BE1025206B1

BE1025206B1 - Mounting device for a nozzle arrangement and nozzle arrangement

Info

Publication number: BE1025206B1
Application number: BE2017/0053A
Authority: BE
Inventors: Bart Lecluyse; Bram Degraeve
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 2017-05-11
Filing date: 2017-05-11
Publication date: 2018-12-12
Also published as: BE1025206A1; EP3622104A1; CN110582597B; EP3622104B1; WO2018206238A1; CN110582597A

Abstract

Mondstukopstelling en monteerinrichting voor het monteren van een mondstukopstelling (1) op een luchtstraalweefmachine, de monteerinrichting (5) bevattende een geleidingshuls (23) met een geleidingsuitsparing (25) met minstens N zijvlakken (55), en een voorste mondstuksteun (16) met een positioneringsdeel (17) met minstens N contactvlakken (51), waarbij het positioneringsdeel (17) in de geleidingsuitsparing (25) is aangebracht, waarbij in een richting dwars op het insertiekanaal (11), het positioneringsdeel (17) binnen de geleidingsuitsparing (25) in N insertieposities die elk geassocieerd zijn met één van de N insertiemondstukken (15) beweegbaar is, en waarbij in elke insertiepositie van de N insertieposities een paar van twee niet-evenwijdige contactvlakken (51) tegen zijvlakken (55) van de geleidingsuitsparing (25) aanligt en één van de N insertiemondstukken (15) in zijn gebruikspositie ten opzichte van het insertiekanaal (11) wordt gebracht.Nozzle arrangement and mounting device for mounting a nozzle arrangement (1) on an air jet weaving machine, the mounting device (5) comprising a guide sleeve (23) with a guide recess (25) with at least N side faces (55), and a front nozzle support (16) with a positioning part (17) with at least N contact surfaces (51), the positioning part (17) being arranged in the guide recess (25), wherein in a direction transverse to the insertion channel (11), the positioning part (17) within the guide recess (25) is movable in N insertion positions each associated with one of the N insertion nozzles (15), and wherein in each insertion position of the N insertion positions a pair of two non-parallel contact surfaces (51) against side surfaces (55) of the guide recess (25) and one of the N insertion nozzles (15) is brought into its position of use relative to the insertion channel (11).

Description

TECHNISCH GEBIED EN STAND VAN DE TECHNIEK.TECHNICAL FIELD AND PRIOR ART.

op een verder een [0001] De uitvinding betreft een monteerinrichting voor het monteren van een mondstukopstelling luchtstraalweefmachine. De uitvinding betreft mondstukopstelling met een monteerinrichting.The invention relates to a mounting device for mounting a nozzle arrangement air-jet weaving machine. The invention relates to nozzle arrangement with a mounting device.

inslagdraden naar de [0002] Bij luchtstraalweefmachines worden getransporteerd vanaf een insertiezijde tegenoverliggende zijde in een insertiekanaal van een riet dat op de weeflade is gemonteerd. Tijdens het weven worden verschillende inslagdraden opeenvolgend ingebracht, bijvoorbeeld inslagdraden die van kleur verschillen. Hiertoe is het gekend om meerdere mondstukken te voorzien, waarvan elk bedoeld is voor de insertie van één geassocieerde inslagdraad. In de context van de aanvraag worden de meerdere mondstukken aangeduid als mondstukopstelling. Het is gekend om alle mondstukken vast in positie aan te brengen, waarbij de positie zo wordt gekozen dat alle voorste einden van de mondstukken steeds zo goed mogelijk zijn uitgelijnd met het insertiekanaal. Verder zijn mondstukopstellingen gekend, waarbij de mondstukken en/of voorste einden van de mondstukken beweegbaar op de weeflade zijn gemonteerd om de positie van het voorste eind van een mondstuk, dit betekent het voorste uitlaateinde van een mondstuk, in gebruik met het insertiekanaal aan te passen. In de context van de aanvraag wordt de aangepaste positie van eenweft threads to the air jet weaving machines are transported from an insertion side opposite to an insertion channel of a reed mounted on the weaving drawer. During the weaving, different weft threads are introduced in succession, for example weft threads that differ in color. To this end, it is known to provide a plurality of nozzles, each of which is intended for the insertion of one associated weft thread. In the context of the application, the multiple nozzles are referred to as the nozzle arrangement. It is known to fix all nozzles in position, the position being chosen so that all front ends of the nozzles are always aligned as well as possible with the insertion channel. Further, nozzle arrangements are known in which the nozzles and / or front ends of the nozzles are movably mounted on the weaving drawer to adjust the position of the front end of a nozzle, i.e., the front outlet end of a nozzle, in use with the insertion channel . In the context of the application, the adjusted position of a

BE2017/0053 voorste einde van een mondstuk voor een insertie als gebruikspositie aangeduid. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de gebruikspositie in het verlengde van het insertiekanaal. Andere gebruiksposities zijn echter denkbaar.BE2017 / 0053 front end of a nozzle for an insertion is designated as the position of use. In preferred embodiments, the position of use is in line with the insertion channel. However, other usage positions are conceivable.

[0003] US 4,962,795 toont een mondstukopstelling en een monteerinrichting voor de mondstukopstelling, met een voorste mondstuksteun bevattende een positioneringsdeel dat in een geleidingsuitsparing is aangebracht, en een pneumatische zuigercilinderinrichting die een zuigerstang heeft die de onderzijde van het positioneringsdeel tegenhoudt. Een beweging van de zuigerstang verplaatst het positioneringsdeel binnen de geleidingsuitsparing voor een aanpassing van mondstuk uitlaten ten opzichte van een insertiekanaal van een riet. Een achterste einde of inlaateinde van de mondstukopstelling is met behulp van een veer elastisch element gemonteerd.US 4,962,795 shows a nozzle arrangement and a mounting arrangement for the nozzle arrangement, with a front nozzle support including a positioning member disposed in a guide recess, and a pneumatic piston-cylinder device that has a piston rod that holds the underside of the positioning member. A movement of the piston rod displaces the positioning member within the guide recess for an adjustment of nozzle outlets relative to a reed insertion channel. A rear end or inlet end of the nozzle arrangement is mounted by means of a spring elastic element.

[0004] US 4,703,778 toont een mondstukopstelling voor een weefmachine die een weeflade en een riet met daarin een •US 4,703,778 shows a nozzle arrangement for a weaving machine that includes a weaving drawer and a reed containing a

insertiekanaal heeft, voornoemde mondstukopstelling bevattende: meerdere paren mondstukken, elk mondstuk heeft een achtereinde dat in een mondstuklichaam eindigt en heeft een voorste einde dat in een afvoeropening eindigt; eerste monteermiddelen voor het wentelbaar monteren van voornoemd mondstuklichaam op de weeflade van een weefgetouw met voornoemde mondstuk voorste einden wentelbaar in een verticale richting; pneumatische aandrijfmiddelen; drukveermiddelen; tweede monteermiddelen voor het monteren van voornoemde mondstuk voorste einden op de weeflade met één van voornoemde paren van voornoemde afvoeropeningeninsertion channel, said nozzle arrangement comprising: a plurality of pairs of nozzles, each nozzle having a rear end that ends in a nozzle body and has a front end that ends in a discharge opening; first mounting means for rotatably mounting said nozzle body to the weaving drawer of a loom with said nozzle leading ends rotatable in a vertical direction; pneumatic drive means; compression spring means; second mounting means for mounting said nozzle front ends to the weaving drawer with one of said pairs of said discharge openings

B E2017/0053 hoofdzakelijk uitgelijnd met het insertiekanaal, met de mondstukken van elk paar dicht naast elkaar en in horizontale rijen uitgelijnd, en met de paren dicht naast elkaar in twee verticale rijen, voornoemde tweede monteermiddelen die voornoemde mondstuk voorste einden tussen en hoofdzakelijk uitgelijnd met voornoemde pneumatische aandrijfmiddelen en voornoemde drukveermiddelen positioneren; en actuatormiddelen die voornoemde pneumatische aandrijfmiddelen sturen voor het bewegen van voornoemde mondstuk voorste einden verticaal tegen de kracht van voornoemde drukveermiddelen, waardoor voornoemde mondstuk voorste einden verticaal worden gewenteld om voornoemde mondstukken te bewegen tussen posities die elk van voornoemde paren afvoeropeningen met het insertiekanaal verticaal uitlijnen, die toelaten om voornoemde paren mondstukken voor het afvoeren van inslagdraden vanuit de mondstukken van het uitgelijnde paar in het insertiekanaal te positioneren.B E2017 / 0053 substantially aligned with the insertion channel, with the nozzles of each pair closely aligned and in horizontal rows, and with the pairs closely adjacent each other in two vertical rows, said second mounting means leading said nozzle forward ends between and substantially aligned with positioning said pneumatic drive means and said pressure spring means; and actuator means controlling said pneumatic drive means for moving said front end nozzle vertically against the force of said pressure spring means, whereby said front end nozzle is vertically rotated to move said nozzles vertically between positions that each of said pairs of discharge openings align with the insertion channel, allowing to position said pairs of nozzles for discharging weft threads from the nozzles of the aligned pair in the insertion channel.

[0005] US 4,572,246 toont een mondstukopstelling bevattende meerdere mondstukken, in het bijzonder vier mondstukken, die in een bundel zijn samen gebracht en door een lichaam worden gedragen, voornoemd lichaam is op twee steunen gemonteerd die op 90° van elkaar zijn aangebracht, en twee actuatoren die elk aangepast zijn om werkzaam te zijn om voornoemde steunen een rechtlijnige beweging in één richting te geven, waarbij de twee actuatoren gelijktijdig of apart werkzaam kunnen zijn voor het positioneren van het lichaam in een vlak loodrecht op de insertierichting.US 4,572,246 shows a nozzle arrangement comprising a plurality of nozzles, in particular four nozzles, brought together in a bundle and carried by a body, said body being mounted on two supports arranged 90 ° apart, and two actuators each adapted to be operative to give said supports a linear movement in one direction, the two actuators being able to act simultaneously or separately to position the body in a plane perpendicular to the insertion direction.

BE2017/0053BE2017 / 0053

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING.SUMMARY OF THE INVENTION.

[0006] Het is een doel van de huidige uitvinding te voorzien in een monteerinrichting voor het monteren van een mondstukopstelling op een luchtstraalweefmachine en een mondstukopstelling met een monteerinrichting, waarbij de positie van een positioneringsdeel van een voorste mondstuksteun betrouwbaar kan worden aangepast om een geselecteerde voorste uitlaateinde van één van N insertiemondstukken in een gebruikspositie ten opzichte van een insertiekanaal van een riet te brengen.It is an object of the present invention to provide a mounting device for mounting a nozzle arrangement on an air jet weaving machine and a nozzle arrangement with a mounting device, wherein the position of a positioning member of a front nozzle support can be reliably adjusted to a selected front to place the outlet end of one of N insertion nozzles in a position of use relative to an insertion channel of a reed.

