BE1024936B1 - Configuratie van geprogrammeerd gedrag in elektrisch systeem - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw dat meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat. De verwerkingseenheid (100) omvat een opslagmedium (2) dat een bibliotheek van gebruiksscenario's omvat, waarbij elk gebruiksscenario een definitie omvat van meerdere types elementen die zijn vereist voor het gebruiksscenario. Elk gebruiksscenario omvat ook meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag definiëren van elementen van deze types, waarbij elke actie een gedrag definieert van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt. De verwerkingseenheid (100) omvat verder een interactie-interface (7) voor het aan een gebruiker presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gebruiksscenario's in de digitale bibliotheek en om de gebruiker in staat te stellen één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren. Voor elk gebruiksscenario, omvatten de meerdere types elementen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element (111,112) van het programmeerbare elektrische systeem (99) dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

NIKO naamloze vennootschap 9100, SINT-NIKLAAS België (72) Uitvinder(s) :

VELDEMAN Pol

9140TEMSE

België

VAN OVERLOOP Isabelle 9032 WONDELGEM België

ZWANCKAERT Stijn 9770 KRUISHOUTEM België (54) Configuratie van geprogrammeerd g edrag in elektrisch systeem (57) De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw dat meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat. De verwerkingseenheid (100) omvat een opslagmedium (2) dat een bibliotheek van gebruiksscenario's omvat, waarbij elk gebruiksscenario een definitie omvat van meerdere types elementen die zijn vereist voor het gebruiksscenario. Elk gebruiksscenario omvat ook meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag definiëren van elementen van deze types, waarbij elke actie een gedrag definieert van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt. De verwerkingseenheid (100) omvat verder een interactie-interface (7) voor het aan een gebruiker presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gebruiksscenario's in de digitale bibliotheek en om de gebruiker in Staat te stellen één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren. Voor elk gebruiksscenario, omvatten de meerdere types elementen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element (111,112) van het programmeerbare elektrische systeem (99) dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024936 Nummer van indiening: BE2017/5038

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: H04L 12/28 G05B 15/02 G05B 15/00 Datum van verlening: 27/08/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 24/01/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeid in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

NIKO naamloze vennootschap, Industriepark West 40, 9100 SINT-NIKLAAS België;

vertegenwoordigd door

HERTOGHE Kris, Hundeigemsesteenweg 1116, 9820, MERELBEKE;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Configuratie van geprogrammeerd gedrag in elektrisch systeem.

UITVINDER(S):

VELDEMAN Pol, Frans Smetstraat 66, 9140, TEMSE;

VAN OVERLOOP Isabelle, Evergemsesteenweg 92, 9032, WONDELGEM;

ZWANCKAERT Stijn, Deinsesteenweg 73, 9770, KRUISHOUTEM;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 27/08/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5038

Configuratie van geprogrammeerd gedrag in elektrisch systeem

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van geautomatiseerde elektrische Systemen voor gebouwen. Meer in het bijzonder heeft het betrekking op een verwerkingseenheid voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw, een programmeerbaar elektrisch systeem omvattende een dergelijke verwerkingseenheid, een werkwijze voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem in een gebouw en een gerelateerd computerprogrammaproduct.

Achtergrond van de uitvinding

In de techniek is het bekend om softwaregestuurde automatiseringssystemen te gebruiken in gebouwen. De Europese octrooiaanvrage EP 2 482 152 beschrijft bijvoorbeeld een werkwijze waarmee een installateur de werking van een dergelijk automatiseringssysteem kan programmeren. Volgens deze werkwijze kunnen de acties worden gedefinieerd om het gedrag van bestuurbare elementen van het automatiseringssysteem te koppelen aan vooraf bepaalde triggers of invoeren die worden geassocieerd met elementen van het automatiseringssysteem. In een softwaresysteem kan bijvoorbeeld een indeling van het gebouw worden ingevoerd, evenals verschillende invoer- en uitvoereenheden en geprogrammeerde acties daarvan.

Door het gebruik van deze software-interface, hebben installateurs mogelijk meer motivatie om te experimenteren met een breed scala aan beschikbare functies. Niettemin kan het gebeuren dat verschillende intrinsieke functies van de software zelden worden gebruikt, bijvoorbeeld door een gebrek aan bekendheid van de installateur met de minder gebruikt opties en/of vanwege complexe combinaties van elementen van het automatiseringssysteem en de bijbehorende acties die nodig zijn om een specifieke functie uit te voeren, bijvoorbeeld omdat deze invoereenheden, uitvoereenheden en geprogrammeerde acties allemaal afzonderlijk moet worden gedefinieerd of toegevoegd.

