BE1025147B1 - Bouwblok - Google Patents

Abstract

Een bouwblok is beschreven voor gebruik in het bouwen van bouwstructuren zoals wanden, meer in het bijzonder een bouwblok voor gebruik bij het bouwen van een huis, zoals tijdelijke behuizing of noodbehuizing of waterkeringen, dammen alsook voor bouwstructuren zoals wanden, meer in het bijzonder behuizing, zoals tijdelijke behuizing of noodbehuizing of waterkeringen, dammen zelf. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor gebruik van hetzelfde, bijvoorbeeld het maken van een wand. Het blok heeft verbindingsmiddelen in ten minste één zijvlak van het bouwblok voor het onderling verbinden met het blok dat grenst aan zijn

zijvlak, waarbij de verbindingsmiddelen van een soortgelijk door gebruik van een eerste complementaire element, waarbij het verbindingsmiddel een groef omvat en het eerste verbindingsmiddel schuifbaar is in een eerste dimensie langs de groef en een tweedimensionale vormsluiting heeft wanneer die in de groef geïnstalleerd is.

Description

Bouwblok

Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwblok voor gebruik bij de constructie van bouwstructuren zoals wanden, meer in het bijzonder een bouwblok voor gebruik in het bouwen van behuizing, zoals bijvoorbeeld tijdelijke behuizing of noodbehuizing of waterkeringen, dammen alsook de bouwstructuren zoals wanden, meer in het bijzonder behuizing, zoals tijdelijk behuizing of noodbehuizing, of waterkeringen, of dammen zelf.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor gebruik van hetzelfde.

Achtergrond

Rampen kunnen van natuurlijk of menselijke oorzaak zijn, waarbij de frequentie daarvan kan toenemen in de nabije toekomst door klimaatverandering, wat een van de bekende redenen is waarom mensen gedwongen worden om hun huizen te verlaten om een veilige schuilplaats te zoeken. Tijdelijke schuilplaatsen worden vaak verschaft aan deze mensen in de vorm van tenten, containers, of tijdelijke behuizing zoals verplaatsbare modulaire gebouwen. Het laatste heeft als voordeel dat de bouwdelen gewoonlijk gemakkelijker te transporteren zijn dan containers, en dat ze een betere schuilplaats verschaffen tegen omgevingsomstandigheden dan tenten. Tijdelijke behuizing kan gebouwd worden door het opstapelen van lichtgewicht bouwblokken.

Tenten zijn welbekend voor de deskundige. Verplaatsbare modulaire gebouwen worden vaak gebruikt als kantoor op een tijdelijke plaats op bouwterreinen waar ze tweehoog gestapeld kunnen worden met metalen trappen om het bovenste niveau te bereiken. Andere gebruiken van deze en andere typen verplaatsbare gebouwen zijn als wachtpost, fabriekskantoor, buitenkantoren, plaatselijke omkleedruimten, etc. Sommige verplaatsbare gebouwen zijn erg complex en kunnen door het verbinden van eenheden in grote kantoorblokken worden omgevormd. Uit gebruik geraakte containers kunnen ook gebruikt worden om tijdelijke accommodatie te maken. De tijdelijke schuilplaatsen in Kilis, in Turkije, werden omschreven als een perfect vluchtelingenkamp met 2.053 identieke containers die verspreid zijn in keurige rijen. De containers zijn op maat gemaakt, bijvoorbeeld voorzien van stroom en water. Elke 7m-bij-3m-containerwagen heeft drie kamers met een afsluitbare voordeur. Een badkamer wordt bediend door zijn pijpleidingen en een heetwatertank; een keuken is uitgerust met een koelkast en een oven. Er is een huiskamer en televisieontvangst is mogelijk bijvoorbeeld middels satelliettelevisie.

Om uitgebreide snelle respons van leveringscentra voor tijdelijke behuizing te kunnen verschaffen, moeten de bouwmaterialen idealiter het volgende zijn a) Liever compact dan een grote hoeveelheid aan omvangrijke luchtruimte te omvatten b) Van lage toegevoegde waarde zodanig dat producten met hoge waarde niet opgeslagen worden c) Kunnen gebruikt worden in een groot aantal uiteenlopende situaties om een groot aantal uiteenlopende verschillende structuren te verschaffen omdat het nooit zeker is wat de volgende ramp kan zijn, zoals bijvoorbeeld een aardbeving, een overstroming, een tornado, of een orkaan, of de instroom van vluchtelingen die een oorlogszone ontvluchten d) Is makkelijk transporteerbaar e) Is makkelijk te assembleren op locatie met zo min mogelijk extra accessoires zoals bouten en moeren f) Is demonteerbaar na installatie voor hergebruik g) Is gemaakt van materialen die zelfdovend zijn, goedkoop om te produceren zijn en in staat zijn om er lastdragende structuren mee te vormen.

Octrooiaanvraag US 2008/0184649 beschrijft een koppelbaar, stapelbaar, modulair bouwblok voor het maken van barrières, platen en noodkwartieren. Het blok is een holle houder die naast een ander blok geplaatst kan worden in een in elkaar grijpende positie middels het inbrengen van een tong aan het ene eind van het blok in een groef van een aangrenzend blok. Blokken hebben een smalle richel aan de bovenkant en een wijdere uitbreiding aan de onderkant. De uitbreiding aan de onderkant past op de bovenkant van de smalle richel wanneer blokken boven op elkaar worden geplaatst, waarbij beide blokken verder aan elkaar worden gehouden met schroeven.

De bouwblokken zoals beschreven in US2008/0184649 hebben het nadeel dat ze lastig te gebruiken zijn in het vervaardigen van hoeken. Verder zijn schroeven nodig om twee blokken die op elkaar gestapeld zijn aan elkaar te bevestigen. Kleine bouwdelen zoals schroeven zijn echter lastig en tijdrovend in gebruik in noodsituaties.

Samenvatting van de uitvinding

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding hebben betrekking op een bouwblok voor gebruik in uiteenlopende toepassingen zoals geschikt te zijn voor snelle en gemakkelijke constructie van een wand, waarbij de wand een deel kan zijn van een bouwkundig bouwwerk zoals een huis, een huisuitbreiding zoals een garage of een tuinhuis, een binnenwand, in het bijzonder een verplaatsbare binnenwand, een tijdelijk huis of een waterkering, of een dam, waarbij het blok ingericht kan worden om hoeken te bouwen. Het bouwblok kan lichtgewicht zijn, makkelijk om te hanteren in lastige omgevingstoestanden, thermisch isolerend en beschermt tegen toegang van ongedierte of roofdieren zoals wolven, ratten of slangen en geeft ook enige bescherming tegen menselijke indringers. De constructies die gebouwd kunnen worden met de blokken kunnen weersbestendig zijn, makkelijk en snel te bouwen, met een minimum aan scholing, delen en uitrusting.

In vergelijking met de drie materialen die gewoonlijk gebruikt worden in noodsituaties zoals tenten, verplaatsbare modulaire gebouwen en aangepaste containers, hebben uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding sommige of alle van de volgende voordelen: a) Opgeslagen in een compacte vorm - het niet-opslaan van grote hoeveelheden "lucht" - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers b) Basisbouwblokken worden opgeslagen - producten met een lage toegevoegde waarde worden opgeslagen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van modulaire gebouwen en op maat gemaakte containers welke producten met een hoge toegevoegde waarde zijn c) Demontabel en herbruikbaar - dit verschaft een voordeel ten opzichte van baksteen en mortel - het verwijderen van mortel duurt meestal lang d) Flexibel in het ontwerp van gebouwen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van modulaire gebouwen en containers die een vaste, vooraf gedefinieerde vorm hebben e) Eenvoudig en snel te assembleren - dit verschaft een voordeel ten opzichte van "onbewerkte" containers die op maat moeten worden gemaakt en verplaatsbare gebouwen met metalen frames die veel moeren en bouten vereisen f) Vereist geen met de hand aangebrachte mortel - dit verschaft een voordeel ten opzichte van bakstenen en mortel g) Kan plaatselijk worden gemaakt met technisch eenvoudige werkwijzen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van modulaire gebouwen welke producten met een hoge toegevoegde waarde zijn, meestal gemaakt met complexe productietechnieken in hoogtechnologische landen h) Lichtgewicht - dichtheid van het materiaal kan 1,35 - 1,45 g/cm2 zijn, welke verminderd wordt door luchtruimte in het blok - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers en bakstenen en mortel i) Blokken en het gebouw zijn thermisch geïsoleerd tegen warmte/kou zonder extra materialen/bekleding - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten en containers j) Mechanische bescherming, bijvoorbeeld tegen wolven, ratten, honden, menselijke indringers - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten k) Kan wanden maken die direct na installatie waterdicht zijn, bijvoorbeeld keringen of dammen, of zwembadwanden - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten en bakstenen en mortel waarbij de mortel moet uitharden voordat de wand waterdicht is. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers en modulaire gebouwen die niet kunnen worden gebruikt om gemakkelijk wanden te maken l) Kan worden gebruikt om toilet-/douche-/badkamergebouwen (wassingen) te maken die gemakkelijk schoon te houden zijn. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten m) Materiaal kan zelfdovend zijn. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten n) Gebouwen voldoen aan ten minste elementaire eisen voor seismische weerstand (bijvoorbeeld naschokken) daar de wanden bestand zijn tegen zowel spanning als compressie als gevolg van verticale steunelementen o) Kan gebruikt worden om binnenwanden te maken in bestaande gebouwen. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers, tenten. p) Kan gebruikt worden voor het maken van demonteerbare of verplaatsbare binnenwanden in bestaande gebouwen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers, tenten en bakstenen en mortel. q) Kan gebruikt worden om wanden met standaardvensters te maken - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten en onbewerkte containers. r) Opbergruimte zoals rekken en kasten en andere objecten kunnen aan de wand worden bevestigd. - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten s) Wanden kunnen lastdragend zijn. - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten t) Wanden kunnen door duikers onder water geïnstalleerd worden - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten, baksteen en mortel. u) Geen ernstige vermindering van de ontvangstkwaliteit van draadloze communicatie (geen metalen kooi van Faraday) - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers v) Wanden kunnen zorgen voor akoestische demping - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers, tenten. w) Omdat de blokken voor veel verschillende toepassingen kunnen worden gebruikt en goedkoop kunnen worden geproduceerd, zijn de blokken geschikt voor opslag in depots klaar voor gebruik in een groot aantal noodsituaties die worden veroorzaakt door rampen met een menselijke of natuurlijke oorsprong - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers en modulaire gebouwen die duur zijn om te maken en/of op te slaan.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een lastdragend bouwblok verschaft voor het bouwen van mortelloze demonteerbare lastdragende wanden, waarbij het bouwblok het volgende omvat: - verbindingsmiddelen aan ten minste één zijvlak van het bouwblok voor het onderling verbinden van het blok aangrenzend aan diens zijvlak, met de verbindingsmiddelen van een soortgelijk blok door gebruik van een eerste complementair element, waarbij de verbindingsmiddelen een groef omvatten en het eerste complementaire element verschuifbaar is in een eerste dimensie langs de groef en een tweedimensionale vormsluiting heeft wanneer het geïnstalleerd is in de groef; - ten minste één verticaal gat, dat zich uitstrekt van het bovenste naar het onderste oppervlak van het blok; waarbij het ten minste ene gat verticaal verbindbaar is met het ten minste ene gat van een soortgelijk blok, hierboven of hieronder gepositioneerd, door gebruik van het eerste complementaire element, waarbij het eerste complementaire element verschuifbaar is in de eerste dimensie door het gat en tweedimensionale vormsluiting heeft wanneer het geïnstalleerd is in het gat.

