BE1025759A1

BE1025759A1 - Zijsponde en bed daarmee uitgerust

Info

Publication number: BE1025759A1
Application number: BE20175904A
Authority: BE
Inventors: Patrick August E Jespers; Tom Mathieu J Staut
Original assignee: Vermeiren Group Nv
Priority date: 2017-12-05
Filing date: 2017-12-05
Publication date: 2019-07-01
Also published as: BE1025759B1; EP3494840B1; PL3494840T3; ES2863560T3; EP3494840A1

Abstract

Zijsponde (7) twee armen (9) omvat voor het roteerbaar bevestigen van de zijsponde (7) aan het bed (1), welke armen (9) hiertoe aan één uiteinde (9a) zijn voorzien van een rotatiepunt (10), waarbij de armen (9) met lkaar ijn verbonden door minstens twee telescopische stangen (11a, 10 11b, 11c) die door middel van scharnieren (12a, 12b, 12c) met de betreffende armen (9) zijn verbonden, zodanig dat de armen (9) roteerbaar zijn tussen enminste een omhoog geklapte gebruiksstand waarbij de zijsponde (7) in gebruik is en een neergeklapte opbergstand waarbij de zijsponde (7) neergeklapt is, waarbij de armen (9) samen met hun rotatiepunt (10) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en waarbij de zijsponde (1) in tenminste twee posities van de armen (9) roteerbaar is tussen tenminste de omhoog geklapte gebruiksstand en de neergeklapte opbergstand.

Description

Zij sponde en bed daarmee uitgerust.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een zij sponde voor een bed.

Dergelijke zij sponde wordt ook wel onrusthek genoemd en wordt gebruikt door deze ter hoogte van de zijkanten van een bed te monteren, zodat een persoon die in het bed ligt niet onbedoeld uit het bed kan rollen of vallen.

Zulke zijsponde of onrusthek kan toegepast worden in ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en dergelijke meer.

Maar ook in een huiselijke omgeving, wanneer een ziek of ouder persoon nog thuis woont, kan dergelijke zijsponde of onrusthek gebruikt worden om ervoor te zorgen dat de persoon zich ' s nachts niet kan bezeren wanneer deze onbedoeld uit het bed zou vallen of rollen.

Men kent reeds dergelijke zijsponden, waarbij deze vaak inklapbaar of neerklapbaar zijn vanaf de opgerichte positie waarbij de zijsponde in gebruik is, naar een ineengeklapte positie waarbij de zijsponde in een compacte toestand naast het bed terechtkomt.

In deze ineengeklapte positie zal het mogelijk zijn om een persoon in bed te leggen of om een persoon in bed te verzorgen, wassen, eten te geven, uit bed te nemen, ...

BE2017/5904

Vaak dient men om van de ineengeklapte positie naar de opgerichte positie te gaan en omgekeerd, een knop of hendel te manipuleren met één hand en vervolgens de zij sponde inof uit te klappen met de andere hand.

Een nadeel is dat men steeds verschillende handelingen moet uitvoeren en beide handen hiervoor nodig heeft.

Eveneens kent men reeds zogenaamde uitschuifbare zij sponden, waarbij de zij sponde langer of korter gemaakt kan worden door deze uit of in te schuiven.

Hierdoor kan de zij sponde veranderd worden van een onrusthek, in de lange, uitgeschoven positie, naar een uitstaphulp in de korte, ingeschoven positie.

De uitstaphulp zal minder mobiele personen helpen om in en uit het bed te kunnen stappen.

Uit DE 10 2014 115 552 is een zijsponde bekend, welke zowel neerklapbaar is als uitschuifbaar.

