BE1026064B1 - Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen - Google Patents

Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen Download PDF

Info

Publication number
BE1026064B1
BE1026064B1 BE2018/5127A BE201805127A BE1026064B1 BE 1026064 B1 BE1026064 B1 BE 1026064B1 BE 2018/5127 A BE2018/5127 A BE 2018/5127A BE 201805127 A BE201805127 A BE 201805127A BE 1026064 B1 BE1026064 B1 BE 1026064B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
support profile
support
wall
profile
bearing layer
Prior art date
Application number
BE2018/5127A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026064A1 (nl
Inventor
PAEPE Bart DE
Original Assignee
Alu Log Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alu Log Nv filed Critical Alu Log Nv
Priority to BE2018/5127A priority Critical patent/BE1026064B1/nl
Priority to NL2022672A priority patent/NL2022672B1/nl
Priority to LU101145A priority patent/LU101145B1/fr
Publication of BE1026064A1 publication Critical patent/BE1026064A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026064B1 publication Critical patent/BE1026064B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B1/00Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
    • E06B1/003Cavity wall closers; Fastening door or window frames in cavity walls

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement, omvattende het voorzien van een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel, het steunend rangschikken van het gevelelement op het steunprofiel, en het aanbrengen van een isolatielaag, tegen en langsheen het steunprofiel. In het bijzonder omvat het genoemde steunprofiel in hoofdzaak glasvezelversterkte kunststof. In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een kit voor gebruik in de werkwijze, en op een gevelstructuur, welke gevelstructuur bijvoorbeeld is verkregen door toepassing van de werkwijze.