Het is een voordeel van de onderhavige uitvinding dat een mortelloze demonteerbare lastdragende wand kan worden geconstrueerd door gebruik te maken van de bouwblokken volgens de onderhavige uitvinding, met een beperkte hoeveelheid bouwdelen en zonder enige noodzaak aan geavanceerde constructietechnieken. De wanden zijn demonteerbaar zodat de bouwdelen zoals bouwblokken en enige aanvullende elementen in een compacte vorm kunnen worden opgeslagen. Omdat deze delen basisdelen met een lage toegevoegde waarde zijn, kunnen ze lokaal worden opgeslagen, wat betekent in de buurt van mogelijke overstromingen. De bouwblokken worden gebruikt om een mortelloze wand te bouwen, met het voordeel dat de delen snel kunnen worden geassembleerd, ook in gebieden waar de aanwezigheid van water de constructie van traditionele mortelbevattende wanden zou belemmeren. De bouwblokken, wanneer die worden gebruikt voor het bouwen van tijdelijke woningen in noodsituaties, hebben als bijkomend voordeel dat ze meer bescherming bieden dan tenten tegen de elementen, evenals beveiliging tegen mogelijke indringers of dieren zoals ongedierte. Dankzij de lastdragende capaciteiten kunnen de bouwblokken en wanden spanning en compressie opvangen, waardoor veiligere behuizing wordt geboden.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft het bouwblok een eerste complementair element dat langwerpig is en een longitudinale afdichting heeft. Het eerste complementaire element werkt samen met de verbindingsmiddelen zodat de longitudinale afdichting tegen de verbindingsmiddelen afdicht wanneer het eerste complementaire element is geïnstalleerd in de verbindingsmiddelen.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat een constructie die is gebouwd door gebruik van de bouwblokken waterdicht kan worden gemaakt. Het is een verder voordeel dat de constructie waterdicht is direct na installatie, omdat er geen mortel is die moet uitharden.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt het eerste complementaire element omhuld door de verbindingsmiddelen wanneer het eerste complementaire element in de verbindingsmiddelen is geïnstalleerd.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat een stabiele en waterdichte afdichting kan worden verkregen, zonder dat er additionele elementen nodig zijn zoals bouten of klinknagels.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding neemt het eerste complementaire element een enkele unieke functionele positie aan in de verbindingsmiddelen wanneer het eerste complementaire element in de verbindingsmiddelen is geïnstalleerd.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat bouwvakkers geen uitgebreide scholing nodig hebben, omdat zij de bouwdelen, inclusief de blokken en eventuele complementaire delen, gemakkelijk in een constructie kunnen assembleren.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het eerste complementaire element meer dan één functionele positie aannemen in het gat wanneer het eerste complementaire element in het gat is geïnstalleerd of kan het eerste complementaire element een beperkt aantal functionele posities aannemen in het gat wanneer het eerste complementaire element in het gat is geïnstalleerd.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat dit bijdraagt aan de stabiliteit van de constructie alsmede aan de gebruiksvriendelijkheid voor mogelijk slecht opgeleide plaatselijke bouwvakkers.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het inwendige van het bouwblok hol, waarbij het holle blok een veelheid van inwendige holten heeft.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat het elementaire bouwdeel - het bouwblok - lichtgewicht kan worden gemaakt hetgeen transport vergemakkelijkt.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een buisvormig element zoals een pijp of geleider inbrengbaar in ten minste een van de veelheid van inwendige holten.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat gebruikskanalen en leidingen kunnen worden verschaft in de wanden van een huis dat gebouwd is met de bouwblokken - zelfs tijdelijke behuizing - zodat voorzieningen zoals elektriciteit en water kunnen worden verschaft aan bewoners, hetgeen een voordeel is ten opzichte van het gebruik van tenten.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de veelheid van inwendige holten ten minste gedeeltelijk gevuld is met een thermische isolatie en/of akoestisch dempend materiaal.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat bewoners van behuizing die gebouwd is met de bouwblokken worden afgeschermd tegen warmte of kou.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de lengte van het bouwblok tweemaal of ongeveer tweemaal de breedte van het blok.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat bouwblokken gemakkelijk kunnen worden gecombineerd in een constructie met de gewenste vorm, die kan worden gebouwd door mogelijk slecht opgeleide bouwvakkers.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten de verbindingsmiddelen een groef met een trapezoïdale zwaluwstaartvorm in dwarsdoorsnede.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat de verbindingsmiddelen het mogelijk maken dat het bouwblok onderling wordt verbonden door vormsluiting.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het bouwblok gemaakt van een composietmateriaal dat gerecycleerd kunststofmateriaal en een mineraal additief met een hardheid van 6 of minder op de mineralehardheidsschaal van Mohs omvat.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat het bouwblok lichtgewicht en bestendig kan zijn. Omdat het gedeeltelijk gemaakt is van gerecycleerd materiaal, vermindert het een belasting van onbewerkte grondstoffen.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het bouwblok verder een pakking die afdicht tussen een bovenvlak van één blok en het ondervlak van een tweede blok dat geplaatst is op het eerste blok.

Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat een constructie kan worden verkregen die waterafdichtend is. Dit is handig voor de constructie van tijdelijke behuizing in gebieden onderhevig aan een overstroming, of voor het toepassen van de bouwblokken bij de bouw van een waterkering of een dam.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het eerste complementaire element een tweede complementair element, waarbij het ten minste ene gat verticaal verbindbaar is met het ten minste ene gat van een soortgelijk blok, erboven of onder gepositioneerd, door gebruik te maken van het tweede complementaire element, waarbij het tweede complementaire element dat verschuifbaar is in de eerste dimensie door het gat en tweedimensionale vormsluiting heeft wanneer dat geïnstalleerd is in het gat, waarbij het tweede complementaire element wordt omhuld door het gat wanneer het tweede complementaire element in het gat is geïnstalleerd, of het tweede complementaire element een unieke functionele positie heeft wanneer het tweede complementaire element in het gat is geïnstalleerd.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een set van delen van een veelheid van blokken en een veelheid van eerste complementaire elementen verschaft voor het onderling verbinden van de verbindingsmiddelen van een eerste bouwblok met de verbindingsmiddelen van een tweede blok dat aangrenzend geplaatst is aan een zijvlak en/of het bovenvlak van het eerste blok.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft elk eerste complementair element van de set van delen in dwarsdoorsnede een dubbele trapezoïdale vorm heeft.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn enkele van de eerste complementaire elementen van de set van delen tweede complementaire elementen.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt er een mortelloze demonteerbare lastdragende wand verschaft, die gemaakt is met een veelheid van blokken.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bouwen van een mortelloze demonteerbare lastdragende wand, door gebruik van bouwblokken, dat het volgende omvat het plaatsen van een eerste rij bouwblokken, het plaatsen van een tweede rij bouwblokken bovenop de eerste rij bouwblokken, het verbinden van de bouwblokken horizontaal binnen dezelfde rij door het installeren van de eerste complementaire elementen en verticaal door het installeren van de eerste complementaire elementen of eerste en tweede complementaire elementen.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze verder het vullen van holten in de blokken met een granulair inert materiaal om het gebouw dat geconstrueerd is door gebruik van de blokken thermisch te isoleren of om akoestische demping te verschaffen.