Een nadeel van deze zijsponde is dat zij enkel in de ineengeschoven positie neerklapbaar is.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

De huidige uitvinding heeft een zijsponde voor een bed als voorwerp met als kenmerk dat de zijsponde twee armen omvat voor het roteerbaar bevestigen van de zijsponde aan het bed, welke armen hiertoe aan één uiteinde zijn voorzien van

BE2017/5904 een rotatiepunt, waarbij de armen met elkaar zijn verbonden door minstens twee telescopische stangen die door middel van scharnieren met de betreffende armen zijn verbonden, zodanig dat de armen roteerbaar zijn tussen tenminste een omhoog geklapte gebruiksstand, waarbij de zij sponde in gebruik is en een neergeklapte opbergstand, waarbij de zij sponde neergeklapt is, waarbij de armen samen met hun rotatiepunt ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en waarbij de zij sponde in tenminste twee posities van de armen roteerbaar zijn tussen tenminste de omhoog geklapte gebruiksstand en de neergeklapte opbergstand.

Wanneer de zijsponde is neergeklapt in de opbergstand, zullen de telescopische stangen zich tegen elkaar of op een kleine afstand van elkaar bevinden. Wanneer de zijsponde omhoog is geklapt in de gebruiksstand, bevinden de telescopische stangen zich op een afstand van elkaar.

Een voordeel is dat dergelijke zijsponde zowel bij de ineengeschoven toestand van de telescopische stangen als in de uitgeschoven toestand van de telescopische stangen omhoog en neergeklapt kan worden.

Dit wil zeggen dat de zijsponde minstens vier mogelijk standen heeft: een opbergstand en een gebruiksstand waarbij de telescopische stangen uitgeschoven zijn en een opbergstand en een gebruiksstand waarbij de telescopische stangen ingeschoven zijn.

Als gevolg hiervan, kan de zijsponde, enerzijds wanneer het in gebruik is als onrusthek en anderzijds wanneer het in gebruik is als uitstaphulp, neergeklapt worden.

BE2017/5904

Het is voor de uitvinding natuurlijk niet uitgesloten dat de zijsponde in nog bijkomende posities omhoog en neerklapbaar is, bijvoorbeeld in een tussenliggende stand 5 van de telescopische stangen, dit wil zeggen waarbij de stangen niet volledig maar bijvoorbeeld maar voor de helft uitgeschoven zijn.

Bij voorkeur is de zijsponde zelf of het bed voorzien is 10 van een afdekplaat, die samen met een zijplaat of zijkant van het bed een ruimte afbakent waartussen de zijsponde in de neergeklapte opbergstand van de armen minstens gedeeltelijk is opgeborgen.

Dit heeft als voordeel dat in de opbergstand de zijsponde onzichtbaar is of zo goed als onzichtbaar is. Het zal dus niet als visueel storend ervaren worden. Zeker in een meer huiselijke omgeving kan dit gewenst zijn.

Bij voorkeur is de zijsponde voorzien van blokkeermiddelen om de zijsponde minstens in de gebruiksstand te blokkeren.

Het voordeel hiervan is dat de zijsponde niet onbedoeld van de gebruiksstand naar de opbergstand kan bewogen worden, 25 bijvoorbeeld wanneer men op de zijsponde steunt.

In een praktische uitvoeringsvorm omvatten de telescopische stangen twee of meer telescopische gedeelten, waarbij aan twee van de telescopische delen de scharnieren van de 30 betreffende telescopische stang zijn aangebracht, waarbij de blokkeermiddelen worden gevormd doordat minstens één voornoemde scharnier van minstens één voornoemd

BE2017/5904 telescopisch gedeelte is aanbracht op een rotatie-element dat roteerbaar op een arm is aangebracht, zodanig dat het betreffende telescopische gedeelte met zijn scharnier roteerbaar is rond de lengte-as van de telescopische stang.

Dit heeft als voordeel dat met behulp van één hand het betreffende telescopisch gedeelte geroteerd kan worden om het rotatie-element te verdraaien in de gewenste positie.