Description

EEN WERKWIJZE EN KIT VOOR PLAATSING VAN GEVELELEMENTEN
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor plaatsing en ondersteuning van gevelelementen, bijvoorbeeld voor plaatsing en ondersteuning van venstermodules en dorpels, en verder nog op inrichtingen (e.g. steunelementen), voor gebruik in dergelijke werkwijzen.
STAND DER TECHNIEK
Talrijke werkwijzen en inrichtingen voor plaatsing en ondersteuning van gevelelementen zijn gekend uit de stand der techniek.
Zo beschrijft DE 10 2004 038 246 A1 de ondersteuning van een venstermodule boven een niet-dragende isolatielaag. Daartoe wordt er een langwerpig, liggend steunelement voorzien, met een montagehoek (e.g. uit aluminium of uit een gerecycleerd kunststofmateriaal) die tegen een dragende binnenmuur wordt bevestigd. Van daaruit kan de montagehoek de venstermodule ondersteunen. Het steunelement is verder voorzien van een balkvormig stuk PUR-schuim, dat zich aan de binnenzijde langs de montagehoek uitstrekt. Een nadeel is dat dergelijke steunelementen aanleiding kunnen geven tot koudebruggen. Verder, omwille van de relatief complexe structuur, liggen de productiekosten hoog.
DE 20 2012 002 491 U1 beschrijft nog een langwerpig steunelement met een eerste vlak voor montage tegen een draagwand, en met een tweede vlak voor ondersteuning van bijvoorbeeld een venstermodule. Het steunelement sluit neerwaarts aan op de gevelisolatie. Bij voorkeur is het steunelement vervaardigd uit een hard polyurethaanschuim. Echter, een dergelijk materiaal bezit typisch slechts een geringe hardheid, zodat het steunelement onvoldoende in staat is om puntlasten op te vangen. Verder is het een relatief duur materiaal. Optioneel is het schuimmateriaal inwendig verstevigd door middel van thermisch isolerende, kunststof elementen, hetgeen de productiekosten verder opdrijft. Daarenboven vormt het steunelement een schuine onderbreking in de gevelisolatie.
Tot slot beschrijft WO 2017 048 144 A1 nog een profiel voor de plaatsing van vensters en deuren. Het bewuste profiel omvat een hoekijzer, bij voorkeur van
BE2018/5127 staal, met omgeplooide eindranden waarbinnen een schoor is gevat. Het daarbij omsloten volume is verder voorzien van een vulmiddel, e.g. een synthetisch schuim of een koolstofvezelcomposiet. Opnieuw vormt het profiel een dwarse onderbreking in de gevelisolatie. Verder is de structuur ervan erg complex, wat leidt tot een hoge productiekost.
Een aantal belangrijke kenmerken in verband hiermee zijn het gemak waarmee een gevelelement en eventuele steunelementen kunnen worden geplaatst, alsook de materiaalkost en productiekost van de steunelementen. Het gevelelement dient verder op een luchtdichte, geluidsdichte, vochtdichte en tochtdichte wijze aan te sluiten op de gevel, waarbij koudebruggen worden vermeden. Met oog op de stevigheid en duurzaamheid van de plaatsing, dienen de steunelementen verder nog een voldoend hoge hardheid, stijfheid, sterkte, taaiheid en duurzaamheid te bezitten.
De tendens om de isolatiewaarde van muren te verhogen, en om steeds grotere en zwaardere venstermodules te voorzien, vergt de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen en steunelementen, voor de plaatsing en ondersteuning van deze gevelelementen. Ook is het belangrijk dat zij worden geplaatst in overeenstemming met de geldende regelgeving. Als voorbeeld dienen zowat alle bouw- en verbouwprojecten in Vlaanderen conform te zijn met de EPB energieprestatieregelgeving.
De huidige uitvinding heeft tot doel om een verbeterde werkwijze te bieden, alsook kit met verbeterde steunelementen, bijvoorbeeld voor toepassing ervan in de werkwijze, waarbij één of meerdere van bovenstaande problemen worden verholpen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Daartoe voorziet de uitvinding in een eerste aspect een werkwijze volgens conclusie 1, voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement. De werkwijze omvat de stappen van (a) het voorzien van een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel met een liggend been en een staand been, (b) het steunend rangschikken van het gevelelement op het steunprofiel, en (c) het aanbrengen van een isolatielaag, tegen en langsheen het steunprofiel. In het bijzonder omvat het steunprofiel in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof, bij voorkeur een glasvezelversterkt polyester.
BE2018/5127
Als voordeel heeft dit materiaal een geringe massadichtheid en een lage warmtegeleidingscoëfficiënt. Bovendien bezit het een grote hardheid, een hoge buigsterkte en een hoge buigstijfheid. De wanddikte van het steunprofiel kan daardoor relatief dun worden gekozen, waarbij het steunprofiel nog steeds voldoende ondersteuning biedt aan het gevelelement. Het minimalistische ontwerp met een staand been voor bevestiging, en een liggend been voor ondersteuning, leidt tot een steunprofiel van minimale massa en van minimaal volume. Dit is voordelig bij opslag, transport en installatie.
Het geïnstalleerde steunprofiel wordt minstens gedeeltelijk afgedekt door de isolatielaag, en sluit bij voorkeur nauw aan op de isolatie. Enkel langsheen de bovenrand wordt de isolatielaag minstens gedeeltelijk doorsneden, en wel door het liggend been van het steunprofiel. Echter, gezien de minimale wanddikte en de minimale warmtegeleidingscoëfficiënt, zal daarbij geen koudebrug ontstaan. Het is in principe niet nodig om deze doorsnijding vooraan af te dekken met isolerend materiaal. De uitvinding laat daarbij toe om op eenvoudige wijze een gevelelement te ondersteunen boven een niet-dragende isolatielaag, vanaf een dragende laag.
Optioneel wordt het steunprofiel mechanisch bevestigd aan de dragende laag. In bijzonder is het mogelijk om in één enkele handeling een boorgat te vormen, doorheen het staand been van het steunprofiel en tot in die dragende laag.
Bijvoorbeeld wordt daartoe een trilboorgereedschap met een steenboor of betonboor gebruikt. Dit laat een erg eenvoudige installatie toe, die geen afzonderlijk boorgereedschap vereist, voor het doorboren van het steunprofiel en de dragende laag.
In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een kit volgens conclusie 11, en op een gevelstructuur volgens conclusie 17.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuren 1A en 1B tonen schematische dwarsdoorsneden van gevelelementen, nabij hun steunpunt op een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel, volgens twee mogelijke uitvoeringsvormen.
BE2018/5127
Figuur 2 toont een schematische explosietekening van een steunprofiel dat voorzien is van een schoorhoekstuk, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuren 3A-C tonen perspectivistische aanzichten op een gedeeltelijk weggesneden gevelstructuur met een venstermodule en een vensterdorpel (e.g. van blauwe hardsteen), volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuren 4A-C tonen perspectivistische aanzichten op een gedeeltelijk weggesneden gevelstructuur met een venstermodule en een aluminium vensterdorpel, volgens nog een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuren 5A en 5B tonen dwarsdoorsneden van gevelstructuren, volgens mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Figuren 6A en 6B tonen twee perspectivistische aanzichten van een gedeeltelijk weggesneden gevelstructuur met een venstermodule op vloerniveau, volgens mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Figuur 6C toont nog een dwarsdoorsnede van een gevelstructuur volgens een mogelijke uitvoeringsvorm.
Figuur 7 toont, op schematische wijze, de bevestiging van een steunprofiel tegen een dragende laag, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een werkwijze en kit voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement, en verder nog een gevelstructuur, welke gevelstructuur bijvoorbeeld is verkregen door toepassing van de werkwijze, en/of met gebruik van de kit.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
BE2018/5127
Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt.
Wanneer ongeveer in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement binnen muuropening, welke muuropening daartoe is voorzien in een meerlagige muur omvattende ten minste een dragende laag en een isolatielaag, de werkwijze omvattende: (a) het voorzien, tegen en langsheen de dragende laag, van een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel, welk steunprofiel een staand been omvat voor bevestiging ervan tegen de dragende laag, en verder nog een liggend been voor ondersteuning van het gevelelement, (b) het steunend rangschikken van het gevelelement op het steunprofiel, waarbij het steunprofiel zich langs een onderrand van het gevelelement uitstrekt, en (c) het aanbrengen van de isolatielaag, tegen en langsheen de dragende laag en het staand been van het steunprofiel. In het bijzonder omvat het genoemde steunprofiel in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof.
Glasvezelversterkte kunststoffen zijn op zich gekend; typisch omvatten zij glasvezels die in een kunststofmatrix zijn gevat. De betrokken kunststof kan
BE2018/5127 bijvoorbeeld één of meerdere thermoharders omvatten, zoals een epoxy, polyester en/of vinylester, maar geenszins daartoe gelimiteerd. Optioneel omvat het materiaal nog verdere stoffen, e.g. één of meerdere additieven, vulmiddelen en dergelijke. In een te verkiezen uitvoeringsvorm omvat het steunprofiel in hoofdzaak glasvezelversterkt polyester of glasvezelversterkte epoxy, en bij verdere voorkeur in hoofdzaak glasvezelversterkte polyester.
