BE1026462B1 - Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming - Google Patents

Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming Download PDF

Info

Publication number
BE1026462B1
BE1026462B1 BE20185942A BE201805942A BE1026462B1 BE 1026462 B1 BE1026462 B1 BE 1026462B1 BE 20185942 A BE20185942 A BE 20185942A BE 201805942 A BE201805942 A BE 201805942A BE 1026462 B1 BE1026462 B1 BE 1026462B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fabric
yarn
weight
yarns
fiber
Prior art date
Application number
BE20185942A
Other languages
English (en)
Inventor
Manu Tuytens
Carl Baekelandt
Kurt Inghelbrecht
Original Assignee
Concordia Textiles Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Concordia Textiles Nv filed Critical Concordia Textiles Nv
Priority to BE20185942A priority Critical patent/BE1026462B1/nl
Priority to ES19218905T priority patent/ES2888659T3/es
Priority to PL19218905T priority patent/PL3674457T3/pl
Priority to EP19218905.8A priority patent/EP3674457B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1026462B1 publication Critical patent/BE1026462B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D1/00Woven fabrics designed to make specified articles
    • D03D1/0035Protective fabrics
    • D03D1/0041Cut or abrasion resistant
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D1/00Woven fabrics designed to make specified articles
    • D03D1/0035Protective fabrics
    • D03D1/0047Camouflage fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2201/00Cellulose-based fibres, e.g. vegetable fibres
    • D10B2201/20Cellulose-derived artificial fibres
    • D10B2201/22Cellulose-derived artificial fibres made from cellulose solutions
    • D10B2201/24Viscose
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2331/00Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products
    • D10B2331/02Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products polyamides
    • D10B2331/021Fibres made from polymers obtained otherwise than by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds, e.g. polycondensation products polyamides aromatic polyamides, e.g. aramides
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2401/00Physical properties
    • D10B2401/06Load-responsive characteristics
    • D10B2401/063Load-responsive characteristics high strength

Abstract

De huidige uitvinding betreft een weefsel omvattende een reeks basisgarens B en een reeks ripgarens R, waarbij het weefsel bestaat uit een linnenbinding of terugkerende keper met rip, waarbij het weefsel een verhouding van 3-5 basisgarens B per ripgaren R omvat, het weefsel omvattende basisgaren B omvattende 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel, en ripgaren R omvattende 45-65 gew-% para-aramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel, 15-25 gew-% meta-aramide vezel. In een tweede aspect betreft de uitvinding beschermende kledij omvattende een weefsel volgens het eerste aspect. In een derde aspect betreft de uitvinding het gebruik van een weefsel volgens het eerste aspect voor camouflerende kledij. In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een weefsel.

