BE1026206B1 - Kweekruimte voor verticale landbouw - Google Patents
Kweekruimte voor verticale landbouw Download PDFInfo
- Publication number
- BE1026206B1 BE1026206B1 BE2018/5253A BE201805253A BE1026206B1 BE 1026206 B1 BE1026206 B1 BE 1026206B1 BE 2018/5253 A BE2018/5253 A BE 2018/5253A BE 201805253 A BE201805253 A BE 201805253A BE 1026206 B1 BE1026206 B1 BE 1026206B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- culture
- space
- led lighting
- channel
- plants
- Prior art date
Links
- 239000000969 carrier Substances 0.000 claims abstract description 32
- 230000001143 conditioned effect Effects 0.000 claims abstract description 32
- 239000012530 fluid Substances 0.000 claims abstract description 24
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 claims abstract description 20
- CURLTUGMZLYLDI-UHFFFAOYSA-N Carbon dioxide Chemical compound O=C=O CURLTUGMZLYLDI-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 12
- XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N aluminium Chemical compound [Al] XAGFODPZIPBFFR-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 10
- 229910052782 aluminium Inorganic materials 0.000 claims description 10
- 239000007788 liquid Substances 0.000 claims description 9
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 8
- 239000001569 carbon dioxide Substances 0.000 claims description 6
- 229910002092 carbon dioxide Inorganic materials 0.000 claims description 6
- 230000003750 conditioning effect Effects 0.000 claims description 5
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 claims description 5
- 238000009413 insulation Methods 0.000 claims description 5
- MYMOFIZGZYHOMD-UHFFFAOYSA-N Dioxygen Chemical compound O=O MYMOFIZGZYHOMD-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 3
- 229910001882 dioxygen Inorganic materials 0.000 claims description 3
- 239000003570 air Substances 0.000 description 87
- 238000001816 cooling Methods 0.000 description 7
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 6
- 230000007613 environmental effect Effects 0.000 description 5
- 230000012010 growth Effects 0.000 description 5
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 4
- 238000009833 condensation Methods 0.000 description 3
- 230000005494 condensation Effects 0.000 description 3
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 3
- 239000000463 material Substances 0.000 description 2
- 230000008635 plant growth Effects 0.000 description 2
- 238000001228 spectrum Methods 0.000 description 2
- LFQSCWFLJHTTHZ-UHFFFAOYSA-N Ethanol Chemical compound CCO LFQSCWFLJHTTHZ-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- VVQNEPGJFQJSBK-UHFFFAOYSA-N Methyl methacrylate Chemical compound COC(=O)C(C)=C VVQNEPGJFQJSBK-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 229920005372 Plexiglas® Polymers 0.000 description 1
- 230000032912 absorption of UV light Effects 0.000 description 1
- 230000002730 additional effect Effects 0.000 description 1
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 238000004378 air conditioning Methods 0.000 description 1
- 239000012080 ambient air Substances 0.000 description 1
- 239000007798 antifreeze agent Substances 0.000 description 1
- 238000007664 blowing Methods 0.000 description 1
- 238000009395 breeding Methods 0.000 description 1
- 230000001488 breeding effect Effects 0.000 description 1
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 1
- 238000000605 extraction Methods 0.000 description 1
- 238000009313 farming Methods 0.000 description 1
- -1 for example Substances 0.000 description 1
- 239000007789 gas Substances 0.000 description 1
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 description 1
- 239000011810 insulating material Substances 0.000 description 1
- 230000029553 photosynthesis Effects 0.000 description 1
- 238000010672 photosynthesis Methods 0.000 description 1
- 230000001737 promoting effect Effects 0.000 description 1
- 230000029058 respiratory gaseous exchange Effects 0.000 description 1
- 231100000331 toxic Toxicity 0.000 description 1
- 230000002588 toxic effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/24—Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
- A01G9/246—Air-conditioning systems
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Of Plants (AREA)
- Greenhouses (AREA)
Abstract
De uitvinding voorziet in een kweekruimte (10) voor verticale landbouw. De kweekruimte (10) omvat ten minste één kweeklaag (11). Elke kweeklaag (11) omvat één of meerdere dragers (20) voor het kweken van planten (81). Elke kweeklaag (11) omvat een ledverlichting (30) voorzien voor het verlichten van de planten (81). Elke kweeklaag (11) omvat een ventilatiesysteem (40) met een veelheid aan luchtregelingskanalen (41). Elk luchtregelingskanaal (41) is voorzien voor het verschaffen van een geconditioneerde luchtstroom op een cluster (80) van planten (81) voor luchtregeling ter hoogte van de cluster (80). Elke kweeklaag (11) omvat een warmteafleider (51) in thermisch contact met de ledverlichting (30). De warmteafleider (51) is voorzien voor het afleiden van overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting (30). Elke kweeklaag (11) omvat een afvoerkanaal (52) in thermisch contact met de warmteafleider (51). Het afvoerkanaal (52) is geconfigureerd voor de stroming van een fluïdum voor het nagenoeg geheel wegleiden van de overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting (30).
Description
Kweekruimte voor verticale landbouw
Technisch vakgebied
De huidige uitvinding heeft betrekking op een kweekruimte voor verticale landbouw. In verticale landbouw wordt typisch gebruik gemaakt van boven elkaar gestapelde kweeklagen binnenin een gecontroleerde omgeving, bijvoorbeeld een fabriekshal, kantoor of winkel. Op die manier kan een beperkte ruimte dienst doen voor een relatief grote productie, waarbij het eveneens mogelijk is om de atmosfeer binnen in de ruimte te optimaliseren ten behoeve van de groei van de planten en eventuele andere aspecten zoals de kleur, smaak, e.d. van de planten.
Stand der techniek
In de stand van de techniek zijn reeds een aantal systemen beschreven voor verticale landbouw.
GB 2 234 415 A beschrijft een op zichzelf staand apparaat waarin de planten worden gekweekt. Het apparaat is op zijn bodem voorzien van een kweekbed waarin de planten groeien en aan zijn bovenzijde van verlichting, in het bijzonder fluorescerende lampen, om het noodzakelijke licht te voorzien. Verder is het apparaat voorzien van openingen in de zijwanden die dienst doen als ventilatiekanaal van de binnenruimte en om overtollige warmte opgewekt door de verlichting tegen te gaan. Eveneens zijn een koeleenheid en ontvochtiger voorzien in de binnenruimte. Verder is een ventilatiesysteem voorzien, in het bijzonder omvat dit een veelheid aan buizen die vanuit een centrale eenheid gericht zijn op de individuele planten om een geconditioneerde luchtstroom op een respectieve van de veelheid planten uit te stoten. De bedoeling van het ventilatiesysteem is om enkel geconditioneerde lucht te voorzien nabij de voet van de planten, welke geconditioneerde lucht typisch een nauwkeurig ingesteld percentage koolstofdioxide omvat.