Door de betreffende scharnier op deze manier te verdraaien zodat de scharnieras evenwijdig is met de rotatieas van de rotatiepunten en de scharnierassen van de andere scharnieren, zal de zij sponde neerklapbaar zijn naar de opbergstand. Door de betreffende scharnier op deze manier te verdraaien zodat de scharnieras niet evenwijdig is met de rotatieas van de rotatiepunten, zal de zijsponde als het ware geblokkeerd zijn in de gebruiksstand.

Doordat men reeds een hand aan een telescopische stang heeft, zal na het verdraaien van de telescopsiche stang onmiddellijk de neerwaartse beweging van de zijsponde in gang gezet kunnen worden, zonder dat men moet verpakken of de hand verplaatsen. De andere hand is hierbij niet nodig.

Ook het omhoog klappen van de zijsponde naar de gebruiksstand en vastzetten ervan in deze stand zal in één vlotte beweging kunnen door de telescopische stang vast te nemen en de zijsponde naar omhoog te klappen en vervolgens de telescopische stang te roteren rond zijn lengte-as zodat de scharnieras niet meer uitgelijnd is ten opzichte van de rotatieas.

BE2017/5904

De uitvinding betreft ook een bed met als kenmerk dat het bed voorzien is van minstens één zijsponde volgens de uitvinding.

Het spreekt voor zich dat een bed volgens de uitvinding dezelfde voornoemde voordelen bezit.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een zijsponde volgens de uitvinding en een bed daarmee uitgerust, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

figuur 1 schematisch en in perspectief een bed volgens de uitvinding weergeeft;

figuur 2 schematisch en in perspectief het bed van figuur 1 weergeeft, doch met de zijsponden in een andere positie;

figuur 3 schematisch een zijsponde volgens de uitvinding weergeeft;

figuur 4 het detail weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid;

figuren 5 tot 8 schematisch de opeenvolgende stappen weergeven voor het neerklappen van de zijsponde uit figuur 3;

figuren 9 tot 12 corresponderende figuren weergeven van de zijsponde uit figuren 3 tot 8 in ineengeschoven toestand;

figuren 13 tot 16 twee alternatieve uitvoeringsvormen weergeven van de zijsponde uit figuur 3.

BE2017/5904

Het in figuur 1 weergegeven bed 1 volgens de uitvinding omvat een onderstel 2 met een in dit geval elektrisch verstelbare matrasbodem 3 en een hoofdeinde 4 en voeteneinde 5.

Het bed 1 is in dit geval, doch niet noodzakelijk voor de uitvinding, voorzien van een houder 6 met een afstandsbediening voor het instellen van de matrasbodem 3.

Verder is het bed 1 voorzien van twee zijsponden 7, één aan elke zijkant 8 van het bed 1.

Zoals te zien is in figuur 1, strekt één zijsponde 7 zich uit over zo goed als de volledige lengte L van het bed 1, terwijl de andere zijsponde 7 zich enkel uitstrekt ter plaatse van het hoofdeinde 4 van het bed 1.

Beide zijsponden 7 bevinden zich in een omhoog geklapte gebruiksstand.

Figuur 2 laat hetzelfde bed 1 zien, waarbij de twee zijsponden 7 zich in een neergeklapte opbergstand bevinden.

Zoals te zien is in deze figuur, zal de zijplaat 8 van het bed 1 de zijsponde 7 in de neergeklapte opbergstand minstens gedeeltelijk verbergen.

In figuur 3 is in meer detail een zijsponde 7 volgens de uitvinding weergegeven in de gebruiksstand.

De zijsponde 7 omvat twee armen 9 waarmee de zijsponde 7 roteerbaar aan het bed 1 bevestigd kan worden.

BE2017/5904

De armen 9 zijn hiertoe aan één uiteinde 9a voorzien van een rotatiepunt 10.

De armen 9 zijn met elkaar verbonden door minstens twee telescopische stangen 11a, 11b, 11c. In dit geval zijn er drie telescopische stangen 11a, 11b, 11c welke zich evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken.