Description

BEDRUKBAAR WEEFSEL VOOR MULTIFUNCTIONELE BESCHERMING
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een weefsel geschikt voor multifunctionele beschermkledij. In het bijzonder heeft het weefsel een combinatie van goede mechanische eigenschappen zoals treksterkte, scheursterkte en dimensionele stabiliteit, en is het weefsel verder licht, luchtdoorlatend en goed bedrukbaar. Hierdoor is het weefsel goed geschikt voor gebruik bij militaire en persoonlijke beschermingskledij (PPE).
STAND DER TECHNIEK
Een probleem met de gekende beschermkledij is de gelimiteerde bedrukbaarheid van het textiel. Zo zijn vele aramidevezels en hun afgeleide producten moeilijk tot niet bedrukbaar. Dit is nadelig bij militaire kledij aangezien geen goede camouflage kan worden aangebracht. Ook voor industriële en commerciële toepassingen is een gelimiteerde bedrukbaarheid een nadeel.
EP 1 719 613 beschrijft een snijresistent composiet omvattende een matrix, voorzien aan ten minste één zijde met een snijbestendig weefsel, waarbij het weefsel ten minste twee lagen en / of ten minste twee richtingen van individuele elementen omvat waarvan ten minste één een individueel element is versterkt, waarbij de composiet verder ten minste één coatinglaag omvat die is geplaatst tussen het weefsel en de matrix, waarbij de coatinglaag ten minste twee lagen en / often minste twee richtingen van afzonderlijke elementen omvat waarvan ten minste een individueel element is versterkt.
Dit type beschermkledij voldoet aan de mechanische eigenschappen maar kan moeilijk worden bedrukt. Verder voelt dit type textiel niet aangenaam tegen het lichaam.
BE 1 019 932 beschrijft beschermkledij in het bijzonder geschikt voor militair gebruik omvattende minstens twee weefsellagen, een eerste buitenweefsel en een tweede binnenweefsel beiden met een gewicht van 25 tot 400 g/m2. Nadelig is dat deze kledij zeer gering ademt. Hierdoor kan vocht niet voldoende worden afgevoerd, wordt
2018/5942 2 BE2018/5942 warmte en vocht opgestapeld en hierdoor wordt ook geur een probleem. Dit is niet comfortabel.
US 8 475 919 beschrijft een vezelmengsel voor garens en weefsels voor gebruik bij militaire, brandbestrijding, industriële werkkleding en beschermende kleding voor de hulpdiensten om de drager multifunctioneel te beschermen, het vezelmengsel bestaande uit aramidevezels, wolvezels en antistatische vezels. Wol is echter nadelig voor het gebruik in beschermkledij door zijn geringe vlam vertragende werking. In tegenstelling tot andere hitte bestendige vezels zijn mengsels van aramide en wolvezels niet brandwerend.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen.
Er is nood aan een verbeterde beschermende kleding om multifunctionele bescherming aan een drager te verschaffen. Deze kledij moet verder voldoende licht en comfortabel zijn zodat deze gedurende lange perioden kan gedragen worden.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een weefsel omvattende een reeks basisgarens B en een reeks ripgarens R, waarbij het weefsel bestaat uit een linnenbinding of terugkerende keper met rip, waarbij het weefsel een verhouding van 3-5 basisgarens B per ripgaren R omvat, het weefsel omvattende :
- basisgaren B omvattende 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% metaaramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel, en
- ripgaren R omvattende 45-65 gew-% para-aramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel, 15-25 gew-% meta-aramide vezel.
Het weefsel heeft een goede combinatie tussen gewicht, sterkte waaronder trek en scheursterkte, bedrukbaarheid, permeabiliteit. Deze combinatie leidt tot een verhoogd draagcomfort. Verder heeft het weefsel ook een aangename touche.
In een tweede aspect betreft de uitvinding beschermende kledij omvattende het weefsel volgens het eerste aspect. Dit biedt als voordeel dat voorzien wordt in scheurvaste kledingstukken met onder meer aangename touche, vlamvertragende eigenschappen en uitstekende bedrukbaarheid voor onder meer camouflage of het aanbrengen van labels met goede kleurechtheden. Verder is de kledij permeabel en licht.
2018/5942 3 BE2018/5942
In het derde aspect omvat de uitvinding het gebruik van een weefsel volgens het eerste aspect voor camouflerende kledij. Het weefsel volgens huidige uitvinding is in het bijzonder goed geschikt als camouflerende kledij, onder meer voor militaire toepassingen. Het textiel is goed bedrukbaar en kleurvast, en voldoet tegelijkertijd aan goede mechanische en beschermende eigenschappen zoals hoge trek en scheursterkte, licht gewicht en brandwerend. Verder is het textiel voldoende permeabel en comfortabel om gedurende lange perioden gedragen te worden.
In een volgend aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een weefsel, omvattende de stappen van :
- het voorzien van een reeks ripgarens R, welke ripgarens R 45-65 gew-% paraaramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel en 15-25 gew-% meta-aramide vezel omvatten,
- het voorzien van een reeks basisgarens B, welke basisgarens B 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel omvatten, in een verhouding van 3-5 basisgarens B per ripgaren R, en
- het weven van de basisgarens B en de ripgaren R volgens een linnenbinding of terugkerende keperbinding met rip.
De werkwijze kan op gekende weefgetouwen worden toegepast. Dit laat productie in bestaande textielcentra toe zonder dat hierbij verdere kennis of aanpassing van de apparatuur noodzakelijk is. Desalniettemin geeft de werkwijze aanleiding tot een hoog performant resultaat.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een bedrukbaar en kleurvast, licht en multifunctioneel beschermend weefsel.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
2018/5942 4 BE2018/5942
Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, behelzen, behelzende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Met de term garen wordt een verzameling van vezels gesponnen of in elkaar gedraaid om een continue streng te vormen, die kunnen gebruikt worden in het weven, breien, vlechten, of op enige andere wijze verwerkt worden tot een textielproduct.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een weefsel omvattende een reeks basisgarens B en een reeks ripgarens R, waarbij het weefsel bestaat uit een linnenbinding of terugkerende keper met rip, waarbij het weefsel een verhouding van
3-5 basisgarens B per ripgaren R omvat, het weefsel omvattende :
- basisgaren B omvattende 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% metaaramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel, en
- ripgaren R omvattende 45-65 gew-% para-aramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel, 15-25 gew-% meta-aramide vezel.
Met aramide wordt een aromatisch polyamide met een lange keten bedoeld waarvan de amidekoppelingen direct aan twee aromatische ringen op de para- of meta-positie zijn bevestigd.
Para-aramiden omvatten bijvoorbeeld poly(para-fenyleentereftalamide) (PPD-T), poly(p-benzamide) en dergelijke en vezels. Para-aramiden omvatten ook co-paraaramiden. Co-para-aramiden zijn copolymeren van twee of meer verschillende paraaramide monomeren, bijvoorbeeld co-poly(p-fenyleentereftalamide en 3,4'oxydifenyleen tereftaalamide).
Meta-aramiden omvatten bijvoorbeeld poly (meta-phenylene isophthalamide) (MPIA), zoals in vezels verkocht onder het handelsmerk NOMEX door E.I. DuPont de Nemours and Company en verkocht onder het handelsmerk TEIJINCONEX door Teijin Ltd.
2018/5942 5 BE2018/5942
Viscose vezels zijn gekende viscose of rayon vezels. In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de viscose vezels vlam vertragende viscose vezels. Hoewel viscose vezels zachter en minder duur zijn dan inherent vlamvertragende vezels, zijn deze niet van nature bestand tegen vlammen. Om het vlamvertragend vermogen van deze vezels te verhogen, worden vaak een of meerdere vlamvertragers opgenomen in de viscose vezels. Dergelijke vlamvertragende middelen kunnen verwerkt worden door het toevoegen van de vlamvertragers tijdens het spinnen, door het onderdompelen of besproeien van de viscose vezel met de vlamvertrager, of enig ander proces waarbij het vlamvertragend middel in of op viscose vezel wordt gebracht. Er zijn een verscheidenheid van dergelijke vlamvertragende middelen, waaronder bijvoorbeeld bepaalde fosforverbindingen, zoals Sandolast 9000® op de markt. Andere geschikte vlamvertragende middelen omvatten gehalogeneerde vlamvertragers (bijvoorbeeld gebromeerde of gechloreerde brandvertragers), fosfor gebaseerde vlamvertragers, antimoon gebaseerde vlamvertragers, stikstof bevattende vlamvertragers en combinaties, mengsels of mengsels daarvan. Algemeen worden viscose vezels die een of meer vlamvertragende middelen bevatten de aangeduid met FR voor vlamvertragend. Werkwijzen voor het maken van dergelijke vlamvertragende viscose vezels worden algemeen beschreven in, bijvoorbeeld, US 5,417,752 en US 5,609,950. Aldus kan een textielproduct met verbeterde brandvertragende eigenschappen bekomen worden.