Verder kan de term gevelelement, zoals doorheen dit document gebruikt, naar om het even welk stuk buitenschrijnwerk verwijzen. Een aantal niet-limiterende voorbeelden van gevelelementen zijn een venstermodule (e.g. met een frame uit hout, PVC of aluminium), een deurmodule en een venster- of deurdorpel (e.g. van blauwe hardsteen). De uitvinding is tot geen van deze gelimiteerd. I.h.b. richt zij zich op het voorzien van dergelijke gevelelementen in een gevelstructuur, en wel bij voorkeur op een EPB-aanvaarde manier. De gevelstructuur omvat nog een meerlagige muur, met minstens een dragende laag en een isolatielaag'. Optioneel is de muur nog voorzien van een buitenlaag'. Een spouwmuur, op zich gekend door de vakman, is een voorbeeld van een dergelijke, drielagige muur.
De dragende laag kan worden uitgevoerd in een metselwerk van een stenen materiaal zoals geperforeerde baksteen, betonblokken (e.g. van cellenbeton), kalkzandsteen en/of argexblokken. De isolatielaag kan een luchtspleet omvatten. Typisch omvat zij minstens een laag van aansluitend isolatiemateriaal (e.g. onderling aansluitende isolatieplaten), welke laag zich langs de dragende laag uitstrekt. Een eventuele buitenlaag kan een bekleding in hout of gevelplaten omvatten, of een plaatstalen afwerking. In plaats daarvan kan ook een bijkomend metselwerk worden voorzien. Als alternatief doet de isolatielaag tegelijkertijd dienst als buitenlaag. De uitvinding is tot geen van deze uitvoeringen gelimiteerd. Uiteraard beperkt de uitvinding zich ook geenszins tot hetzij twee-, hetzij drielagige muren.
In elk geval is de muur voorzien van een muuropening die de dragende laag en de isolatielaag doorsnijdt. Een dergelijke muuropening kan rechthoekig zijn, maar dat is geenszins noodzakelijk het geval. De uitvinding voorziet een werkwijze en kit voor de plaatsing van een gevelelement binnen die muuropening. Optioneel kan het gevelelement reeds worden geplaatst binnen een gedeeltelijk afgewerkte gevelstructuur, bv. nog vooraleer de randen van de muuropening volledig zijn gevormd.
BE2018/5127
Het geplaatste gevelelement (e.g. een venstermodule) sluit de genoemde muuropening af, minstens op een thermisch isolerende wijze. Typisch wordt het gevelelement minstens voor een deel in het vlak van de isolatielaag voorzien, dus minstens gedeeltelijk in lijn met de isolatielaag. De onderrand van het gevelelement dient daarbij in de muuropening, ter hoogte van een bovenrand van de isolatielaag te worden ondersteund. Echter, de isolatielaag is veelal ongeschikt om het gevelelement te dragen. De huidige uitvinding voorziet daartoe een steunprofiel, ter ondersteuning van het gevelelement, bij voorkeur minstens gedeeltelijk boven de isolatielaag, en vanaf de dragende laag.
Het dient benadrukt dat de dragende laag en de isolatielaag meerdere functies kunnen bezitten. Bijvoorbeeld zal de dragende laag ook typisch een (weliswaar beperkte) thermische isolatie verzorgen. Verder kan de isolatielaag ook nog een structurele/dragende functie bezitten. Typisch echter, is de isolatielaag op zich niet geschikt om het steunelement volledig te ondersteunen.
Het genoemde steunelement is een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel, met een staand been dat tegen de dragende laag wordt bevestigd, en met een liggend been dat het gevelelement ondersteunt, bij voorkeur minstens voor een deel boven de isolatielaag. De isolatielaag wordt als het ware overbrugd of overkraagd, d.m.v. het liggend been. Bij voorkeur overkraagt dat liggend been ten minste 50% van de isolatielaag, bij verdere voorkeur minstens 60%, bij verdere voorkeur minstens 70%, bij verdere voorkeur meer dan 70%, bij verdere voorkeur minstens 80%. Optioneel kraagt het liggend been van het steunelement uit, tot voorbij de isolatielaag. Bij voorkeur wordt het gevelelement gerangschikt op en langsheen een eindrand van het steunprofiel.
Bij voorkeur strekt het steunprofiel zich uit langsheen de dragende laag, langsheen een onderrand van het gevelelement, langsheen een bovenrand van de isolatielaag, en/of volgens de breedte van de muuropening. Een dergelijk steunprofiel verdeelt de last van het gevelelement minstens over een deel van de breedte van de muuropening. Dit is bijzonder voordelig in het geval van een dragende laag die onvoldoende hard is om zware puntlasten te dragen, bijvoorbeeld een metselwerk uit geperforeerde baksteen, betonblokken, kalkzandsteen en/of argexblokken. Nu wordt het gevelelement op het steunprofiel gerangschikt, op steunende wijze. Het gevelelement wordt m.a.w. minstens gedeeltelijk door het steunprofiel gedragen.
BE2018/5127
Bij voorkeur is het profiel geschikt om minstens het dubbele van het gewicht van het gevelelement te dragen, bij verdere voorkeur minstens het vijfvoudige.
In een verdere stap van de werkwijze, wordt minstens een deel van de isolatielaag aangebracht, tegen en langsheen de dragende laag en tegen en langsheen het staand been van het steunprofiel. Bij voorkeur vormt dit deel, samen met de rest van de isolatielaag een in hoofdzaak ononderbroken geheel, of althans een onderling aansluitend geheel, dat zich in de gehele muur uitstrekt. Bijvoorbeeld sluiten eventuele isolatieplaten nauw op elkaar aan, e.g. via PUR-verbindingen en/of tand-in-groefverbindingen. Optioneel zijn eventuele naden daarbij afgeplakt met folies, zoals gekend door de vakman.
Bij voorkeur wordt de isolatielaag tot over het staand been van het steunprofiel, en quasi tot tegen het liggend been van het steunprofiel aangebracht. Optioneel wordt een luchtspleet tussen het liggend been enerzijds, en de bovenrand van de isolatielaag anderzijds, gedicht met vulmiddelen zoals PUR. Bij voorkeur vormt de isolatie een nauwe, vochtdichte, tochtdichte, geluiddichte en warmtedichte aansluiting op het steunprofiel. Dit is belangrijk om o.a. koudebruggen te vermijden. Echter, het liggend been vormt alsnog een doorbreking, doorheen de isolatielaag. Een dergelijke doorbreking zou een koudebrug kunnen vormen, zoals gekend door de vakman.
Nu voorziet de uitvinding een steunprofiel dat in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof omvat, en bij verdere voorkeur een glasvezelversterkt polyester. Dergelijke, hoogkwalitatieve profielen kunnen eenvoudig worden geproduceerd, bijvoorbeeld via pultrusie. Bovendien combineert het glasvezelversterkt kunststofmateriaal een relatief lage massadichtheid met uitstekende mechanische eigenschappen. Een voldoende stevig steunprofiel zal dus relatief weinig wegen, wat voordelig is bij transport en tijdens de installatie. Ook kunnen dergelijke profielen eenvoudig worden bewerkt; bv. via verzaging (met een diamantslijpschijf) en/of doorboring (met een steenboor of betonboor). Verder is het materiaal erg duurzaam. Het neemt geen vocht op en zwelt dus nauwelijks, en het kan niet rotten of corroderen. Glasvezelversterkt kunststofmateriaal is ook chemisch inert. Het is daardoor bestand tegen o.a. zure regen, en tegen alkalische stoffen die uit eventueel metselwerk afkomstig zijn.
BE2018/5127
Als gevolg van de uitstekende mechanische eigenschappen van glasvezelversterkte kunststof (en i.h.b. van glasvezelversterkt polyester), kan de wanddikte van het steunprofiel relatief dun worden genomen, e.g. kleiner dan 25 mm. Een voldoend hoge buigstijfheid en buigsterkte blijven daarbij gewaarborgd. Ook voorgenoemde doorbreking is dus relatief dun. Daarbij komt nog dat glasvezelversterkt kunststof typisch een erg lage warmtegeleidingscoëfficiënt bezit. De doorbreking van de isolatielaag bezit bijgevolg een voldoend hoge thermische weerstand, waardoor zij geen koudebrug zal veroorzaken. Ook het staande been van het steunprofiel kan relatief dun worden genomen. Het deel van de isolatielaag dat het staande been (minstens gedeeltelijk) afdekt is bijgevolg nauwelijks dunner, waarbij het een vergelijkbare isolatiewaarde verschaft. Mogelijks omvat de werkwijze nog de stap van het weghalen van een strook isolatiemateriaal, waarin het staande been is uitgewerkt. Bijvoorbeeld heeft deze strook een maximale dikte van 25 mm. Isolatiemateriaal is eenvoudig te versnijden/verzagen, bijvoorbeeld met behulp van een verhitte draad. Optioneel wordt een eventuele luchtspleet ertussen gevuld met PUR. Bij voorkeur verloopt de isolatielaag continu langsheen de dragende laag, tot minstens gedeeltelijk over het staande been. De goede onderlinge aansluiting van het steunprofiel en de isolatielaag leidt tot een betere vochtdichtheid, tochtdichtheid, warmtedichtheid en geluidsdichtheid. In dit opzicht is het bijzonder voordelig dat het steunprofiel een binnenhoek vormt, waarbij de aaneengesloten isolatielaag zich tot in deze binnenhoek uitstrekt, en nauw op het steunprofiel aansluit.
Steunen op, voorzien tegen, voorzien langsheen, zich uitstrekken langs, aanbrengen tegen, aanbrengen langsheen, bevestigen tegen en gelijkaardige uitdrukkingen dienen hier in een ruime zin te worden begrepen. I.h.b. hoeft er geen rechtstreeks contact te zijn van de betrokken delen. Bijvoorbeeld, zoals op zich gekend door de vakman, kunnen er nog dichtingsmiddelen (e.g. afdichtingsbanden, afdichtingstapes, afdichtingsplaten, afdichtingsfolies, afdichtingsschuimen, afdichtingsmousses en dergelijke) zijn voorzien tussen de betrokken delen. Dergelijke dichtingsmiddelen kunnen o.a. een isolerende functie bezitten.
Verder is het nog mogelijk dat er één of meerdere, verdere steunprofielen worden voorzien, voor zijdelingse ondersteuning van het gevelelement, en/of voor een ondersteuning van het gevelelement van bovenaf. Optioneel gaat het om steunprofielen van hetzelfde type als hierboven beschreven.
BE2018/5127
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, bezit het steunprofiel een wanddikte van maximaal 25 mm, bij verdere voorkeur maximaal 20 mm, bij verdere voorkeur maximaal 15 mm, bij verdere voorkeur maximaal 12 mm, bij verdere voorkeur minimaal 1 mm, bij verdere voorkeur minimaal 2 mm.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, wordt het steunprofiel minstens mechanisch bevestigd aan de dragende laag, omvattende het vormen van een boorgat doorheen het steunprofiel, tot in de dragende laag. Geschikte bevestigingsmiddelen, voor de bevestiging van de steunprofielen zijn gekend uit de stand der techniek. Bij voorkeur worden metalen bevestigingsmiddelen gebruikt, met een bevestigingskop die aan de binnenzijde van het steunprofiel, tegen het staande been is gevat, en met een bevestigingslichaam dat zich doorheen het boorgat, tot in de dragende laag uitstrekt. Bij voorkeur zijn de metalen bevestigingskoppen daarbij afgedekt door een aaneengesloten isolatielaag, zodat zij geen aanleiding kunnen geven tot koudebruggen.