De telescopische stangen 11a, 11b, 11c zijn door middel van scharnieren 12a, 12b, 12c met de betreffende armen 9 verbonden, waarbij in dit geval voor elke arm 9 het rotatiepunt 10 en de bijhorende scharnieren 12a, 12b, 12c op één geometrische verbindingslijn 13 zijn gelegen.

De respectievelijke verbindingslijnen 13 strekken zich parallel of evenwijdig aan elkaar uit.

De voornoemde geometrische lijnen 13 zijn het gevolg van het feit dat het rotatiepunt 10 van één arm 9 op één lijn ligt met de scharnieren 12a, 12b, 12c van diezelfde arm 9,

zodanig dat	de	twee rotatiepunten	10 en de	twee
scharnierpunten	12a	, 12b, 12c van een	telescopische	stang
11a, 11b, 11c	op	de hoekpunten van	een parallellogram
liggen.

Dit heeft tot gevolg dat de rotatiepunten 10 en de scharnieren 12a, 12b, 12c een parallellogram definiëren, waardoor de armen 9 roteerbaar zijn tussen tenminste de omhoog geklapte gebruiksstand zoals weergegeven in figuur 1 en de neergeklapte opbergstand uit figuur 2.

BE2017/5904

De bovenste telescopische stang 11a is voorzien van een handvat 14.

De telescopische stangen 11a, 11b, 11c zijn in dit geval uitgevoerd met twee telescopische gedeelten 15. Het is echter niet uitgesloten dat de telescopische stangen 11a, 11b, 11c meer dan twee telescopische gedeelten 15 omvatten.

De telescopische gedeelten 15 passen schuivend in elkaar, 10 waarbij één uiteinde van één telescopisch gedeelte 15 in een uiteinde van het andere telescopische gedeelte 15 past.

Door het in- en uitschuiven van de telescopische gedeelten 15, kan de lengte van de telescopische stangen 11a, 11b,

11c gewijzigd worden.

De twee vrije uiteinden 16 van de telescopische gedeelten zijn voorzien van de voornoemde scharnieren 12a, 12b,

12c om de telescopische stangen 11a, 11b, 11c scharnierend met de armen 9 te kunnen verbinden.

In dit geval zullen door het telescopisch in en uit elkaar schuiven van de telescopische stangen 11a, 11b, 11c, de armen 9 samen met hun rotatiepunt 10 ten opzichte van 25 elkaar verplaatsbaar zijn.

Dit is in figuur 3 schematisch weergegeven met de pijl P, waarbij in dit geval één rotatiepunt 10 vast is en het andere rotatiepunt 10 verplaatsbaar is ten opzichte van het 30 vaste rotatiepunt 10.

BE2017/5904

Zoals weergegeven is het verplaatsbare rotatiepunt 10 in dit geval verschuifbaar in een geleiding 17, waarbij de geleiding 17 evenwijdig loopt met de telescopische stangen 11a, 11b, 11c.

Ondanks het feit dat in dit geval de geleiding 17 een apart onderdeel is dat voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de geleiding 17 aan het bed 1, is het niet uitgesloten dat de geleiding 17 deel uitmaakt van of geïntegreerd is in het bed 1.

Hetzelfde geldt in principe voor de rotatiepunten 10, welke geïntegreerd kunnen zijn in het bed 1 of voorzien zijn op een bevestigingselement dat op het bed 1 gemonteerd kan worden.

In dit geval, maar niet noodzakelijk voor de uitvinding, is de zijsponde 7 voorzien van blokkeermiddelen 18 om de zijsponde 7 minstens in de gebruiksstand te blokkeren.

In het voorbeeld van figuur 3 worden de blokkeermiddelen 18 gevormd doordat minstens één voornoemde scharnier 12b van ten minste één voornoemd telescopisch gedeelte 11b is aangebracht op een rotatie-element 19.

