BE1025852B1

BE1025852B1 - Akoestische interieurelementen

Info

Publication number: BE1025852B1
Application number: BE2017/6013A
Authority: BE
Inventors: Steve Symons
Original assignee: Buzzispace Nv
Priority date: 2017-12-28
Filing date: 2017-12-28
Publication date: 2019-07-30
Also published as: BE1025852A1

Abstract

De huidige uitvinding betreft een interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, omvattende een, bij voorkeur kartonnen, geraamte voor het verlenen van een substantieel rigide structuur aan het interieurelement, met als kenmerk dat het geraamte een honingraatstructuur heeft, waarbij het interieurelement bekleed is met een buitenste laag dewelke textiel omvat, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorzien van 0.31 voor invallend geluid met een frequentie rond ongeveer 500 Hz, waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorzien van 0.26 voor invallend geluid met een frequentie boven 1000 Hz, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorzien van 0.33 voor invallend geluid met een frequentie tussen 2000 Hz en 5000 Hz.

Description

AKOESTISCHE INTERIEURELEMENTEN

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding betreft een interieurelement (wandpanelen, ophanging, etc.) met als bijkomende functionaliteit een geluiddempend karakter, alsook het gebruik van dergelijke interieurelementen voor het oplossen van akoestische problemen in ruimtes (kantoren, leefruimtes, bureaus, etc.).

De uitvinding situeert zich aldus specifiek in het gebied van interieurelementen voor private en/of handelsruimtes, met een geluiddempende functionaliteit door de specifieke opbouw, maar verder ook door bijkomende kenmerken zoals materiaal, interne en/of externe structurele karakteristieken en andere elementen.

De interieurelementen nemen hierbij zeer diverse vormen aan, gaande van puur decoratieve elementen, tot scheidingsstructuren (bijvoorbeeld voor kantoren om afzonderlijke ‘cubicles' te scheiden), etc.

STAND DER TECHNIEK

De aanvrager merkte dat in veel kantoor- en leefruimtes, akoestiek een groot probleem vormt, soms door de ruimte zelf, maar vaak ook door een slechte combinatie van indeling van de ruimte, de vorm van de ruimte en de elementen daarin. Dit zorgt voor een onevenwichtig niveau van geluiden van verschillende toonhoogtes. Sommige ruimtes zullen de neiging hebben bijvoorbeeld hoge tonen te versterken en zo een onaangenamen werk- of leefsituatie te veroorzaken. Omdat het in veel gevallen moeilijk is om de structurele factoren die het akoestisch gedrag van de ruimte beïnvloeden of bepalen, aan te passen (indeling kan bijvoorbeeld nodig zijn, vorm van de ruimte kan ook niet zomaar veranderd worden zonder ingrijpende werkzaamheden), moet men zich richten op de elementen in de ruimte. Ook hier is het bij veel ruimtes vaak moeilijk om de nodige aanpassingen te doen die de akoestische situatie zouden verbeteren, omdat bepaalde elementen in sommige gevallen noodzakelijk zijn, of is het een kwestie van smaak.

Zo kan het in bepaalde situaties noodzakelijk zijn om bepaalde geluiden, specifiek galm en geluidsreflecties, te onderdrukken, maar bijvoorbeeld galm of reflecties op frequenties van ‘spraak' in mindere mate (of omgekeerd). Om die reden kan bijvoorbeeld geopteerd worden om geluiden met een frequentie van 100 Hz-400 Hz in

BE2017/6013 mindere mate te absorberen of dempen (of andere frequentie-bereiken). In andere omstandigheden, zoals voor concertzalen, kunnen andere gebieden van het geluidsspectrum in mindere of meerdere mate onderdrukt worden.

Om in alle situaties een oplossing te bieden, richtte de aanvrager zich daarom op de elementen in de ruimte, om deze elementen een geluiddempende/absorberende functionaliteit te geven die de galm en geluidsreflectie in de ruimte kan aanpassen om zo het probleem (deels) op te lossen.

