BE1025714B1

BE1025714B1 - Samenstelbaar ruitvormig profiel

Info

Publication number: BE1025714B1
Application number: BE2018/5252A
Authority: BE
Inventors: Bart Cnudde
Original assignee: GENERALE MAATSCHAPPIJ VOOR PLASTIEK INTERNATIONAAL, naamloze vennootschap
Priority date: 2018-04-13
Filing date: 2018-04-13
Publication date: 2019-06-12

Abstract

Een kit geschikt voor het samenstellen van een tuindraadpaneel opgebouwd uit (i) een draadraster (2) gevormd door met elkaar verbonden lengtedraden en dwarsdraden (4) en (ii) een reeks lamellen (5) dewelke in de lengterichting tussen de lengtedraden in genoemd draadraster (3) worden voorzien waarbij de kit twee vormverschillende profielen omvat: één of meerdere dwarsprofielen (8), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij beide uiteinden van de benen voorzien zijn van een steunvoet (84), en één of meerdere steunprofielen (9), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij de afstand van de uiteinden van de benen van genoemd steunprofiel overeen komt met de afstand tussen de steunvoeten van genoemd dwarsprofiel.

Description

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.Μ.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1025714

Nummer van indiening: BE2018/5252

Dienst voorde Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: E04H 17/16

Datum van verlening: 12/06/2019

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voorde vanaf 22 september2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 13/04/2018.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI. 19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

GENERALE MAATSCHAPPIJ VOOR PLASTIEK INTERNATIONAAL, naamloze vennootschap, Karrewegstraat 150, 9800 DEINZE België;

vertegenwoordigd door

BRANTS Johan Philippe Emile, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

CRABBE Ellen, Pauline van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Samenstelbaar ruitvormig profiel.

UITVINDER(S):

CNUDDE Bart, Karrewegstraat 150, 9800, DEINZE;

VOORRANG :

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag :

Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 12/06/2019,

Bij bijzondere machtiging:

BE2018/5252

SAMENSTELBAAR RUITVORMIG PROFIEL

TECHNISCH DOMEIN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op omheiningen voor het verschaffen van een visuele afscherming, bijvoorbeeld rondom een tuin. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op dwarsprofielen voor het inklemmen van tuinlamellen dewelke worden ingespannen in een reeds voorziene tuinbedrading.

STAND DER TECHNIEK

Om te voorzien in de privacy van eigenaars van een perceel, zijn tuinlamellen of tuinpanelen ontwikkeld dewelke kunnen worden ingeschoven in een reeds voorziene bedrading rondom het perceel. Dergelijke bedrading wordt, afhankelijk van de producent, geproduceerd met verschillende afmetingen. Zo kan de afstand tussen twee verticale draden bijvoorbeeld 50 of 55 mm zijn. Overeenkomstig dient de producent van de tuinlamellen eveneens verschillende afmetingen te voorzien voor de in te schuiven tuinlamellen.

Nog belangrijk voor de producent van de tuinlamellen is te voorzien in een goede inklemming van de lamellen in de bedrading. Het is bekend dat hevige windvlagen voldoende krachtig kunnen zijn om dergelijke tuinlamellen uit de bedrading te forceren. Tot dit doel zijn inklemmingselementen ontwikkeld zoals bijvoorbeeld gerapporteerd in EP 2 924 193. EP 2 924 193 beschrijft een inklemmingselement hetwelk de tuinlamellen ondersteunt en toont eveneens een topprofiel om de bovenzijde van de tuinlamellen in te sluiten. Daarenboven worden een of meerdere dwarsprofielen, in jargon neusprofielen genoemd, voorzien om de tuinlamellen voldoende stevig in te sluiten. Dergelijke dwarsprofielen worden gemonteerd in daartoe voorziene horizontale gangen of lussen en oefenen een dwarse druk uit op de tuinlamellen.

Gezien producenten van tuinbedrading geen gebruik maken van standaardafmetingen, zullen de afmetingen van de horizontale gangen of lussen eveneens variëren naargelang de producent. Bij aankoop dient de consument de geschikte dwarsprofielen weten te selecteren. Echter, het correct bepalen van de dimensies van genoemde lussen en de overeenkomstige afmetingen van de bijhorende

BE2018/5252 dwarslatten blijkt niet altijd evident. Vaak schaffen consumenten daardoor toch dwarsprofielen met verkeerde afmetingen aan.

