BE1029886B1

BE1029886B1 - Transparent zone packaging paper, method of manufacturing transparent zone packaging paper, and packaging comprising such packaging paper

Info

Publication number: BE1029886B1
Application number: BE20215844A
Authority: BE
Inventors: Dave Stappaerts; Benny François Emile Tirions
Original assignee: Ace Packaging N V
Priority date: 2021-10-28
Filing date: 2021-10-28
Publication date: 2023-05-30
Also published as: BE1029886A1; WO2023073620A1; CA3235945A1; AU2022374891A1

Abstract

Een verpakkingspapier met een transparante zone, waarbij het verpakkingspapier en de zone uit één celluloselaag vervaardigd zijn en waarbij de transparante zone een op het verpakkingspapier aangebracht deklaagmateriaal omvat, waarbij het deklaagmateriaal een olieachtige verbinding, zoals een paraffine of plantaardige olie omvat.A packaging paper with a transparent zone, wherein the packaging paper and the zone are made of one cellulose layer and wherein the transparent zone comprises a coating material applied to the packaging paper, the coating material comprising an oily compound, such as a paraffin or vegetable oil.

Description

Verpakkingspapier met transparante zone, werkwijze voor het vervaardigen van verpakkingspapier met transparante zone, en verpakking omvattende dergelijk verpakkingspapierTransparent zone packaging paper, method of manufacturing transparent zone packaging paper, and packaging comprising such packaging paper

VakgebiedDiscipline

De uitvinding heef betrekking op een verpakkingspapier. De uitvinding heeft verder betrekking op een cellulose verpakking omvattende het verpakkingspapier en op een werkwijze voor het vervaardigen van het verpakkingspapier.The invention relates to a packaging paper. The invention further relates to a cellulose package comprising the packaging paper and to a method for manufacturing the packaging paper.

AchtergrondBackground

Zakvormige verpakkingen die van een venster voorzien zijn en verder papier omvatten, worden onder meer toegepast voor brood, deegwaar, groenten, vlees en fruit. Het venster is doorgaans doorzichtig en heeft als doel dat klanten en winkelpersoneel kunnen zien wat er verpakt is in de zakvormige verpakking. Het venster wordt typisch gevormd door een strook die aan weerszijden gehecht is aan het papier en is vervaardigd uit een plastic materiaal zoals polypropeen (PP) of polyethyleenterefthalaat (PET), of eventueel een ander polyester.Bag-shaped packages provided with a window and further comprising paper are used, among other things, for bread, pasta, vegetables, meat and fruit. The window is usually transparent and is intended to allow customers and store personnel to see what is contained in the bag-shaped package. The window is typically formed by a strip bonded to the paper on both sides and made of a plastic material such as polypropylene (PP) or polyethylene terephthalate (PET), or possibly another polyester.

Een werkwijze voor het maken van een dergelijke verpakking en een resulterende verpakking zijn bekend uit EP1894714B1 en uit EP3095723A1. Dergelijke verpakkingen met vensters zijn echter in de praktijk moeilijk te vervaardigen. Zo zijn hier typisch een rol papier en een rol plastic venster materiaal voor nodig. Deze rollen worden uitgerold en een lijmmateriaal wordt aan ten minste één van het papier en het venstermateriaal aangebracht. Het venstermateriaal wordt aan het papier gehecht met behulp van het lijmmateriaal. Dit vervaardigingsproces is moeilijk te beheren omdat tijdens het aanbrengen van het venstermateriaal, het venstermateriaal de neiging heeft om los te komen. De productiearbeiders die instaan tijdens het vervaardigingsproces moeten uiterst bekwaam zijn om dit probleem op te vangen. Deze afhankelijkheid van uiterst bekwaam personeel is ongewenst. De gerealiseerde onderlinge verbinding is bovendien kwalitatief suboptimaal. Zo heeft het venster de neiging om los te scheuren van het papier. Dat is ongewenst bij het gebruik van de verpakking. Verder is het plastic venster duur in vergelijking met het papier. De resulterende verpakking is dus ook duur. Daarbij komt, vanuit ecologisch oogpunt gericht op duurzaamheid, dat de resulterende verpakking moeilijk dan wel niet te recycleren is.A method for making such a package and a resulting package are known from EP1894714B1 and from EP3095723A1. However, such packages with windows are difficult to manufacture in practice. For example, a roll of paper and a roll of plastic window material are typically required. These rolls are unrolled and an adhesive material is applied to at least one of the paper and window material. The window material is bonded to the paper using the adhesive material. This manufacturing process is difficult to manage because during application of the window material, the window material tends to come loose. The production workers involved in the manufacturing process must be highly skilled to deal with this problem. This dependence on highly skilled personnel is undesirable. Moreover, the realized mutual connection is of sub-optimal quality. For example, the window tends to tear loose from the paper. This is undesirable when using the packaging. Furthermore, the plastic window is expensive compared to the paper one. Thus, the resulting packaging is also expensive. In addition, from an ecological point of view aimed at sustainability, the resulting packaging is difficult or impossible to recycle.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Het is zodoende een doel van de uitvinding om een verpakkingspapier te verschaffen dat eenvoudig en goedkoper te vervaardigen is. Het is een verder doel van de uitvinding om een werkwijze voor de vervaardiging van dergelijk verpakkingspapier alsook een verpakking met het verpakkingspapier te verschaffen.It is therefore an object of the invention to provide a packaging paper which is simple and cheaper to manufacture. It is a further object of the invention to provide a method for the manufacture of such packaging paper as well as a package containing the packaging paper.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een verpakkingspapier met een transparante zone, waarbij het verpakkingspapier en de transparante zone uit één celluloselaag vervaardigd zijn en waarbij de transparante zone een op het verpakkingspapier aangebracht deklaagmateriaal omvat. Het deklaagmateriaal omvat een olieachtige verbinding, zoals een paraffine of plantaardige olie. Op deze wijze wordt een verpakkingspapier voorzien dat minstens gedeeltelijk doorzichtig of transparant is. Klanten en winkelpersoneel kunnen dus zien wat er verpakt is in een verpakking gemaakt met het verpakkingspapier. Op deze manier wordt het gebruik van een kunststof materiaal vermeden. Dergelijk verpakkingspapier is duurzamer, goedkoper en eenvoudig vervaardigbaar.To this end, the invention provides a packaging paper with a transparent zone, wherein the packaging paper and the transparent zone are manufactured from one cellulose layer, and wherein the transparent zone comprises a coating material applied to the packaging paper. The coating material comprises an oily compound, such as a paraffin or vegetable oil. In this way, a packaging paper is provided which is at least partially transparent or transparent. Customers and shop staff can therefore see what is packed in a package made with the packaging paper. In this way the use of a plastic material is avoided. Such packaging paper is more durable, cheaper and easy to manufacture.

Bij voorkeur strekt de transparante zone zich ten minste gedeeltelijk uit in een lengterichting van de celluloselaag.Preferably, the transparent zone extends at least partially in a longitudinal direction of the cellulose layer.

Bij voorkeur strekt de transparante zone zich ten minste gedeeltelijk uit in een breedterichting van de celluloselaag.Preferably, the transparent zone extends at least partially in a width direction of the cellulose layer.

Bij voorkeur strekt de transparante zone zich strookvormig uit over de celluloselaag. Het is echter duidelijk voor de vakman dat de transparante zone verschillende vormen kan hebben.Preferably, the transparent zone extends in a strip shape over the cellulose layer. However, it is clear to those skilled in the art that the transparent zone can have different shapes.

Bij voorkeur heeft de transparante zone een opaciteit van, gemeten volgens ISO 2471, tussen 1 en 35%, meer bij voorkeur tussen 3 en 25%, met de meeste voorkeur tussen 3% en 15%.Preferably, the transparent zone has an opacity, measured according to ISO 2471, between 1 and 35%, more preferably between 3 and 25%, most preferably between 3% and 15%.

Bij voorkeur heeft het aangebrachte deklaagmateriaal een oppervlaktedichtheid van ten minste 1 g/m? , meer bij voorkeur een oppervlaktedichtheid dat ligt tussen 2,5 tot 6 gr/m°. Opgemerkt wordt dat een vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal gekozen kan worden in afhankelijkheid van eigenschappen, zoals type, van de celluloselaag. Zo kan er bij voorbeeld bij een gebleekte celluloselaag, ook wel wit papier genoemd, ongeveer 8 g/m? deklaagmateriaal aangebracht worden, of volgens een verder voorbeeld kan er bij een bruin papier ongeveer 10 g/m? worden aangebracht.Preferably, the applied coating material has an areal density of at least 1 g/m2. , more preferably a surface density of between 2.5 and 6 gr/m°. It is noted that a predetermined amount of coating material can be selected depending on properties, such as type, of the cellulose layer. For example, a bleached cellulose layer, also called white paper, can contain about 8 g/m? top layer material can be applied, or according to a further example, with a brown paper about 10 g/m? to be applied.

Dergelijke vooraf bepaalde hoeveelheden deklaagmateriaal of oppervlaktedichtheden van het aangebrachte deklaagmateriaal worden zodanig gekozen dat de celluloselaag waarop het deklaagmateriaal wordt aangebracht, wordt verzadigd.Such predetermined amounts of coating material or areal densities of the applied coating material are selected such that the cellulosic layer to which the coating material is applied is saturated.

Bij voorkeur heeft de celluloselaag een oppervlaktedichtheid die hoger is dan 18 g/m?, bij voorkeur heeft de celluloselaag een oppervlaktedichtheid die ten hoogste 50 g/m? is, meer bij voorkeur ten hoogste 35 g/m?. Dergelijke celluloselaag is relatief licht in gewicht wat het voordeel heeft dat het verpakkingspapier eenvoudiger transporteerbaar is en goedkoper is. Bovendien is een dergelijke celluloselaag gelijkmatiger indringbaar door het deklaagmateriaal. Het voordelig effect hiervan is te wijten aan de lagere vezeldichtheid van de celluloselaag met een dergelijke oppervlaktedichtheid of soortelijk gewicht.Preferably, the cellulose layer has an areal density higher than 18 g/m2, preferably the cellulose layer has an areal density that is at most 50 g/m2. is, more preferably, at most 35 g/m 2 . Such a cellulose layer is relatively light in weight, which has the advantage that the packaging paper is easier to transport and cheaper. In addition, such a cellulose layer is more uniformly permeable through the coating material. The beneficial effect of this is due to the lower fiber density of the cellulose layer having such areal density or specific gravity.