[0007] Volgens een eerste aspect, wordt een monteerinrichting voor het monteren van een mondstukopstelling bevattende N insertiemondstukken, waarbij N minstens drie is, op een luchtstraalweefmachine bevattende een riet met een insertiekanaal voorzien, de monteerinrichting bevattende een geleidingshuls met een geleidingsuitsparing die een veelhoekige dwarsdoorsnede met minstens N zijvlakken heeft, en een voorste mondstuksteun voor het ondersteunen van voorste einden van de N insertiemondstukken met een positioneringsdeel dat een veelhoekige dwarsdoorsnede met minstens N contactvlakken heeft, waarbij het positioneringsdeel in de geleidingsuitsparing is aangebracht, waarbij in een richting dwars op het insertiekanaal, het positioneringsdeel binnen de geleidingsuitsparing in N insertieposities die elk geassocieerd zijn met één van de N insertiemondstukken beweegbaar is, waarbij in elke insertiepositie van de N insertieposities een paar van twee niet-evenwijdige contactvlakken tegen zijvlakken van de geleidingsuitsparing aanligt en één van de N insertiemondstukken in zijnAccording to a first aspect, a mounting device for mounting a nozzle arrangement containing N insertion nozzles, where N is at least three, is provided on an air jet weaving machine containing a reed having an insertion channel, the mounting device comprising a guide sleeve with a guide recess having a polygonal cross section with at least N side faces, and a front nozzle support for supporting front ends of the N insert nozzles with a positioning member having a polygonal cross-section with at least N contact faces, the positioning member being disposed in the guide recess, with a direction transverse to the insertion channel , the positioning member within the guide recess in N insertion positions each associated with one of the N insertion nozzles is movable, with in each insertion position of the N insertion positions a pair of two non-parallel contact surfaces against side faces abuts the guide recess and one of the N insertion nozzles is in

BE2017/0053 gebruikspositie ten opzichte van het insertiekanaal wordt gebracht, in het bijzonder een voorste einde van één van de N insertiemondstukken in zijn gebruikspositie ten opzichte van het insertiekanaal wordt gebracht.BE2017 / 0053 position of use with respect to the insertion channel, in particular a front end of one of the N insertion nozzles is brought into its position of use with respect to the insertion channel.

[0008] De monteerinrichting bevat bij voorkeur een rietsteun voor het koppelen van de monteerinrichting in een geselecteerde axiale positie aan het riet. De voorste einden van de mondstukken zijn binnen een beperkt bereik beweegbaar in een richting dwars op het insertiekanaal om een voorste einde van een geselecteerde één van de insertiemondstukken in een gebruikspositie te brengen.The mounting device preferably includes a reed support for coupling the mounting device in a selected axial position to the reed. The front ends of the nozzles are movable within a limited range in a direction transverse to the insertion channel to bring a front end of a selected one of the insertion nozzles into a position of use.

[0009] In de context van de aanvraag, wordt de uitdrukking richting dwars op het insertiekanaal gebruikt voor elke richting in een vlak loodrecht op de insertierichting. Bijvoorbeeld is het positioneringsdeel beweegbaar in een verticale richting, in een horizontale richting of in een richting die een verticale en een horizontale component heeft. Elke gebruikspositie is onafhankelijk van de andere gebruiksposities en is zo gekozen dat het geassocieerde insertiemondstuk op een beste manier wordt gepositioneerd.In the context of the application, the expression direction transverse to the insertion channel is used for each direction in a plane perpendicular to the insertion direction. For example, the positioning member is movable in a vertical direction, in a horizontal direction or in a direction that has a vertical and a horizontal component. Each usage position is independent of the other usage positions and is selected so that the associated insertion nozzle is positioned in a best way.

[0010] In voorkeurstoepassingen van de monteerinrichting, wordt een voorste einde van een insertiemondstuk voor de insertie van een volgende inslagdraad in zijn gebruikspositie ten opzichte van het insertiekanaal in het riet gebracht net voor de insertie en wordt, bij voorkeur, in zijn gebruikspositie gehouden tot de ingebrachte inslagdraad door de kettingdraden wordt gebonden. Daarna wordt het voorste einde van het volgendeIn preferred applications of the mounting device, a leading end of an insertion nozzle for insertion of a subsequent weft thread is inserted into its reed position with respect to the insertion channel just before insertion and is, preferably, held in its position of use until the inserted weft thread is bound by the warp threads. Then the front end becomes the next

B E2017/0053 insertiemondstuk voor de insertie van een volgende inslagdraad in zijn gebruikspositie gebracht. De momenten voor het herpositioneren van de voorste einden van de insertiemondstukken kan in een stuureenheid worden ingesteld.B E2017 / 0053 insertion nozzle for insertion of a subsequent weft thread brought into its position of use. The moments for repositioning the front ends of the insert nozzles can be set in a control unit.

[0011] In elke insertiepositie ligt het positioneringsdeel met twee niet-evenwijdige contactvlakken aan tegen zijvlakken van de geleidingsuitsparing. Hierdoor is een nauwkeurige positionering herhaaldelijk mogelijk en onafhankelijk van variaties in krachten die uitgeoefend worden om het positioneringsdeel te bewegen.In each insertion position, the positioning member with two non-parallel contact surfaces abuts side surfaces of the guide recess. This makes accurate positioning repeatedly possible and independent of variations in forces exerted to move the positioning member.

[0012] De dwarsdoorsnede van het positioneringsdeel en de dwarsdoorsnede van de geleidingsuitsparing hebben in voorkeurdragende uitvoeringsvormen geometrische gelijkvormigheid, dit betekent dat ze dezelfde vorm hebben maar verschillen in grootte en dat de dwarsdoorsnede van de geleidingsuitsparing uit de dwarsdoorsnede van het positioneringsdeel kan verkregen worden door de dwarsdoorsnede van het positioneringsdeel gelijkmatig te vergroten.In preferred embodiments, the cross-section of the positioning member and the cross-section of the guide recess have geometric similarity, this means that they have the same shape but differ in size and that the cross-section of the guide recess can be obtained from the cross-section of the positioning member by the evenly increase the cross section of the positioning member.

[0013] De monteerinrichting is in het bijzonder geschikt voor mondstukopstellingen bevattende vier insertiemondstukken, waarbij een compact systeem is voorzien. Bovendien is de monteerinrichting ook geschikt voor mondstukopstellingen die drie, vijf, zes, zeven, acht, négen of zelfs meer insertiemondstukken hebben. In geval de mondstukopstelling bijvoorbeeld drie insertiemondstukken bevat, worden een geleidingsuitsparing en een positioneringsdeel voorzien die beide een driehoekige dwarsdoorsnede met geometrische gelijkvormigheid hebben. Hierdoor kan het positioneringsdeel inThe mounting device is particularly suitable for nozzle arrangements containing four insertion nozzles, wherein a compact system is provided. Moreover, the mounting device is also suitable for nozzle arrangements that have three, five, six, seven, eight, nine or even more insertion nozzles. For example, if the nozzle arrangement includes three insert nozzles, a guide recess and a positioning member are provided, both of which have a triangular cross-section with geometric similarity. This allows the positioning part to enter

B E2017/0053 elk van de drie hoeken van de driehoekige geleidingsuitsparing worden bewogen, waarbij twee contactvlakken de hoek insluiten die aanligt tegen twee zijvlakken van de geleidingsuitsparing.Each of the three corners of the triangular guide recess are moved, with two contact faces enclosing the corner that abuts two side faces of the guide recess.

[0014] In een uitvoeringsvorm verschillen de hoeken tussen de geassocieerde twee niet-evenwijdige contactvlakken die aanliggen tegen zijvlakken van de geleidingsuitsparing bij verschillende insertieposities. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, is elk paar contactvlakken dat aanligt tegen zijvlakken in een insertiepositie onder een hoek cc = (N-2)/N x 180° aangebracht en is het geassocieerde paar zijvlakken onder dezelfde hoek oc aangebracht. Met andere woorden, de contactvlakken en de zijvlakken zijn elk langs gelijkhoekige veelhoeken aangebracht.In one embodiment, the angles differ between the associated two non-parallel contact surfaces that abut against lateral surfaces of the guide recess at different insertion positions. In a preferred embodiment, each pair of contact surfaces abutting against side surfaces in an insertion position is arranged at an angle cc = (N-2) / N x 180 ° and the associated pair of side surfaces is arranged at the same angle oc. In other words, the contact surfaces and the side surfaces are each arranged along rectangular polygons.

[0015] In een uitvoeringsvorm, in alternatief of in aanvulling, zijn de veelhoeken gelijkzijdig, dit betekent alle zijden van éénIn one embodiment, in alternative or in addition, the polygons are equilateral, this means all sides of one

veelhoek hebben have polygon dezelfde the same lengte. In voorkeurdragende length. In preferred uitvoeringsvormen embodiments is is de the dwarsdoorsnede cross section van from het it positioneringsdeel positioning part en and de the dwarsdoorsnede cross section van from de the geleidingsuitsparing guiding recess een a regelmatige veelhoek, dit regular polygon, this betekent means een a

veelhoek die gelijkhoekig en gelijkzijdig is.polygon that is rectangular and equilateral.

[0016] In een uitvoeringsvorm ontmoeten contactvlakken van elk paar contactvlakken die aanliggen tegen zijvlakken in een insertiepositie en/of overeenkomstige zijvlakken in een toppunt.In one embodiment, contact surfaces of each pair of contact surfaces meet that abut against side surfaces in an insertion position and / or corresponding side surfaces in a top point.

[0017] In alternatief ontmoeten contactvlakken van elk paar contactvlakken die aanliggen tegen zijvlakken in een insertiepositie en/of overeenkomstige zijvlakken in afgeknotteAlternatively, contact surfaces of each pair of contact surfaces abut against side surfaces in an insertion position and / or corresponding side surfaces in truncated

BE2017/0053 hoeken. De afgeknotte hoeken zijn voordelig om een mechanische over-bepaling ten gevolge van machine toleranties te vermijden. Door het voorzien van afgeknotte hoeken kunnen bovendien krachtopneemvlakken worden gevormd, zoals hieronder in meer detail wordt beschreven.BE2017 / 0053 corners. The truncated angles are advantageous to avoid mechanical over-determination due to machine tolerances. By providing truncated corners, force-receiving surfaces can moreover be formed, as described in more detail below.

[0018] De insertiemondstukken zijn in voorkeurdragende uitvoeringsvormen aan hoeken van een imaginaire veelhoek aangebracht, in het bijzonder een imaginaire regelmatige veelhoek. In een uitvoeringsvorm bevat de mondstukopstelling enkel de N insertiemondstukken. In andere uitvoeringsvormen zijn additionele mondstukken voorzien, waarbij de additionele mondstukken ook in een gebruikspositie kunnen worden gebracht. De gebruikspositie van de additionele mondstukken wordt echter niet bepaald door twee niet-evenwijdige contactvlakken die tegen zijvlakken van de geleidingsuitsparing aanliggen. Een voorbeeld van een additioneel mondstuk is een centraal mondstuk dat in het centrum van het positioneringsdeel is aangebracht. Het ontwerp en/of de functie van het additioneel mondstuk of van de additionele mondstukken is in een uitvoeringsvorm identiek als dat van de N insertiemondstukken. Vandaar worden in de context van de aanvraag de additionele mondstukken ook als additionele insertiemondstukken aangeduid.In preferred embodiments, the insertion nozzles are arranged at corners of an imaginary polygon, in particular an imaginary regular polygon. In one embodiment, the nozzle arrangement contains only the N insertion nozzles. In other embodiments, additional nozzles are provided, wherein the additional nozzles can also be brought into a position of use. The position of use of the additional nozzles, however, is not determined by two non-parallel contact surfaces which abut against side surfaces of the guide recess. An example of an additional nozzle is a central nozzle which is arranged in the center of the positioning member. The design and / or function of the additional nozzle or of the additional nozzles is, in one embodiment, identical to that of the N insertion nozzles. Hence, in the context of the application, the additional nozzles are also referred to as additional insert nozzles.