Algemeen worden een aantal producten aangeboden die enkele aspecten van het probleem aanpakken. Echter, in de meeste gevallen zijn dit generieke oplossingen die slechts een aspect van het probleem kunnen oplossen, en zelfs in deze gevallen zijn de huidig bekende oplossingen onvoldoende om dit aspect afdoend op te lossen. De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft in een eerste aspect een interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, omvattende een, bij voorkeur kartonnen, geraamte voor het verlenen van een substantieel rigide structuur aan het interieurelement, waarbij het geraamte een honingraatstructuur heeft, waarbij het interieurelement bekleed is met een buitenste laag dewelke textiel omvat, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorzien van 0.31 voor invallend geluid met een frequentie rond ongeveer 500 Hz, waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorzien van 0.26 voor invallend geluid met een frequentie boven 1000 Hz, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorzien van 0.33 voor invallend geluid met een frequentie tussen 2000 Hz en 5000 Hz.

In een mogelijke uitvoeringsvorm is het element voorzien van een laag schuim, bij voorkeur een laag hoogdensiteitsschuim, tussen het geraamte en de buitenste laag.

In een tweede aspect betreft de uitvinding het gebruik van een interieurelement zoals beschreven in dit document, voor het dempen van invallende geluiden.

BE2017/6013

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1A-C tonen mogelijke uitvoeringsvormen van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

Figuur 2 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

Figuur 3A-C tonen mogelijke uitvoeringsvormen van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

Figuur 4 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

Figuur 5 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

Figuur 6 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

Figuur 7A-C tonen mogelijke uitvoeringsvormen van een interieurelement volgens de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/

BE2017/6013

5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

De term “SAA” of “sound absorption average” betreft een gemiddelde waarde van de geluidsabsorptie van een object, en wordt voorgesteld door het wiskundig gemiddelde te nemen van de geluidsabsorptie-coëfficiënten in een diffuus veld te nemen, die onderling 1/3 van een octaaf gespreid zijn over een frequentiebereik van 200 tot 2500 Hz.

De term “NRC” of “noise reduction coefficient” is een scalaire voorstelling van de hoeveelheid geluidsenergie die geabsorbeerd wordt door een bepaalde oppervlakte. Hierbij stelt een waarde van 0 perfectie reflectie weer, en een waarde van 1 volledige absorptie. NRC wordt voorgesteld door het wiskundig gemiddelde te nemen van de geluidsabsorptie coëfficiënten in een diffuus veld die onderling een derde van een octaaf verspreid zijn over een frequentie bereik van 250 tot 2000 hertz.

De term equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² geeft een ‘virtuele oppervlakte' weer van een object indien dit louter zou bestaan uit perfect absorberende oppervlaktes.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, omvattende een, bij voorkeur kartonnen, geraamte voor het verlenen van een substantieel rigide structuur aan het interieurelement, waarbij het geraamte een honingraatstructuur heeft, waarbij het interieurelement bekleed is met een buitenste laag dewelke textiel omvat, en waarbij

BE2017/6013 het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorzien van 0.31 voor invallend geluid met een frequentie rond ongeveer 500 Hz, waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorzien van 0.26 voor invallend geluid met een frequentie boven 1000 Hz, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorzien van 0.33 voor invallend geluid met een frequentie tussen 2000 Hz en 5000 Hz.