Bij voorkeur heeft een oppervlak aan ten minste een eerste zijde van de celluloselaag een oppervlakte-ruwheid volgens ISO 8791/2 (ook roughness Bendtsen werkwijze genoemd) van minder dan 220 ml/min, bij voorkeur minder dan 100 ml/min, meer bij voorkeur minder dan 80 ml/min, en meest bij voorkeur minder dan 40 ml/min. Opgemerkt wordt dat de celluloselaag aan zowel de eerste als de tweede zijde een dergelijke oppervlakte-ruwheid kan hebben. De oppervlakte-ruwheid kan verschillend zijn aan de eerste en de tweede zijde. Verder kan de celluloselaag een nagenoeg uniforme oppervlakte ruwheid hebben aan de eerste en tweede zijde.Preferably, a surface on at least a first side of the cellulose layer has a surface roughness according to ISO 8791/2 (also called roughness Bendtsen method) of less than 220 ml/min, preferably less than 100 ml/min, more preferably less than 80 ml/min, and most preferably less than 40 ml/min. It is noted that the cellulose layer on both the first and the second side can have such a surface roughness. The surface roughness may be different on the first and second sides. Further, the cellulose layer may have a substantially uniform surface roughness on the first and second sides.

Dergelijke oppervlakte-ruwheid komt overeen met de gladheid van het papier. De uitvinders hebben verrassend gevonden dat een gladder papier de neiging heeft om met een kleinere hoeveelheid deklaagmateriaal transparanter te worden. Er wordt vermoed dat dit effect wordt verkregen door dat de cellulosevezels in een glad papier relatief gelijkaardig uitgelijnd zijn waardoor het deklaagmateriaal gelijkmatiger de celluloselaag indringt en impregneert.Such surface roughness corresponds to the smoothness of the paper. The inventors have surprisingly found that a smoother paper tends to become more transparent with a smaller amount of coating material. It is believed that this effect is obtained because the cellulose fibers in a smooth paper are aligned relatively similarly, so that the coating material penetrates and impregnates the cellulose layer more evenly.

Bij voorkeur bedekt het deklaagmateriaal de transparante zone nagenoeg volledig bedekt. Met andere woorden geniet het de voorkeur dat het volledige oppervlak van de transparante zone deklaagmateriaal omvat. Het is echter ook mogelijk dat de transparante zone delen zonder deklaagmateriaal omvat.Preferably, the coating material substantially completely covers the transparent zone. In other words, it is preferable that the entire surface of the transparent zone comprises coating material. However, it is also possible that the transparent zone comprises parts without coating material.

Bij voorkeur is de celluloselaag een gebleekte celluloselaag.Preferably, the cellulose layer is a bleached cellulose layer.

Bij voorkeur omvat de celluloselaag een mengsel van langvezel en kortvezel met ten minste 40% langvezel, bij verdere voorkeur ten minste 50% langvezel, meer bij voorkeur ten minste 70% langvezel. Een dergelijke celluloselaag heeft het voordeel dat deze scheurresistent is. De vervolgens gerealiseerde verpakking is dus sterker, bijvoorbeeld in vergelijking met een pergamijn papier (Engels: Glassine). Verder heeft een dergelijke celluloselaag het voordeel dat deze op gebruikelijke wijze geproduceerd kan worden. De prijs van een cellulose laag met een dergelijke vezelsamenstelling is noemenswaardig goedkoper te produceren in vergelijking met pergamijn papier. Bovendien is de productie van dergelijke celluloselaag eenvoudiger, sneller en duurzamer.The cellulose layer preferably comprises a mixture of long fiber and short fiber with at least 40% long fibre, further preferably at least 50% long fibre, more preferably at least 70% long fibre. Such a cellulose layer has the advantage that it is tear-resistant. The subsequently realized packaging is therefore stronger, for example compared to glassine paper (English: Glassine). Furthermore, such a cellulose layer has the advantage that it can be produced in a usual manner. The price of a cellulose layer with such a fiber composition is considerably cheaper to produce compared to glassine paper. Moreover, the production of such a cellulose layer is simpler, faster and more sustainable.

Volgens een voorbeeld kan de celluloselaag zelfs nagenoeg 100% langvezel omvatten. Dergelijke celluloselaag wordt verkregen door uitsluitend langvezels toe te voegen bij het vervaardigen van de celluloselaag. Er worden met andere woorden dus geen kortvezels toegevoegd.According to an example, the cellulose layer may even comprise substantially 100% long fibre. Such a cellulose layer is obtained by exclusively adding long fibers during the manufacture of the cellulose layer. In other words, no short fibers are added.

Bij voorkeur is het deklaagmateriaal in de transparante zone aangebracht op het verpakkingspapier bij een eerste temperatuur binnen een eerste temperatuursregime, en geleidelijk aan verhard bij een tweede temperatuur binnen een tweede temperatuursregime zodanig dat de transparante zone wordt gevormd. De eerste temperatuur is hierbij hoger dan de tweede temperatuur. Een voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht dat bij bekende productieprocessen een deklaagmateriaal onmiddellijk en instantaan wordt afgekoeld met bijvoorbeeld een koelrol, typisch aan een lage temperatuur, zoals 5°C. Zo wordt het deklaagmateriaal op de celluloselaag zeer snel verhard. Dit laat een snelle verdere verwerking van het verpakkingspapier toe. Het deklaagmateriaal heeft in bekende processen dus niet de tijd om verder in de celluloselaag te dringen en verhardt door de plotse temperatuurdaling in een structuur met een wolkerig of opaak resultaat ten gevolge. De uitvinder heeft verrassend gevonden dat door het geleidelijk aan verharden de zone waarin het deklaagmateriaal is ingedrongen, transparant, ook wel glasachtig genoemd, wordt en deze aldus de genoemde transparante zone vormt. Het geleidelijk verharden van het deklaagmateriaal laat toe dat het olieachtige materiaal verhardt en aldus een voor licht transparant pad vormt doorheen de cellulose laag. Op deze manier lijkt het deklaagmateriaal zich volgens een in hoofdzaak glasachtige structuur te verharden. De transparantie van de transparante zone wordt op deze wijze noemenswaardig verbeterd.Preferably, the coating material in the transparent zone is applied to the packaging paper at a first temperature within a first temperature regime, and gradually cured at a second temperature within a second temperature regime such that the transparent zone is formed. The first temperature is higher than the second temperature. An advantage of this is based on the insight that in known production processes a coating material is immediately and instantaneously cooled with, for example, a cooling roller, typically at a low temperature, such as 5°C. Thus, the coating material on the cellulose layer hardens very quickly. This allows rapid further processing of the packaging paper. In known processes, the coating material therefore does not have time to penetrate further into the cellulose layer and hardens due to the sudden temperature drop into a structure, resulting in a cloudy or opaque result. The inventor has surprisingly found that due to the gradual hardening, the zone into which the coating material has penetrated becomes transparent, also referred to as glassy, and thus forms the said transparent zone. The gradual hardening of the coating material allows the oily material to harden and thus form a light-transparent path through the cellulose layer. In this way, the coating material appears to harden according to a substantially glassy structure. The transparency of the transparent zone is noticeably improved in this way.

Bij voorkeur is het deklaagmateriaal in de transparante zone gedurende een periode van ten minste 0,1 seconde, bij voorkeur tussen 0,5 tot 7 seconden, meer bij voorkeur ten minste 7 seconden blootgesteld aan de tweede temperatuur. De tweede temperatuur kan hierbij variëren binnen het tweede temperatuursregime.Preferably, the coating material in the transparent zone is exposed to the second temperature for a period of at least 0.1 second, preferably between 0.5 to 7 seconds, more preferably at least 7 seconds. The second temperature can vary within the second temperature regime.

Bij voorkeur is de transparante zone verkrijgbaar door het ter plaatse van de zone aanbrengen van een vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal bij de eerste temperatuur die gelegen is binnen het eerste temperatuursregime, en het geleidelijk verharden van de aangebrachte vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal bij de tweede temperatuur die gelegen is in het tweede temperatuursregime ten einde de transparante zone te vormen. Een voordeel hiervan is gebaseerd op het inzicht dat bij bekende productieprocessen een deklaagmateriaal onmiddellijk wordt afgekoeld met bijvoorbeeld een koelrol, typisch aan een lage temperatuur, zoals 5°C, om het deklaagmateriaal op de cellulose laag snel te verharden. Dit laat een snelle verdere verwerking van het verpakkingspapier toe. Het deklaagmateriaal heeft in bekende processen dus niet de tijd om in de cellulose laag te dringen en verhardt door de plotse temperatuurdaling in een structuur met een wolkerig of opaak resultaat ten gevolge. De uitvinder heeft verrassend gevonden dat door het geleidelijk verharden de zone waarin het deklaagmateriaal is ingedrongen, transparant wordt en deze aldus de genoemde transparante zone vormt. Het 5 geleidelijk verharden van het deklaagmateriaal laat toe dat het olieachtige materiaal verhardt en aldus een voor licht transparant pad vormt doorheen de cellulose laag. Er wordt vermoed dat op deze manier het deklaagmateriaal zich volgens zijn in een hoofdzakelijk glasachtige structuur verhardt. De transparantie van de transparante zone wordt op deze wijze verbeterd.Preferably, the transparent zone is obtainable by applying a predetermined amount of coating material at the location of the zone at the first temperature, which is within the first temperature regime, and gradually curing the applied predetermined amount of coating material at the second temperature, which is within the first temperature regime. is in the second temperature regime to form the transparent zone. An advantage of this is based on the insight that in known production processes a coating material is immediately cooled with, for example, a cooling roller, typically at a low temperature, such as 5°C, in order to rapidly harden the coating material on the cellulose layer. This allows rapid further processing of the packaging paper. In known processes, the coating material therefore does not have time to penetrate the cellulose layer and hardens due to the sudden temperature drop into a structure, resulting in a cloudy or opaque result. Surprisingly, the inventor has found that due to the gradual hardening, the zone into which the coating material has penetrated becomes transparent and thus forms the said transparent zone. The gradual hardening of the coating material allows the oily material to harden and thus form a light-transparent path through the cellulose layer. It is presumed that in this way the coating material hardens into a mainly glassy structure. The transparency of the transparent zone is improved in this way.