Korte beschrijving van de figuren

Deze en andere kenmerken en voordelen van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zullen nu in meer detail worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: - Figuren 1a en 1b illustreert schematisch een bouwblok volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 2 illustreert schematisch het bouwblok volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 3 illustreert schematisch het bouwblok volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 4 illustreert schematisch het bouwblok volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 5 illustreert schematisch het bouwblok volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuren 6a en 6b illustreren schematisch de inrichting van een buisvormig element volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 7 toont een bovenaanzicht van een inrichting voor het onderling verbinden van twee aangrenzende bouwblokken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 8 toont een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het onderling verbinden van twee aangrenzende bouwblokken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 9 toont een bovenaanzicht van een hoekinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuren 10a en 10b tonen een bovenaanzicht van een bouwblok volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het blok respectievelijk zijdelings in de helft gesneden is, of waarbij een kwart van het blok transversaal gesneden is; - Figuur 11 toont een bovenaanzicht van een inrichting, waarbij een volledig blok met een half blok wordt verbonden; - Figuur 12 toont een perspectivisch aanzicht van een eerste complementair element volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 13 toont een perspectivisch aanzicht van een stapel bouwblokken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 14 toont een perspectivisch aanzicht van een tweede complementair element volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 15 toont een perspectivisch aanzicht van een inrichting van bouwblokken met een gesloten vlak voor het bovenvlak volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 16 toont een perspectivisch aanzicht van een inrichting van bouwblokken, waarbij de blokken zijn voorzien van verticale uitbreidingen op zowel het boven- als ondervlak volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 17 toont een perspectivisch aanzicht van een afdichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 18 toont een bovenaanzicht van een interieurbouwblok volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; - Figuur 19 toont een bovenaanzicht van een inrichting voor het onderling verbinden van een bouwblok met een binnenste bouwblok volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Definities "Vormsluiting" verwijst naar het aantal vrijheidsgraden dat een verbinding heeft. Eén deel van de verbinding zoals de verbindingsmiddelen 30 of het gat 60 is een vrouwelijke component van de verbinding en het eerste of tweede complementaire element is de mannelijke component. De interne vorm van de verbindingsmiddelen 30 of het gat 60 volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is complementair aan de buitenvorm van het eerste of tweede complementaire element, zodat het eerste of tweede complementaire element in geen enkele richting kan bewegen in het horizontale vlak maar wel in het verticale vlak kan bewegen. Het niet kunnen bewegen in de orthogonale assen van het horizontale vlak betekent dat het eerste of tweede complementaire element een 2D-vormsluiting vormt met de verbindingsmiddelen of het gat. In de derde dimensie is het eerste of tweede complementaire element vrij om te glijden. "Omhuld" betekent in de onderhavige aanvrage dat een mannelijk onderdeel van een verbinding zoals het eerste of tweede complementaire element nauw aansluit in het verbindingsmiddel of het gat. Dit betekent dat het buitenvlak van het eerste of tweede complementaire element het omgekeerde is van het binnenvlak van de verbindingsmiddelen of het gat. Een omhulde verbinding maakt de vorming van een zegel gemakkelijker en betrouwbaarder. "Functionele positie" heeft in de onderhavige uitvinding betrekking op het ene deel van een verbinding zoals de verbindingsmiddelen 30 of het gat 60 een vrouwelijke component van de verbinding is en waarbij het eerste of tweede complementaire element de mannelijke component is. De interne vorm van de verbindingsmiddelen 30 of het gat 60 volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is complementair aan de buitenvorm van het eerste of tweede complementaire element, zodat het eerste of tweede complementaire element in geen enkele richting in het horizontale vlak kan bewegen maar wel in het verticale vlak kan bewegen. Het eerste complementaire element kan slechts één functionele positie innemen in de verbindingsmiddelen. Als het eerste complementaire element een dubbele zwaluwstaart is, kan deze twee posities innemen wanneer het wordt ingebracht, omdat de dubbele zwaluwstaart symmetrisch is. Maar eenmaal geïnstalleerd zijn de twee posities niet van elkaar te onderscheiden, wat betekent dat ze functioneel hetzelfde zijn.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringen

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een bouwblok te verschaffen voor gebruik bij het bouwen van structuren, in het bijzonder bouwkundige structuren zoals die welke wanden omvatten, alsmede om de structuren te verschaffen, in het bijzonder bouwkundige structuur zoals die wanden omvatten die gemaakt zijn met de bouwblokken. Meer in het bijzonder is het een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een bouwblok te verschaffen voor gebruik in het bouwen van huizen, woninguitbreidingen, garages, tuinhuisjes en andere constructies, bijvoorbeeld van het soort dat kan worden gebruikt in noodsituaties.

Een specifieke toepassing van het bouwblok hierin beschreven heeft betrekking op het bouwen van tijdelijke behuizing of tijdelijke woningen, zoals noodkwartieren of hulpstructuren voor gebruik daarbij, zoals keerwanden, garages, opslagloodsen, toiletten, douches, zwembaden enzovoorts. In gevallen van een ramp met een menselijke of natuurlijke oorzaak, moet er een veilig onderdak worden verschaft aan mensen die het getroffen gebied ontvluchten. In dergelijke noodsituaties is het cruciaal om in de kortst mogelijke tijd veilig onderdak te bieden. Dit kan door accommodatie in de vorm van tijdelijke behuizing aan te bieden. Een aspect van tijdelijke behuizing en/of hulpstructuren die geconstrueerd zijn in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is daarom dat de bouwmaterialen snel op de locatie kunnen worden afgeleverd en de behuizing in een korte tijdsperiode kan worden geconstrueerd, bij voorkeur zelfs onder moeilijke omgevingsomstandigheden, zoals hevige regenval, overstromingen, wind, hitte of droogte. Bovendien maken uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding het eenvoudig demonteren of deconstructie van de tijdelijke behuizing mogelijk zonder de bouwmaterialen te beschadigen of te vernietigen, zodat deze opnieuw kunnen worden ingezet in een volgende situatie. Omdat reddingswerkers tijdens hun missie geconfronteerd kunnen worden met een verscheidenheid aan specifieke huisvestingsbehoeften, zijn de bouwmaterialen volgens de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding die de tijdelijke huizen vormen modulair en kunnen ze in een groot aantal uiteenlopende situaties worden gebruikt.

Een verdere specifieke toepassing van het bouwblok volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zoals hierin beschreven heeft betrekking op het verschaffen van een bouwblok voor gebruik bij de constructie van bouwkundige structuren onderworpen aan water zoals zwembaden of in de constructie van wanden die deel uitmaken van een waterkering, dam of wateruitwijkingsgeleidingen. Een aspect van deze toepassing is dat het bouwblok volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een hoge mate van ondoordringbaarheid voor water heeft, ofwel volledig impermeabel is ofwel waterpenetratie onder een toelaatbare stroomsnelheid toelaat.

Een verdere specifieke toepassing van het bouwblok volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de constructie van scheidingswanden die snelwegen scheiden van nabijgelegen bewoning, met als doel het verminderen van verkeersgeluid voor woongebieden.

De figuren 1-5 tonen elk een uitvoeringsvorm van het bouwblok 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het bouwblok heeft een bovenvlak 10, een ondervlak 11, een eerste kort zijvlak 12 en een tweede kort zijvlak 13, waarbij beide zijvlakken bij voorkeur evenwijdig zijn, een eerste lang zijvlak 14 en een tweede lang zijvlak 15, waarbij beide lange zijvlakken bij voorkeur parallel zijn. Hoewel het blok 1 rechthoekig is weergegeven in horizontale dwarsdoorsnede, is de vorm daar niet toe beperkt, maar kan het ook vierkanten of zeshoeken omvatten.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het bouwblok volledig gevuld, dat wil zeggen dat het een massief vast materiaal is (niet getoond).

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het inwendige van het bouwblok 1 bij voorkeur hol, met een veelheid van inwendige holten 20. De veelheid van inwendige holten 20 zijn bij voorkeur onderling verdeeld door versterkingselementen 21, waarvan het doel is om de stijfheid van de structuur van het bouwblok 1 te verbeteren. De versterkingselementen 21 kunnen ten minste gedeeltelijk een vlakke vorm, boogvormige of een afgeronde vorm hebben. De versterkingselementen 21 zijn bij voorkeur gemaakt uit hetzelfde materiaal als de zijkanten van het bouwblok 1 en vormen er één stuk mee.

Op voordelige wijze kunnen de versterkingselementen zodanig worden gevormd dat zij het inbrengen van een buisvormig element (niet getoond in de figuren) in een holte van de veelheid van inwendige holten 20 toestaan. Dit maakt het mogelijk een wand te bouwen waarin leidingen en buizen voor elektriciteit en watertoevoer alsook waterafvoer in de wand kunnen worden geïnstalleerd tijdens het bouwen van de wand. Bij voorkeur verschaffen de versterkingselementen 21 ten minste één holte met een diameter van ten minste 90 mm, die typisch overeenkomt met de diameter van waterafvoer. De versterkingselementen 21 kunnen een veelheid van holten verschaffen die kunnen worden geconfigureerd voor specifieke bouwkundige elementen zoals waterpijpen, elektriciteitskabels, telecommunicatiekabels, verwarmings- of koelpijpen, gaspijpen, optische vezelkabels enzovoorts.