Typisch is de dragende laag van een hard, steenachtig materiaal, zodat een boorgat bij voorkeur m.b.v. een steenboor of betonboor wordt gevormd. Glasvezelversterkt kunststofmateriaal kan, gezien zijn hoge hardheid, eveneens eenvoudig door middel van diezelfde steenboor/betonboor worden doorboord. Bij voorkeur wordt hiertoe een trilboorgereedschap gebruikt, maar dit is niet noodzakelijk het geval. Een boorgat doorheen zowel het steunprofiel als de dragende laag kan dus op handige wijze, in éénzelfde handeling worden gevormd. Het is daarbij onnodig om de boorgaten afzonderlijk te vormen en vervolgens uit te lijnen. Vooral bij meerdere bevestigers per steunprofiel zou dit erg omslachtig zijn.
Steenboren en betonboren zijn ongeschikt voor het doorboren van metalen, zodat er bij gebruik van metalen steunprofielen wél een afzonderlijk boorgereedschap moet worden voorzien. Ook voor niet-versterkte kunststoffen is het aangewezen om aangepast boor- en/of snijgereedschap te voorzien, e.g. een metaalspiraalboor of een houtspiraalboor, omwille van hun hoge elasticiteit en lage hardheid. De toepassing van steen- en betonboren op deze materialen kan leiden tot overmatige verhitting van het kunststofmateriaal. Mogelijks treedt daarbij een degradatie op van het materiaal, in de omgeving van het boorgat. De aanhechting van het steunprofiel tegen de dragende laag zou daardoor minder sterk zijn.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, wordt het steunprofiel minstens met de dragende laag verlijmd, via een lijmmiddel op basis van
BE2018/5127 gemodificeerd silaan. Bij voorkeur is het aangebrachte lijmmiddel in staat om het profiel te dragen, nog vooraleer de lijm volledig is uitgehard. Dit laat een eenvoudige uitlijning toe. Lijmen op basis van gemodificeerde silanen worden ook wel aangeduid als MS-polymeerlijmen, of als hybride polymeerlijmen. Optioneel is de buitenzijde van het staand been voorzien van ribben en/of een verruwing, voor het versterken van de lijmverbinding. Als alternatief of daarenboven kan het profiel nog bijkomend worden gedicht tegen de dragende laag, d.m.v. polyurethaanschuimen en dergelijke.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, wordt het steunprofiel verder nog voorzien van minstens één schoorhoekstuk, welk schoorhoekstuk daarbij het liggend been ondersteunt. Dergelijke schoorhoekstukken kunnen ter plaatse van puntbelastingen worden gemonteerd, voor lokale ondersteuning waar nodig. Als alternatief of daarenboven, worden zij steeds met regelmatige tussenafstanden voorzien. De wanddikte van het steunprofiel kan daardoor nog dunner worden genomen. Bij voorkeur zijn de schoorhoekstukken gevormd uit hetzelfde, glasvezelversterkt kunststofmateriaal. Bijvoorbeeld zouden zij uit resten van de steunprofielen kunnen worden gevormd. Volgens een niet-limiterende uitvoeringsvorm worden zij uit dezelfde profielen gezaagd.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, strekt het schoorhoekstuk zich loodrecht uit op het steunprofiel. Bij voorkeur omvat het schoorhoekstuk een montagebeen en een schoorbeen. Het montagebeen kan tegen het staand been van het steunprofiel worden gemonteerd, terwijl het schoorbeen een opwaarts gerichte steunrand vormt, ter ondersteuning van het liggend been van het steunprofiel. De huidige uitvinding voorziet een erg voordelige bevestiging van de schoorhoekstukken, bijvoorbeeld d.m.v. dezelfde bevestigingsmiddelen. Optioneel gaat éénzelfde bevestigingsmiddel doorheen zowel het montagebeen van het schoorhoekstuk, als doorheen het staand been van het steunprofiel, waarbij het lichaam van het bevestigingsmiddel zich tot in de dragende laag uitstrekt. Het glasvezelversterkt kunststofmateriaal valt uiteraard niet te lassen (zoals constructiemetaal). De huidige uitvinding biedt dus een eenvoudige, goedkope, en weinig omslachtige oplossing voor het vasthechten van schoorhoekstukken. Weerom hebben deze stukken een minimalistisch ontwerp. Zij laten een erg grote belasting toe in druk, waarbij zij de neerwaartse normaalkrachten afleiden naar de dragende laag van de muur.
BE2018/5127
Bij voorkeur zijn de steunprofielen pultrusieprofielen met een scherpe binnenhoek van 90°, waarin en waartegen op eenvoudige wijze schoorhoekstukken met scherpe buitenhoeken kunnen worden gevat. Dit laat een eenvoudige productie (e.g. door verzaging) en montage van de schoorhoekstukken toe.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, is het schoorbeen van het schoorhoekstuk minstens gedeeltelijk afgeschuind. Zo kan het materiaalverlies worden beperkt, alsook de doorbreking doorheen de isolatielaag. De afgeschuinde schoorbenen kunnen het isolatiemateriaal trouwens gemakkelijk insnijden, hetgeen een eenvoudige installatie toelaat.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat de werkwijze het verzagen van een standaard profiel op maat, in overeenstemming met de breedte van de muuropening en/of met het type gevelelement. Zodoende wordt het afvalpercentage geminimaliseerd, hetgeen de prijs gunstig beïnvloedt.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, wordt het steunprofiel voorzien tegen, en bevestigd aan een staand been van een in hoofdzaak L-vormig draagprofiel, welk draagprofiel zich parallel aan het steunprofiel uitstrekt. Bij voorkeur omvat het draagprofiel in hoofdzaak glasvezelversterkt kunststofmateriaal. Bij voorkeur is het draagprofiel in hoofdzaak een profiel zoals het steunprofiel hierboven beschreven. Een dergelijk draagprofiel laat toe om een hoogteverschil in de dragende laag op eenvoudige wijze te overbruggen. Zoals getoond in de figuren. Optioneel worden het steunprofiel en/of het draagprofiel daarbij verder voorzien van één of meerdere schoorhoekstukken.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een plaatsing- en ondersteuningskit, voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement binnen een muuropening daartoe voorzien in een meerlagige muur. De genoemde kit omvat minstens één of meerdere, L-vormige steunprofielen, en verder nog een lijmmiddel, voor het verlijmen van de steunprofielen met de dragende laag van een muur. In het bijzonder omvatten de genoemde steunprofielen in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof, en bij voorkeur glasvezelversterkt polyester. De steunprofielen bezitten daarbij een hoogte van minimaal 4 cm, een breedte van minimaal 4 cm, een wanddikte van minimaal 3 mm, en verder nog een lengte van minimaal 8 cm.
BE2018/5127
Volgens een niet-limitatief voorbeeld kunnen relatief korte steunprofielen (e.g. met een lengte van 8 cm tot 40 cm) worden gebruikt als lokale ondersteuning ter hoogte van puntvormige belastingen, zoals getoond in de inzet van figuur 5A. Langere steunprofielen (e.g. met een lengte overeenkomstig de breedte van het gevelelement en/of van de muuropening), anderzijds, kunnen worden gebruikt voor het ondersteunen van gevelelementen over in hoofdzaak hun gehele breedte.
Bij voorkeur is de kit geschikt voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze. In dit verband kunnen dezelfde kenmerken worden overgenomen, en kunnen dezelfde voordelen worden herhaald. Omgekeerd zijn ook de hierbij genoemde kenmerken en voordelen van de kit, optioneel van toepassing op de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding.
Optioneel omvat de kit nog één of meerdere, geschikte bevestigingsmiddelen, voor een mechanische bevestiging van de steunprofielen tegen een dragende muurlaag. Optioneel omvat de kit nog één of meerdere draagprofielen. Optioneel omvat de kit nog één of meerdere schoorhoekstukken. Optioneel zijn één of meerdere van de steunprofielen, draagprofielen en/of schoorhoekstukken voorzien van markeringen, welke bijvoorbeeld verband houden met de muuropening waarin/waarlangs/waartegen/waaraan zij kunnen worden geplaatst. Optioneel omvat de kit nog een gevelelement, waarbij één of meerdere van de steunprofielen geconfigureerd zijn voor ondersteuning van dat gevelelement.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm bezit het glasvezelversterkt polyester een elasticiteitsmodulus van minimaal 10 GPa, bij voorkeur minimaal 15 GPa, bij verdere voorkeur minimaal 20 GPa. Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm worden profielen van Europese klassen E23 (met een buigstijfheid van ongeveer 23 GPa) of E 17 (met een buigstijfheid van ongeveer 17 GPa) toegepast. In een te verkiezen uitvoeringsvorm, worden E23-steunprofielen, en optioneel ook E23-schoorhoekstukken en E23-draagprofielen toegepast.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm bezit het glasvezelversterkt polyester een Barcol hardheidswaarde van minimaal 10, bij voorkeur minimaal 20, bij voorkeur minimaal 30. Dat zorgt ervoor dat het steunprofiel in staat is om puntbelastingen op te vangen en te herverdelen.
BE2018/5127
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm bezit het glasvezelversterkt polyester een thermische geleidingscoëfficiënt van minder dan 1,0 W/m.K, bij voorkeur minder dan 0,8 W/m.K, bij verdere voorkeur minder dan 0,6 W/m.K, bij verdere voorkeur minder dan 0,4 W/m.K.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, bezitten de steunprofielen een wanddikte van maximaal 20 mm, bij verdere voorkeur maximaal 18 mm, bij verdere voorkeur maximaal 16 mm, bij verdere voorkeur maximaal 14 mm, bij verdere voorkeur maximaal 12 mm, bij verdere voorkeur minimaal 1 mm, bij verdere voorkeur minimaal 2 mm, bij verdere voorkeur minimaal 3 mm, bij verdere voorkeur minimaal 4 mm. Dunne profielen hebben de hierboven genoemde voordelen i.v.m. thermische isolatie, en het vermijden van koudebruggen.
Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de kit een lijmmiddel op basis van gemodificeerd silaan. Bij voorkeur heeft het lijmmiddel een maximale spanning van minimaal 1,0 N/mm3, gemeten overeenkomstig DIN 53504.
In een derde aspect betreft de uitvinding nog een gevelstructuur omvattende een meerlagige muur met ten minste een dragende laag en een isolatielaag, welke muur is voorzien van een muuropening waarbinnen een gevelelement is gevat, de gevelstructuur verder omvattende een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel met een staand been dat zich tussen de dragende laag en de isolatielaag uitstrekt, en met een liggend been dat zich onder en langsheen het gevelelement uitstrekt, ter ondersteuning van dat gevelelement. In het bijzonder omvat het genoemde steunprofiel in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof. Bij voorkeur is de gevelstructuur het resultaat van de werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, en/of wordt zij verkregen met gebruik van de kit volgens het tweede aspect van de uitvinding. Diezelfde kenmerken en voordelen kunnen in dit verband worden overgenomen.
In wat volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
Figuren 1A en 1B tonen schematische dwarsdoorsneden van gevelelementen 1, nabij hun steunpunt op een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel 2, volgens twee mogelijke uitvoeringsvormen: respectievelijk zonder en mét schoorhoekstuk 3.
BE2018/5127
Het gevelelement 1 volgens figuur 1A is voorzien in een muuropening 4 van een meerlagige muur 5. Het betreft een spouwmuur 5 met een dragende laag 6 (i.e. de binnenmuur, ook wel het binnenspouwblad), een isolatielaag 7, en verder nog een buitenlaag 8 of afwerkingslaag (i.e. de buitenmuur, ook wel het buitenspouwblad). De isolatielaag omvat spouwmuurisolatie 9, en optioneel nog een restspouw 10. De buitenlaag 8 is hier uitgevoerd als metselwerk. Nu is het frame 11 van het gevelelement 1 minstens gedeeltelijk boven de niet-dragende isolatielaag 7 voorzien. Een L-vormig steunprofiel 2, met een liggend been 12 en een staand been 13 verzorgt daarbij de ondersteuning van het gevelelement 1, boven de (nietdragende) isolatielaag 7, en vanaf de dragende laag 6. I.h.b. is het staand been 13 d.m.v. bevestigingsmiddelen 16 (e.g. pluggen) en/of een lijmmiddel 17 bevestigd tegen de dragende laag 6 van de muur 5. Het liggend been 12, anderzijds, vormt aldus een horizontaal ondersteuningsvlak 15, waarop het frame 11 d.m.v. dichtingsmiddelen 14 (e.g. een afdichtingsband) kan rusten. Door middel van verdere dichtingsmiddelen 14' sluit datzelfde frame 11 horizontaal aan op de buitenlaag 8. Belangrijk is dat het steunprofiel 2 slechts een minimale doorbreking vormt, doorheen de isolatielaag 7 en spouwmuurisolatie 9, langsheen een open bovenrand van de isolatie 9. Verder overlapt de spouwmuurisolatie 9 grotendeels met het staand been 13. Dit verzekert een erg goede onderlinge aansluiting. Een eventueel pad voor warmte, vocht, tocht en/of geluid, tussen de spouwmuurisolatie en het steunprofiel 2, zou langs de ganse binnenhoekvorm van het steunprofiel 2 moeten verlopen. Een dergelijk pad zou dus een erg grote padlengte bezitten. Verder worden koudebruggen vermeden, gezien de kleine wanddikte en lage thermische geleidingscoëfficiënt van het steunprofiel 2, en van het liggend been 12 in het bijzonder. Eventuele bevestigingsmiddelen 16 uit staal of aluminium worden daartoe in voldoende mate afgeschermd door spouwmuurisolatie 9. Met toepassing van glasvezelversterkt kunststofmateriaal kan het steunprofiel 2 erg dun worden gemaakt, zonder in te boeten aan buigstijfheid. Dit draagt verder bij tot een grotendeels aaneengesloten muurisolatie, waarbij de dikte van de isolatie 9 slechts een weinig kleiner is, daar waar zij het staand been 13 van het steunprofiel 2 afdekt.
Bovendien, gezien het liggend been 12 een geringe dikte heeft (van bv. ongeveer mm), en gezien het glasvezelversterkt kunststofmateriaal slechts een lage thermische conductiecoëfficiënt bezit, wordt het ontstaan van koudebruggen vermeden.
BE2018/5127
Figuur 1B toont nog de uitvoeringsvorm volgens figuur 1A, waarin bijkomend één of meerdere schoorhoekstukken 3 zijn voorzien, voor een verticale ondersteuning van het liggende been 12; optioneel kan het gaan om schoorhoekstukken 3 zoals getoond in figuur 2. Optioneel verzorgt eenzelfde bevestigingsmiddel 16 de bevestiging van zowel het steunprofiel 2 als het schoorhoekstuk 3. Dergelijke schoorhoekstukken 3 laten toe om het steunprofiel 2 nóg dunner/lichter uit te voeren, met een lagere materiaalkost en installatiekost, en met een meer uitgesproken manifestatie van bovengenoemde voordelen m.b.t. de isolatie. Bij voorkeur zijn de schoorhoekstukken 3 slechts plaatselijk langsheen het steunprofiel 2 voorzien, waarbij zij een lokale ondersteuning verzorgen waar nodig. Bij voorkeur zijn de schoorhoekstukken 3 grotendeels omvat door de muurisolatie 9 van de isolatielaag 7; bijvoorbeeld snijden zij deze in. In dit opzicht kan een gedeeltelijk afgeschuind schoorhoekstuk 3 een meer eenvoudige installatie toelaten.
Figuur 2 toont een schematische explosietekening van een steunprofiel 2 met schoorhoekstuk 3, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het steunprofiel 2 is weerom uitgevoerd als een liggend hoekprofiel, met een liggend been 12 en een staand been 13. Het schoorhoekstuk 3 is in hoofdzaak uitgevoerd als een staand hoekprofiel, en staat dus loodrecht op het steunprofiel 2. Het schoorhoekstuk 3 bezit daarbij een montagebeen 18 en een schoorbeen 19. Het montagebeen 18 wordt langs de binnenzijde tegen het staand been 13 van het steunprofiel 2 gerangschikt, op zodanige wijze dat het schoorbeen 19 daarbij ondersteuning biedt (of kan bieden) aan het liggend been 12 van het steunprofiel 2, via een opwaarts gerichte steunrand 22. Bij voorkeur worden zowel voorgenoemd staand been 13 als voorgenoemd montagebeen 18 d.m.v. éénzelfde bevestigingsmiddel 16 bevestigd tegen een dragende laag 6 van een muur 5, e.g. doorheen een uitgelijnd stel boorgaten 20. Bij voorkeur worden deze boorgaten 20, en optioneel ook het boorgat in de dragende laag in éénzelfde handeling gevormd, e.g. middels een steenboor of betonboor. In elk geval zorgt het schoorhoekstuk 3 ervoor dat een deel van de normaalkrachten op het liggende been 12 worden afgeleid naar het staand been 13 en naar de dragende muurlaag 6, via het genoemde schoorbeen 19. Het schoorbeen 19 is dus uitermate geschikt voor het opvangen van neerwaarts gerichte belastingen. Merk nog op dat de figuur slechts één bevestiger 16 en slechts één set boorgaten 20 toont. Uiteraard kunnen er ook twee of meerdere, of een veelheid aan bevestigers 16 en overeenkomstige boorgaten 20 worden voorzien. Ook is het schoorbeen 19 in deze uitvoeringsvorm volledig afgeschuind, en dus in hoofdzaak driehoekig. Uiteraard is de uitvinding
BE2018/5127 evenzeer van toepassing op gedeeltelijke afgeschuinde, in hoofdzaak vijfhoekige schoorbenen 19, en op niet-afgeschuinde, in hoofdzaak vierkante/rechthoekige schoorbenen 19.
Tabel 1 heeft betrekking tot een aantal geschikte, glasvezelversterkte kunststof Lprofielen voor gebruik als of in steunprofielen volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding. De afmetingen van vijf zulke L-profielen worden weergegeven in tabel 1. Onder andere worden vermeld: de breedte B van het liggend been, de hoogte H van het staand been, de wanddikte D van het steunprofiel en de toegestane last per lopende meter M/L. Waarden voor B en H worden gemeten vanaf het buitenhoekpunt, tot aan de eindrand van het respectievelijk been. Waarden voor M/L stemmen overeen met een maximaal toegestane doorbuiging van 1 mm, en met een maximale rek van 0,25% voor duurbelastingen, bij voorkeur langsheen de eindrand van het liggend been. In geen van deze uitvoeringsvormen bedraagt de wanddikte meer dan ongeveer 10 mm.
Tabel 1 - Afmetingen en lineaire massadichtheid van geschikte L-profielen
Uitvoering B [mm] H [mm] D [mm] M/L [kg/m]
L-profiel 1 75 150 8 325
L-profiel 2 100 150 10 250
L-profiel 3 125 150 10 125
L-profiel 4 150 175 10 75
L-profiel 5 175 150 10 75
Tabel 2 geeft nog een aantal materiaaleigenschappen van een geschikt glasvezelversterkt kunststofmateriaal, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Bij voorkeur zijn de hierin gebruikte profielen en materialen in overeenstemming met de Europese standaard E23, en gerelateerde standaarden EN 13706, EN 14122 en DIN 18820; tenzij anders vermeld werden onderstaande materiaaleigenschappen volgens deze normen bepaald.
Tabel 2 - Materiaaleigenschappen van een geschikte, glasvezelversterkte kunststof
Parameter Norm/condities Waarde
Massadichtheid / 1,850 kg/m3
Warmtegeleidingscoëfficiënt DIN EN12667 0,3 W/m2.K
Treksterkte DIN EN12090 50 MPa
BE2018/5127
Buigsterkte DIN 12089 100MPa
Elasticiteitsmodulus / 23 GPa
Kruipcoëfficiënt CUR aanbeveling 96 3,3
Brandclassificatie DIN 4102 B2
Barcol Hardheid ASTM D2583 50
Waterabsorptie ISO 62 <0,7%
Thermische expansiecoëfficiënt BS 6319 (longitudinaal) 8/°C
Tabel 3 houdt verband met een lijmmiddel, geschikt voor gebruik in mogelijke uitvoeringsvormen van onderhavige uitvinding. Het betreft een standvaste MS polymeerlijm, op basis van gemodificeerde silaanmoleculen. Een aantal eigenschappen worden hieronder opgesomd.
Tabel 3 - Eigenschappen van een geschikte MS-polymeerlijm
Parameter Norm/condities Waarde
Tijd voor huidvorming Bij 20°C en 65% RV 5 min
Uithardingssnelheid Bij 20°C en 65% RV 3 mm/24h
Hardheid Shore A 65 ± 5
Maximale spanning DIN 53504 2,91 N/mm2
Elasticiteitsmodulus (100%) DIN 53504 2,18 N/mm2