[0019] In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de N insertiemondstukken aan hoeken van een imaginaire regelmatige veelhoek aangebracht, waarbij in het bijzonder minstens één additioneel mondstuk binnenin de imaginaire regelmatige veelhoek is voorzien.In a preferred embodiment, the N insertion nozzles are arranged at corners of an imaginary regular polygon, wherein in particular at least one additional nozzle is provided within the imaginary regular polygon.

BE2017/0053 [0020] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen, bevat de monteerinrichting verder een actuatorinrichting, welke actuatorinrichting is aangebracht om het positioneringsdeel in geselecteerde van de N insertieposities geassocieerd met één van de N insertiemondstukken te dwingen. De actuatorinrichting bevat in een uitvoeringsvorm elektro-magnetische middelen om het positioneringsdeel magnetisch aan te trekken, daarbij het positioneringsdeel in een geselecteerde positie te dwingen.BE2017 / 0053 In preferred embodiments, the mounting device further comprises an actuator device, which actuator device is arranged to force the positioning member into selected one of the N insertion positions associated with one of the N insertion nozzles. In one embodiment, the actuator device comprises electromagnetic means for magnetically attracting the positioning member, thereby forcing the positioning member into a selected position.

[0021] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen bevat de actuatorinrichting N lineaire actuatoren, waarbij elke lineaire actuator aangebracht is om het positioneringsdeel in een geselecteerde één van de N insertieposities geassocieerd met één van de N insertiemondstukken te dwingen. In geval de mondstukopstelling verder additionele mondstukken bevat, kunnen in een uitvoeringsvorm, twee of meer van de N lineaire actuatoren aangedreven worden om het positioneringsdeel in een insertiepositie geassocieerd met de additionele mondstukken te dwingen.In preferred embodiments, the actuator device includes N linear actuators, each linear actuator being arranged to force the positioning member into a selected one of the N insertion positions associated with one of the N insertion nozzles. In case the nozzle arrangement further includes additional nozzles, in one embodiment, two or more of the N linear actuators can be driven to force the positioning member into an insertion position associated with the additional nozzles.

[0022] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen bevat elke lineaire actuator minstens één zuiger-cilinderactuator, bij voorkeur twee of drie zuiger-cilinderactuatoren. De zuiger-cilinderactuatoren zijn bij voorkeur pneumatische zuiger-cilinderactuatoren. Uitvoeringsvormen met elektrische en/of hydraulische actuatoren zijn echter ook denkbaar. Door meerdere zuiger-cilinderactuatoren te voorzien kan de grootte van elke zuiger-cilinderactuator worden gereduceerd, terwijl toch een voldoende kracht voor het bewegen van het positioneringsdeel wordt voorzien.In preferred embodiments, each linear actuator includes at least one piston-cylinder actuator, preferably two or three piston-cylinder actuators. The piston-cylinder actuators are preferably pneumatic piston-cylinder actuators. However, embodiments with electric and / or hydraulic actuators are also conceivable. By providing a plurality of piston-cylinder actuators, the size of each piston-cylinder actuator can be reduced, while still providing a sufficient force for moving the positioning member.

B E2017/0053 [0023] In de insertieposities geassocieerd met de insertiemondstukken liggen de twee niet-evenwijdige contactvlakken aan tegen zijvlakken van de geleidingsuitsparing. De twee niet-evenwijdige contactvlakken sluiten bij voorkeur een hoekgebied in. Een kracht wordt op een oppervlak van het positioneringsdeel tegenover het hoekgebied uitgeoefend. In geval N een oneven getal is, en het positioneringsdeel de vorm van een regelmatige veelhoek heeft, is een vlak oppervlak tegenover elk hoekgebied voorzien, welk vlak oppervlak voor het opnemen van een kracht kan worden gebruikt. In geval N een even getal is, en het positioneringsdeel de vorm van een regelmatige veelhoek heeft, zijn verdere hoekgebieden tegenover elk hoekgebied voorzien. Zoals hierboven in een uitvoeringsvorm beschreven, ontmoeten contactvlakken van elk paar contactvlakken die aanliggen tegen zijvlakken in een insertiepositie en/of geassocieerde zijvlakken in afgeknotte hoeken. Als gevolg van de afknotting, worden vlakke oppervlakken gevormd die als krachtopneemvlakken kunnen worden gebruikt.B E2017 / 0053 In the insertion positions associated with the insertion nozzles, the two non-parallel contact surfaces abut the side surfaces of the guide recess. The two non-parallel contact surfaces preferably enclose a corner region. A force is applied to a surface of the positioning member opposite the corner region. In case N is an odd number, and the positioning member is in the form of a regular polygon, a flat surface opposite each corner region is provided, which flat surface can be used to absorb a force. In case N is an even number, and the positioning part has the shape of a regular polygon, further corner regions opposite each corner region are provided. As described above in one embodiment, contact faces of each pair of contact faces abut against side faces in an insertion position and / or associated side faces in truncated corners. As a result of the truncation, flat surfaces are formed which can be used as force-receiving surfaces.

[0024] In een alternatieve uitvoeringsvorm is de voorste mondstuksteun voorzien van een kracht opneemdeel met N kracht opneemvlakken voor het opnemen van een kracht van een lineaire actuator geassocieerd met één van de N insertiemondstukken.In an alternative embodiment, the front nozzle support is provided with a force receiving member with N force receiving surfaces for receiving a force from a linear actuator associated with one of the N insertion nozzles.

[0025] In geval N een even getal is en de dwarsdoorsnede van het kracht opneemdeel en de dwarsdoorsnede van het positioneringsdeel regelmatige veelhoeken zijn met geometrische gelijkvormigheid, is het kracht opneemdeel in eenIn case N is an even number and the cross-section of the force-receiving part and the cross-section of the positioning part are regular polygons with geometric similarity, the force-receiving part is in a

B E2017/0053 uitvoeringsvorm aangebracht met een hoekverschil tot het positioneringsdeel. Het hoekverschil is bij voorkeur ß = 180°/N.B E2017 / 0053 embodiment arranged with an angle difference to the positioning part. The angular difference is preferably β = 180 ° / N.

[0026] De monteerinrichting bevat in een uitvoeringsvorm verder een achterste geleidingshuls met een geleidingsuitsparing en een achterste mondstuksteun voor het ondersteunen van achterste einden van de N insertiemondstukken. In een uitvoeringsvorm wordt de achterste mondstuksteun identiek of vergelijkbaar met de voorste mondstuksteun gevormd, waarbij de insertiemondstukken evenwijdig verplaatst worden door middel van de voorste mondstuksteun en de achterste mondstuksteun. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is de achterste mondstuksteun een passieve inrichting, waarbij de achterste mondstuksteun in de achterste geleidingshuls is ondersteund met behulp van minstens één elastisch vervormbaar element.In one embodiment, the mounting device further comprises a rear guide sleeve with a guide recess and a rear nozzle support for supporting rear ends of the N insertion nozzles. In one embodiment, the rear nozzle support is formed identically or similar to the front nozzle support, the insertion nozzles being displaced parallel by means of the front nozzle support and the rear nozzle support. In preferred embodiments, the rear nozzle support is a passive device, the rear nozzle support being supported in the rear guide sleeve with the aid of at least one elastically deformable element.

[0027] In een uitvoeringsvorm hebben de achterste mondstuksteun en de geleidingsuitsparing van de achterste geleidingshuls elk een minstens hoofdzakelijk rechthoekige dwarsdoorsnede.In one embodiment, the rear nozzle support and the guide recess of the rear guide sleeve each have an at least substantially rectangular cross section.

[0028] Volgens een uitvoeringsvorm is de achterste mondstuksteun in de achterste geleidingshuls ondersteund met behulp van minstens één elastisch vervormbaar element, bij voorkeur een elastisch vervormbaar element dat de vorm van een cilinder heeft, bij voorkeur de vorm van een cirkelvormige cilinder, welk minstens één elastisch vervormbaar element tussen de achterste mondstuksteun en de geleidingsuitsparing van de achterste geleidingshuls is gedrukt. Bij het bewegen van de voorste mondstuksteun in een geselecteerde positie, wordt deAccording to an embodiment, the rear nozzle support in the rear guide sleeve is supported with the aid of at least one elastically deformable element, preferably an elastically deformable element which has the shape of a cylinder, preferably the shape of a circular cylinder, which has at least one elastically deformable element is pressed between the rear nozzle support and the guide recess of the rear guide sleeve. When moving the front nozzle support to a selected position, the

B E2017/0053 achterste mondstuksteun gekanteld. Het elastisch vervormbaar element dat de vorm van een cilinder heeft, laat een draaibeweging van de achterste mondstuksteun om de cilinderas toe. Hierdoor kan de achterste mondstuksteun eenvoudig gekanteld worden bij het bewegen van de voorste mondstuksteun en, vergeleken met steunen die een rechthoekig rubberen element hebben, is minder kracht vereist voor het bewegen van de voorste mondstuksteun in zijn gebruikspositie.B E2017 / 0053 rear nozzle support tilted. The elastically deformable element in the form of a cylinder allows a rotational movement of the rear nozzle support about the cylinder axis. This allows the rear nozzle support to be easily tilted when moving the front nozzle support and, compared to supports having a rectangular rubber element, less force is required to move the front nozzle support in its position of use.

[0029] In een uitvoeringsvorm hebben de achterste mondstuksteun en de geleidingsuitsparing van de achterste geleidingshuls elk een minstens hoofdzakelijk rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de achterste mondstuksteun in de achterste geleidingshuls wordt ondersteund met behulp van vier elastisch vervormbare elementen, in het bijzonder vier rubberen elementen, die de vorm van een cilinder hebben, in het bijzonder de vorm van een cirkelvormige cilinder, welke elastisch vervormbare elementen tussen de achterste mondstuksteun en de geleidingsuitsparing van de achterste geleidingshuls zijn gedrukt, in het bijzonder vier elastisch vervormbare elementen aangebracht in een vierkant.In one embodiment, the rear nozzle support and the guide recess of the rear guide sleeve each have an at least substantially rectangular cross-section, the rear nozzle support in the rear guide sleeve being supported by means of four elastically deformable elements, in particular four rubber elements, which have the shape of a cylinder, in particular the shape of a circular cylinder, which elastically deformable elements are pressed between the rear nozzle support and the guide recess of the rear guide sleeve, in particular four elastically deformable elements arranged in a square.

