is elektrisch verbonden met een aardpotentiaal G, zoals te zien is in Figuur 4. De steunbasis 2, het behandelingsplatform 3 en de hefarmen 5, 8 zijn eveneens elektrisch geïsoleerd ten opzichte van elkaar. Daarom zijn de scharnieren 11 die de hefarmen 5, 8 verbinden met de steunbasis 2 en met het behandelingsplatform 3 gemaakt van een elektrisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld een kunststofmateriaal. In deze configuratie wordt de tafelcondensator C‚ gevormd door de elektrische condensator die gevormd is tussen het behandelingsplatform 3 en de steunbasis 2, de elektrische condensator die gevormd is tussen de eerste hefarm 5 en de steunbasis 2, en de elektrische condensator die gevormd is tussen de tweede hefarm 8 en de steunbasis 2, die alle parallel zijn aangesloten. In deze configuratie wordt de steunbasis 2 dus gebruikt als referentie, en niet zelf gemonitord door het veiligheidssysteem 14 op contact met een lichaamsdeel of een ander object. Het dient voor de vakman echter duidelijk te zijn dat andere componenten van de behandelingstafel 1 als referentie kunnen worden gebruikt met aardpotentiaal G, zodanig dat de steunbasis 2 ook kan worden gemonitord door het veiligheidssysteem 14 op contact met een lichaamsdeel of een ander object.

Indien een hand 31 dan bijvoorbeeld in contact komt het behandelingsplatform 3 en het risico loopt om geklemd te raken tussen het behandelingsplatform 3 en de eerste hefarm 5, zoals is weergegeven in Figuur 2, wordt een bijkomende aftakking gevormd in de schakeling voor het aanleggen van een spanning 15, parallel met de tafelcondensator Ce, zoals afgebeeld in Figuur 4. Deze aftakking heeft een elektrische capaciteit C, die geassocieerd is met de hand 31 die contact maakt met het behandelingsplatform 3. Debijkomende aftakking wijzigt de elektrische capaciteit in serie met de vaste condensator Cx, zodanig dat het spanningssignaal over de vaste condensator Cx wijzigt en het contact van de hand 31 met het behandelingsplatform 3 wordt gedetecteerd.

De wijziging in het spanningssignaal over de vaste condensator Cx wordt gemeten door middel van een spanningsdetectieschakeling 21 waarvan de ingang 22 is verbonden met het tweede aansluitcontact 20 van de vaste condensator Cx, zoals te zien is in Figuur 4. De spanningsdetectieschakeling 21 is geconfigureerd voor het converteren van het wisselspanningssignaal over de vaste condensator C{ naar een gelijkstroomspanningssignaal dat de wijziging in het wisselspanningssignaal over de vaste condensator Cx kwantificeert.

Daarom omvat de spanningsdetectieschakeling 21, zoals schematisch weergegeven in Figuur 5, een passieve laagdoorlaatfilter 24 voor het uitfilteren van de netfrequentie van 50/60Hz, wat de hoge frequentie niet zal beïnvloeden.

De passieve laagdoorlaatfilter 24 wordt gevolgd door een actieve hoogdoorlaatfilter 25 om alle ruis te elimineren die afkomstig is van de wisselstroomtoevoer 16. De actieve hoogdoorlaatfilter 25 wordt gevolgd door een actieve laagdoorlaatfilter 26 om de laagfrequente ruis nog sterker terug te dringen. De actieve laagdoorlaatfilter 26 wordt gevolgd door een dubbelzijdige bruggelijkrichter 27 om het wisselspanningssignaal te converteren naar een pulserend gelijkstroomspanningssignaal. De dubbelzijdige bruggelijkrichter 27 wordt gevolgd door een RMS-piekdetector 28 om een uitgemiddeld gelijkstroomsignaal te produceren. De RMS-piekdetector 28 wordt gevolgd door een integrator 29 voor het uitfilteren van de resterende kleine wisselstroomrimpeling.

