BE1025991B1

BE1025991B1 - Potdeksel en kooksamenstel met dampdoorgang

Info

Publication number: BE1025991B1
Application number: BE2018/5073A
Authority: BE
Inventors: Rafael Vanthoor
Original assignee: Berghoff Worldwide Nv
Priority date: 2018-02-07
Filing date: 2018-02-07
Publication date: 2019-09-10
Also published as: BE1025991A1

Abstract

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een potdeksel, geschikt om te worden aangebracht op een open omtreksrand van een kookpot, en welk potdeksel verder voorzien is van een dampdoorgang, daarbij geschikt voor het wegleiden van damp uit de kookpot, waarbij het potdeksel verder een dampluifel omvat en waarbij de dampdoorgang minstens gedeeltelijk langsheen de dampluifel wordt gevormd. In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een kooksamenstel omvattende een kookpot en een overeenkomstig potdeksel voor het afsluiten van de kookpot, waarbij het samenstel voorzien is van een dampdoorgang voor het wegleiden van damp uit het samenstel, waarbij het potdeksel verder nog een dampluifel omvat en de dampdoorgang zich minstens gedeeltelijk langs de dampluifel uitstrekt.

Description

TECHNISCH DOMEIN

Onderhavige uitvinding heeft betrekking op inrichtingen voor regeling en/of bevordering van dampafzuiging, voor het wegleiden van kookdampen.

STAND DER TECHNIEK

Bij het verhitten van voedingsmiddelen aan een kookeenheid, ontstaat er veelal een opwaarts gerichte dampstroom ter hoogte van die kookeenheid. Teneinde zulke dampstromen in te zuigen en weg te leiden, wordt er boven de kookeenheid typisch een dampkap voorzien. Nadelen van dergelijke dampkappen zijn hun grote omvang en hun onaantrekkelijke uitzicht. Een klassieke dampkap maakt trouwens deel uit van de vaste keukeninfrastructuur. Tussen twee kooksessies door kan zij dus niet eenvoudig worden opgeborgen.

Inrichtingen voor verdere regeling en/of bevordering van de dampafzuiging, naar de dampkap toe, zijn in principe gekend uit de stand der techniek. Zo beschrijft GB 2 473 457 B een speciaal daartoe ontworpen potdeksel met radiale rand, voor het afsluiten van een kookpot. Opdat damp toch uit de kookpot zou kunnen ontsnappen, is de rand voorzien van een uitsparing.

Daarenboven beschrijft DE 20 2008 012 826 U1 een potdeksel met dampuitlaat, waarbij die dampuitlaat in een centrale dekselknop zit weggewerkt, en via die dekselknop kan worden bediend; het verdraaien van de dekselknop laat toe om de dampuitlaat te openen of te sluiten.

Als nadeel vergen deze inrichtingen een speciaal daartoe ontworpen kookpot en/of potdeksel, waardoor het bestaande kookgerei zijn nut verliest. Bovendien is hun ontwerp relatief complex, waardoor de productiekost hoog ligt.

Los daarvan winnen neerwaartse afzuigsystemen (Engels: downdraft/downdraught systems) steeds meer aan populariteit, gezien o.a. de genoemde nadelen i.v.m. klassieke dampkappen. Daarbij is de eigenlijke dampafvoer niet langer boven de kookeenheid voorzien, maar is deze weggewerkt in de kookeenheid zelf, of staat deze langs of achter de kookeenheid opgesteld.

BE2018/5073

Vaak blijkt het echter zo dat dergelijke systemen onvoldoende krachtig zijn om de inherent opwaarts gerichte dampstromen zijdelings/neerwaarts in te zuigen. US 5 279 279 A tracht hiervoor een oplossing te bieden, onder de vorm van een deflectorplaat die boven de kookeenheid is opgesteld. Het gebogen oppervlak van de deflectorplaat buigt de dampstroom af richting de dampafvoer.

Net zoals een dampkap, heeft een dergelijke deflectorplaat echter een grote omvang en een onaantrekkelijk uitzicht. Bovendien maakt de deflectorplaat deel uit van de vaste keukeninfrastructuur, wat opnieuw onwenselijk is. Ook laat zij slechts een erg beperkte, en weinig precieze regeling van de dampafzuiging toe.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor tenminste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Daartoe voorziet de uitvinding in een eerste aspect een potdeksel volgens conclusie 1, geschikt om te worden aangebracht op een open omtreksrand van een kookpot. In het bijzonder is het potdeksel verder voorzien van een dampdoorgang, daarbij geschikt voor het wegleiden van damp uit de kookpot. Bij voorkeur omvat het potdeksel verder een dampluifel, waarbij de dampdoorgang minstens gedeeltelijk langsheen de dampluifel wordt gevormd.

Dergelijke deksels kunnen worden gebruikt in combinatie met bestaande kookpotten en laten daarbij een regeling van de dampafzuiging toe, waarbij de bevordering/beperking van dampafzuiging wordt beïnvloed door het ontwerp van het deksel, en in het bijzonder door het ontwerp van de dampdoorgang. Dergelijke deksels kunnen worden gebruikt in combinatie met eender welk afzuigsysteem (bijvoorbeeld opwaarts, neerwaarts of zijdelings). Een deksel met een voldoende grote dampdoorgang laat bovendien toe om vrij te koken aan de omgeving, ook in gesloten toestand. Warmte blijft dus beter behouden binnen het potvolume.

