BE1024931B1 - Overdraagbaar configuratiepakket voor programmeerbaar elektrisch systeem - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw dat adresseerbare elementen (111,112) omvat. De verwerkingseenheid (100) omvat een opslagmedium (2) voor het opslaan van meerdere gegevenspakketten, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat. De verwerkingseenheid omvat een interactie-interface (7) om een gebruiker in staat te stellen één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren en voor het configureren van een instantie van het geselecteerd gegevenspakket, door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket, die worden gedefinieerd door het beschrijvende deel van het gegevenspakket. De verwerkingseenheid omvat ook en besturingsprogramma (5) voor het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen (111,112) van het programmeerbare elektrische systeem (99). Het besturingsprogramma (5) wordt geconfigureerd door de interactie-interface (7). Tijdens de werking van het elektrische systeem (99), wordt het algoritmische deel uitgevoerd door de verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door het besturingsprogramma (5). De verwerkingseenheid omvat ook een invoerinterface (6) voor het ontvangen van een geïsoleerd gegevenspakket vanuit een externe bron en voor het importeren van het geïsoleerde gegevenspakket in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium.

Description

(73) Houder(s) :

NIKO naamloze vennootschap 9100, SINT-NIKLAAS België (72) Uitvinder(s) :

VELDEMAN Pol

9140TEMSE

België

VAN OVERLOOP Isabelle 9032 WONDELGEM België

ZWANCKAERT Stijn 9770 KRUISHOUTEM België (54) OVERDRAAGBAAR CONFIGURATIEPAKKET VOOR PROGRAMMEERBAAR ELEKTRISCH SYSTEEM (57) De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw dat adresseerbare elementen (111,112) omvat. De verwerkingseenheid (100) omvat een opslagmedium (2) voor het opslaan van meerdere gegevenspakketten, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat.

De verwerkingseenheid omvat een interactieinterface (7) om een gebruiker in Staat te stellen één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren en voor het configureren van een instantie van het geselecteerd gegevenspakket, door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket, die worden gedefinieerd door het beschrijvende deel van het gegevenspakket. De verwerkingseenheid omvat ook en besturingsprogramma (5) voor het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen (111,112) van het programmeerbare elektrische systeem (99). Het besturingsprogramma (5) wordt geconfigureerd door de interactie-interface (7). Tijdens de werking van het elektrische systeem (99), wordt het algoritmische deel uitgevoerd door de verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door het besturingsprogramma (5). De verwerkingseenheid omvat ook een invoerinterface (6) voor het ontvangen van een geïsoleerd gegevenspakket vanuit een externe bron en voor het importeren van het geïsoleerde gegevenspakket in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium.

130

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024931 Nummer van indiening: BE2017/5039

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: H04L 12/28 G05B 15/02 Datum van verlening: 27/08/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 24/01/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

NIKO naamloze vennootschap, Industriepark West 40, 9100 SINT-NIKLAAS België;

vertegenwoordigd door

HERTOGHE Kris, Hundeigemsesteenweg 1116, 9820, MERELBEKE;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: OVERDRAAGBAAR CONFIGURATIEPAKKET VOOR PROGRAMMEERBAAR ELEKTRISCH SYSTEEM.

UITVINDER(S):

VELDEMAN Pol, Frans Smetstraat 66, 9140, TEMSE;

VAN OVERLOOP Isabelle, Evergemsesteenweg 92, 9032, WONDELGEM;

ZWANCKAERT Stijn, Deinsesteenweg 73, 9770, KRUISHOUTEM;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 27/08/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5039

Overdraagbaar configuratiepakket voor een programmeerbaar elektrisch systeem

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van geautomatiseerde elektrische Systemen voor gebouwen. Meer in het bijzonder heeft het betrekking op een verwerkingseenheid voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw, een programmeerbaar elektrisch systeem omvattende een dergelijke verwerkingseenheid, een gegevensdrager omvattende een gegevenspakket, een transmissie van een gegevenspakket, een werkwijze voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem in een gebouw en een gerelateerd computerprogrammaproduct.

Achtergrond van de uitvinding

In de techniek is het bekend om softwaregestuurde automatiseringssystemen te gebruiken in gebouwen. De Europese octrooiaanvrage EP 2 482 152 beschrijft bijvoorbeeld een werkwijze waarmee een installateur de werking van een dergelijk automatiseringssysteem kan programmeren. Volgens deze werkwijze kunnen de acties worden gedefinieerd om het gedrag van bestuurbare elementen van het automatiseringssysteem te koppelen aan vooraf bepaalde triggers of invoeren die worden geassocieerd met elementen van het automatiseringssysteem. In een softwaresysteem kan bijvoorbeeld een indeling van het gebouw worden ingevoerd, evenals verschillende invoer- en uitvoereenheden en geprogrammeerde acties daarvan.

Door het gebruik van deze software-interface, hebben installateurs mogelijk meer motivatie om te experimenteren met een breed scala aan beschikbare functies. Niettemin kan het gebeuren dat verschillende intrinsieke functies van de software zelden worden gebruikt, bijvoorbeeld door een gebrek aan bekendheid van de installateur met de minder gebruikt opties en/of vanwege complexe combinaties van elementen van het automatiseringssysteem en de bijbehorende acties die nodig zijn om een specifieke functie uit te voeren, bijvoorbeeld omdat deze invoereenheden,

BE2017/5039 uitvoereenheden en geprogrammeerde acties allemaal afzonderlijk moet worden gedefinieerd of toegevoegd.

EP 2 482 150 beschrijft een inrichting voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem in een gebouw. Dit elektrische systeem omvat ten minste één uitvoereenheid en ten minste één invoereenheid, en een opslagmiddel dat een bibliotheek van vooraf gedefinieerde acties omvat. Elke actie definieert een gedrag van één of meer uitvoereenheden als een functie van een status van één of meer invoereenheden. Voor elke actie, worden een bijbehorende beschrijving en de één of meer uitvoereenheden en één of meer invoereenheden die daarmee zijn geassocieerd opgeslagen. Bovendien is er een interactiemiddel geplaatst om aan een gebruiker een overzicht te communiceren van ten minste een deel van de acties, om een gebruiker ten minste één van de betreffende acties te laten selecteren, en om na het selecteren van een bepaalde actie door de gebruiker, de beschrijving daarvan naar een gebruiker te communiceren.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om in goede en efficiente middelen en werkwijzen te voorzien waarmee een gebruiker een geautomatiseerd elektrisch systeem van een gebouw kan configureren en/of herconfigureren.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat er eenvoudig gebruiksscenario's in een elektrisch systeem kunnen worden geconfigureerd, zelfs wanneer deze gebruiksscenario's verschillende types adresseerbare elementen in het geautomatiseerde elektrische systeem, meerdere onderling gerelateerde acties, virtuele invoeren en/of virtuele uitvoeren vereisen.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat er in een gemakkelijke en sneiie interface kan worden voorzien om een installateur de mogelijkheid te bieden om een geautomatiseerd elektrisch systeem van een gebouw te configureren.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geautomatiseerd elektrisch systeem gemakkelijk door een installateur, of zelfs

BE2017/5039 door een eindgebruiker, kan worden bijgewerkt, afgestemd en/of veranderd, bijv. na instaIlatie van het systeem.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geautomatiseerd elektrisch systeem gemakkelijk kan worden aangestuurd door een invoertrigger te versturen naar een complex gebruiksscenario, bijvoorbeeld waarin het resulterende gedrag van het geautomatiseerde elektrische systeem afhankelijk is van interne variabele toestanden en/of niet-lineaire en/of nietBooleaanse verwerking van de betreffende invoertoestanden omvat.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geautomatiseerd elektrisch systeem gemakkelijk kan worden aangestuurd, bijvoorbeeld door via een gebruikersinterface een invoertrigger te versturen naar een gebruiksscenario, zoals een webinterface, een spéciale applicatie voor een mobiele telefoon of tabletinrichting en/of een applicatiespecifieke interface, zoals een speciaal aanraakscherm.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat in een bibliotheek van gebruiksscenario's wordt voorzien die gemakkelijk kan worden uitgebreid met nieuwe gebruiksscenario's en/of waarin gebruiksscenario's gemakkelijk kunnen worden bijgewerkt, bijvoorbeeld zonder dat een update nodig is van de software voor het weergeven van een interactie-interface, die deze bibliotheek gebruikt.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat er in flexibiliteit wordt voorzien bij het ontwikkelen van zulke gebruiksscenario's, bijvoorbeeld door snelle ontwikkelingsiteraties mogelijk te maken die stapsgewijs kunnen worden getest en/of ingezet op live Systemen.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat in compartimentering is voorzien tussen de ontwikkeling van de basissoftware voor het weergeven van een gebruikersinterface en/of voor het aansturen van een geautomatiseerd elektrisch systeem en de ontwikkeling van gebruiksscenario's die worden gedefinieerd door onderling gerelateerde acties met componenten van dit geautomatiseerde elektrische systeem. Het is een verder voordeel dat er

BE2017/5039 gebruiksscenario's ontwikkeld kunnen worden, bijvoorbeeld door installateurs, veldtesters, medewerkers van de klantenservice of hobby-ontwikkelaars, zonder dat de integriteit van de basissoftware van de gebruikersinterface en/of de basisbesturingssoftware van dit elektrische systeem wordt aangetast.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat gebruiksscenario's opnieuw kunnen worden gebruikt in andere geautomatiseerde elektrische Systemen, zodat ze bijvoorbeeld kunnen worden gedeeld tussen installateurs en/of eindgebruikers.