Het verwerken van viscose, meta-aramide en para-aramide vezels in deze hoeveelheden en opbouw laat toe te voorzien in een textielproduct met optimale bedrukbaarheid, vlamweerstand, thermische krimp, chemische resistentie, en mechanische sterkte; zonder daarbij te veel in te boeten het ademende karakter, de aangename touche, en het draagcomfort van het textielproduct. Verder zijn deze vezels inherent vlamvertragend.
Het weefsel bestaat uit 3-5 basisgarens B, gevolgd door één ripgaren R in zowel de ketting als de inslag. Bij voorkeur bestaat het weefsel uit 4 basisgarens B gevolgd door één ripgaren R. Het weefsel heeft dan een rapport van 4/1 in basisgarens B tot ripgarens R in zowel de ketting als de inslag. Het weefsel heeft hierdoor een voordelige balans tussen bedrukbaarheid en mechanische eigenschappen.
In een voorkeursvorm heeft het ripgaren R een garennummer tussen 300 en 500 dtex, bij voorkeur heeft het ripgaren R een garennummer tussen 310 en 480 dtex,
2018/5942 6 BE2018/5942 nog meer bij voorkeur heeft het ripgaren R. een garennummer tussen 320 en 460 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het ripgaren R een garennummer tussen 330 en 440 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het ripgaren R een garennummer tussen 340 en 420 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het ripgaren R een garennummer tussen 340 en 400 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het ripgaren R een garennummer tussen 340 en 380 dtex, het liefst heeft het ripgaren R een garennummer tussen 350 en 370 dtex.
In een voorkeursvorm heeft het basisgaren B een garennummer tussen 250 en 450 dtex, bij voorkeur heeft het basisgaren B een garennummer tussen 270 en 430 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het basisgaren B een garennummer tussen 290 en 410 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het basisgaren B een garennummer tussen 300 en 400 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het basisgaren B een garennummer tussen 310 en 390 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het basisgaren B een garennummer tussen 320 en 380 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het basisgaren B een garennummer tussen 330 en 370 dtex, het liefst heeft het basisgaren B een garennummer tussen 340 en 360 dtex. Hogere garennummers leiden tot een afname in elasticiteit en draagcomfort. Lagere garennummers leiden tot een afname in permeabiliteit.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het ripgaren R uit :
- een eerste garen Gi, waarbij het eerste garen Gi 40-70 gew-% viscose vezel, 25- gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel omvat, en
- een tweede garen G2, waarbij het tweede garen G2 minstens 80 gew-% paraaramide vezel omvat.
Het eerste garen zorgt voor goede bedrukbaarheid, licht gewicht en voldoende elasticiteit. Verder zorgt deze vezel ook voor goede vlam vertragende eigenschappen.
Het tweede garen G2 kan een gekende technische vezel omvatten die in hoofdzaak uit para-aramide bestaat. Deze worden bijvoorbeeld verkocht onder het handelsmerk KEVLAR door E.I. DuPont de Nemours and Company, het handelsmerk TWAR.ON door Teijin Ltd en het handelsmerk TECHNORA door Teijin Ltd. Deze vezels verzekeren goede mechanische eigenschappen zoals trek- en scheursterkte en een hoge dimensionele stabiliteit.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het basisgaren B dezelfde samenstelling als het eerste garen Gi. Dit zorgt ervoor dat het basisgaren B en het
2018/5942 7 BE2018/5942 ripgaren R, waarin het eerste garen Gi is verwerkt, een vergelijkbare kleurechtheid hebben. Verder is dit voordelig bij het verwerken van deze garens, waarbij zowel het eerste garen Gi als het basisgaren B op dezelfde methoden verwerkt kunnen worden.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het basisgaren B getwijnde eerste garens Gi. Door het twijnen van Gi zijn maar twee types garens nodig, Gi en G2. Dit is voor het productieproces alsook de logistiek voordelig. In een nog verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het basisgaren B twee getwijnde eerste garens Gi.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 125 en 225 dtex, bij voorkeur heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 135 en 215 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 145 en 205 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 150 en 200 dtex, nog meer bij eerste garen Gi heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 155 en 195 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 160 en 190 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 165 en 185 dtex, het liefst heeft het eerste garen Gi een garennummer tussen 170 en 180 dtex.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het tweede garen G2 een garennummer tussen 150 en 250 dtex, bij voorkeur heeft het tweede garen G2 een garennummer tussen 160 en 240 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het tweede garen G2 een garennummer tussen 165 en 230 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het tweede garen G2 een garennummer tussen 170 en 220 dtex, nog meer bij voorkeur heeft het tweede garen G2 een garennummer tussen 175 en 210 dtex, het liefst heeft het tweede garen G2 een garennummer tussen 180 en 200 dtex.
In een uitvoeringsvorm omvat het eerste garen Gi verder tussen 1 en 15 gew-% amidevezels, bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 1 en 14 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 2 en 13 gew% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 3 en 12 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 4 en 11 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 5 en 10 gew-% amidevezels.
2018/5942
BE2018/5942
In een uitvoeringsvorm omvat het basisgaren B verder tussen 1 en 15 gew-% amidevezels, bij voorkeur omvat het basisgaren B tussen 1 en 14 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat basisgaren B tussen 2 en 13 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat basisgaren B tussen 3 en 12 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat basisgaren B tussen 4 en 11 gew-% amidevezels, nog meer bij voorkeur omvat basisgaren B tussen 5 en 10 gew-% amidevezels.
Geschikte amidevezels omvatten onder meer polyamide 6, polyamide 6,6 , polyamide 10 en polyamide 12. Het liefst omvat het eerste garen polyamide 6,6. Het toevoegen van een amidevezel aan het eerste garen Gi en/of het basisgaren B verhoogt de treken scheursterkte van het weefsel.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een weefsel volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het weefsel een antistatische vezel omvat. De antistatische vezels kunnen elke geschikte vezel zijn die helpt bij het dissiperen of remmen van de opbouw van een statische lading in de genoemde textielproducten. Geschikte antistatische vezels voor gebruik in genoemd weefsel omvatten diverse types kern conductoren en oppervlakte conductoren, koolstofvezels zoals de P140 antistatische koolstofvezel (DuPont), en polyester of nylon vezels bevattende metaalpartikels zoals bijvoorbeeld Beltron white. Aldus kan voorzien worden in een textielproduct dat geen statische lading opbouwt, zich niet aan het lichaam vastklampt door statische lading, en geen stofdeeltjes aantrekt. Bovendien verhindert de aanwezigheid van antistatische vezels het optreden van ontladingen, dewelke tot vonken kunnen leiden. Genoemde vonken kunnen op hun beurt immers aanleiding geven tot explosies in bepaalde omgevingen.
In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het eerste garen Gi tussen 0.1 en 2 gew-% antistatische vezels, bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 0.3 en 1.7 gew-% antistatische vezels, nog meer bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 0.5 en 1.5 gew-% antistatische vezels, nog meer bij voorkeur omvat het eerste garen Gi tussen 0.7 en 1.3 gew-% antistatische vezels. Het inwerken van de antistatische garen in het eerste garen Gi zorgt voor voldoende dissipatie van opbouwende statische lading in het weefsel. Het toevoegen van antistatische vezels aan het tweede garen G2 leidt tot een hogere productiekost die niet met een evenredige toename in antistatische werking gepaard gaat.
