BE1025074A1

BE1025074A1 - BREAD BAG AND METHOD FOR MANUFACTURING IT

Info

Publication number: BE1025074A1
Application number: BE20175195A
Authority: BE
Inventors: Dave Stappaerts
Original assignee: Ace Packaging Nv
Priority date: 2017-03-24
Filing date: 2017-03-24
Publication date: 2018-10-16
Also published as: EP3702529A1; BE1025074B1; EP3396065B1; EP3396065A1

Abstract

Broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellne van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt, en dat een maskerlaag aanwezig is tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een vooraf bepaald patroon, waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft met de celluloselaag.Bread bag from composite layers comprising a cellulose layer and a cover layer for adjusting the moisture permeability, wherein the cellulose layer has a more closed structure on a first side than on an opposite second side, and wherein the cover layer is on the first side, characterized in that the cover layer is on an inner side of the bread bag, and that a mask layer is present between the cellulose layer and the cover layer, which mask layer is provided with a predetermined pattern, the cover layer having an interface with the cellulose layer outside the pattern.

Description

(30) Voorrangsgegevens :(30) Priority data:

(71) Aanvrager(s) :(71) Applicant (s):

ACE PACKAGING NVACE PACKAGING NV

3290, DIEST3290, DIEST

België (72) Uitvinder(s) :Belgium (72) Inventor (s):

STAPPAERTS Dave 2000 ANTWERPEN België (54) BROODZAK EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN ERVAN (57) Broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellne van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt, en dat een maskerlaag aanwezig is tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een vooraf bepaald patroon, waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft met de celluloselaag.STAPPAERTS Dave 2000 ANTWERP Belgium (54) BREAD BAG AND METHOD FOR MANUFACTURING IT (57) Composite layer bread bag comprising a cellulose layer and a moisture permeability adjustment coating, the cellulose layer having a more closed structure on a first side than on a opposite second side, and wherein the covering layer is on the first side, characterized in that the covering layer is located on an inner side of the bread bag, and that a mask layer is present between the cellulose layer and the covering layer, which mask layer is provided with a predetermined particular pattern, the coating outside the pattern having an interface with the cellulose layer.

16“™16 “™

FIG. 2FIG. 2

BE2017/5195BE2017 / 5195

Broodzak en werkwijze voor het vervaardigen ervanBread bag and method for its manufacture

VELD VAN DE UITVINDINGFIELD OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellen van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt.The invention relates to a composite layer bread bag comprising a cellulose layer and a moisture permeability adjustment coating, wherein the cellulose layer on a first side has a more closed structure than on an opposite second side, and wherein the coating is on the first side.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een broodzak, omvattende de stappen van:The invention further relates to a method of manufacturing a bread bag, comprising the steps of:

Het verschaffen van een celluloselaag met een eerste zijde en een tweede zijde, waarbij de celluloselaag aan de eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan de tweede zijde; Het aanbrengen van een deklaag aan de eerste zijde;Providing a cellulose layer with a first side and a second side, the cellulose layer on the first side having a more closed structure than on the second side; Applying a coating on the first side;

Het vormen van broodzakken uit de samengestelde lagen.Forming bread bags from the composite layers.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

Een dergelijke broodzak is bekend uit BE 1022151. Het gaat hier om een broodzak uit papier dat behandeld is en zodoende bestaat uit samengestelde lagen. De bekende broodzak is voorzien van een deklaag uit plantaardige olie, zoals een gemodificeerde plantaardige olie. Met deze groene deklaag voldoet de broodzak aan de vereisten van recycleerbaarheid en kan deze voldoen aan de vereisten van composteerbaarheid. De deklaag wordt in het bijzonder aan de buitenkant toegepast. Wanneer een bedrukking gewenst is, wordt die aangebracht onder de deklaag.Such a bread bag is known from BE 1022151. This is a bread bag made of paper that has been treated and thus consists of composite layers. The known bread bag is provided with a coating of vegetable oil, such as a modified vegetable oil. With this green coating, the bread bag meets the requirements of recyclability and can meet the requirements of compostability. The coating is in particular applied on the outside. When a print is desired, it is applied under the top layer.

Gebleken is dat de bekende broodzak door sommige klanten niet mooi gevonden wordt. De plantaardige olie, die visceuser is dan een conventioneel toegepaste deklaag op basis van paraffine (minerale olie) zouden beiden mogelijk teveel uitvloeien, en door het papier heen dringen. Dergelijke esthetische bezwaren zijn er overigens ook tegen een conventionele broodzak met een deklaag op basis van minerale olie.It has been found that the well-known bread bag is not liked by some customers. The vegetable oil, which is more viscous than a conventionally applied coating based on paraffin (mineral oil), could both flow out too much and penetrate the paper. There are also such aesthetic drawbacks against a conventional bread bag with a mineral oil-based coating.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Het is zodoende een eerste doel van de uitvinding om een verbeterde en met name esthetisch verbeterde broodzak te verschaffen.It is thus a first object of the invention to provide an improved and in particular aesthetically improved bread bag.

Het is een tweede doel van de uitvinding om een werkwijze daarvoor te verschaffen.It is a second object of the invention to provide a method therefor.

Volgens een eerste aspect, heeft de uitvinding daartoe betrekking op een broodzak uit samengestelde lagen omvattende een celluloselaag en een deklaag voor het instellen van de vochtdoorlaatbaarheid, waarbij de celluloselaag aan een eerste zijde een meer gesloten structuurAccording to a first aspect, the invention therefore relates to a composite layer bread bag comprising a cellulose layer and a moisture permeability adjustment coating, the cellulose layer on a first side having a more closed structure

BE2017/5195 heeft dan aan een tegenoverliggende tweede zijde, en waarbij de deklaag zich aan de eerste zijde bevindt, met het kenmerk dat de deklaag zich aan een binnenzijde van de broodzak bevindt. Verder is een maskerlaag aanwezig tussen de celluloselaag en de deklaag, welke maskerlaag voorzien is van een voorafbepaald patroon, en waarbij de deklaag buiten het patroon een grensvlak heeft het de celluloselaag.BE2017 / 5195 then has an opposite second side, and wherein the covering layer is on the first side, characterized in that the covering layer is on an inner side of the bread bag. Furthermore, a mask layer is present between the cellulose layer and the cover layer, which mask layer is provided with a predetermined pattern, and the cover layer outside the pattern has an interface to the cellulose layer.

Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een broodzak uit samengestelde lagen, omvattende:According to a second aspect, the invention relates to a method for manufacturing a bread bag from composite layers, comprising:

Het verschaffen van een celluloselaag met een eerste zijde en een tweede zijde, waarbij de celluloselaag aan de eerste zijde een meer gesloten structuur heeft dan aan de tweede zijde; Het aanbrengen van een maskerlaag aan de eerste zijde volgens een voor afbepaald patroon; Het aanbrengen van een deklaag over de maskerlaag, op zodanige wijze dat de deklaag een grensvlak heeft met de celluloselaag, enProviding a cellulose layer with a first side and a second side, the cellulose layer on the first side having a more closed structure than on the second side; Applying a mask layer on the first side according to a predetermined pattern; Applying a coating over the mask layer such that the coating has an interface with the cellulose layer, and

Gebleken is dat door het aanbrengen van de combinatie van een maskerlaag en de deklaag aan de binnenzijde, een broodzak verkregen wordt die esthetisch mooi is, een gewenste vochtdoorlaatbaarheid heeft en bovendien, althans in bepaalde uitvoeringsvormen, recycleerbaar is en ook composteerbaar kan zijn conform de vastgestelde normen. Dankzij de maskerlaag kan de dikte van de deklaag beperkt worden. Waar in de bekende broodzakken, mede afhankelijk van het toegepaste papier (i.e. het type celluloselaag en eventuele modificaties) de deklaag wordt aangebracht met een dikte (of hoeveelheid) van 7-10 g/m² is, wordt dit in de uitvinding in het algemeen gereduceerd beperkt tot ongeveer 6.5 g/m², doorgaans tot minder dan 5.5 g/m². Met name bij toepassing van papier dat aan de eerste zijde voorzien is van een kalk laag kan de deklaag worden aangebracht in een dikte van minder dan 3 g/m². Meer in het bijzonder is de dikte van de combinatie van de maskerlaag en de deklaag ten hoogste gelijk aan de dikte van de deklaag in de bekende broodzak. Gebleken is bovendien dat de olie van de deklaag in de broodzak volgens de uitvinding nagenoeg niet door het papier heen dringt, terwijl dit in conventionele broodzakken met een deklaag van plantaardige of mineralie olie wel het geval is. Vermoed wordt, zonder dat een definitieve verklaring beschikbaar is, dat de maskerlaag deels het papier binnendringt en zo de oppervlakte waarover olie het papier in kan dringen - en daarmee de effectieve doorlaatbaarheid van het papier - beperkt.It has been found that by applying the combination of a mask layer and the covering layer on the inside, a bread bag is obtained that is aesthetically beautiful, has a desired moisture permeability and, moreover, at least in certain embodiments, is recyclable and can also be compostable in accordance with the established standards. Thanks to the mask layer, the thickness of the covering layer can be limited. Where in the known bread bags, partly depending on the paper used (ie the type of cellulose layer and any modifications), the covering layer is applied with a thickness (or quantity) of 7-10 g / m ² , this is generally the case in the invention. reduced limited to about 6.5 g / m ² , usually to less than 5.5 g / m ² . Particularly when paper is provided with a lime layer on the first side, the covering layer can be applied in a thickness of less than 3 g / m ² . More in particular, the thickness of the combination of the mask layer and the covering layer is at most equal to the thickness of the covering layer in the known bread bag. It has furthermore been found that the oil of the coating in the bread bag according to the invention hardly penetrates through the paper, while this is the case in conventional bread bags with a coating of vegetable or mineral oil. Without a definitive explanation, it is suspected that the mask layer partly penetrates the paper and thus limits the surface area over which oil can penetrate the paper - and thus the effective permeability of the paper.

Bovendien zorgt de aanwezigheid van de maskerlaag aan de binnenzijde voor een patroon dat vanaf de buitenzijde zichtbaar is. De op zich transparente maskerlaag lijkt in combinatie met de deklaag opaak te worden. Dit effect berust erop dat de maskerlaag het olie-achtige materiaal van de deklaag tegenhoudt en dat het papier ter plaatse van de maskerlaag zijn oorspronkelijke kleurIn addition, the presence of the mask layer on the inside ensures a pattern that is visible from the outside. The per se transparent mask layer appears to become opaque in combination with the top layer. This effect is based on the mask layer retaining the oily material of the covering layer and the paper at the area of the mask layer retaining its original color

BE2017/5195 behoudt. De gedeeltelijke penetratie van het olie-achtige materiaal van de deklaag in de celluloselaag blijkt te zorgen voor een toename in de transparantie van het papier op een uniform verdeelde wijze.BE2017 / 5195 retains. The partial penetration of the oily material of the coating into the cellulose layer has been found to increase the transparency of the paper in a uniformly distributed manner.

Gebleken is voorts dat door de verlaagde dikte van de deklaag de totale hoeveelheid aan toevoegingen aan het papier vermindert. Dit is gunstig, aangezien volgens bepaalde wetgeving en normen de hoeveelheid toevoegingen beneden een waarde dient te blijven, om aanspraak te maken op een voorkeursbehandeling of mogelijkheid tot recycling. Zo geldt in Duitsland de regel dat bij een maximum aan toevoegingen van 5 gewichtsprocent er sprake is van een ‘monomateriaal’. Over een artikel uit een monomateriaal hoeft veel minder belasting betaald te worden dan over artikelen uit meerdere materialen, dit in verband met doorgaans eenvoudiger recycling. In het bijzonder blijkt het mogelijk om aan deze norm van 5 gewichtsprocent te voldoen dankzij de uitvinding, in combinatie met een geschikte papierkeuze, zoals bijvoorbeeld papier voorzien van een kalklaag.It has also been found that the reduced thickness of the coating reduces the total amount of additions to the paper. This is beneficial since, according to certain laws and standards, the amount of additives must remain below a value in order to qualify for preferential treatment or recycling. In Germany, for example, the rule applies that with a maximum of 5% by weight of additives, there is a 'mono material'. Much less tax has to be paid on an article from a mono-material than on articles made from several materials, in connection with usually easier recycling. In particular, it appears to be possible to meet this standard of 5% by weight, thanks to the invention, in combination with a suitable choice of paper, such as, for example, paper with a lime layer.