Een nadeel van het apparaat beschreven in GB 2 234 415 A is dat er per apparaat slechts één laag planten kan worden gekweekt wat natuurlijk een groot verlies aan ruimte oplevert. Daarenboven is er een veelheid aan ventilatiesystemen nodig, namelijk koeling voor de lampen, koeling voor de binnenruimte en het ventilatiesysteem, hetgeen het apparaat noodzakelijkerwijs
-2BE2018/5253 ingewikkeld maakt om te vervaardigen. Daarenboven is er invloed van de buitenomgeving op de binnenruimte waarin de planten groeien hetgeen niet gewenst is.
JP 2007/236235 A beschrijft eveneens een op zichzelf staand apparaat waarin de planten worden gekweekt. Het apparaat is voorzien van een kweekbed waarin de planten groeien met verlichting boven het kweekbed, in het bijzonder fluorescerende lampen, maar ledverlichting is ook mogelijk. De verlichting is voorzien binnenin een afgesloten, deels transparante, bak zodat de omgevingstemperatuur van de lampen kan worden geoptimaliseerd. Specifiek is een pomp voorzien om, afhankelijk van de omstandigheden, de ruimte binnen de bak te verwarmen of af te koelen om de optimale werkingstemperatuur van de lampen te behouden. Verder is ook een ventilatiesysteem voorzien onder het kweekbed, waarbij eventueel gebruik gemaakt kan worden van de door de lampen verwarmde lucht en waarbij ook koolstofdioxide kan worden toegevoegd. Eveneens is een apart airconditioningsysteem voorzien voor de binnenruimte.
Een nadeel van het apparaat beschreven in JP 2007/236235 A is dat er per apparaat slechts één laag planten kan worden gekweekt wat natuurlijk een groot verlies aan ruimte oplevert. Daarenboven is er een veelheid aan ventilatiesystemen nodig, namelijk koeling voor de lampen, koeling voor de binnenruimte en het ventilatiesysteem, hetgeen het apparaat noodzakelijkerwijs ingewikkeld maakt om te vervaardigen. Verder is het voorzien van de transparante bak waarin de lichten zich bevinden, niet eenvoudig te realiseren en neemt deze bak ook ruimte in, wat niet gewenst is.
WO 2011/13892 A2 beschrijft een ledverlichting specifiek ontworpen voor gebruik in een kweekruimte waarin een veelheid van kweeklagen voorzien zijn, waarbij elke kweeklaag voorzien is van een eigen afzonderlijke verlichting. In het bijzonder worden ledstrips gebruikt omdat deze weinig ruimte innemen. De ledstrips, in het bijzonder de PCB waarop de ledstrips zijn voorzien, zijn aan hun achterzijde voorzien van een warmteafleider, namelijk een aluminium plaat. Verder staat de aluminium plaat in contact met een aluminium zeil om de warmte van de warmteafleider te dissiperen naar de omgevingslucht. Verder is ook een ventilatiesysteem voorzien, in het bijzonder zijn dragers voorzien waarin een kanaal is verwerkt met op regelmatige afstanden een opening in het
-3BE2018/5253 kanaal, welke openingen de luchtregelingskanalen vormen waardoor een geconditioneerde lucht stroomt, welke geconditioneerde lucht typisch een nauwkeurig ingesteld percentage koolstofdioxide omvat. Aangezien er verschillende kweeklagen boven elkaar gestapeld zijn, bevindt het aluminium zeil zich relatief dicht bij de zich daarboven bevindende drager.
Een nadeel van de kweekruimte beschreven in WO 2011/13892 A2 is dat de warmte opgewekt door de ledstrips door het warmtezeil wordt gedissipeerd in de lucht die zich binnenin de kweekruimte bevindt. Met andere woorden, de door de ledstrips opgewekte warmte heeft een directe invloed op de omgeving waarin de planten groeien, hetgeen niet gewenst is. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot te hoge temperaturen waardoor de plantengroei wordt verstoord of waardoor, in extreme gevallen, de planten zelfs kunnen sterven. Eveneens leidt de plaatsing van het warmtezeil t.o.v. de drager er toe dat de grootste invloed van de overtollige warmte wordt uitgeoefend op de wortels van de bovenliggende laag planten. Dissipatie van de warmte opgewekt door de ledstrips, van het warmtezeil naar de lucht is ook sterk afhankelijk van een goede luchtstroming in de kweekruimte, welke luchtstroming echter de werking van het ventilatiesysteem nadelig kan beïnvloeden.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een doel van de huidige uitvinding om in een kweekruimte te voorzien waarbij de warmte opgewekt door de verlichting minder invloed heeft op de omgeving waarin de planten groeien.
Dit doel wordt gerealiseerd door middel van een kweekruimte voor verticale landbouw welke de kenmerken vertoont van de eerste onafhankelijke conclusie.
Hiertoe verschaft de huidige uitvinding een kweekruimte voor verticale landbouw. De kweekruimte omvat ten minste één kweeklaag. Elke kweeklaag omvat één of meerdere dragers voorzien voor het kweken van een veelheid van planten. Elke kweeklaag omvat een ledverlichting voorzien voor het verlichten van de planten in de dragers. Elke kweeklaag omvat een ventilatiesysteem met een veelheid aan luchtregelingskanalen. Elk luchtregelingskanaal is voorzien voor het verschaffen van een geconditioneerde luchtstroom op een cluster van ten minste één plant van de veelheid van planten in de één of meerdere dragers
-4BE2018/5253 voor luchtregeling ter hoogte van de respectieve cluster. Elke kweeklaag omvat een warmteafleider in thermisch contact met de ledverlichting. De warmteafleider is voorzien voor het afleiden van overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting. Elke kweeklaag omvat een afvoerkanaal in thermisch contact met de warmteafleider. Het afvoerkanaal is geconfigureerd voor de stroming van een fluïdum voor het nagenoeg geheel wegleiden van de overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting.
Door het voorzien van een warmteafleider in thermisch contact met zowel de ledverlichting als met een afvoerkanaal waardoor een fluïdum kan stromen, wordt de warmte daar opgewekt door de ledverlichting nagenoeg geheel opgenomen door het stromende fluïdum. Daarenboven is het kanaal zodanig vervaardigd dat de stroming van het fluïdum de daarin opgenomen warmte wegleidt van de kweekruimte, waardoor, in tegenstelling tot de kweekruimte beschreven in WO 2011/13892 A2, de overtollige warmte niet dient te worden gedissipeerd binnenin de kweekruimte. Vandaar heeft de door de ledverlichting opgewekte warmte minder invloed op de omgeving waarin de planten groeien.