2018/5942 9 BE2018/5942
In een geprefereerde uitvoeringsvorm omvat het weefsel 15.0 tot 25.0 inslagen per centimeter, bij voorkeur omvat het weefsel 16.0 tot 24.0 inslagen per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 17.0 tot 23.0 inslagen per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 18.0 tot 22.0 inslagen per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 18.5 tot 21.5 inslagen per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 19.0 tot 21.0 inslagen per centimeter, het liefst omvat het weefsel 19.5 tot 20.5 inslagen per centimeter. Meer inslagen per centimeter leiden tot een lage permeabiliteit en een aanzienlijk hoger gewicht. Dit leidt tot een verminderd draagcomfort doormiddels van het gewicht en een beperkt ademend karakter. Minder inslagen per centimeter leiden tot een weefsel met onvoldoende trek- en scheursterkte.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm omvat het weefsel 15 tot 30 kettinggarens per centimeter, bij voorkeur omvat het weefsel 17 tot 30 kettinggarens per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 18 tot 28 kettinggarens per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 19 tot 27 kettinggarens per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 19.5 tot 26 kettinggarens per centimeter, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel 18 tot 25 kettinggarens per centimeter.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm omvat het weefsel een verhouding van kettinggarens tot inslaggarens tussen 1/1 en 7/5, bij voorkeur omvat het weefsel een verhouding van kettinggarens tot inslaggarens tussen 1/1 en 6.5/5, nog meer bij voorkeur omvat het weefsel een verhouding van kettinggarens tot inslaggarens tussen 5.5/5 en 6.5/5, het liefst omvat het weefsel 6 kettinggarens per 5 inslaggarens. De verhouding tussen ketting en inslag is voordelig voor de dimensionele stabiliteit, de treksterkte en de scheursterkte van het weefsel.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm heeft het weefsel een goede vlamweerstand. In een verdere geprefereerde uitvoeringsvorm is het weefsel brandbestendig. Bij voorkeur voldoet het weefsel aan Al en A2 vlamweerstand volgens ISO 15025 : 2016. Dit betekent dat het weefsel niet smelt noch druppelt ten gevolge van hitte, vlam of brandende vloeistoffen binnen de testvoorwaarden.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm heeft het weefsel een gewicht tussen 150 en 250 g/m2, bij voorkeur het weefsel een gewicht tussen 155 en 240 g/m2, nog meer bij voorkeur het weefsel een gewicht tussen 160 en 230 g/m2, nog meer bij voorkeur het weefsel een gewicht tussen 165 en 220 g/m2, nog meer bij voorkeur het weefsel
2018/5942 10 BE2018/5942 een gewicht tussen 170 en 210 g/m2, nog meer bij voorkeur het weefsel een gewicht tussen 175 en 200 g/m2, het liefst heeft het weefsel een gewicht tussen 175 en 195 g/m2. Het gewicht wordt bepaald volgens ISO 3801 : 1977.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm heeft het weefsel een goede abrasieweerstand. Deze is afkomstig van de verhouding van para-aramide en metaaramidevezels in de garens alsook de specifieke opbouw van het weefsel. Bij voorkeur breekt het weefsel niet na 30.000 cycli met een minimum belasting van 9 kPa volgens ISO 12947/2 : 1998. Nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 50 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 75 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 100 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 125 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 150 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 175 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 200 000 cycli met een 9 kPa belasting, nog meer bij voorkeur breekt het weefsel niet na 225 000 cycli met een 9 kPa belasting, het liefst breekt het weefsel niet na 250.000 cycli met een 9 kPa belasting. Een hoge abrasieweerstand laat toe het weefsel langdurig en intensief te gebruiken. Dit is voordelig voor de eindgebruiker en wordt als kwaliteitsvol aanzien.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm heeft het weefsel een goede luchtdoorlatendheid. Deze is afkomstig van het garennummer in combinatie met het aantal inslagen per centimeter en de binding van het weefsel. Bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 100 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 120 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 140 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 150 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 160 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 170 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 180 mm/s, nog meer bij voorkeur is de permeabiliteit van het weefsel voor lucht minstens 190 mm/s. De permeabiliteit van het weefsel voor lucht wordt gemeten volgens ISO 9237-2 : 1995.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het weefsel dimensioneel stabiel. Deze stabiliteit is voornamelijk het gevolg van de garensamenstelling, het garennummer en de binding van het weefsel. Bij voorkeur is de dimensionele stabiliteit na wassen
2018/5942 11 BE2018/5942 in de kettingrichting tussen -3% en +1%,, nog meer bij voorkeur is de dimensionele stabiliteit na wassen in de kettingrichting tussen -2% en +1%, het liefst tussen -1% en 0%. De dimensionele stabiliteit is gemeten volgens ISO 5077 : 2008 en ISO. Het wassen werd uitgevoerd volgens de norm ISO 6330 : 2012.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm heeft het weefsel een hoge treksterkte. Deze treksterkte is afkomstig van het vezelmengsel van meta-aramide, para-aramide en viscose alsook de optionele amide vezel, in combinatie met de opbouw van de garens, het garennummer, de hoeveelheid inslagen per cm en de binding van het weefsel. Het gebruik van hoog performante tweede garens G2 bestaande uit voornamelijk para-aramide verhoogt de treksterkte aanzienlijk. In een uitvoeringsvorm heeft het weefsel een treksterkte van minstens 600 N kettingrichting, bij voorkeur heeft het weefsel een treksterkte van minstens 700 N kettingrichting, nog meer bij heeft het weefsel een treksterkte van minstens 800 N kettingrichting, nog meer bij heeft het weefsel een treksterkte van minstens 850 N kettingrichting, nog meer bij heeft het weefsel een treksterkte van minstens 900 N kettingrichting, het liefst bij heeft het weefsel een treksterkte van minstens 950 N kettingrichting. In een uitvoeringsvorm heeft het weefsel een treksterkte van minstens 500 N inslagrichting, bij voorkeur heeft het weefsel een treksterkte van minstens 600 N inslagrichting, nog meer bij voorkeur heeft het weefsel een treksterkte van minstens 650 N inslagrichting, nog meer bij voorkeur heeft het weefsel een treksterkte van minstens 700 N inslagrichting, het liefst heeft het weefsel een treksterkte van minstens 750 N inslagrichting. De treksterkte wordt gemeten volgens ISO 13934-1:2013.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm heeft het weefsel een hoge scheursterkte. De scheursterkte van het geproduceerde weefsel is bij voorkeur minstens 25 N in de kettingrichting, meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel minstens 40 N in de kettingrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel minstens 60 N in de kettingrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel minstens 80 N in de kettingrichting, het liefst is de scheursterkte van het weefsel minstens 100 N in de kettingrichting. De scheursterkte van het geproduceerde weefsel is bij voorkeur minstens 25 N in de inslagrichting, meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel minstens 40 N in de inslagrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel minstens 60 N in de inslagrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel minstens 80 N in de inslagrichting, het liefst is de scheursterkte van het weefsel minstens 100
2018/5942 12 BE2018/5942
N in de inslagrichting. De scheursterkte van een weefsel neemt doorgaans aanzienlijk af na het wassen van het weefsel.