De aanvrager merkte dat bestaande concepten die een akoestisch (dempend) effect wensen te bewerkstelligen in kantoor- of privéruimtes, typisch gebruik maken van geluiddempende schuimlagen die geluidsgolven opvangen en deels absorberen. Echter, in de praktijk blijkt dit vaak een onvoldoende effect te hebben of te kunnen uitoefenen op de akoestische karakteristieken van een ruimte, of vereist dit een zeer grote mate van bekleding/opvulling met de interieurelementen om een effect te hebben, waardoor deze niet langer het gewenste esthetische effect hebben. Om die reden beoogt de aanvrager dan ook om met een beperkt aantal elementen toch een verregaande invloed te kunnen uitoefenen op de akoestische situatie in een ruimte, door deze efficiënter te maken qua absorptie (met een bepaalde doelbereik van frequentie in sommige omstandigheden om specifieke probleemsituaties op te lossen). Zo wordt een honingraatstructuur voorzien in het geraamte dat het interieurelement vormgeeft. De vele caviteiten hierin verbeteren het dempende effect van het element, en kunnen bovendien ook een oplossing zijn om zeer specifieke frequenties aan te pakken (bijvoorbeeld in ruimtes met een probleem op vlak van hogere frequenties, kunnen kleinere caviteiten aangebracht worden om een grotere absorptie te krijgen voor de hogere frequenties). Hierbij dient bovendien opgemerkt worden dat bij menselijke spraak het spectrum typisch gesitueerd is tussen 100 Hz en 2000 Hz. De aanvrager richtte zich dan ook specifiek op dit sub-spectrum bij de ontwikkeling van de afschermende structuur, om deze tonen optimaal te dempen. Afhankelijk van de precieze noden in een situatie (problemen bij hoge tonen, lage tonen, mid-tonen), kunnen bovendien extra maatregelen genomen worden hiervoor (aanpassing van caviteiten, aanpassing materiaaldiktes, etc.).

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de textiellaag vilt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de textiellaag brandvertragende vezels. Gezien dergelijke interieurelementen vaak, bijvoorbeeld op een kantoor, temidden van elektrische systemen kunnen staan die gedurende langere tijden onbewaakt achtergelaten worden, is brandgevaar een reële dreiging. Statistieken wijzen

BE2017/6013 aan dat onbewaakte elektrische systemen een bijzonder groot brandgevaar vormen, wat het gebruik van brandvertragende vezels een sterke verbetering maakt, om zo de hulpdiensten meer tijd te geven tussenbeide te komen. Doordat deze vezels eenvoudig verwerkt kunnen worden in de vezelstructuur van de materialen die gebruikt worden, kan dit zelfs extra voordelig toegepast worden. Alternatief (of aanvullend) kan een afzonderlijke laag van brandvertragende vezels gebruikt worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een laag voorzien rond het geraamte, dewelke laag polyester vezels omvat, waarbij de polyester vezels copolymeren omvatten, opgebouwd uit een hoofdmonomeer en een fosfor-organische comonomeer.

De aanwezigheid van de fosfor-organische comonomeer in de vezels zelf, zorgt voor een uitstekende brandvertragende werking. Prior art oplossingen om een brandvertragend effect te bekomen, vallen telkens terug op het voorzien van een brandvertragende coating rond de vezels, die snel kan afslijten of afgewassen worden, waardoor de brandvertragende eigenschappen verloren gaan. Doordat de comonomeer deel uitmaakt van de vezels zelf, is de eigenschap inherent aan de vezel, en kan deze slechts verloren gaan wanneer de vezels verloren gaan, en het product in feite niet meer gebruikt kan worden, in tegenstelling tot de coating die veel vlugger verloren kan gaan.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het interieurelement voorzien rond het geraamte van een schuimlaag met een maximaal soortelijk gewicht van ongeveer 50 kg/m³ en bij voorkeur met een minimaal soortelijk gewicht van ongeveer 15 kg/m³, bij verdere voorkeur met een maximaal soortelijk gewicht van ongeveer 25 kg/m3 en een minimaal soortelijk gewicht van ongeveer 40 kg/m3.

De gasbellen en elasticiteit van het schuim, kunnen optimaal invallende trillingen (geluid) opvangen en vervolgens absorberen waarbij slechts een fractie teruggekaatst wordt. Door het soortelijk gewicht in een gepast bereik te houden, wordt enerzijds verzekerd dat het interieurelement te zwaar is, en daardoor praktische problemen oplevert (draagbaarheid bijvoorbeeld), maar anderzijds ook dat het kwalitatief sterk genoeg is om een zekere hoeveelheid van belasting te verdragen (weerstand tegen bewegen, druk, krachten) om lang mee te gaan. Bij verdere voorkeur heeft de laag schuim een soortelijk gewicht van minstens 20 kg/m3 en maximaal 45 kg/m3. Bij nog verdere voorkeur is het soortelijk gewicht minstens 25 kg/m3 of zelfs 30 kg/m3, en maximaal 40 kg/m3. Bij hoogste voorkeur is het soortelijk gewicht omvat tussen 34 kg/m3 en 37 kg/m3.