Het is daarom een doelstelling van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een dwarsprofiel voor het inklemmen van lamellen in een tuinomheining, waarbij genoemd dwarsprofiel kan worden aangewend bij verschillende afmetingen. Daarenboven dient dergelijk dwarsprofiel eenvoudig te zijn in gebruik, een voldoende mechanische sterkte te bezitten om een gewenste inklemming van de tuinlamellen te verwezenlijken en te voldoen aan visuele verwachtingen van een consument. De onderhavige uitvinding tracht te voorzien in een oplossing voor een of meerdere van voornoemde problemen of tekortkomingen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de uitvinding en kit geschikt voor het samenstellen van een tuindraadpaneel (1) opgebouwd uit (i) een draadraster (2) gevormd door met elkaar verbonden lengtedraden (3) en dwarsdraden (4) en (ii) een reeks lamellen (5) dewelke in de lengterichting tussen de lengtedraden in genoemd draadraster (3) worden voorzien, genoemde kit omvattende:

een reeks lamellen (5), een reeks steunbeugels (7) voor het ophangen van genoemde lamellen aan genoemde dwarsdraden, één of meerdere topprofielen (6) voor het inklemmen van genoemde lamellen langs de topzijde van een draadraster, met als kenmerk, dat de kit verder twee vormverschillende profielen omvat :

één of meerdere dwarsprofielen (8), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij beide uiteinden van de benen voorzien zijn van een steunvoet (84), en één of meerdere steun profielen (9), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij de afstand van de uiteinden van de benen van genoemd steunprofiel overeen komt met de afstand tussen de steunvoeten van genoemd dwarsprofiel.

Door het aanleveren van twee verschillende dwarsprofielen met goed gekozen dimensies kunnen deze worden geconfigureerd tot verschillende al dan niet samengestelde dwarsprofielen. Deze dwarsprofielen zijn geschikt voor het

BE2018/5252 inklemmen van lamellen in bestaande draadrasters met verschillende dimensies en uitvoeringen.

In een volgend aspect betreft de uitvinding een dwarsprofiel (8), geschikt voor het inklemmen van lamellen (5) in een bestaand draadraster (2), zijnde een longitudinale element met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen (83) omvat, met als kenmerk, dat beide uiteinden van de benen voorzien zijn van een steunvoet (84).

Een voordeel van dit dwarsprofiel is dat het samen met een steunprofiel kan worden geconfigureerd tot een derde, samengesteld dwarsprofiel. Verder zullen de voeten het oppervlak tussen het dwarsprofiel en de lamel verhogen. Hierdoor wordt een betere inklemming bekomen en wordt de lokale druk op de lamel verlaagd.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een perspectivische weergave van een tuindraadpaneel volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 2A toont een toont een perspectivische weergave van een tuindraadpaneel in een draadraster met een enkele dwarsdraad volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 2B toont een toont een perspectivische weergave van een tuindraadpaneel in een draadraster met een dubbele dwarsdraad volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 3A toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een enkele dwarsdraad met een samengesteld dwarsprofiel.

Figuur 3B toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een enkele dwarsdraad met een dwarsprofiel.

Figuur 3C toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een enkele dwarsdraad met een steunprofiel.

Figuur 3D toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een enkele dwarsdraad met een samengesteld dwarsprofiel.

Figuur 4A toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een dubbele dwarsdraad met een samengesteld dwarsprofiel.

Figuur 4B toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een dubbele dwarsdraad met een dwarsprofiel.

BE2018/5252

Figuur 4C toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een dubbele dwarsdraad met een steunprofiel.

Figuur 4D toont een schematisch zijaanzicht van de inklemming van een lamel in een draadraster met een dubbele dwarsdraad met een samengesteld dwarsprofiel.

Figuur 5 toont een perspectivische weergave van een dwarsprofiel volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 6 toont een perspectivische weergave van een steunprofiel volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 7A toont een schematische doorsnede van een samengesteld dwarsprofiel volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 7B toont een schematische doorsnede van een samengesteld dwarsprofiel volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

Figuur 7B toont een perspectivische weergave van een samengesteld dwarsprofiel volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.

De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, behelzen, behelzende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

De term aligneren dient te worden begrepen als het in eikaars verlengde plaatsen van de gerefereerde elementen. Dit betekent dat in de longitudinale

BE2018/5252 richting genoemde elementen op één lijn bij elkaar aansluiten. Bij voorkeur worden genoemde elementen in deze positie gefixeerd ten opzicht van elkaar.

De term omheining dient te worden begrepen als synoniem voor de term omheiningsstructuur, afrastering, betuining, hek, omrastering, omtuining, palissade, schutting, en verwijst naar een of meerdere tuindraadpanelen dewelke hoofdzakelijk aansluitend in een vooropgestelde, gesloten of open geometrie worden opgesteld. Aldus kan de omheining een scheiding tussen twee grondoppervlakken definiëren en/of een grondoppervlak deels of geheel omsluiten.

De term piket dient te worden begrepen als synoniem voor de term staaf, steng, staak, stang, steel, spijl, en verwijst naar een dunne, langwerpige, doorgaans cilindrische draad, bij voorkeur een gecoate staaldraad of een staaldraad uit roestvrij staal.