Het bovenstaande doel wordt bereikt door een werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verwerkingseenheid voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw, waarbij het elektrische systeem meerdere adresseerbare elementen omvat. De verwerkingseenheid omvat een opslagmedium voor het opslaan van meerdere gegevenspakketten, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat. De verwerkingseenheid omvat eveneens een interactie-interface om een gebruiker in Staat te stellen één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren en voor het configureren van een instantie van het geselecteerde gegevenspakket, door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket. De verwerkingseenheid omvat een besturingsprogramma voor het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen van het programmeerbare elektrische systeem. Het besturingsprogramma wordt geconfigureerd door de interactie-interface. Tijdens de werking van het elektrische systeem, wordt het algoritmische deel uitgevoerd door de verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door het besturingsprogramma. De verwerkingseenheid omvat ook een invoerinterface voor het ontvangen van een geïsoleerd gegevenspakket vanuit een externe bron en voor het importeren van het geïsoleerde gegevenspakket in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium. Bovendien definieert het beschrijvende

BE2017/5039 deel de keuzes en/of opties met betrekking tot het gegevenspakket dat kan worden geconfigureerd door de interactie-interface.

In een verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de invoerinterface worden aangepast voor het ontvangen van het gei'soleerde gegevenspakket in een vorm die ook geschikt is voor import door een andere verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, waarbij de andere verwerkingseenheid voor het aansturen van een ander programmeerbaar elektrisch systeem is, dat andere meerdere adresseerbare elementen omvat.

In een verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het beschrijvende deel gegevens omvatten om te beschrijven hoe de gebruiker met behulp van de interactie-interface met het gegevenspakket kan communiceren.

In een verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het beschrijvende deel een definitie omvatten van ten minste één parameter die wordt gebruikt door het algoritmische deel. De interactie-interface kan worden aangepast om de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te Ieggen voor het configureren van de ten minste één parameter.

In een verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het beschrijvende deel een beschrijving van het gegevenspakket omvatten en kan de interactie-interface worden aangepast om de beschrijving van het gegevenspakket aan de gebruiker te communiceren.

In een verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het beschrijvende een definitie omvatten van ten minste één interne variabele die wordt gebruikt door het algoritmische deel.

In een verwerkingseenheid voigens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het gegevenspakket betrekking hebben op een gebruiksscenario en/of een actie, waarin het algoritmische deel een uitvoerbare code kan omvatten voor het implementeren van ten minste één actie die gedrag definieert dat meerdere types elementen koppelt die door het beschrijvende deel worden gedefinieerd.

BE2017/5039

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen de meerdere types elementen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element van het programmeerbare elektrische systeem omvatten dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt. De meerdere types kunnen bijvoorbeeld een type adresseerbaar element omvatten van het programmeerbare elektrische systeem dat in Staat is te fungeren als een invoerknooppunt en/of tenminste een virtueel invoerknooppunt. De meerdere types kunnen ook een type adresseerbaar element omvatten van het programmeerbare elektrische systeem dat in Staat is te fungeren als een uitvoerknooppunt en/of tenminste een virtueel uitvoerknooppunt.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het algoritmische deel een gedrag definieren van ten minste één element dat fungeert als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één element dat fungeert als invoerknooppunt.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de interactie-interface worden aangepast voor het presenteren van een weergave van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem aan de gebruiker.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de interactie-interface worden aangepast om de gebruiker in Staat te stellen om elementen te selecteren in de weergave van de indeling die overeenkome met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gegevenspakket.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het besturingsprogramma worden aangepast om in een toestand te voorzien die overeenkomt met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie van een gegevenspakket als invoer voor een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van hetzelfde of een ander gegevenspakket.

BE2017/5039

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het beschrijvende deel worden opgemaakt in een opmaaktaal die leesbaar is door zowel mensen als machines, bijvoorbeeld als door machine verwerkbare gegevens.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het algoritmische deel worden opgemaakt in een scripttaal die zowel leesbaar is door mensen als interpreteerbaar is door machines, bijvoorbeeld als door machine interpreteerbare en door machine uitvoerbare code.

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen ook betrekking hebben op een programmeerbaar elektrisch systeem omvattende meerdere adresseerbare elementen en een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding voor het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem.

In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een gegevensdrager omvattende een gegevenspakket dat daarop wordt opgeslagen, waarbij de gegevensdrager is aangepast voor interactie met een invoerinterface van een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, en waarbij het gegevenspakket is aangepast om als een gei'soleerd gegevenspakket te worden ontvangen door de invoerinterface en om door de invoerinterface te worden geïmporteerd in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium van de verwerkingseenheid.

In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een gegevenstransmissie omvattende een gegevenspakket, waarbij de gegevenstransmissie is aangepast voor interactie met een invoerinterface van een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, en waarbij het gegevenspakket is aangepast om als een gei'soleerd gegevenspakket te worden ontvangen door de invoerinterface en om door de invoerinterface te worden geïmporteerd in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium van de verwerkingseenheid.

BE2017/5039

In een vierde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw, waarbij het elektrische systeem meerdere adresseerbare elementen omvat. De werkwijze omvat het opslaan van meerdere gegevenspakketten op een opslagmedium, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat. De werkwijze omvat het importeren van een geïsoleerd gegevenspakket, wanneer deze door een invoerinterface van een externe bron wordt ontvangen, naar de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium. De werkwijze omvat het in Staat stellen van een gebruiker om één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren, en het configureren van een instantie van het geselecteerde gegevenspakket door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket. De werkwijze omvat verder het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen van het programmeerbare elektrische systeem door een besturingsprogramma dat wordt geconfigureerd door de interactie-interface, waarbij tijdens de werking van het elektrische systeem, het algoritmische deel wordt uitgevoerd door een verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door het besturingsprogramma. Bovendien definieert en/of specificeert het beschrijvende deel de keuzes en/of opties met betrekking tot het gegevenspakket dat kan worden geconfigureerd door de interactie-interface.

In een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan ten minste één, bijvoorbeeld elk, van de meerdere gegevenspakketten betrekking hebben op een gebruiksscenario en/of een actie, waarin het algoritmische deel een uitvoerbare code kan omvatten voor het implementeren van ten minste één actie die een gedrag definieert dat meerdere types elementen koppelt die door het beschrijvende deel wordt gedefinieerd.

In een vijfde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een computerprogrammaproduct dat is aangepast voor het uitvoeren van de stappen van een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van het vijfde aspect van de onderhavige uitvinding, wanneer het computerprogrammaproduct op een computer wordt uitgevoerd.

BE2017/5039

Bepaalde en voorkeursaspecten van de uitvinding worden uiteengezet in de bijgaande onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en voor zover van toepassing met kenmerken van andere onafhankelijke conclusies.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden uit en toegelicht worden met verwijzing naar de uitvoeringsvorm(en) die hierna worden beschreven.

Korte beschrijving van de tekeningen

FIG. 1 illustreert een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

FIG. 2 illustreert schematisch een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

FIG. 3 illustreert een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

FIG. 4 toont een lijst die wordt gepresenteerd in de vorm van een boom met een geëxpandeerd knooppunt in een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

FIG. 5 toont een ander geëxpandeerd knooppunt in een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

FIG. 6 toont een weergave van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem in een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

FIG. 7 illustreert een toestand die correspondeert met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste gebruiksscenario dat als een invoer wordt voorzien aan een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van een gebruiksscenario, volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

BE2017/5039

De tekeningen zijn uitsluitend schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan de afmeting van sommige elementen voor illustratieve doeleinden zijn overdreven en niet op schaal zijn getekend.

Eventuele verwijzingstekens in de conclusies mögen niet worden opgevat als beperkend voor de beschermingsomvang.

In de verschillende tekeningen hebben dezelfde verwijzingstekens betrekking op dezelfde of analoge elementen.

Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is niet daartoe beperkt, uitsluitend door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn uitsluitend schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan de afmeting van sommige elementen voor illustratieve doeleinden zijn overdreven en niet op schaal zijn getekend. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet overeen met werkelijke reducties uit de praktijk van de uitvinding.