Alhoewel het gebruik van een afvoerkanaal voor de stroming van lucht reeds bekend is voor de koeling van verlichting, zoals in het apparaat van JP 2007/236235 A, wordt dit gedaan door de verlichting binnenin het kanaal te voorzien, waardoor de lucht zelf in direct contact komt met de verlichting. Een dergelijke constructie leidt echter tot plaatsverlies door de voorziening van een voldoende grote bak omheen de verlichting. Daarenboven is het niet eenvoudig om de verlichting binnenin een transparante bak te voorzien. Verder heeft de transparante bak natuurlijk ook een invloed op de verlichting van de planten. Deze is immers nooit volledig transparant waardoor er verlies aan lichtintensiteit en lichtenergie zal optreden. Ook zal de transparantie niet gelijk zijn overheen het volledige spectrum van het licht. Bij het gebruik van plexiglas treedt er bijvoorbeeld absorptie op van UV-licht of zelfs blauw licht, hetgeen niet altijd wenselijk is.
De opstelling waarbij de ledverlichting in thermisch contact staat met de warmteafleider, en waarbij de warmteafleider op zijn beurt verder in thermisch contact staat met het afvoerkanaal, is ook voordelig voor het kunnen aanpassen van de verlichting van de planten in de kweekruimte aan verschillende soorten
-5BE2018/5253 planten. Hierbij kan een aanwezige ledverlichting geschikt voor het kweken van één soort planten ingewisseld worden voor een andere ledverlichting geschikt voor het kweken van een andere soort planten, zolang er in voldoende thermisch contact tussen de ledverlichting en de warmteafleider voorzien wordt voor het voldoende door de warmteafleider kunnen afleiden van de overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting. Hierbij kunnen dan bijvoorbeeld leds met een verschillend spectrum en/of intensiteit gebruikt worden, of het aantal leds kan aangepast worden aan de hoeveelheid planten. Zo kan de leddichtheid bijvoorbeeld vergroot worden voor kleinere planten die dichter bij elkaar geplaatst worden in de dragers.
De kweekruimte is normalerwijze een omsloten ruimte die voorzien is voor het erin kweken van planten onder gecontroleerde omgevingsomstandigheden. Daartoe is de kweekruimte bij voorkeur zoveel als mogelijk afgesloten van de buitenwereld voor het buitensluiten van externe omgevingsomstandigheden die van invloed zijn op de groei van de planten, en dus de groei van de planten op ongewenste wijze kunnen beïnvloeden.
De kweekruimte kan één kweeklaag bevatten, waarbij de planten die gekweekt worden in de kweekruimte zich allen op ongeveer dezelfde hoogte bevinden in de kweekruimte. Bij voorkeur worden er meerdere boven elkaar gestapelde kweeklagen voorzien in de kweekruimte, zodanig dat planten op verschillende hoogtes kunnen gekweekt worden in de kweekruimte. Hierdoor kan de hoeveelheid beschikbare ruimte in de kweekruimte efficiënt gebruikt worden.
Bij voorkeur wordt ten minste één luchtregelingskanaal voorzien per cluster van planten van de veelheid van planten in de dragers, om voor alle planten in de dragers een geconditioneerde luchtstroom te kunnen verschaffen. Desgewenst kunnen er per cluster van planten ook meerdere luchtregelingskanalen voorzien worden. Het gebruik van meerdere luchtregelingskanalen per cluster van planten kan, afhankelijk van de omvang van de cluster van planten, nuttig zijn voor het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom op alle planten in dezelfde cluster. Meerdere luchtregelingskanalen per cluster kunnen ook op voordelige wijze gebruikt worden voor het verschaffen van geconditioneerde luchtstromen met een verschillende samenstelling, waardoor de samenstelling van de gecombineerde
-6BE2018/5253 luchtstroom individueel kan afgeregeld worden per luchtregelingskanaal. Desgewenst kunnen ook nog bijkomende luchtregelingskanalen voorzien worden tussenin de clusters van planten.
In de context van de huidige uitvinding dient de term “een cluster van planten” begrepen te worden als een groep van een aantal planten die in eikaars nabijheid staan op onderlinge afstanden die aanzienlijk kleiner zijn dan de afstand tussen de desbetreffende cluster en nabijgelegen clusters van planten.
In de context van de huidige uitvinding dient de term “het verschaffen van een geconditioneerde luchtstroom” begrepen te worden als het uitstoten en/of wegzuigen van een geconditioneerde luchtstroom, bij voorkeur het uitstoten van een geconditioneerde luchtstroom. Het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom kan dus zowel het uitstoten of uitblazen van een luchtstroom met een zekere samenstelling betekenen, als het wegzuigen of wegnemen van een luchtstroom met een zekere samenstelling, of een combinatie van beide.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is het afvoerkanaal geconfigureerd voor de stroming van een vloeistof. De vloeistof omvat in het bijzonder water. Bij voorkeur omvat de vloeistof water en een antivriesmiddel, zoals bijvoorbeeld alcohol.
Het gebruik van water is voordelig omwille van de hoge warmtecapaciteit. Verder biedt water ook het voordeel dat het goed handelbaar is, en veilig in gebruik. Door het gebruik van water kunnen bijvoorbeeld toxische lekken in de kweekruimte vermeden worden.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvat de ledverlichting een veelheid van leds die bevestigd zijn op een frame of raamwerk. Het frame is in het bijzonder een aluminium frame.
Het gebruik van een veelheid van leds is voordelig om een welgerichte verlichting te kunnen verschaffen ter hoogte van de afzonderlijke planten in de dragers of ter hoogte van clusters van planten in de dragers.
Het gebruik van een aluminium frame is voordelig omwille van o.a. het lage gewicht en de goede thermische geleidbaarheid van aluminium.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding heeft het afvoerkanaal een kanaalwand. De kanaalwand is ten minste
BE2018/5253 •7ten dele gevormd door het frame.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is de warmteafleider gevormd door het frame.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding wordt de kanaalwand gevormd door de warmteafleider.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvat het frame één of meerdere holle balken. De holtes in de balken vormen een deel van het afvoerkanaal.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is elk van de genoemde balken boven één van de één of meerdere dragers gepositioneerd.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvat de ledverlichting één of meerdere rijen leds.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is elk van de genoemde rijen leds boven één van de één of meerdere dragers gepositioneerd.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvatten de genoemde rijen leds één of meerdere rijen ledstrips.
Het gebruik van ledstrips is voordelig voor de omwisselbaarheid van de ledverlichting in de kweekruimte met het oog op het aanpassen van de ledverlichting voor het kweken van verschillende soorten planten in de kweekruimte.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding zijn de leds in één rij van de genoemde één of meerdere rijen leds elk bevestigd op éénzelfde van genoemde één of meerdere holle balken.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvat de kweekruimte een luchtontvochtiger die voorzien is voor het onttrekken van overtollig vocht, bijvoorbeeld water, aanwezig in de lucht in de kweekruimte.