Bij voorkeur wordt de cellulose laag met de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal gedurende een periode van ten minste 0,1 seconde, bij voorkeur tussen 0,5 tot 7 seconden, bij voorkeur ten minste 7 seconden blootgesteld aan het tweede temperatuursregime.Preferably, the cellulose layer with the predetermined amount of coating material is exposed to the second temperature regime for a period of at least 0.1 second, preferably between 0.5 to 7 seconds, preferably at least 7 seconds.

Bij voorkeur is het tweede temperatuursregime omvat tussen 30°C en 120°C, bij voorkeur tussen 40°C en 110°C, meer bij voorkeur tussen 50°C en 100°C. Dergelijk temperatuursregime bevordert de viscositeit van het aangebracht deklaagmateriaal, waardoor het deklaagmateriaal op verbeterde wijze in de cellulose laag dringt.Preferably, the second temperature regime is comprised between 30°C and 120°C, preferably between 40°C and 110°C, more preferably between 50°C and 100°C. Such a temperature regime promotes the viscosity of the applied coating material, as a result of which the coating material penetrates the cellulose layer in an improved manner.

Bij voorkeur omvat het aanbrengen van de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal, de volgende stappen: - het verschaffen van een bewegend eindeloos oppervlak; - het opnemen van de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal met het bewegend eindeloos oppervlak - het in contact brengen van het bewegend eindeloos oppervlak met de eerste zijde van de cellulose laag.Preferably, the application of the predetermined amount of coating material comprises the following steps: - providing a moving endless surface; - incorporating the predetermined amount of coating material with the moving endless surface - bringing the moving endless surface into contact with the first side of the cellulosic layer.

Bij voorkeur is het tweede temperatuursregime voorzienbaar door restwarmte verkregen door het aanbrengen van het deklaagmateriaal.Preferably, the second temperature regime is foreseeable by residual heat obtained by applying the coating material.

Bij voorkeur is het eerste temperatuursregime omvat tussen 70° en 180°C, bij voorkeur tussen 80° en 150°C, meer bij voorkeur tussen 100°C en 120°C.Preferably, the first temperature regime is comprised between 70° and 180°C, preferably between 80° and 150°C, more preferably between 100°C and 120°C.

Voordelen van het verpakkingspapier zijn mutatis mutandis van toepassing op een celluloseverpakking alsook op een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.Advantages of the packaging paper apply mutatis mutandis to a cellulosic packaging as well as to a method of manufacturing it.

Volgens een tweede aspect voorziet de uitvinding in een cellulose verpakking omvattende een verpakkingspapier zoals hierboven beschreven. Bij voorkeur vormt de zone een venster in de celluloseverpakking.According to a second aspect, the invention provides a cellulose package comprising a packaging paper as described above. Preferably, the zone forms a window in the cellulose package.

Volgens een derde aspect voorziet de uitvinding in werkwijze voor het vervaardigen van een verpakkingspapier met een transparante zone, de werkwijze omvattende: - het verschaffen van een celluloselaag met een eerste zijde en een tweede zijde; - het ter plaatse van een zone aanbrengen van een vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal met een eerste temperatuur die gelegen is binnen een eerste temperatuursregime; - het geleidelijk verharden van de aangebrachte vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal bij een tweede temperatuur die gelegen is in een tweede temperatuursregime ten einde de transparante zone te vormen.According to a third aspect, the invention provides a method for manufacturing a packaging paper with a transparent zone, the method comprising: - providing a cellulose layer with a first side and a second side; - applying a predetermined amount of coating material at the location of a zone with a first temperature lying within a first temperature regime; - gradually hardening the applied predetermined amount of coating material at a second temperature located in a second temperature regime in order to form the transparent zone.

Bij voorkeur is het tweede temperatuursregime omvat tussen 30°C en 120°C, bij voorkeur tussen 40°C en 110°C, meer bij voorkeur tussen 50°C en 100°C.Preferably, the second temperature regime is comprised between 30°C and 120°C, preferably between 40°C and 110°C, more preferably between 50°C and 100°C.

Bij voorkeur is het tweede temperatuursregime voorzienbaar door restwarmte verkregen tijdens het aanbrengen van de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal.Preferably, the second temperature regime is foreseeably obtained by residual heat during the application of the predetermined amount of coating material.

Bij voorkeur is de eerste temperatuursregime omvat tussen 70° en 180°C, bij voorkeur tussen 80° en 150°C, meer bij voorkeur tussen 100°C en 120°C.Preferably, the first temperature regime is comprised between 70° and 180°C, preferably between 80° and 150°C, more preferably between 100°C and 120°C.

Bij voorkeur wordt de transparante zone ten minste gedeeltelijk uitgestrekt over de cellulose laag, gezien in een lengterichting daarvan, aangebracht.Preferably, the transparent zone is applied at least partially extended over the cellulose layer, viewed in a longitudinal direction thereof.

Bij voorkeur wordt de transparante zone ten minste gedeeltelijk uitgestrekt over de cellulose laag, gezien in een breedterichting daarvan, aangebracht.Preferably, the transparent zone is applied at least partially extended over the cellulose layer, viewed in a width direction thereof.

Bij voorkeur wordt de transparante zone op strookvormige wijze aangebracht.Preferably, the transparent zone is applied in a strip-shaped manner.

Bij voorkeur ligt een opaciteit van de transparante zone, volgens ISO 2471, bij voorkeur tussen 1 en 35%, meer bij voorkeur tussen 3 en 25%, met de meeste voorkeur tussen 5% en 15%.Preferably, an opacity of the transparent zone, according to ISO 2471, is preferably between 1 and 35%, more preferably between 3 and 25%, most preferably between 5% and 15%.

Bij voorkeur is de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal ten minste 1 g/m?, bij verdere voorkeur een oppervlaktedichtheid dat ligt tussen 2,5 tot 6 gr/m?.Preferably, the predetermined amount of coating material is at least 1 g/m2, more preferably a surface density of between 2.5 and 6 g/m2.

Bij voorkeur wordt de cellulose laag met de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal gedurende een periode van ten minste 0,1 seconde, bij voorkeur tussen 0,5 tot 7 seconden, bij voorkeur ten minste 7 seconden wordt blootgesteld aan de tweede temperatuursregime.Preferably, the cellulose layer with the predetermined amount of coating material is exposed to the second temperature regime for a period of at least 0.1 second, preferably between 0.5 to 7 seconds, preferably at least 7 seconds.

Bij voorkeur heeft de cellulose laag een soortelijk gewicht dat hoger is dan 18 g/m?, bij voorkeur heeft de cellulose laag een soortelijk gewicht dat ten hoogste 50 g/m2 is, meer bij voorkeur ten hoogste 35 g/m2.Preferably, the cellulose layer has a specific gravity that is higher than 18 g/m2, preferably the cellulose layer has a specific gravity that is at most 50 g/m2, more preferably at most 35 g/m2.

Bij voorkeur heeft een oppervlak aan ten minste de eerste zijde van de cellulose laag een oppervlakte-ruwheid van minder dan 220 ml/min, meer bij voorkeur minder dan 100 ml/min, nog meer bij voorkeur minder dan 80 ml/min, en meest bij voorkeur minder dan 40 ml/mint. De oppervlakte-ruwheid wordt hier bepaald conform ISO 8791-2 en staat ook bekend als dePreferably, a surface on at least the first side of the cellulose layer has a surface roughness of less than 220 ml/min, more preferably less than 100 ml/min, even more preferably less than 80 ml/min, and most preferably preferably less than 40 ml/min. The surface roughness here is determined in accordance with ISO 8791-2 and is also known as the

Roughness Bendtsen. Het deklaagmateriaal kan op deze manier gelijkmatiger indringen in de cellulose laag.Roughness Bendtsen. In this way, the coating material can penetrate more evenly into the cellulose layer.

Bij voorkeur bedekt het deklaagmateriaal de transparante zone nagenoeg volledig.Preferably, the coating material substantially completely covers the transparent zone.

Bij voorkeur omvat de celluloselaag een mengsel van langvezel en kortvezel met ten minste 40% langvezel, bij verdere voorkeur ten minste 50% langvezel, bij voorkeur ten minste 70% langvezel.The cellulose layer preferably comprises a mixture of long fiber and short fiber with at least 40% long fibre, more preferably at least 50% long fibre, preferably at least 70% long fibre.

Korte figuurbeschrijvingShort figure description

Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin:The above and other advantageous features and objects of the invention will become more apparent and the invention will be better understood from the following detailed description when read in conjunction with the accompanying drawings, in which:

figuren 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H elk een bovenaanzicht tonen van een verpakkingspapier met een transparante zone volgens een voorbeelduitvoeringsvorm; figuren 2A, 2B, 2C en 2D een werkwijze tonen voor het vervaardigen van een verpakkingspapier met een transparante zone aan de hand van doorsnedetekeningen van een cellulose laag.figures 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H each show a top view of a packaging paper with a transparent zone according to an exemplary embodiment; figures 2A, 2B, 2C and 2D show a method for manufacturing a packaging paper with a transparent zone on the basis of cross-sectional drawings of a cellulose layer.

Gedetailleerde uitvoeringsvormenDetailed embodiments

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.The invention will now be described in more detail on the basis of an exemplary embodiment shown in the drawing. In the drawing, the same reference numeral is assigned to the same or analogous element.