Een voorbeeld van een bouwblok dat is aangebracht met een buisvormig element wordt getoond in figuur 6a en 6b. Figuur 6a toont dat een gat in een zijvlak van het bouwblok 1 is geboord. De buis kan vervolgens door het gat worden geïnstalleerd in een holte van de veelheid van inwendige holten 20 zoals aangegeven in figuur 6b.

De holten van genoemde veelheid 20 kunnen worden gevuld met isolatiemateriaal (niet getoond in de figuren). De holten zijn bij voorkeur gevuld met een materiaal dat gemakkelijk verwijderbaar is en dat kan worden gebruikt voor een volgende constructie of voor een andere toepassing. Het isolatiemateriaal kan bijvoorbeeld een celisolatie zijn, omvattende glas, kunststof of rubber; vezelachtige isolatie, zoals glasvezels, steenwol, slakkenwol of aluminiumsilica; vlokisolatie, zoals vermiculiet; of granulaire isolatie, zoals geëxpandeerde polymeren zoals geëxpandeerd polystyreen (EPS). Bij voorkeur omvat het isolatiemateriaal EPS. De vulmaterialen kunnen worden verschaft om de akoestische demping van het blok te verbeteren.

Het bouwblok 1 volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan in een groot aantal uiteenlopende groottes worden gemaakt. Typisch zullen de bouwblokken 1 een grootte hebben die vergelijkbaar is met de afmetingen van standaardstenen of betonnen stenen die worden gebruikt voor de constructie van traditionele behuizing. Het bouwblok 1 kan een breedte hebben die ten minste 10 cm is, bij voorkeur ten minste 15 cm, met meer voorkeur ten minste 20 cm, en met de meeste voorkeur ten minste 25 cm. Voor de constructie van woningen of tijdelijke woningen heeft het bouwblok 1 meestal een breedte van maximaal 50 cm. Typisch zal het bouwblok 1 een breedte hebben van ongeveer 30 cm, p. Voor specifieke toepassingen, zoals voor het bouwen van een waterkering, kan de breedte worden vergroot tot de maximale grootte die kan worden vervaardigd, zoals tot 1 meter. Bij voorkeur ligt de breedte in het bereik van 30 cm tot 80 cm.

Het bouwblok 1 zal een lengte hebben die oploopt tot 100 cm, bij voorkeur tot 90 cm, met meer voorkeur tot 80 cm, en met de meeste voorkeur tot 70 cm. Het bouwblok 1 heeft een lengte van ten minste 20 cm, typisch ten minste 30 cm.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de lengte van het bouwblok 1 met voordeel tweemaal of ongeveer tweemaal de breedte van de lengte. Dit maakt een snelle combinatie van bouwblokken voor constructie mogelijk, zoals hieronder zal worden beschreven

Het bouwblok 1 zal een hoogte hebben die oploopt tot 70 cm, bij voorkeur ten hoogste 60 cm, met meer voorkeur ten hoogste 50 cm en met de meeste voorkeur ten hoogste 40 cm. De minimale hoogte kan bijvoorbeeld 15 cm zijn, of 20 cm of 30 cm.

De zijvlakken 12-15 kunnen vlak zijn. In een voorkeursuitvoeringsvorm is ten minste één zijvlak 12-15 verschaft van een verbindingsmiddel 30 voor het zijwaarts verbinden van het blok met een aangrenzend blok. De verbindingsmiddelen 30 kunnen een uitsteeksel of groef omvatten. Een groef geniet de voorkeur in alle uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Het uitsteeksel of de groef heeft bij voorkeur een vorm die een deel van een vormsluiting tussen blokken verschaft, zoals een messing-en-groefverbinding. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, is het verbindingsmiddel 30 een groef die zich loodrecht op het bovenvlak 10 uitstrekt, dat wil zeggen een verticale of in hoofdzaak verticale groef in het zijvlak is wanneer die geïnstalleerd is.

De groef kan elke geometrische vorm hebben in dwarsdoorsnede, omvattende bijvoorbeeld vierkante, driehoekige of rechthoekige elementen. Het heeft de voorkeur als de groef een vorm heeft die een deel van een vormsluiting tussen blokken verschaft. In het bijzonder heeft de groef een vorm die een deel van een 2D-vormsluiting tussen blokken (inclusief blokkeerrotatie) verschaft, waarbij in de derde dimensie een langwerpig element met een buitenvlak dat past bij het binnenvlak van de groef, in de groef kan schuiven. Met past bij wordt bedoeld dat bij voorkeur de verbindingsmiddelen het langwerpige element omhullen, dat wil zeggen het langwerpige element is een nauwsluitende passing in de verbindingsmiddelen maar kan daarin schuiven. Het buitenvlak van het langwerpige element is bij voorkeur de omgekeerde vorm van het binnenvlak van de verbindingsmiddelen. Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm waarin de groef een T-vorm heeft. In figuur 4 heeft de groef de vorm die overeenkomt met de helft van een plusteken (+). Bij voorkeur heeft de groef een trapeziumvorm in dwarsdoorsnede. Dergelijke uitvoeringsvormen worden getoond in de figuren 1 - 3. Een groef volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt hierna een zwaluwstaartgroef genoemd. Zonder beperking van de uitvinding zal de uitvinding verder worden uitgelegd door gebruik van zwaluwstaartgroeven als verbindingsmiddelen 30. De verbindingsmiddelen 30 zijn geschikt voor een 2D-vormsluitingsverbinding (inclusief blokkeerrotatie) tussen blokken met de mogelijkheid om in de derde dimensie te schuiven, dat wil zeggen langs de groef. De zwaluwstaart- of T-groeven zijn beide geschikt voor een 2D-vormsluiting maar laten schuiven toe in de derde dimensie, dat wil zeggen langs de groef.

Typisch hebben het eerste en het tweede korte zijvlak 12, 13 elk ten minste één zwaluwstaartgroef, met het doel om aangrenzende bouwblokken 1 met elkaar te verbinden. Bij voorkeur hebben het eerste en het tweede korte zijvlak 12, 13 elk één zwaluwstaartgroef. Bij voorkeur hebben de eerste en tweede lange zijvlakken 14, 15 elk ten minste één zwaluwstaartgroef voor soortgelijke doeleinden. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding hebben de lange zijvlakken 14, 15 elk twee zwaluwstaartgroeven. De zwaluwstaartgroeven zijn in de zijvlakken 12 - 15 zodanig aangebracht dat twee bouwblokken 1, die naast elkaar zijn geplaatst voor het bouwen van een wand volgens deze uitvinding, ten minste één van hun respectieve zwaluwstaartgroeven in een corresponderende positie zullen hebben, die het mogelijk maken om beide bouwblokken met elkaar te verbinden door gebruik van een eerste complementair element 40 dat het hierboven genoemde langwerpige element is. Het eerste complementaire element 40 in combinatie met de groef verschaft een 2D-vormsluiting waarbij het eerste complementaire element 40 verschuifbaar is in de derde dimensie, dat wil zeggen langs de groef. Het verbindingsmiddel omhult bij voorkeur het eerste complementaire element, dat wil zeggen dat het eerste complementaire element nauwpassend in de verbindingsmiddelen is maar daarin kan schuiven. Het buitenvlak van het eerste complementaire element is bij voorkeur de omgekeerde vorm van het binnenvlak van de verbindingsmiddelen. Het eerste complementaire element kan slechts één positie innemen in de verbindingsmiddelen. De dubbele zwaluwstaart maakt twee mogelijke posities mogelijk voor inbrengen in de verbindingsmiddelen, maar het resultaat is in beide gevallen hetzelfde.

Een eerste complementair element 40 wordt gebruikt voor het onderling verbinden van twee aangrenzende bouwblokken 1, door het inbrengen van het eerste complementaire element 40 in de respectieve zwaluwstaartgroeven van de twee aangrenzende bouwblokken 1. Een voorbeeld van een dergelijke inrichting wordt getoond in figuur 7, waar het duidelijk is dat het element 40 past in het volume dat wordt gevormd door de groeven wanneer de blokken 1 tegen elkaar worden geplaatst. Een perspectivisch aanzicht dat toont hoe het inbrengen van het eerste complementaire element 40 twee aangrenzende blokken met elkaar verbindt kan worden gevonden in figuur 8. Het is een voordeel van de onderhavige uitvinding dat door de bouwblokken 1 in een reeks rijen te leggen volgens de werkwijze van de onderhavige uitvinding, verbindingsmiddelen 30 kunnen worden verschaft die geschikt zijn voor een 2D-vormsluitingsverbinding tussen blokken met de mogelijkheid om in de derde dimensie te schuiven. De zwaluwstaartgroeven van aangrenzende blokken die in dezelfde rij zijn geplaatst, bevinden zich bijvoorbeeld voor elkaar. Een specifiek voordeel is dat zelfs verbindingsmiddelen zoals zwaluwstaartgroeven van aangrenzende bouwblokken die een hoek vormen, zich voor elkaar zullen bevinden. Dit is het directe gevolg van de positie van de verbindingsmiddelen zoals de zwaluwstaartgroeven op de zijvlakken. Figuur 9 toont een wand opgebouwd met bouwblokken 1 volgens de uitvinding, waarbij de blokken zijn gecombineerd om een hoek te vormen.