Het rotatie-element 19 is in detail weergegeven in figuur 4 en is roteerbaar op een arm 9 aangebracht zodanig dat het betreffende telescopische gedeelte 15 met zijn scharnier 12b roteerbaar is rond de lengte-as 20 van de telescopische stang 11b.

BE2017/5904

Door het roteren van de scharnier 12b uit de lijn met de andere scharnieren 12a, 12c, zal verhinderd kunnen worden dat de armen 9 kunnen roteren. De zij sponde 7 zal met andere woorden geblokkeerd zijn.

In het bijzonder en bij voorkeur is het telescopische gedeelte 15 met zijn scharnier 12b roteerbaar tussen een vrije positie, waarbij de scharnieras 21 van het betreffende scharnier 12b evenwijdig is met de rotatieas 22 van de rotatiepunten 10 zodat in deze vrije positie de zijsponde 7 kan op- en neergeklapt worden en een geblokkeerde positie waarbij de scharnieras 21 is weggedraaid van deze vrije positie. Deze geblokkeerde positie is weergegeven in figuur 4.

Alhoewel in het weergegeven voorbeeld het rotatie-element 19 en dus de bijhorende scharnier 12b over 90° gedraaid worden, is dit niet noodzakelijk voor de uitvinding. Een verdraaiing over bijvoorbeeld slechts 45° zou ook mogelijk zi jn.

In dit geval, doch niet noodzakelijk zijn beide scharnieren 12b van een telescopische stang 11b aangebracht op een rotatie-element 19.

Aangezien de stangen lia, 11b, 11c in dit geval geen ronde doorsnede hebben, maar een rechthoekige doorsnede, zoals te zien is in figuren 1 en 2, zal dit tot gevolg hebben dat door rotatie van één telescopisch gedeelte 15, automatisch het andere telescopische gedeelte 15 meegenomen zal worden.

BE2017/5904

Dit wilt zeggen dat beide scharnieren 12b tegelijkertijd geroteerd kunnen worden.

Indien slechts één scharnier 12b van de telescopische stang 11b op een rotatie-element 19 is aangebracht, hebben de telescopische stangen 11b bij voorkeur een ronde doorsnede, zodat een rotatie van het telescopisch gedeelte 15, voorzien van het rotatie-element 19, rond de as 20 van de telescopische stang 12b ten opzichte van het andere telescopische gedeelte 15 wel mogelijk is.

Alhoewel in het weergegeven voorbeeld de middelste van de drie telescopische stangen 11a, 11b, 11c voorzien is van rotatie-elementen 19 is de uitvinding uiteraard hiertoe niet beperkt.

Alternatief of bijkomend, kan ook de onderste 11c of bovenste telescopische stang 11a voorzien zijn van één of twee rotatie-elementen 19.

De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en weergegeven in figuren 5 tot 12.

Figuur 3 geeft de zijsponde 7 weer in uitgeschoven gebruiksstand, waarbij de zijsponde 7 dienst doet als onrusthek.

Hierbij is de telescopische stang 11b met rotatie-element 19 gedraaid in de geblokkeerde positie.

De zijsponde 7 is voorzien van middelen 23 om het telescopische gedeelte 15 met zijn scharnier 12b in de

BE2017/5904 geblokkeerde positie vast te houden, welke in dit geval gevormd worden door een veer 24 tussen het rotatie-element 19 en de arm 9.

Deze veer 24 zal ervoor zorgen dat de zijsponde 7 in de gebruiksstand blijft staan en bijvoorbeeld niet onbedoeld door de persoon in het bed 1 naar de neergeklapte positie kan gebracht worden.

Wanneer bijvoorbeeld een verzorger de persoon in het bed 1 wenst te verzorgen of uit het bed te halen, dient de zijsponde 7 neergeklapt te worden.