Bij voorkeur bevat het patroon van de maskerlaag terugkerende elementen. Bij voorkeur hebben de terugkerende elementen een nuldimensionale of ééndimensionale vorm, zoals stippen, lijnen, cirkels. Het is voorts mogelijk dat de terugkerende elementen andere vormen hebben zoals zigzaglijnen, trapvormen, sinusvormen, rechthoeken, vierkanten, driehoeken. Bij verdere voorkeur heeft het terugkerende elementen een vaste breedte. Bij nog verdere voorkeur bevinden de terugkerende elementen zich op uniforme afstand van elkaar, waardoor een patroon van lijnen en tussengelegen ruimtes ontstaat. Bij verdere voorkeur is de loodrechte afstand tussen de terugkerende elementen ten hoogste 4 keer zo groot als de breedte van de terugkerende elementen. Bij nog verdere voorkeur is de loodrechte afstand ten hoogste 3 keer of zelfs ten hoogste 2 keer de breedte van de terugkerende elementen.Preferably the pattern of the mask layer contains recurring elements. Preferably, the returning elements have a zero-dimensional or one-dimensional shape, such as dots, lines, circles. It is further possible that the returning elements have other shapes such as zigzag lines, stair shapes, sine shapes, rectangles, squares, triangles. Preferably, the returning elements have a fixed width. Even more preferably, the returning elements are uniformly spaced, creating a pattern of lines and interstices. Preferably, the perpendicular distance between the returning elements is at most 4 times the width of the returning elements. Even more preferably, the perpendicular distance is at most 3 times or even at most 2 times the width of the returning elements.

In plaats van en/of in aanvulling op een regelmatig terugkerend element kan er op deze wijze ook een watermerk aangebracht worden. Hoewel het watermerk formeel op het papier ligt, schijnt het door het papier heen en lijkt het in het papier te zitten. Het watermerk kan een beeld of structuur bevatten dat naar wens gekozen is.Instead of and / or in addition to a regularly recurring element, a watermark can also be applied in this way. Although the watermark is formally on the paper, it shines through the paper and appears to be inside the paper. The watermark may contain an image or structure chosen as desired.

In het bijzonder bevat de maskerlaag een bindermateriaal. Meer in het bijzonder wordt de maskerlaag aangebracht als een waterige samenstelling. Een dergelijke waterige samenstelling staat ook bekend als een vernis. Waar normaliter een vernis gemengd wordt met een kleur stof concentraat voorafgaand aan het aanbrengen, wordt het vernis in de uitvinding gebruikt zonder dat het gemengd wordt met kleurstof. Het vernis bevat doorgaans 50-80% aan bindermateriaal, 0-10% aan een alcohol, zoals een (poly)ethyleenglycol of (poly)propyleenglycol, en 0-5% additieven waaronder een antischuimmiddel, een was en een biocide. Het resterende deelIn particular, the mask layer contains a binder material. More specifically, the mask layer is applied as an aqueous composition. Such an aqueous composition is also known as a varnish. Where normally a varnish is mixed with a dye concentrate prior to application, the varnish is used in the invention without being mixed with dye. The varnish usually contains 50-80% of binder material, 0-10% of an alcohol, such as a (poly) ethylene glycol or (poly) propylene glycol, and 0-5% additives including an anti-foaming agent, a wax and a biocide. The remaining part

BE2017/5195 van het vernis bestaat uit water. Bij het drogen van de laag zal dit water verdampen. Ook is het mogelijk dat het water zich verspreid door de celluloselaag heen. Het drogen van de laag kan actief gebeuren (i.e. door het substraat in contact te brengen met droge en/of warme lucht), maar ook passief. Het is op zich niet uitgesloten dat als additief een (geringe hoeveelheid) kleurstof toegepast wordt.BE2017 / 5195 of the varnish consists of water. When the layer dries, this water will evaporate. It is also possible for the water to spread through the cellulose layer. Drying of the layer can be done actively (i.e. by contacting the substrate with dry and / or warm air), but also passively. It is not in itself excluded that a (small amount of) dye is used as an additive.

Het is bijzonder gunstig wanneer het vernis en dus de maskerlaag een was bevat. Een dergelijke was lijkt gunstig voor de bevochtiging van de maskerlaag door de deklaag, die in het bijzonder olie-achtig is. Gunstige bindermaterialen zijn onder meer polyacrylaten, polyvinylacetaten, polyvinylalcoholen, polyurethanen, polyamides en ook lignine, alsmede copolymeren daarmee. Bij voorkeur is ten minste één van een polyacrylaat en een polyvinylacetaat aanwezig. Het gebruik van een bindermateriaal dat lignine, polyvinylacetaat en/of polyvinylalcohol heeft de voorkeur omdat deze materialen een voldoende bioafbreekbaarheid - in het bijzonder de composteerbaarheid hebben.It is particularly favorable when the varnish and thus the mask layer contains a wax. Such a wax appears favorable for the wetting of the mask layer by the coating, which is in particular oily. Favorable binder materials include polyacrylates, polyvinyl acetates, polyvinyl alcohols, polyurethanes, polyamides, and also lignin, as well as copolymers therewith. Preferably at least one of a polyacrylate and a polyvinyl acetate is present. The use of a binder material containing lignin, polyvinyl acetate and / or polyvinyl alcohol is preferred because these materials have sufficient biodegradability - especially compostability.

Gunstige resultaten zijn bereikt door het aanbrengen van de waterige samenstelling met een printproces. In het bijzonder wordt daarbij gebruik gemaakt van een printproces, waarbij een patroon wordt overgedragen met een of meer rollen. Voorbeelden daarvan zijn rotogravure-printen en flexografisch drukken (kortweg flexodrukken). Bij het gebruik van een rol wordt niet alleen inkt overgedragen maar wordt ook druk uitgeoefend. Dit wordt gunstig geacht, omdat de deklaag daarmee nog meer de celluloselaag indringt. Dit zorgt ervoor dat de celluloselaag ook onder de maskerlaag een verlaagde porositeit heeft en substantieel ondoordringbaar wordt voor de olieachtige deklaag.Favorable results have been achieved by applying the aqueous composition with a printing process. In particular, use is made of a printing process in which a pattern is transferred with one or more rolls. Examples include rotogravure printing and flexographic printing (flexo printing for short). When using a roller, not only ink is transferred but pressure is also applied. This is considered to be advantageous because the cover layer penetrates the cellulose layer even more. This ensures that the cellulose layer also has a reduced porosity under the mask layer and becomes substantially impermeable to the oily coating.

In een voordelige uitvoeringsvorm is een bedrukking aanwezig aan de tweede, meer open zijde van de celluloselaag, die zich aan een buitenzijde van de broodzak bevindt. Het aanbrengen van de bedrukking aan de buitenzijde is commercieel wenselijk en blijkt goed te werken, ondanks het gegeven dat de tweede zijde meer open is. Bij voorkeur wordt de bedrukking aangebracht voor het aanbrengen van de deklaag.In an advantageous embodiment, a print is present on the second, more open side of the cellulose layer, which is located on an outside of the bread bag. Applying the print on the outside is commercially desirable and appears to work well, despite the fact that the second side is more open. Preferably, the printing is applied before the coating is applied.