Bovendien worden de termen eerste, tweede en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een sequentie, hetzij tijdelijk, ruimtelijk, in rangschikking of op een andere wijze. Het is wel verstaan dat de op deze wijze gebruikte termen onder gepaste omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de hierin beschreven uitvinding in andere sequenties kunnen werken dan hierin is beschreven of geïllustreerd.

Bovendien worden de termen boven, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijk voor het beschrijven van relatieve posities. Het is wel verstaan dat de op deze wijze gebruikte termen onder gepaste omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de hierin beschreven uitvinding in andere oriëntaties kunnen werken dan hierin is beschreven of geïllustreerd.

Er dient te worden opgemerkt dat de term omvattend, zoals gebruikt in de conclusies, niet mag worden opgevat als beperkend voor het middel dat daarna is

BE2017/5039 vermeld; het sluit geen andere elementen of stappen uit. Het moet dus worden geïnterpreteerd als het specificeren van de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, gehele getallen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar zonder de aanwezigheid of toevoeging uit van één of meer andere kenmerken, gehele getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan uit te sluiten. Dus moet de omvang van de uitdrukking een inrichting omvattende middelen A en B niet worden beperkt tot inrichtingen die uitsluitend bestaan uit componenten A en B. Het betekent dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten van de inrichting A en B zijn.

De verwijzing in deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een bepaalde eigenschap, structuur of kenmerk die in verband met de uitvoeringsvorm is beschreven in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen. Dus verwijzen verschijningen van de uitdrukkingen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op verschillende plekken in deze specificatie niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvormen, maar dat kan wel. Bovendien kunnen de bepaalde eigenschappen, structuren of karakteristieken op elke geschikte wijze gecombineerd worden, zoals voor een deskundige in het vakgebied duidelijk zal zijn vanuit deze openbaarmaking, in één of meer uitvoeringsvormen.

Evenzo moet worden begrepen dat in de beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van illustratieve uitvoeringsvormen van de uitvinding, verschillende eigenschappen van de uitvinding soms gegroepeerd worden in één uitvoeringsvorm, afbeelding of beschrijving daarvan ten behoeve van het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen begrijpen van één of meer van de verschillende inventieve aspecten uitvinding. Deze werkwijze van openbaarmaking mag echter niet worden opgevat als een intentie dat de geconcludeerde uitvinding meer eigenschappen vereist dan uitdrukkelijk in elke conclusie is opgenomen. In plaats daarvan, zoals de volgende conclusies aangeven, liggen de inventieve aspecten in minder dan alle eigenschappen van één voorgaande openbaargemaakte uitvoeringsvorm. Dus worden de conclusies na de gedetailleerde beschrijving hierbij

BE2017/5039 uitdrukkelijk opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, waarbij elke conclusie op zichzelf Staat als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Bovendien, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen enkele maar geen andere eigenschappen omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, zijn combinaties van eigenschappen van verschillende uitvoeringsvormen bedoeid om binnen de omvang van de uitvinding te vallen en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals door deskundigen zal worden begrepen. In de volgende conclusies kan elk van de geconcludeerde uitvoeringsvormen bijvoorbeeld in elke combinatie gebruikt worden.

In de hierin gegeven beschrijving worden verschillende specifieke details uiteengezet. Het is echter welteverstaan dat uitvoeringsvormen van de uitvinding zonder deze specifieke details uitgevoerd kunnen worden. In andere gevallen zijn aigemeen bekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail afgebeeld om het begrip van deze beschrijving niet onduidelijk te maken.

In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verwerkingseenheid voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw. Het elektrische systeem omvat meerdere adresseerbare elementen.

Verwijzend naar FIG. 1, kunnen uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding ook betrekking hebben op het programmeerbare elektrische systeem 99 omvattende de meerdere adresseerbare elementen 111,112 en een verwerkingseenheid 100, voor het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem 99, volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Een dergelijk programmeerbaar elektrisch systeem 99 kan bijvoorbeeld een communicatieinfrastructuur omvatten voor het doorgeven van besturingsinformatie van een adresseerbaar element 111 met invoermogelijkheden naar de verwerkingseenheid 110 en van de verwerkingseenheid 100 naar een adresseerbaar element 112 met uitvoermogelijkheden.

De verwerkingseenheid 100 kan één of meer centrale of decentrale processors 105 omvatten. De verwerkingseenheid 100 kan een communicatiebus 120 omvatten.

BE2017/5039

Een adresseerbaar element 111,112 kan werkzaam aan de communicatiebus 120 worden verbonden, bijvoorbeeld door een communicatiemodule 113 die is geïntegreerd in het adresseerbare element 111. Een adresseerbaar element 111,112 kan worden verbonden met, bijvoorbeeld rechtstreeks met kabel worden aangesloten op, een invoer/uitvoer-module 101 om te voorzien in een interface tussen het adresseerbare element 111,112 en de communicatiebus 120.

De verwerkingseenheid 100 kan bijvoorbeeld zijn omvat in een centrale besturingskast, of kan daarin zijn opgenomen. In een dergelijke centrale besturingskast kan ook een invoer/uitvoer-module 101 zijn omvat.

De verwerkingseenheid 100 kan bijvoorbeeld geconfigureerd worden met behulp van een configuratieterminal 140, bijvoorbeeld een computer, een smartphone, een tablet of een speciaal toestel met aanraakscherm. Een gegevenscommunicatienetwerk 130, zoals een bekabelde of draadloze ethernetverbinding, kan de verwerkingseenheid 100 bijvoorbeeld verbinden met de configuratieterminal 140. De verwerkingseenheid 100 kan bijvoorbeeld een grafische gebruikersinterface 150 weergeven op de configuratieterminal 140.

FIG. 2 illustreert schematisch een verwerkingseenheid 100 volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

De verwerkingseenheid 100 omvat een opslagmedium 2, zoals een gegevensgeheugen, bijvoorbeeld een RAM, ROM of FLASH-geheugen, een solid stateharde schijf, een harde schijf met magnetische opslag, of soortgelijke media die geschikt zijn voor het opslaan van digitale gegevens op een direct toegankelijke wijze om de verwerkingseenheid 100, bijvoorbeeld een centrale verwerkingseenheid of gedistribueerde verwerkingseenheid, in Staat te stellen om de opgeslagen gegevens op het opslagmedium 2 te lezen.

Het opslagmedium 2 is aangepast voor het opslaan van meerdere gegevenspakketten, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmische deel omvat. Het opslagmedium kan bijvoorbeeld ten minste één van zo een gegevenspakket omvatten, maar kan bijvoorbeeld ook meerdere gegevenspakketten omvatten die daarop zijn opgeslagen.

BE2017/5039

Zo een gegevenspakket kan betrekking hebben op een gebruiksscenario en/of een actie. Het opslagmedium kan bijvoorbeeld worden aangepast voor het opslaan van een bibliotheek van gebruiksscenario's en/of acties, bijvoorbeeld kan een bibliotheek van gebruiksscenario's en/of acties opslaan. Het algoritmische deel van elk gegevenspakket kan bijvoorbeeld een uitvoerbare code omvatten voor het implementeren van ten minste één actie die gedrag definieert dat meerdere types gedefinieerde elementen koppelt, bijvoorbeeld gespecificeerd, door het beschrijvende deel.

Een gegevenspakket kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een actie, waarbij de uitvoerbare code een actie implementeert die gedrag definieert van elementen van de types die zijn gespecificeerd door het beschrijvende deel. Deze actie kan een gedrag definieren van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt.

Een gegevenspakket kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een gebruiksscenario, waarbij de uitvoerbare code meerdere van zulke onderling gerelateerde acties implementeert, die gedrag definieren van elementen van de types die zijn gespecificeerd door het beschrijvende deel.

Het beschrijvende deel kan meerdere types elementen specificeren, die bijvoorbeeld zijn vereist door en/of die eventueel kunnen worden gebruikt in combinatie met het algoritmische deel. De meerdere types elementen kunnen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99 omvatten dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.

Een type element kan bijvoorbeeld een virtueel invoertype omvatten, waarbij dit virtuele invoertype virtueel kan zijn verbonden aan een virtuele uitvoer van een ander, of zelfs van hetzelfde, gegevenspakket. Op dezelfde wijze kan een type element een virtueel uitvoertype omvatten, waarbij dit virtuele uitvoertype virtueel kan zijn verbonden aan een virtuele invoer van een ander, of zelfs van hetzelfde,

BE2017/5039 gegevenspakket. Het gebruik van virtueel verwijst naar de configuratie van een koppeling tussen een uitvoertoestand en een invoertoestand zonder directe tussenkomst van een adresseerbaar element van het programmeerbare elektrische systeem 99 dat in Staat is te fungeren als een invoerknooppunt en/of als een uitvoerknooppunt (bijvoorbeeld waarbij de verwerkingseenheid zelf niet wordt beschouwd als een adresseerbaar element dat in Staat is te fungeren als een invoer/uitvoer-knooppunt).