Figuren 1A, 1B, 1C, ID, IE, 1F, 1G, 1H tonen voorbeelduitvoeringsvormen van een verpakkingspapier 100 met een transparante zone 110. Bij figuren 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H wordt een assenstelsel X, Y getoond, waarbij de getoonde as X een breedterichting van het verpakkingspapier aanduidt, en waarbij de getoonde as Y een lengterichting van het verpakkingspapier aanduidt.Figures 1A, 1B, 1C, ID, IE, 1F, 1G, 1H show exemplary embodiments of a packaging paper 100 with a transparent zone 110. In Figures 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H, a coordinate system X, Y is shown, where the axis X shown indicates a width direction of the packaging paper, and the axis Y shown indicates a length direction of the packaging paper.

In de figuren is het verpakkingspapier 100 rechthoekvormig. Dergelijke vorm wordt typisch verkregen bij het vervaardigen van het verpakkingspapier 100. Meer bepaald wordt het verpakkingspapier 100 vervaardigd uit een rol papier, ook wel een cellulose laag genoemd. Het is echter duidelijk voor de vakman dat het verpakkingspapier 100 ook andere vormen kan aannemen.In the figures, the packaging paper 100 is rectangular. Such a shape is typically obtained during the manufacture of the packaging paper 100. More specifically, the packaging paper 100 is manufactured from a roll of paper, also referred to as a cellulose layer. However, it is clear to those skilled in the art that the packaging paper 100 can also take other forms.

De cellulose laag wordt, bij het vervaardigen van het verpakkingspapier 100, typisch aangeleverd in bulk, meer bepaald in de vorm van een rol die de cellulose laag in opgerolde vorm omvat. Na het ontwikkelen van de rol, vormt de cellulose laag een strook. De strook heeft een breedte die bijvoorbeeld overeenkomt met de in de figuren 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H weergegeven breedte, en wordt doorheen een verwerkingsinrichting geleid, die verder zal worden toegelicht, maar in het bijzonder ingericht is om de strook celluloselaag te behandelen en te versnijden tot het verpakkingspapier 100 getoond in figuren 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H. Het zal echter duidelijk zijn dat het verpakkingspapier 100 een andere vorm kan hebben. Zo kan, in tegenstelling tot de in de figuren getoonde rechte lijn, een kopse rand van het verpakkingspapier 100 zodanig gevormd zijn dat één of meerdere uitstulpingen en/of één of meer uitsparingen zijn gevormd. Met kopse rand wordt de rand bedoeld die hoofdzakelijk dwars ligt op de lengterichting van de cellulose laag.The cellulose layer, when manufacturing the packaging paper 100, is typically supplied in bulk, more specifically in the form of a roll containing the cellulose layer in rolled form. After developing the roll, the cellulose layer forms a strip. The strip has a width which corresponds, for example, to the width shown in Figures 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H, and is passed through a processing device, which will be explained further, but is particularly to treat and cut the strip of cellulose layer into the packaging paper 100 shown in Figures 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H. However, it will be appreciated that the wrapping paper 100 may have a different shape. Thus, in contrast to the straight line shown in the figures, an end edge of the packaging paper 100 can be formed such that one or more bulges and/or one or more recesses are formed. The crosscut edge is understood to mean the edge that is mainly transverse to the longitudinal direction of the cellulose layer.

Een dwarsrand kan ook uitgesneden worden of kan reeds gevormd zijn met één of meerdere uitstulpingen en/of één of meer uitsparingen. De uitstulpingen en/of uitsparingen kunnen dienen om het verpakkingspapier 100 aan een overeenkomstig verpakkingspapier te bevestigen, bijvoorbeeld om een zakvormige verpakking te vormen. Het versnijden, ook wel verkappen genoemd, van de strook celluloselaag is op zich bekend voor de vakman en wordt hiertoe niet toegelicht ten voordele van een beknopte beschrijving.A transverse edge can also be cut out or can already be formed with one or more bulges and/or one or more recesses. The protrusions and/or recesses can serve to fix the packaging paper 100 to a corresponding packaging paper, for example to form a bag-shaped package. The cutting, also referred to as cutting, of the strip of cellulose layer is known per se to the skilled person and is not elucidated here for the benefit of a concise description.

Het verpakkingspapier 100 heeft een transparante zone 110, meer bepaald wordt een verpakkingspapier 100 met een transparante zone 110 getoond. Het verpakkingspapier 100 en de transparante zone 110 zijn uit één celluloselaag vervaardigd. Anders gezegd wordt het verpakkingspapier uit één stuk celluloselaag vervaardigd. De transparante zone 110, ook wel venster genoemd, wordt dus uit dezelfde celluloselaag vervaardigd als een niet-transparante zone van het verpakkingspapier 100. Dit staat in sterk contrast tegenover bekend verpakkingspapier dat voorzien is van kunststof venstermateriaal zoals polypropeen (PP) of polyethyleenterefthalaat (PET), of eventueel een ander polyester. Het bekende verpakkingspapier combineert twee verschillende materiaalsoorten, ie. een celluloselaag en een Kkunststoflaag om een verpakkingsmateriaal te realiseren dat is voorzien van een venster met de in de inleiding genoemde nadelen ten gevolge. Het bekende verpakkingspapier bestaat dus uit ten minste twee verschillende, afzonderlijke materialen die worden samengevoegd, typisch door middel van verlijming.The packaging paper 100 has a transparent zone 110, more specifically, a packaging paper 100 with a transparent zone 110 is shown. The packaging paper 100 and the transparent zone 110 are made of one cellulosic layer. In other words, the packaging paper is made from one piece of cellulose layer. The transparent zone 110, also referred to as a window, is thus manufactured from the same cellulose layer as a non-transparent zone of the packaging paper 100. This is in stark contrast to known packaging paper provided with plastic window material such as polypropylene (PP) or polyethylene terephthalate (PET). ), or possibly another polyester. The known packaging paper combines two different types of material, ie. a cellulose layer and a Kplastic layer to realize a packaging material provided with a window, resulting in the disadvantages mentioned in the introduction. The known packaging paper thus consists of at least two different, separate materials that are joined together, typically by means of gluing.

De transparante zone 110 omvat een op het verpakkingspapier 100 aangebracht deklaagmateriaal.The transparent zone 110 includes a coating material applied to the packaging paper 100.

Het deklaagmateriaal omvat een olieachtige verbinding, bij voorkeur een paraffine. De olieachtige verbinding dringt in de cellulose laag, zoals getoond in figuur 2C, en laat licht door de cellulose laag ter plaatste van de zone waar het deklaagmateriaal is aangebracht. De locatie waar het ingedrongen deklaagmateriaal de doorgang van licht doorheen het verpakkingspapier toelaat, wordt de transparante zone 110 genoemd. Transparantie of doorzichtigheid is, in de context van de aanvrage, gedefinieerd als de mate waarin men door een materiaal, i.e. de cellulose laag, heen kan kijken. Deze eigenschap is onder andere afhankelijk van de mate waarin de cellulose laag licht doorlaat. De cellulose laag zonder deklaagmateriaal absorbeert of reflecteert licht. Transparantie valt onder de bredere noemer “transmissie”. Transmissie wordt in de natuurkunde verstaan als de doorlaatbaarheid van een medium voor golven, zoals licht, geluidsgolven of elektromagnetische golven, het medium zijnde in dit geval de cellulose laag. In de context van de aanvrage beschrijft de transmissie het gedeelte van de invallende stralingsflux of lichtstroom, dat de transparante zone doordringt. Daarnaast wordt ook de reciproque waarde van de transmissie, de opaciteit gebruikt.The coating material comprises an oily compound, preferably a paraffin. The oily compound penetrates the cellulose layer, as shown in Figure 2C, and transmits light through the cellulose layer at the zone where the coating material has been applied. The location where the penetrated coating material allows the passage of light through the packaging paper is referred to as the transparent zone 110 . Transparency is, in the context of the application, defined as the degree to which one can see through a material, i.e. the cellulose layer. This property depends, among other things, on the degree to which the cellulose layer transmits light. The cellulose layer without coating material absorbs or reflects light. Transparency falls under the broader term “transmission”. Transmission is understood in physics as the permeability of a medium to waves, such as light, sound waves or electromagnetic waves, the medium being the cellulose layer in this case. In the context of the application, transmission describes the portion of the incident radiant flux or luminous flux that penetrates the transparent zone. In addition, the reciprocal value of the transmission, the opacity, is also used.

Een opaciteit van de transparante zone, volgens ISO 2471, ligt bij voorkeur tussen 1 en 35%, meer bij voorkeur tussen 3 en 25%, met de meeste voorkeur tussen 5% en 15%. Op deze wijze wordt dus een verpakkingspapier 100 voorzien dat ten minste gedeeltelijk doorzichtig of transparant is.An opacity of the transparent zone, according to ISO 2471, is preferably between 1 and 35%, more preferably between 3 and 25%, most preferably between 5% and 15%. In this way, a packaging paper 100 is thus provided which is at least partially transparent or transparent.

Klanten en winkelpersoneel kunnen dus zien wat er verpakt is in een uit het verpakkingspapier gevormde verpakking. Op deze manier wordt het gebruik van een kunststof materiaal vermeden.Customers and store personnel can therefore see what is packaged in a package formed from the packaging paper. In this way the use of a plastic material is avoided.

Dergelijk verpakkingspapier is duurzamer, goedkoper en eenvoudig vervaardigbaar. Alternatief of in toevoeging, kan het deklaagmateriaal een plantaardige olie omvatten. Een verpakkingspapier met een transparante zone 110 die uitsluitend plantaardige olie omvat is bovendien recycleerbaar.Such packaging paper is more durable, cheaper and easy to manufacture. Alternatively or in addition, the coating material may comprise a vegetable oil. Moreover, a packaging paper with a transparent zone 110 comprising only vegetable oil is recyclable.