Maximaal toelaatbare vervorming / 20%
Dichtheid / 1,55 g/ml
Figuren 3A-C tonen perspectivistische aanzichten op een gedeeltelijk weggesneden gevelstructuur 23 met een venstermodule 24 en vensterdorpel 25. Deze zijn voorzien binnen een muuropening 4 in een meerlagige muur 5 omvattende een dragende laag 6, een isolatielaag 7 en een buitenlaag 8, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Zowel de dragende laag 6 als de buitenlaag 8 zijn uitgevoerd als metselwerk. De venstermodule steunt op de vensterdorpel 25 (e.g. een dorpel van blauwe hardsteen), die op zijn beurt wordt ondersteund door een L-vormig steunprofiel 2. Dat steunprofiel 2 is via één of meerdere bevestigingsmiddelen 16 (e.g. pluggen) langs en tegen dragende laag 6 vastgemaakt. Langs de opstaande randen is de venstermodule 24 verder nog d.m.v. een bevestigingsbeugel 26 vastgemaakt aan de dragende laag. Optioneel is ook deze bevestigingsbeugel 26 uitgevoerd als een L-profiel in glasvezelversterkt kunststof.
BE2018/5127
Figuren 4A-C tonen perspectivistische aanzichten op een gedeeltelijk weggesneden gevelstructuur 23 met een venstermodule 24 en een metalen (e.g. aluminium) vensterdorpel 25, welke zijn voorzien binnen een muuropening 4 in een meerlagige muur 5. De muur omvat een dragende laag 6, uitgevoerd als metselwerk, en verder nog een isolatielaag 7 en een buitenlaag 8. De buitenlaag 8 kan bijvoorbeeld een dun plaatmateriaal zijn. Optioneel maken de isolatielaag 7 en de buitenlaag 8 deel uit van éénzelfde sandwichpaneel. In elk geval wordt de venstermodule 24 ondersteund door het steunprofiel 2, op vergelijkbare wijze als in figuren 3A-C. De dorpel 25 uit plaatmateriaal zit tussen het steunprofiel 2 en de venstermodule 24 in geklemd; optioneel zijn ertussen nog dichtingsmiddelen (e.g. dichtingsbanden) voorzien.
Figuren 5A en 5B tonen dwarsdoorsneden van gevelstructuren 23 met venstermodules 24, volgens mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding.
In figuur 5A is de venstermodule 24 voorzien op drie stenen dorpels 25 (e.g. van blauwe hardsteen), binnen een muuropening 4 in een meerlagige muur 5 (zoals te zien valt in het gedeeltelijk weggesneden vooraanzicht, als inzet van de figuur). De dorpels 25 zijn in elkaars verlengde voorzien, en zij sluiten ter hoogte van onderbrekingen 27 op elkaar aan. Slechts hun onderling aansluitende einddelen worden lokaal ondersteund, ter hoogte van deze onderbrekingen 27. Daartoe zijn er minstens twee (relatief korte) steunprofielen 2 voorzien, die zich slechts onder de einddelen uitstrekken, en dus niet over in hoofdzaak de gehele breedte van een dorpel 25 en/of van de muuropening 4. Elk van beide steunprofielen 2 is verder voorzien van een schoorhoekstuk 3, optioneel in overeenstemming met de uitvoeringsvorm van figuur 2. Een dergelijk ontwerp is perfect in staat om puntlasten op te vangen, welke optreden ter hoogte van de dorpeleinden. De steunprofielen 2 verzorgen dus een rechtstreekse ondersteuning van de dorpels 25. Deze bezitten op hun beurt een voldoend hoge buigstijfheid en buigsterkte voor het ondersteunen van de venstermodule 24, over de gehele breedte ervan. Uiteraard steunen de vensterdorpels 25 ook minstens gedeeltelijk op het metselwerk van de buitenlaag 8.
In figuur 5B is de venstermodule 24 rechtstreeks voorzien op en langsheen een eindrand van steunprofiel 2, welk steunprofiel 2 via een staand been is bevestigd tegen de dragende laag 6 van de muur 5. Het liggend been, anderzijds, biedt ondersteuning aan de venstermodule 24, boven de niet-dragende isolatielaag 7. Er
BE2018/5127 zijn nog dichtingsmiddelen 14 (e.g. een afdichtingsband) voorzien, voor het afdichting van de venstermodule 24 tegen deze isolatielaag 7. Aan de gevelzijde is de muur 5 afgewerkt met een buitenlaag 8 van bijvoorbeeld plaatmateriaal. In deze uitvoeringsvorm is de dorpel 25 rechtstreeks aan de venstermodule 24 bevestigd. Bij voorkeur strekt het steunprofiel 2 zich in hoofdzaak uit over de gehele breedte van de muuropening 4 en/of van de venstermodule 24. Gezien het gewicht van de venstermodule 24 over de gehele lengte van het steunprofiel 2 is uitgesmeerd, zijn lokale schoorhoekstukken 3 overbodig; i.e. er zijn geen puntlasten. Optioneel worden er wel schoorhoekstukken 3 voorzien, hetgeen zou toelaten dat de wanddikte D van het steunprofiel 2 kleiner kan worden genomen.
Figuren 6A en 6B tonen twee perspectivistische aanzichten van een gedeeltelijk weggesneden gevelstructuur 23 met een venstermodule 24 op vloerniveau, volgens mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding. De gevelstructuur 23 vormt daarbij een scheiding tussen een binnenruimte 28 en een buitenruimte 29.
Ondergronds is er een vertrapte draagvloer 30 voorzien, volgens een op zich gekende wijze. Bovendien bezitten zowel de binnenvloer 31 als de buitenvloer 31' een meerlagige opbouw. Nu strekt de gevelstructuur 23 zich verticaal opwaarts uit op een funderingsmetselwerk 32 onder de draagvloervertrapping 33. Ter hoogte van de venstermodule 23 is er verder nog een in hoofdzaak L-vormig draagprofiel 34 voorzien, dat zich langs de bovenrand van de draagvloervertrapping 33 uitstrekt. Het draagprofiel 34 bezit een liggend been 12' dat op die bovenrand is bevestigd, en verder nog een staand been 13' dat zich verticaal opwaarts van die bovenrand uitstrekt. De venstermodule 23 zelf steunt in hoofdzaak op het liggend been 12 een steunprofiel 2, met een staand been 13 dat tegen het staand been 13' van het draagprofiel 34 is bevestigd. Hiertoe zijn de nodige bevestigingsmiddelen 16 voorzien. Het draagprofiel 34 en het steunprofiel 2 zijn grotendeels evenwijdig met elkaar, en de staande benen 13, 13' ervan zijn rugaan-rug tegen elkaar bevestigd. Het draagprofiel 34 mag hierin worden opgevat als zijnde een deel van de dragende laag 6 van de ondergrondse gevelstructuur/muurstructuur. In die zin is het steunprofiel 2 dus tegen de dragende laag 6 van de overeenkomstige muur 5 bevestigd. Langs de dragende laag 6 (namelijk langs minstens een deel van de draagvloervertrapping 33) en langs het staand been 13 van het steunprofiel 2 strekt zich nog een isolatielaag 7 uit, welke is aangebracht als ondergrondse thermische snijding tussen de binnen28 en buitenruimte 29, en waartegen de vloerisolatie 7' op nauwsluitende wijze is gerangschikt. Opnieuw strekt deze isolatielaag 7 zich uit tot in de binnenhoek van
BE2018/5127 het steunprofiel 2. Een belangrijk voordeel van een dergelijk draagprofiel 34, is dat het toelaat om een hoogteverschil te overbruggen; in de huidige uitvoeringsvorm is dat hoogteverschil het resultaat van de meerlagige structuur van binnen- 31 en buitenvloer 31'.
Figuur 6C toont nog een dwarsdoorsnede van een verwante uitvoeringsvorm, waarbij zowel het steunprofiel 2 als het draagprofiel 34 verder zijn voorzien van respectievelijke schoorhoekstukken 3, 3'. Het schoorhoekstuk 3 dat langs de binnenhoek van het steunprofiel 2 is bevestigd, is daarbij quasi volledig omsloten door een isolatielaag 7. Een dergelijk ontwerp (met draagprofiel 34) kan dus worden toegepast voor ondersteuning van een venstermodule 24 vanaf/bovenop een draagvloervertrapping 33, maar evenzeer vanaf/bovenop een dragende muur
6. Bijgevolg laat het draagprofiel 34 dus ook voor een gevelmodule 1 op borstweringsniveau toe om een hoogteverschil te overbruggen. Het stevig doch dun, en weinig warmtegeleidend, glasvezelversterkt kunststofmateriaal vermijdt daarbij het ontstaan van koudebruggen. De gevelstructuur 23 van figuur 6C toont nog een buitenlaag 8 die onder de venstermodule 24 zit geklemd.
Figuur 7 toont op schematische wijze de bevestiging van een steunprofiel 2 tegen een dragende laag 6 van een muur, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. In een eerste stap wordt een steunprofiel 2 van geschikte lengte voorzien, bijvoorbeeld door het op maat verzagen van een standaardprofiel (e.g. met een standaardlengte van ongeveer 6 m). Vervolgens wordt het staand been 13 van het steunprofiel 2 tegen en langsheen de dragende laag 6 gerangschikt, met een maximale overhangafstand 35 van ongeveer 50 mm. Optioneel wordt daartussen nog lijmmiddel 17 voorzien, voor het verder versterken van de onderlinge hechting. Vervolgens worden zowel dat staand been 13 als de dragende laag 6 (typisch uit een keramisch materiaal, e.g. snelbouwsteen) in éénzelfde handeling doorboord, door middel van een boorgereedschap 36 met tweelippige steenboor of betonboor van diameter 10 mm. Er wordt voor gezorgd dat de bevestigingsafstand 37 tussen het boorgat en de bovenrand van de dragende laag 6 weerom minimaal 50 mm bedraagt. In een laatste stap wordt er een bevestigingsmiddel 16 (e.g. een steenanker) aangebracht in het daarbij ontstane boorgat, voor een mechanische bevestiging van het steunprofiel 2 aan de dragende laag 6.
De genummerde elementen op de figuren zijn:
1. Gevelelement
BE2018/5127
2. Steunprofiel
3. Schoorhoekstuk
4. Muuropening
5. Muur
6. Dragende laag
7. Isolatielaag
8. Buitenlaag
9. Muurisolatie
10. Restspouw
11. Frame
12. Liggend been
13.Staand been
14. Dichtingsmiddelen
15. Ondersteuningsvlak
16. Bevestigingsmiddel
17. Lijmmiddel
18. Montagebeen
19.Schoorbeen
20. Boorgat
21. Onderrand
22. Steunrand
23. Gevelstructuur
24. Venstermodule
25. Vensterdorpel
26. Bevestigingsbeugel
27. Onderbreking
28. Binnenruimte
29. Buitenruimte
30. Draagvloer
31. Vloer
32. Funderingsmetselwerk
33. Draagvloervertrapping
34. Draagprofiel
35. Overhangafstand
36. Boorgereedschap
37. Bevestigingsafstand
BE2018/5127
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen worden toegevoegd, zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Als voorbeeld kunnen de specifieke 5 termen venstermodule en vensterdorpel, zoals in bovenstaande uitvoeringsvormen genoemd, worden vervangen door eender welk (gepast) gevelelement, of door eender welke groep van gevelelementen.