Een type element kan bijvoorbeeld een adresseerbaar element 111 van het programmeerbare elektrische systeem 99 omvatten dat in Staat is te fungeren als een invoerknooppunt om een invoer te voorzien aan de verwerkingseenheid 100, zoals een knop, een thermostaat, een sensor, of een soortgelijke inrichting die een waarde kan uitvoeren die relevant is voor het automatiseren van een elektrisch systeem 99 van een gebouw, zoals een domoticasysteem. Het type element kan zijn georganiseerd in een hiérarchie van types, het type element kan bijvoorbeeld zijn gespecificeerd als een algemene waardeverstrekker, zoals een geheel getalverstrekker, of meer specifiek als Booleaanse uitvoerverstrekker, meer specifiek bijvoorbeeld als een knop met twee toestanden, of nog specifieker als een vooringestelde knop met twee toestanden of een niet-vooringestelde knop met twee toestanden.

Een type element kan een adresseerbaar element 112 van het programmeerbare systeem 99 omvatten dat in Staat is om te fungeren als een uitvoerknooppunt voor het ontvangen van een uitvoer die is voorzien door de verwerkingseenheid 100, zoals een lamp, een verwarmingselement, een aandrijvingselement voor het bewegen van lamellen of een gordijn, een ventilatieeenheid of andere van dergelijke bekende elementen voor gebruik in het elektrische systeem 99 van een gebouw. Het type element kan zijn georganiseerd in een hiérarchie van types, waarbij het type element bijvoorbeeld kan zijn gespecificeerd als een lamp, meer in het bijzonder als een dimbare lamp, meer in het bijzonder als een dimbare en kleur-configureerbare RGB-lamp.

BE2017/5039

In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het algoritmische deel bijvoorbeeld een gedrag definieren van ten minste één element dat fungeert als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één element dat fungeert als invoerknooppunt.

Het gegevenspakket, bijvoorbeeld een gebruiksscenario, kan betrekking hebben op een gegevensconcept, bijvoorbeeld een gecombineerd gegevens- en softwareconcept, voor het combineren van logica en configureerbare eigenschappen om in een makkelijk te gebruiken interface te voorzien, bijvoorbeeld een wizard of begeleide actie, bijvoorbeeld om in een dergelijke interface te voorzien samen met de interactie-interface 7.

Het gegevenspakket en/of het gei'soleerde gegevenspakket kan voorzien in een eenvoudig te beheren, te bewerken, te ontwikkelen en/of distribueren eenheid van gegevens en code, bijvoorbeeld in een draagbare opmaak, met betrekking tot een functionaliteit die componenten van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw koppelt, bijvoorbeeld van een domoticasysteem.

Het beschrijvende deel definieert keuzes en/of opties met betrekking tot het gegevenspakket dat kan worden geconfigureerd door de interactie-interface 7, zoals hieronder verder is beschreven.

Het beschrijvende deel kan gegevens omvatten om te beschrijven hoe de gebruiker met het gegevenspakket kan communiceren door de interactie-interface 7.

Het beschrijvende deel kan een definitie omvatten van ten minste één parameter die door het algoritmische deel wordt gebruikt. De interactie-interface kan worden aangepast om de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te Ieggen voor het configureren van de ten minste één parameter, zoals hieronder verder is beschreven.

Het beschrijvende deel kan ook een definitie van een standaardwaarde omvatten voor de ten minste één parameter, een parametergegevenstype van de ten minste één parameter en/of een toegestaan parameterbereik voor de ten minste één parameter.

BE2017/5039

Het beschrijvende deel kan een definitie omvatten van ten minste één interne variabele die door het algoritmische deel wordt gebruikt. Het besturingsprogramma 5 kan bijvoorbeeld worden aangepast om, bij het beheren van de uitvoering van de code die in het algoritmische deel is opgenomen, rekening te houden met deze definitie van ten minste één interne variabele.

Bovendien kan, in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, een interne variabele als leesbaar worden gemarkeerd vanuit instanties van andere gegevenspakketten. De interne variabele kan bijvoorbeeld worden geëxporteerd in de vorm van een virtueel uitvoerknooppunt, wanneer de verwerkingseenheid 100 het gegevenspakket verwerkt, bijvoorbeeld door een besturingsprogramma 5 die op de verwerkingseenheid 100 wordt uitgevoerd. De interne variabele kan bijvoorbeeld worden blootgesteld via een verklaring van een getter-functie die kan worden aangeroepen van buiten de context van het gebruiksscenario om een waarde te retourneren die de toestand van de interne variabele vertegenwoordigt.

Het beschrijvende deel kan ook een definitie van een standaardwaarde omvatten voor de interne variabele en/of een gegevenstype van een interne variabele van de ten minste één interne variabele.

Een parameter of interne variabele kan bijvoorbeeld een bijbehorend parametertype of intern variabeletype hebben dat daarmee wordt geassocieerd, bijvoorbeeld selecteerbaar uit een aantal mogelijke parametertypes, die een geheeltallige waarde kunnen omvatten, bijvoorbeeld voor het aangeven van een lichtintensiteitswaarde, een telling, zoais een Booleaans type, een tekenreeks, bijvoorbeeld een alarmtekenreeks zoais gebouw Staat in brand, een tijd, zoais een vertraging, een kalenderobject of andere gegevenstypes die bekend zijn in het vakgebied.

Het beschrijvende deel kan een beschrijving van het gegevenspakket omvatten. De interactie-interface 7 kan bijvoorbeeld worden aangepast om de beschrijving van het gegevenspakket aan de gebruiker te communiceren. Deze beschrijving kan bijvoorbeeld een beschrijving omvatten die het doel van het gegevenspakket verklaart, bijvoorbeeld het gedrag van de actie of acties die worden

BE2017/5039 uitgevoerd door het algoritmische deel, bijvoorbeeld een beschrijving van het gedrag van de meerdere onderling gerelateerde acties als een gecoördineerd geheel.

Het beschrijvende deel kan labels, doorzoekbare tekenreeksen of identificatoren voor het aanduiden van een positie in een hierarchisch zoeksysteem omvatten, bijvoorbeeld een moederknoopidentificator in een de boom, bijvoorbeeld corresponderend met zoek- en/of navigatiefunctionaliteit die door de interactieinterface kan worden geboden, zoals hieronder verder is beschreven.

Het beschrijvende deel kan een pictogram of monogram omvatten, of een verwijzing naar een dergelijk pictogram of monogram, bijvoorbeeld voor een grafische weergave daarvan, zoals kan worden voorzien door de interactie-interface.

Het beschrijvende deel kan zijn opgemaakt in een opmaaktaal die leesbaar is door zowel mensen als machines, zoals bijvoorbeeld een Extensible Markup Language (XML) of een soortgelijke taal, bijvoorbeeld een opmaaktaal met een syntaxstructuur voor het associëren van gegevenselementen met corresponderende identificatoren, bijvoorbeeld met gegevensveldlabels.

Het algoritmische deel kan uitvoerbare code omvatten, bijvoorbeeld voor het implementeren van ten minste één actie, zoals hierboven is genoemd. Zulke uitvoerbare code kan bijvoorbeeld worden opgeslagen in een machinetaal die direct uitvoerbaar is door de verwerkingseenheid 100, in een byte-code-opmaak die uitvoerbaar is door de verwerkingseenheid 100 in samenwerking met een tussenliggende compiler, zoals een just-in-time compiler, en/of in een door mensen leesbare computertaal die kan worden uitgevoerd door de verwerkingseenheid 100 in samenwerking met een interpreter of scriptverwerker.

Het algoritmische deel kan worden opgemaakt in een scripttaal die leesbaar is door zowel mensen als machines.

Hoewel in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, het besturingsprogramma 5 kan worden aangepast voor het uitvoeren, bijvoorbeeld aanroepen, compileren, interpreteren en/of parsen, van het algoritmische deel in een applicatiespecifieke bytecode of applicatiespecifieke scripttaalopmaak, kan het algoritmische deel zijn opgemaakt in een algemene programmeertaal, bijvoorbeeld

BE2017/5039 een cross-platform en/of platformonafhankelijke algemene programmeertaal. In het bijzonder kan de scripttaal een integreerbare en/of uitbreidbare taal zijn, zoals Lua, TCL, Python, Perl, Ruby, Rexx, Ch, ECMAScript of JavaScript.