Een specifieke voorkeursvorm betreft het deksel volgens conclusie 3, waarbij de dampluifel zich uitstrekt met een positieve hellingshoek. Dankzij dit specifieke ontwerp wordt condens, welke gevormd wordt bij het condenseren van damp tegen het deksel, opnieuw naar het potvolume geleid. Hierdoor wordt het vochtverlies tijdens het koken tot een minimum beperkt en drupt gecondenseerd vocht niet op de kookplaat en/of het aanrecht. Deze voorkeursvorm is in het bijzonder geschikt

BE2018/5073 voor lage potten en pannen, al wordt het toepassingsgebied van de uitvinding hiertoe geenszins beperkt.

Een verdere of andere voorkeursvorm betreft het deksel volgens conclusie 4, waarbij de dampluifel zich uitstrekt met een afnemende hellingshoek. Dit ontwerp is in het bijzonder geschikt voor hogere potten en pannen, daar de dampluifel met afnemende hellingshoek beter in staat is de dampstroom af te buigen richting het afzuigsysteem.

Een verdere of andere voorkeursvorm betreft het potdeksel volgens conclusie 9, waarbij dit potdeksel een dekselranddeel omvat, welk dekselranddeel een terrasvorm beschrijft, en waarbij het geleidingsoppervlak in de genoemde terrasvorm is verzonken. De terrasvorm voorziet het potdeksel van verschillende omtreksranden, waardoor dit potdeksel vlot op verschillende formaten potten en pannen past.

In een tweede aspect beschrijft de uitvinding een kooksamenstel volgens conclusie 11. Het kooksamenstel omvat een kookpot en een overeenkomstig potdeksel voor het afsluiten van de kookpot, waarbij het samenstel voorzien is van een dampdoorgang voor het wegleiden van damp uit het samenstel. In het bijzonder is het potdeksel verder nog voorzien van een dampluifel, waarbij de dampdoorgang zich minstens gedeeltelijk langs deze dampluifel uitstrekt. Dezelfde voordelen kunnen in dit verband worden hernomen.

Een specifieke uitvoeringsvorm betreft het kooksamenstel volgens conclusie 15, waarbij het kooksamenstel een veelheid aan kookpotten omvat. In het bijzonder omvat het potdeksel een terrasvormig dekselranddeel, welke geschikt is om te worden aangebracht op een open omtreksrand van minstens twee van de kookpotten.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een vooraanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding welke op een bakpan is aangebracht.

Figuur 2A toont een vooraanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding welke op een bakpan met grote diameter is aangebracht.

BE2018/5073 Figuur 2B toont een vooraanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding welke op een bakpan met kleine diameter is aangebracht.

Figuur 3A geeft een perspectivisch aanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringvorm van onderhavige uitvinding welke op een bakpan is aangebracht.

Figuur 3B toont een perspectivisch aanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding en een bakpan. Het deksel wordt enigszins van langs onder beschouwd teneinde de opbouw beter weer te geven.

Figuur 3C geeft een onderaanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een potdeksel, geschikt om te worden aangebracht op een open omtreksrand van een kookpot. Verder betreft de uitvinding een kooksamenstel omvattende een kookpot en een overeenkomstig potdeksel.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

BE2018/5073 De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De termen “damp(en)” en “kookeffluent(en)”, zoals doorheen dit document gebruikt, zijn onderling uitwisselbare termen en dienen zeer breed te worden begrepen. Onder andere kunnen zij duiden op eender welk kookeffluent, gekozen uit de groep omvattende waterdamp, vetdamp, oliedamp en andere dampen en gassen, stoom, rook, warme lucht, fijne waterdruppels, vetdruppels en/of oliedruppels in gas/damp, andere nevelige substanties, poederige substanties in gas/damp en eender welk mengsel daarvan. In een verdere of alternatieve definitie hebben “damp(en)” en “kookeffluent(en)” betrekking op eender welk, in hoofdzaak gasvormig mengsel dat vrijkomt bij het bereiden/verwerken van voedingsmiddelen, en waarvan het wenselijk is dat het door een dampafzuiging wordt afgezogen.

De termen “dampafzuiging” en “afzuigsysteem” zijn onderling uitwisselbare termen, en duiden op systemen voor afzuiging van dampen bij het bereiden/verwerken van voedingsmiddelen door verhitting, dus omvattende zowel opwaartse (e.g. de klassieke dampkap), neerwaartse, als zijdelingse afzuigsystemen. Waar wenselijk, zal verder worden gespecifieerd of het een opwaarts, neerwaarts dan wel zijdelings afzuigsysteem betreft. Indien niet verder gespecifieerd, zal de term “neerwaarts afzuigsysteem” overigens betrekking hebben op afzuigsystemen in neerwaartse en/of zijdelingse richting, naar analogie met de Engelse term “downdraft/downdraught systems”.