Bovendien kan een blok ook zijdelings in twee zijden worden gesneden, een bovenaanzicht van een dergelijk blok volgens een uitvoeringsvorm wordt getoond in figuur 10a, of een kwart van een blok kan transversaal worden gesneden, een bovenaanzicht van een dergelijk blok wordt getoond in Figuur 10b, en de verkregen stukken kunnen in een rij worden gecombineerd met complete bouwblokken. Dit kan worden gedaan om lokaal een opening in een constructie te voltooien, waardoor een voldoende thermische isolatie in alle delen van de constructie wordt gegarandeerd. Een voorbeeld van een dergelijke inrichting, waarbij een volledig blok wordt gecombineerd met een half blok, wordt getoond in figuur 11.

Bovendien kan het eerste complementaire element 40 worden gebruikt om bouwblokken 1 verticaal te verbinden. Inderdaad, bij het leggen van reeksen rijen, de ene rij bovenop de andere, volgens de uitvinding, kunnen verbindingsmiddelen zoals zwaluwstaartgroeven van een bepaald blok, een onderliggend blok en een bovenste blok aan dit specifieke blok in een overeenkomstige positie worden geplaatst wat toelaat om het eerste complementaire element in te brengen in deze verbindingsmiddelen zoals zwaluwstaartgroeven, die het specifieke blok verbinden met zijn onderliggende en bovenste tegenhangers. Het verticaal geplaatste eerste complementaire element 40 verschaft minimale ondersteuning voor het opvangen van spanning in de wand, bijvoorbeeld tijdens seismische activiteit, bijvoorbeeld na schokken.

Wanneer aangrenzende blokken in dezelfde rij worden verbonden, evenals blokken in rijen die op elkaar liggen, zal het eerste complementaire element 40 een staafvormige vorm aannemen. Het eerste complementaire element 40 is bij voorkeur gemaakt van een star materiaal.

In het algemeen is het eerste complementaire element 40 gemaakt van een kunststof of een kunststofcomposiet, hout of elk ander materiaal dat het mogelijk maakt dat het element gemakkelijk in de lengte of in de breedte kan worden gezaagd. Bij voorkeur is het eerste complementaire element gemaakt van hetzelfde materiaal als het bouwblok.

Typisch heeft het eerste complementaire element 40 een vorm die complementair is aan de vorm van de verbindingsmiddelen 30 van de blokken die het onderling verbindt. Wanneer blokken met een zwaluwstaartgroef in de zijvlakken worden gebruikt, zal het eerste complementaire element 40 een vorm hebben die dubbel trapezoïdaal in dwarsdoorsnede is, aangezien deze complementair is aan twee tegenovergestelde zwaluwstaartgroeven. Een eerste complementair element 40 met een dergelijke vorm zal hierna worden aangeduid als een dubbele zwaluwstaartvorm. Zonder de uitvinding te beperken, zal het eerste complementaire element verder worden aangeduid als een dubbele zwaluwstaartstaaf. Een afbeelding van een dergelijke dubbele zwaluwstaartstaaf is getoond in figuur 12.

In een voordelige uitvoeringsvorm is afdichting 50 aangebracht langs de lengte van het eerste complementaire element zoals de dubbele zwaluwstaartstaaf. Bij voorkeur is de afdichting 50 een afdichtingsstrook op basis van een rubber of elastomeer. De afdichting 50 is voor afdichting tussen het eerste complementaire element en de verbindingsmiddelen 30, dat wil zeggen de groef. De afdichting 50 strekt zich uit over de volledige lengte van de verbindingsmiddelen en het eerste complementaire element wanneer het eerste complementaire element is geïnstalleerd. De afdichting 50 en een pakking tussen de bovenkant van een blok en de onderkant van het blok onmiddellijk daarboven maken een wand die gemaakt is met de blokken waterdicht of met weinig lekkage. De afdichting 50 en de pakking voorkomen het gebruik van mortel, zodat een wand die met de blokken is geproduceerd, mortelloos is. In figuur 12 is de dubbele zwaluwstaartstaaf verschaft van vier afdichtstroken. De afdichtingsstroken hebben het voordeel dat ze voorkomen dat water doorsijpelt door de onderlinge verbinding van de blokken terwijl toch het inbrengen van de staaf mogelijk wordt gemaakt. Met andere woorden, de afdichtstroken voorkomen dat water van de ene kant van de wand naar een andere sijpelt, zoals van de buitenkant naar de binnenkant van een huis, van een zwembad naar de omliggende aarde, door een dam of waterkering. Verder helpen de afdichtstroken om de dubbele zwaluwstaartstaaf aan de bouwblokken te bevestigen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het bouwblok 1 ten minste één verticaal of in hoofdzaak verticaal gat 60, dat zich uitstrekt van het bovenvlak 10 naar het bodemvlak 11. Het ten minste ene gat 60 kan in dwarsdoorsnede elke geometrische vorm hebben, inclusief ronde, driehoekige, of rechthoekige elementen. In het bijzonder aan de vorm van het gat 60 is dat het bij voorkeur onderling is verbonden met en co-gedefinieerd wordt door de vorm van het eerste complementaire element 40, in dat dat eerste complementaire element 40 in het gat 60 moet passen. Het eerste complementaire element 40 in combinatie met het gevormde gat 60 verschaft bij voorkeur een 2D-vormsluiting tussen blokken (inclusief blokkeerrotatie) waarbij het eerste complementaire element 40 verschuifbaar is in de derde dimensie, dat wil zeggen langs het gat. Inderdaad kan het dwars in de lengte doorsnijden van het blok 1 of het transversaal doorsnijden in een kwart van het blok 1, resulteren in een gat 60 in het blok 1 dat verdeeld moet worden over de verkregen stukken. De geometrische vorm van het gat moet dan zodanig zijn dat het stuk kan worden verbonden met een verbindingsmiddel 30 van een ander blok 1 door gebruik van een eerste complementair element 40, dat wil zeggen het verschaffen van een 2D-vormsluiting waarbij het eerste complementaire element 40 verschuifbaar is in de derde dimensie, dat wil zeggen langs het gat. Het eerste complementaire element 40 kan een beperkt aantal posities innemen in het gat 60.

De geometrische kenmerken van de verbindingsmiddelen 30 zullen derhalve gelijkenis vertonen met de geometrische vorm van het gat 60, dat wil zeggen dat de verbindingsmiddelen 30 dezelfde geometrische vorm van het gat 60 zullen hebben en het eerste complementaire element 40 de complementaire omgekeerde geometrische vorm van het gat 60 zal hebben.

De uitvoeringsvorm die getoond is in figuur 4 heeft dat wil zeggen twee gaten 60 met de dwarsdoorsnedevorm van een plusteken, waarbij de verbindingsmiddelen 30 de helft van een plusteken zijn.

Het bouwblok volgens de uitvoeringsvormen zoals die getoond is in figuur 1-3 is voorzien van twee gaten 60 met een sterachtige vorm in dwarsdoorsnede. De vorm omvat twee dubbele zwaluwstaarten met een onderlinge hoek van 90° en zal hierna worden aangeduid als een stervorm. Zoals de figuren 10a-10b laten zien, het snijden van het blok zoals hierboven beschreven, maakt het mogelijk dat de verkregen stukken onderling worden verbonden met andere blokken, omdat het resterende deel van het gat 60 een dubbele zwaluwstaartstaaf kan herbergen.

In elk van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een tweede complementair element 70 worden gebruikt voor het verticaal verbinden van bouwblokken 1 die op elkaar zijn gestapeld door het tweede complementair element 70 verticaal in te brengen in een gat 60 van elk van de onderling verbonden gestapelde bouwblokken 1. Het tweede complementaire element 70 kan worden omhuld door het gat 60 wanneer het is ingebracht, dat wil zeggen het tweede complementaire element is een nauwsluitende passing in het gat maar kan daarin schuiven. Het buitenvlak van het tweede element is bij voorkeur de omgekeerde vorm van het binnenvlak van het gat.

Figuur 13 toont een stapel blokken 1 ingericht volgens deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij een tweede complementair element 70 verticaal is ingebracht door gaten 60 van die verticaal gestapelde bouwblokken 1. De bouwblokken 1 volgens de uitvinding worden daarbij bij voorkeur gestapeld op zodanige wijze dat de gaten 60 van de blokken 1 zich in verlenging van elke andere bevinden, waardoor het tweede complementaire element 70 kan worden ingebracht. Het voordeel van het gebruik van het tweede complementaire element 70 is dat gestapelde bouwblokken 1 stevig samen bijeen kunnen worden gehouden, waardoor de noodzaak aan extra elementen zoals spijkers of schroeven overbodig wordt. Het tweede complementaire element 70 in combinatie met het gevormde gat 60 verschaft bij voorkeur een 2D-vormsluiting (inclusief blokkeerrotatie) waarbij het tweede complementaire element 40 in de derde dimensie verschuifbaar is, dat wil zeggen langs het gat.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het tweede complementaire element 70 een staafachtige vorm. De dwarsdoorsnedevorm van het tweede complementaire element 70 is complementair aan de dwarsdoorsnedevorm van de gaten van de bouwblokken, dat wil zeggen het tweede complementaire element 70 zal de complementaire omgekeerde geometrische vorm van het gat 60 hebben. Als de gaten een stervorm hebben, zoals hierboven gedefinieerd is, zal het tweede complementaire element complementair zijn aan deze vorm. Zonder de uitvinding te beperken zal het tweede complementaire element verder worden aangeduid als een stervormige staaf. Een weergave van een dergelijke stervormige staaf is getoond in figuur 13. In een voordelige uitvoeringsvorm is afdichting 50 voorzien langs de lengte van de stervormige staaf. Bij voorkeur is de afdichting 50 een afdichtingsstrook op basis van een rubber. In figuur 14 is de stervormige staaf voorzien van acht afdichtstroken, die tot doel hebben te voorkomen dat water doorsijpelt.