Claims (17)

  1. CONCLUSIES
    1. Een werkwijze voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement 1 binnen muuropening 4, welke muuropening 4 daartoe is voorzien in een meerlagige muur 5 omvattende ten minste een dragende laag 6 en een isolatielaag 7, de werkwijze omvattende: (a) het voorzien, tegen en langsheen de dragende laag 6, van een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel 2, welk steunprofiel 2 een staand been 13 omvat voor bevestiging ervan tegen de dragende laag 6, en verder nog een liggend been 12 voor ondersteuning van het gevelelement 1, en waarbij het steunprofiel 2 zich volgens een breedte van de muuropening 4 uitstrekt, (b) het steunend rangschikken van het gevelelement 1 op het steunprofiel 2, waarbij het steunprofiel 2 zich langs een onderrand 21 van het gevelelement 1 uitstrekt, en (c) het aanbrengen van de isolatielaag 7, tegen en langsheen de dragende laag 6 en het staand been 13 van het steunprofiel 2, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof omvat.
  2. 2. De werkwijze volgens voorgaande conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 in hoofdzaak glasvezelversterkt polyester omvat.
  3. 3. De werkwijze volgens één der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 een wanddikte van maximaal 20 mm bezit.
  4. 4. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 minstens mechanisch wordt bevestigd aan de dragende laag 6, omvattende het vormen van een boorgat 20 doorheen het steunprofiel 2, tot in de dragende laag 6.
  5. 5. De werkwijze volgens voorgaande conclusie 4, met het kenmerk, dat het boorgat 20 wordt gevormd middels een steenboor of betonboor.
  6. 6. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 minstens met de dragende laag 6 wordt verlijmd, via een lijmmiddel 17 op basis van gemodificeerd silaan.
  7. 7. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 wordt voorzien van minstens één schoorhoekstuk 3, welk schoorhoekstuk 3 daarbij het liggend been 12 ondersteunt.
  8. 8. De werkwijze volgens voorgaande conclusie 7, met het kenmerk, dat het schoorhoekstuk 3 zich loodrecht op het steunprofiel 2 uitstrekt.
  9. 9. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat het schoorhoekstuk 3 minstens gedeeltelijk is afgeschuind.
    BE2018/5127
  10. 10. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunprofiel 2 wordt voorzien tegen, en bevestigd aan een staand been 13 van een in hoofdzaak L-vormig draagprofiel 34, welk draagprofiel 34 zich parallel aan het steunprofiel 2 uitstrekt.
  11. 11. Een kit voor het plaatsen en ondersteunen van een gevelelement 1, binnen een muuropening 4 daartoe voorzien in een meerlagige muur 5, de kit omvattende een lijmmiddel 17 en één of meerdere, in hoofdzaak L-vormige steunprofielen 2 met een lengte van minimaal 8 cm, een hoogte van minimaal 4 cm, een breedte van minimaal 4 cm en een wanddikte van minimaal 3 mm, met het kenmerk, dat de steunprofielen 2 in hoofdzaak glasvezelversterkt polyester omvatten.
  12. 12. De kit volgens voorgaande conclusie 11, met het kenmerk, dat het glasvezelversterkt polyester een elasticiteitsmodulus van minimaal 10 GPa bezit.
  13. 13. De kit volgens één der voorgaande conclusies 11 en 12, met het kenmerk, dat het glasvezelversterkt polyester een Barcol hardheidswaarde van minimaal 10 bezit.
  14. 14. De kit volgens één der voorgaande conclusies 11 tot en met 13, met het kenmerk, dat de steunprofielen 2 een wanddikte van maximaal 20 mm bezitten.
  15. 15. De kit volgens één der voorgaande conclusies 11 tot en met 14, met het kenmerk, dat het een lijmmiddel 17 op basis van gemodificeerd silaan betreft.
  16. 16. De kit volgens één der voorgaande conclusies 11 tot en met 15, met het kenmerk, dat zij nog één of meerdere schoorhoekstukken 3 omvat.
  17. 17. Een gevelstructuur 23 omvattende een meerlagige muur 5 met ten minste een dragende laag 6 en een isolatielaag 7, welke muur 5 is voorzien van een muuropening 4 waarbinnen een gevelelement 1 is gevat, de gevelstructuur 23 verder omvattende een in hoofdzaak L-vormig steunprofiel 2 met een staand been 13 dat zich tussen de dragende laag 6 en de isolatielaag 7 uitstrekt, en met een liggend been 12 dat zich onder en langsheen het gevelelement 1 uitstrekt, ter ondersteuning van dat gevelelement 1, welk steunprofiel 2 zich daarbij volgens een breedte van de muuropening uitstrekt, met het kenmerk, dat het genoemde steunprofiel 2 in hoofdzaak een glasvezelversterkte kunststof omvat.
BE2018/5127A 2018-03-02 2018-03-02 Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen BE1026064B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5127A BE1026064B1 (nl) 2018-03-02 2018-03-02 Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen
NL2022672A NL2022672B1 (nl) 2018-03-02 2019-03-04 Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen
LU101145A LU101145B1 (fr) 2018-03-02 2019-03-04 Procédé et kit pour le placement d'éléments de façade