Een verder voordeel van een transparante zone die gevormd is door het aanbrengen van de olieachtige verbinding en het daarmee verzadigen van de cellulose laag, is gebaseerd op het inzicht dat kunststof vensters onvoldoende sterk zijn en/of onder het gewicht van het product in het verpakkingsmateriaal zou kunnen leiden tot onvoorspelbaar uitrekken en/of scheuren van de kunststof met als gevolg dat het product uit het verpakkingsmateriaal kan vallen. Een bijkomend probleem bij gebruik van kunststof vensters is dat de verbindingslijnen tussen het kunststof en het papier typisch zwakke zones zijn die scheurgevoelig zijn. Het verpakkingsmateriaal 100 dat uit één stuk cellulose laag is gevormd neutraliseert deze problemen nagenoeg volledig.A further advantage of a transparent zone formed by applying the oily compound and saturating the cellulose layer with it, is based on the insight that plastic windows are insufficiently strong and/or would collapse under the weight of the product in the packaging material. can lead to unpredictable stretching and/or tearing of the plastic, resulting in the product falling out of the packaging material. An additional problem when using plastic windows is that the connecting lines between the plastic and the paper are typically weak zones that are susceptible to tearing. The packaging material 100 formed from one piece of cellulose layer almost completely neutralizes these problems.

Figuren 1A, 1B, 1C, 1D, IE, 1F, 1G, 1H tonen dat de transparante zone 110 zich, bij voorkeur, ten minste gedeeltelijk over de cellulose laag uitstrekt. Hoewel dit niet is getoond, kan de transparante zone 110 zich ook over het gehele oppervlak van de celluloselaag uitstrekken. Op deze manier is het gehele verpakkingspapier 100 transparant. De transparante zone 110 strekt zich bij voorkeur strookvormig uit.Figures 1A, 1B, 1C, 1D, IE, 1F, 1G, 1H show that the transparent zone 110 extends, preferably, at least partially over the cellulose layer. Although not shown, the transparent zone 110 may also extend over the entire surface of the cellulose layer. In this way, the entire packaging paper 100 is transparent. The transparent zone 110 preferably extends in a strip shape.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 1A strekt de transparante zone 110 zich uit in een lengterichting Y van de cellulose laag. In figuur 1A strekt de transparante zone 110 zich uit van één kopse rand naar de daar tegenoverliggende kopse rand. Op deze manier vormt de transparante zone 110 een transparante strook in de cellulose laag, gezien in de lengterichting daarvan. Wanneer het verpakkingspapier bijvoorbeeld wordt gebruikt als zakvormige verpakking, laat dit toe om doorheen een gehele lengterichting van het verpakkingspapier 100 in de zakvormige verpakking te kijken. In elk van de figuren 1A, 1B, IC, ID, 1E, IF, 1G, 1H is een voorstelling weergegeven van een in het verpakkingspapier 100 verpakt goed P. De zichtbaarheid van het product toont de transparantie van de transparante zone 110 en de opaciteit van de niet-transparante zone.According to the preferred embodiment of Figure 1A, the transparent zone 110 extends in a longitudinal direction Y of the cellulose layer. In figure 1A the transparent zone 110 extends from one end edge to the opposite end edge. In this way, the transparent zone 110 forms a transparent strip in the cellulose layer, when viewed in the longitudinal direction thereof. For example, when the packaging paper is used as a bag-shaped package, this allows to see through an entire longitudinal direction of the packaging paper 100 in the bag-shaped package. In each of Figures 1A, 1B, IC, ID, 1E, IF, 1G, 1H, a representation of a good P packed in the packaging paper 100 is shown. The visibility of the product shows the transparency of the transparent zone 110 and the opacity of the non-transparent zone.

In figuur 1A is de transparante zone 110 centraal aangebracht op de cellulose laag. Op deze manier bevinden zich twee niet-transparante zones 120 aan weerszijden van de transparante zone 110. De niet-transparante zones 120, ook wel opake zones 120 genoemd, kunnen een deel zijn van de cellulose laag waar geen deklaagmateriaal is aangebracht, of waar maar een kleine hoeveelheid deklaagmateriaal is aangebracht. Dergelijk onbehandeld gedeelte van de cellulose laag is niet- transparant. De niet-transparante zones hebben een hogere vochtdoorlaatbaarheid dan de transparante zone. Het wijzigen van een oppervlakteverhouding van de transparante zone met een niet-transparante zone laat bovendien toe om de vochtdoorlaatbaarheid te regelen. Dit verlaagt het risico op beschimmelen van producten die worden verpakt in het verpakkingspapier, bijvoorbeeld ten opzichte van een kunststofverpakking. Verder laat het onbehandelde gedeelte van de cellulose laag toe om een het verpakkingspapier optimaal te verlijmen met zichzelf of met een ander materiaal.In Figure 1A, the transparent zone 110 is centrally located on the cellulose layer. In this way, two non-transparent zones 120 are located on either side of the transparent zone 110. The non-transparent zones 120, also referred to as opaque zones 120, may be part of the cellulosic layer where no coating material has been applied, or where only a small amount of coating material has been applied. Such untreated portion of the cellulose layer is non-transparent. The non-transparent zones have a higher moisture permeability than the transparent zone. In addition, changing an area ratio of the transparent zone with a non-transparent zone allows to control the moisture permeability. This reduces the risk of molding of products that are packaged in the packaging paper, for example compared to plastic packaging. Furthermore, the untreated part of the cellulose layer allows optimal bonding of the packaging paper to itself or to another material.

In vergelijking met figuur 1A toont figuur 1B toont dat de transparante zone 110 ook aan een perifere rand van het verpakkingspapier 100 gepositioneerd kan zijn, bijvoorbeeld een dwarsrand van het verpakkingspapier 100.Compared to Figure 1A, Figure 1B shows that the transparent zone 110 can also be positioned at a peripheral edge of the packaging paper 100, for example a transverse edge of the packaging paper 100.

Figuur 1C toont dat de transparante zone 110 zich ook in een breedterichting X van de cellulose laag kan uitstrekken. Zo heeft is de transparante zone 110 in figuur 1C breder uitgevoerd dan de transparante zone 110 getoond in figuur 1A en 1B. Het verpakte goed P is op deze manier meer zichtbaar. De niet-transparante zone in figuur 1C heeft in dit voorbeeld een kleiner oppervlak dan de niet-transparante zone in figuur 1A en 1B. Het verpakkingspapier 100 in figuur 1C heeft op deze wijze een lagere vochtdoorlaatbaarheid dan de het verpakkingspapier 100 getoond in figuur lAenlB.Figure 1C shows that the transparent zone 110 can also extend in a width direction X of the cellulose layer. For example, the transparent zone 110 in figure 1C is wider than the transparent zone 110 shown in figures 1A and 1B. The packaged good P is more visible in this way. In this example, the non-transparent zone in Figure 1C has a smaller area than the non-transparent zone in Figures 1A and 1B. The packaging paper 100 in figure 1C thus has a lower moisture permeability than the packaging paper 100 shown in figures 1A and 1B.

In figuur 1D is een verpakkingspapier 100 met een transparante zone 110 getoond die zich van een eerste dwarsrand naar een tegenover de eerste dwarsrand liggende tweede dwarsrand uitstrekt, gezien in de breedterichting X van de cellulose laag. De transparante zone 110 in figuur 1D is, gezien in een lengterichting Y, kleiner dan de in figuren 1A, 1B en 1C getoonde transparante zone.Figure 1D shows a packaging paper 100 with a transparent zone 110 extending from a first transverse edge to a second transverse edge opposite the first transverse edge, viewed in the width direction X of the cellulose layer. Viewed in a longitudinal direction Y, the transparent zone 110 in Figure 1D is smaller than the transparent zone shown in Figures 1A, 1B and 1C.

Op deze manier vormt de transparante zone een dwarsstrook, gezien in de breedte richting van de cellulose laag. Gelijkaardig aan figuren 1A, 1B en IC zijn twee niet-transparante zones gesitueerd aan weerszijden van de transparante zone. Het zal duidelijk zijn dat de gevormde dwarsstrook ook zo gevormd kan worden om te grenzen aan een kopse rand van de cellulose laag.In this way, the transparent zone forms a transverse strip, seen in the width direction of the cellulose layer. Similar to Figures 1A, 1B and 1C, two non-transparent zones are located on either side of the transparent zone. It will be clear that the transverse strip formed can also be formed so as to adjoin an end edge of the cellulose layer.

Figuren IE, 1F en 1G tonen een verpakkingsmateriaal met meerdere transparante zones 110. Zo toont figuur 1E dat bij voorbeeld twee of meer transparante zones 110 gevormd kunnen worden als een dwarsstrook. De transparante zones 110 zijn op een onderlinge afstand van elkaar gelegen, gezien in een lengterichting van de cellulose laag. Figuur 1G toont dat bij voorbeeld twee of meer transparante zones 110 gevormd kunnen worden als een langsstrook. Ook deze transparante zones 110 zijn op een onderlinge afstand van elkaar gelegen, gezien in een lengterichting van de cellulose laag. Figuur 1F toont een voorbeeld waarin de meerdere transparante zones samenvallen. Het in de figuur 1F getoonde voorbeeld omvat een eerste transparante zone die dwarsstrook vormt en een tweede transparante zone die een langsstrook vormt. Op basis van figuur 1F zal duidelijk zijn dat de transparante zones kunnen overlappen om samen één transparante zone te vormen. Hierboven is de transparante zone als in hoofdzaak rechthoekig beschreven met in hoofdzaak rechte randen. De transparante zone kan echter ook ten minste gedeeltelijk gekromde en/of gebogen randen hebben.Figures 1E, 1F and 1G show a packaging material with several transparent zones 110. For example, figure 1E shows that two or more transparent zones 110 can be formed as a transverse strip. The transparent zones 110 are spaced apart when viewed in a longitudinal direction of the cellulose layer. Figure 1G shows that, for example, two or more transparent zones 110 can be formed as a longitudinal strip. These transparent zones 110 are also spaced apart, viewed in a longitudinal direction of the cellulose layer. Figure 1F shows an example in which the multiple transparent zones coincide. The example shown in Figure 1F comprises a first transparent zone forming a transverse strip and a second transparent zone forming a longitudinal strip. On the basis of figure 1F it will be clear that the transparent zones can overlap to form one transparent zone together. The transparent zone has been described above as substantially rectangular with substantially straight edges. However, the transparent zone may also have at least partially curved and/or bent edges.