Het gebruik van de luchtontvochtiger is voordelig voor het kunnen regelen van de luchtvochtigheid in de kweekruimte, dit om de optimale groeiomstandigheden voor de planten in de kweekruimte te creëren.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is het frame voorzien van één of meerdere vinnen voorzien voor het
-8BE2018/5253 condenseren van genoemd overtollig vocht. Het frame is voorzien van een goot voorzien voor het opvangen en bij voorkeur ook wegleiden van de gecondenseerde overtollige vloeistof afkomstig van het genoemd gecondenseerd overtollig vocht.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding vormen de vinnen een deel van de kanaalwand.
De vinnen die deel uitmaken van de kanaalwand bieden het voordeel dat het fluïdum in het afvoerkanaal bijkomend ook gebruikt kan worden voor het afvoeren van de warmte die vrijkomt bij het condenseren van het overtollig vocht op de vinnen, zodanig dat hiervoor geen bijkomende inrichtingen dienen voorzien te worden.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is het afvoerkanaal omgeven door een thermische isolatie.
Het omgeven van het afvoerkanaal met de thermische isolatie beperkt de invloed die het afvoerkanaal op de omgeving in de kweekruimte kan hebben, uitgezonderd van het afvoeren van de overtollige warmte van de ledverlichting. Dit maakt een nauwgezette regeling van de omgevingsparameters, zoals bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheid, in de kweekruimte mogelijk door daartoe voorziene inrichtingen in de kweekruimte, zonder daarin beïnvloed te worden door het afvoerkanaal.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is elk luchtregelingskanaal voorzien voor het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom vanaf de voet van de planten.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is elk luchtregelingskanaal voorzien voor het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom met een vooraf bepaalde snelheid zodanig dat de snelheid van de geconditioneerde luchtstroom nabij de ledverlichting nagenoeg nul is.
Het vanaf de voet van de planten verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom met een vooraf bepaalde snelheid die zodanig is dat de snelheid van de geconditioneerde luchtstroom ter hoogte van de ledverlichting nagenoeg nul is, creëert een bubbel van de geconditioneerde lucht omheen de plant die zich uitstrekt van de drager in de richting van de ledverlichting. In deze bubbel kunnen de parameters van de lucht, zoals bijvoorbeeld luchtsamenstelling,
-9BE2018/5253 luchtvochtigheid, luchttemperatuur, enz., dan geoptimaliseerd worden voor de groei van de planten te bevorderen.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding vormt het afvoerkanaal een gesloten circuit waarop een warmtewisselaar is aangesloten voorzien voor het onttrekken van warmte uit het fluïdum.
Het gebruik van het gesloten circuit met de warmtewisselaar voor het onttrekken van de warmte uit het fluïdum die doorheen het afvoerkanaal stroomt, is voordelig voor het hergebruik van het fluïdum, en desgewenst van de warmte die door de warmtewisselaar werd onttrokken uit het fluïdum.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding is de kweekruimte niet transparant voor natuurlijk zonlicht.
De kweekruimte die niet transparant is voor natuurlijk zonlicht is voordelig voor het uitsluiten van een mogelijks negatieve invloeden van het natuurlijke zonlicht voor de groei van de planten. De verlichting van de planten wordt dan enkel voorzien door de controleerbare ledverlichting.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvatten de geconditioneerde luchtstromen zuurstofgas en/of koolstofdioxide.
Zuurstofgas en koolstofdioxide zijn voorname gassen voor het bevorderen van de groei van planten, o.a. voor de fotosynthese en de ademhaling van de planten.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding bevindt het afvoerkanaal zich ten minste ten dele buiten de kweekruimte.
Het afvoerkanaal ten minste gedeeltelijk buiten de kweekruimte laten lopen is voordelig voor het aan de buitenwereld kunnen afgeven van de overtollige warmte van de ledverlichting die door het fluïdum weggeleid wordt in het afvoerkanaal. Dat laat o.a. toe om het fluïdum in het afvoerkanaal in een gesloten circuit te hergebruiken voor het wegleiden van de overtollige warmte van de ledverlichting.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding omvat de kweekruimte een eerste kweeklaag en een tweede kweeklaag. De eerste kweeklaag en de tweede kweeklaag zijn boven elkaar
-10BE2018/5253 gelegen.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding steunen de één of meerdere dragers van de eerste kweeklaag op de ledverlichting, de warmteafleider en/of het afvoerkanaal van de tweede kweeklaag.
De kweekruimte opbouwen zodanig dat de dragers van één van de kweeklagen steunt op de ledverlichting, de warmteafleider en/of het afvoerkanaal, of de structuren waarin deze verwerkt zijn, van een andere kweeklaag is voordelig om de verticale opbouw van de kweeklagen in de kweekruimte compact te houden, aangezien er dan geen afzonderlijke steunstructuren dienen voorzien te worden die bijkomende ruimte innemen. Hierdoor kan de hoeveelheid beschikbare ruimte in de kweekruimte efficiënt gebruikt worden met het oog op het bekomen van een maximale plantenopbrengst. Dit kan bijvoorbeeld op voordelige wijze gerealiseerd worden door de ledverlichting, de warmteafleider en/of het afvoerkanaal ten minste gedeeltelijk te integreren in het frame zoals in de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding zijn de ledverlichting, de warmteafleider en/of het afvoerkanaal van de tweede kweeklaag geïntegreerd in de één of meerdere dragers van de eerste kweeklaag.
Het integreren van de ledverlichting, de warmteafleider en/of het afvoerkanaal van één van de kweeklagen in de één of meerdere dragers van één van de andere kweeklagen is voordelig om de opbouw van de kweeklagen in de kweekruimte compact te houden, en zodus de hoeveelheid beschikbare ruimte in de kweekruimte efficiënt te gebruiken met oog op het bekomen van een maximale plantenopbrengst.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding staan de luchtregelingskanalen van het ventilatiesysteem, bijvoorbeeld van de eerste kweeklaag, en het afvoerkanaal, bijvoorbeeld van de tweede kweeklaag, in thermisch contact met elkaar voor het conditioneren van de lucht in de desbetreffende luchtregelingskanalen.
Eveneens een thermisch contact voorzien tussen het afvoerkanaal van één van de kweeklagen en de luchtregelingskanalen van bijvoorbeeld één van
-11 BE2018/5253 de andere kweeklagen laat op een voordelige wijze een dubbel gebruik van éénzelfde afvoerkanaal toe, zowel voor het afvoeren van de overtollige warmte van de ledverlichting als voor het conditioneren, bijvoorbeeld opwarmen of afkoelen, van de lucht in de luchtregelingskanalen. Dit is zowel voordelig voor een compacte opbouw van de kweeklagen in de kweekruimte, als voor het efficiënt gebruik van de middelen in de kweekruimte.