Verder is de uitvinding geenszins beperkt tot hetzij koken, hetzij bakken. “Koken”, zoals doorheen dit document gebruikt, dient te worden begrepen als verder omvattende: koken, bakken, frituren, grillen, braden, pocheren, roerbakken, smoren, stomen, stoven en eender welke andere techniek voor het bereiden van voedingsmiddelen, waarbij dampen/kookeffluenten zouden kunnen vrijkomen.

BE2018/5073 Bij verwijzing naar een “kookpot”, kan laatstgenoemde term overigens worden ingewisseld tegen “bakpan”, “frituurpan”, “braadpan”, “roerbakpan”, “stoompot” en dergelijke. Bij voorkeur omvat de kookpot een “potbodem” en een “potwand”, welke potwand zich vanaf de potbodem in opwaartse richting tot een open omtreksrand van de kookpot uitstrekt, ook wel de “potrand”. Deze genoemde, open omtreksrand omrandt daarbij een opwaarts gerichte potopening. Overigens worden “rand” en “randdeel” hierin gebruikt als onderling uitwisselbare termen. Bij voorkeur is de kookpot geschikt voor plaatsing ervan op een kookeenheid omvattende minstens één kookplaat (e.g. een elektrische kookplaat, een gaskookplaat of een inductiekookplaat), voor verhitting van de inhoud van de kookpot, vanaf de potbodem. In een mogelijke uitvoeringsvorm is de potbodem in hoofdzaak een cirkelschijf, waarbij de potwand in hoofdzaak een cirkelvormige koker betreft, en waarbij ook de potrand in hoofdzaak een cirkel beschrijft. In een andere, mogelijke uitvoeringsvorm is de potbodem in hoofdzaak een ovale schijf, waarbij de potwand in hoofdzaak een ovale koker betreft, en waarbij ook de potrand in hoofdzaak een ovaal beschrijft. Uiteraard is de uitvinding geenszins tot cirkelvormige/ovale kookpotten gelimiteerd; de vakman is in staat om de uitvinding toe te passen op en/of in combinatie met een kookpot van eender welk ontwerp, gekend uit de stand der techniek.

De termen “deksel(s)” en “potdeksel(s)”, zoals doorheen dit document gebruikt, zijn onderling uitwisselbare termen. Zij verwijzen naar deksels voor het afsluiten van potopeningen van kookpotten, zoals gekend uit de stand der techniek. Typisch definieert het potdeksel daarbij een dekselrand die in, op of over de potrand kan worden geplaatst, waarbij de kookpot en het overeenkomstig potdeksel in een gesloten configuratie worden gebracht. In die gesloten configuratie definiëren zij een (minstens gedeeltelijk) afgesloten “potvolume”, dat zich binnen de kookpot en het potdeksel uitstrekt. Daarbuiten strekt zich een “omgevingsvolume” uit.

De term “dampdoorgang”, zoals doorheen dit document gebruikt, verwijst in de ruimste zin naar een pad dat door damp kan worden gevolgd. De aanwezigheid van een dampdoorgang uit zich dus niet noodzakelijkerwijze in de aanwezigheid van iets materieels/tastbaars, maar veeleer in op zijn minst het bestaan de mogelijkheid tot het passeren van damp. Een (tastbaar) object/element/lichaam en dergelijke, dat “een dampdoorgang omvat” en/of dat “voorzien is van een dampdoorgang”, echter, is zodanig van vorm dat damp de mogelijkheid heeft om bijvoorbeeld langs of doorheen dat object te passeren. De overeenkomstige dampdoorgang verwijst dan naar het pad dat daarbij door de damp wordt gevolgd.

BE2018/5073 Optioneel kan deze dampdoorgang mede worden bepaald door o.a. de dampdruk, dampdrukgradiënt en damptemperatuur.

Bij het “ombuigen/afbuigen van de dampdoorgang”, wordt de damp in een bocht gedwongen; het gevolgde pad omvat daarbij minstens één bocht.

“Radiaal” en “in radiale richting”, zoals hierin gebruikt, verwijst naar richtingen die zich loodrecht op een centrale, verticale as van het kooksamenstel uitstrekken, in het horizontale vlak. Openingshoeken in het horizontale vlak, vanuit de centrale as, worden aangeduid als “azimutale openingshoeken”.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een potdeksel, geschikt om te worden aangebracht op een open omtreksrand van een kookpot. Bij voorkeur is het potdeksel verder voorzien van een dampdoorgang, daarbij geschikt voor het wegleiden van damp uit de kookpot. In het bijzonder omvat het potdeksel een dampluifel, waarbij de dampdoorgang minstens gedeeltelijk langsheen de dampluifel wordt gevormd. Het deksel kan worden gebruikt in combinatie met bestaande kookpotten en laat een regeling van de dampafzuiging toe. Hierbij wordt de bevordering/beperking van dampafzuiging beïnvloed door het specifiek ontwerp van het deksel, en in het bijzonder door het ontwerp van de dampdoorgang. Dit deksel is geschikt voor gebruik in combinatie met eender welk afzuigsysteem, waaronder opwaartse, neerwaartse of zijdelingse afzuigsystemen. Gebruik van dit deksel heeft als effect dat de damp efficiënt wordt weggeleid uit het kookvolume en resulteert in een goede afbuiging van de dampstroom naar het afzuigsysteem toe.