BE2017/6013

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een laag voorzien rond het geraamte (en onder de buitenste laag), dewelke laag polyethyleentereftalaat (PETP) omvat.

Zogenaamd PET vilt kan eenvoudig gewonnen worden uit gerecycleerde PET-flessen, heeft een betrekkelijk laag gewicht, en is eenvoudig bewerkbaar. Bij voorkeur heeft het PET vilt op zich een ‘noise reduction coefficient' of NRC van ongeveer 0.15 (bij verdere voorkeur hoger, bijvoorbeeld 0.20, 0.25, 0.30, 0.35, 0.40, etc.), waarbij deze NRC verder kan verhoogd worden door andere karakteristieken van het object (zoals holtes daaronder, al of niet opgevuld met steenwol of andere). Het gebruik van PET vilt voor toepassingen in interieurelementen, was hiervoor nog niet gekend, en de uitstekende karakteristieken van PET vilt qua geluidsdemping, naast de goede bewerkbaarheid en toepassingsvriendelijkheid (gevoel bij aanraking, uitzicht, uitstraling) duiden dan ook op een inventief element bij de keuze hiervoor.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn minstens twee lagen met een vezelstructuur voorzien rond het geraamte, waarbij de vezelstructuur van minstens twee van de genoemde lagen verschillend georiënteerd is ten opzichte van elkaar.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het interieurelement een noise reduction coefficient (NRC) van minstens 0.5, bij voorkeur minstens 0.7.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het geraamte verder houtvezelplaat, bij voorkeur medium-density fibreboard (MDF), bij voorkeur aan randen en aan hoeken ter versteviging.

De aanvrager merkte hierbij op dat gezien de relatieve stevigheid, het materiaal uitermate geschikt is in de toepassing. Het is namelijk sterk genoeg om gemiddelde krachten en belastingen te verdragen zonder breuk of andere schade, zonder dat het interieurelement nodeloos zwaar zou worden. Bovendien betreft het een eenvoudig bewerkbaar materiaal dat betrekkelijk goedkoop is, wat de kostprijs van de interieurelementen laag genoeg houdt, en zo een zeer breed publiek kan aanspreken. Bij voorkeur wordt de houtvezelplaat voornamelijk aangebracht aan randen om de stevigheid daar te verzekeren, en in mindere mate op centrale stukken van het geraamte waar normaal weinig impacten komen, en er zodus geen extra bescherming nodig is die het interieurelement nodeloos log zou maken.

BE2017/6013

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het interieurelement aan de buitenkant voorzien van een driedimensionale textuur, dewelke textuur een minimale diepte heeft van ongeveer 2.5 mm, bij voorkeur minimaal ongeveer 4 mm.