In één uitvoeringsvorm omvat het papier uit samengestelde lagen voorts een kalklaag. Deze kalklaag bevindt zich aan de eerste zijde van de celluloselaag en zorgt ervoor dat het papier aan de eerste zijde meer gesloten is dan aan de tweede zijde. Doorgaans gaat het hierbij om gebleekt papier. Bij toepassing hiervan wordt een zeer lage waterdampdoorlaatbaarheid gekregen in de orde van 50-100 g/m²/dag, of zelfs 50-75 g/m²/dag, waarbij de dampdoorlaatbaarheid gemeten wordt volgens DIN 53-122-1 bij 25°C en bij 75% relatieve vochtigheid. De dampdoorlaatbaarheid staat inIn one embodiment, the composite layer paper further comprises a lime layer. This lime layer is located on the first side of the cellulose layer and ensures that the paper on the first side is more closed than on the second side. This usually concerns bleached paper. When this is used, a very low water vapor permeability of the order of 50-100 g / m ² / day, or even 50-75 g / m ² / day, is obtained, the vapor permeability being measured according to DIN 53-122-1 at 25 ° C and at 75% relative humidity. The vapor permeability is in

BE2017/5195 het vakgebied ook bekend als de MVTR (moisture vapour transmission rate). Deze lage dampdoorlaatbaarheid is gunstig omdat papieren zakken hiermee een effectief alternatief worden voor conventionele plastic broodzakken, die een dampdoorlaatbaarheid hebben van ongeveer 30 g/m²/dag. De verdere verlaging van de MVTR lijkt mede te ermee maken te hebben, dat de deklaag niet door de gehele broodzak doordringt. Kennelijk laat de olie bij doordringen in het papier hydrofobe poriën creëert, waar damp doorheen diffundeert en niet langer hecht aan de eerder hydrofiele cellulose hecht.BE2017 / 5195 is also known in the art as the MVTR (moisture vapor transmission rate). This low vapor permeability is advantageous in that paper bags thus be an effective alternative to conventional polythene bags, which have a vapor permeability of about 30 g / m ² / day. The further lowering of the MVTR seems to be partly due to the fact that the coating does not penetrate through the entire bread bag. Apparently the oil permeates into the paper creating hydrophobic pores through which vapor diffuses and no longer adheres to the previously hydrophilic cellulose.

Bij verdere voorkeur heeft het oppervlak aan de eerste zijde van de celluloselaag een oppervlakte ruwheid van minder dan 120 ml/min, bij voorkeur minder dan 100 ml/min of zelfs minder dan 80 ml/min, bij voorbeeld tussen 15 en 70 ml/min, zoals 20-50 ml/min. De oppervlakte-ruwheid wordt hier bepaald conform ISO 8791-2 en staat ook bekend als de Roughness Bendtsen. Deze lage oppervlakte-ruwheid aan de eerste zijde wordt bijvoorbeeld bereikt met de hierboven vermelde kalklaag. Een dergelijke oppervlakte-ruwheid blijkt veelal te laag op er een bedrukking op aan te brengen. De bedrukking kan zich namelijk gaan verspreiden door trillingen van de drukmachine die voor het bedrukken gebruikt wordt, meer in het bijzonder een drukmachine voor flexoprinten, zoals bijvoorbeeld een drukmachine van het stacktype met individuele tegendrukcilinders. Gebleken is echter, dat een papier met een dergelijke oppervlakte-ruwheid aan de eerste zijde (binnenzijde), wel geschikt is om de maskerlaag op te zetten zonder uitvloeien of vorming van extra strepen. Bovendien blijkt een papier met een dergelijke lage oppervlakte-ruwheid zeer gesloten. Dat gaat het indringen van de olie van de deklaag tegen.Further preferably, the surface on the first side of the cellulose layer has a surface roughness of less than 120 ml / min, preferably less than 100 ml / min or even less than 80 ml / min, for example between 15 and 70 ml / min such as 20-50 ml / min. The surface roughness is determined here in accordance with ISO 8791-2 and is also known as the Roughness Bendtsen. This low surface roughness on the first side is achieved, for example, with the above-mentioned lime layer. Such a surface roughness often appears to be too low to be applied to it. Namely, the printing may spread by vibrations of the printing machine used for printing, more particularly a printing machine for flexo printing, such as, for example, a stack-type printing machine with individual counter-printing cylinders. It has been found, however, that a paper with such a surface roughness on the first side (inner side) is suitable for applying the mask layer without bleeding or extra stripes. Moreover, a paper with such a low surface roughness appears to be very closed. This prevents the oil from entering the coating.

In een nog verdere uitvoeringsvorm heeft het oppervlak van het papier aan de tweede zijde een oppervlakte-ruwheid die ten minste 100 ml/min conform ISO 8791-2 heeft. Daarmee is de tweede zijde zeer geschikt voor het aanbrengen van een bedrukking.In yet a further embodiment, the surface of the paper on the second side has a surface roughness of at least 100 ml / min according to ISO 8791-2. This makes the second side very suitable for applying a print.

De uitvinding is eveneens voordelig voor gebruik van ongebleekt papier. Ongebleekt papier is doorgaans minder glad aan de eerste zijde. Met name is voelbaar dat het aan de eerste zijde ribbels bevat. Bij inspectie met een microscoop blijken deze ribbels variaties in de hoogte. Het papier is niet substantieel vlak, maar bevat microscopische ribbels en dalen. Om deze reden dient voor dit type papier doorgaans een grotere hoeveelheid deklaag toegepast te worden dan voor gebleekt papier. Gevonden is echter dat bij toepassing volgens de uitvinding van de maskerlaag op de eerste zijde met een meer gesloten structuur de olie van de deklaag niettemin nauwelijks door het papier heen dringt. De olie lijkt zich op te hopen in de dalen aan het oppervlak. Gebleken is dat ook in dit geval de effectieve waterdampdoorlaatbaarheid vermindert. Waar voorheen de dampdoorlaatbaarheid voor ongebleekt papier doorgaans 200-350 g/m²/dag was,is dit met deThe invention is also advantageous for the use of unbleached paper. Unbleached paper is usually less smooth on the first side. It is noticeable in particular that it contains ridges on the first side. When inspected with a microscope, these ridges show variations in height. The paper is not substantially flat, but contains microscopic ridges and valleys. For this reason, a larger amount of coating should generally be used for this type of paper than for bleached paper. It has been found, however, that when the mask layer is applied to the first side with a more closed structure according to the invention, the oil of the covering layer nevertheless hardly penetrates through the paper. The oil seems to accumulate in the valleys on the surface. It has been found that the effective water vapor permeability also decreases in this case. Where previously the vapor permeability for unbleached paper was usually 200-350 g / m ² / day, this is with the

BE2017/5195 uitvinding verlaagd tot 100-170 g/m²/dag. Ook hier wordt vermoed dat de verminderde penetratie van de olie gunstig is om vorming van hydrofobe poriën te vermijden.BE2017 / 5195 invention has been reduced to 100-170 g / m ² / day. Here, too, it is believed that the reduced penetration of the oil is beneficial to avoid formation of hydrophobic pores.