Desgewenst, kan in andere uitvoeringsvormen van de kweekruimte volgens de huidige uitvinding het thermisch contact tussen het afvoerkanaal en de luchtregelingskanalen ook gerealiseerd worden tussen het afvoerkanaal en de luchtregelingskanalen van éénzelfde kweeklaag. In de opbouw van éénzelfde kweeklaag zijn het afvoerkanaal en de luchtregelingskanalen veelal ruimtelijk van elkaar gescheiden doordat het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom op de planten veelal van onderuit gebeurt, terwijl de verlichting van de planten veelal van bovenuit gebeurt. In deze opbouw is het dus voordelig om het thermisch contact te voorzien tussen het afvoerkanaal en de luchtregelingskanalen van boven elkaar gelegen kweeklagen.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een kweekruimte volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een afvoerkanaal en ledverlichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij het afvoerkanaal aan de buitenzijde voorzien is van een luchtontvochtiger.
Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van een afvoerkanaal en ledverlichting volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij het afvoerkanaal voorzien is van een isolatiemateriaal.
Figuur 4 toont een schematische voorstelling in bovenaanzicht van een kweekruimte volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De huidige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen,
-12BE2018/5253 doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities aan te duiden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de huidige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een kweekruimte 10 voor
-13BE2018/5253 verticale landbouw of meerlagenteelt volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. De kweekruimte 10 is voorzien voor het erin kweken van planten 81 in één of meerdere kweeklagen 11, dewelke boven elkaar aangebracht zijn in de kweekruimte 10 voor het optimaal benutten van de hoeveelheid beschikbare ruimte. De kweekruimte 10 is bij voorkeur zoveel als mogelijk afgesloten van de buitenwereld voor het buitensluiten van externe omgevingsomstandigheden. Hierdoor kunnen de omgevingsomstandigheden in de kweekruimte 10 zoals temperatuur, verlichting, luchtsamenstelling, enz. nauwkeurig geregeld worden zonder invloed van buitenaf voor het optimaliseren van de groeiomstandigheden van de planten 81 in de kweekruimte 10.
Iedere kweeklaag 11 omvat één of meerdere dragers 20 waarin de planten 81 aangebracht zijn voor het kweken van de planten 81. De dragers 20 kunnen bijvoorbeeld langwerpige goten 20 zijn, maar andere bij de vakman gekende dragers 20 geschikt voor het kweken van planten kunnen eveneens gebruikt worden. In de dragers 20 zijn de planten 81 telkens op een vooraf bepaalde afstand van elkaar aangebracht om de planten voldoende ruimte te laten om te groeien. Hierbij kunnen individuele planten 81 telkens op de vooraf bepaalde afstand van elkaar geplaatst zijn. Zoals getoond in Figuur 1, kunnen de planten 81 ook gegroepeerd zijn in clusters 80 van meerdere planten 81, welke clusters 80 dan telkens op de vooraf bepaalde afstand van elkaar geplaatst zijn in de dragers 20. In éénzelfde cluster 80 zijn de planten 81 dan relatief dicht bij elkaar geplaatst op onderlinge afstanden die aanzienlijk kleiner zijn dan de vooraf bepaalde afstand ten opzichte van andere clusters 80.
Elke kweeklaag 11 omvat een ledverlichting 30 die aangebracht is boven de planten 81 die zich in de dragers 20 bevinden voor het verlichten van deze planten 81. De ledverlichting 30 omvat ledstrips 31 waarin leds 32 telkens op de vooraf bepaalde afstand van elkaar zijn aangebracht voor het verlichten van de verschillende clusters 80 van planten 81. Desgewenst kunnen ook meerdere leds 32 voorzien worden voor het verlichten van éénzelfde cluster 80 van planten 81.
Verder omvat elke kweeklaag 11 een ventilatiesysteem 40 dat voorzien is voor de luchtregeling oftewel klimaatregeling ter hoogte van de planten 81 in de dragers 20. Hiertoe omvat het ventilatiesysteem 40 een veelheid aan luchtregelingskanalen 41, waarbij er telkens één of meerdere
-14BE2018/5253 luchtregelingskanalen 41 voorzien zijn per cluster 80 van planten 81. De luchtregelingskanalen 41 zijn voorzien voor het verschaffen van een geconditioneerde luchtstroom op de planten 81 in de verschillende clusters 80. De luchtregelingskanalen 41 zijn zodanig aangebracht dat ze uitmonden aan de voet 82 van de planten 81 voor het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom vanaf de voet 82 van de planten 81 langsheen de lengterichting van planten 81. Hierbij wordt de geconditioneerde luchtstroom bij voorkeur verschaft door de luchtregelingskanalen 41 met een vooraf bepaalde snelheid zodanig dat de snelheid van de geconditioneerde luchtstroom ter hoogte van de ledverlichting 30 nagenoeg nul is. Hierdoor wordt dan een bubbel van geconditioneerde lucht gecreëerd omheen de planten 81. Desgewenst kunnen er ook nog bijkomende luchtregelingskanalen (niet getoond) voorzien worden tussen de verschillende clusters 80 van planten 81.
Voor het afvoeren van de overtollige warmte die wordt opgewekt door de ledverlichting 30, is de kweeklaag 11 voorzien van een afvoersysteem dat een warmteafleider 51 en een afvoerkanaal 52 omvat. De warmteafleider 51 staat in thermisch contact met de ledverlichting 30, en het afvoerkanaal 52 staat op zijn beurt in thermisch contact met de warmteafleider 51. In de in Figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm wordt de warmteafleider 51 gevormd door een gedeelte van de kanaalwand 54 van het afvoerkanaal 52. De warmteafleider 51 is vervaardigd uit een materiaal met een goede thermische geleidbaarheid voor het overdragen van de overtollige warmte van de ledverlichting 30 naar het afvoerkanaal 52. In het afvoerkanaal 52 stroomt een fluïdum 53, bijvoorbeeld een vloeistof zoals water, dat voorzien is voor het kunnen opnemen van de overtollige warmte van de ledverlichting 30 die via de warmteafleider 51 werd overgedragen van de ledverlichting 30 naar het afvoerkanaal 52. Door het stromen van het fluïdum in het afvoerkanaal 52 kan de overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting 30 nagenoeg geheel weggeleid worden.