Referenties 1 behandelingstafel 35 8 tweede hefarm 2 steunbasis 9 flens 3 behandelingsplatform 10 elektrische draad 4 hefsysteem 11 scharnier 5 eerste hefarm 12 actuator 6 flens 40 13 actuatorverbindingsstuk 7 elektrische draad 14 veiligheidssysteem

15 schakeling voor het 27 dubbelzijdige bruggelijkrichter aanleggen van een spanning 15 28 RMS-piekdetector 16 wisselstroomtoevoer 29 integrator 17 eerste pool 30 controle-eenheid 18 tweede pool 31 hand

19 eerste aansluitcontact 32 kussen 20 tweede aansluitcontact 20 33 elektrische draad 21 spanningsdetectieschakeling Ctx vaste condensator 22 ingang Co elektrische capaciteit tafel

23 uitgang Ch elektrische capaciteit hand 24 passieve laagdoorlaatfilter G aardpotentiaal actieve hoogdoorlaatfilter 25 H hoogterichting 26 actieve laagdoorlaatfilter

Claims (13)

Conclusies

1. Een behandelingstafel (1) voor gebruik bij fysiotherapeutische behandeling van een patiënt, waarbij de behandelingstafel (1) omvat: een steunbasis (2) voor het ondersteunen van de behandelingstafel (1) op de grond: een behandelingsplatform (3) voor het ondersteunen van de patiënt; en een hefsysteem (4) voor het verplaatsen van het behandelingsplatform (3) ten opzichte van de steunbasis (2) in een hoogterichting (H), waarbij het hefsysteem (4) ten minste één hefarm (5, 8) omvat die kantelbaar verbonden is met de steunbasis (2) en met het behandelingsplatform (3), op zodanige wijze dat het kantelen van de ten minste ene hefarm (5, 8) leidt tot het verplaatsen van het behandelingsplatform (3) ten opzichte van de steunbasis (2) in de hoogterichting (H); een veiligheidssysteem (14) om te voorkomen dat lichaamsdelen of andere objecten geklemd raken tussen de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en/of de ten minste ene hefarm (5, 8), met het kenmerk dat de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) elektrisch geïsoleerd zijn ten opzichte van elkaar, en dat het veiligheidssysteem (14) geconfigureerd is voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit (Co) die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8), en voor het genereren van een veiligheidsalarmsignaal wanneer ten minste één elektrische capaciteit (Co) die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) wijzigt.

2. De behandelingstafel (1) volgens conclusie 1, waarbij het veiligheidssysteem (14) geconfigureerd is voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit (Co) die geassocieerd is met de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8), en voor het genereren van een veiligheidsalarmsignaal wanneer ten minste één elektrische capaciteit (Co) die geassocieerd is met de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) wijzigt.

3. De behandelingstafel (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het veiligheidssysteem (14) geconfigureerd is voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit (Co) die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) tiidens het verplaatsen van het behandelingsplatform (3) ten opzichte van de steunbasis (2) in de hoogterichting (H).

4. De behandelingstafel (1) volgens om het even welke van de conclusies 1-3, waarbij het veiligheidssysteem (14) geconfigureerd is voor het detecteren van een wijziging in een elektrische capaciteit (Co) die geassocieerd is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) wanneer het behandelingsplatform (3) zich bevindt onder een vooraf bepaalde afstand boven de steunbasis (2) in de hoogterichting (H).

5. De behandelingstafel (1) volgens om het even welke van de conclusies 1-4, waarbij het hefsysteem (4) ten minste één actuator (12) omvat voor het aandrijven van het kantelen van de ten minste ene hefarm (5, 8), waarbij het veiligheidssysteem (14) werkzaam verbonden is met de ten minste ene actuator (12), en waarbij het veiligheidssysteem (14) geconfigureerd is voor het stopzetten van de ten minste ene actuator (12) wanneer het veiligheidsalarmsignaal wordt gegenereerd.