Zo kan de transparante zone bijvoorbeeld ook een ronde vorm aannemen zoals die van een cirkel of ovaal. Verder kan de transparante zone een combinatie zijn van meerdere vormen of een vorm hebben die verschilt van een geometrische vorm, bijvoorbeeld het silhouet van een persoon. Het is duidelijk voor de vakman dat de transparante zone eender welke vorm kan aannemen en bijvoorbeeld kan worden afgestemd op basis van beeldmerken, logo’s, vormen van verpakte voorwerpen of etenswaren, etc.For example, the transparent zone can also take on a round shape such as that of a circle or oval. Furthermore, the transparent zone can be a combination of several shapes or have a shape that differs from a geometric shape, for example the silhouette of a person. It is clear to the skilled person that the transparent zone can take on any shape and can be adapted, for example, on the basis of figurative marks, logos, shapes of packaged objects or foodstuffs, etc.

Het verpakkingspapier 110 is vervaardigbaar door het verschaffen van een cellulose laag met een eerste zijde en een tweede zijde. De werkwijze voor het vervaardigen van de cellulose laag wordt uitgelegd aan de hand van figuren 2A, 2B, 2C en 2D.The packaging paper 110 is manufacturable by providing a cellulosic layer having a first side and a second side. The method for manufacturing the cellulose layer is explained with reference to figures 2A, 2B, 2C and 2D.

Figuren 2A, 2B, 2C en 2D tonen een doorsnede van een cellulose laag 130 zoals in relatie tot 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H is beschreven. De werkwijze omvat het verschaffen van een cellulose laag 130 met een eerste zijde 131 en een tweede zijde 132. Zoals getoond in figuur 2A is de cellulose laag 130 initieel niet-transparant. Een product P dat zich onder de cellulose laag 130 bevindt is aldus niet of slechts in beperkte mate zichtbaar of identificeerbaar. De cellulose laag 130 heeft bij voorkeur een soortelijk gewicht heeft dat hoger is dan 18 g/m°. De cellulose laag 130 heeft verder bij voorkeur een soortelijk gewicht dat ten hoogste 50 g/m? is, meer bij voorkeur ten hoogste 35 g/m?. Dergelijke cellulose laag is relatief licht in gewicht wat het voordeel heeft dat het verpakkingspapier eenvoudiger transporteerbaar is en goedkoper is. Bovendien is een dergelijke cellulose laag 130 eenvoudiger indringbaar door het deklaagmateriaal 140. Dergelijke celluloselaag kan met andere woorden op voordelige wijze worden verzadigd door het aangebrachte deklaagmateriaal 140. Het voordelige effect hiervan is vermoedelijk te wijten aan de lagere vezeldichtheid van de cellulose laag met een dergelijk soortelijk gewicht.Figures 2A, 2B, 2C and 2D show a cross-section of a cellulosic layer 130 as described in relation to 1A, 1B, IC, ID, IE, IF, 1G, 1H. The method includes providing a cellulosic layer 130 having a first side 131 and a second side 132. As shown in Figure 2A, the cellulosic layer 130 is initially non-transparent. A product P located under the cellulose layer 130 is thus not visible or identifiable, or only to a limited extent. The cellulose layer 130 preferably has a specific gravity greater than 18 g/m°. The cellulose layer 130 further preferably has a specific gravity of at most 50 g/m2. is, more preferably, at most 35 g/m 2 . Such a cellulose layer is relatively light in weight, which has the advantage that the packaging paper is easier to transport and cheaper. Moreover, such a cellulose layer 130 is more easily penetrated by the cover layer material 140. In other words, such a cellulose layer can be advantageously saturated by the applied cover layer material 140. The advantageous effect of this is presumably due to the lower fiber density of the cellulose layer with such a specific weight.

Het geniet de voorkeur dat een oppervlak aan ten minste de eerste zijde 131 van de cellulose laag 130 een oppervlakte-ruwheid van minder dan 220 ml/min, bij voorkeur minder dan 100 ml/min, meer bij voorkeur minder dan 80 ml/min, meest bij voorkeur minder dan 40 ml/min heeft. De oppervlakte-ruwheid wordt hier bepaald conform ISO 8791-2 en staat ook bekend als deIt is preferred that a surface on at least the first side 131 of the cellulose layer 130 has a surface roughness of less than 220 ml/min, preferably less than 100 ml/min, more preferably less than 80 ml/min, most preferably less than 40 ml/min. The surface roughness here is determined in accordance with ISO 8791-2 and is also known as the

Roughness Bendtsen. Het op deze eerste zijde aangebrachte deklaagmateriaal kan op deze manier gelijkmatiger indringen in de cellulose laag 130.Roughness Bendtsen. The coating material applied to this first side can in this way penetrate more evenly into the cellulose layer 130.

Het geniet de voorkeur dat de cellulose laag 130 een gebleekte cellulose laag is, bijvoorbeeld een wit papier. Op deze manier wordt een optimaal transparant resultaat verkregen, doch wordt opgemerkt dat een wit papier niet essentieel is. Uit testen blijkt namelijk dat nagenoeg gelijkaardige transparanties realiseerbaar zijn met een bruin papier.It is preferred that the cellulose layer 130 be a bleached cellulose layer, such as a white paper. In this way an optimal transparent result is obtained, but it is noted that a white paper is not essential. Tests have shown that almost similar transparencies can be achieved with brown paper.

De cellulose laag 130 omvat verder bij voorkeur een mengsel van langvezel en kortvezel met ten minste 40% langvezel, bij verdere voorkeur ten minste 50%, bij voorkeur ten minste 70%. Een dergelijke cellulose laag heeft het voordeel dat deze scheurresistent is. De vervolgens gerealiseerde verpakking is dus sterker, bijvoorbeeld in vergelijking met een pergamijn papier (Engels:The cellulose layer 130 further preferably comprises a mixture of long fiber and short fiber with at least 40% long fiber, further preferably at least 50%, preferably at least 70%. Such a cellulose layer has the advantage that it is tear-resistant. The subsequently realized packaging is therefore stronger, for example compared to a glassine paper (English:

Glassine). Verder heeft een dergelijke cellulose laag het voordeel dat deze op gebruikelijke wijze geproduceerd kan worden. De prijs van een cellulose laag met een dergelijke vezelsamenstelling is noemenswaardig goedkoper te produceren in vergelijking met pergamijn papier. Bovendien is de productie van een dergelijke celluloselaag eenvoudiger, sneller en duurzamer.glassine). Furthermore, such a cellulose layer has the advantage that it can be produced in the usual manner. The price of a cellulose layer with such a fiber composition is considerably cheaper to produce compared to glassine paper. Moreover, the production of such a cellulose layer is simpler, faster and more sustainable.

Zoals in figuur 2B wordt getoond, wordt ter plaatse van een zone een vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal 140 met een eerste temperatuur op de eerste zijde aangebracht. Bij voorkeur wordt het deklaagmateriaal op de eerste temperatuur gebracht net voor het aanbrengen daarvan. De eerste temperatuur is gelegen binnen een eerste temperatuursregime. De eerste temperatuur kan variëren tussen de grenzen van het eerste temperatuursregime. Het eerste temperatuursregime is bij voorkeur omvat tussen 150° en 180°C, meer bij voorkeur tussen 80° en 150°C, meest bij voorkeur tussen 100°C en 120°C. Dergelijk temperatuursregime bevordert de viscositeit van het aangebracht deklaagmateriaal 140. Het deklaagmateriaal wordt op deze manier viskeuzer waardoor het deklaagmateriaal op verbeterde wijze in de cellulose laag 130 dringt en de cellulose laag 130 op efficiënte wijze kan verzadigen. Bij een temperatuursregime tussen 100°C en 120°C wordt er een verder voordeel gerealiseerd dat het deklaagmateriaal niet kan verbranden. De viscositeit van het deklaagmateriaal 140 ligt bij voorkeur tussen 5 mPa/s en 500 mPa/s gemeten bij een temperatuur van 100 °C. Bij verdere voorkeur ligt de viscositeit van het deklaagmateriaal 140 ligt tussen 5 mPa/s en 250 mPa/s gemeten bij een temperatuur van 100 °C. Opgemerkt wordt dat de cellulose laag ook opgewarmd kan worden voordat het deklaagmateriaal wordt aangebracht. Dit laat toe dat het deklaagmateriaal verder op verbeterde wijze in de cellulose laag indringt.As shown in Figure 2B, a predetermined amount of coating material 140 having a first temperature is applied to the first side at a zone. Preferably, the coating material is brought to the first temperature just prior to application. The first temperature is within a first temperature regime. The first temperature can vary between the limits of the first temperature regime. The first temperature regime is preferably comprised between 150° and 180°C, more preferably between 80° and 150°C, most preferably between 100°C and 120°C. Such a temperature regime promotes the viscosity of the applied coating material 140. The coating material in this way becomes more viscous, whereby the coating material penetrates the cellulose layer 130 in an improved manner and can efficiently saturate the cellulose layer 130. At a temperature regime between 100°C and 120°C, a further advantage is realized that the coating material cannot burn. The viscosity of the coating material 140 is preferably between 5 mPa/s and 500 mPa/s measured at a temperature of 100°C. More preferably, the viscosity of the coating material 140 is between 5 mPa/s and 250 mPa/s measured at a temperature of 100°C. It is noted that the cellulose layer can also be heated before the coating material is applied. This allows the coating material to penetrate further into the cellulose layer in an improved manner.