Het besturingsprogramma 5 kan dus een gei'ntegreerde compiler en/of interpreter zijn voor de integreerbare en/of uitbreidbare taal. Het besturingsprogramma kan bijvoorbeeld in functionaliteit voorzien die vanuit de scripttaal kan worden aangeroepen om het systeem te bedienen, waarbij het bijvoorbeeld haken kan hebben voor de taal van het algoritmische deel.

De uitvoerbare code van het algoritmische deel kan worden aangepast voor het berekenen van een uitvoertoestand voor de ten minste één van de elementen die fungeert als uitvoerknooppunt voor de actie, waarbij bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met een toestand van de ten minste één van de elementen die fungeert als invoerknooppunt voor de actie. De uitvoerbare code kan worden aangepast om rekening te houden met een parameterselectie voor de ten minste één parameter wanneer de uitvoertoestand wordt berekend. De uitvoerbare code kan worden aangepast om rekening te houden met een waarde van de ten minste één interne variabele wanneer de uitvoertoestand wordt berekend. De uitvoerbare code kan worden aangepast voor het veränderen van een waarde van de ten minste één interne variabele wanneer de uitvoertoestand wordt berekend.

De uitvoerbare code kan een actie afzonderlijk implementeren, bijvoorbeeld als een functie, procedure, codeblok of codeobject dat de uitvoertoestand bepaalt voor het/de element(en) die fungeren als uitvoerknooppunt voor die actie, of kan meerdere acties, bijvoorbeeld onderling gerelateerde acties, samen implementeren, bijvoorbeeld als een functie, procedure, codeblok of codeobject, voor het bepalen van een uitvoertoestand voor ten minste één element dat fungeert als uitvoerknooppunt voor ten minste één van de acties.

Het gebruiksscenario kan aan zwarte doos-concept volgen, waarbij het beschrijvende deel een interface definieert voor het beschrijven hoe een gebruiker met het gebruiksscenario kan communiceren via de interactie-interface 7, dat hieronder verder is beschreven, en waarbij een algoritmisch deel, bijvoorbeeld de

BE2017/5039 uitvoerbare code, actie(s) definieert. Bij de werking van het elektrische systeem 99 kan het algoritmische deel bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de verwerkingseenheid 100, bijvoorbeeld worden aangeroepen door een besturingsprogramma 5 dat is geconfigureerd door de interactie-interface 7.

De verwerkingseenheid 100 omvat verder een interactie-interface om een gebruiker in Staat te stellen één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren en voor het configureren van een instantie van het geselecteerde gegevenspakket, door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket.

De interactie-interface kan bijvoorbeeld worden aangepast voor het presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gegevenspakketten, bijvoorbeeld de gebruiksscenario's, die op het opslagmedium 2 beschikbaar zijn voor de gebruiker. De interactie-interface 7 kan bijvoorbeeld verbinding maken met het gegevenscommunicatienetwerk 130, bijvoorbeeld via een bekabelde of draadloze ethernetverbinding. De interactie-interface 7 kan de verwerkingseenheid 100 bijvoorbeeld verbinden aan een configuratieterminal 140. De interactie-interface 7 kan een grafische gebruikersinterface 150 weergeven op de configuratieterminal 140.

De selectie van een dergelijk gegevenspakket in de interactie-interface 7 kan een instantie creëren van zo een gegevenspakket, bijvoorbeeld kan het gegevenspakket associëren met geschikte adresseerbare elementen 111,112 in het programmeerbare elektrische systeem 99 en kan eventueel parameters configureren voor het afstemmen van het gei'nstantieerde gegevenspakket, bijvoorbeeld een gei'nstantieerd gebruiksscenario.

De interactie-interface 7 kan verder worden aangepast om de gebruiker in Staat te stellen één van de gepresenteerde gegevenspakketten te selecteren, bijvoorbeeld één van de gepresenteerde gebruiksscenario's.

De interactie-interface 7 kan de gebruiker bijvoorbeeld in Staat stellen om een gegevenspakket te selecteren uit een lijst van beschikbare gebruiksscenario's, in overeenstemming met de inhoud van het opslagmedium 2.

BE2017/5039

Deze lijst kan een volledige lijst zijn of kan zijn gefilterd, bijvoorbeeld door het toepassen van zoektermen, labels of het gebruik van een hierarchisch bladersysteem, bijvoorbeeld door het expanderen van onderdelen van een boom waarin de gegevenspakketten zijn georganiseerd.

Het gegevenspakket kan in een grafische gebruikersinterface 150 aan de gebruiker worden gepresenteerd, bijvoorbeeld als onderdeel van zo een lijst.

Deze presentatie kan de weergave van een pictogram of monogram omvatten, bijvoorbeeld met behulp van een pictogram of monogram in combinatie met een tekenreeksidentificator. Als alternatief kan een pictogram of monogram worden weergegeven die wordt geassocieerd met een moederknooppunt in een hierarchische structuur, of een set van pictogrammen of monogrammen die wordt geassocieerd met een pad van moeder- en voorouderlijke knooppunten. Zo een pictogram of monogram die wordt geassocieerd met een moeder- en voorouderlijk knooppunt kan bijvoorbeeld afzonderlijk van het gegevenspakket worden opgeslagen, bijvoorbeeld als een afzonderlijk geïndexeerd bestand of tabel in de opslag 2.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast voor het communiceren van een beschrijving, bijvoorbeeld opgeslagen in het beschrijvende deel, van een geselecteerd gegevenspakket aan de gebruiker.

Verwijzend naar FIG. 3, is een illustratief gebruikersinterfacescherm 300, bijvoorbeeld een venster, dialoogvenster of onderdeel daarvan, afgebeeld die door de interactie-interface 7 aan de gebruiker 7 kan worden gepresenteerd. De interactieinterface 7 kan de gebruiker in Staat stellen om een gegevenspakket te selecteren uit een lijst 301 van beschikbare gegevenspakketten, in overeenstemming met de inhoud van het opslagmedium 2. Deze lijst kan worden gefilterd, bijv. met behulp van ten minste één filterstuurelement 302. Zoals is weergeven in FIG. 3 en FIG. 4, kan de lijst worden gepresenteerd in de vorm van een boom met ingeklapte knooppunten die expandeerbaar zijn om de kindknooppunten van een geselecteerd moederknooppunten 303 weer te geven. In het voorbeeld dat is weergeven in FIG. 3 en FIG. 4, kan een moederknooppunt 303, bijvoorbeeld 'overig', ten minste één

BE2017/5039 kindknooppunt 304 hebben, bijvoorbeeld 'vrije start-stop actie'. In een ander voorbeeid dat is weergeven in FIG. 5, kan een ander moederknooppunt 303 worden geëxpandeerd, bijvoorbeeld 'alles-uit', kan worden geëxpandeerd om twee kindknooppunten 304 te onthullen, bijv. 'eenvoudig alles-uit' en 'geavanceerd allesuit'.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast voor het communiceren van meerdere types elementen die zijn vereist voor een geselecteerd gegevenspakket, bijvoorbeeld van een gebruiksscenario, aan de gebruiker. De interactie-interface 7 kan worden aangepast om te voorzien in een beschrijving 305 van deze types elementen, bijv. beschrijvende functie, visuele weergave, gebruik, uiterlijk en/of mogelijke uitvoeringsvormen van dit type. Deze beschrijving 305 kan bijvoorbeeld een generieke beschrijving zijn die wordt bepaald door het type, of kan een beschrijving zijn die specifiek is opgenomen in het beschrijvende deel van het geselecteerde gegevenspakket.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast om te voorzien in een beschrijving 305 van vereiste of optionele parameters, bijvoorbeeld ten minste één parameter zoals gedefinieerd door het beschrijvende deel van het gegevenspakket.

Verwijzend naar FIG. 6, kan de interactie-interface 7 worden aangepast voor het presenteren van een weergave 500, bijvoorbeeld een grafische weergave, van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem 99 aan de gebruiker. Deze indeling kan bijvoorbeeld meerdere afzonderlijke locaties 501 omvatten die, bijvoorbeeld, overeen kunnen komen met fysieke ruimtes in het gebouw.

Volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de interactieinterface 7 worden aangepast om een gebruiker in Staat te stellen om elementen in de weergave 500 van de indeling te selecteren die overeenkomen met een type van de meerdere types elementen die zijn gespecificeerd door het beschrijvende deel van het geselecteerde gegevenspakket, bijvoorbeeld gespecificeerd als vereist voor, en/of gespecificeerd als eventueel bruikbaar met, het geselecteerde gegevenspakket.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast voor het selecteren van een locatie 502 die overeenkomt met één van de meerdere afzonderlijke locaties 501 die

BE2017/5039 zijn weergegeven in de weergave 500. De interactie-interface 7 kan worden aangepast om alleen elementen in de weergave 500 voor selectie beschikbaar te maken die overeenkomen met de geselecteerde locatie 502.