De driedimensionale texturen kunnen in bepaalde uitvoeringsvormen neerkomen op uitstulpingen op de vlakken, bijvoorbeeld met een piramidale vorm (typisch met lage hoogte en grote basis, verhouding zijde basis ten opzichte van hoogte minimaal 5/1, bij voorkeur minimaal 10/1) met onbepaald aantal opstaande ribben. Andere vormen zijn bijvoorbeeld stervormige piramiden, of bolkappen. Door secties met afwijkende normalen te voorzien, wordt het weerkaatste geluid in verschillende richtingen weerkaatst, wat de akoestische beleving in een ruimte ten goede komt, doordat het geluid anisotroop gereflecteerd wordt, wat de kans op zones met een slechte akoestiek in de ruimte sterk vermindert.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het interieurelement ringvormig met een maximale dikte van 10 cm, bij voorkeur ongeveer 6 cm, en een minimale buitenstraal van 35 cm en een minimale binnenstraal van 15 cm, waarbij het geraamte een kartonnen honingraatstructuur omvat, en is bekleed met een textiellaag, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het interieurelement substantieel balkvormig, met een maximale dikte van 10 cm, bij voorkeur ongeveer 6 cm, en een breedte en lengte van minstens 75 cm, waarbij het geraamte een kartonnen honingraatstructuur omvat, en is bekleed met een textiellaag, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het interieurelement cirkelvormig, ovaal of traanvormig, met een maximale dikte van 10 cm, bij voorkeur ongeveer 6.5 cm, en zijdelingse dimensies van minstens 75 cm, waarbij het geraamte een kartonnen honingraatstructuur omvat, en is bekleed met een textiellaag, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft het interieurelement een flexibele doek, dewelke minstens twee lagen vilt, bij voorkeur polyethyleentereftalaat (PETP), omvat, en waarbij het flexibele doek verder voorzien is van zelfklevende tape en/of van magnetische tape en/of van zuignappen aan één zijde van het doek voor bevestiging aan wanden en/of panelen, waarbij het vilt een maximaal gewicht heeft van 4.2 kg/m², dewelke flexibele doek een geluidsabsorptiecoëfficiënt heeft van minstens 0.15 voor

BE2017/6013 invallend geluid met een frequentie boven 500 Hz, en van minstens 0.25 voor invallend geluid met een frequentie boven 1000 Hz, en van minstens 0.75 van minstens 0.15 voor invallend geluid met een frequentie tussen 2000 Hz en 5000 Hz.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft het interieurelement een langwerpig rol-, balk of prismavormig element, waarbij het rol-, balk of prismavormig element van een geraamte voorzien is omvattende houtvezelplaat en/of multiplex, en is bekleed met een textiellaag, bij voorkeur vilt, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag, waarbij het interieurelement een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorziet van minstens 2 voor invallend geluid met een frequentie van ongeveer 125 Hz, en een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 van minstens 1.5 voor invallend geluid met een frequentie tussen 500 Hz en 5000 Hz, en is verder optioneel voorzien van een metalen of kunststof omvattende voet.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het interieurelement een rastervormige structuur, waarbij het interieurelement van een geraamte voorzien is dat PVC omvat, en waarbij het geraamte omhuld is in een textiellaag, bij voorkeur vilt, waarbij het interieurelement een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorziet van minstens 0.2 voor invallend geluid met een frequentie tussen 250 Hz en 500 Hz, een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorziet van minstens 0.75 voor invallend geluid met een frequentie tussen 500 Hz en 1000 Hz, en een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 van minstens 1.75 voor invallend geluid met een frequentie tussen 1000 Hz en 5000 Hz.

In een tweede aspect betreft de uitvinding het gebruik van een akoestisch interieurelement volgens dit document voor de demping van invallend geluid.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN

VOORBEELD 1

In een mogelijke uitvoeringsvorm, geïllustreerd in Figuren 1A-C, betreft de uitvinding een substantieel vlak paneel, met een grote variëteit aan mogelijke vormen (de figuren

BE2017/6013 tonen in dit geval ovaal, rond en traanvormig, maar de uitvinding is hier geenszins tot beperkt). Intern wordt de vorm van het interieurelement voorzien door de aanwezigheid van een kartonnen honingraatstructuur, waarrond een laag schuim (CME35H foam) voorzien wordt. De buitenste laag betreft een textiellaag waarin opnieuw een groot aantal mogelijkheden bestaat zoals onder meer besproken in dit document. In de figuren is bovendien een aantal opties zichtbaar voor texturen aan minstens één zijde van het paneel (zijde die naar het centrum van de kamer gericht is), om invallend geluid nog beter de absorberen en vooral diffuser te reflecteren. Zo is het element in Figuur 1A voorzien van rechte groeven, en in Figuur 1B voorzien van concentrische richels.