Om dit te bewerkstelligen, zal men de middelste telescopische stang 11b roteren rond zijn as 20, zoals weergegeven in figuren 5 en 6, totdat de scharnieras 21 van de bijhorende scharnieren 12b evenwijdig loopt met de rotatieas 22 van de rotatiepunten 10, i.e. totdat de middelste telescopische stang 11b geroteerd is van de 20 geblokkeerde positie van figuur 3 naar de vrije positie van figuur 5.

Vervolgens zal men de zijsponde 7 kunnen neerklappen door de telescopische stang 11b zijwaarts en neerwaarts te 25 bewegen, zoals weergegeven in figuur 7, tot in de neergeklapte positie in figuur 8.

Het is belangrijk hierbij op te merken dat tijdens de volledige beweging, de rotatiepunten 10 en de scharnieren 30 12a, 12b, 12c op evenwijdige geometrische verbindingslijnen zijn gelegen.

BE2017/5904

Het is tevens belangrijk om op te merken dat met dezelfde hand waarmee men de telescopische stang 11b roteert, ook gebruikt om de zijsponde Ί neer te klappen, zonder dat men zijn of haar hand dient te verpakken of zijn of haar tweede hand moet gebruiken.

In één vloeiende, korte en eenvoudige beweging en met één hand kan men de zijsponde 7 van de geblokkeerde omhoog geklapte gebruiksstand naar de neergeklapte opbergpositie brengen.

In de neergeklapte positie komen de telescopische stangen 11a, 11b, 11c tegen elkaar te liggen, of zo goed als tegen elkaar te liggen.

In deze neergeklapte opbergpositie zal de zijsponde 7 zich gelijk met of lager dan de matrasbodem 3 of de matras op de matrasbodem 3 bevinden, zodat de zijsponde 7 niet hinderlijk is tijdens het verzorgen of in- en uit het bed 1 nemen van de persoon in het bed 1.

Om de zijsponde 7 vervolgens opnieuw uit te klappen naar de gebruiksstand, kan men met één hand het voornoemde handvat 14 vastnemen en de telescopische stang 11a omhoog en ietwat zijwaarts bewegen om de zijsponde 7 omhoog te klappen.

Merk op dat hierbij de middelste telescopische stang 11b niet geroteerd moet worden, omdat de rotatie-elementen 19, en dus de bijhorende scharnieren 12b zich in de vrije positie bevinden.

BE2017/5904

Op het moment dat de zijsponde 7 zich in de gebruiksstand bevindt, zullen de veren 24 ervoor zorgen dat de rotatieelementen 19 gedraaid worden, zodat de bijhorende scharnieren 12b zich in de geblokkeerde positie bevinden. Op deze manier zal de zijsponde 7 geblokkeerd worden in de gebruiksstand.

Wanneer men de zijsponde 7 wenst te gebruiken als uitstaphulp, kan men de telescopische stangen 11a, 11b, 11c op de gekende wijze ineenschuiven, waarbij door de telescopische werking het voornoemde verplaatsbare rotatiepunt 10 verplaatst wordt volgens de pijl P in figuur 3, zodat de zijsponde 7 in de positie van figuur 9 komt.

De armen 9 komen dichter bij elkaar te liggen, zodat de zijsponde 7 kleiner wordt.

Ook in deze positie bevinden de rotatiepunten 10 en de bijhorende scharnieren 12a, 12b, 12c van elke arm 9 zich op evenwijdige geometrische verbindingslijnen 13.

Figuren 10 tot 12 geven vervolgens weer hoe de ineengeschoven zijsponde 7 neergeklapt kan worden. Dit gaat op dezelfde manier als de uitgeschoven zijsponde.

In het weergegeven voorbeeld van figuren 1 tot 12, kunnen de telescopische gedeelten 15 van de telescopische stangen 11a, 11b, 11c in twee posities ten opzichte van elkaar vergrendeld worden.

Het is niet uitgesloten dat ze in meer dan twee posities ten opzichte van elkaar vergrendeld kunnen worden, dit wil

BE2017/5904 zeggen dat de armen 9 zich op verschillende posities van elkaar kunnen bevinden.