De scheursterkte van het weefsel na wassen is bij voorkeur minstens 25 N in de kettingrichting, meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 35 N in de kettingrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 45 N in de kettingrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 55 N in de kettingrichting, het liefst is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 60 N in de kettingrichting. De scheursterkte van het weefsel na wassen is bij voorkeur minstens 20 N in de inslagrichting, meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 30 N in de inslagrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 40 N in de inslagrichting, nog meer bij voorkeur is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 45 N in de inslagrichting, het liefst is de scheursterkte van het weefsel na wassen minstens 50 N in de inslagrichting. De scheursterkte van het weefsel na wassen wordt gemeten volgens ISO 13937-3 : 2000. De scheursterkte van het materiaal is hoger bij het gebruik van een terugkerende keperbinding, bij voorkeur een terugkerende keperbinding met gelijkbelasting en rip.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm pilt het textiel weinig tot niet. Pilling is een oppervlaktedefect van textiel veroorzaakt door slijtage en wrijving. Het gebeurt wanneer het wassen en dragen van weefsels ervoor zorgt dat losse vezels uit het oppervlak van de doek beginnen te duwen, en na verloop van tijd zorgt slijtage ervoor dat de vezels zich ontwikkelen tot kleine bolvormige bundels, verankerd aan het oppervlak van het weefsel door uitstekende vezels die niet gebroken zijn. Pilling wordt onder meer tegengegaan door het twijnen van de eerste en tweede garen Gi en G2 in de geprefereerde uitvoeringsvormen, alsook de opbouw van deze garen en de binding van het weefsel. Bij voorkeur heeft het weefsel na 36.000 cycli een score van minstens 3, bij voorkeur een score van minstens 4, het liefst een score hoger dan 4, gemeten volgens ISO 12945/2 : 2000.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het weefsel kleurvast. Dit is noodzakelijk voor het gebruik in militaire en civiele toepassingen. Verder wordt kleurvaste textiel producten door consumenten als meer kwaliteitsvol aanzien. De kleurvastheid is het gevolg door de hoge hoeveelheid viscose vezel, de opbouw van de garens en de opbouw van het materiaal alsook de keuze van kleurstoffen. In een
2018/5942 13 BE2018/5942 voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het weefsel in droge omstandigheden bij wrijven (xl2) een kleurvastheid van 4, bij voorkeur een kleurvastheid van 5 gemeten volgens ISO 105. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het weefsel in natte omstandigheden bij wrijven (xl2) een kleurvastheid van 3, bij voorkeur een kleurvastheid van 4, het liefst een kleurvastheid hoger dan 4 gemeten volgens ISO 105.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het weefsel bedrukt. Normaal gesproken wordt het verven of bedrukken van het weefsel gedaan nadat er orders zijn ontvangen van de eindgebruiker van het weefsel. Het geverfde of bedrukte weefsel wordt vervolgens in de juiste vormen gesneden en allerlei kledingstukken worden met deze onderdelen gemaakt.
Het meest gebruikelijke systeem voor het aanbrengen van kleur op weefsels is het verven van de geweven stof. Het weefsel wordt in een machine geplaatst die water, (directe) kleurstoffen en chemicaliën bevat. De temperatuur van het verfbad wordt op de gewenste waarde ingesteld. De ervaren gebruiker zal dit proces gebruiken om de gewenste tint op het katoenweefsel te produceren. Het weefsel wordt gedroogd en afgewerkt volgens de specificaties van de klant. Het verven van weefsels is een kapitaalintensieve operatie met dure verf- en afwerkingsapparatuur zoals chemische applicators en rol- of vouwapparatuur.
In tegenstelling tot polyaramide vezels zijn viscose vezels goed bedrukbaar. Het weefsel volgens het eerste aspect kan volgens traditionele methoden voorzien worden van kleur, camouflage en andere motieven. Zo kunnen bestaande verfhuizen gebruikt worden zonder dat hierbij meer gespecialiseerde verfapperatuur noodzakelijk is. Desalniettemin oogt het resultaat esthetisch goed. De kleuren blijven, dankzij de hoge hoeveelheid viscose vezel, de opbouw van de garens en de binding van het weefsel ook kleurvast.
In een tweede aspect omvat de uitvinding een beschermende kledij omvattende een weefsel volgens het eerste aspect.
Dit biedt als voordeel het voorzien van scheurvaste kledingstukken met onder meer aangename touche, vlamvertragende eigenschappen, goede permeabiliteit voor het afgeven van lucht en warmte en een licht in gewicht. De combinatie van deze eigenschappen zorgt voor een draagcomfort, welk draagcomfort toelaat de
2018/5942 14 BE2018/5942 beschermende kledij gedurende lange periodes comfortabel te dragen. Genoemde kledingstukken, kunnen ieder denkbaar kledingstuk zijn, en omvatten broeken, onderhemden, overhemden, bodywarmers, jassen, overalls, hoeden, uniformen zoals bijvoorbeeld militaire uniformen, mouwen, schorten, petten, haarbanden, polsbanden, beenstukken, handschoenen, gelaatsmaskers, schoenen en kousen.
In een volgend aspect betreft de uitvinding het gebruik van een weefsel volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het weefsel bedrukt is met een camouflagepatroon. Dit biedt als voordeel dat voorzien kan worden in een textielproduct dan minder opvalt in een bepaalde omgeving. Textielproducten met dergelijke patronen zijn in het bijzonder nuttig voor militaire doeleinden, waar de gebruiker van het textielmateriaal vaak bij voorkeur niet opgemerkt wordt. Om dezelfde redenen, geniet kledij met dergelijke patronen ook vaak de voorkeur voor gebruik in een natuurrijke omgeving, zoals onder meer bosbouwers, natuurwerkers, jagers of wandelaars.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het weefsel ook voorzien van een infrarood reflectie. Infrarood reflecterende materialen, waaronder infrarood reflecterende pigmenten zijn gekend. Dit heeft als voordeel dat de drager minder goed zichtbaar is. Zo zal de drager voor infrarood camera's minder zichtbaar zijn.
In een vierde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een weefsel, omvattende de stappen van :
- het voorzien van een reeks ripgarens R, welke ripgarens R 45-65 gew-% paraaramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel en 15-25 gew-% meta-aramide vezel omvatten,
- het voorzien van een reeks basisgarens B, welke basisgarens B 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel omvatten, in een verhouding van 3-5 basisgarens B per ripgaren R, en
- het weven van de basisgarens B en de ripgaren R volgens een linnenbinding of terugkerende keperbinding met rip.
Zo kan voorzien worden in een weefsel met goede bedrukbaarheid, scheurvastheid, vlamvertragende eigenschappen, hoge trek en scheursterkte, licht gewicht en een goede permeabiliteit.
2018/5942 15 BE2018/5942
Het weven omvat steeds 3-5 basisgarens B gevolgd door één ripgaren R, bij zowel de ketting als de inslag. Bij voorkeur worden 4 basisgarens B gevolgd door één ripgaren R, bij zowel de ketting als de inslag.
Het aanmaken van garens kan onder meer gerealiseerd worden via gebruikelijke werkwijzen voor het spinnen van stapelvezels tot garens, zoals bijvoorbeeld ringspinnen. Alternatief kunnen eveneens hoge luchtsnelheid spinning technieken zoals bijvoorbeeld Murata air-jet spinnen, waarbij lucht wordt gebruikt om de stapelvezels verdraaien tot een garen, worden toegepast. Mogelijke samenstellingen van het vezelmengsel zijn hierboven uitvoerig beschreven, alsook verschillende mogelijke weefpatronen. Aldus kan voorzien worden in een textielmateriaal met goede bedrukbaarheid, scheurvastheid, vlamvertragende en insectenwerende eigenschappen, dat eveneens ademend en goed bedrukbaar is.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze voor het voorzien van een ripgaren R de stappen van :
- het voorzien van een eerste garen Gi, waarbij het eerste garen Gi 40-70 gew% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% paraaramide vezel omvat,
- het voorzien van een tweede garen G2, waarbij het tweede garen G2 minstens gew-% para-aramide vezel omvat,
- het twijnen van het eerste garen Gi en het tweede garen G2 daarbij bekomende het ripgaren R.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze voor het voorzien van een basisgaren B de stappen van :
- het voorzien van een eerste garen Gi, waarbij het eerste garen Gi 40-70 gew% viscose vezel, 25-35 gew-% meta-aramide vezel en 5-10 gew-% paraaramide vezel omvat,
- het twee eerste garens 2 x Gi daarbij bekomende het basisgaren B.
In een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze voor het produceren van een weefsel volgens het eerste aspect de stappen van :