De term dwarsdraad dient te worden begrepen als synoniem voor de term dwarsligger en verwijst naar een doorgaans dunne, cilindrische staaf waarop meerdere piketten worden bevestigd, bijvoorbeeld door thermisch lassen, waarbij de dwarslat hoofdzakelijk in de dwarse richting ten opzichte van genoemde piktetten is georiënteerd. Aldus wordt een raamwerk bekomen. Bij voorkeur omvat genoemde dwarslat een gecoate staaldraad of een staaldraad uit roestvrij staal.

De term raamwerk dient te worden begrepen als synoniem voor de term tuindraadraster, kader, raster, en verwijst naar het geassembleerde geheel van piketten met dwarslatten. Genoemd raamwerk kan rechtopstaand in een ondergrond worden bevestigd door middel van een of meerdere pijlers dewelke minstens gedeeltelijke in de ondergrond zijn verankerd. Alternatief kan genoemd raamwerk tegen een wand worden bevestigd.

De term lamel dient te worden begrepen als een overwegend balkvormig object met een lengte, breedte en diepte, waarbij in de lengterichting de lamel begrenst wordt door een eerste, onderste en een tweede, bovenste uiteinde. Bij voorkeur is genoemde lamel hol uitgevoerd met een open grond- en bovenvlak; daarmee wordt bedoeld dat het eerste, onderste en het tweede, bovenste uiteinde een open oppervlak omvatten, hetwelk de inwendige holte van de lamel omschrijft.

BE2018/5252

De term inklemmingselement dient te worden begrepen als synoniem voor de term steunbeugel en verwijst in de context van de onderhavige uitvinding naar een overgangselement verbindingselement geschikt om een lamel te fixeren ten opzichte van een raamwerk. Genoemd inklemmingselement omvat bij voorkeur (i) een steunvoet of steungedeelte en (ii) een ophanging of haakvormig gedeelte. Steunvoet en ophanging zijn bij voorkeur met elkaar geconnecteerd door middel van een overgangsbrug dewelke is uitgevoerd als een gemeenschappelijke wand met een eerste zijde gericht naar de steunvoet en een tweede zijde gericht naar de ophanging. Genoemde steunvoet dient te worden begrepen als een ondersteunend oppervlak waarop een lamel kan worden geplaatst.

De term raamwerk dient te worden begrepen als synoniem voor de term tuindraadpaneel, kader, raster, en verwijst naar het geassembleerde geheel van piketten met dwarslatten. Genoemd raamwerk kan rechtopstaand in een ondergrond worden bevestigd door middel van een of meerdere pijlers dewelke minstens gedeeltelijke in de ondergrond zijn verankerd. Alternatief kan genoemd raamwerk tegen een wand worden bevestigd.

De neusprofielen of dwarsprofielen worden voorzien om de tuinlamellen voldoende stevig in te sluiten. Dergelijke dwarsprofielen worden gemonteerd in daartoe voorziene horizontale gangen of lussen en oefenen een dwarse, inklemmende druk uit op de tuinlamellen.

één of meerdere dwarsprofielen (8), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij beide uiteinden van de benen voorzien zijn van een steunvoet (84), en

BE2018/5252 één of meerdere steun profie Ie η (9), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij de afstand van de uiteinden van de benen van genoemd steunprofiel overeen komt met de afstand tussen de steunvoeten van genoemd dwarsprofiel. Hierbij is het samengesteld dwarsprofiel het dwarsprofiel dat bestaat door een configuratie van de benen van het steunprofiel tegen de steunvoeten van het dwarsprofiel in te klemmen. Het samengesteld dwarsprofiel kan gebruikt worden in bestaande draadrasters. het steunprofiel wordt in de eerste plaats gebruikt als hulpmiddel, om de dimensies van het dwarsprofiel aan te passen. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het steunprofiel zelf ook bruikbaar als dwarsprofiel met kleinere dimensies dan het samengestelde dwarsprofiel. Het steunprofiel is dan ook het tweede dwarsprofiel, en wordt in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm soms zo genoemd.

Dit biedt als voordeel dat naargelang de dimensies van de tuinomheining, het dwarsprofiel kan worden samengesteld om te voldoen aan de dimensies van de tuinomheining. Op deze manier dient een consument niet vooraf de exacte dimensies van de tuinbedrading te bepalen.

De omgeving tussen de benen van het dwarsprofiel wordt tophoek yt of yt genoemd. Ondanks de naam hoeft tophoek yt geen hoek te zijn. De omgeving tussen de benen van het steunprofiel wordt tophoek y₂ of γ₂ genoemd. Ondanks de naam hoeft tophoek y₂ geen hoek te zijn. Om te benadrukken dat een tophoek veelal géén scherpe hoek omvat, maar enkel de verbinding tussen beide benen voorstelt, wordt deze als afgeronde tophoek beschreven.