Bovendien is het niet uitgesloten dat in elke positie van de armen 9, de armen 9 roteerbaar zijn tussen de omhoog geklapte gebruiksstand en de neergeklapte opbergstand.

Figuren 13 en 14 geven een variante uitvoeringsvorm weer van een zijsponde 7 volgens de uitvinding, waarbij het verplaatsbare rotatiepunt 10 in dit geval niet verschoven wordt in een geleiding 17.

In dit geval is het verplaatsbare rotatiepunt 10 roteerbaar rond een rotatieas 25 van het bed 1.

De rotatieas 25 van het bed 1 is verbonden met het verplaatsbare rotatiepunt 10 door middel van een hefboom 26.

De hefboom 26 heeft in dit geval een vaste lengte.

Door het roteren van de hefboom 26, en dus het verplaatsbare rotatiepunt 10, en het tegelijkertijd in- of uitschuiven van de telescopische stangen 11a, 11b, 11c, kan de zijsponde 7 van de uitgeschoven toestand, zoals weergegeven in figuur 13, naar de ingeschoven toestand zoals weergegeven in figuur 14 gebracht worden en vice versa, i.e. van de uitstaphulp van het onrusthek.

De werking is verder analoog aan de vorige beschreven uitvoeringsvorm.

BE2017/5904

In figuren 15 en 16 is een variante uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het verplaatsbare rotatiepunt 10 eveneens roteerbaar is rond een rotatieas 25 van het bed 1, waarbij deze rotatieas 25 samenvalt met het vaste rotatiepunt 10.

Het verplaatsbare rotatiepunt 10 van de bijhorende arm 9 wordt geplaatst in één van twee daartoe voorziene uitsparingen 27 van een bevestigingselement 28.

Door het opheffen en roteren van de zijsponde 7 rond het vaste rotatiepunt 10 en het in- of uitschuiven van de telescopische stangen 11a, 11b, 11c, kan het verplaatsbare rotatiepunt 10 van de ene naar de andere uitsparing 28 verplaatst worden.

De werking is verder analoog aan de vorige beschreven uitvoeringsvormen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een zijsponde volgens de uitvinding en een bed daarmee uitgerust kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies .

1. - Zij sponde voor een bed (1) daardoor gekenmerkt dat de zijsponde (7 ) twee armen (9) omvat voor het roteerbaar bevestigen van de zijsponde (7) aan het bed (1), welke armen (9) hiertoe aan één uiteinde (9a) zijn voorzien van een rotatiepunt (10) , waarbij de armen (9) met elkaar zijn verbonden door minstens twee telescopische stangen (11a, 11b, 11c) die door middel van scharnieren (12a, 12b, 12c) met de betreffende armen (9) zijn verbonden, zodanig dat de armen (9) roteerbaar zijn tussen tenminste een omhoog geklapte gebruiksstand waarbij de zijsponde (7) in gebruik is en een neergeklapte opbergstand waarbij de zijsponde (7) neergeklapt is, waarbij de armen (9) samen met hun rotatiepunt (10) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en waarbij de zijsponde (1) in tenminste twee posities van de armen (9) roteerbaar is tussen tenminste de omhoog geklapte gebruiksstand en de neergeklapte opbergstand.
2. - Zijsponde volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat één rotatiepunt (10) vast is en het andere rotatiepunt (10) verplaatsbaar is ten opzichte van het vaste rotatiepunt (10) .
3. - Zijsponde volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare rotatiepunt (10) verschuifbaar is in een geleiding (17 ) .
4. - Zijsponde volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de geleiding (17) evenwijdig loopt met de telescopische stangen (11a, 11b, 11c).