- het voorzien van een eerste garen Gi, waarbij het eerste garen Gi 40-70 gew% viscose vezel, 25-35 gew-% meta-aramide vezel en 5-10 gew-% paraaramide vezel omvat,
2018/5942 16 BE2018/5942
- het voorzien van een tweede garen G2, waarbij het tweede garen G2 minstens gew-% para-aramide vezel omvat,
- het twijnen van het ripgaren R door het twijnen van het eerste garen Gi en het tweede garen G2,
- het twijnen van het basisgaren B door het twijnen van twee eerste garens 2 x Gi, en
- het weven van de basisgarens B en de ripgarens R volgens een linnenbinding of terugkerende keperbinding met rip, waarbij 3-5 basisgarens B voor elke ripgaren R worden voorzien.
Op deze manier kan het weefsel volgens het eerste aspect worden geproduceerd uit twee garens Gi en G2, waarbij desalniettemin het weefsel aan de finale compositie volgens huidige uitvinding voldoet. Het twijnen van de garens vermindert het pillen van het weefsel. Gebruik van garens Gi en G2 volgens de voorkeursvorm van huidige uitvinding laat toe een hoog performante aramidevezel zoals direct beschikbaar op de markt te gebruiken.
De werkwijzen en machines die worden gebruikt voor het twisten en plooien van de basisgarens om het getwijnde garen te vormen zijn niet in het bijzonder beperkt. Geschikte weefmachines voor het twijnen van textiel omvatten bijvoorbeeld een ringdraaier, een 2-voor-l-twijninrichting, een directe bekabelingsmachine en elke andere in de techniek bekende draai-inrichting. De basisgarens of -vezels kunnen in elke geschikte fase van het fabricageproces van garen met elkaar worden vermengd, verplooid of getwist. Het getwijnde garen kan bijvoorbeeld worden getwist en optioneel worden behandeld, bijvoorbeeld geverfd of gecoat voordat het in een weefgetouw wordt geplaatst.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het weefsel behandeld met een insectenwerend en/of waterafstotend product. Geschikte waterafstotende of insectenwerende producten zijn hieronder beschreven. Mogelijke uitvoeringsvormen van de behandeling omvatten onderdompeling in een bad waarbij beide zijden van het textielproduct worden behandeld, en technieken waarbij slechts één zijde van genoemde textielproducten wordt behandeld zoals bijvoorbeeld gebruik makend van schuim, sproeiers, of een likrol. Deze behandelingen kunnen al dan niet gevolgd worden door een droogstap en / of een polymerisatiestap. Aldus kan voorzien worden in een textielproduct met uitstekende waterafstotende en/of insectenwerende eigenschappen.
2018/5942 17 BE2018/5942
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een weefsel volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het textielproduct verder voorzien is van een waterafstotende coating. Genoemde waterafstotende coating kan bestaan uit iedere component die leidt tot het afstoten van water op het oppervlak van het textielproduct. Het afstoten van water kan bewerkstelligd worden door bijvoorbeeld het verlagen van de oppervlaktespanning van het textielproduct. Geschikte waterafstotende componenten omvatten fluorkoolwaterstoffen zoals bijvoorbeeld C4, C6, C8, CIO, C12, C14 fluorcarbon, fluorurethanen, fluorcarbon harsen, fluorpolymeer emulsies, perfluorpolyethers, waterafstotende harsen, en alle afgeleiden, combinaties, of mengsels daarvan.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een weefsel volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het textielproduct verder voorzien is van een insectenwerende werking. Dit is voordelig voor het gebruik in zowel militaire toepassingen als voor werk of ontspanning in de natuur. Hier vormen muggen, mijten en andere insecten een irritatie of zelfs gevaar voor de persoon. Hiertoe wordt het weefsel voorzien van een insectwerend middel. Dit kan op traditionele methoden zoals het onderdompeling in een bad. Het is daarnaast ook mogelijk gebruik te maken van vezels dewelke met een insectwerend middel geëxtrudeerd zijn. Bij voorkeur zijn de viscosevezels met een insectwerend middel geëxtrudeerd. Dit wordt beschreven in PCT-aanvraag PCT/IB2018/052712.
Geschikte insectenwerend middelen omvatten onder meer verbindingen uit de klasse van de organofosfaten, pyrethroïden, neonicotinoïden en carbamaten.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een weefsel volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het insectenwerend middel gekozen is uit de groep bestaande uit permethrine, pyrethrin, icaridin, cyfluthrine, deltamethrine, pyrethroïden, en mengsels daarvan. Bij voorkeur wordt permethrine gebruikt als insectenwerend middel. Het gebruik van deze insectenwerend middelen, in de concentraties hieronder beschreven, leidt tot afdoende biologische activiteit.
In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een weefsel volgens het eerste aspect van de uitvinding, voorzien van een insectwerend middel, waarbij de hoeveelheid insectenwerend middel begrepen is tussen 0.25 en
2018/5942
BE2018/5942
5.00 gewichts-% ten opzichte van het totale gewicht van het textielproduct, bij voorkeur tussen 0.50 en 2.00 gewichts-%. Meer bij voorkeur bevat het genoemde insectenwerend textielproduct tussen 0.75 en 1.50 gewichts-%, en nog meer bij voorkeur tussen 0.90 en 1.40 gewichts-% insectenwerend middel ten opzichte van het totale gewicht van het textielproduct. Meest bij voorkeur bevat het genoemde insectenwerend textielproduct tussen 1.00 en 1.30 gewichts-% insectenwerend middel ten opzichte van het totale gewicht van het textielproduct. Dergelijke hoeveelheden insectenwerend middel leiden tot afdoende biologische activiteit tegen bijvoorbeeld muggen. Aldus kan voorzien worden in textielproducten die zowel na productie als na 100 wasbeurten, voldoen aan de strenge Duitse TL 8305-0331 norm.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELD 1-3
Een weefsel werd opgebouwd uit een eerste garen Gi, vb met een samenstelling van
47.5 gew-% vlamwerende viscose, 34 gew-% meta-aramide, 9 gew-% polyamide6,6,8.4 gew-% para-aramide en 1 gew-% antistatische vezel. Het tweede garen G2, vb is een co-para-aramide vezel verkocht onder het handelsmerk Technora door Teijin.
Een ripgaren Rvb werd geproduceerd door het twijnen van het eerste garen Gi, vb en het tweede garen G2, vb. De resulterende samenstelling van het ripgaren Rvb bestond uit 22.5 gew-% vlamwerende viscose, 16 gew-% meta-aramide, 4% polyamide-6,6 , 4 gew-% para-aramide, 0.5 gew-% antistatische vezel en 53 gew-% co-paraaramide. Het ripgaren Rvb heeft een garennummer van 52/2 Nm.
Een basisgaren Bvb werd geproduceerd door het twijnen van twee eerste garens 2x Gi.vb. Het basisgaren Bvb heeft dezelfde samenstelling als het eerste garen Gien een garennummer van 56/2 Nm.
Een weefsel werd geweven volgens de lijnwaad of linnen binding, met een rapport van 4 basisgaren Bvb per ripgaren Rvb. De verhouding tussen de kettinggarens en de inslaggarens was 6/5. Voor voorbeeld 3 (VB3) komt dit neer op 24 kettinggarens per centimeter met 20 inslagen per centimeter.
2018/5942
BE2018/5942
Bij voorbeeld 1 (VB1) werd geweven met 19 inslagen per centimeter.
Bij voorbeeld 2 (VB2) werd geweven met 19.5 inslagen per centimeter.
Bij voorbeeld 3 (VB3) werd geweven met 20 inslagen per centimeter, en dus 24 5 kettinggarens per centimeter.
Deze weefsels werden elk getest. De testresultaten worden in tabel 1 weergegeven. De dimensionele stabiliteit werd volgens ISO 5077 : 2008 na wassen volgens de norm ISO 6330 : 2012.
2018/5942
BE2018/5942
Table 1 : Testresultaten van voorbeeld 1-3
Onderwerp Testmethode VB1 VB2 VB3
Vlamvertragend vermogen ISO 15025 - Goed Goed Goed
Gewicht van het weefsel 2016 ISO 3801 : 186 gr/m2 191 gr/m2 186 gr/m2
Abrasiebestendigheid 1977 ISO 12947/2 > 100 000 > 100 000 250 000
Permeabiliteit 1998 ISO 9237-2 175 mm/s 155 mm/s 180 mm/s
(voor lucht) Dimensionele stabiliteit 1995 ISO 5077 : -1% -0.5% 0%
in de kettingrichting Dimensionele stabiliteit 2008 ISO 5077 : 0% 0% 0%
in de inslagrichting Treksterkte in 2008 ISO 13934-1 : 990 N 970 N 990 N
de kettingrichting Treksterkte in 2013 ISO 13934-1 : 790 N 820 N 770 N
de inslagrichting Scheursterkte na weven 2013 ISO 13937-3 : 140 N 110 N 110 N
in de kettingrichting Scheursterkte na weven 2000 ISO 13937-3 : 110 N 110 N 100 N
in de inslagrichting Scheursterkte na wassen 2000 ISO 13937-3 : 70 N 68 N 69 N
in de kettingrichting Scheursterkte na wassen in 2000 ISO 13937-3 : 62 N 58 N 80 N
de inslagrichting Pluizen van het weefsel 2000 ISO 12945/2 : 4-5 4-5 4-5
Kleurvastheid (droog) 2000 ISO 105 4-5 4-5 4-5
Kleurvastheid (nat) ISO 105 4 4 4
2018/5942