Gebleken is verder dat bij het aanbrengen van een maskerlaag met een uniform patroon, zoals een patroon van evenwijdige lijnen op uniforme afstand van elkaar, de lijnen na het aanbrengen van de deklaag desondanks geen volledig uniforme breedte hebben. Dit effect is met name bereikt bij wat grovere papiersoorten, zoals bijvoorbeeld ongebleekt papier met een hoger percentage langvezel. Dergelijke papiersoorten hebben aan de eerste zijde typisch een oppervlakte-ruwheid van 100-250 ml/min (ISO 8791-2), zoals 150-200 ml/min. Door een dergelijke lichte variatie lijkt het patroon daadwerkelijk in het papier te zitten, in plaats van dat het erop ligt. Opgemerkt is dat bij de grovere soorten papier ribbels in het papier met de maskerlaag te voelen zijn wanneer men met een of meer vingers over het papier wrijft. De hoeveelheid langvezel in het papier uit de samengestelde lagen is bij voorkeur minstens 40%. Bij verdere voorkeur is de hoeveelheid langvezel ten minste 50%, met nog verdere voorkeur ten minste 70%. In de context van de uitvinding verwijst ‘kortvezel’ naar cellulose dat bijvoorbeeld afkomstig is van loofhout of gerecycled papier, en een lengte heeft in de orde van 0,5-3 mm, meer specifiek 0,7-2,5 mm en een diameter van bijvoorbeeld 20-30 μm.It has further been found that when applying a mask layer with a uniform pattern, such as a pattern of parallel lines uniformly spaced from one another, the lines nevertheless do not have a completely uniform width after the coating has been applied. This effect is mainly achieved with somewhat coarser papers, such as unbleached papers with a higher percentage of long fiber. Such papers typically have a surface roughness of 100-250 ml / min (ISO 8791-2) on the first side, such as 150-200 ml / min. Due to such a slight variation, the pattern actually appears to be in the paper, rather than lying on it. It has been noted that with the coarser types of paper, ripples in the paper with the mask layer can be felt when rubbing the paper with one or more fingers. The amount of long fiber in the paper from the composite layers is preferably at least 40%. More preferably, the amount of long fiber is at least 50%, even more preferably at least 70%. In the context of the invention, "short fiber" refers to cellulose that is, for example, from hardwood or recycled paper, and has a length of the order of 0.5-3 mm, more specifically 0.7-2.5 mm, and a diameter of, for example, 20-30 μm.

‘Langvezel’ verwijst naar cellulose dat primair afkomstig is uit naaldhout en meer in het bijzonder een lengte heeft in de orde van 2,5-5,0 mm, meer specifiek 2,7-4,5 mm en een diameter van bijvoorbeeld 30-45 μm."Long fiber" refers to cellulose which primarily comes from coniferous wood and more particularly has a length of the order of 2.5-5.0 mm, more specifically 2.7-4.5 mm and a diameter of, for example, 30- 45 μm.

De celluloselaag heeft in het bijzonder een gewicht dat hoger is dan 20 g/m² en lager dan 70 g/m², bij voorkeur ligt het gewicht tussen 35 g/m² en 60g/m². Het is zeer belangrijk wanneer het papier een luchtweerstand volgens Gurley (ISO 5636-5) van ten minste 30 seconden heeft. Er zijn eveneens papiersoorten met een der gelijke luchtweer stand van meer dan 100 sec of zelfs meer dan 150 s. Dergelijke papiersoorten met een luchtweerstand volgens Gurley van ten minste 100 seconden hebben de voorkeur.In particular, the cellulose layer has a weight which is higher than 20 g / m ² and less than 70 g / m ² , preferably the weight is between 35 g / m ² and 60 g / m ² . It is very important when the paper has a Gurley (ISO 5636-5) air resistance of at least 30 seconds. There are also papers with the same air resistance of more than 100 sec or even more than 150 s. Such papers with a Gurley air resistance of at least 100 seconds are preferred.

De opaciteit volgens ISO 2471 ligt bij voorkeur bissen 50 en 85%, meer in het bijzonder tussen 60 en 75%. Gebruik kan gemaakt worden van ongebleekt papier en van gebleekt papier. Bij het vormen van de broodzak is het verder mogelijk dat een venster wordt aangebracht, zoals op zich bekend aan de vakman.The opacity according to ISO 2471 is preferably between 50 and 85%, more in particular between 60 and 75%. Unbleached paper and bleached paper can be used. In the formation of the bread bag it is further possible that a window is provided, as known per se to the skilled person.

Ter vermijding van misverstanden wordt opgemerkt dat de term ‘structuur’ verwijst naar de microstructuur van het papier, die meer of minder dicht of gesloten kan zijn, afhankelijk van de papiersoort, oppervlaktebehandeling enzovoorts. Een meer gesloten structuur kan verkregen worden door toepassing van een specifieke laag of coating maar ook door een warmtebehandeling.To avoid misunderstandings, it is noted that the term "structure" refers to the microstructure of the paper, which may be more or less dense or closed depending on the type of paper, surface treatment, etc. A more closed structure can be obtained by applying a specific layer or coating, but also by a heat treatment.

BE2017/5195BE2017 / 5195

Ook de tijdens de vervaardiging van de celluloselaag gebruikte lijm beïnvloedt de mate waarin de microstructuur open is. De specifieke laag is vaak een kalklaag maar kan ook andere vulstoffen dan kalk bevatten, zoals bijvoorbeeld TiO2 om het papier extra wit te maken. Een voorbeeld van een warmtebehandeling is “machine glazing”.The adhesive used during the manufacture of the cellulose layer also influences the degree to which the microstructure is open. The specific layer is often a lime layer but can also contain fillers other than lime, such as TiO2 to make the paper extra white. An example of a heat treatment is “machine glazing”.