Zoals getoond in Figuur 4 vormt het afvoerkanaal 52 een gesloten circuit waarop een warmtewisselaar 72 is aangesloten. Bij het doorstomen van de warmtewisselaar 72 wordt de warmte in het fluïdum 53 van het afvoerkanaal 52 afgegeven aan een verder fluïdum in een ander kanaal dat in thermisch contact staat met het afvoerkanaal 52. Als dusdanig kan het fluïdum 53 in het afvoerkanaal 52, na te zijn opgewarmd door het opnemen van overtollige
-15BE2018/5253 warmte van de ledverlichting 30, terug voldoende afgekoeld worden om opnieuw gebruikt te worden voor het opnemen van overtollige warmte van de ledverlichting 30. Voor het onttrekken van warmte uit het fluïdum 53 kan het afvoerkanaal 52 ook gedeeltelijk buiten de kweekruimte 10 gevoerd worden, zodanig dat het fluïdum 53 in het afvoerkanaal 52 zijn warmte daar kan afgeven aan de omgeving.
Zoals eveneens getoond in Figuur 4, is het afvoerkanaal 52 gedeeltelijk ondergebracht in een frame 60 dat opgebouwd is uit een reeks holle balken 61. De holle balken 61 zijn voorzien om zich langsheen hun lengterichting uit te strekken overheen de dragers 20, zoals getoond in Figuur 1. In het frame 60 wordt het afvoerkanaal 52 gevormd door de holtes 62 in de balken 61. De gedeeltes van het afvoerkanaal 52 die zich buiten het frame 60 bevinden zijn dan op deze holtes 62 aangesloten aan de uiteinden van de balken 61 voor het vormen van het gesloten circuit. Hierdoor loopt het afvoerkanaal 52 serieel doorheen de verschillende balken 61.
In een alternatieve uitvoeringsvorm is het evenwel ook mogelijk om in een parallelle opstelling te voorzien, waarbij een afzonderlijk afvoerkanaal 52 gebruikt wordt voor ieder van de balken 61. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn in het geval dat de hoeveelheid overtollige warmte die moet afgevoerd van de ledverlichting 30 groot is, waarbij in het serieel doorlopen van de balken 61 het fluïdum 53 in het afvoerkanaal 52 bij de verdere balken 61 mogelijks al te veel opgewarmd is om daar nog efficiënt de overtollige warmte van de ledverlichting 30 te kunnen afvoeren. In dergelijke parallelle opstelling zal elk van de afzonderlijke afvoerkanalen 52 dan vanaf de warmtewisselaar 72 doorheen de holte 62 van telkens een verschillende balk 61 lopen en dan direct teruglopen naar de warmtewisselaar 72. Hierbij kan het afvoerkanaal teruglopen doorheen de balk 61 zelf, doorheen dezelfde holte 62 gescheiden door een wand, of doorheen een afzonderlijke daartoe voorziene holte. Dit kan bijvoorbeeld voordelig zijn voor het verder afvoeren van overtollige warmte van de ledverlichting 30. Het afvoerkanaal kan evenwel ook teruglopen buiten de balk 61 om, waar het afvoerkanaal 52 bijvoorbeeld kan gebruikt worden voor andere functies, zoals bijvoorbeeld het bijdragen tot het conditioneren van de lucht in de luchtregelingskanalen 41 of het ontvochtigen van de lucht in de kweekruimte 10.
Zoals getoond in Figuren 1-3 kunnen de ledstrips 31 van de
-16BE2018/5253 ledverlichting 30 tegen de onderzijde van de balken 61 aangebracht worden langsheen de lengterichting. Hierbij toont Figuur 1 een dwarsdoorsnede langsheen de lengterichting en de Figuren 2 en 3 een dwarsdoorsnede loodrecht op de lengterichting. Het gedeelte van de balk 61 tussen de ledstrip 31 en de holte 62 vormt dan de warmteafleider 51. Hiertoe is ten minste dit gedeelte van de holle balk 61 vervaardigd uit een materiaal met een goede thermische geleidbaarheid, zoals bijvoorbeeld aluminium. Aldus biedt het frame 60 een stevige en eenvoudige structuur waarin het afvoerkanaal 52 en de warmteafleider 51 kunnen gecombineerd worden. Bij voorkeur is het frame 60 in zijn geheel vervaardigd uit aluminium omwille van de stevigheid, het lage gewicht en de goede thermische geleidbaarheid.
Het frame 60 van een bepaalde kweeklaag 11 kan ook op voordelige wijze gebruikt worden voor het ondersteunen van de dragers 20 en het ventilatiesysteem 40 van een bovenliggende kweeklaag 11 in de kweekruimte
10. Hierbij kunnen de luchtregelingskanalen 41 van de bovenliggende kweeklaag 11 in thermisch contact staan met het afvoerkanaal 52 van de bepaalde kweeklaag 11, zodanig dat het fluïdum 53 in het afvoerkanaal 52 van de bepaalde kweeklaag 11 naast zijn primaire functie van het wegleiden van de overtollige warmte van de ledverlichting 30 van de bepaalde kweeklaag 11 ook gebruikt kan worden voor het conditioneren van de lucht in de luchtregelingskanalen 41 van de bovenliggende kweeklaag 11.
In een uitvoeringsvorm van de kweekruimte 10 volgens de huidige uitvinding, zoals getoond in Figuur 2, is de kweekruimte 10 voorzien van een luchtontvochtiger 63 voor het onttrekken van overtollig vocht in de lucht in de kweekruimte 10. In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 heeft de luchtontvochtiger 63 de vorm van vinnen 63 die op de kanaalwand 54 van het afvoerkanaal 52 aangebracht zijn boven een uitstulping 64 op de holle balk 61. De vinnen 63 zijn smalle plaatvormige elementen die voorzien zijn voor het erop laten condenseren van het overtollig vocht in de lucht in de kweekruimte 10. De condensatiewarmte die vrijkomt bij het condenseren van het overtollig vocht op de vinnen 63 kan eveneens door middel van het fluïdum 53 in het afvoerkanaal 52 weggeleid worden. De uitstulping 64 waarboven de vinnen 63 zijn aangebracht, vormt een goot 64 voor het opvangen en afvoeren van de gecondenseerde overtollige vloeistof.
-17BE2018/5253
In een andere uitvoeringsvorm van de kweekruimte 10 volgens de huidige uitvinding, zoals getoond in Figuur 3, is de kweekruimte 10 daarentegen voorzien voor het beperken van de invloed van het afvoerkanaal 52 op zijn omgeving in de kweekruimte 10, doordat er een thermische isolatie 71 aangebracht is omheen de door de holle balk 61 gevormde kanaalwand 54 van het afvoerkanaal 52. Hierdoor is het afvoerkanaal 52 gericht op zijn primaire functie van het wegleiden van de overtollige warmte van de ledverlichting 30, terwijl andere functies zoals bijvoorbeeld het bijdragen aan het onttrekken van het overtollig vocht in de lucht in de kweekruimte 10 of het bijdragen aan het conditioneren van de lucht in de luchtregelingskanalen 41, overgelaten kan worden aan andere inrichtingen.