Zowel de stervormige staaf als de zwaluwstaartstaaf kunnen op de gewenste lengte worden gezaagd.

De uitvinders hebben nu gevonden dat de combinatie van stapelbare, modulaire bouwblokken zoals hierboven beschreven met eerste en tweede complementaire elementen met een onderling verbonden of complementaire vorm, zoals dubbele zwaluwstaartstaven en sterstaven, de snelle en gemakkelijke opbouw van wanden voor tijdelijke behuizing mogelijk maken, waarbij de wanden voldoen aan alle vereisten met betrekking tot stabiliteit en draagvermogen.

Volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen het bovenvlak 10 en het ondervlak 11 van het bouwblok 1 open zijn. Het stapelen van open blokken heeft het voordeel dat isolatie en/of akoestisch dempend materiaal in een wand kan worden toegevoegd nadat de constructie is voltooid of tijdens de constructie. Ook zijn kanalen en buizen eenvoudig te installeren in een wand met open blokken, vanwege het feit dat een dergelijke stapel, met holten van elk blok in de verlenging van elkaar liggend, kan resulteren in open ruimten die zich uitstrekken van het vloerniveau tot het bovenste niveau van de wand waarin leidingen en buizen kunnen worden ingebracht.

Als alternatief is het bovenvlak 10 een gesloten vlak, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 15. Een bouwblok 1 met een gesloten bovenvlak 10 kan worden gebruikt voor het construeren van een volledige wand. Bij voorkeur zal een bouwblok 1 volgens deze alternatieve uitvoeringsvorm worden gebruikt bij de inrichting van een toplaag van een wand, terwijl de andere blokken in de wand blokken zijn met een open bovenvlak, waardoor de geconstrueerde wand en elk isolatiemateriaal daarin wordt afgesloten.

Volgens een ander alternatief is het ondervlak 11 een gesloten vlak. Een bouwblok 1 met een gesloten bodemvlak 11 kan worden gebruikt als deel van een bodemlaag van bouwblokken waarop de wand is opgericht.

Volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het bovenste deel van het bouwblok 1 verhoogd en enigszins smaller worden gemaakt dan de bodem van het bouwblok 1 (een schouder vormend rond de omtrek van het bovenoppervlak), zodat de een smaller bovengedeelte van een eerste bouwblok past of plaatst in een breder uitgespaard onderste deel van een tweede blok dat bovenop het eerste bouwblok wordt geplaatst. Dit kan worden gedaan door de richel van het bovenste deel van het bouwblok 1 te laten inspringen en door de richel van het onderste deel van het blok 1 te verwijden.

Een alternatieve uitvoeringsvorm is getoond in figuur 16, waarbij het bouwblok is voorzien van verticale uitbreidingen op zowel het boven- als ondervlak 10-11. Bij voorkeur zijn de verticale uitbreidingen verschaft op het bovenvlak of op het ondervlak, wat mogelijk maakt dat twee op elkaar geplaatste blokken om te passen.

Kenmerken zoals inkepingen of uitbreidingen hebben het voordeel dat ze het stapelen van de blokken vergemakkelijken, omdat de blokken als het ware naar hun juiste positie worden geleid. Dientengevolge wordt het voor de gebruiker eenvoudiger om de eerste en tweede complementaire elementen 40, 70 in hun posities in te brengen.

Volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een gas- of waterafsluiting 50 op het bouwblok 1 worden verschaft, bij voorkeur ten minste gedeeltelijk het bouwblok 1 aan de zijkant omgeeft. Een voorbeeld van een dergelijke afdichting 50 is getoond in figuur 17. Een afdichting 50 kan op de binnenzijde van een ingesprongen richel worden geplaatst en een afgedichte pakking vormen tussen een bovenste en onderste blok wanneer die gestapeld zijn. Typisch zal een afdichting 50 die het bouwblok omgeeft worden ingericht aan de binnenzijde van het bouwblok 1, aan het onderste deel van het blok, waar de verzegeling 50 kan worden ingericht in een richel. Het voordeel van het plaatsen van de afdichting 50 in deze richel is dat het stapelen van het blok bovenop een ander blok de verbinding waterdicht zal maken (in samenhang met de afdichtstroken langs het eerste complementaire element) en het binnendringen van water zal voorkomen of verminderen. Elk van de afdichtingen 50 is bij voorkeur een afdichting op basis van rubber of elastomeer. Een wand vervaardigd gebruikmakend van blokken 1 van een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is afgedicht en mortelloos wanneer de afdichtingen 50 op hun plaats zitten. Als alternatief kan de verzegeling 50 achterwege worden gelaten wanneer een met blokken 1 gemaakte wand geen waterafdichting behoeft te hebben. Dit kan het geval zijn wanneer een wand is gebouwd met het doel om water om te leiden. De waterdichtheidseisen van bijvoorbeeld een door deze blokken gebouwde dam kan daarom minder stringent zijn dan wanneer de blokken worden gebruikt voor de constructie van de behuizing.

Het bouwblok 1 kan vervaardigd zijn uit een materiaal dat een aanvaardbare mate van mechanische starheid waarborgt, waardoor het bouwblok 1 ten minste de belasting van de wand en een dak kan dragen. Een wand die gebruik maakt van blokken 1 van een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan dragend zijn. Het bouwblok 1 kan verder weers- en UV-bestendig zijn. Tegelijkertijd kunnen bouwvakkers het materiaal van het blok 1 snijden zonder de noodzaak voor geavanceerde machines. Het materiaal heeft bij voorkeur een thermische geleidbaarheid k die aanvaardbaar laag is. Het materiaal van het bouwblok 1 moet ook insectenresistent zijn en insecten zoals termieten weerstaan.

Het bouwblok 1 kan worden gemaakt van een materiaal dat wordt gekozen uit de groep die bestaat uit hout, metaal, minerale materialen, beton, keramische materialen zoals glas of op kunststof gebaseerde materialen. Het bouwblok 1 kan worden gemaakt als een samenstelling van de materialen, waarbij sommige componenten aanwezig kunnen zijn als vulstoffen of vezels.

Volgens een specifieke uitvoeringsvorm is het bouwblok 1 een composietmateriaal, omvattende een kunststofmateriaal en een mineraal additief en/of een poeder gemaakt van een verknoopt thermoharderpolymeer.

Het composietmateriaal omvat ten minste 60 gew.%, bij voorkeur ten minste 65 gew.%, met meer voorkeur ten minste 70 gew.% en met de meeste voorkeur ten minste 75 gew.% van het kunststofmateriaal, met verwijzing naar het totale gewicht van het composietmateriaal. Verder wordt begrepen dat het composietmateriaal ten hoogste 95 gew.%, bij voorkeur ten hoogste 90 gew.% en met meer voorkeur ten hoogste 85 gew.% van het kunststofmateriaal omvat, met verwijzing naar het totale gewicht van het composietmateriaal.

Een eerste deel van het kunststofmateriaal kan een gerecycleerd kunststofmateriaal zijn dat wordt teruggewonnen uit een kunststofafvalstroom. Een tweede deel van het kunststofmateriaal kan nieuw kunststofmateriaal omvatten, dat wil zeggen materiaal dat gepolymeriseerd is uit grondstoffen voor gebruik in het kunststofmateriaal. Vanuit ecologisch oogpunt heeft het op zijn minst gedeeltelijk maken van het bouwblok 1 van afvalstroom kunststofmateriaal het voordeel van het verlichten van de belasting op het verbruik van natuurlijke hulpbronnen.

Het kunststofmateriaal kan ten minste 50 gew.%, bij voorkeur ten minste 60 gew.%, met meer voorkeur ten minste 70 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 80 gew.%, en met de meeste voorkeur ten minste 90 gew.% van het gerecycleerde kunststofmateriaal, gewonnen uit een afvalstroom, met verwijzing naar het totale gewicht van het kunststofmateriaal. Het resterende deel van het kunststofmateriaal bestaat bij voorkeur uit het nieuwe kunststofmateriaal.

Volgens een bijzondere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het kunststofmateriaal alleen gerecycleerd kunststofmateriaal.