Volgens een uitvoeringsvorm is de tophoek γι afgerond. Volgens een andere uitvoeringsvorm is de tophoek γ₂ afgerond. Zowel concave als convexe afronding is mogelijk. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de tophoek zodanig afgewerkt dat de tophoek een dwarsdraad kan omklemmen. In een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de tophoek afgerond als een concaaf reces. Volgens een uitvoeringsvorm is dit concaaf reces halfcirkelvormig. Volgens een uitvoeringsvorm heeft tophoek Yt een halfcirkelvormig reces een diameter di, bij voorkeur ongeveer gelijk aan de diameter voor een dwarsdraad. Volgens een uitvoeringsvorm heeft tophoek γ₂ een halfcirkelvormig reces een diameter d₂. In een nog verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn di en d₂ verschillend. Dit staat toe de profielen bij verschillende draadrasters te gebruiken. Typische keuzes voor

BE2018/5252 di en d₂ zijn waarden tussen 3 en 6mm, bijvoorbeeld 4mm en 5mm, 4.5mm en 5.5mm, 4mm en 5.5mm, 3mm en 5mm, en alle voorgenoemde waarden waarbij di en d₂ zijn omgewisseld. Dit is voordelig bij het inklemmen van lamellen in een draadraster met een enkele dwarsdraad. Verder laat dit nog steeds het inklemmen van een draadraster met een dubbele dwarsdraad toe.

De zijde van de lamellen is vlak, waardoor bij voorkeur de top van zowel het dwarsprofiel als het steunprofiel afgevlakt is. De lussen of horizontale gangen in een draadraster zijn doorgaans driehoekvormig. Zo zal een verschillende afvlakking van de V-profielen langs de vlakke, lamel zijde leiden tot een verschil in dimensies. De afvlakking van de V-vorm heeft echter geen invloed op de inklemming langs de afgevlakte zijde.

Volgens een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de afronding van de tophoek Yi minstens twee steunpunten. Volgens een andere, verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de afronding van de tophoek γ₂ minstens twee steunpunten. Deze afronding met steunpunten is voordelig wanneer gebruik wordt gemaakt van het samengesteld dwarsprofiel. Dit samengesteld dwarsprofiel krijgt één tophoek tegen de lamellen. Het afronden van deze tophoek verbetert de stabiliteit van de inklemming en verlaagt de lokale druk tegen de lamellen. Zo zal het voorzien van twee steunpunten voor rotationele stabiliteit, zijnde het niet kunnen omvallen of roteren van het samengestelde dwarsprofiel, tegen de vlakke lamellen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de dwarsprofielen gekarakteriseerd door een maximale hoogte L_{l max} en waarbij de steunprofielen gekarakteriseerd worden door een maximale hoogte L_2;max, waarbij de maximale hoogte de maximale afstand is tussen de basis en de top van het respectievelijke profiel is, en waarbij L_{l max}en L_{2 max} bij voorkeur verschillend zijn.

De maximale hoogte bepaalt de afstand tussen de lamel en een dwarsdraad bij het individueel gebruik van het dwarsprofiel of steunprofiel, bij een draadraster met een enkele of dubbele dwarsdraad. Het verschillen van de waarden voor L_{i max}, voor elke i zijnde het i^de dwarsprofiel, is voordelig zodat deze dwarsprofielen in verschillende dimensies van draadrasters gebruikt kunnen worden.

BE2018/5252

Naast de maximale hoogte L_i;max is voor draadrasters met een enkele dwarsdraad ook de minimale hoogte L_i;min belangrijk. Volgens een andere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm waarbij minstens één dwarsprofiel voorzien is voor het omklemmen van een dwarsdraad nabij de tophoek, waarbij de dwarsprofielen gekarakteriseerd worden door een minimale hoogte L_lmin en waarbij de steunprofielen gekarakteriseerd worden door een minimale hoogte l__2;minz waarbij de minimale hoogte de kleinste afstand tussen de basis en de afgeronde tophoek van het respectievelijke profiel is, en waarbij L_1;min en l__2;min bij voorkeur verschillend zijn.

Meer specifiek is de minimale afstand de afstand tussen de dwarsdraad en de lamel bij het inklemmen van een enkele dwarsdraad in de daarvoor voorziene afgeronde tophoek. Een verschillende minimale hoogte L_i;min voor elke i zijnde het i^dedwarsprofiel (of steunprofiel) zal toestaan elk van deze dwarsprofielen voor verschillende dimensies van draadraster te gebruiken. Hierbij bepaalt L_i;min voor een individueel neusprofiel de afstand tussen de lamel en de dwarsdraad.

In een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de uitvinding zowel een verschillende L_i;min als een verschillende L_{i max} voor ieder individueel neusprofiel i. Voor een samengesteld neusprofiel zal de afstand tussen de lamel en de dwarsdraad waartegen deze wordt geklemd bepaald worden door L_i;min + L_j;maxwaarbij i de top van het samengesteld neusprofiel is, en j de basis van het samengesteld neusprofiel.

Het omkeren van het samengesteld neusprofiel kan leiden tot een verschillende som, en dit is ook voordelig. In een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm is L_{i; min} + L_{j; max} verschillend van L_{j; min} + L_i;max waarbij zowel i als j samenstelbare, individuele neusprofielen zijn. Zo hebben zowel de individuele neusprofielen als de samengestelde neusprofielen verschillende dimensies, zodat de kit in zo veel mogelijk verschillend gedimensioneerde draadrasters kan aangebracht worden.