[0030] Volgens een tweede aspect, wordt een mondstukopstelling op een luchtstraalweefmachine bevattende een riet met een insertiekanaal voorzien, de mondstukopstelling bevattende N insertiemondstukken, waarbij N minstens drie is, en een monteerinrichting bevattende een geleidingshuls met een geleidingsuitsparing die een veelhoekige dwarsdoorsnede heeft met minstens N zijvlakken, en een voorste mondstuksteun voor het ondersteunen van voorste einden van de NAccording to a second aspect, a nozzle arrangement is provided on an air jet weaving machine containing a reed having an insertion channel, the nozzle arrangement including N insertion nozzles, where N is at least three, and a mounting device comprising a guide sleeve having a guide recess having a polygonal cross section with at least N side faces, and a front nozzle support for supporting front ends of the N

B E2017/0053 insertiemondstukken met een positioneringsdeel dat een veelhoekige dwarsdoorsnede heeft met minstens N contactvlakken, waarbij het positioneringsdeel in de geleidingsuitsparing is aangebracht, waarbij in een richting dwars op het insertiekanaal, het positioneringsdeel binnen de geleidingsuitsparing in N insertieposities die elk geassocieerd zijn met één van de N insertiemondstukken beweegbaar is, waarbij in elke insertiepositie van de N insertieposities een paar van twee niet-evenwijdige contactvlakken tegen zijvlakken van de geleidingsuitsparing aanligt en één van de N insertiemondstukken in zijn gebruikspositie ten opzichte van het insertiekanaal wordt gebracht.Insertion nozzles with a positioning member having a polygonal cross-section with at least N contact surfaces, the positioning member being disposed in the guide recess, with in a direction transverse to the insertion channel, the positioning member within the guide recess in N insertion positions each associated with one of the N insertion nozzles, wherein in each insertion position of the N insertion positions a pair of two non-parallel contact surfaces abuts side surfaces of the guide recess and one of the N insertion nozzles is brought into its position of use relative to the insertion channel.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN.BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS.

[0031] Hierna wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding in detail beschreven met verwijzing naar de tekeningen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid met dezelfde referentienummers.In the following, an embodiment of the invention is described in detail with reference to the drawings. Throughout the drawings the same elements are indicated with the same reference numbers.

Figuur 1 is een perspectiefaanzicht van een mondstukopstelling volgens een uitvoeringsvorm gemonteerd op een luchtstraalweefmachine met behulp van een monteerinrichting;Figure 1 is a perspective view of a nozzle arrangement according to an embodiment mounted on an air jet weaving machine using a mounting device;

Figuur 2 is een ontmanteld aanzicht van de mondstukopstelling van figuur 1;Figure 2 is a dismantled view of the nozzle arrangement of Figure 1;

Figuur 3 is een dwarsdoorsnede aanzicht van de mondstukopstelling van figuur 1 gezien vanuit een voorste einde van de mondstukopstelling;Figure 3 is a cross-sectional view of the nozzle arrangement of Figure 1 viewed from a front end of the nozzle arrangement;

Figuur 4 is een doorsnede zijaanzicht van de mondstukopstellingFigure 4 is a sectional side view of the nozzle arrangement

BE2017/0053 van figuur 1;BE2017 / 0053 of Figure 1;

Figuur 5 zijn schematische aanzichten van een monteerinrichting voor een mondstukopstelling van figuur 1 met vier mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale positie en in vier insertieposities;Figure 5 are schematic views of a mounting device for a nozzle arrangement of Figure 1 with four nozzles, with a positioning member of the mounting device in a central position and in four insertion positions;

Figuur 6 zijn schematische aanzichten van een monteerinrichting voor een mondstukopstelling met drie mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale positie en in drie insertieposities;Figure 6 are schematic views of a mounting device for a nozzle arrangement with three nozzles, with a positioning part of the mounting device in a central position and in three insertion positions;

Figuur 7 zijn schematische aanzichten van een monteerinrichting voor een mondstukopstelling met vijf mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale positie en in vijf insertieposities;Figure 7 are schematic views of a mounting device for a nozzle arrangement with five nozzles, with a positioning member of the mounting device in a central position and in five insertion positions;

Figuur 8 zijn perspectiefaanzichten van een monteerinrichting voor een mondstukopstelling met zes mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale positie en in zes insertieposities;Figure 8 are perspective views of a mounting device for a nozzle arrangement with six nozzles, with a positioning member of the mounting device in a central position and in six insertion positions;

Figuur 9 zijn schematische aanzichten van de monteerinrichting van figuur 8 voor een mondstukopstelling met zes mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale positie en in zes insertieposities;Figure 9 are schematic views of the mounting device of Figure 8 for a nozzle arrangement with six nozzles, with a positioning member of the mounting device in a central position and in six insertion positions;

Figuur 10 zijn schematische aanzichten van een monteerinrichting voor een mondstukopstelling met zeven mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale positie en in zeven insertieposities; enFigure 10 are schematic views of a mounting device for a nozzle arrangement with seven nozzles, with a positioning member of the mounting device in a central position and in seven insertion positions; and

B E2017/0053B E2017 / 0053

Figuur 11 zijn schematische aanzichten van een monteerinrichting voor een mondstukopstelling met acht mondstukken, met een positioneringsdeel van de monteerinrichting in een centrale insertiepositie en in zeven verdere insertieposities volgens de uitvinding.Figure 11 are schematic views of a mounting device for a nozzle arrangement with eight nozzles, with a positioning part of the mounting device in a central insertion position and in seven further insertion positions according to the invention.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN VAN DE UITVINDING.DETAILED DESCRIPTION OF EMBODIMENTS OF THE INVENTION.

[0032] Figuur 1 toont in een perspectiefaanzicht een mondstukopstelling 1 gemonteerd op een luchtstraalweefmachine met behulp van een monteerinrichting 5. Om de tekeningen gemakkelijker te begrijpen, worden enkel delen van de weefmachine getoond, namelijk de weeflade 7 en het riet 9 dat op de weeflade 7 is gemonteerd, zodat de details volgens de uitvinding duidelijker zijn. Zoals algemeen gekend, is het riet 9 voorzien van een insertiekanaal 11.Figure 1 shows in a perspective view a nozzle arrangement 1 mounted on an air-jet weaving machine with the aid of a mounting device 5. To make the drawings easier to understand, only parts of the weaving machine are shown, namely the weaving drawer 7 and the reed 9 that are on the weaving drawer 7 is mounted so that the details according to the invention are clearer. As is generally known, the reed 9 is provided with an insertion channel 11.

[0033] In de getoonde uitvoeringsvorm is een rietsteun 13 voorzien voor het koppelen van de monteerinrichting 5 van de mondstukopstelling 1 in een geselecteerde axiale positie langs de weeflade 7 aan het riet 9.In the embodiment shown, a reed support 13 is provided for coupling the mounting device 5 of the nozzle arrangement 1 in a selected axial position along the weaving drawer 7 to the reed 9.

[0034] De mondstukopstelling 1 getoond in figuur 1 bevat vier insertiemondstukken 15. Voorste einden van de insertiemondstukken 15 zijn gemonteerd aan een voorste mondstuksteun 16 die een positioneringsdeel 17 heeft. Achterste einden van de insertiemondstukken 15 zijn gemonteerd aan een achterste mondstuksteun 19. Aan de achterste mondstuksteun 19 zijn aansluitstukken 21 voor een toevoer van perslucht (nietThe nozzle arrangement 1 shown in Figure 1 contains four insertion nozzles 15. Front ends of the insertion nozzles 15 are mounted on a front nozzle support 16 which has a positioning member 17. Rear ends of the insert nozzles 15 are mounted on a rear nozzle support 19. At the rear nozzle support 19 are connectors 21 for a supply of compressed air (not

BE2017/0053 getoond) aan de insertiemondstukken 15 voorzien.BE2017 / 0053) on the insertion nozzles.

[0035] De monteerinrichting 5 bevat een voorste geleidingshuls 23 met een voorste geleidingsuitsparing 25 die aan een voorste einde van de monteerinrichting 5 is aangebracht, waarbij het positioneringsdeel 17 in de voorste geleidingsuitsparing 25 is aangebracht.The mounting device 5 comprises a front guide sleeve 23 with a front guide recess 25 which is arranged at a front end of the mounting device 5, the positioning part 17 being arranged in the front guide recess 25.

[0036] De monteerinrichting 5 bevat verder een achterste geleidingshuls 27 met een achterste geleidingsuitsparing 29, waarbij de achterste mondstuksteun 19 in de achterste geleidingsuitsparing 29 is aangebracht.The mounting device 5 further comprises a rear guide sleeve 27 with a rear guide recess 29, the rear nozzle support 19 being arranged in the rear guide recess 29.

[0037] De monteerinrichting 5 bevat verder een beschermkap 31 die de insertiemondstukken 15 omsluit. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de beschermkap 31 integraal, met andere woorden in één stuk, gevormd met het positioneringsdeel 17 en wordt aan zijn achterste einde aan de achterste mondstuksteun 19 geschroefd.The mounting device 5 further comprises a protective cap 31 which encloses the insertion nozzles 15. In the embodiment shown, the protective cap 31 is integrally formed, in other words in one piece, with the positioning part 17 and is screwed at its rear end to the rear nozzle support 19.

[0038] De mondstukopstelling 1 wordt in figuren 2 tot 4 meer in detail getoond.The nozzle arrangement 1 is shown in more detail in Figures 2 to 4.

[0039] Zoals best te zien is in het ontmantelde aanzicht van figuur 2, in de getoonde uitvoeringsvorm, wordt een mondstukhouder 33 voorzien voor het houden van voorste einden van de insertiemondstukken 15, waarbij de mondstukhouder 33 door het positioneringsdeel 17 wordt ondersteund. De mondstukhouder 33 wordt vast in positie in het positioneringsdeel 17 gepositioneerd. In de uitvoeringsvorm zijn de mondstukhouderAs best seen in the dismantled view of Fig. 2, in the embodiment shown, a nozzle holder 33 is provided for holding front ends of the insert nozzles 15, the nozzle holder 33 being supported by the positioning member 17. The nozzle holder 33 is fixedly positioned in the positioning part 17. In the embodiment, the nozzle holder

BE2017/0053 en het positioneringsdeel 17 niet-roteerbaar en nietbeweegbaar met een positieve vergrendelingsverbinding verbonden in een richting dwars op het insertiekanaal 11 (zie figuur 1). In de getoonde uitvoeringsvorm hebben het positioneringsdeel 17 en de mondstukhouder 33 geometrische gelijkvormigheid. In andere uitvoeringsvormen verschilt de vorm van de mondstukhouder 33 van die van het positioneringsdeel 17. In nog een andere uitvoeringsvorm is het positioneringsdeel 17 integraal, met andere woorden in één stuk, met de mondstukhouder 33 gevormd.BE2017 / 0053 and the positioning part 17 non-rotatable and non-movable with a positive locking connection connected in a direction transverse to the insertion channel 11 (see figure 1). In the embodiment shown, the positioning member 17 and the nozzle holder 33 have geometric similarity. In other embodiments, the shape of the nozzle holder 33 differs from that of the positioning member 17. In yet another embodiment, the positioning member 17 is formed integrally, in other words in one piece, with the nozzle holder 33.