De deklaag bevat met name een plantaardige olie. Voorbeelden van plantaardige oliën zijn onder meer palmolie, sojaolie, zonnebloemolie, olijfolie, amandelolie, koolzaadolie, lijnzaadolie, maïsolie. De olie wordt bij voorkeur aangebracht als een ester van het vetzuur, bijvoorbeeld als een glyceride van het vetzuur, zoals de vakman bekend is. Bij verdere voorkeur wordt de deklaag aanbracht bij verhoogde temperatuur, zoals een temperatuur boven 100°C. Dit zorgt voor een verlaging van de viscositeit van de plantaardige olie. Bovendien wordt vermoed dat de olie bij de verhoogde temperatuur zich ook, althans gedeeltelijk, vermengd met de maskerlaag of althans een toplaag daarvan. Dat is gunstig voor de hechting. Het is niet uitgesloten dat deze vermenging het doordringen van de olie naar de celluloselaag verder vermindert.The coating mainly contains a vegetable oil. Examples of vegetable oils include palm oil, soybean oil, sunflower oil, olive oil, almond oil, rapeseed oil, linseed oil, corn oil. The oil is preferably applied as an ester of the fatty acid, for example, as a glyceride of the fatty acid, as is known to those skilled in the art. More preferably, the coating is applied at an elevated temperature, such as a temperature above 100 ° C. This reduces the viscosity of the vegetable oil. Moreover, it is suspected that the oil at the elevated temperature also mixes, at least in part, with the mask layer or at least a top layer thereof. This is favorable for the adhesion. It cannot be excluded that this mixing further reduces the penetration of the oil to the cellulose layer.

Een gunstig effect van de maskerlaag is dat de benodigde hoeveelheid aan deklaag vermindert. Hiervoor zijn verschillende redenen; allereerst is het papier van celluloselaag en maskerlaag minder open; om een deklaag te vormen is dus minder nodig. Bovendien lijkt de maskerlaag een geschikt oppervlak te hebben waarover de deklaag zich kan uitstrekken. Er wordt dus snel een egale laag gevormd.A favorable effect of the mask layer is that the required amount of coating decreases. There are several reasons for this; first of all, the cellulose and mask layer paper is less open; so less is needed to form a coating. In addition, the mask layer appears to have a suitable surface over which the cover layer can extend. So an even layer is quickly formed.

In de werkwijze voor het vervaardigen van de broodzak uit samengestelde lagen kunnen voorgenoemde lagen en opties gebruikt worden. Doorgaans wordt uitgegaan van papier omvattende een celluloselaag en eventueel verdere lagen zoals een kalklaag. Het papier is daarbij reeds voorzien aan de eerste zijde van een meer gesloten structuur dan aan de tweede zijde. Daarna worden de maskerlaag en - indien van toepassing - de bedrukking aangebracht aan weerszijden van het papier. De deklaag volgt daarna. Bij voorkeur wordt deze deklaag aangebracht met behulp van een roller, zoals nader toegelicht in de aanvrage BE1022151, bij een temperatuur hoger dan 100°C.The aforementioned layers and options can be used in the method of manufacturing the bread bag from composite layers. Usually, the starting point is paper comprising a cellulose layer and optionally further layers, such as a lime layer. The paper is already provided on the first side with a more closed structure than on the second side. Then the mask layer and - if applicable - the printing are applied on both sides of the paper. The coating then follows. Preferably, this coating is applied by means of a roller, as further elucidated in application BE1022151, at a temperature higher than 100 ° C.

Nadat het papier met bedrukking, maskerlaag en deklaag gereed is, wordt het verwerkt tot broodzakken. Indien gewenst kan vooraf een baan plastic worden gehecht aan een baan papier. Dit maakt het mogelijk om vensterzakken te fabriceren. Het procédé voor het vervaardigen van broodzakken uit papier is op zichzelf bekend. Broodzakken onderscheiden zich van andere zakken, zoals zakken voor meel, door de vorm van de zak en/of de eigenschappen van het papier. Behalve als broodzak is het papier uit samengestelde lagen volgens de uitvinding inclusief een maskerlaagAfter the paper with printing, mask layer and top layer is ready, it is processed into bread bags. If desired, a web of plastic can be pre-bonded to a web of paper. This makes it possible to manufacture window bags. The process for manufacturing bread bags from paper is known per se. Bread bags are distinguished from other bags, such as flour bags, by the shape of the bag and / or the properties of the paper. Except as a bread bag, the composite layer paper of the invention includes a mask layer

BE2017/5195 en een deklaag ook geschikt voor andere toepassingen. Een voorbeeld is het gebruik als verpakkingspapier voor groenten en fruit, vleeswaar en/of kaasBE2017 / 5195 and a coating also suitable for other applications. An example is the use as packaging paper for fruit and vegetables, meat products and / or cheese

Deze uitvinding kan ook dienen voor groenten en fruit zak (een zelfde zak als broodzak) ; hier zorgt de deklaag voor een water barrière voor het natte groenten en fruit.This invention can also serve for a fruit and vegetable bag (the same bag as a bread bag); here the coating provides a water barrier for the wet fruit and vegetables.

KORTE AANDUIDING VAN DE FIGURENBRIEF INDICATION OF THE FIGURES

Deze en andere aspecten van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de volgende figuren:These and other aspects of the invention are further elucidated with reference to the following figures:

Fig. IA toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een broodzak in bovenaanzicht;Fig. IA schematically shows a first embodiment of a bread bag in top view;

Fig. 1B toont schematisch de broodzak van Fig. IA in een enigszins geopende toestand Fig. 2 toont een schematische doorsnede van het papier gebruikt in de broodzak volgens de uitvinding, enFig. 1B schematically shows the bread bag of FIG. 1A in a slightly opened state. 2 shows a schematic cross section of the paper used in the bread bag according to the invention, and

Fig. 3 toont een gedeelte van Fig. IA met daarop getoond het patroon verkregen met het papier zoals getoond in Fig. 2.Fig. 3 shows a portion of FIG. 1A showing the pattern obtained with the paper as shown in FIG. 2.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN GEÏLLUSTREERDE UITVOERINGSVORMEN De figuren zijn niet op schaal en louter schematisch. Dezelfde verwijzingscijfers in verschillende figuren verwijzen naar identieke of overeenkomstige elementen.DETAILED DESCRIPTION OF ILLUSTRATED EMBODIMENTS The figures are not to scale and merely schematic. The same reference numerals in different figures refer to identical or corresponding elements.