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5127A BE1026064B1 (nl) 2018-03-02 2018-03-02 Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026064A1 BE1026064A1 (nl) 2019-09-25
BE1026064B1 true BE1026064B1 (nl) 2019-10-03

Family

ID=61691172

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5127A BE1026064B1 (nl) 2018-03-02 2018-03-02 Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1026064B1 (nl)
LU (1) LU101145B1 (nl)
NL (1) NL2022672B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0945577A2 (de) * 1998-03-23 1999-09-29 SFS Industrie Holding AG Vorrichtung zum Abstützen von Fenster- oder Türrahmen an der Begrenzung einer Wandöffnung
DE202011103935U1 (de) * 2011-08-02 2012-01-11 Hubert Anglhuber Laibungsprofil
DE202012002491U1 (de) * 2012-03-13 2013-06-17 Tremco Illbruck Produktion Gmbh Mauerrandstreifen, Fensterumrandung und Wandaufbau mit Mauerrandstreifen
EP2631405A1 (en) * 2012-01-09 2013-08-28 Fiberline A/S Composite window support
GB2502614A (en) * 2012-06-01 2013-12-04 Sunfold Systems Ltd Cavity wall construction
FR3007440A1 (fr) * 2013-06-20 2014-12-26 Biplan Bloc coffrant integrant un pre-cadre d'huisserie

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0945577A2 (de) * 1998-03-23 1999-09-29 SFS Industrie Holding AG Vorrichtung zum Abstützen von Fenster- oder Türrahmen an der Begrenzung einer Wandöffnung
DE202011103935U1 (de) * 2011-08-02 2012-01-11 Hubert Anglhuber Laibungsprofil
EP2631405A1 (en) * 2012-01-09 2013-08-28 Fiberline A/S Composite window support
DE202012002491U1 (de) * 2012-03-13 2013-06-17 Tremco Illbruck Produktion Gmbh Mauerrandstreifen, Fensterumrandung und Wandaufbau mit Mauerrandstreifen
GB2502614A (en) * 2012-06-01 2013-12-04 Sunfold Systems Ltd Cavity wall construction
FR3007440A1 (fr) * 2013-06-20 2014-12-26 Biplan Bloc coffrant integrant un pre-cadre d'huisserie

Also Published As

Publication number Publication date
NL2022672B1 (nl) 2019-09-12
LU101145B1 (fr) 2020-02-28
LU101145A1 (fr) 2019-10-16
NL2022672A (nl) 2019-09-06
BE1026064A1 (nl) 2019-09-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10301823B2 (en) Frame supported panel
US9919499B2 (en) Stiffened frame supported panel
CA2692597C (en) Structural insulated panels with a rigid foam core and without thermal bridging
US4603531A (en) Structural panels
US9540805B2 (en) Building section with window frame
CN1148501C (zh) 隔声夹层元件
JP6329266B2 (ja) 繊維メッシュ強化型せん断壁
AU2011239333A1 (en) Installation structure of base of exterior wall
CN109496246B (zh) 用于紧固窗格玻璃的装置
BE1026064B1 (nl) Een werkwijze en kit voor plaatsing van gevelelementen
TW200914701A (en) External wall construction structure
JP4480181B2 (ja) 木造建物の外張り断熱構造
AU2010246910B2 (en) Floor for a modular building
KR100979264B1 (ko) 골판지소재의 거푸집패널을 이용한 거푸집조립체
JP2011132765A (ja) 床の補強方法および補強構造
EP1679421B1 (en) Threshold with drainage
NZ221389A (en) Polystyrene foam panel: adhesively bonded coextensive frames on front and back surfaces: one frame in rebates on only one surface
US4003163A (en) Door construction
JP2011202449A (ja) 耐震外壁構造および耐震外壁工法
CN112963000A (zh) 一种蒸压加气混凝土条板后开洞加固设计及施工方法
JP3753716B2 (ja) 通気性外断熱外壁の下端構造
JP2010261231A (ja) 制震構造及びそれに用いる制震パネル部品
JP2002349001A (ja) 鉄筋コンクリート造壁式構造の外断熱建築物に於ける帳壁取付方法及び取付金具
JPH08270329A (ja) ガラス板の取付方法
JP3677737B2 (ja) 木造建物における仕口部の構造

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20191003