Op vlak van dimensies wordt getracht de dikte te beperken (bij voorkeur maximaal 7 cm dik), om zo het gewicht te reduceren en het interieurelement eenvoudig ophangbaar te maken (aan wand, plafond of andere).

Het interieurelement is verder bij voorkeur voorzien van een connectorsysteem, bijvoorbeeld één of meerdere magneten, schroefophanging, of is via kabels ophangbaar. De aanvrager merkte dat een dergelijk systeem een NRC-waarde van ongeveer 0.85 kan bereiken, en een SAA-waarde van ongeveer 0.81 bij een oppervlakte van ongeveer 0.8 m2.

VOORBEELD 2

De uitvoeringsvorm van Figuur 2 wijkt van voorbeeld 1 af in de zin dat het een essentieel rechthoekig paneel betreft, en van een gegroefd reliëf voorzien is. Figuur 4 geeft een soortgelijke uitvoeringsvorm weer, dewelke niet voorzien is van een textuur, en aangepast is om opgehangen te worden via bekabeling. Merk op dat een omgekeerde configuratie ook mogelijk is.

VOORBEELD 3

Figuren 3A-C geven een aantal mogelijke uitvoeringen weer met één of meerdere ringvormige structuren, die als wandelement (3A) kunnen aangebracht worden, of opgehangen worden (3A, 3B, 3C) via bekabeling. De elementen zijn beperkt qua dikte om het gewicht te reduceren, en bij voorkeur maximaal 7 cm dik (bijvoorbeeld 6 of 6.5 cm), waarbij de straal kan variëren, zowel buiten- als binnenstraal, afhankelijk van de toepassing en van de wensen van de gebruiker. De opening van de ring laat bovendien toe om verdere elementen daardoorheen te voeren, zoals verlichtingselementen.

De ringen hebben een geraamte dat opgebouwd is uit karton met een honingraatstructuur en is verstevigd met MDF. Rond het geraamte is een laag schuim (CME35H foam) voorzien, waaromheen een textiellaag voorzien is.

BE2017/6013

Opnieuw zijn hierbij een breed scala aan texturen mogelijk als optionele feature, zoals concentrische richels, rechte groeven, of specifieke patronen.

VOORBEELD 4

Figuur 5 toont een rastervormige structuur die specifiek echo's in een ruimte tegengaat. Door de vorm is een iets steviger materiaal voor het geraamte vereist, zoals bijvoorbeeld PVC (polyvinylchloride), dat bekleed is met een textiellaag zoals besproken in dit document. De dikte van de structuur is typisch omvat tussen 5 cm en 30 cm, maar bij voorkeur is deze omvat tussen 20 cm en 25 cm om voldoende stevigheid te kunnen garanderen. De rasters hebben openingen met een zijde omvat tussen 30 en 50 cm, maar zijn bij voorkeur ongeveer 38 cm. Het spreekt voor zich dat een veelheid aan configuraties bestaan voor de precieze vorm van het raster, en dat de Figuur 5 slechts één mogelijkheid hiertoe weergeeft.

VOORBEELD 5

Figuur 6 geeft een afneembaar, flexibel doek weer, geschikt om vast te hechten aan reeds aanwezige wanden of panelen, om hun dempingsfunctie sterk te verhogen. Hierdoor is er in se geen geraamte meer noodzakelijk, wat het gewicht verder reduceert en de ophanging sterk vereenvoudigt. Het flexibel doek bestaat uit twee lagen textiel, bij voorkeur vilt, en kunnen voorzien worden van bijkomende lagen textiel (bijvoorbeeld brandvertragende lagen, etc.). Algemeen wordt getracht het gewicht van het doek zo laag mogelijk te houden, bij voorkeur lager dan 4.5 kg/m², maar bij verdere voorkeur lager dan 3 kg/m2, en bij nog verdere voorkeur ongeveer 2 kg/m2.