Fig. IA toont een broodzak 10 in een eerste uitvoeringsvorm. Fig. 1B toont dezelfde broodzak 10 in een enigszins geopende toestand. De broodzak is gemaakt uit papier met een eerste zijde 11 en een tweede zijde 12. De eerste zijde 11 bevindt zich hier aan de binnenzijde van de broodzak 10. De eerste zijde 11 bevindt zich aan de binnenzijde van de broodzak 10. Aan de tweede zijde 12 bevat is een bedrukking 15 aangebracht op het papier, hier in de vorm van een letter B. De broodzak 10 is voorzien van een onderrand 21 en een bovenrand 22, een voorkant 24 en een achterkant (niet genummerd). Tussen de voorkant 24 en de achterkant zijn zijflappen 23 aanwezig. De broodzak 10 wordt vervaardigd door een vel papier op gepaste wijze van vouwen te voorzien en daarna een eerste zijrand te verlijmen met een tweede zijrand onder vorming van een huls. Na het scheiden van een baan papier in individuele eenheden, wordt een gedeelte van de voorkant 24 langs de onderrand 21 omgevouwen en verlijmd aan de achterkant. Het model van de broodzak met een bovenrand 22 die in twee treden van voorkant naar achterkant omhoog gaat, is daarvoor zeer gunstig.Fig. 1A shows a bread bag 10 in a first embodiment. Fig. 1B shows the same bread bag 10 in a slightly opened state. The bread bag is made of paper with a first side 11 and a second side 12. The first side 11 is here on the inside of the bread bag 10. The first side 11 is on the inside of the bread bag 10. On the second side 12, there is a print 15 applied to the paper, here in the form of a letter B. The bread bag 10 has a bottom edge 21 and a top edge 22, a front 24 and a back side (not numbered). Side flaps 23 are provided between the front 24 and the rear. The bread bag 10 is manufactured by suitably folding a sheet of paper and then gluing a first side edge to a second side edge to form a sleeve. After separating a web of paper into individual units, a portion of the front 24 is folded along the bottom edge 21 and glued to the back. The bread bag model with a top edge 22 that rises from front to back in two steps is very favorable for this.

Doorgaans wordt de bedrukking 15 aan de eerste zijde aangebracht en bedekt met een deklaag. Traditioneel bevat de deklaag een minerale olie, maar goede resultaten zijn ook bereikt met een plantaardige olie. Na het aanbrengen trekt de olie het papier in. Dankzij de olie wordt deTypically, the print 15 is applied on the first side and covered with a coating. Traditionally, the coating contains a mineral oil, but good results have also been achieved with a vegetable oil. After application, the oil absorbs the paper. Thanks to the oil, the

BE2017/5195 waterdampdoorlaatbaarheid ingesteld, zodanig dat brood een krokante korst houdt, zonder dat het te snel uitdroogt.BE2017 / 5195 water vapor permeability set, so that bread keeps a crispy crust, without drying out too quickly.

Fig. 2 toont het papier dat toegepast wordt in de broodzak 10 volgens de uitvinding. Naar dit papier wordt ook verwezen als een pakket samengestelde lagen. De primaire laag daarvan is de celluloselaag 13, die aan één zijde voorzien is van een gladde, behandelde deellaag 14. Deze deellaag 14 is verkregen door toevoeging aan die zijde van kalk en/ of extra te kalanderen en/ of op te vullen met vulstoffen en/ of refining vezelsFig. 2 shows the paper used in the bread bag 10 according to the invention. This paper is also referred to as a package of composite layers. The primary layer thereof is the cellulose layer 13, which is provided on one side with a smooth, treated partial layer 14. This partial layer 14 is obtained by adding lime and / or additional calendering and / or filling with fillers on that side and / or refining fibers

Bijvoorbeeld is deze deellaag 14 een laag die gevuld is met kalk (dus een kalk bevattende celluloselaag, kortweg kalklaag). In een andere uitvoeringsvorm is de deellaag 14 verkregen door extra toevoeging kortvezel en vulstoffen en extra kalanderen van papier. De celluloselaag 13 is zo gekozen dat deze geschikt is voor het verpakken van voedingswaar, en wordt - inclusief deellaag 14 normaliter aangeleverd door een papierfabrikant. Volgens de uitvinding bevindt zich de deellaag 14 aan de tweede zijde, dat wil zeggen de zijde die zich na omvouwen en verlijmen aan de binnenzijde van de broodzak 10 gaat bevinden. Net als voorheen wordt de bedrukking aangebracht op de zijde 12, die later als buitenzijde zal dienen. Anders dan voorheen is dit de tweede zijde 12 met een meer open structuur dan de eerste zijde 11. Op de eerste zijde 11 is een maskerlaag 16 aangebracht, in het bijzonder als een watergebaseerde laag technisch vernis, welke normaliter toegepast wordt in combinatie met een kleurstofconcentraat. De maskerlaag 16 wordt bij voorkeur aangebracht met flexodrukken. Daaroverheen is een deklaag 17 aangebracht, die een olie-achtig materiaal bevat, zoals paraffine of plantaardige olie. Gunstig is het gebruik van palmolie of sojaolie of mengsels daarvan. In het bijzonder zijn de olies gemodificeerd op gebruikelijke wijze, i.e. tot esters met bijvoorbeeld glycerol. De deklaag 17 wordt bij voorkeur aangebracht door een roller door een bad met gesmolten olie te laten lopen, en de deklaag vanaf de rol naar het papier over te dragen. Door de aanwezigheid van de maskerlaag 16 is het papier aan de tweede zijde minder goed toegankelijk voor de olie van de deklaag 17. Dit leidt ertoe dat er minder olie de celluloselaag binnendringt en verrassend goede eigenschappen verkregen zijn. Met name is de waterdampdoorlaatbaarheid danig verlaagd en zijn de esthetische eigenschappen van de broodzak beter. Vermoed wordt dat de maskerlaag bij aanbrengen als waterige suspensie gedeeltelijk in de celluloselaag 13, 14 dringt, en daar poriën van de celluloselaag 14 verder afsluit. Bovendien lijkt de deklaag een betere laag te vormen. Mogelijk wordt dit versterkt door wisselwerking aan het grensvlak van deklaag 17 en maskerlaag 16.For example, this partial layer 14 is a layer filled with lime (i.e. a lime-containing cellulose layer, in short lime layer). In another embodiment, the partial layer 14 is obtained by additional addition of short fiber and fillers and additional calendering of paper. The cellulose layer 13 is chosen to be suitable for packaging foodstuffs, and is normally supplied by a paper manufacturer, including partial layer 14. According to the invention, the partial layer 14 is located on the second side, that is to say the side that will be located on the inside of the bread bag 10 after folding and gluing. As before, the printing is applied to the side 12, which will later serve as the outside. Unlike before, this is the second side 12 with a more open structure than the first side 11. On the first side 11, a mask layer 16 is applied, in particular as a water-based layer of technical varnish, which is normally used in combination with a dye concentrate . The mask layer 16 is preferably applied with flexo printing. A covering layer 17 is provided over it, which contains an oily material, such as paraffin or vegetable oil. The use of palm oil or soybean oil or mixtures thereof is favorable. In particular, the oils have been modified in a conventional manner, i.e. to esters with, for example, glycerol. The coating 17 is preferably applied by passing a roller through a molten oil bath and transferring the coating from the roller to the paper. The presence of the mask layer 16 makes the paper on the second side less accessible to the oil of the coating layer 17. This results in less oil penetrating the cellulose layer and surprisingly good properties being obtained. In particular, the water vapor permeability has been considerably reduced and the aesthetic properties of the bread bag are better. It is believed that the mask layer, when applied as an aqueous suspension, partially penetrates into the cellulose layer 13, 14, and there closes further pores of the cellulose layer 14. In addition, the coating appears to form a better layer. This may be enhanced by interaction at the interface of top coat 17 and mask layer 16.