[0040] Om een monteren van het positioneringsdeel 17 in de geleidingsuitsparing 25 van de geleidingshuls 23 mogelijk te maken, bevat de geleidingshuls 23 in de getoonde uitvoeringsvorm een eerste geleidingshuls deel 35 en een tweede geleidingshuls deel 37, die met elkaar verbonden zijn.To enable mounting of the positioning part 17 in the guide recess 25 of the guide sleeve 23, the guide sleeve 23 in the shown embodiment comprises a first guide sleeve part 35 and a second guide sleeve part 37, which are connected to each other.

[0041] Het positioneringsdeel 17 is in vier insertieposities beweegbaar in de geleidingsuitsparing 25 aangebracht, waarbij elke insertiepositie met een gebruikspositie van één van de vier insertiemondstukken 15 is geassocieerd, in het bijzonder een gebruikspositie van een voorste uitlaateinde van één van de vier insertiemondstukken 15. In de getoonde uitvoeringsvorm bevat de monteerinrichting 5 een actuatorinrichting 39, welke actuatorinrichting 39 aangebracht is voor het dwingen van het positioneringsdeel 17 in een geselecteerde één van de vier insertieposities die met één van de vier insertiemondstukken 15 is geassocieerd. Meer in het bijzonder, bevat de actuatorinrichting 39 in de getoonde¹-uitvoeringsvorm vier lineaire actuatoren 41, waarbij elke lineaire actuator 41 aangebracht is om hetThe positioning member 17 is movably arranged in four insertion positions in the guide recess 25, each insertion position being associated with a position of use of one of the four insertion nozzles 15, in particular a position of use of a front outlet end of one of the four insertion nozzles 15. In the embodiment shown, the mounting device 5 comprises an actuator device 39, which actuator device 39 is arranged for forcing the positioning part 17 into a selected one of the four insertion positions associated with one of the four insertion nozzles 15. More specifically, the actuator device 39 comprises in the shown ^first -uitvoeringsvorm four linear actuators 41, wherein each linear actuator 41 is arranged around the

B E2017/0053 positioneringsdeel 17 langs een rechte lijn in een geselecteerde één van de vier insertieposities die met één van de vier insertiemondstukken 15 geassocieerd zijn, te dwingen.Forcing a positioning member 17 along a straight line into a selected one of the four insertion positions associated with one of the four insertion nozzles 15.

[0042] In de getoonde uitvoeringsvorm bevat elke lineaire actuator 41 drie zuiger-cilinderactuatoren met zuigers 43 aangebracht in cilinders. Elk van de zuiger-cilinderactuatoren is klein van formaat, waarbij het gebruik van meerdere kleine actuatoren voor elke lineaire actuator 41 toelaat om kleine actuatoren te gebruiken en toch de vereiste kracht te verkrijgen. Dergelijke actuatoren zijn compact en kunnen met een relatief lage druk aangedreven worden om een voldoende kracht uit te oefenen om het positioneringsdeel 17 binnen de geleidingsuitsparing 25 te bewegen.In the embodiment shown, each linear actuator 41 includes three piston-cylinder actuators with pistons 43 mounted in cylinders. Each of the piston-cylinder actuators is small in size, with the use of multiple small actuators for each linear actuator 41 allowing to use small actuators and still obtain the required force. Such actuators are compact and can be driven with a relatively low pressure to exert a sufficient force to move the positioning part 17 within the guide recess 25.

[0043] In de getoonde uitvoeringsvorm worden, aan een achterste einde van de mondstukopstelling 1, de insertiemondstukken 15 passief ondersteund door middel van de achterste mondstuksteun 19 en de achterste geleidingshuls 27. Om een monteren van de achterste mondstuksteun 19 in de geleidingsuitsparing 29 van de achterste geleidingshuls 27 mogelijk te maken, bevat de geleidingshuls 27 in de getoonde uitvoeringsvorm een eerste geleidingshuls deel 45 en een tweede geleidingshuls deel 47, die met elkaar zijn verbonden.In the embodiment shown, at a rear end of the nozzle arrangement 1, the insertion nozzles 15 are passively supported by means of the rear nozzle support 19 and the rear guide sleeve 27. To mount the rear nozzle support 19 in the guide recess 29 of the In order to make the rear guide sleeve 27 possible, the guide sleeve 27 in the embodiment shown comprises a first guide sleeve part 45 and a second guide sleeve part 47 which are connected to each other.

[0044] De achterste mondstuksteun 19 wordt in de achterste geleidingshuls 27 ondersteund met behulp van vier elastisch vervormbare elementen 49 die de vorm van een cirkelvormige cilinder hebben, bijvoorbeeld rubberen elementen 49. De elementen 49 zijn tussen de achterste mondstuksteun 19 en deThe rear nozzle support 19 is supported in the rear guide sleeve 27 with the aid of four elastically deformable elements 49 which have the shape of a circular cylinder, for example rubber elements 49. The elements 49 are between the rear nozzle support 19 and the

B E2017/0053 geleidingsuitsparing 29 van de achterste geleidingshuls 27 gedrukt. De achterste mondstuksteun 19 heeft een vierkante dwarsdoorsnede en de elementen 49 zijn aan de vier zijden van de mondstuksteun 19 aangebracht met hun axiale richting evenwijdig met de geassocieerde zijde en loodrecht op de insertierichting. In de getoonde uitvoeringsvorm is de achterste mondstuksteun 19 voorzien van een ringvormige groef 50 voor het opnemen van de elementen 49. Gelijkaardig, is de geleidingshuls 27 voorzien van inkepingen 52 voor het opnemen van de elementen 49. Dit is bijzonder voordelig om de elementen 49 tussen de achterste mondstuksteun 19 en de geleidingsuitsparing 29 van de achterste geleidingshuls 27 te drukken.B E2017 / 0053 guide recess 29 of the rear guide sleeve 27 pressed. The rear nozzle support 19 has a square cross-section and the elements 49 are arranged on the four sides of the nozzle support 19 with their axial direction parallel to the associated side and perpendicular to the insertion direction. In the embodiment shown, the rear nozzle support 19 is provided with an annular groove 50 for receiving the elements 49. Similarly, the guide sleeve 27 is provided with notches 52 for receiving the elements 49. This is particularly advantageous for the elements 49 between pressing the rear nozzle support 19 and the guide recess 29 of the rear guide sleeve 27.

[0045] Bij het bewegen van het positioneringsdeel 17 in een geselecteerde insertiepositie worden de beschermkap 31 die integraal met het positioneringsdeel 17 is gevormd en de achterste mondstuksteun 19 die aan de beschermkap 31 is geschroefd, gekanteld. Als gevolg van het roleffect van de cilindervormige elementen 49 is een veerkrachtige kracht tegen de kantelbeweging van de achterste mondstuksteun 19 in de geleidingshuls 27 klein. De elementen 49 zijn altijd samen gedrukt, zodat ze niet onderworpen zijn aan trekkrachten en een lange levensduur hebben. Dit is bijzonder voordelig in geval rubberen elementen 49 worden gebruikt.When moving the positioning member 17 to a selected insertion position, the protective cap 31 integrally formed with the positioning member 17 and the rear nozzle support 19 screwed to the protective cap 31 are tilted. Due to the rolling effect of the cylindrical elements 49, a resilient force against the tilting movement of the rear nozzle support 19 in the guide sleeve 27 is small. The elements 49 are always pressed together so that they are not subjected to tensile forces and have a long service life. This is particularly advantageous if rubber elements 49 are used.

[0046] Zoals best te zien is in figuur 3, in de uitvoeringsvorm bevattende vier insertiemondstukken 15, bevat het positioneringsdeel 17 vier contactvlakken 51 die onder hoeken van 90° zijn aangebracht. Met andere woorden, de vier contactvlakkenAs can best be seen in Figure 3, in the embodiment comprising four insertion nozzles 15, the positioning member 17 comprises four contact surfaces 51 arranged at angles of 90 °. In other words, the four contact areas

B E2017/0053 vormen samen een vierkant. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de hoeken tussen aangrenzende contactvlakken 51 afgeknot om kracht opneemvlakken 53 te vormen. Een'dwarsdoorsnede van de geleidingsuitsparing 25 heeft geometrische gelijkvormigheid met de dwarsdoorsnede van het positioneringsdeel 17 en bevat vier zijvlakken 55 aangebracht onder hoeken van 90°.B E2017 / 0053 together form a square. In the embodiment shown, the angles between adjacent contact surfaces 51 are truncated to form force-receiving surfaces 53. A cross-section of the guide recess 25 has geometric similarity with the cross-section of the positioning member 17 and comprises four side faces 55 arranged at 90 ° angles.

[0047] Volgens de aanvraag, om een nauwkeurige, betrouwbare en herhaalbare positionering van het positioneringsdeel 17 binnen de geleidingsuitsparing 25 mogelijk te maken, ligt het positioneringsdeel 17 in elke insertiepositie aan met twee niet-evenwijdige contactvlakken 51 tegen twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25. Om het positioneringsdeel 17 tegen de geassocieerde twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25 te dwingen, wordt een lineaire kracht uitgeoefend op het kracht opneemvlak 53 gevormd tegenover een hoekgebied gevormd door de twee niet-evenwijdige contactvlakken 51.According to the application, in order to enable accurate, reliable and repeatable positioning of the positioning part 17 within the guide recess 25, the positioning part 17 abuts in each insertion position with two non-parallel contact surfaces 51 against two side surfaces 55 of the guide recess 25. To force the positioning member 17 against the associated two side faces 55 of the guide recess 25, a linear force is applied to the force receiving face 53 formed opposite a corner region formed by the two non-parallel contact faces 51.

[0048] Figuur 5 toont in schematische aanzichten de monteerinrichting 5 die vier insertiemondstukken 15 heeft, waarbij het positioneringsdeel 17 in een centrale positie en in vier insertieposities wordt bewogen, elk geassocieerd met één insertiemondstuk 15. In de centrale positie van het positioneringsdeel 17 links getoond, is geen enkele van de lineaire actuatoren 41 geactiveerd. In de stand getoond tweede van links in de bovenste rij, is de lineaire actuator 41 die bovenaan is aangebracht geactiveerd en oefent de zuiger 43 een kracht uit op het kracht opneemvlak 53 aangebracht bovenaan in figuur 5,Figure 5 shows in schematic views the mounting device 5 which has four insertion nozzles 15, the positioning member 17 being moved in a central position and in four insertion positions, each associated with one insertion nozzle 15. In the central position of the positioning member 17 shown on the left , none of the linear actuators 41 is activated. In the position shown second from the left in the upper row, the linear actuator 41 arranged at the top is activated and the piston 43 exerts a force on the force-receiving surface 53 arranged at the top of Figure 5,