Bovendien laat een potdeksel met voldoende grote dampdoorgang(en) toe om vrij te koken aan de omgeving (bij atmosfeerdruk), ook in gesloten toestand. De damp wordt dan langsheen voorgenoemde dampdoorgang(en) uit het potvolume weggeleid, terwijl het potdeksel de gebruiker afschermt van omhoog spattend water, olie en dergelijke. Ook wordt de warmte beter in de kookpot gehouden. In een traditioneel kooksamenstel dient men daartoe het potdeksel scheef (en vaak op erg instabiele wijze) op de potrand te plaatsen. Bovendien is de grootte van de dampdoorgang tussen dekselrand en potrand daarbij niet precies te regelen, en biedt het potdeksel niet langer een volledige afscherming van opspattend water, olie en dergelijke.

Volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen omvat het potdeksel mogelijks meerdere dampluifels. Bij voorkeur echter omvat het potdeksel slechts één naar de dampafzuiging toe gerichte dampluifel.

BE2018/5073 Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat het potdeksel een dampluifel welke zich in radiale richting uitstrekt. Dergelijke dampluifel voorziet een groot oppervlak en laat de vorming van een gebied van verlaagde druk onder dit oppervlak toe. Zo wordt het gebied van verlaagde druk, veroorzaakt door het afzuigsysteem, optimaal intact gehouden. Enerzijds kan de damp hierdoor met een beperkte snelheid en debiet in dit gebied van lage druk geblazen worden. Anderzijds wordt een zijdelingse aanzuigstroom van omgevingslucht aangezogen, waardoor de dampstroom optimaal neerwaarts wordt geleid.

Bij voorkeur strekt de genoemde, zich radiaal uitstrekkende dampluifel zich uit over een azimutale hoeksector, met een openingshoek van maximaal 120°, bij verdere voorkeur minder dan 100°, bij voorkeur tussen 0° en 90°, bij verdere voorkeur minder dan 90°, bij verdere voorkeur minder dan 75°, bij verdere voorkeur minder dan 60°. Een dergelijk ontwerp laat een meer gericht uitstoten van de dampstroom toe.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat het potdeksel een dampluifel die zich uitstrekt met een positieve hellingshoek. Dankzij dit specifieke ontwerp wordt condens, welke gevormd wordt bij het condenseren van damp tegen het deksel, opnieuw naar het potvolume geleid. Hierdoor wordt het vochtverlies tijdens het koken tot een minimum beperkt en drupt gecondenseerd vocht niet op de kookplaat en/of het aanrecht. Deze voorkeursvorm is in het bijzonder geschikt voor lage potten en pannen, welke als gevolg van hun lage potwand dichter bij de dampafvoer staan, al wordt het toepassingsgebied van deze uitvoeringsvorm hiertoe geenszins beperkt. Bij voorkeur is de positieve hellingshoek begrepen tussen 0 en 45°. Optioneel kan deze hellingshoek dus 0 graden bedragen, al is het eerder genoemde effect ter terugleiding van condens naar het potvolume in dit geval eerder klein. Bij voorkeur bedraagt de hellingshoek maximaal 45° daar een grotere hoek het effect ter vorming van een gebied met verlaagde druk verkleint.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat het potdeksel een dampluifel die zich uitstrekt met een afnemende hellingshoek. Dit ontwerp is in het bijzonder geschikt voor hogere potten en pannen, daar de dampluifel met afnemende hellingshoek beter in staat is de dampstroom neerwaarts af te buigen richting het afzuigsysteem. Het toepassingsgebied van deze uitvoeringsvorm wordt echter geenszins beperkt tot potten en pannen met een hoge wand. Bovendien wordt condens vooral gevormd dichter naar het centrum van de pot toe, en wordt aan het uiteinde van de dampluifel minder condens gevormd. Dit laat toe de

BE2018/5073 hellingshoek naar het uiteinde toe te verkleinen zonder het eerder genoemde effect ter terugleiding van condens naar het potvolume teniet te doen.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het potdeksel een dampluifel welke een geleidingsoppervlak vormt die de dampdoorgang minstens gedeeltelijk omsluit. Dit geleidingsoppervlak is in staat de damp te leiden in de richting van het afzuigsysteem en beperkt de bewegingsvrijheid van de dampstroom aldus zonder deze dampstroom af te remmen of diens debiet te verkleinen. De dampstroom wordt als het ware geconcentreerd door de omsluiting waarin het geleidingsoppervlak voorziet. Dit heeft als voordeel dat er nagenoeg geen dampverliezen optreden en het afzuigsysteem de dampstroom optimaal kan wegvoeren.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het potdeksel een geleidingsoppervlak met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede. Deze U-vormige doorsnede is ideaal geschikt voor het concentreren van de dampstroom en het op gerichte wijze leiden van de dampstroom richting het afzuigsysteem. De U-vormige doorsnede omvat evenwel geen scherpe hoeken of randen waardoor de dampstroom gelijkmatig kan uitstromen en eventuele condensvorming homogeen tegen het geleidingsoppervlak wordt gevormd. De hierop volgende terugvloei van condens naar het kookvolume geschiedt eveneens gelijkmatig en ophoping van condens is hierbij zo goed als uitgesloten. Het ontbreken van scherpe hoeken of randen heeft als bijkomend voordeel dat dit potdeksel eenvoudiger schoon te maken is.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het potdeksel een geleidingsoppervlak welke een convergerende doorsnede omvat. Een convergerende doorsnede is in staat de dampstroom beter te concentreren en te leiden in de richting van het afzuigsysteem. Een beter geconvergeerde dampstroom behoudt immers ook beter zijn richting eens deze de dampluifel heeft verlaten. De genoemde doorsnede bezit bij voorkeur een gemiddelde convergentiehoek van minimaal 5° en maximaal 90°. Een kleinere hoek zal de dampstroom beter convergeren, maar zal tevens het debiet van de dampstroom vergroten.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het potdeksel een dampluifel welke zich uitstrekt tot een in hoofdzaak cirkelvormige dekselrand. De vorm van de dekselrand correspondeert bij voorkeur met de vorm van de kookpot waarop dit deksel wordt gebruikt. Meer bij voorkeur reikt de dampluifel radiaal niet