De interactie-interface 7 kan bovendien worden aangepast om de gebruiker te voorzien van aanwijzingen 504 terwijl de gebruiker in Staat wordt gesteld om deze elementen te selecteren. De interactie-interface 7 kan worden aangepast om geschikte elementen aan te geven, bijvoorbeeld door in de weergave van de indeling die overeenkomt met een specifiek type aan te geven dat ze selecteerbaar zijn als elementen in de weergave 500 als behorende bij een type of elk type van de meerdere types, bijvoorbeeld een type dat is gespecificeerd in het beschrijvende deel.

De interactie-interface 7 kan de gebruiker ook in Staat stellen om parameterwaarden te selecteren voor parameters die zijn gespecificeerd door het beschrijvende deel van het gegevenspakket en/of voor parameters die intrinsiek zijn voor een bepaald type adresseerbaar element, bijvoorbeeld met behulp van interface-elementen 50 voor afstelling van de parameter. Het gegevenspakket kan een parameter definieren als globale parameter voor een instantie van het gegevenspakket en/of als een parameter die een waarde krijgt toegekend voor elke adresseerbaar element 111,112 van een bepaald type.

Opnieuw verwijzend naar FIG. 1 en 2, omvat de verwerkingseenheid 100 een besturingsprogramma 5 voor het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99. Het besturingsprogramma 5 wordt geconfigureerd door de interactie-interface 7. Tijdens de werking van het elektrische systeem 99, bijvoorbeeld van de verwerkingseenheid van een werkzaam elektrisch systeem 99, wordt het algoritmische deel uitgevoerd door de verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door het besturingsprogramma 5. Het besturingsprogramma 5 kan bijvoorbeeld worden geconfigureerd om te communiceren met de meerdere adresseerbare elementen

111,112 met behulp van de communicatiebus 120.

BE2017/5039

Het besturingsprogramma 5 kan dus worden aangepast voor het uitvoeren van programmalogica die met het gegevenspakket wordt geassocieerd, bijvoorbeeld is omvat in het algoritmische deel van het gegevenspakket. Het besturingsprogramma 5 kan bijvoorbeeld worden aangepast voor het uitvoeren van programmalogica die met het gebruiksscenario wordt geassocieerd.

De programmalogica kan worden uitgevoerd door het toepassen van invoeren en/of uitvoeren van de adresseerbare elementen 111,112 die worden geassocieerd met de programmalogica volgens een instantie van het gegevenspakket, bijvoorbeeld zoals geconfigureerd door de interactie-interface 7, door het toepassen van parameterwaarden die zijn toegewezen aan parameters van het gegevenspakket volgens de instantie, door interne variabelen bij te houden die aan de instantie zijn toegewezen en/of door toestandsinformatie te routeren tussen instanties van gegevenspakketten met behulp van koppelingen tussen virtuele invoerknooppunten en virtuele uitvoerknooppunten.

In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het besturingsprogramma 5 worden aangepast om in een toestand te voorzien die overeenkomt met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie van een gegevenspakket als een invoer voor een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van een gegevenspakket, waarin beide instanties bijvoorbeeld instanties kunnen zijn van dezelfde of van verschillende gegevenspakketten. Met behulp van de interactie-interface kan bijvoorbeeld een koppeling worden geconfigureerd tussen een virtueel uitvoerknooppunt en een virtueel invoerknooppunt. Met verwijzing naar FIG. 7, kan programmalogica, bijvoorbeeld een algoritme, die wordt geassocieerd met een eerste gegevenspakket 71 een uitvoer genereren die beschikbaar kan worden gemaakt aan een tweede gegevenspakket 72 in de vorm van een invoer voor programmalogica die wordt geassocieerd met het tweede gegevenspakket. Deze relatie tussen instanties van respectievelijk het eerste gegevenspakket en het tweede gegevenspakket kan worden geconfigureerd door het verbinden van een virtueel uitvoerknooppunt 73, dat representatief is voor de uitvoer die wordt gegenereerd

BE2017/5039 door de programmalogica van het eerste gebruiksscenario 71, aan een virtueel invoerknooppunt 74 voor het tweede gebruiksscenario 72.

De verwerkingseenheid 100 omvat ook een invoerinterface 6 voor het ontvangen van een geïsoleerd gegevenspakket vanuit een externe bron en het importeren van het geïsoleerde gegevenspakket naar de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium. De invoer/uitvoer-interface kan ook worden aangepast voor het opnemen van een reeks, bijvoorbeeld een combinatie, van dergelijke gegevenspakketten en het importeren van de gegevenspakketten naar de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium.

De verwerkingseenheid 100 kan ook een uitvoerinterface omvatten voor het exporteren van een gegevenspakket in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium als een geïsoleerd gegevenspakket en om dit geïsoleerde gegevenspakket te voorzien aan een externe bron.

De invoerinterface 6 kan worden aangepast voor het ontvangen van het geïsoleerde gegevenspakket in een vorm die ook geschikt is voor import door een andere verwerkingseenheid, volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, die is geconfigureerd voor het aansturen van een ander programmeerbaar elektrisch systeem dat andere meerdere adresseerbare elementen omvat.

De invoerinterface kan bijvoorbeeld een aansluiting omvatten om te verbinden met een draagbare gegevensdrager, bijvoorbeeld een flash drive of USBstick, een schijflezer voor het lezen van een draagbare magnetische of optische schijf, bijvoorbeeld een cd-rom-station of een dvd-station, en/of een netwerkinterface voor het ontvangen van het geïsoleerde gegevenspakket vanaf een externe netwerklocatie, bijvoorbeeld van een server als antwoord op een downloadverzoek, bij het uploaden op het opslagmedium vanaf een externe bron, als antwoord op een push-verzoek van een externe server, en/of door een gedistribueerd gegevensuitwisselingsnetwerk, bijvoorbeeld een peer-to-peer uitwisselingsnetwerk.

Een gegevenspakket kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een gebruiksscenario. Een dergelijk gebruiksscenario kan bijvoorbeeld betrekking hebben

BE2017/5039 op een stemmingsgedrag, of een stemmingsgedrag op metaniveau, bijvoorbeeld stemming van stemmingsgedrag. In een ander voorbeeld kan een gebruiksscenario betrekking hebben op een 'eenvoudig alles-uit'-actie, voor het uitschakelen van alle relevante bestuurbare inrichtingen, bijvoorbeeld het uitschakelen van lampen, media-apparaten, keukenapparatuur en/of het sluiten van gordijnen of rolluiken. Een gebruiksscenario kan ook betrekking hebben op een soortgelijke 'alles-uit'-actie, maar met het kenmerk van een aanvullende wegloophulp, bijvoorbeeld voor het verlichten van een pad bij het verlaten van het gebouw of bij terugtrekking naar een slaapkamer. Een dergelijk gebruiksscenario kan bijvoorbeeld een regelbare parameter daarmee geassocieerd hebben voor het selecteren van een time-out voor de wegloophulp-modus.

Een gebruiksscenario kan ook betrekking hebben op een complex gedrag dat in Staat is om rekening te houden met verschillende uitvoeringsvormen van een bepaald type adresseerbaar element 111,112 bij het definieren van een gedrag. Een gebruiksscenario kan bijvoorbeeld een bewegingsdetector definieren die kan omgaan met verschillende modellen en types sensoren voor het produceren van een gestandaardiseerde uitvoertrigger die een beweging en/of aanwezigheid van een persoon aangeeft, bijvoorbeeld in de vorm van een toestand van een virtueel uitvoerknooppunt dat wordt voorzien door een instantie van het gebruiksscenario. Een gebruiksscenario met een bewegingsdetector kan bijvoorbeeld worden aangepast voor het verwerken van een invoer die wordt voorzien door een miniatuur passieve infrarood (PIR) sensor voor het verwerken van een invoer die wordt voorzien door een PIR-buitensensor, en/of voor het verwerken van een invoer van een miniatuur PIR-binnenwandsensor. Bovendien kan een gebruiksscenario met een bewegingsdetector worden aangepast voor het verwerken van een invoer die wordt voorzien door andere sensorinrichtingen, bijvoorbeeld een camerasysteem, bijvoorbeeld een bewakingscamera, een laserdiodepoort, een ultrasoon bereikdetector, een laserafstandsmeter of soortgelijke sensorinrichtingen die kunnen worden gebruikt voor het aangeven van de aanwezigheid of afwezigheid van een persoon.

BE2017/5039

Verschillende gebruiksscenario's kunnen bijvoorbeeld zijn aangepast voor de omgang met verschillende types van deze sensor en het genereren van een gestandaardiseerd (virtueel) uitvoersignaal die onderling verwisselbaar kan worden gebuikt door een ander gebruiksscenario die dergelijke gestandaardiseerde invoer van een bewegingssensor vereist. Als alternatief kan een gebruiksscenario worden aangepast voor het vereisen van een generieke invoer van een bewegingssensor, en kan het zijn gedrag aanpassen afhankelijk van de specifieke implementatie van de generieke bewegingssensor die is toegewezen door de generieke invoer.