Het kunststofmateriaal kan een thermoplastisch materiaal zijn. Bij voorkeur omvat het kunststofmateriaal polyvinylchloridepolymeer (PVC) of copolymeer. PVC is zelfdovend. Vandaar dat PVC kan worden gebruikt voor de blokken volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, zodat de bouwmaterialen die worden verschaft door een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zelfdovend kunnen zijn. PVC heeft een dichtheid van 1,35 tot 1,45 g/cm2. Vandaar dat PVC kan worden gebruikt voor de blokken volgens elke van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, zodat de bouwmaterialen die worden verschaft door een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zwaarder zijn dan water. Bij voorkeur is het PVC geschuimd.

Naast het kunststofmateriaal kan het composietmateriaal verder een mineraal additief omvatten. Bij voorkeur bestaat het composietmateriaal alleen uit het kunststofmateriaal en het mineraal additief. Het minerale additief wordt typisch gebruikt in poeder- of vlokvorm.

Mohs schaal van hardheid is een bekende en vaak gebruikte classificatie voor minerale hardheid. Het minerale additief heeft bij voorkeur een hardheid van 6 of minder op de mineralehardheidsschaal van Mohs. Bij voorkeur heeft het minerale additief een hardheid van 3 of meer op mineralehardheidsschaal van Mohs.

Bij voorkeur is het additief gebaseerd op materiaal van de Carboonkalksteengroep, of mineralen omvattende: CaMg(CO3)2, SiO2, FeS2, CaF2 en/of CaCO3. Bij voorkeur omvat het minerale additief blauw hardsteen. Als alternatief kan een zachte marmersoort worden gebruikt. PVC is zelfdovend. Derhalve kan PVC met een mineraal additief worden gebruikt voor de blokken volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, zodat de bouwmaterialen die worden verschaft door een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zelfdovend kunnen zijn.

Het bouwblok 1 kan worden geproduceerd door gebruik te maken van typische verwerkingstechnieken voor kunststof composietmaterialen, waaronder spuitgieten, rotatiegieten, extrusie en 3D-printtechnieken. Bij voorkeur is het bouwblok geschuimd.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het bouwen van een mortelloze demonteerbare lastdragende wand, door gebruik te maken van bouwblokken 1 volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

Optioneel kunnen geulen in een eerste stap worden gegraven volgens een geplande positie van de wand of wanden. Kunststoffolies en platen kunnen worden verschaft voor het blokkeren van grondwater. Een eerste rij bouwblokken 1 is vervolgens geïnstalleerd in de geul en de geul wordt ten minste gedeeltelijk gevuld met beton, bij voorkeur onder het zichtbaar laten van het bovenste deel van de rij bouwblokken 1 om verder bouwen bovenop de rij mogelijk te maken. Als alternatief bestaat de eerste stap uit het plaatsen van de eerste rij bouwblokken 1 op de grond volgens de geplande positie van de wanden. Bij voorkeur wordt een vorm van verankering verschaft voor het verankeren van de rij aan de grond. Bouwblokken 1 kunnen worden gecombineerd met uitgesneden delen van andere blokken zoals hierboven beschreven, om de gewenste vorm te verkrijgen.

Een tweede rij bouwblokken 1 kan bovenop de eerste rij bouwblokken 1 worden geplaatst. Volgens bepaalde uitvoeringsvormen zijn voor het toevoegen van een rij de blokken 50% of een halve lengte verschoven een blok, met betrekking tot de onderliggende blokken. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm wordt elk individueel blok van de tweede rij bovenop een individueel blok van de onderliggende rij geplaatst. De bouwblokken 1 zijn horizontaal met elkaar verbonden, hetgeen betekent binnen dezelfde rij, en verticaal door de eerste en tweede complementaire elementen. Op voordelige wijze, of de rijen nu zijn verschoven of niet, kunnen de elementen verticaal in gaten en/of verbindingsmiddelen van een veelheid van blokken worden ingebracht, waardoor deze veelheid van blokken onderling wordt verbonden. De gebruiker of bouwvakker krijgt een hoge mate van vrijheid om de lengte van elk complementair element te bepalen. Dat wil zeggen dat de gebruiker ervoor kan kiezen om gestapelde blokken die behoren tot een reeks rijen onderling te verbinden met een beperkte hoeveelheid lange complementaire elementen. Aan de andere kant kunnen de complementaire elementen op de gewenste lengte worden gezaagd, met het doel minder blokken met elkaar te verbinden.

Volgens bepaalde uitvoeringsvormen kunnen de holten in de bouwblokken, die met elkaar zijn verbonden, worden gevuld door gebruik te maken van een granulair inert materiaal met als doel het thermisch isoleren van het gebouw, waarvan de blokken deel uitmaken, bijvoorbeeld om thermische isolatie of akoestische demping te verschaffen. Dit kan worden gedaan door het granulaire inerte materiaal in het open bovenvlak 10 van de hoogste blokken in de geconstrueerde wand te gieten. Bij voorkeur worden alleen de holten van de veelheid van inwendige holten 20 die gelegen zijn op dat deel van de bouwblokken 1 dat naar buiten is gekeerd, gevuld. Dientengevolge dragen twee elementen bij tot thermische isolatie of akoestische demping: het granulaire inerte materiaal evenals de lucht die permanent in de andere holten 20 is opgesloten.

Het bouwblok volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden verder verschaft voor de constructie van een binnenwand.

Volgens bepaalde uitvoeringsvormen kunnen bouwblokken 1 worden gebruikt voor de binnenwanden, waarbij de blokken die de binnenwand vormen een hoek van 90° kunnen vormen ten opzichte van een buitenwand, zoals hierboven beschreven. Het voordeel van het gebruik van dezelfde blokken voor de binnen- en buitenwanden is dat er slechts één type blok nodig is voor de constructie van alle wanden.

Bij voorkeur wordt een binnenbouwblok 100 gebruikt, waarvan uitvoeringsvormen worden getoond in figuur 18. De binnenbouwblokken 100 zijn typisch langwerpiger en minder breed in vergelijking met het bouwblok 1. De binnenbouwblokken 100 kunnen onderling worden verbonden met bouwblokken 1 die een buitenwand vormen, die een hoek van 90° daarmee vormt, door gebruik te maken van het eerste complementaire element zoals een dubbele zwaluwstaartstaaf. Het principe voor een alternatief mechanisme voor het onderling verbinden van de blokken is getoond in figuur 19, dat een bovenaanzicht toont, waarbij het bouwblok 1 verschaft is van een verbindingsmiddel 30, dat een dwarsdoorsnede heeft met een afgeronde vorm, zoals een afgeronde groef. Dientengevolge is het eerste complementaire element 40 ingericht om te passen in zowel de verbindingsmiddelen 30, met de afgeronde groef, en verbindingsmiddelen 30 van het binnenbouwblok, met bijvoorbeeld een trapezoïdale dwarsdoorsnede (niet getoond in figuur 19).

Een specifieke toepassing van het bouwblok 1 volgens een van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de constructie van een wand om de loop van water om te leiden, om een waterkeringwand of een damwand te verschaffen volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Zelfs als er water aanwezig is, kan de wand worden geconstrueerd omdat alle materialen waterdicht zijn. Dit staat zelfs toe dat wanden onder water worden geïnstalleerd, bijvoorbeeld door duikers.

Met betrekking tot de drie hoofdtypen van materialen die gewoonlijk worden gebruikt in noodsituaties zoals tenten, verplaatsbare modulaire gebouwen en op maat gemaakte containers, zal de vakman begrijpen dat uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding enkele of alle van de volgende voordelen hebben: aa) Opgeslagen in een compacte vorm - niet opslaan van grote hoeveelheden "lucht" - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers bb) Basisbouwblokken worden opgeslagen - producten met een lage toegevoegde waarde worden opgeslagen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van modulaire gebouwen en op maat gemaakte containers welke producten met hoge toegevoegde waarde zijn cc) Demontabel en herbruikbaar - dit verschaft een voordeel ten opzichte van baksteen en mortel - verwijdering van mortel duurt meestal lang bij het demonteren dd) Flexibel in het ontwerp van gebouwen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van modulaire gebouwen en containers die vaste, vooraf gedefinieerde vormen hebben ee) Eenvoudig en snel te assembleren - dit verschaft een voordeel ten opzichte van "onbewerkte" containers die op maat gemaakt moeten worden en verplaatsbare gebouwen met metalen frames die veel moeren en bouten vereisen om te assembleren of te demonteren ff) Vereist geen met de hand aangebrachte mortel - dit verschaft een voordeel ten opzichte van bakstenen en mortel gg) Kan plaatselijk worden gemaakt met technisch eenvoudige werkwijzen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van modulaire gebouwen welke producten met een hoge toegevoegde waarde zijn, meestal gemaakt met complexe fabricagetechnieken in hoogtechnologische landen hh) Lichtgewicht - dichtheid van het materiaal kan 1,35 - 1,45 g/cm2 zijn, wat wordt verminderd door luchtruimte in het blok - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers en bakstenen en mortel ii) Blokken en het gebouw zijn thermisch geïsoleerd tegen warm/kou zonder extra materialen/bekleding - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten en containers jj) Mechanische bescherming, bijvoorbeeld tegen wolven, ratten, honden, menselijke indringers - voordeel ten opzichte van tenten kk) Kan wanden vormen die direct na de installatie waterdicht zijn, bijvoorbeeld waterkeringen of dammen, of zwembadwanden - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten en bakstenen en mortel met die mortel moet uitharden voordat de wand waterdicht is. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers en modulaire gebouwen die niet kunnen worden gebruikt om gemakkelijk wanden te maken ll) Kan worden gebruikt om toilet-/douche-/badkamergebouwen (wassingen) te maken die gemakkelijk schoon te houden zijn. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten mm) Materiaal kan zelfdovend zijn. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten nn) gebouwen voldoen aan ten minste elementaire seismische weerstandseisen (bijvoorbeeld naschokken) omdat de wanden zowel spanning als compressie kunnen weerstaan als gevolg van verticale steunelementen oo) Kan worden gebruikt om binnenwanden te maken in bestaande gebouwen. Dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers, tenten. pp) Kan worden gebruikt voor het maken van demonteerbare of verplaatsbare binnenwanden in bestaande gebouwen - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers, tenten en bakstenen en mortel. qq) Kan worden gebruikt om wanden met standaardvensters te maken - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten en onbewerkte containers. rr) Opbergruimte zoals rekken en kasten en andere objecten kunnen aan de wand worden bevestigd. - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten ss) Wanden kunnen lastdragend zijn. - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten tt) Wanden kunnen door duikers onder water worden geïnstalleerd - dit verschaft een voordeel ten opzichte van tenten, baksteen en mortel. uu) Geen ernstige vermindering van de ontvangstkwaliteit van draadloze communicatie (geen metalen kooi van Faraday) - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers vv) Wanden kunnen akoestische demping bieden - dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers, tenten. ww) Omdat de blokken voor veel verschillende toepassingen kunnen worden gebruikt en goedkoop kunnen worden geproduceerd, zijn de blokken geschikt voor opslag in depots klaar voor gebruik in elke van uiteenlopende noodsituaties die door de mens of natuur veroorzaakt zijn, dit verschaft een voordeel ten opzichte van containers en modulaire gebouwen.