B E2017/0053 waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel naar beneden in figuur 5 wordt veroorzaakt tot twee contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van een afgeknotte hoek tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25. In de stand getoond rechts in de bovenste rij, is de lineaire actuator 41 die links is aangebracht, geactiveerd en oefent de respectievelijke zuiger 43 een kracht uit op het kracht opneemvlak 53 dat links in figuur 5 is aangebracht, waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel naar rechts in figuur 5 wordt veroorzaakt tot twee contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van een afgeknotte hoek tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25. In de stand getoond links in de onderste rij, is de lineaire actuator 41 die onderaan is aangebracht, geactiveerd en oefent de respectievelijke zuiger 43 een kracht uit op het kracht opneemvlak 53 dat onderaan in figuur 5 is aangebracht, waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel naar boven in figuur 5 wordt veroorzaakt tot twee contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van een afgeknotte hoek tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25. Tenslotte, in de stand getoond rechts in de onderste rij, is de lineaire actuator 41 die rechts is aangebracht geactiveerd en oefent de respectievelijke zuiger 43 een kracht uit op het kracht opneemvlak 53 dat rechts in figuur 5 is aangebracht, waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel naar links in figuur 5 wordt veroorzaakt tot twee contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van een afgeknotte hoek tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25.B E2017 / 0053 causing a linear movement of the positioning member downwards in Figure 5 until two contact surfaces 51 arranged on either side of a truncated corner opposite the active piston 43 make contact with two side surfaces 55 of the guide recess 25. In the position shown to the right in the upper row, the linear actuator 41 mounted on the left is activated and the respective piston 43 exerts a force on the force receiving surface 53 arranged on the left in Fig. 5, causing a linear movement of the positioning member to the right in Fig. 5 is caused until two contact surfaces 51 arranged on either side of a truncated corner opposite the active piston 43 make contact with two side surfaces 55 of the guide recess 25. In the position shown on the left in the bottom row, the linear actuator 41 mounted at the bottom is activated and the respective piston 43 exerts a force on the force receiving surface 5 3 arranged at the bottom of Figure 5, causing a linear movement of the positioning member upwards in Figure 5 until two contact surfaces 51 arranged on either side of a truncated corner opposite the active piston 43 make contact with two side surfaces 55 of the guide recess 25. Finally, in the position shown on the right in the bottom row, the linear actuator 41 mounted on the right is activated and the respective piston 43 exerts a force on the force receiving surface 53 arranged on the right in Figure 5, causing a linear movement of the positioning part to the left in Figure 5 is caused until two contact surfaces 51 arranged on either side of a truncated angle opposite the active piston 43 make contact with two side surfaces 55 of the guide recess 25.

B E2017/0053 [0049] Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat de begrippen links, rechts, bovenaan, onderaan, naar boven, naar beneden, enz. die in de beschrijving gebruikt worden, enkel verwijzen naar het tekenvlak en een actuele bewegingsrichting in gebruik verschillend kan worden gekozen.It will be apparent to those skilled in the art that the terms left, right, top, bottom, up, down, etc. used in the description only refer to the drawing plane and a current direction of movement in can be selected differently.

[0050] Figuur 6 toont in schematische aanzichten een tweede uitvoeringsvorm van een monteerinrichting 5 gelijkaardig aan deze getoond in figuren 1 tot 5, maar met drie insertiemondstukken 15. De monteerinrichting 5 bevat een positioneringsdeel 17 dat beweegbaar in een geleidingshuls 23 is aangebracht, waarbij in de verschillende aanzichten getoond in figuur 6, het positioneringsdeel 17 in een centrale positie en in drie insertieposities wordt bewogen, elk geassocieerd met één van de drie insertiemondstukken 15. In geval de mondstukopstelling 1 drie insertiemondstukken 15 bevat, hebben de geleidingsuitsparing 25 en het positioneringsdeel 17 elk een veelhoekige dwarsdoorsnede met minstens drie vlakken. In de getoonde uitvoeringsvorm hebben de dwarsdoorsneden geometrische gelijkvormigheid en zijn elk in de vorm van een regelmatige driehoek. Hierdoor heeft het positioneringsdeel 17 drie gelijkzijdige contactvlakken 51, waarbij aangrenzende contactvlakken 51 in een toppunt 57 ontmoeten. Gelijkaardig heeft de geleidingsuitsparing 25 drie gelijkzijdige zijvlakken 55, waarbij aangrenzende zijvlakken 55 in een toppunt ontmoeten.Figure 6 shows in schematic views a second embodiment of a mounting device 5 similar to the one shown in Figures 1 to 5, but with three insertion nozzles 15. The mounting device 5 comprises a positioning part 17 which is movably arranged in a guide sleeve 23, wherein in the different views shown in Figure 6, the positioning member 17 is moved into a central position and into three insertion positions, each associated with one of the three insertion nozzles 15. In case the nozzle arrangement 1 contains three insertion nozzles 15, the guide recess 25 and the positioning portion 17 have each a polygonal cross section with at least three faces. In the embodiment shown, the cross-sections have geometric similarity and are each in the form of a regular triangle. As a result, the positioning part 17 has three equilateral contact surfaces 51, wherein adjacent contact surfaces 51 meet at a top point 57. Similarly, the guide recess 25 has three equilateral side faces 55, with adjacent side faces 55 meeting in a vertex.

[0051] In de centrale positie getoond links in de bovenste rij van figuur 6, is geen enkele van de lineaire actuatoren 41 geactiveerd. In de stand getoond rechts in de bovenste rij, is de lineaire actuator 41 die bovenaan is aangebracht geactiveerd enIn the central position shown on the left in the upper row of Figure 6, none of the linear actuators 41 are activated. In the position shown on the right in the upper row, the linear actuator 41 mounted on the top is activated and

BE2017/0053 oefent de zuiger 43 een kracht uit op het contactvlak dat bovenaan in figuur 6 is aangebracht, dat functioneert als een kracht opneemvlak 53, waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel naar beneden in figuur 6 wordt veroorzaakt tot de twee resterende contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van het toppunt tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25. In de stand getoond links in de onderste rij, is de lineaire actuator 41 die links is aangebracht geactiveerd en oefent de respectievelijke zuiger 43 een kracht uit op het contactvlak dat links in figuur 6 is aangebracht, dat functioneert als het kracht opneemvlak 53, waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel 17 rechts naar boven in figuur 6 wordt veroorzaakt tot twee contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van een toppunt 57 tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25. Tenslotte, in de stand getoond rechts in de onderste rij, is de lineaire actuator 41 die rechts is aangebracht, geactiveerd en oefent de respectievelijke zuiger 43 een kracht uit op het contactvlak dat rechts in figuur 6 is aangebracht, dat functioneert als het kracht opneemvlak 53, waardoor een lineaire beweging van het positioneringsdeel 17 links naar boven in figuur 6 wordt veroorzaakt tot twee contactvlakken 51 aangebracht aan weerszijden van een toppunt tegenover de actieve zuiger 43 contact maken met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25.BE2017 / 0053 the piston 43 exerts a force on the contact surface arranged at the top of Figure 6, which functions as a force receiving surface 53, causing a linear movement of the positioning member downwards in Figure 6 until the two remaining contact surfaces 51 are arranged make contact on both sides of the apex opposite the active piston 43 with two side faces 55 of the guide recess 25. In the position shown on the left in the lower row, the linear actuator 41 arranged on the left is activated and the respective piston 43 exerts a force on the contact surface disposed on the left in Figure 6, which functions as the force receiving surface 53, causing a linear movement of the positioning member 17 on the right-hand side in Figure 6 to two contact surfaces 51 arranged on either side of a top 57 opposite the active piston 43 make contact with two side faces 55 of the guide recess 25. Finally e, in the position shown on the right in the bottom row, the linear actuator 41 mounted on the right is activated and the respective piston 43 exerts a force on the contact surface mounted on the right in Figure 6, which functions as the force receiving surface 53 causing linear movement of the positioning member 17 to the left upwards in Figure 6 until two contact surfaces 51 arranged on either side of a top point opposite the active piston 43 make contact with two side surfaces 55 of the guide recess 25.

[0052] Het is duidelijk dat in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 6, tegenover elk paar contactvlakken 51 die tegen zijvlakken 55 in één van de drie insertieposities aanliggen, deIt is clear that in the embodiment shown in Figure 6, opposite to each pair of contact surfaces 51 that abut against side surfaces 55 in one of the three insertion positions, the

BE2017/0053 resterende één van de drie contactvlakken 51 wordt gebruikt als een kracht opneemvlak 53 waarop een zuiger 43 van een lineaire actuator 41 een kracht kan uitoefenen.BE2017 / 0053 the remaining one of the three contact surfaces 51 is used as a force receiving surface 53 on which a piston 43 of a linear actuator 41 can exert a force.

[0053] Figuur 7 toont in zes schematische aanzichten een monteerinrichting 5 gelijkaardig aan deze getoond in figuren 1 tot 5, maar met vijf insertiemondstukken 15. De monteerinrichting 5 bevat een positioneringsdeel 17 dat beweegbaar in een geleidingshuls 23 is aangebracht, waarbij in de verschillende aanzichten getoond in figuur 7, het positioneringsdeel 17 in een centrale positie en in vijf insertieposities wordt bewogen, elk geassocieerd met één insertiemondstuk 15. In geval de mondstukopstelling vijf insertiemondstukken 15 bevat, hebben de geleidingsuitsparing 25 en het positioneringsdeel 17 elk een veelhoekige dwarsdoorsnede met minstens vijf vlakken. In de getoonde uitvoeringsvorm, hebben de dwarsdoorsneden geometrische gelijkvormigheid en zijn elk in de vorm van een regelmatige vijfhoek. Hierdoor heeft het positioneringsdeel 17 vijf gelijkzijdige contactvlakken 51, waarbij aangrenzende contactvlakken 51 in een toppunt 57 ontmoeten. Gelijkaardig heeft de geleidingsuitsparing 25 vijf gelijkzijdige zijvlakken 55, waarbij aangrenzende zijvlakken 55 in een toppunt ontmoeten.Figure 7 shows in six schematic views a mounting device 5 similar to the one shown in Figures 1 to 5, but with five insertion nozzles 15. The mounting device 5 comprises a positioning part 17 which is movably mounted in a guide sleeve 23, the various views shown in Figure 7, the positioning member 17 is moved into a central position and into five insertion positions, each associated with one insertion nozzle 15. In case the nozzle arrangement comprises five insertion nozzles 15, the guide recess 25 and the positioning portion 17 each have a polygonal cross section with at least five planes. In the embodiment shown, the cross-sections have geometric similarity and are each in the form of a regular pentagon. As a result, the positioning part 17 has five equilateral contact surfaces 51, wherein adjacent contact surfaces 51 meet in a vertex 57. Similarly, the guide recess 25 has five equilateral side faces 55, with adjacent side faces 55 meeting in a vertex.

[0054] De monteerinrichting 5 bevat vijf lineaire actuatoren 41, elk voorzien van één zuiger 43 die aangepast is om het positioneringsdeel 17 in één van de vijf insertieposities te duwen. In elke insertiepositie maken twee contactvlakken 51 van het positioneringsdeel 17, die aan weerszijden van het toppunt 57 tegenover de actieve zuiger 43 zijn aangebracht, contact met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25.The mounting device 5 comprises five linear actuators 41, each provided with one piston 43 adapted to push the positioning member 17 into one of the five insertion positions. In each insertion position, two contact surfaces 51 of the positioning part 17, which are arranged on opposite sides of the apex 57 opposite the active piston 43, contact two side surfaces 55 of the guide recess 25.