De ophanging kan op een aantal manier bereikt worden. Een eerste systeem voorziet magnetische tape of magnetische elementen aan de achterzijde van het doek, die een gebruiker toestaat het doek onmiddellijk op magnetiseerbare oppervlaktes aan te brengen (of één of meer magnetiseerbare elementen te bevestigen op de wand, en het doek daaraan te bevestigen). Alternatief (of aanvullend) kan ook zelfklevende tape voorzien worden aan de achterzijde van het doek. Een verdere alternatieve/aanvullende optie voorziet een aantal zuignappen aan de achterzijde van het doek.

VOORBEELD 6

Een verdere uitvoeringsvorm is weergegeven in Figuren 7A-C en betreffen driedimensionale structuren. In de figuren worden driehoekige prisma's, balken en rollen weergegeven, maar andere vormen zijn ook mogelijk (kegels, piramides, andere

BE2017/6013 types prisma's, parallellepipedums, etc.). Het geraamte wordt bij voorkeur opgebouwd uit vezelplaat, en/of multiplex, waaromheen een schuimlaag voorzien wordt, waarrond een textiellaag aanwezig is zoals besproken. De interieurelementen zijn verder voorzien van een bredere metalen of kunststof voet om deze stevig te kunnen opstellen, gezien 5 deze typisch rechtopstaand, en dus enigszins labiel opgesteld worden. De elementen hebben een minimale hoogte van 100 cm, en mogelijke hoogtes zijn 110 cm, 120 cm,

130 cm, 140 cm, 150 cm, 155 cm, 160 cm, 170 cm, 180 cm, 190 cm of meer. De breedte/diameter is omvat tussen 40 en 70 cm, maar is bij voorkeur tussen 50 cm en 60 cm gelegen.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Bijvoorbeeld, de huidige uitvinding werd beschreven met verwijzing 15 naar interieurelementen, maar het mag duidelijk zijn dat de uitvinding kan toegepast worden op bv. meubilair en dergelijke.

Claims

CONCLUSIES

1. Interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, omvattende een, bij voorkeur kartonnen, geraamte voor het verlenen van een substantieel rigide structuur aan het interieurelement, met als kenmerk dat het geraamte een honingraatstructuur heeft, waarbij het interieurelement bekleed is met een buitenste laag dewelke textiel omvat, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m² voorzien van 0.31 voor invallend geluid met een frequentie rond ongeveer 500 Hz, waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorzien van 0.26 voor invallend geluid met een frequentie boven 1000 Hz, en waarbij het geraamte en de buitenste laag een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorzien van 0.33 voor invallend geluid met een frequentie tussen 2000 Hz en 5000 Hz.
2. Interieurelement volgens de voorgaande conclusie 1, met als kenmerk dat de textiellaag vilt omvat.
3. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 of 2, met als kenmerk dat de textiellaag brandvertragende vezels omvat.
4. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, met als kenmerk dat een laag voorzien is rond het geraamte, dewelke laag polyester vezels omvat, waarbij de polyester vezels copolymeren omvatten, opgebouwd uit een hoofdmonomeer en een fosfor-organische comonomeer.
5. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, met als kenmerk dat het interieurelement rond het geraamte voorzien is van een schuimlaag met een maximaal soortelijk gewicht van ongeveer 50 kg/m³ en bij voorkeur met een minimaal soortelijk gewicht van ongeveer 15 kg/m3, bij verdere voorkeur met een maximaal soortelijk gewicht van ongeveer 25 kg/m3 en een minimaal soortelijk gewicht van ongeveer 40 kg/m3.
6. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, met als kenmerk dat een laag voorzien is rond het geraamte, dewelke laag polyethyleentereftalaat (PETP) omvat.
7. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, met als kenmerk dat minstens twee lagen met een vezelstructuur voorzien zijn rond