Referenties | ||||
10 | kweekruimte | 60 | frame | |
11 | kweeklaag | 61 | balk | |
20 | drager | 62 | holte | |
30 | ledverlichting | 63 | vinnen | |
31 | ledstrip | 30 | 64 | goot |
32 | led | 71 | thermische isolatie | |
40 | ventilatiesysteem | 72 | warmtewisselaar | |
41 | luchtregelingskanaal | 80 | cluster | |
51 | warmteafleider | 81 | plant | |
52 | afvoerkanaal | 35 | 82 | voet |
53 | fluïdum | |||
54 | kanaalwand |
Claims (10)
1. Een kweekruimte (10) voor verticale landbouw, welke kweekruimte (10) ten minste één kweeklaag (11) omvat, elke kweeklaag (11) omvattend:
één of meerdere dragers (20) voorzien voor het kweken van een veelheid van planten (81 );
een ledverlichting (30) voorzien voor het verlichten van de planten (81 ) in de dragers (20);
een ventilatiesysteem (40) met een veelheid aan luchtregelingskanalen (41 ), waarbij elk luchtregelingskanaal (41 ) voorzien is voor het verschaffen van een geconditioneerde luchtstroom op een cluster (80) van ten minste één plant (81) van de veelheid van planten (81) in de één of meerdere dragers (20) voor luchtregeling ter hoogte van de respectieve cluster (80);
een warmteafleider (51) in thermisch contact met de ledverlichting (30) en voorzien voor het afleiden van overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting (30); en een afvoerkanaal (52) in thermisch contact met de warmteafleider (51 ) en geconfigureerd voor de stroming van een fluïdum voor het nagenoeg geheel wegleiden van de overtollige warmte opgewekt door de ledverlichting (30).
2. De kweekruimte (10) volgens conclusie 1, waarbij het afvoerkanaal (52) geconfigureerd is voor de stroming van een vloeistof, in het bijzonder een vloeistof die water omvat.
3. De kweekruimte (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ledverlichting (30) een veelheid van leds (32) omvat die bevestigd zijn op een frame (60), in het bijzonder een aluminium frame (60).
4. De kweekruimte (10) volgens conclusie 3, waarbij het afvoerkanaal (52) een kanaalwand (54) heeft, waarbij de kanaalwand (54) ten minste ten dele gevormd is door het frame (60).
5 warmteafleider (51 ) en/of het afvoerkanaal (52) van de tweede kweeklaag (11 ).
26. De kweekruimte (10) volgens conclusie 24 of 25, waarbij de ledverlichting (30), de warmteafleider (51) en/of het afvoerkanaal (52) van de tweede kweeklaag (11) geïntegreerd zijn in de één of meerdere dragers (20) van de eerste kweeklaag (11).
5. De kweekruimte (10) volgens conclusie 3 of 4, waarbij de warmteafleider (51 ) gevormd is door het frame (60).
6.
De kweekruimte (10) volgens conclusie 5 voor zover afhankelijk van
-19BE2018/5253 conclusie 4, waarbij de kanaalwand (54) gevormd wordt door de warmteafleider (51).
7. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 3-6, waarbij het frame (60) één of meerdere holle balken (61) omvat, waarbij de holtes (62) in de balken (61) een deel vormen van het afvoerkanaal (52).
8. De kweekruimte (10) volgens conclusie 7, waarbij elk van de genoemde balken (61) boven één van de één of meerdere dragers (20) gepositioneerd is.
9. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-8, waarbij de ledverlichting (30) één of meerdere rijen leds (32) omvat.
10. De kweekruimte (10) volgens conclusie 9, waarbij elk van de genoemde rijen leds (32) boven één van de één of meerdere dragers (20) gepositioneerd is.
11. De kweekruimte (10) volgens conclusie 9 of 10, waarbij de genoemde rijen leds (32) één of meerdere rijen ledstrips (31 ) omvatten.
12. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 9-11 voor zover afhankelijk van conclusie 7 of 8, waarbij de leds (32) in één rij van de genoemde één of meerdere rijen leds (32) elk bevestigd zijn op éénzelfde van genoemde één of meerdere holle balken (61 ).
13. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-12, waarbij de kweekruimte (10) een luchtontvochtiger (63) omvat die voorzien is voor het onttrekken van overtollig vocht aanwezig in de lucht in de kweekruimte (10).
14. De kweekruimte (10) volgens conclusie 13 voor zover afhankelijk van conclusie 3, waarbij het frame (60) voorzien is van één of meerdere vinnen (63) voorzien voor het condenseren van genoemd overtollig vocht en waarbij het frame (60) voorzien is van een goot (64) voorzien voor het opvangen en bij voorkeur ook wegleiden van de gecondenseerde overtollige vloeistof.
15. De kweekruimte (10) volgens conclusie 14 voor zover afhankelijk van
-20BE2018/5253 conclusie 4, waarbij de vinnen (63) een deel vormen van de kanaalwand (54).
16. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-13, waarbij het afvoerkanaal (52) omgeven is door een thermische isolatie (71).
17. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-16, waarbij elk luchtregelingskanaal (41) voorzien is voor het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom vanaf de voet (82) van de planten (81 ).
18. De kweekruimte (10) volgens conclusie 17, waarbij elk luchtregelingskanaal voorzien is voor het verschaffen van de geconditioneerde luchtstroom met een vooraf bepaalde snelheid zodanig dat de snelheid van de geconditioneerde luchtstroom nabij de ledverlichting nagenoeg nul is.
19. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-18, waarbij het afvoerkanaal (52) een gesloten circuit vormt waarop een warmtewisselaar (72) is aangesloten voorzien voor het onttrekken van warmte uit het fluïdum.
20. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-19, waarbij de kweekruimte (10) niet transparant is voor natuurlijk zonlicht.
21. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-20, waarbij de geconditioneerde luchtstromen zuurstofgas en/of koolstofdioxide omvatten.
22. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-21, waarbij het afvoerkanaal (52) zich ten minste ten dele buiten de kweekruimte (10) bevindt.
23. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-22, waarbij het afvoerkanaal (52) eveneens in thermisch contact staat met de luchtregelingskanalen (41) van het ventilatiesysteem (40) voor het conditioneren van de lucht in de luchtregelingskanalen (41).
24. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 1-23, waarbij de kweekruimte (10) een eerste kweeklaag (11) en een tweede
-21 BE2018/5253 kweeklaag (11) omvat, waarbij de eerste kweeklaag (11) en de tweede kweeklaag (11 ) boven elkaar gelegen zijn.
25. De kweekruimte (10) volgens conclusie 24, waarbij de één of meerdere dragers (20) van de eerste kweeklaag (11) steunen op de ledverlichting (30), de
10 27. De kweekruimte (10) volgens eender welke van de conclusies 24-26, waarbij de luchtregelingskanalen (41) van het ventilatiesysteem (40) van de eerste kweeklaag (11) en het afvoerkanaal (52) van de tweede kweeklaag (11) in thermisch contact staan met elkaar voor het conditioneren van de lucht in de desbetreffende luchtregelingskanalen (41).