Een gebruiksscenario kan ook betrekking hebben op, bijvoorbeeld, een aanwezigheidssimulatie, bijvoorbeeld aangepast voor het aansturen van verlichting, gordijnen, rolluiken en/of andere adresseerbare elementen om de aanwezigheid van een bewoner of gebruiker in zijn of haar afwezigheid te simuleren. Het is een verder voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat complex gedrag eenvoudig geïmplementeerd kan worden, bijvoorbeeld wanneer zulk complex gedrag een complex besturingsalgoritme kan vereisen, bijvoorbeeld om te voorzien in gerandomiseerd of beperkt stochastisch gedrag. Een aanwezigheidssimulatie kan bijvoorbeeld worden aangepast om toezicht te houden op de activiteit van lampen en andere inrichtingen die van belang zijn voor het elektrische systeem 99 wanneer de gebruiker aanwezig is, en gebruik te maken van de verzamelde statistische gegevens om een gerandomiseerd gedragspatroon te genereren dat proportioneel is aan een kansverdeling dat bij normale gedragspatronen past wanneer de gebruiker aanwezig is.

Een gebruiksscenario kan betrekking hebben op een toegangscontrolescenario, bijvoorbeeld voor het configureren van een toegangsverificatie met behulp van een videostation voor de buitendeur. Een ander toegangscontrolescenario kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een belknopconfiguratie van een dergelijk videodeurstation. Een ander toegangscontrolescenario zou betrekking kunnen hebben op een bellen-en-binnentreden actie, die bijvoorbeeld kan worden geactiveerd door een telefoonnetwerkinterface en/of door het activeren

BE2017/5039 van een virtueel invoerknooppunt dat direct gebruik maakt van een netwerk of internetverbinding naar de besturingseenheid.

Een ander illustratief gebruiksscenario kan betrekking hebben op een alarm. Zo een alarmscenario kan verschillende types adresseerbare elementen definieren om als invoeren te fungeren. Er kan bijvoorbeeld een generieke drukknop zijn vereist voor het aansturen en in- en uitschakelen van het alarm. Deze generieke drukknop kan ook worden geïmplementeerd als een virtueel invoerknooppunt, dat bijvoorbeeld kan worden geactiveerd met behuip van een aanraakinterface of door een uitvoer van een ander gebruiksscenario.

Er kan eventueel in een virtueel invoerknooppunt zijn voorzien om het alarm te activeren, bijvoorbeeld het ontvangen van een uitvoer van een aanraakinterface, bijvoorbeeld een paniekknop, of het ontvangen van een uitvoer van een ander gebruiksscenario.

Voor het activeren van het alarm als antwoord op een gedetecteerde beweging, kan een bewegingsdetector zijn vereist, zoals een gebruiksscenario met een virtueel uitvoerknooppunt van de bewegingsdetector. Er kan een deurcontacttrigger zijn vereist, of eventueel zijn inbegrepen, voor het activeren van het alarm als antwoord op het openen van een deur. Er kan een lamp nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om te worden ingeschakeld tijdens een vooralarmfase. Er kan een lamp nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om te worden ingeschakeld wanneer het alarm wordt geactiveerd. Er kan een lamp nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om te knipperen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Er kan een motor nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om de rolluiken aan te drijven wanneer het alarm wordt geactiveerd. Zulke gebruiksscenario's kunnen verdere parameters definieren die tijdens de configuratie door de gebruiker kunnen worden gewijzigd. Een Booleaanse waardeparameter kan bijvoorbeeld een voorkeur aangeven voor het openen of sluiten van verbonden rolluiken als antwoord op het activeren van het alarm. Er kunnen in een dergelijk scenario parameters worden opgenomen voor het aansturen van bijvoorbeeld een tijd tussen het activeren van het alarm en een geactiveerde toestand van het alarm, een tijd tussen het detecteren

BE2017/5039 van een indringer en het activeren van een alarmtoestand, een onderbreking gedurende welke de alarmtoestand actief blijft, een alarmtekenreeks, bijvoorbeeld om via een push-notificatie naar een aanraakinterface of smartphone-app te sturen en/of een knipperperiode. Bovendien kunnen de toestanden van het alarm, bijvoorbeeld inactief, actief en geactiveerd, worden blootgesteld via een virtueel uitvoerknooppunt.

In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een gegevensdrager omvattende een gegevenspakket dat daarop is opgeslagen. Deze gegevensdrager is aangepast voor het communiceren met een invoerinterface van een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding. Het gegevenspakket is aangepast om als een geïsoleerd gegevenspakket te worden ontvangen door de invoerinterface en om door de invoerinterface te worden geïmporteerd in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium van de verwerkingseenheid.

In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een gegevenstransmissie van een gegevenspakket. De gegevenstransmissie is aangepast voor het communiceren met een invoerinterface van een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding. Het gegevenspakket is aangepast om als een geïsoleerd gegevenspakket te worden ontvangen door de invoerinterface en om door de invoerinterface te worden geïmporteerd in de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium van de verwerkingseenheid.

In een vierde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem 99 in een gebouw, waarbij het elektrische systeem 99 meerdere adresseerbare eiementen

111,112 omvat. Het programmeerbare elektrische systeem kan ook een verwerkingseenheid 100 omvatten voor het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem 99.

BE2017/5039

De werkwijze omvat het opslaan van meerdere gegevenspakketten op een opslagmedium 2, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat.

De werkwijze omvat het importeren van een geïsoleerd gegevenspakket, wanneer dit pakket door een invoerinterface 6 van een externe bron wordt ontvangen, naar de meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium 2, bijvoorbeeld zodat het geïsoleerde gegevenspakket is opgenomen in de meerdere gegevenspakketten die worden opgeslagen op het opslagmedium.

De werkwijze omvat het in Staat stellen van een gebruiker om één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren met behulp van een interactie-interface

7.

De werkwijze omvat het configureren van een instantie van het geselecteerde gegevenspakket door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket.

De werkwijze omvat verder het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99 door een besturingsprogramma 5, bijvoorbeeld voigens de geconfigureerde instantie. Het besturingsprogramma 5 wordt geconfigureerd door de interactie-interface 7. Tijdens de werking van het elektrische systeem 99, wordt het algoritmische deel uitgevoerd door een verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door het besturingsprogramma 5. Deze aansturing kan het uitvoeren van de uitvoerbare code omvatten die overeenkomt met de geconfigureerde instantie.

Bovendien definieert het beschrijvende deel de keuzes en/of opties met betrekking tot het gegevenspakket dat kan worden geconfigureerd door de interactie-interface 7.

Elk van de meerdere gegevenspakketten kan betrekking hebben op een gebruiksscenario en/of een actie. Het algoritmische deel van dat gegevenspakket kan een uitvoerbare code omvatten voor het implementeren van ten minste één actie die een gedrag definieert dat meerdere types elementen koppelt die worden gedefinieerd door het beschrijvende deel. Het algoritmische deel van het

BE2017/5039 gegevenspakket kan meerdere onderling gerelateerde acties omvatten die gedrag definieren van elementen van bepaalde types, bijvoorbeeld zoals kan zijn gedefinieerd door het beschrijvende deel. Elke actie kan een gedrag definieren van ten minste één van de elementen dat fungeert als een uitvoerknooppunt als functie van een status van ten minste één van de elementen dat fungeert als een invoerknooppunt.

De werkwijze kan bijvoorbeeld toegang tot een digitale bibliotheek van gegevenspakketten omvatten, bijvoorbeeld van gebruiksscenario's, die zijn opgeslagen op het opslagmedium, waarbij elk gegevenspakket een definitie kan omvatten van meerdere types elementen die zijn vereist voor dat gegevenspakket, bijvoorbeeld voor het gebruiksscenario.

Het beschrijvende deel kan meerdere types elementen definiëren die ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99 omvatten dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt. Meerdere instanties van hetzelfde of verschillende gebruiksscenario's kunnen bijvoorbeeld virtueel zijn gekoppeld door het koppelen van een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie aan een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie.

De werkwijze kan ook het presenteren omvatten van een overzicht van ten minste een deel van de gegevenspakketten, bijvoorbeeld de gebruiksscenario's, die in de digitale bibliotheek beschikbaar zijn voor een gebruiker. De werkwijze kan ook het in Staat stellen van de gebruiker om één van de gepresenteerde gegevenspakketten te selecteren omvatten, bijvoorbeeld van de gepresenteerde gebruiksscenario's, en het configureren van een instantie van het geselecteerde gegevenspakket door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gegevenspakket, bijvoorbeeld tot het gebruiksscenario.