BE2018/5073 voorbij de in hoofzaak cirkelvormige potrand van de corresponderende kookpot, wat als voordeel heeft dat het deksel eenvoudig kan worden opgeborgen samen met de corresponderende pot.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het potdeksel een dekselranddeel, welke een terrasvorm beschrijft, en waarbij het geleidingsoppervlak in de genoemde terrasvorm is verzonken. De verschillende treden van de terrasvorm definiëren hierbij verschillende steunwanden en steunplateaus, welke elk een eigen dekselrand met eigen diameter vormen. Genoemde dekselranden kunnen op potranden met equivalente diameters worden geplaatst, waarbij de kookpot en het potdeksel in een gesloten configuratie worden gebracht. In die gesloten configuratie definiëren zij een (minstens gedeeltelijk) afgesloten potvolume, dat zich binnen de kookpot en het potdeksel uitstrekt. De genoemde terrasvorm heeft als duidelijk voordeel dat het potdeksel universeel kan worden ingezet en kan worden gebruikt in combinatie met een divers aanbod aan kookpotten en -pannen van verschillende formaten. Bovendien heeft het potdeksel steeds dezelfde diameter, onafhankelijk van de grootte van de kookpot of -pan waarop het deksel wordt geplaatst. De dampluifel van het potdeksel reikt dus steeds even ver tot aan de dampafvoer waardoor damp even zorgvuldig wordt afgevoerd voor de verschillende kookpotten, zelfs voor deze met een kleinere diameter, waarbij de dampafzuiging verder van dergelijke kookpot is verwijderd.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het potdeksel verder nog een handgreep, welke zich in hoofdzaak dwars op de dampdoorgang uitstrekt. De configuratie waarbij de handgreep dwars op de dampdoorgang staat, heeft als voordeel dat het potdeksel op een veilige wijze kan gehanteerd worden. Handen en armen bevinden zich in de genoemde configuratie immers nooit rechtstreeks boven de dampdoorgang, waarlangs mogelijks hete damp het kookvolume kan verlaten. Bovendien laat deze configuratie toe, bij hantering van het potdeksel, de dampdoorgang van de gebruiker weg te richten, wat evenzo de veiligheid verhoogt.

In een tweede aspect beschrijft de uitvinding een kooksamenstel, welke een kookpot en een overeenkomstig potdeksel voor het afsluiten van de kookpot omvat, waarbij het samenstel voorzien is van een dampdoorgang voor het wegleiden van damp uit het samenstel. In het bijzonder is het potdeksel verder nog voorzien van een dampluifel, waarbij de dampdoorgang zich minstens gedeeltelijk langs deze dampluifel uitstrekt. Hierbij wordt de bevordering/beperking van dampafzuiging beïnvloed door het specifiek ontwerp van het potdeksel, en in het

BE2018/5073 bijzonder door het ontwerp van de dampdoorgang. Dit kooksamenstel is geschikt voor gebruik in combinatie met eender welk afzuigsysteem, waaronder opwaartse, neerwaartse of zijdelingse afzuigsystemen. Gebruik van dit kooksamenstel heeft als effect dat de damp efficiënt wordt weggeleid uit het kookvolume en resulteert in een goede afbuiging van de dampstroom naar het afzuigsysteem toe.

Bovendien laat een kooksamenstel met een potdeksel welke over een voldoende grote dampdoorgang(en) beschikt toe om vrij te koken aan de omgeving (bij atmosfeerdruk), ook in gesloten toestand. De damp wordt dan langsheen voorgenoemde dampdoorgang(en) uit het potvolume weggeleid, terwijl het potdeksel de gebruiker afschermt van omhoog spattend water, olie en dergelijke. Ook wordt de warmte beter in de kookpot gehouden. In een traditioneel kooksamenstel dient men daartoe het potdeksel scheef (en vaak op erg instabiele wijze) op de potrand te plaatsen. Bovendien is de grootte van de dampdoorgang tussen dekselrand en potrand daarbij niet precies te regelen, en biedt het potdeksel niet langer een volledige afscherming van opspattend water, olie en dergelijke.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het kooksamenstel een dampluifel, welke zich in hoofdzaak weg van de kookpot uitstrekt. Dergelijke dampluifel voorziet een groot oppervlak en laat de vorming van een gebied van verlaagde druk onder dit oppervlak toe. Zo wordt het gebied van verlaagde druk, veroorzaakt door het afzuigsysteem, optimaal intact gehouden. Enerzijds kan de damp hierdoor met een beperkte snelheid en debiet in dit gebied van lage druk geblazen worden. Anderzijds wordt een zijdelingse aanzuigstroom van omgevingslucht aangezogen, waardoor de dampstroom optimaal neerwaarts wordt geleid.