BE2017/5904
5.“ Zijsponde volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de geleiding (17) deel uitmaakt van het bed (1) ofwel voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de geleiding (17) aan het bed (1).
6.- Zijsponde volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het verplaatsbare rotatiepunt (10) roteerbaar is rond een rotatieas (25) van het bed (1).
7Zijsponde volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de rotatieas (25) van het bed (1) verbonden is met het verplaatsbare rotatiepunt (10) door middel van een hefboom (26) .
8. - Zijsponde volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de hefboom (26) een vaste lengte heeft.
9. - Zijsponde volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde rotatieas (25) van het bed (1) samen valt met het vaste rotatiepunt (10).
10. - Zijsponde volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zijsponde (1) in elke positie van de armen (9) roteerbaar is tussen tenminste de omhoog geklapte gebruiksstand en de neergeklapte opbergstand.
11. - Zijsponde volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zijsponde (7) of het bed (1) voorzien is van een afdekplaat die samen met een zijplaat (8) van het bed (1) een ruimte afbakent waartussen de

BE2017/5904 zijsponde (7) in de neergeklapte opbergstand van de armen ¢9) minstens gedeeltelijk is opgeborgen.
12. - Zij sponde volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van blokkeermiddelen (18) om de zij sponde (7) minstens in de gebruiksstand te blokkeren.
13. - Zijsponde volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de telescopische stangen (11a, 11b, 11c) twee of meer telescopische gedeelten (15) omvatten, waarbij aan twee van de telescopische delen (15) de scharnieren van de betreffende telescopische stang (11a, 11b, 11c) zijn aangebracht, waarbij de blokkeermiddelen (18) worden gevormd doordat minstens één voornoemde scharnier (12a, 12b, 12c) van minstens één voornoemd telescopisch gedeelte (15) is aanbracht op een rotatie-element (19) dat roteerbaar op een arm (9) is aangebracht zodanig dat het betreffende telescopische gedeelte (15) met zijn scharnier (12a, 12b, 12c) roteerbaar is rond de lengte~as (L) van de telescopische stang (11a, 11b, 11c).
14. - Zijsponde volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat beide scharnieren (12a, 12b, 12c) van de telescopische stang (11a, 11b, 11c) zijn aangebracht op een rotatieelement (19).
15. - Zijsponde volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de telescopische stangen (11a, 11b, 11c) een niet ronde doorsnede hebben.

BE2017/5904
16.- Zijsponde volgens één van de voorgaande conclusies 13 tot 15, daardoor gekenmerkt dat het telescopische gedeelte (15) met zijn scharnier (12a, 12b, 12c) roteerbaar is tussen minstens twee posities, respectievelijk een vrije positie waarbij de scharnieras (21) van het betreffende scharnier (12a, 12b, 12c) evenwijdig is met de rotatieas (22) van de rotatiepunten (10), de zijsponde (7) kan op- en geblokkeerde positie waarbij zodat in deze vrije positie neergeklapt worden en een de scharnieras (21) is weggedraaid van deze vrije positie.
17. - Zijsponde volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de zijsponde (7) voorzien is van middelen (23) om het telescopisch gedeelte (15) met zijn scharnier (12a, 12b,

12c) in de geblokkeerde positie vast te houden.
18. - Zijsponde volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (23) worden gevormd door een veer (24) tussen het rotatie-element (19) en de arm (9).
19.- Zijsponde volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de telescopische stangen (11a, 11b, 11c) minstens twee telescopische gedeelten (15) omvatten, welke schuivend in elkaar passen, waarbij de twee vrije uiteinden (16) van de telescopische gedeelten (15) voorzien zijn van de voornoemde scharnieren (12a, 12b, 12c) om de telescopische stangen (11a, 11b, 11c) scharnierend met de armen (9) te kunnen verbinden.
20.- Zijsponde volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de telescopische gedeelten (15) in ten minste twee posities ten opzichte van elkaar vergrendeld kunnen worden.

BE2017/5904
21.- Bed, daardoor gekenmerkt dat het bed voorzien is van minstens één zij sponde (7) volgens één van de voorgaande conclusies.