De stap van het configureren kan het in Staat stellen van de gebruiker omvatten om een parameterwaarde van een parameter te configureren van het

BE2017/5039 geselecteerde gebruiksscenario, waarbij de parameter is gedefinieerd door een definitie die is opgeslagen in de digitale bibliotheek voor het gebruiksscenario.

De stap van het configureren kan het presenteren van een weergave 500 van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem 99 aan de gebruiker omvatten, waarbij de meerdere types elementen voor het geselecteerde gebruiksscenario worden gecommuniceerd aan de gebruiker, en de gebruiker in Staat wordt gesteld om elementen in de weergave 500 van de indeling te selecteren die overeekomen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gegevenspakket.

In een vijfde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een computerprogrammaproduct dat is aangepast voor het uitvoeren van de stappen van een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van het vierde aspect van de onderhavige uitvinding, wanneer het computerprogrammaproduct op een computer wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld op een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.

BE2017/5039

Claims (20)

1. CONCLUSIES

   1. - Een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw, waarbij genoemd elektrisch systeem (99) meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat, waarbij de verwerkingseenheid (100) omvat:

   een opslagmedium (2) voor het opslaan van meerdere gegevenspakketten, waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat;

   een interactie-interface (7) om een gebruiker in Staat te stellen één van de meerdere gegevenspakketten te selecteren en voor het configureren van een instantie van genoemd geseiecteerd gegevenspakket door genoemde gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot genoemd gegevenspakket;

   een besturingsprogramma (5) voor het aansturen van genoemde meerdere adresseerbare elementen (111,112) van genoemd programmeerbaar elektrisch systeem (99), waarbij genoemd besturingsprogramma (5) wordt geconfigureerd door genoemd interactie-interface (7) en waarbij, tijdens de werking van genoemd elektrisch systeem (99), genoemd algoritmisch deel wordt uitgevoerd door de verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door genoemd besturingsprogramma (5); en een invoerinterface (6) voor het ontvangen van een geïsoleerd gegevenspakket vanuit een externe bron en het importeren van genoemd geïsoleerd gegevenspakket naar genoemde meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium;

   waarbij genoemd beschrijvend deel genoemde keuzes en/of opties definieert met betrekking tot het gegevenspakket dat kan worden geconfigureerd door genoemd interactie-interface (7).
2. 2. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 1, waarbij genoemd invoerinterface (6) is aangepast voor het ontvangen van genoemd geïsoleerd gegevenspakket in een vorm die ook geschikt is voor import door een andere verwerkingseenheid,

   BE2017/5039 volgens conclusie 1, voor het aansturen van een ander programmeerbaar elektrisch systeem dat andere meerdere adresseerbare elementen omvat.
3. 3. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 1 of conclusie 2, waarbij genoemd beschrijvend deel gegevens omvat om te beschrijven hoe genoemde gebruiker met het gegevenspakket kan communiceren door de interactie-interface.
4. 4. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 3, waarbij genoemd beschrijvend deel een definitie van ten minste één parameter omvat die wordt gebruikt door genoemd algoritmisch deel, waarbij genoemd interactie-interface is aangepast om genoemde gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen voor het configureren van genoemde ten minste één parameter.
5. 5. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 3 of conclusie 4, waarbij genoemd beschrijvend deel verder een beschrijving van genoemd gegevenspakket omvat, en waarbij genoemd interactie-interface (7) is aangepast voor het communiceren van de beschrijving van genoemd gegevenspakket aan genoemde gebruiker.
6. 6. - De verwerkingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd beschrijvend deel verder een definitie omvat van ten minste één interne variabele die wordt gebruikt door genoemd algoritmisch deel.
7. 7. - De verwerkingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd gegevenspakket betrekking heeft op een gebruiksscenario en/of een actie, waarbij genoemd algoritmisch deel een uitvoerbare code omvat voor het implementeren van ten minste één actie die gedrag definieert dat meerdere types elementen koppelt die door genoemd beschrijvend deel worden gedefinieerd.
8. 8. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 7, waarbij de meerdere types ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element (111,112) van het programmeerbare elektrische systeem (99) omvatten dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.
9. 9. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 7 of conclusie 8, waarbij genoemd algoritmisch deel een gedrag definieert van ten minste één element dat fungeert

   BE2017/5039 als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één element dat fungeert als invoerknooppunt.
10. 10. - De verwerkingseenheid volgens één van conclusies 7 tot en met 9, waarbij genoemd interactie-interface (7) is aangepast voor het presenteren van een weergave (500) van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem (99) aan de gebruiker.
11. 11. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 10, waarbij genoemd interactieinterface (7) is aangepast om genoemde gebruiker in Staat te stellen om elementen te selecteren in de weergave (500) van de indeling die overeenkomen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gegevenspakket.
12. 12. - De verwerkingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd besturingsprogramma (5) is aangepast om in een toestand te voorzien die overeenkomt met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie van een gegevenspakket als invoer voor een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van hetzelfde of een ander gegevenspakket.
13. 13. - Verwerkingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd beschrijvend deel is opgemaakt in een opmaaktaal die leesbaar is door zowel mensen als machines.
14. 14. - Verwerkingseenheid volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd algoritmisch deel is opgemaakt in een scripttaal die interpreteerbaar is door zowel mensen als machines.
15. 15. - Een programmeerbaar elektrisch systeem (99) omvattende meerdere adresseerbare elementen (111,112) en een verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies voor het aansturen van genoemd programmeerbaar elektrisch systeem (99).
16. 16. - Een gegevensdrager omvattende een gegevenspakket dat daarop wordt opgeslagen, waarbij genoemde gegevensdrager is aangepast voor interactie met een invoerinterface (6) van een verwerkingseenheid (100) volgens één van conclusies 1 tot en met 14, waarbij genoemd gegevenspakket is aangepast om als

    BE2017/5039 een geïsoleerd gegevenspakket te worden ontvangen door genoemde invoerinterface (6) en om door genoemde invoerinterface (6) te worden geïmporteerd naar genoemde meerdere gegevenspakketten op genoemd opslagmedium (2) van de verwerkingseenheid (100).
17. 17. - Een gegevenstransmissie van een gegevenspakket, waarbij genoemde gegevenstransmissie is aangepast voor interactie met een invoerinterface (6) van een verwerkingseenheid (100) volgens één van conclusies 1 tot en met 14, waarbij genoemd gegevenspakket is aangepast om als een geïsoleerd gegevenspakket te worden ontvangen door genoemde invoerinterface (6) en om door genoemde invoerinterface (6) te worden geïmporteerd naar genoemde meerdere gegevenspakketten op genoemd opslagmedium (2) van de verwerkingseenheid (100).
18. 18. - Werkwijze voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw, waarbij genoemd elektrisch systeem (99) meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat, waarbij de werkwijze omvat:

    het opslaan van meerdere gegevenspakketten op een opslagmedium (2), waarbij elk gegevenspakket een beschrijvend deel en een algoritmisch deel omvat;

    het importeren van een geïsoleerd gegevenspakket, wanneer deze door een invoerinterface (6) van een externe bron wordt ontvangen, naar genoemde meerdere gegevenspakketten op het opslagmedium (2);

    het in Staat stellen van een gebruiker om één van genoemde meerdere gegevenspakketten te selecteren met behulp van een interactie-interface (7). het configureren van een instantie van genoemd geselecteerd gegevenspakket door genoemde gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot genoemd gegevenspakket; en het aansturen van genoemde meerdere adresseerbare elementen (111,112) van genoemd programmeerbaar elektrisch systeem (99) door een besturingsprogramma (5) dat wordt geconfigureerd door genoemde interactie-interface (7), waarbij tijdens de werking van genoemd elektrisch

    BE2017/5039 systeem (99), genoemd algoritmische deel wordt uitgevoerd door een verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door genoemd besturingsprogramma (5), waarbij genoemd beschrijvend deel de keuzes en/of opties definieert met 5 betrekking tot het gegevenspakket dat kan worden geconfigureerd door genoemd interactie-interface (7).
19. 19. - De werkwijze volgens conciusie 18, waarbij elk van genoemde meerdere gegevenspakketten betrekking heeft op een gebruiksscenario en/of een actie, waarbij genoemd algoritmisch deel een uitvoerbare code omvat voor het

    10 implementeren van ten minste één actie die gedrag definieert dat meerdere types elementen koppelt die door genoemd beschrijvend deel worden gedefinieerd.
20. 20. - Een computerprogrammaproduct dat is aangepast voor het uitvoeren van de stappen van een werkwijze volgens conciusie 18 of conciusie 19, wanneer genoemd computerprogrammaproduct op een computer wordt uitgevoerd.

    BE2017/5039