Door een verschillende, afgeknotte tophoek yt en y₂ krijgt men zo vier verschillende neusprofielen : enkel het dwarsprofiel (i), enkel het steunprofiel (ii), het samengesteld neusprofiel waarbij het dwarsprofiel zich tegen de lamellen bevindt (iii) en het samengesteld neusprofiel waarbij het steunprofiel zich tegen de lamellen bevindt (iv).

BE2018/5252

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de kit een steunvoet die voorzien is van een eerste, buitenste fixeerrand (85), waarbij de afstand tussen beide buitenste fixeerranden groter is dan de afstand tussen de uiteinden van de benen van het steunprofiel. Deze fixeerrand is eender welke boord, rand, kant, richel , rand die geschikt is om benen te weerhouden van de steunvoeten te glijden. De buitenste fixeerrand omklemt de benen van het steunprofiel wanneer het samengesteld dwarsprofiel wordt geconfigureerd.

Kit volgens één van de voorgaande conclusie 1-7, waarbij elke steunvoet een tweede, binnenste fixeerrand (86) omvat, waarbij de afstand tussen beide binnenste fixeerranden kleiner is dan de afstand tussen de uiteinden van de benen van het steunprofiel. Deze fixeerrand is eender welke boord, rand, kant, richel , rand die geschikt is om benen te weerhouden van de steunvoeten te glijden. De binnenste fixeerrand klemt de benen van het steunprofiel in wanneer het samengesteld dwarsprofiel wordt geconfigureerd.

Bij het gebruik van twee vormvaste profielen, zijnde profielen dewelke gering elastisch vervormen, en verder een hoge vloeigrens hebben, volstaat een buitenste of een binnenste fixeerrand. Deze zorgt ervoor dat, wanneer de benen van het steunprofiel in de steunvoeten worden ingeklemd, deze niet in een dwarsrichting kunnen verschuiven waardoor het samengesteld profiel opbreekt. Wanneer één van beide dwarsprofielen elastisch en/of plastisch vervormen, is het mogelijk dat enkel een buitenste, of enkele een binnenste fixeerrand niet volstaat. Aangezien enige flexibiliteit en elastische vervormbaarheid voor het inklemmen van lamellen wenselijk is, is het voordelig zowel een binnenste als een buitenste fixeerrand aan de steunvoeten te voorzien. In een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de kit een profiel met steunvoeten voorzien van een binnenste (85) én een buitenste fixeerrand (86).

BE2018/5252

Het dwarsprofiel is een longitudinaal element met een doorsnede. Volgens een uitvoeringsvorm is dit longitudinaal element geproduceerd met behulp van extrusie. In een uitvoeringsvorm is het dwarsprofiel geproduceerd uit polyvinylchloride.

In een uitvoeringsvorm heeft het dwarsprofiel een doorsnede, waarbij de doorsnede een afgeronde tophoek omvat, waarbij deze afgeronde tophoek minstens twéé steunpunten (81) evenwijdig met de basis, zijnde het vlak waarin de steunvoeten liggen, omvat.

Dit is voordelig aangezien de tophoek tegen een vlak oppervlak zoals een lamel kan worden geplaatst en alsnog rotationeel stabiel kan blijven, waarmee bedoeld wordt dat deze niet rond de tophoek vrij kan roteren. Dit bevordert de inklemming wanneer de tophoek tegen de lamel, en niet tegen de dwarsdraad, aan komt. Daarnaast zorgt de afwezigheid van punten, hoeken en uitsteeksels voor een verbeterde veiligheid, zowel bij productie en montage als tijdens gebruik als tuindraadpaneel.

Volgens een andere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het dwarsprofiel een doorsnede, waarbij de doorsnede een afgeronde tophoek omvat, waarbij de afronding voorzien is van minstens één concaaf reces (82) dat geschikt is voor het opnemen van een dwarsdraad.

Bij voorkeur is dit concaaf reces min of meer halfcirkelvormig. Bij voorkeur heeft deze halve-cirkel vorm een constante diameter d_L Volgens een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm komt deze diameter di overeen met courante diameters van dwarsdraden. Deze liggen doorgaans tussen 3 mm en 6 mm. Mogelijke waarden voor di zijn alle waarden tussen 3 en 6 mm, bij voorbeeld 3mm, 4mm, 4.5mm, 5mm, 5.5mm of 6mm.

Een verdere, voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het dwarsprofiel waarbij de steunvoeten langs de zijde overstaand aan de benen van een concave uitsparing zijn voorzien. Hiermee wordt een holte, reces, uitsparing bedoeld dewelke geschikt is voor het opvangen van de benen van een steunprofiel. Hierbij is het niet noodzakelijk dat de steunvoeten en benen vast gefixeerd worden, enkel dat het samenstel stabiel blijft onder een inklemmende druk, waarbij de inklemmende druk de benen en de steunvoeten samendrukt.