Fig. 3 toont schematisch een detail van de broodzak 10 zoals getoond in Fig. IA. Hierin is het patroon weergegeven dat resulteert dankzij het gebruik van de combinatie van maskerlaag 16 en deklaag 17 aan de eerste zijde 11 van het papier, die zich aan de binnenzijde van de broodzak 10Fig. 3 schematically shows a detail of the bread bag 10 as shown in FIG. IA. This shows the pattern that results from the use of the combination of mask layer 16 and cover layer 17 on the first side 11 of the paper, which is located on the inside of the bread bag 10

BE2017/5195 bevindt. In dit geval is de maskerlaag 16 aangebracht volgens een patroon van parallele lijnen. Aan de binnenzijde 11 van de broodzak 10 is het patroon zichtbaar als donkere lijnen 121 afgewisseld met lichte lijnen. De donkere lijnen 121 corresponderen met de posities waar de deklaag 17 in contact is met de celluloselaag. De lichte lijnen corresponderen met de posities waar de maskerlaagBE2017 / 5195 is located. In this case, the mask layer 16 is applied in a pattern of parallel lines. On the inside 11 of the bread bag 10, the pattern is visible as dark lines 121 interspersed with light lines. The dark lines 121 correspond to the positions where the cover layer 17 is in contact with the cellulose layer. The light lines correspond to the positions where the mask layer

16 in contact is met de celluloselaag. De lichte lijnen lijken op het eerste zicht op het papier gezet, maar in wezen heeft het papier ter plaatste van de maskerlaag 16 zijn oorspronkelijke kleur behouden, terwijl het daarbuiten donkerder geworden is ten gevolge van penetratie van de olie van de deklaag 17 in de celluloselaag 13, 14. Niettemin is de verkleuring daar minder sterk dan in conventionele zakken zonder maskerlaag 16. Aan de eerste zijde blijkt het lijntjespatroon 111 ook zichtbaar, maar in een zachtere tint. Zodoende is het goed mogelijk om een bedrukking op de tweede zijde 12 te plaatsen, zonder dat die verstoord wordt door het lijntjespatroon 111.16 is in contact with the cellulose layer. The light lines appear to appear on the paper at first sight, but essentially the paper at the location of the mask layer 16 has retained its original color, while it has darkened outside due to penetration of the oil from the coating layer 17 into the cellulose layer. 13, 14. Nevertheless, the discoloration there is less strong than in conventional bags without a mask layer 16. On the first side, the line pattern 111 also appears visible, but in a softer shade. It is thus quite possible to place a print on the second side 12, without it being disturbed by the line pattern 111.

BE2017/5195BE2017 / 5195

Claims

Conclusions

Composite layer bread bag comprising a cellulose layer and a moisture permeability adjustment coating, the cellulose layer on a first side having a more closed structure than on an opposing second side, and the coating being on the first side, with characterized in that the cover layer is located on an inside of the bread bag, a mask layer is present between the cellulose layer and the cover layer, which mask layer is provided with a predetermined pattern, the cover layer outside the pattern having an interface with the cellulose layer.

Bread bag according to claim 1, characterized in that the pattern of the mask layer is patterned and contains recurring elements.

Bread bag according to claim 2, wherein the returning element is a line.

Bread bag according to claims 1-3, wherein the mask layer covers the cellulose layer on the first side for 10-75%.

Bread bag according to claims 1-4, wherein the mask layer contains a binder material.

Bread bag according to claim 5, characterized in that the binder material contains at least one material selected from the group of polyvinyl acetate, acrylate (co) polymers, polyamide, polyurethane.

Bread bag according to claims 4-5, wherein the binder material contains a lignin resin.

Bread bag according to claims 5-7, wherein the binder material locally impregnates the cellulose layer.

Bread bag according to claims 1-8, wherein the covering layer contains a vegetable oil.

Bread bag according to claims 1-9, wherein the covering layer has a weight of 1-5 g / m ² .

BE2017 / 5195

Bread bag according to claims 1-10, wherein a print is present on the second, more open side of the cellulose layer, which is located on an outside of the bread bag.

Bread bag according to claims 1-11, wherein the cellulose layer contains a mixture of long fiber and short fiber with at least 40% long fiber.

Bread bag according to any one of the preceding claims, wherein the cellulose layer contains unbleached cellulose fibers.

Bread bag according to any one of the preceding claims, wherein the cellulose layer has a weight of at most 70g / m ² .

A method for manufacturing a bread bag from composite layers, comprising:

Providing a cellulose layer with a first side and a second side, the cellulose layer on the first side having a more closed structure than on the second side;

Applying a mask layer on the first side according to a predetermined pattern;

Applying a coating over the mask layer in such a way that the coating has an interface with the cellulose layer.

Forming bread bags from the composite layers

The method of claim 15, wherein the mask layer is applied as an aqueous composition, while the coating contains an oily compound.

The method of claim 16, wherein the coating contains a vegetable oil.

The method according to claims 15-17, wherein the mask layer is patterned by means of flexographic printing.

A method according to claims 15-18, wherein a print is applied on the second side of the cellulose layer, preferably for applying the mask layer.