De dampluifel van het kooksamenstel volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen, strekt zich mogelijks uit met een positieve hellingshoek. Dankzij dit specifieke ontwerp wordt condens, welke gevormd wordt bij het condenseren van damp tegen het deksel, opnieuw naar het potvolume geleid. Hierdoor wordt het vochtverlies tijdens het koken tot een minimum beperkt en drupt gecondenseerd vocht niet op de kookplaat en/of het aanrecht. Bij voorkeur is de positieve hellingshoek begrepen tussen 0 en 45°. Bij voorkeur bedraagt de hellingshoek maximaal 45° daar een grotere hoek het effect ter vorming van een gebied met verlaagde druk verkleint.

BE2018/5073 De dampluifel van het kooksamenstel volgens één der voorgaande uitvoeringsvormen, strekt zich mogelijks uit met een afnemende hellingshoek. Condens wordt vooral gevormd dichter naar het centrum van de pot toe terwijl er aan het uiteinde van de dampluifel minder condens wordt gevormd. Dit laat toe de hellingshoek naar het uiteinde toe te verkleinen zonder het eerder genoemde effect ter terugleiding van condens naar het potvolume teniet te doen.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, wordt de dampdoorgang gevormd doorheen een doorgangsmond, welke doorgangsmond door de dampluifel en de omtreksrand van de kookpot wordt omsloten. De doorgangsmond is in staat de damp te leiden in de richting van het afzuigsysteem en beperkt de bewegingsvrijheid van de dampstroom aldus zonder deze dampstroom af te remmen of diens debiet te verkleinen. De dampstroom wordt als het ware geconcentreerd door de omsluiting waarin de doorgangsmond voorziet. Dit heeft als voordeel dat er nagenoeg geen dampverliezen optreden en het afzuigsysteem de dampstroom optimaal kan wegvoeren. Bij voorkeur omvat de doorgangsmond geen scherpe hoeken of randen waardoor de dampstroom gelijkmatig kan uitstromen en eventuele condensvorming homogeen omheen de doorgangsmond wordt gevormd. De hierop volgende terugvloei van condens naar het kookvolume geschiedt eveneens gelijkmatig en ophoping van condens is hierbij zo goed als uitgesloten.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, bezit de kookpot een potdiameter en een pothoogte, waarbij de potdiameter minstens tweemaal de pothoogte bedraagt. In het geval van ovale kookpotten betreft de potdiameter hier de maximale potdiameter. De geringe pothoogte plaatst de dampstroom dichter bij het afzuigsysteem, waardoor een betere afvoer van damp mogelijk wordt. Volgens deze uitvoeringsvorm betreffen dergelijke kookpotten voornamelijk bak- en braadpannen.

Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het kooksamenstel een veelheid aan kookpotten, waarbij het potdeksel een terrasvormig dekselranddeel omvat. In het bijzonder is het dekselranddeel geschikt om te worden aangebracht op een open omtreksrand van minstens twee van de kookpotten. Dergelijk kooksamenstel heeft als voordeel dat dit gemakkelijk kan worden opgeborgen. Bovendien heeft het potdeksel steeds dezelfde diameter, onafhankelijk van de grootte van de kookpot of -pan. De dampluifel van het potdeksel reikt dus steeds even ver tot aan de dampafvoer waardoor damp even zorgvuldig wordt afgevoerd voor de verschillende kookpotten, zelfs voor deze met een kleinere diameter.

BE2018/5073 Volgens een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, omvat het kooksamenstel een uitvoeringsvorm van het hierboven beschreven potdeksel.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

Figuur 1 toont een vooraanzicht van een potdeksel (3) volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding, welke op een bakpan (2) is aangebracht. De weergave van genoemde bakpan in deze en volgende figuren is geenszins bedoeld om de omvang van de uitvinding te limiteren en kan evengoed worden ingewisseld voor een kookpot, frituurpan of een equivalente kookinrichting. Verder in de beschrijving wordt de algemene term “kookpot” gehanteerd. Het potdeksel, welke in een gesloten configuratie met de kookpot kan worden gebracht, samen ook het kooksamenstel (1) genoemd, scheidt het omgevingsvolume (11) van het potvolume (10). Het potdeksel omvat hierbij een dekselstructuur (19), voorzien van een handgreep (18), waarbij het potdeksel verder een dampluifel (15) omvat. Deze dampluifel omvat een luifelbasis (33), een luifeldek (23) en een luifelzijwand (24), en voorziet in een geleidingsoppervlak (31) geschikt voor het omleiden of ombuigen van een dampstroom (13) naar een aanzuigstroom (32), afkomstig van een dampafzuiging. Dergelijke dampluifel voorziet een groot oppervlak en laat de vorming van een gebied van verlaagde druk onder dit oppervlak toe. Zo wordt het gebied van verlaagde druk, veroorzaakt door het afzuigsysteem, optimaal intact gehouden. Enerzijds kan de damp hierdoor met een beperkte snelheid en debiet in dit gebied van lage druk geblazen worden. Anderzijds wordt een zijdelingse aanzuigstroom van omgevingslucht aangezogen, waardoor de dampstroom optimaal neerwaarts wordt geleid.