BE2017/6013 het geraamte, waarbij de vezelstructuur van minstens twee van de genoemde lagen verschillend georiënteerd is ten opzichte van elkaar.
8. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, met als kenmerk dat het interieurelement een noise reduction coefficient (NRC) heeft van minstens 0.5, bij voorkeur minstens 0.7.
9. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, met als kenmerk dat het geraamte verder houtvezelplaat omvat, bij voorkeur medium-density fibreboard (MDF), bij voorkeur aan randen en aan hoeken ter versteviging.
10. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, met als kenmerk dat het interieurelement aan de buitenkant voorzien is van een driedimensionale textuur, dewelke textuur een minimale diepte heeft van ongeveer 2.5 mm, bij voorkeur minimaal ongeveer 4 mm.
11. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, met als kenmerk dat het interieurelement ringvormig is met een maximale dikte van 10 cm, bij voorkeur ongeveer 6 cm, en een minimale buitenstraal van 35 cm en een minimale binnenstraal van 15 cm, waarbij het geraamte een kartonnen honingraatstructuur omvat, en is bekleed met een textiellaag, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag.
12. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, met als kenmerk dat het interieurelement substantieel balkvormig is, met een maximale dikte van 10 cm, bij voorkeur ongeveer 6 cm, en een breedte en lengte van minstens 75 cm, waarbij het geraamte een kartonnen honingraatstructuur omvat, en is bekleed met een textiellaag, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag.
13. Interieurelement volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, met als kenmerk dat het interieurelement cirkelvormig, ovaal of traanvormig is, met een maximale dikte van 10 cm, bij voorkeur ongeveer 6.5 cm, en zijdelingse dimensies van minstens 75 cm, waarbij het geraamte een kartonnen honingraatstructuur omvat, en is bekleed met een textiellaag, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag.
14. Interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, met als kenmerk dat het interieurelement een flexibele doek betreft dewelke

BE2017/6013 minstens twee lagen vilt, bij voorkeur polyethyleentereftalaat (PETP), omvat, en waarbij het flexibele doek verder voorzien is van zelfklevende tape en/of van magnetische tape en/of van zuignappen aan één zijde van het doek voor bevestiging aan wanden en/of panelen, waarbij het vilt een maximaal gewicht heeft van 4.2 kg/m², dewelke flexibele doek een geluidsabsorptiecoëfficiënt heeft van minstens 0.15 voor invallend geluid met een frequentie boven 500 Hz, en van minstens 0.25 voor invallend geluid met een frequentie boven 1000 Hz, en van minstens 0.75 van minstens 0.15 voor invallend geluid met een frequentie tussen 2000 Hz en 5000 Hz.
15. Interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, met als kenmerk dat het interieurelement een langwerpig rol-, balk of prismavormig element betreft, waarbij het rol-, balk of prismavormig element van een geraamte voorzien is omvattende houtvezelplaat en/of multiplex, en is bekleed met een textiellaag, bij voorkeur vilt, waarbij een schuimlaag voorzien is tussen het geraamte en de textiellaag, waarbij het interieurelement een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorziet van minstens 2 voor invallend geluid met een frequentie van ongeveer 125 Hz, en een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 van minstens 1.5 voor invallend geluid met een frequentie tussen 500 Hz en 5000 Hz, en is verder optioneel voorzien van een metalen of kunststof omvattende voet.
16. Interieurelement geschikt voor de akoestische demping van invallend geluid, met als kenmerk dat het interieurelement een rastervormige structuur heeft, waarbij het interieurelement van een geraamte voorzien is dat PVC omvat, en waarbij het geraamte omhuld is in een textiellaag, bij voorkeur vilt, waarbij het interieurelement een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorziet van minstens 0.2 voor invallend geluid met een frequentie tussen 250 Hz en 500 Hz, een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 voorziet van minstens 0.75 voor invallend geluid met een frequentie tussen 500 Hz en 1000 Hz, en een equivalente geluidsabsorberende oppervlakte per m2 van minstens 1.75 voor invallend geluid met een frequentie tussen 1000 Hz en 5000 Hz.
17. Gebruik van het akoestische interieurelement volgens één van de conclusies 1 tot en met 16 voor de akoestische demping van invallend geluid.