BE2017/0053 [0055] Het is duidelijk voor de vakman dat in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 7, tegenover elk paar contactvlakken 51 die tegen zijvlakken 55 in één van de vijf insertieposities aanliggen, nog één van de vijf contactvlakken 51 is aangebracht, welk contactvlak 51 door een lineaire actuator 42 kan worden gebruikt als een kracht opneemvlak 53.BE2017 / 0053 It is clear to the person skilled in the art that in the embodiment shown in Fig. 7, one of the five contact surfaces 51 is arranged opposite each pair of contact surfaces 51 which abut against side surfaces 55 in one of the five insertion positions. 51 by a linear actuator 42 can be used as a force receiving surface 53.

[0056] In geval het positioneringsdeel 17 en de geleidingsuitsparing 25 elk de vorm van een regelmatige veelhoek met N vlakken hebben, waarbij N een oneven getal is, is tegenover elke hoek aangebracht tussen een paar contactvlakken 51 die tegen zijvlakken 55 aanliggen in één van de insertieposities, een contactvlak 51 aangebracht, dat kan functioneren als een kracht opneemvlak. In geval N een even getal is, staan hoekgebieden van de regelmatige veelhoek tegenover elkaar. Bijgevolg zijn in een uitvoeringsvorm de hoeken tussen elk paar contactvlakken 51 die aanliggen tegen zijvlakken 55 in één van de insertieposities afgeknot om kracht opneemvlakken 53 te vormen zoals getoond in figuur 5.In case the positioning member 17 and the guide recess 25 each have the shape of a regular polygon with N planes, where N is an odd number, opposite each angle is arranged between a pair of contact surfaces 51 which abut side surfaces 55 in one of the insertion positions, a contact surface 51 is provided, which can function as a force receiving surface. In case N is an even number, corner areas of the regular polygon face each other. Consequently, in one embodiment, the angles between each pair of contact surfaces 51 that abut against side surfaces 55 in one of the insertion positions are truncated to form force-receiving surfaces 53 as shown in Figure 5.

[0057] Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm getoond in figuren 8 en 9 is de voorste mondstuksteun 16 verder voorzien van een kracht opneemdeel 59 met N kracht opneemvlakken 61 voor het opnemen van een kracht uit een geassocieerde één van de N lineaire actuatoren 41. In de uitvoeringsvorm getoond in figuren 8 en 9 zijn zes insertiemondstukken 15 voorzien. Het positioneringsdeel 17 en de geleidingsuitsparing 25 hebben elk een dwarsdoorsnede in de vorm van een regelmatige zeshoek. Hierdoor bevat het positioneringsdeel 17 getoond in figuren 8 en 9 zes contactvlakken 51 die onder hoeken van 120° zijnAccording to an alternative embodiment shown in Figs. 8 and 9, the front nozzle support 16 is further provided with a force receiving part 59 with N force receiving surfaces 61 for receiving a force from an associated one of the N linear actuators 41. In the embodiment 8 and 9, six insertion nozzles 15 are provided. The positioning member 17 and the guide recess 25 each have a cross-section in the form of a regular hexagon. As a result, the positioning part 17 shown in Figs. 8 and 9 comprises six contact surfaces 51 which are at angles of 120 °

BE2017/0053 aangebracht.BE2017 / 0053.

[0058] De dwarsdoorsnede van het kracht opneemdeel 59 is eveneens in de vorm van een regelmatige zeshoek en de dwarsdoorsnede van het positioneringsdeel 17 heeft geometrische gelijkvormigheid. Het kracht opneemdeel 59 is met een hoekverschil tot het positioneringsdeel 17 aangebracht. Het hoekverschil is 180°/N, in het bijzonder 180°/6 =30°, aldus valt de positie van elke hoek van het positioneringsdeel 17 samen met de positie van een kracht opneemvlak 61 van het kracht opneemdeel 59. Zoals best te zien is in figuur 8, zijn de actuatoren 41 met zuigers 43 aangebracht in een houder 60 van de monteerinrichting 5.The cross-section of the force-receiving member 59 is also in the form of a regular hexagon and the cross-section of the positioning member 17 has geometric similarity. The force receiving part 59 is arranged with an angle difference to the positioning part 17. The angle difference is 180 ° / N, in particular 180 ° / 6 = 30 °, so the position of each corner of the positioning part 17 coincides with the position of a force-receiving surface 61 of the force-receiving part 59. As can best be seen in Figure 8, the actuators 41 with pistons 43 are arranged in a holder 60 of the mounting device 5.

[0059] Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat een gelijkaardige monteerinrichting zoals getoond in figuren 8 en 9 voor mondstukopstellingen met acht of tien insertiemondstukken kan worden gebruikt.It will be apparent to those skilled in the art that a similar mounting device as shown in Figs. 8 and 9 can be used for nozzle arrangements with eight or ten insertion nozzles.

[0060] Figuur 10 toont in acht schematische aanzichten een monteerinrichting 5 gelijkaardig aan deze getoond in figuren 1 tot 5, maar met zeven insertiemondstukken 15. De monteerinrichting 5 bevat een positioneringsdeel 17 dat beweegbaar in een geleidingshuls 23 is aangebracht, waarbij in de verschillende aanzichten getoond in figuur 10, het positioneringsdeel 17 in een centrale positie en in zeven insertieposities, elk geassocieerd met één insertiemondstuk 15, wordt bewogen. In geval de mondstukopstelling zeven insertiemondstukken 15 bevat, hebben de geleidingsuitsparing 25 en het positioneringsdeel 17 elk een veelhoekige dwarsdoorsnede met minstens zeven vlakken. In deFig. 10 shows in eight schematic views a mounting device 5 similar to the one shown in Figs. 1 to 5, but with seven insertion nozzles 15. The mounting device 5 comprises a positioning part 17 which is movably mounted in a guide sleeve 23, with the different views shown in Figure 10, the positioning member 17 is moved into a central position and into seven insertion positions, each associated with one insertion nozzle 15. In case the nozzle arrangement contains seven insertion nozzles 15, the guide recess 25 and the positioning member 17 each have a polygonal cross-section with at least seven faces. In the

BE2017/0053 getoonde uitvoeringsvorm hebben de dwarsdoorsneden geometrische gelijkvormigheid en zijn elk in de vorm van een regelmatige zevenhoek. Hierdoor heeft het positioneringsdeel 17 zeven gelijkzijdige contactvlakken 51, waarbij aangrenzende contactvlakken 51 in een toppunt 57 ontmoeten. Gelijkaardig heeft de geleidingsuitsparing 25 zeven gelijkzijdige zijvlakken 55, waarbij aangrenzende zijvlakken 55 in een toppunt ontmoeten.BE2017 / 0053 the cross-sections have geometric similarity and are each in the form of a regular heptagon. As a result, the positioning part 17 has seven equilateral contact surfaces 51, wherein adjacent contact surfaces 51 meet in a vertex 57. Similarly, the guide recess 25 has seven equilateral side faces 55, with adjacent side faces 55 meeting in a vertex.

[0061] De monteerinrichting 5 bevat zeven lineaire actuatoren 41, elk voorzien van één zuiger 43 die aangepast is om het positioneringsdeel 17 in één van de zeven insertieposities te duwen. In elke insertiepositie maken twee contactvlakken 51 van het positioneringsdeel 17, die aan weerszijden van het toppunt 57 tegenover de actieve zuiger 43 zijn aangebracht, contact met twee zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25.The mounting device 5 comprises seven linear actuators 41, each provided with one piston 43 adapted to push the positioning member 17 into one of the seven insertion positions. In each insertion position, two contact surfaces 51 of the positioning part 17, which are arranged on either side of the apex 57 opposite the active piston 43, contact two side surfaces 55 of the guide recess 25.

[0062] Het is duidelijk voor de vakman dat in de uitvoeringsvorm getoond in figuur 10, daar zeven een oneven getal is, tegenover elk paar contactvlakken 51 die tegen zijvlakken 55 in één van de zeven insertieposities aanliggen, nog één van de zeven contactvlakken 51 is aangebracht, welkcontactvlak 51 door een actuator 42 kan worden gebruikt als een kracht opneemvlak. Aldus is geen additioneel kracht opneemdeel vereist.It is clear to a person skilled in the art that in the embodiment shown in Figure 10, since seven is an odd number, opposite each pair of contact faces 51 which abut against side faces 55 in one of the seven insertion positions, is still one of the seven contact faces 51 which contact surface 51 can be used by an actuator 42 as a force-receiving surface. Thus, no additional force-receiving part is required.

[0063] Volgens de aanvraag bevat de mondstukopstelling N insertiemondstukken 15, waarbij een positioneringsdeel 17 in N richtingen beweegbaar is tot het positioneringsdeel 17 aanligt tegen contactvlakken 51 van de geleidingshuls 23. Het is duidelijk voor de vakman dat in de uitvoeringsvormen getoond in figuren 1 tot 10, één of meer additionele mondstukken kunnen wordenAccording to the application, the nozzle arrangement includes N insertion nozzles 15, wherein a positioning member 17 is movable in N directions until the positioning member 17 abuts contact surfaces 51 of the guide sleeve 23. It is clear to the skilled person that in the embodiments shown in Figures 1 to 10, can become one or more additional nozzles

BE2017/0053 voorzien. Het additionele mondstuk is bijvoorbeeld in het centrum van het positioneringsdeel 17 aangebracht, waarbij alle actuatoren gelijktijdig werken om het positioneringsdeel 17 in de centrale positie te bewegen.BE2017 / 0053. The additional nozzle is arranged, for example, in the center of the positioning part 17, wherein all actuators operate simultaneously to move the positioning part 17 in the central position.

[0064] Figuur 11 toont een uitvoeringsvorm met acht mondstukken bevattende N insertiemondstukken 15 zoals in conclusie 1, in het bijzonder zeven insertiemondstukken 15, die aan het positioneringsdeel 17 aan hoeken van een imaginaire zevenhoek zijn aangebracht en één additioneel mondstuk 63 dat in een centrum van het positioneringsdeel 17 is aangebracht. De monteerinrichting 5 getoond in figuur 11 is gelijkaardig aan de monteerinrichting 5 getoond in figuur 10. De monteerinrichting 5 bevat zeven lineaire actuatoren 41. Zoals hierboven beschreven kan elk van de lineaire actuatoren 41 zo aangedreven worden dat een geassocieerde zuiger 43 het positioneringsdeel 17 in een hoek van de geleidingsuitsparing 25 aangebracht tegenover de zuiger 43 dwingt, waarbij het positioneringsdeel 17 met twee contactvlakken 51 aanligt tegen zijvlakken 55 van de geleidingsuitsparing 25 aangebracht in de hoek. Verder, zoals getoond in het aanzicht links in de bovenste rij van figuur 11, kunnen alle actuatoren 41 gelijktijdig werken om het positioneringsdeel 17 in de centrale positie te bewegen, waardoor het additionele mondstuk 63 in zijn gebruikspositie wordt gebracht. Hierbij valt op te merken dat het begrip additioneel mondstuk slechts beschrijft dat het mondstuk 63 van de insertiemondstukken 15 verschilt doordat in zijn gebruikspositie, contactvlakken 51 van het positioneringsdeel 17 niet aanligt tegen twee niet-evenwijdige zijvlakken 55. Daarnaast kunnen de insertiemondstukken 15 en het additionele mondstuk 63Figure 11 shows an embodiment with eight nozzles containing N insertion nozzles 15 as in claim 1, in particular seven insertion nozzles 15, which are arranged on the positioning part 17 at corners of an imaginary heptagon and one additional nozzle 63 which is in a center of the positioning part 17 is arranged. The mounting device 5 shown in Figure 11 is similar to the mounting device 5 shown in Figure 10. The mounting device 5 includes seven linear actuators 41. As described above, each of the linear actuators 41 can be driven such that an associated piston 43 places the positioning member 17 in a force the corner of the guide recess 25 arranged opposite the piston 43, the positioning part 17 with two contact surfaces 51 abutting against side surfaces 55 of the guide recess 25 arranged in the corner. Further, as shown in the view to the left in the upper row of Fig. 11, all actuators 41 can operate simultaneously to move the positioning member 17 to the central position, thereby bringing the additional nozzle 63 into its position of use. It should be noted here that the term additional nozzle only describes that the nozzle 63 differs from the insertion nozzles 15 in that in its position of use, contact surfaces 51 of the positioning part 17 do not abut against two non-parallel side surfaces 55. In addition, the insertion nozzles 15 and the additional nozzle 63

BE2017/0053 uitgevoerd en gebruikt worden op een gelijkaardige of zelfs identieke wijze, in het bijzonder kan het additionele mondstuk 63 ook in zijn gebruikspositie of insertiepositie gebracht worden en gebruikt worden voor een insertie van een inslagdraad.BE2017 / 0053 and be used in a similar or even identical manner, in particular, the additional nozzle 63 can also be brought into its position of use or insertion position and used for insertion of a weft thread.