Claims (15)

1. Weefsel omvattende een reeks basisgarens B en een reeks ripgarens R, waarbij het weefsel bestaat uit een linnenbinding of terugkerende keper met rip, waarbij het weefsel een verhouding van 3-5 basisgarens B per ripgaren R omvat, het weefsel omvattende :
- basisgaren B omvattende 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel, en
- ripgaren R omvattende 45-65 gew-% para-aramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel, 15-25 gew-% meta-aramide vezel.
2. Weefsel volgens conclusie 1, waarbij de ripgarens R zijn opgebouwd uit :
- een eerste garen Gi, waarbij het eerste garen Gi 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel omvat, en
- een tweede garen G2, waarbij het tweede garen G2 minstens 80 gew-% para-aramide vezel omvat, waarbij het eerste garen Gi en het tweede garen G2 zijn getwijnd tot de ripgarens R.
3. Weefsel volgens conclusie 2, waarbij het eerste garen Gi dezelfde samenstelling heeft als de basisgarens B.
4. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 2-3, waarbij de basisgarens B zijn opgebouwd uit twee getwijnde eerste garens 2x Gi.
5. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 2-4, waarbij het eerste garen Gi verder 5-10 gew-% amidevezel omvat, bij voorkeur een vezel omvattende polyamide 6,6.
6. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-6, waarbij het ripgaren R een dikte van 20-35 Nm omvat, bij voorkeur een dikte van 25-30 Nm.
7. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-7, waarbij het basisgaren B een dikte van 20-35 Nm omvat, bij voorkeur een dikte van 2530 Nm.
2018/5942 22 BE2018/5942
8. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-8, waarbij het weefsel tussen 18 en 22 inslagen per centimeter heeft, bij voorkeur tussen 19 en 21 inslagen per centimeter.
9. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-9, waarbij het weefsel een gewicht tussen 175-195 g/m2 omvat.
10. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-10, waarbij het weefsel een luchtdoorlatendheid hoger dan 170 mm/s heeft, bij voorkeur hoger dan 190 mm/s, gemeten volgens ISO 9237-2.
11. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-11, waarbij het weefsel bedrukt is.
12. Weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-12, waarbij het weefsel een score van minstens 4 haalt op kleurvastheid na wrijven in droge en natte condities gemeten volgens ISO 105.
13. Beschermende kledij omvattende een weefsel volgens conclusie 1-13
14. Gebruik van een weefsel volgens één van de voorgaande conclusies 1-13 voor camouflerende kledij.
15. Werkwijze voor het produceren van een weefsel, omvattende de stappen van
- het voorzien van een reeks ripgarens R, welke ripgarens R 45-65 gew-% para-aramide vezel, 20-30 gew-% viscose vezel en 15-25 gew-% metaaramide vezel omvatten,
- het voorzien van een reeks basisgarens B, welke basisgarens B 40-70 gew-% viscose vezel, 25-40 gew-% meta-aramide vezel en 5-20 gew-% para-aramide vezel omvatten, in een verhouding van 3-5 basisgarens B per ripgaren R, en
- het weven van de basisgarens B en de ripgaren R volgens een linnenbinding of terugkerende keperbinding met rip.
SAMENWERKINGSVERDRAG INZAKE OCTROOIEN
BE20185942A 2018-12-24 2018-12-24 Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming BE1026462B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185942A BE1026462B1 (nl) 2018-12-24 2018-12-24 Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming
ES19218905T ES2888659T3 (es) 2018-12-24 2019-12-20 Tejido imprimible para protección multifuncional
PL19218905T PL3674457T3 (pl) 2018-12-24 2019-12-20 Nadająca się do nadruku tkanina do wielofunkcyjnej ochrony
EP19218905.8A EP3674457B1 (en) 2018-12-24 2019-12-20 Printable fabric for multifunctional protection