De dampdoorgang (14) waarlangs de dampstroom (13) zich verplaatst, wordt gevormd doorheen de doorgangsmond (21), welke wordt omsloten door de dampluifel (15) en de omtreksrand (6) van de kookpot (2). De dampluifel strekt zich verder radiaal uit ten opzichte van een centrale as (22) en verloopt volgens een positieve hellingshoek (17) uitmondend in een luifelrand (16). De positieve hellingshoek heeft als effect dat condens welke zich mogelijks vormt tegen het de luifelbasis (33), terugvloeit naar de potinhoud (7) waardoor minder kookvocht verloren gaat tijdens het koken. De dampluifel schermt tegelijkertijd de gebruiker af van eventueel opspattende vloeistoffen. De kookpot omvat verder een potbodem (4), potwand (5)en een handgreep (18')

BE2018/5073 De mate waarin de dampluifel (15) het potoppervlak overschrijdt, definieert het overkraagd omgevingsvolume (20) en bedraagt bij voorkeur minimaal 5% van het potoppervlak. Het potdeksel omvat een dekselrand (38) met dekselranddeel (9), welke van een steunplateau (28), steunwand (27) en deksellip (12) is voorzien. Genoemde voorzieningen zorgen voor een goede aansluiting van het potdeksel (2) op de kookpot (3)in de gesloten configuratie.

In de Figuren 2A en 2B wordt een vooraanzicht van een potdeksel volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding, aangebracht op een bakpan (2), respectievelijk met grote en kleine potdiameter, getoond. Volgens deze uitvoeringsvorm omvat het potdeksel (2) een handgreep (18), welke haaks op de dampluifel (15) staat. Verder omvat het potdeksel een dekselranddeel (9) met een veelheid aan steunplateaus (28) en steunwanden (27), welke samen de dekselstructuur (19), namelijk een terrasvorm, definiëren. Door aanwezigheid van deze terrasvorm is het potdeksel geschikt voor gebruik met een veelheid aan kookpotten met verschillende potdiameter (37). Hierbij sluit elk paar van steunplateau en steunwand aan op de omtreksrand (6) van een kookpot met specifieke diameter. Uit de figuren wordt duidelijk dat het potdeksel aangebracht op een grotere kookpot aanleiding geeft tot een kleiner overkraagd omgevingsvolume (20) dan het potdeksel aangebracht op een kleinere kookpot. Binnen dit overkraagd omgevingsvolume heerst een gebied van lagere druk, waardoor enerzijds de damp in dit gebied van lage druk geblazen wordt. Anderzijds wordt een zijdelingse aanzuigstroom van omgevingslucht aangezogen, waardoor de dampstroom (13) optimaal neerwaarts wordt geleid doorheen de dampdoorgang (14). Merk op dat de dampluifel (15) zich volgens deze uitvoeringsvorm uitstrekt over een positieve hellingshoek (17) welke afneemt naar de luifelrand (16) toe. Deze vormgeving is vooral bij kookpotten met een hogere pothoogte (36) voordelig, daar de afnemende hellingshoek de dampstroom (13) optimaal neerwaarts leidt.

De Figuren 3A, 3B en 3C tonen een uitvoeringsvorm van het potdeksel (2) in meer detail, waarbij in Figuren 3B en 3C het potdeksel (2) van langs onder wordt beschouwd, waardoor de opbouw duidelijker weergegeven wordt. Het potdeksel is geschikt voor het aanbrengen op een bakpan, of bij uitbreiding een kookpot of een equivalente kookinrichting, mogelijks voorzien van een handgreep (18'). Het potdeksel en de kookpot vormen samen een kooksamenstel (1). Het potdeksel omvat een handgreep (18) welke haaks op de dampluifel (15) staat en beschikt verder over een dekplaat (26), welke in principe vlak, convex of concaaf gevormd kan zijn. Bij voorkeur strekt de genoemde dampluifel zich radiaal uit over een

BE2018/5073 azimutale hoeksector (25), met een openingshoek van maximaal 120°. De dampluifel omvat verder een luifelrand (16) welke overloopt in de dekselrand (38) van het potdeksel (2). De dampluifel voorziet een dampdoorgang (14), welke de dampstroom ombuigt richting de dampafvoer (30) van een kookeenheid (8). De dampluifel (15) vormt hierbij een geleidingsoppervlak (31). Bij de dampluifel (15) kunnen een luifeldek (23), luifelbasis (33) en luifelzijwanden (24) onderscheiden worden. Het potdeksel omvat verder een dekselranddeel (9) welke verschillende steunplateaus (28) en steunwanden (27) omvat. Hierdoor is het potdeksel geschikt voor gebruik bij een veelheid aan kookpotten met verschillende diameter. Bij elke steunwand en steunplateau wordt een maatmarkering (29) weergegeven die correspondeert met de potdiameter (37) waarvoor ze geschikt zijn. Naast de azimutale openingshoek (25), wordt de dampluifel (15) ook gekenmerkt door een convergentiehoek (35). De dampluifel heeft een U-vormige doorsnede (34) welke vernauwt volgens deze convergentiehoek. Hierdoor wordt de dampstroom geconcentreerd doorheen de dampdoorgang (14) en wordt de dampstroom optimaal omgebogen in de richting van de dampafvoer (30).