BE2018/5252

Zo is het voorzien van minstens één rand dewelke translaties van de benen ten opzichte van de steunvoeten tegengaat voordelig. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft het dwarsprofiel een doorsnede, waarbij de doorsnede aan elke steunvoet voorzien is van minstens één fixeerrand (85 en/of 86), zijnde een longitudinale protrusie. Deze steunvoet kan geschikt zijn voor het inklemmen en/of omklemmen van de benen van een steunprofiel.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm liggen de steunvoeten van elk been in hetzelfde vlak. In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn deze steunvoeten niet verbonden. Dit geeft tophoek yt meer bewegingsvrijheid, aangezien deze hoek gemakkelijker elastisch en/of plastisch kan vervormen. Kleine elastische vervorming komt zowel de montage als de inklemming van het neusprofiel, als enkel én als onderdeel van een samengesteld dwarsprofiel, ten goede.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN

Voorbeeld 1 : Kit met enkelvoudig dwarsprofiel

Figuur 1 toont een visuele afscherming of tuindraadpaneel. Het voorbeeld betreft een kit voor het aanbrengen van een visuele afscherming 1 in een bestaand draadraster 2, bestaande uit piketten 3 en dwarsdraden 4. Deze kit bevat tuinlamellen 5, neusprofielen 8, topprofielen 6, en steunbeugels 7. Aan hun onderste uiteinde worden de lamellen 5 ondersteund door een steunbeugel 7. Aan hun bovenste uiteinde worden de lamellen 5, samen met het draadraster 2, ingeklemd door het topprofiel 6.

De topprofielen, tuinlamellen en neusprofielen kunnen geproduceerd worden aan de hand van extrusie. De beugels kunnen met behulp van spuitgieten worden geproduceerd. Alle bovengenoemde onderdelen zijn vervaardigd uit PVC, maar verschillende additieven werden gebruikt, onder andere verschillende pigmenten en weekmakers, stabilisatoren en andere ingrediënten. De lamellen,

BE2018/5252 topprofielsegmenten en neusprofielsegmenten kunnen in verschillende varianten van grijs, groen, beige, bruin, wit en zwart geproduceerd worden.

De neusprofielen volgens deze kit zijn getoond in figuur 5. De neusprofielen zijn vervaardigd uit polyvinylchloride met behulp van extrusie. Ze bestaan uit een Vvormig profiel met een afgeronde tophoek (82) en twee benen (83). De benen zijn elk voorzien van steunvoeten 84. Deze steunvoeten zijn voorzien van een binnenste fixeerrand 86 en een buitenste fixeerrand 85. Met 2 steunvoeten en 2 fixeerranden per steunvoet zijn er vier fixeerranden. Elk van deze vier fixeerranden kunnen steunen op éénzelfde vlak.

Figuur 2A toont een detailvoorstelling van een tuindraadpaneel 1, waarbij een enkele dwarsdraad 4 ingeklemd wordt met een neusprofiel 8. Het neusprofiel is afgerond, zodanig dat een enkele dwarsdraad omklemd wordt. Dit verbetert het steunoppervlak tussen de dwarsdraad en de lamellen, hetgeen het aanbrengen van genoemde neusprofielen gemakkelijker maakt. Verder zorgt dit grote steunoppervlak voor een langere gebruiksduur en minder verval of slijtage.

Figuur 2B toont een detailvoorstelling van een tuindraadpaneel 1, waarbij een dubbele dwarsdraad 4a, 4b ingeklemd wordt met een neusprofiel 8. De top van het neusprofiel past tussen beide dwarsdraden. Hierdoor wordt het profiel nog steeds stabiel ingeklemd.

Beide figuren 2A en 2B tonen een dwarsprofiel. Deze steunsteunvoeten verhogen het oppervlak tussen het neusprofiel en de lamel, waardoor de weerstand tegen het verschuiven van genoemde lamel toeneemt. Verder verlaagt dit de lokale spanning tussen de lamel en het neusprofiel, aangezien het oppervlak vergroot.

De inklemming voor dit neusprofiel in een draadraster met een enkele dwarsdraad wordt getoond in figuur 3B. De inklemming in een draadraster met een dubbele dwarsdraad wordt getoond in figuur 4B.

Voorbeeld 2 : Kit met enkelvoudig steunprofiel

Een tweede voorbeeld is bovenstaande kit volgens voorbeeld 1, waarbij het dwarsprofiel 8 is vervangen door een steunprofiel 9. Een steunprofiel 9 is getoond in figuur 6. Dit neusprofiel bestaat uit twee benen 93, dewelke samen komen in een

BE2018/5252 top. Deze top is afgerond en voorzien van een concaaf, halfcirkelvormig reces 92 en twee steunpunten 91.