Claims (27)

1. Conclusies

   1. Een lastdragende bouwblok voor het bouwen van mortelloze demonteerbare lastdragende wanden, waarbij het bouwblok omvat: - verbindingsmiddelen aan ten minste één zijvlak van het bouwblok voor het onderling verbinden van het blok aangrenzend aan diens zijvlak, met de verbindingsmiddelen van een soortgelijk blok door gebruik van een eerste complementair element, waarbij de genoemde verbindingsmiddelen een groef omvatten en het eerste complementair element verschuifbaar is in een eerste dimensie langs de groef en een tweedimensionale vormsluiting heeft wanneer het geïnstalleerd is in de groef; - ten minste één verticaal gat, dat zich uitstrekt van het bovenste naar het onderste oppervlak van het blok; waarbij genoemd ten minste ene gat verticaal verbindbaar is met het ten minste ene gat van een soortgelijk blok, hierboven of hieronder gepositioneerd, door gebruik van genoemd eerste complementaire element, waarbij het eerste complementaire element verschuifbaar is in de eerste dimensie door het gat en twee-dimensionale vormsluiting heeft wanneer het geïnstalleerd is in het gat.
2. 2. Het bouwblok volgens conclusie 1, waarbij het eerste complementair element langwerpig is en een longitudinale afdichting heeft, waarbij het eerste complementair element samenwerkt met de verbindingsmiddelen zodat de longitudinale afdichting tegen de verbindingsmiddelen afdicht wanneer het eerste complementair element is geïnstalleerd in de verbindingsmiddelen.
3. 3. Het bouwblok volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste complementair element wordt omhuld door de verbindingsmiddelen wanneer het eerste complementair element in de verbindingsmiddelen is geïnstalleerd.
4. 4. Het bouwblok volgens één der conclusies 1 tot en met 3, waarbij het eerste complementair element een enkele unieke functionele positie in de verbindingsmiddelen aanneemt wanneer het eerste complementair element in de verbindingsmiddelen is geïnstalleerd.
5. 5. Het bouwblok volgens één der conclusies 1 tot en met 4, waarbij het eerste complementaire element meer dan één functionele positie in het gat kan aannemen wanneer het eerste complementaire element in het gat is geïnstalleerd of het eerste complementaire element een beperkt aantal functionele posities kan aannemen in het gat wanneer het eerste complementaire element in het gat is geïnstalleerd.
6. 6. Het bouwblok volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het inwendige van het bouwblok hol is, waarbij genoemd holle blok een veelheid van inwendige holten heeft.
7. 7. Het bouwblok volgens conclusie 6, waarbij genoemde veelheid van inwendige holten wordt gevormd door versterkingselementen voor het verbeteren van de stijfheid van het bouwblok.
8. 8. Het bouwblok volgens conclusie 6 of 7, waarbij een buisvormig element zoals een pijp of geleider inbrengbaar is in ten minste één van genoemde veelheid van inwendige holten.
9. 9. Het bouwblok volgens één der conclusies 6 tot en met 8, waarbij genoemde veelheid van inwendige holten ten minste gedeeltelijk gevuld is met een thermische isolatie en/of akoestisch dempend materiaal.
10. 10. Het bouwblok volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lengte van het bouwblok tweemaal of ongeveer tweemaal de breedte van het blok is.
11. 11. Het bouwblok volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde verbindingsmiddelen een groef omvatten met een trapezoïdale zwaluwstaartvorm in dwarsdoorsnede.
12. 12. Het bouwblok, waarbij genoemd blok is gemaakt uit een materiaal, gekozen uit de groep omvattende een thermopolymeer en een thermohardend polymeer.
13. 13. Het bouwblok volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het blok is gemaakt uit een composietmateriaal dat gerecycleerd kunststofmateriaal en een mineraal additief met een hardheid van 6 of minder op de minerale hardheidsschaal van Mohs omvat.
14. 14. Het bouwblok volgens conclusie 13, waarbij genoemd mineraal additief een hardheid van 3 of meer heeft op de minerale hardheidsschaal van Mohs.
15. 15. Het bouwblok volgens conclusie 13 of 14, waarbij genoemd mineraal additief blauwe hardblok omvat.
16. 16. Het bouwblok volgens één der conclusies 13 tot en met 15, waarbij het gerecycleerde kunststofmateriaal een thermoplastisch polymeer omvat.
17. 17. Het bouwblok volgens één der conclusies 12 tot en met 16, waarbij het thermoplastische polymeer polyvinylchloride (PVC) is.
18. 18. Het bouwblok volgens één der conclusies 13 tot en met 17, waarbij genoemd gerecycleerd kunststofmateriaal ten minste 50 gew.%, bij voorkeur ten minste 60 gew.%, met meer voorkeur ten minste 70 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 80 gew.% en met de meeste voorkeur ten minste 90 gew.% kunststofmateriaal omvat, gerecycleerd uit een afvalstroom.
19. 19. Het bouwblok volgens één der conclusies 13 tot en met 17, waarbij het gerecycleerde kunststofmateriaal verder bekrachtigd thermohardend materiaal omvat.
20. 20. Het bouwblok volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een pakking die tussen een bovenvlak van één blok en het onderste vlak van een tweede blok geplaatst op het eerste blok afdicht.
21. 21. Het bouwblok volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste complementair element een tweede complementair element omvat, waarbij genoemd ten minste ene gat verticaal verbindbaar is met het ten minste ene gat van een soortgelijk blok, erboven of eronder gepositioneerd, door gebruik te maken van het tweede complementaire element, waarbij het tweede complementaire element verschuifbaar is in de eerste dimensie door het gat en tweedimensionale vormsluiting heeft wanneer geïnstalleerd in het gat, waarbij het tweede complementaire element wordt omhuld door het gat wanneer het tweede complementaire element in het gat is geïnstalleerd, of het tweede complementair element hebben een unieke functionele positie heeft wanneer het tweede complementaire element in het gat is geïnstalleerd.
22. 22. Een set van delen van een veelheid van blokken volgens één der conclusies 1 tot en met 21 en een veelheid van eerste complementaire elementen voor het onderling verbinden van de verbindingsmiddelen van een eerste bouwblok volgens één der conclusies 1 tot 20 met de verbindingsmiddelen van een tweede blok geplaatst aangrenzend aan een zijvlak en/of het bovenvlak van het eerste blok.
23. 23. De set van delen volgens conclusie 22, waarbij elk eerste complementair element in dwarsdoorsnede een dubbele trapezoïdale vorm heeft.
24. 24. De set van delen volgens conclusie 22 of 23, waarbij enkele van de eerste complementaire elementen tweede complementaire elementen zijn.
25. 25. Een mortelloze demonteerbare lastdragende muur gemaakt met een veelheid van blokken volgens één der conclusies 1 tot en met 21.
26. 26. Een methode voor het bouwen van een mortelloze demonteerbare lastdragende muur, door gebruik van bouwblokken volgens één der conclusies 1 tot en met 21, omvattende het plaatsen van een eerste rij bouwblokken, het plaatsen van een tweede rij bouwblokken boven op genoemde eerste rij bouwblokken, het verbinden van de bouwblokken horizontaal binnen dezelfde rij door het installeren van genoemde eerste complementaire elementen en verticaal door het installeren van de genoemde eerste complementaire elementen of eerste en tweede complementaire elementen.
27. 27. Werkwijze volgens conclusie 26, verder omvattende het vullen van holten in de blokken met een granulaire inert materiaal om de bouwblokken thermisch te isoleren of om akoestische demping te bieden.