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185942A BE1026462B1 (nl) 2018-12-24 2018-12-24 Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1026462B1 true BE1026462B1 (nl) 2020-02-03

Family

ID=65036552

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185942A BE1026462B1 (nl) 2018-12-24 2018-12-24 Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3674457B1 (nl)
BE (1) BE1026462B1 (nl)
ES (1) ES2888659T3 (nl)
PL (1) PL3674457T3 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8793814B1 (en) * 2010-02-09 2014-08-05 International Textile Group, Inc. Flame resistant fabric made from a fiber blend
US20180313006A1 (en) * 2015-10-21 2018-11-01 Southern Mills, Inc. Lightweight, Printable Flame Resistant Fabrics Suitable for Protective Clothing Worn in Hot and/or Humid Environments

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI91778C (fi) 1991-12-31 1994-08-10 Kemira Fibres Oy Piidioksidia sisältävä tuote ja menetelmä sen valmistamiseksi
AT401656B (de) 1994-11-07 1996-11-25 Chemiefaser Lenzing Ag Flammfestes nicht gewebtes textiles gebilde
EP1719613A1 (en) 2005-05-04 2006-11-08 Dynatex S.A. Needle, cut and bullet resistant composite
US8475919B2 (en) 2007-08-06 2013-07-02 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Wool and aramid fiber blends for multifunctional protective clothing
BE1019932A5 (nl) 2012-02-06 2013-02-05 Seyntex Nv Ondoordringbare naden voor permeabele cbrn kleding.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8793814B1 (en) * 2010-02-09 2014-08-05 International Textile Group, Inc. Flame resistant fabric made from a fiber blend
US20180313006A1 (en) * 2015-10-21 2018-11-01 Southern Mills, Inc. Lightweight, Printable Flame Resistant Fabrics Suitable for Protective Clothing Worn in Hot and/or Humid Environments

Also Published As

Publication number Publication date
EP3674457A1 (en) 2020-07-01
ES2888659T3 (es) 2022-01-05
PL3674457T3 (pl) 2021-12-13
EP3674457B1 (en) 2021-07-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8528120B2 (en) Flame resistant fabric made from a fiber blend
JP5922093B2 (ja) 個人防護衣類用布帛
EP2496743B1 (en) Printable aramid blend fabric
CA3001704C (en) Lightweight, printable flame resistant fabrics suitable for protective clothing worn in hot and/or humid environments
BRPI0716271B1 (pt) tecido resistente à chama
US20050181024A1 (en) Antimicrobial ballistic fabrics and protective articles
JP2018531329A6 (ja) 高温および/または高湿の環境で着用される防護服に適した軽量でプリント可能な耐燃性ファブリック
WO2010135214A1 (en) Blend of lyocell and flame resistant fibers for protective garments
US10385481B2 (en) Inner lining fabric with moisture management properties
BE1026462B1 (nl) Bedrukbaar weefsel voor multifunctionele bescherming
US11293121B2 (en) Wearable light weight protective apparel
JP6934226B2 (ja) 衣類用摩耗防止布および衣類
US20240035208A1 (en) Thermal camouflage fabric with flame resistant properties

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200203