[0065] In geval de lineaire actuatoren 41 elk meerdere zuiger-cilinderactuatoren met zuigers 43 bevatten, bijvoorbeeld drie zuiger-cilinderactuatoren met zuigers 43 zoals beschreven met betrekking tot figuren 2 tot 4, kan voor elke lineaire actuator 41 de koers van de zuigers 43 nagenoeg identiek zijn. In een alternatieve uitvoeringsvorm is voor elke lineaire actuator 41 de koers van één van de zuigers 43 beperkt, bijvoorbeeld beperkt tot ongeveer de helft van de koers van de resterende zuigers 43. Door enkel de zuigers 43 met een beperkte koers te activeren, in het bijzonder door enkel perslucht te voorzien naar de zuigers 43 met een beperkte koers kan het positioneringsdeel 17 betrouwbaar in zijn centerpositie gebracht worden, waarbij een foutieve uitlijning van het positioneerdeel 17 als gevolg van een onbalanskracht van de door de lineaire actuatoren 41 uitgeoefende krachten wordt vermeden. Door de resterende zuigers 43 van één van de actuatoren 41 te activeren, in het bijzonder door perslucht te voorzien naar de resterende zuigers 43 van één van de actuatoren 41 kan het positioneringsdeel 17 tegen zijvlakken 55 gebracht worden om één insertiemondstuk 15 in zijn gebruikspositie ten opzichte van het insertiekanaal 11 te brengen.In case the linear actuators 41 each comprise a plurality of piston-cylinder actuators with pistons 43, for example three piston-cylinder actuators with pistons 43 as described with respect to Figures 2 to 4, for each linear actuator 41 the course of the pistons 43 can be substantially be identical. In an alternative embodiment, for each linear actuator 41 the course of one of the pistons 43 is limited, for example limited to about half the course of the remaining pistons 43. By activating only the pistons 43 with a limited course, in particular by only providing compressed air to the pistons 43 with a limited course, the positioning part 17 can be reliably brought into its center position, while misalignment of the positioning part 17 due to an imbalance force of the forces exerted by the linear actuators 41 is avoided. By activating the remaining pistons 43 of one of the actuators 41, in particular by providing compressed air to the remaining pistons 43 of one of the actuators 41, the positioning part 17 can be brought against side faces 55 around one insertion nozzle 15 in its position of use with respect to from the insertion channel 11.

[0066] Volgens een niet weergegeven alternatief hoeven in geval een geleidingshuls 23 met een geleidingsuitsparing 25 met een veelhoekige dwarsdoorsnede met N zijvlakken 55, en een positioneringsdeel 17 met een veelhoekige dwarsdoorsnede metAccording to an alternative, not shown, in case a guide sleeve 23 with a guide recess 25 with a polygonal cross-section with N side faces 55, and a positioning part 17 with a polygonal cross-section with

B E2017/0053B E2017 / 0053

N contactvlakken 51 voorzien zijn, niet noodzakelijk N insertiemondstukken 15 voorzien te worden, maar kunnen ook minder dan N insertiemondstukken 15 voorzien worden. Bijvoorbeeld kunnen in de uitvoeringsvorm van figuur 8 in plaats van zes insertiemondstukken 15 bijvoorbeeld slechts vijf van de zes getoonde insertiemondstukken 15 voorzien worden.N contact surfaces 51 are provided, not necessarily N insertion nozzles 15 are provided, but less than N insertion nozzles 15 can also be provided. For example, in the embodiment of Figure 8 instead of six insertion nozzles 15, for example, only five of the six insertion nozzles 15 shown can be provided.

[0067] Het is duidelijk voor de vakman dat hoewel in alle getoonde uitvoeringsvormen zowel vlakke contactvlakken 51 als vlakke zijvlakken 55 getoond worden, in een alternatieve uitvoeringsvorm minstens één van de contactvlakken 51 en de zijvlakken 55 gebogen is. Hierbij is de kromming van het minstens één van de contactvlakken 51 en de zijvlakken 55 zo gekozen dat noch de precieze positionering noch de krachtopneming belemmerd wordt. Het is ook duidelijk voor de vakman dat elk type van actuator kan worden gebruikt dat toelaat het positioneringsdeel 17 in een gebruikspositie te brengen, en dat de actuatoren niet beperkt zijn tot een lineaire actuator. Tevens kan als alternatief voor een pneumatische actuator eveneens een elektrische, hydraulische of enig ander type actuator worden aangewend, welke actuator passend kan worden gestuurd.It is clear to the person skilled in the art that although in all embodiments shown both flat contact surfaces 51 and flat side surfaces 55 are shown, in an alternative embodiment at least one of the contact surfaces 51 and the side surfaces 55 is curved. The curvature of the at least one of the contact surfaces 51 and the side surfaces 55 is chosen such that neither the precise positioning nor the force absorption is impeded. It is also clear to those skilled in the art that any type of actuator can be used that allows the positioning member 17 to be placed in a position of use, and that the actuators are not limited to a linear actuator. Alternatively, an electric, hydraulic or any other type of actuator can also be used as an alternative to a pneumatic actuator, which actuator can be suitably controlled.

Claims

Conclusions

A mounting device for mounting a nozzle arrangement (1) containing N insertion nozzles (15), wherein N is at least three, on an air jet weaving machine containing a reed (9) with an insertion channel (11), the mounting device (5) including a guide sleeve (5) 23) with a guide recess (25) having a polygonal cross section with at least N side faces (55), and a front nozzle support (16) for supporting front ends of the N insertion nozzles (15) with a positioning member (17) having a polygonal has a cross-section with at least N contact surfaces (51), the positioning part (17) being arranged in the guide recess (25), characterized in that in a direction transverse to the insertion channel (11), the positioning part (17) within the guide recess (25) is movable in N insertion positions each associated with one of the N insertion nozzles (15), with a pair in each insertion position of the N insertion positions of two non-parallel contact surfaces (51) abuts side surfaces (55) of the guide recess (25) and one of the N insertion nozzles (15) is brought into its position of use with respect to the insertion channel (11).

Mounting device according to claim 1, characterized in that each pair of contact surfaces (51) which abuts against side surfaces (55) is arranged at an angle of insertion α = (N-2) / N x 180 ° and the associated pair of side surfaces (55) ) is arranged at the same angle α.

B E2017 / 0053

Mounting device according to claim 1 or 2, characterized in that the cross-section of the positioning part (17) and the cross-section of the guide recess (25) is a regular polygon.

Mounting device according to claim 1, 2 or 3, characterized in that contact surfaces (51) of each pair of contact surfaces (51) which abut against side surfaces (55) in an insertion position and / or corresponding side surfaces (55) meet in a top point.

Mounting device according to claim 1, 2 or 3, characterized in that contact surfaces (51) of each pair of contact surfaces (51) which abut against side surfaces (55) in an insertion position and / or corresponding side surfaces (55) meet in truncated corners.

Mounting device according to one of claims 1 to 5, characterized in that the N insertion nozzles (15) are arranged at corners of an imaginary regular polygon, wherein in particular at least one additional nozzle (63) is provided inside the imaginary regular polygon.

Mounting device according to one of claims 1 to 6, characterized in that the mounting device (5) further comprises an actuator device (39), which actuator device (39) is arranged around the positioning part (17) in selected ones of the N insertion positions associated with one of the N insertion nozzles (15).

BE2017 / 0053

The mounting device according to claim 7, characterized in that the actuator device (39) comprises N linear actuators (41), wherein each linear actuator (41) is arranged around the positioning member (17) in a selected one of the N insertion positions associated with one of to force the N insertion nozzles (15).

The mounting device according to claim 8, characterized in that each linear actuator (41) comprises at least one piston-cylinder actuator, preferably two or three piston-cylinder actuators.

Mounting device according to claim 8 or 9, characterized in that the front nozzle support (16) is provided with a force receiving part (59) with N force receiving surfaces (61) for receiving a force from a linear actuator (41) associated with one of the N insertion nozzles (15).

The mounting device according to claim 10, characterized in that the cross-section of the force-receiving part (59) and the cross-section of the positioning part (17) are regular polygons with geometric similarity, the force-receiving part (59) having an angular difference to the positioning part (17) ) is installed.

The mounting device according to any of claims 1 to 11, characterized in that the mounting device (5) further comprises a rear guide sleeve (27) with a guide recess (29) and a rear nozzle support (19) for supporting rear ends of the N insertion nozzles (15) contains,

BE2017 / 0053 wherein the rear nozzle support (19) is supported in the rear guide sleeve (27) with the aid of at least one elastically deformable element (49).

Mounting device according to claim 12, characterized in that the rear nozzle support (19) and the guide recess (29) of the rear guide sleeve (27) each have an at least substantially rectangular cross section.

Mounting device according to claim 12 or 13, characterized in that the rear nozzle support (19) is supported in the rear guide sleeve (27) with the aid of at least one elastically deformable element (49), which at least one elastically deformable element (49) is located between the rear nozzle support (19) and the guide recess (29) of the rear guide sleeve (27) is pressed.

Mounting device according to claim 14, characterized in that the rear nozzle support (19) is supported in the rear guide sleeve (27) with the aid of four elastically deformable elements (49) which are in the form of a cylinder, in particular a circular cylinder, which elastically deformable elements are pressed between the rear nozzle support (19) and the guide recess (29) of the rear guide sleeve (27), in particular four elastically deformable elements (49) arranged in a square.

A nozzle arrangement containing N insertion nozzles (15), where N is at least three, on an air jet weaving machine

BE2017 / 0053 comprising a reed (9) with an insertion channel (11), wherein the nozzle arrangement (1) comprises a mounting device (5) according to one of claims 1 to 15.