6. De behandelingstafel (1) volgens conclusie 5, waarbij het veiligheidssysteem (14) geconfigureerd is voor het activeren van de ten minste ene actuator (12) gedurende een vooraf bepaalde tijdsspanne voor het omhoog verplaatsen van het behandelingsplatform (3) ten opzichte van de steunbasis (2) in de hoogterichting (H) nadat de ten minste ene actuator (12) is stopgezet door het veilgheidssysteem (14) wanneer het veiligheidsalarmsignaal wordt gegenereerd.

7. De behandelingstafel (1) volgens om het even welke van de conclusies 1-6, waarbij de ten minste ene hefarm (5, 8) verbonden is met de steunbasis (2) en met het behandelingsplatform (3) door middel van een scharnieren (11) in een elektrisch isolerend materiaal, bij voorkeur een kunststofmateriaal, voor het elektrisch isoleren van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) ten opzichte van elkaar.

8. De behandelingstafel (1) volgens om het even welke van de conclusies 1-7, waarbij het veiligheidssysteem (14) een schakeling omvat voor het aanleggen van een spanning (15), die een wisselstroomtoevoer (16) en een vaste condensator (Cx) met een vooraf bepaalde elektrische capaciteit omvat, waarbij een eerste pool (17) van de stroomtoevoer (16) elektrisch verbonden is met een eerste aansluitcontact (19) van de vaste condensator (Ctx), waarbij een tweede aansluitcontact (20) van de vaste condensator (Cx) elektrisch verbonden is met ten minste één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8), waarbij een tweede pool(18) van de stroomtoevoer (16) elektrisch verbonden is met een component van de behandelingstafel (1) die is elektrisch verbonden is met een aardpotentiaal (G), waarbij het veiligheidssysteem (14) voorts een spanningsdetectieschakeling (21) en een controle-eenheid (30) omvat, waarbij de spanningsdetectieschakeling (21) geconfigureerd is voor het detecteren van een wijziging in een spanningssignaal over de vaste condensator (Cx), waarbij een ingang (22) van de spanningsdetectieschakeling (21) elektrisch verbonden is met het tweede aansluitcontact (20) van de vaste condensator (Cx), waarbij een uitgang (23) van de spanningsdetectieschakeling (21) elektrisch verbonden is met de controle- eenheid (30), waarbij de controle-eenheid (30) geconfigureerd is voor het genereren van het veiligheidsalarmsignaal wanneer de wijziging in het spanningssignaal die wordt gedetecteerd door de spanningsdetectieschakeling (21) buiten een vooraf bepaald bereik valt.

9. De behandelingstafel (1) volgens conclusie 8, waarbij het tweede aansluitcontact (20) van de vaste condensator (Cx) elektrisch verbonden is met de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8).

10. De behandelingstafel (1) volgens conclusie 8, waarbij één van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) de component van de behandelingstafel (1) is die is elektrisch verbonden is met de aardpotentiaal (G) en met de tweede pool (18) van de stroomtoevoer (16), en waarbij het tweede aansluitcontact (20) van de vaste condensator (Cfix) elektrisch verbonden is met ten minste één lid uit de groep van de steunbasis (2), het behandelingsplatform (3) en de ten minste ene hefarm (5, 8) dat niet verbonden is met de aardpotentiaal (G).

11. De behandelingstafel (1) volgens conclusie 10, waarbij de steunbasis (2) de component van de behandelingstafel (1) is die is elektrisch verbonden is met de aardpotentiaal (G).

12. De behandelingstafel (1) volgens om het even welke van de conclusies 8-11, waarbij de spanningsdetectieschakeling (21) geconfigureerd is voor dubbelzijdige gelijkrichting en RMS-piekdetectie van het spanningssignaal aan de ingang (22) van de spanningsdetectieschakeling (21).

13. De behandelingstafel (1) volgens om het even welke van de conclusies 8-12, waarbij de spanningsdetectieschakeling (21) voorts is geconfigureerd voor het filteren van laagfrequente ruis en hoogfrequente ruis uit het spanningssignaal aan de ingang (22) van de spanningsdetectieschakeling (21).