Figuur 3C en Figuur 4C tonen een schematische voorstelling van de inklemming van een steunprofiel in een enkele respectievelijk dubbele dwarsdraad.

Voorbeeld 3 : Kit met samengesteld neusprofiel

Het derde voorbeeld is de kit volgens voorbeeld 1 en 2, waarbij de kit zowel het dwarsprofiel (neusprofiel met steunvoeten) 8 als het steunprofiel (neusprofiel zonder steunvoeten) 9 bevat. Hierbij zijn beide neusprofielen afzonderlijk bruikbaar, afhankelijk van de dimensies en de uitvoeringsvorm van het draadraster.

Verder kan het steunprofiel 8 en het steunprofiel 9 echter ook gebruikt worden als een samengesteld neusprofiel. Een schematisch overzicht van een samengesteld neusprofiel is getoond op figuur 7A en figuur 7B.

Het samengesteld neusprofiel bestaat uit het steunprofiel 8 en het steunprofiel 9, waarbij de benen van het steunprofiel tegen de steunvoeten van het neusprofiel met steunvoeten 8 worden geplaatst. Dankzij de fixeerranden 85 en 86 blijft deze samenstelling stabiel, zo lang beide profielen langs de top worden samengedrukt.

Door de afronding van de tophoek 82 met twee, vlakke steunpunten 81 kan deze tophoek tegen een vlakke lamel geplaatst worden. Zo kan het samengesteld neusprofiel ingeklemd worden met genoemde steunpunten 81 tegen de lamellen. Deze inklemming wordt schematisch getoond in figuur 3A voor een enkele dwarsdraad 4, en figuur 4A voor een dubbele dwarsdraad 4a, 4b.

Een gelijkaardige afronding van de tophoek 92 met twee, vlakke nokken 91 zorgt ervoor dat ook de andere zijde als basis, die tegen de lamellen heen komt, kan gebruikt worden. De inklemming van deze configuratie wordt getoond in figuur 3D en 4D.

Hierdoor kunnen de twee neusprofielen 8 en 9 voor enkele dwarsdraden zoals elke figuur 3A tot en met 3D geconfigureerd worden. Voor dubbele dwarsdraden zijn de configuraties 4A tot en met 4D mogelijk. Zo kunnen de dimensies van beide profielen gekozen worden teneinde aan verschillende diameters dwarsdraden te voldoen. Het is dan ook voordelig dat de cirkelvormige afronding van de tophoek

BE2018/5252 een verschillende diameter dwarsdraad kan inklemmen. Zo hebben tophoek 82 en tophoek 92 bij voorkeur een verschillende diameter.

Figuur 7B geeft een detailvoorstelling van een samengesteld neusprofiel, bestaande uit een dwarsprofiel en een steunprofiel. Figuur 7C geeft een perspectivische detailvoorstelling van een samengesteld neusprofiel. Wanneer een profiel wordt samengesteld, wordt de afstand tussen de lamel en de dwarsdraad bepaald door Li,min + L_j;max met i het profiel dat met de top tegen de dwarsdraad komt, en j het profiel dat tegen de lamel drukt. Zo worden de mogelijke configuraties van een samengesteld neusprofiel bepaald door de minimale hoogte L_{l min} en de maximale hoogte L_lmax van het dwarsprofiel en de minimale hoogte Ι__2;ΓΓ,ίη en de maximale hoogte L_2;max van het steunprofiel.

De basis van het gelijkbenige profiel wordt gedefinieerd als het vlak dat beide gelijke benen verbindt. Dit is ook de basis van de gelijkbenige driehoek van het profiel. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm liggen de steunvoeten in het vlak van de basis. Nog meer bij voorkeur zijn de steunvoeten van elk been niet verbonden.

Het niet verbinden van de steunvoeten zorgt dat de tophoek meer kan plooien. Dit geeft de gebruiker meer vrijheid in het gebruik van een dwarsprofiel.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de steunvoeten een eerste, buitenste fixeerrand. Deze eerste, buitenste fixeerrand ligt bij voorkeur in het verlengde van de benen, langs de andere zijde van de steunvoeten, bij een profiel met steunvoeten die naar binnen zijn gericht. Bij een profiel met steunvoeten die naar buiten zijn gericht is dit een binnenste fixeerrand.

Het uitvoeren van een rand in het verlengde van de benen geeft goede stabiliteit boven het aanbrengen van een rand langsheen de steunvoet. Het aanbrengen van een buitenste rand is voordelig, zodat een samengesteld profiel stabiel blijft onder de inklemming. Zo zal de buitenste fixeerrand verhinderen dat een been van het steunprofiel bij inklemming uit de daarvoor voorziene steunvoet kan loskomen.