De genummerde elementen op de figuren zijn:

1. Kooksamenstel

2. Kookpot

3. Potdeksel

4. Potbodem

5. Potwand

6. Omtreksrand

7. Potinhoud

8. Kookeenheid

9. Dekselranddeel

10. Potvolume

11. Omgevingsvolume

12. Deksellip

13. Damp

14. Dampdoorgang

15. Dampluifel

16. Luifelrand

17. Hellingshoek

18. Handgreep

19. Dekselstructuur

20. Overkraagd omgevingsvolume

BE2018/5073

21. Doorgangsmond

22. Centrale as

23. Luifeldek

24. Luifelzijwand

25. Azimutale openingshoek

26. Dekplaat

27. Steunwand

28. Steunplateau

29. Maatmarkeringen

30. Dampafvoer

31. Geleidingsoppervlak

32. Aanzuigstroom

33. Luifelbasis

34. U-vormige doorsnede

35. Convergentiehoek

36. Pothoogte

37. Potdiameter

38. Dekselrand

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims

CONCLUSIES

1. Een potdeksel (3), geschikt om te worden aangebracht op een open omtreksrand (6) van een kookpot (2), en welk potdeksel verder voorzien is van een dampdoorgang (14), daarbij geschikt voor het wegleiden van damp (13) uit de kookpot, met het kenmerk, dat het potdeksel een dampluifel (15) omvat, waarbij de dampdoorgang minstens gedeeltelijk langsheen de dampluifel wordt gevormd.
2. Het potdeksel (3) volgens voorgaande conclusie 1, met het kenmerk, dat de dampluifel (15) zich volgens een radiale richting uitstrekt.
3. Het potdeksel volgens één der voorgaande conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de dampluifel (15) zich uitstrekt met een positieve hellingshoek (17).
4. Het potdeksel (3) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de dampluifel (15) zich uitstrekt met een afnemende hellingshoek (17).
5. Het potdeksel (3) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dampluifel (15) een geleidingsoppervlak (31) vormt, welk geleidingsoppervlak de dampdoorgang (14) minstens gedeeltelijk omsluit.
6. Het potdeksel (3) volgens voorgaande conclusie 5, met het kenmerk, dat het geleidingsoppervlak (31) een in hoofdzaak U-vormige doorsnede (34) omvat.
7. Het potdeksel (3) volgens één der voorgaande conclusies 5 en 6, met het kenmerk, dat het geleidingsoppervlak (31) een convergerende doorsnede omvat.
8. Het potdeksel (3) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dampluifel (15) zich uitstrekt tot een in hoofdzaak cirkelvormige dekselrand.
9. Het potdeksel (3) volgens één der voorgaande conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk, dat het potdeksel een dekselranddeel (9) omvat, welk dekselranddeel een terrasvorm beschrijft, en waarbij het geleidingsoppervlak (31) in de genoemde terrasvorm is verzonken.
10. Het potdeksel (3) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het potdeksel verder nog een handgreep (18) omvat, welke handgreep zich in hoofdzaak dwars op de dampdoorgang (14) uitstrekt.
11. Een kooksamenstel (1) omvattende een kookpot (2) en een overeenkomstig potdeksel (3) voor het afsluiten van de kookpot, waarbij het samenstel voorzien is van een dampdoorgang (14) voor het wegleiden van damp (13)

18 BE2018/5073 uit het samenstel, met het kenmerk, dat het potdeksel verder nog een dampluifel (15) omvat, waarbij de dampdoorgang zich minstens gedeeltelijk langs de dampluifel uitstrekt.
12. Het kooksamenstel (1) volgens voorgaande conclusie 11, met het kenmerk, dat de dampluifel (15) zich in hoofdzaak weg van de kookpot (2) uitstrekt.
13. Het kooksamenstel (1) volgens één der voorgaande conclusies 11 en 12, met het kenmerk, dat de dampdoorgang (14) wordt gevormd doorheen een doorgangsmond (21), welke doorgangsmond door de dampluifel (15) en de omtreksrand (6) van de kookpot (2) wordt omsloten.
14. Het kooksamenstel (1) volgens één der voorgaande conclusies 11 tot en met

13, met het kenmerk, dat de kookpot (2) een potdiameter (37) en een pothoogte (36) bezit, waarbij de potdiameter minstens tweemaal de pothoogte bedraagt.
15. Het kooksamenstel (1) volgens één der voorgaande conclusies 11 tot en met

14, met het kenmerk, dat het kooksamenstel een veelheid aan kookpotten (2) omvat, en waarbij het potdeksel (3) een terrasvormig dekselranddeel (9) omvat, welk dekselranddeel geschikt is om te worden aangebracht op een open omtreksrand (6) van minstens twee van de kookpotten.