Het indringen van het deklaagmateriaal 140 wordt geïllustreerd aan de hand van de in de cellulose laag 130 weergegeven cirkels. Het deklaagmateriaal 140 dringt door tussen de vezels van de cellulose laag, bij voorkeur tot (na)bij de tweede zijde 132. Op deze wijze wordt een nagenoeg ononderbroken stroom deklaagmateriaal doorheen de cellulose laag 130 gevormd. Om een transparantie nagenoeg te garanderen geniet het de voorkeur om de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal groot genoeg te kiezen. Zo is de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal bij voorkeur ten minste 1 g/m? , meer bij voorkeur een hoeveelheid die overeenkomt met een oppervlaktedichtheid van tussen 2,5 tot 6 g/m2. Op deze manier satureert het deklaagmateriaal de cellulose laag en wordt een gewenste transparantie nagenoeg gegarandeerd. Bij verdere voorkeur is de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal maximaal 12 g/m?. Opgemerkt wordt dat de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal gekozen kan worden, rekening houdend met het type van de cellulose laag. Bijvoorbeeld kan er bij een gebleekte cellulose laag, ook wel wit papier genoemd, 6 tot 8 g/m? deklaagmateriaal aangebracht worden, of, volgens een verder voorbeeld kan er bij een bruin papier 8 tot 10 g/m? worden aangebracht. Dergelijk gekozen vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal verzadigt de cellulose laag. Verder wordt opgemerkt dat de transparantie nog verder verbetert wanneer het deklaagmateriaal zowel op de eerste als op de tweede zijde worden aangebracht. De hoeveelheid deklaagmateriaal kan voor de eerste zijde en de tweede zijde verschillend zijn, doch geniet het de voorkeur dat de gezamenlijke oppervlaktedichtheid van het deklaagmateriaal op de eerste en de tweede zijde overeenkomstig is met de hier bovengenoemde waarden. Door het deklaagmateriaal aan beide zijden aan te brengen wordt nagenoeg met zekerheid gegarandeerd dat deklaagmateriaal door de celluloselaag dringt en het deklaagmateriaal de celluloselaag satureert. De uitvinders ondervonden verrassend dat bij het aanbrengen van deklaagmateriaal aan beide zijden van de celluloselaag de transparantie verder wordt verbeterd.The penetration of the coating material 140 is illustrated by the circles shown in the cellulose layer 130. The coating material 140 penetrates between the fibers of the cellulose layer, preferably to (near) the second side 132. In this way, a substantially continuous flow of coating material through the cellulose layer 130 is formed. In order to virtually guarantee a transparency, it is preferable to choose a sufficiently large amount of the predetermined coating material. For example, the predetermined amount of coating material is preferably at least 1 g/m? , more preferably an amount corresponding to an areal density of between 2.5 and 6 g/m2. In this way, the coating material saturates the cellulose layer and a desired transparency is virtually guaranteed. More preferably, the predetermined amount of coating material is a maximum of 12 g/m 2 . It is noted that the predetermined amount of coating material can be selected taking into account the type of the cellulose layer. For example, a bleached cellulose layer, also called white paper, can contain 6 to 8 g/m? top layer material can be applied, or, according to a further example, with a brown paper, 8 to 10 g/m? to be applied. Such selected predetermined amount of coating material saturates the cellulose layer. It is further noted that the transparency improves even further when the coating material is applied to both the first and second sides. The amount of cover layer material can be different for the first side and the second side, but it is preferred that the combined areal density of the cover layer material on the first and the second side corresponds to the values mentioned above. By applying the coating material on both sides, it is virtually guaranteed that coating material penetrates the cellulose layer and that the coating material saturates the cellulose layer. The inventors surprisingly found that when coating material is applied to both sides of the cellulose layer, the transparency is further improved.

Figuur 2C toont dat het deklaagmateriaal 140 doorheen de cellulose laag 130 is gedrongen. Het zal duidelijk zijn dat een gedeelte van het deklaagmateriaal 140 uit de cellulose laag 130 kan steken.Figure 2C shows that the coating material 140 has penetrated the cellulosic layer 130 . It will be appreciated that a portion of the cover material 140 may protrude from the cellulosic layer 130 .

Met andere woorden, er kan nog een hoeveelheid deklaagmateriaal 140 aanwezig zijn op het oppervlak van de celluloselaag 130. Zeker is voordelige omstandigheden waarbij de celluloselaag volledig wordt verzadigd door het deklaagmateriaal 140, is het mogelijk dat er een residu of overschot aan deklaagmateriaal 140 op het celluloselaagoppervlak achterblijft. Vervolgens wordt de aangebrachte vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal bij een tweede temperatuur geleidelijk verhardt. De tweede temperatuur is gelegen in een tweede temperatuursregime. De tweede temperatuur kan variëren tussen de grenzen van het tweede temperatuursregime. Door het geleidelijk verharden wordt de zone waarin het deklaagmateriaal is ingedrongen, transparant en vormt deze aldus de transparante zone 110. Het geleidelijk verharden van het deklaagmateriaal laat toe dat het olieachtige materiaal verhardt en aldus een voor licht transparant pad vormt doorheen de cellulose laag 130 zoals in figuur 2D is getoond. Opgemerkt wordt dat het geleidelijk verharden beduidend verschillend is van bestaande productieprocessen waar een deklaagmateriaal onmiddellijk wordt afgekoeld met een koelrol, typisch aan hele lage temperatuur, zo’n 5°C, om het deklaagmateriaal op de cellulose laag te verharden. Het deklaagmateriaal heeft in bekende processen ook niet de tijd om in de cellulose laag te dringen en verhardt door de plotse temperatuurdaling in een structuur met een opaak resultaat ten gevolge. Het eerste en tweede temperatuursregime liggen boven een smeltpunt van het deklaagmateriaal. Wanneer het smeltpunt van het deklaagmateriaal, bijvoorbeeld 50°C is, zoals bij paraffine het geval is, wordt het geleidelijk verharden uitgevoerd bij 50°C of daarboven. Het geleidelijk verharden wordt bij voorkeur uitgevoerd in het tweede temperatuursregime dat gelegen is tussen 30°C en 120°C, bij voorkeur tussen 40°C en 110°C, meer bij voorkeur tussen 50°C en 100°C. Het is duidelijk voor de vakman dat verdere specifieke voorkeursgrenzen van het tweede temperatuursregime afhankelijk zijn van het gebruikte deklaagmateriaal. Het geleidelijk verharden kan ook het verwarmen omvatten van de cellulose laag met aangebracht deklaagmateriaal. Zo kan het deklaagmateriaal initieel reeds verhard zijn, voordat het deklaagmateriaal en de celluloselaag aan het tweede temperatuursregime worden blootgesteld, bijvoorbeeld met een warme-luchtblaasinrichting zoals verder zal worden toegelicht. Verder bij voorkeur wordt de cellulose laag met de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal gedurende een periode van ten minste 0,1 seconde, bij voorkeur tussen 0,5 tot 5 seconden, bij voorkeur ten minste 7 seconden blootgesteld aan het tweede temperatuursregime. Er wordt vermoed dat op deze manier het deklaagmateriaal in een hoofdzakelijk glasachtige structuur verhardt. Experimenten hebben aangetoond dat de transparantie op deze wijze wordt verbeterd.In other words, there may still be some amount of coating material 140 on the surface of the cellulosic layer 130. Certainly under favorable conditions where the cellulosic layer is completely saturated by the coating material 140, it is possible that there may be a residue or excess of coating material 140 on the surface. cellulose layer surface remains. Subsequently, the applied predetermined amount of coating material is gradually cured at a second temperature. The second temperature is located in a second temperature regime. The second temperature can vary between the limits of the second temperature regime. Gradual hardening makes the zone into which the coating material has penetrated transparent and thus forms the transparent zone 110. The gradual hardening of the coating material allows the oily material to harden and thus form a light transparent path through the cellulose layer 130 as shown in FIG. is shown in Figure 2D. It should be noted that the gradual hardening is significantly different from existing production processes where a coating material is immediately cooled with a chill roller, typically at a very low temperature, around 5°C, to harden the coating material on the cellulose layer. In known processes, the coating material also does not have time to penetrate the cellulose layer and hardens due to the sudden drop in temperature into a structure with an opaque result as a result. The first and second temperature regimes are above a melting point of the coating material. When the melting point of the coating material is, for example, 50°C, as is the case with paraffin, the gradual hardening is carried out at 50°C or above. The gradual hardening is preferably carried out in the second temperature regime which is between 30°C and 120°C, preferably between 40°C and 110°C, more preferably between 50°C and 100°C. It is clear to those skilled in the art that further specific preferred limits of the second temperature regime depend on the coating material used. Gradual curing may also include heating the cellulose layer with applied coating material. For instance, the cover layer material may already have hardened initially before the cover layer material and the cellulose layer are exposed to the second temperature regime, for instance with a warm air blowing device, as will be further explained. Further preferably, the cellulose layer with the predetermined amount of coating material is exposed to the second temperature regime for a period of at least 0.1 second, preferably between 0.5 to 5 seconds, preferably at least 7 seconds. It is suspected that in this way the coating material hardens into a mainly glassy structure. Experiments have shown that transparency is improved in this way.