Claims

CONCLUSIES

1. Een kit geschikt voor het samenstellen van een tuindraadpaneel (1) opgebouwd uit (i) een draadraster (2) gevormd door met elkaar verbonden lengtedraden (3) en dwarsdraden (4) en (ii) een reeks lamellen (5) dewelke in de lengterichting tussen de lengtedraden in genoemd draadraster (3) worden voorzien, genoemde kit omvattende:

een reeks lamellen (5), een reeks steunbeugels (7) voor het ophangen van genoemde lamellen aan genoemde dwarsdraden, één of meerdere topprofielen (6) voor het inklemmen van genoemde lamellen langs de topzijde van een draadraster, met als kenmerk, dat de kit verder twee vormverschillende profielen omvat:

één of meerdere dwarsprofielen (8), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij beide uiteinden van de benen voorzien zijn van een steunvoet (84), en één of meerdere steunprofielen (9), zijnde longitudinale elementen met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen omvat, waarbij de afstand van de uiteinden van de benen van genoemd steunprofiel overeen komt met de afstand tussen de steunvoeten van genoemd dwarsprofiel.
2. Kit volgens conclusie 1, waarbij het dwarsprofiel tussen beide benen een afgeronde tophoek Yt omvat.
3. Kit volgens één van de voorgaande conclusies 1-2, waarbij de afronding van de tophoek Yt een concaaf reces omvat, waarbij het concaaf reces (82) geschikt voor het fixeren van een dwarsdraad.
4. Kit volgens één van de voorgaande conclusies 1-5, waarbij de steunvoeten elk een concave uitsparing omvatten, waarbij genoemde concave uitsparing bij voorkeur overeenkomt met de uiteinden van de benen van het steunprofiel.

BE2018/5252
5. Kit volgens één van de voorgaande conclusie 1-6, waarbij elke steunvoet een eerste, buitenste fixeerrand (85) omvat, waarbij de afstand tussen beide buitenste fixeerranden groter is dan de afstand tussen de uiteinden van de benen van het steunprofiel.
6. Kit volgens één van de voorgaande conclusie 1-7, waarbij elke steunvoet een tweede, binnenste fixeerrand (86) omvat, waarbij de afstand tussen beide binnenste fixeerranden kleiner is dan de afstand tussen de uiteinden van de benen van het steunprofiel.
7. Kit volgens één van de voorgaande conclusies 2-7, waarbij de tophoek Yt van de doorsnede van het dwarsprofiel is afgerond, waarbij de afgeronde tophoek Yi minstens twee steunpunten (81) evenwijdig met de basis, zijnde het vlak waarin de steunvoeten liggen, omvat.
8. Kit volgens één van de voorgaande conclusies 2-8, waarbij het steunprofiel tussen de twee benen minstens twee steunpunten (81) evenwijdig met de basis, zijnde het vlak waarin de steunvoeten liggen, omvat.
9. Kit volgens één van de voorgaande conclusies 1-8, waarbij het dwarsprofiel gekarakteriseerd wordt door een maximale hoogte L_{l max} en waarbij het steunprofiel gekarakteriseerd wordt door een maximale hoogte L_2;max, waarbij de maximale hoogte de maximale, loodrechte afstand is tussen de basis en de top van het respectievelijke profiel is, en waarbij L_1;tTiax en L_2;maxbij voorkeur verschillend zijn.
10. Kit volgens één van de voorgaande conclusies 2-9, waarbij minstens één dwarsprofiel voorzien is voor het omklemmen van een dwarsdraad nabij de tophoek, waarbij de dwarsprofielen gekarakteriseerd worden door een minimale hoogte L_{l min} en waarbij de steunprofielen gekarakteriseerd worden door een minimale hoogte L_{2 min}, waarbij de minimale hoogte de kleinste afstand tussen de basis en de afgeronde tophoek inclusief een mogelijk reces van het respectievelijke profiel is, en waarbij L_1;min en L_2;min bij voorkeur verschillend zijn.

BE2018/5252
11. Dwarsprofiel (8), geschikt voor het inklemmen van lamellen (5) in een bestaand draadraster (2), zijnde een longitudinale element met een dwarsdoorsnede, waarbij de dwarsdoorsnede twee benen (83) omvat, met als kenmerk, dat beide uiteinden van de benen voorzien zijn van een steunvoet (84).
12. Dwarsprofiel volgens conclusie 11, waarbij het dwarsprofiel tussen de twee benen (83) minstens twee steunpunten (81) evenwijdig met de basis, zijnde het vlak waarin de steunvoeten liggen, omvat.
13. Dwarsprofiel volgens één van de voorgaande conclusies 11-12, waarbij het dwarsprofiel tussen beide benen voorzien is van minstens één concaaf reces (82) dat geschikt is voor het opnemen van een dwarsdraad.
14. Dwarsprofiel volgens één van de voorgaande conclusies 11-13, waarbij de steunvoeten langs de zijde overstaand aan de benen van een concave uitsparing zijn voorzien.
15. Dwarsprofiel volgens één van de voorgaande conclusies 11-14, waarbij het dwarsprofiel aan elke steunvoet voorzien is van minstens één fixeerrand (85, 86), zijnde een longitudinale protrusie.