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2018/5253A BE1026206B1 (nl) | 2018-04-13 | 2018-04-13 | Kweekruimte voor verticale landbouw |
PT197211428T PT3772897T (pt) | 2018-04-13 | 2019-04-09 | Espaço de cultivo para agricultura vertical |
ES19721142T ES2970157T3 (es) | 2018-04-13 | 2019-04-09 | Espacio de cultivo para agricultura vertical |
DK19721142.8T DK3772897T3 (da) | 2018-04-13 | 2019-04-09 | Vækstrum til vertikalt landbrug |
PCT/IB2019/052897 WO2019197980A1 (en) | 2018-04-13 | 2019-04-09 | Growing space for vertical farming |
EP19721142.8A EP3772897B1 (en) | 2018-04-13 | 2019-04-09 | Growing space for vertical farming |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2018/5253A BE1026206B1 (nl) | 2018-04-13 | 2018-04-13 | Kweekruimte voor verticale landbouw |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1026206A1 BE1026206A1 (nl) | 2019-11-06 |
BE1026206B1 true BE1026206B1 (nl) | 2019-11-12 |
Family
ID=62091615
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2018/5253A BE1026206B1 (nl) | 2018-04-13 | 2018-04-13 | Kweekruimte voor verticale landbouw |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3772897B1 (nl) |
BE (1) | BE1026206B1 (nl) |
DK (1) | DK3772897T3 (nl) |
ES (1) | ES2970157T3 (nl) |
PT (1) | PT3772897T (nl) |
WO (1) | WO2019197980A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1030357B1 (nl) | 2022-03-16 | 2023-10-16 | Etablissementen Franz Colruyt Nv | Plantenverlichtingsinrichting die ingericht is om te worden gepositioneerd boven een plantenbak met het oog op het verlichten van planten in de plantenbak |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7008096A (nl) * | 1969-06-07 | 1970-12-09 | ||
JPH0698632A (ja) * | 1992-09-18 | 1994-04-12 | Emushiki Suiko Kenkyusho:Kk | 庭 園 |
JP2012000028A (ja) * | 2010-06-15 | 2012-01-05 | Shimizu Corp | 植物栽培施設 |
US20130003382A1 (en) * | 2010-04-09 | 2013-01-03 | Sharp Kabushiki Kaisha | Lighting device, plant cultivation device, and method for cooling lighting device |
US20160157447A1 (en) * | 2014-03-14 | 2016-06-09 | Panasonic Intellectual Property Management Co., Ltd. | Plant cultivation apparatus |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH0365128A (ja) | 1989-08-02 | 1991-03-20 | Sunao Takakura | 植物栽培方法およびその装置 |
JP2007236235A (ja) | 2006-03-07 | 2007-09-20 | Tsujiko Co Ltd | 植物栽培プラント |
WO2011013892A2 (ko) | 2009-07-30 | 2011-02-03 | 화우테크놀러지주식회사 | 식물공장 시스템 |
AU2018322378A1 (en) * | 2017-08-24 | 2020-02-27 | Pipp Mobile Storage Systems, Inc. | System and method for providing carbon dioxide and circulating air for a vertical gardening system |
-
2018
- 2018-04-13 BE BE2018/5253A patent/BE1026206B1/nl active IP Right Grant
-
2019
- 2019-04-09 PT PT197211428T patent/PT3772897T/pt unknown
- 2019-04-09 ES ES19721142T patent/ES2970157T3/es active Active
- 2019-04-09 WO PCT/IB2019/052897 patent/WO2019197980A1/en unknown
- 2019-04-09 DK DK19721142.8T patent/DK3772897T3/da active
- 2019-04-09 EP EP19721142.8A patent/EP3772897B1/en active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7008096A (nl) * | 1969-06-07 | 1970-12-09 | ||
JPH0698632A (ja) * | 1992-09-18 | 1994-04-12 | Emushiki Suiko Kenkyusho:Kk | 庭 園 |
US20130003382A1 (en) * | 2010-04-09 | 2013-01-03 | Sharp Kabushiki Kaisha | Lighting device, plant cultivation device, and method for cooling lighting device |
JP2012000028A (ja) * | 2010-06-15 | 2012-01-05 | Shimizu Corp | 植物栽培施設 |
US20160157447A1 (en) * | 2014-03-14 | 2016-06-09 | Panasonic Intellectual Property Management Co., Ltd. | Plant cultivation apparatus |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2019197980A1 (en) | 2019-10-17 |
BE1026206A1 (nl) | 2019-11-06 |
ES2970157T3 (es) | 2024-05-27 |
EP3772897B1 (en) | 2023-10-11 |
DK3772897T3 (da) | 2024-01-15 |
EP3772897A1 (en) | 2021-02-17 |
PT3772897T (pt) | 2024-01-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1040116C2 (en) | Illumination device for stimulating plant growth. | |
JP6123495B2 (ja) | 多段棚式植物育成装置及び植物育成システム | |
JP7238947B2 (ja) | なす科の苗栽培装置及び栽培方法 | |
US11399471B2 (en) | Ventilation and lighting device | |
KR101934482B1 (ko) | 기화열 냉각 방식을 가진 식물 재배기 냉각 시스템 | |
BE1026206B1 (nl) | Kweekruimte voor verticale landbouw | |
NL1042086B1 (en) | Assimilation lamp device | |
AU2018229982A1 (en) | Rice seedling cultivation device and rice seedling cultivation method | |
US5111612A (en) | Plant culture apparatus | |
NL2021101B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het telen van een gewas | |
KR102627119B1 (ko) | 폐쇄형 식물공장 공기 순환 시스템 | |
CN212544988U (zh) | 一种无冷凝水植物组织培养架 | |
ES2924737T3 (es) | Invernadero adaptativo para cosechas de vivero | |
WO2024202410A1 (ja) | 植物育成装置および植物育成方法 | |
JP7299779B2 (ja) | 植物栽培装置、及び栽培工場での植物栽培方法 | |
WO2024202623A1 (ja) | 植物育成装置および植物育成方法 | |
KR102474291B1 (ko) | 식물공장의 열 순환 시스템 | |
JP2024145043A (ja) | 植物育成装置および植物育成方法 | |
NL1043597B1 (en) | Illumination device for stimulating plant growth | |
IT202000004006A1 (it) | Sistema di dissipazione del calore prodotto da lampade per la coltivazione di vegetali o simili in ambiente controllato | |
CN115348818A (zh) | 用于在多个层中栽培植物的具有节省空间且节省能量的气候系统的气候单元 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20191112 |
|
HC | Change of name of the owners |
Owner name: COLRUYT GROUP; BE Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: ETABLISSEMENTEN FRANZ COLRUYT NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Effective date: 20231018 |