Het geleidelijk aan verharden kan op verschillende manieren worden uitgevoerd bij voorbeeld met behulp van een verwarmingsinrichting 150 die de cellulose laag verwarmt bij het bovengenoemde tweede temperatuursregime. Alternatief of bijkomstig kan het tweede temperatuursregime voorzien worden door restwarmte verkregen door het aanbrengen van de vooraf bepaalde hoeveelheid deklaagmateriaal. De verwarmingsinrichting 150 kan een warme-luchtinrichting zijn die lucht op een temperatuur in het tweede temperatuursregime op de celluloselaag met aangebracht deklaagmateriaal blaast. De verwarmde lucht warmt het deklaagmateriaal opnieuw op zodat het deklaagmateriaal zich verder doorheen de celluloselaag kan verspreiden om de celluloselaag te verzadigen. Dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm is eenvoudig realiseerbaar. De verwarmingsinrichting 150 kan op een afstand van het aanbrengen van het deklaagmateriaal worden voorzien, bijvoorbeeld zo’n 0,1 à 7 meter. Dit laat toe dat het deklaagmateriaal zich ten minste gedeeltelijk voor korte tijd verhard om vervolgens opnieuw te smelten. Verrassend heeft men gevonden dat op deze wijze de finale transparantie van de transparante zone verder wordt verbeterd. Alternatief of in combinatie kunnen ook één of meerdere verwarmingsrollen zijn voorzien die de celluloselaag met het deklaagmateriaal opwarmen ten einde het tweede temperatuursregime te bereiken. Optioneel kan, zoals hierboven beschreven de celluloselaag zowel alvorens het aanbrengen van het deklaagmateriaal als na het aanbrengen van het deklaagmateriaal worden opgewarmd. Uit tests is verder verrassend gebleken dat het deklaagmateriaal ook geleidelijk verhardt wanneer een koelwals wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld door te verhinderen dat koelvloeistof door de koelwals stroomt of door de koelwals te verwijderen. Dergelijke koelwals bevindt zich in bekende inrichtingen stroomafwaarts van een locatie waar het deklaagmateriaal wordt aangebracht, typisch in de directe nabijheid daarvan zodat deklaagmateriaal onmiddellijk wordt verhard, met het hierboven genoemde opake uitzicht ten gevolge. Door het uitschakelen van de koelwals wordt het geleidelijk verharden op uiterst eenvoudige wijze gerealiseerd. De transparantie van de transparante zone wordt verder verbeterd wanneer in een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm het deklaagmateriaal aan beide zijden van de celluloselaag is aangebracht.The gradual hardening can be carried out in various ways, for example with the aid of a heating device 150 which heats the cellulose layer at the above-mentioned second temperature regime. Alternatively or additionally, the second temperature regime may be provided by residual heat obtained by applying the predetermined amount of coating material. The heating device 150 may be a warm air device that blows air at a temperature in the second temperature regime onto the cellulose layer with applied coating material. The heated air reheats the coating material so that the coating material can spread further through the cellulose layer to saturate the cellulose layer. Such a preferred embodiment is easy to realize. The heating device 150 can be provided at a distance from the application of the coating material, for example about 0.1 to 7 metres. This allows the coating material to at least partially harden for a short time and then melt again. Surprisingly, it has been found that in this way the final transparency of the transparent zone is further improved. Alternatively or in combination, one or more heating rollers can also be provided which heat up the cellulose layer with the coating material in order to reach the second temperature regime. Optionally, as described above, the cellulose layer can be heated both before applying the coating material and after applying the coating material. Surprisingly, tests have also shown that the coating material also gradually hardens when a chill roll is switched off, for example by preventing coolant from flowing through the chill roll or by removing the chill roll. Such a cooling roller is located in known installations downstream of a location where the coating material is applied, typically in the immediate vicinity thereof, so that coating material is immediately hardened, resulting in the opaque appearance mentioned above. By switching off the cooling roller, the gradual hardening is achieved in an extremely simple manner. The transparency of the transparent zone is further improved when, in such a preferred embodiment, the coating material is applied to both sides of the cellulose layer.

Het verpakkingspapier 100 met de transparante zone is uiterst voordelig als een cellulose verpakkingsmateriaal voor voedingsmiddelen, zoals brood, deegwaar, groenten, fruit, kaas, of vlees, of niet-voedingsmiddelen. Het verpakkingspapier 100 kan bijvoorbeeld worden verwerkt of gevormd tot een cellulose zak. Het verpakkingspapier kan ook als papiervel fungeren, bijvoorbeeld bij een slagerij, of kan op een rol worden aangeleverd. Het verpakkingspapier met de transparante zone laat verder toe dat het verpakkingspapier eenvoudig te verlijmen is om bij voorbeeld een op zichzelf gesloten zak te vormen. Nog een verder voordeel is dat het verpakkingspapier in vergelijking met pergamijn noemenswaardig goedkoper is. Dit voordeel is gebaseerd op het inzicht dat pergamijn vervaardigd wordt met behulp van een supercalander. Dergelijk productieproces vergt veel energie wat de kost van pergamijn noemenswaardig opdrijft in vergelijk met het verpakkingspapier 100. Bovendien is pergamijn broos omdat de vezels uiterst fijn gemalen zijn.The packaging paper 100 with the transparent zone is extremely advantageous as a cellulosic packaging material for food, such as bread, pasta, vegetables, fruit, cheese, or meat, or non-food. For example, the packaging paper 100 can be processed or formed into a cellulosic bag. The packaging paper can also function as a paper sheet, for example at a butcher's shop, or can be supplied on a roll. The packaging paper with the transparent zone furthermore allows the packaging paper to be easily glued in order to form, for example, a bag closed on itself. A further advantage is that the packaging paper is considerably cheaper compared to glassine. This advantage is based on the insight that glassine is manufactured using a supercalander. Such a production process requires a lot of energy, which significantly increases the cost of glassine compared to packaging paper 100. Moreover, glassine is brittle because the fibers are extremely finely ground.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.Based on the above description, those skilled in the art will understand that the invention can be practiced in various ways and on the basis of various principles. The invention is not limited to the embodiments described above. The embodiments described above, as well as the figures, are merely illustrative and serve only to enhance the understanding of the invention. The invention will therefore not be limited to the embodiments described herein, but is defined in the claims.

Claims

Conclusions

A packaging paper (100) having a transparent zone (110), the packaging paper (100) and the transparent zone (110) being made of one cellulosic layer, and the transparent zone (110) comprising a coating material applied to the packaging paper (100). wherein the coating material comprises an oily compound, such as a paraffin or vegetable oil.

The packaging paper (100) according to the preceding claim, wherein the transparent zone (110) extends at least partially in a longitudinal direction (Y) of the cellulose layer.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the transparent zone (110) extends at least partially in a width direction (X) of the cellulose layer.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the transparent zone (110) extends in a stripe shape over the cellulose layer.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the transparent zone (110) has an opacity, according to ISO 2471, between 1 and 35%, more preferably between 3 and 25%, most preferably between 5% and 15%.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the applied coating material has an areal density of at least 1 g/m 2 , preferably an areal density of between 2.5 and 6 g/m 2 .

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the cellulose layer has an areal density higher than 18 g/m 2 , preferably the cellulose layer has an areal density not exceeding 50 g/m 2 . is, more preferably, at most 35 g/m 2 .

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein a surface on at least a first side of the cellulose layer has a surface roughness of less than 220 ml/min, preferably less than 100 ml/min, more preferably less than 80 ml/min, and most preferably less than 40 ml/min.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the coating material substantially completely covers the transparent zone (110).

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the cellulose layer is a bleached cellulose layer.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the cellulose layer comprises a blend of long fiber and short fiber with at least 40% long fiber, preferably at least 50%, more preferably at least 70%.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims, wherein the coating material in the transparent zone (110) is applied to the packaging paper (100) at a first temperature within a first temperature regime, and gradually hardened at a second temperature within a second temperature regime such that the transparent zone (110) is formed.

The packaging paper (100) according to the preceding claim, wherein the coating material is in the transparent zone (110) for a period of at least 0.1 second, preferably between 0.5 to 7 seconds, more preferably at least 7 seconds is exposed to the second temperature.

The packaging paper (100) according to any of the preceding claims 12-13, wherein the second temperature regime is comprised between 30°C and 120°C, preferably between 40°C and 110°C, more preferably between 50°C and 100°C.

The packaging paper (100) according to any one of the preceding claims 12-14, wherein the second temperature regime is foreseeable by residual heat obtained by applying the coating material.

The packaging paper (100) according to any one of claims 12-15, wherein the first temperature regime is comprised between 150° and 180°C, preferably between 80° and 150°C, more preferably between 100°C and 120°C C.

A cellulosic package comprising a wrapping paper (100) according to any preceding claim.

The cellulose package according to the preceding claim, wherein the transparent zone forms a window in the cellulose package.

A method of manufacturing a packaging paper (100) having a transparent zone (110), the method comprising: - providing a cellulose layer having a first side and a second side; - applying at a zone a predetermined amount of coating material at a first temperature which is within a first temperature regime, the coating material comprising an oily compound, such as a paraffin or vegetable oil; - gradually hardening the applied predetermined amount of coating material at a second temperature which is in a second temperature regime to form the transparent zone (110).

The method according to the preceding claim, wherein the second temperature regime comprises between 30°C and 120°C, preferably between 40°C and 110°C, more preferably between 50°C and 100°C.

The method according to any one of claims 19-20, wherein applying the predetermined amount of coating material comprises the following steps: - providing a moving endless surface; - incorporating the predetermined amount of coating material with the moving endless surface - bringing the moving endless surface into contact with the first side of the cellulosic layer.

The method according to any of the preceding claims 19-21, wherein the second temperature regime is foreseeable by residual heat obtained by applying the predetermined amount of coating material.

The method according to any one of claims 19-22, wherein the first temperature regime comprises between 70° and 180°C, preferably between 80° and 150°C, more preferably between 100°C and 120°C.

The method according to any one of claims 19-23, wherein the transparent zone (110) is provided at least partially extended over the cellulosic layer as viewed in a longitudinal direction (Y) thereof.

The method according to any one of claims 19-24, wherein the transparent zone (110) is provided at least partially extended over the cellulose layer as viewed in a width direction (X) thereof.

The method of any of claims 19-25, wherein the transparent zone (110) is strip-shaped.

The method according to any one of claims 19-26, wherein an opacity of the transparent zone (110), according to ISO 2471, is between 1 and 35%, preferably between 3 and 25%, more preferably between 5% and 15%.

The method according to any one of claims 19-27, wherein the predetermined amount of coating material is at least 1 g/m? is, preferably, an areal density of between 2.5 and 6 g/m 2 .

The method according to any one of claims 19-28, wherein the cellulose layer is coated with the predetermined amount of coating material for a period of at least 0.1 second, preferably between 0.5 to 7 seconds, preferably at least 7 seconds. exposed to the second temperature regime.

30. The method according to any one of the preceding claims 19-29, wherein the cellulose layer has a specific gravity that is higher than 18 g/mP, preferably the cellulose layer has a specific gravity that is at most 50 g/m2. is, more preferably, at most 35 g/m 2 .

The method according to any one of claims 19-30, wherein a surface on at least the first side of the cellulose layer has a surface roughness of less than 220 ml/min, preferably less than 100 ml/min, more preferably less than 80 ml/min, most preferably less than 40 ml/min.

The method of any one of claims 19 to 31, wherein the coating material substantially completely covers the transparent zone (110).

The method according to any one of claims 19-32, wherein the cellulose layer is a bleached cellulose layer.

The method according to any one of the preceding claims 19-33, wherein the cellulose layer comprises a mixture of long fiber and short fiber with at least 40% long fiber, preferably at least 50%, more preferably at least 70%.