BE2017/5038

EP 2 482 150 beschrijft een inrichting voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem in een gebouw. Dit elektrische systeem omvat ten minste één uitvoereenheid en ten minste één invoereenheid, en een opslagmiddel dat een bibliotheek van vooraf gedefinieerde acties omvat. Elke actie definieert een gedrag van één of meer uitvoereenheden als een functie van een status van één of meer invoereenheden. Voor elke actie, worden een bijbehorende beschrijving en de één of meer uitvoereenheden en één of meer invoereenheden die daarmee zijn geassocieerd opgeslagen. Bovendien is er een interactiemiddel geplaatst om aan een gebruiker een overzicht te communiceren van ten minste een deel van de acties, om een gebruiker ten minste één van de betreffende acties te laten selecteren, en om na het selecteren van een bepaalde actie door de gebruiker, de beschrijving daarvan naar een gebruiker te communiceren.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om in goede en efficiente middelen en werkwijzen te voorzien waarmee een gebruiker een geautomatiseerd elektrisch systeem van een gebouw kan configureren en/of herconfigureren.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat er eenvoudig gebruiksscenario's in een elektrisch systeem kunnen worden geconfigureerd, zelfs wanneer deze gebruiksscenario's verschillende types adresseerbare elementen in het geautomatiseerde elektrische systeem, meerdere onderling gerelateerde acties, virtuele invoeren en/of virtuele uitvoeren vereisen.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat er in een gemakkelijke en snelle interface kan worden voorzien om een installateur de mogelijkheid te bieden om een geautomatiseerd elektrisch systeem van een gebouw te configureren.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geautomatiseerd elektrisch systeem gemakkelijk door een installateur, of zelfs door een eindgebruiker, kan worden bijgewerkt, afgestemd en/of veranderd, bijv. na installatie van het systeem.

BE2017/5038

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geautomatiseerd elektrisch systeem gemakkelijk kan worden aangestuurd door een invoertrigger te versturen naar een complex gebruiksscenario, bijvoorbeeld waarin het resulterende gedrag van het geautomatiseerde elektrische systeem afhankelijk is van interne variabele toestanden en/of niet-lineaire en/of nietBooleaanse verwerking van de betreffende invoertoestanden omvat.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een geautomatiseerd elektrisch systeem gemakkelijk kan worden aangestuurd, bijvoorbeeld door via een gebruikersinterface een invoertrigger te versturen naar een gebruiksscenario, zoals een webinterface, een spéciale applicatie voor een mobiele telefoon of tabletinrichting en/of een applicatiespecifieke interface, zoals een speciaal aanraakscherm.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat in een bibliotheek van gebruiksscenario's wordt voorzien die gemakkelijk kan worden uitgebreid met nieuwe gebruiksscenario's en/of waarin gebruiksscenario's gemakkelijk kunnen worden bijgewerkt, bijvoorbeeld zonder dat een update nodig is van de software voor het weergeven van een interactie-interface, die deze bibliotheek gebruikt.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat er in flexibiliteit wordt voorzien bij het ontwikkelen van zulke gebruiksscenario's, bijvoorbeeld door snelle ontwikkelingsiteraties mogelijk te maken die stapsgewijs kunnen worden getest en/of ingezet op live Systemen.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat in compartimentering is voorzien tussen de ontwikkeling van de basissoftware voor het weergeven van een gebruikersinterface en/of voor het aansturen van een geautomatiseerd elektrisch systeem en de ontwikkeling van gebruiksscenario's die worden gedefinieerd door onderling gerelateerde acties met componenten van dit geautomatiseerde elektrische systeem. Het is een verder voordeel dat er gebruiksscenario's ontwikkeld kunnen worden, bijvoorbeeld door installateurs, veldtesters, medewerkers van de klantenservice of hobby-ontwikkelaars, zonder dat

BE2017/5038 de integriteit van de basissoftware van de gebruikersinterface en/of de basisbesturingssoftware van dit elektrische systeem wordt aangetast.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat gebruiksscenario's opnieuw kunnen worden gebruikt in andere geautomatiseerde elektrische Systemen, zodat ze bijvoorbeeld kunnen worden gedeeld tussen installateurs en/of eindgebruikers.

Het bovenstaande doel wordt bereikt door een werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verwerkingseenheid voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw, waarbij het elektrische systeem meerdere adresseerbare elementen omvat. De verwerkingseenheid omvat een opslagmedium dat een bibliotheek omvat van gebruiksscenario's. Elk gebruiksscenario omvat een definitie van meerdere types elementen die zijn vereist voor dat gebruiksscenario. Elk gebruiksscenario omvat verder meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag van elementen van de types definieren. Elke actie definieert een gedrag van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt.

De verwerkingseenheid omvat verder een interactie-interface om een gebruiker een overzicht te presenteren van ten minste een deel van de gebruiksscenario's in de bibliotheek, om de gebruiker in Staat te stellen één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren en voor het configureren van een instantie van het geselecteerde gebruiksscenario door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gebruiksscenario. Voor elk gebruiksscenario omvatten de meerdere types ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element van het programmeerbare elektrische systeem dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt. De meerdere types kunnen bijvoorbeeld een type adresseerbaar element omvatten van het programmeerbare

BE2017/5038 elektrische systeem dat in Staat is te fungeren als een invoerknooppunt en/of tenminste een virtueel invoerknooppunt. De meerdere types kunnen ook een type adresseerbaar element omvatten van het programmeerbare elektrische systeem dat in Staat is te fungeren als een uitvoerknooppunt en/of tenminste een virtueel uitvoerknooppunt.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een gebruiksscenario ook een definitie omvatten van ten minste één type elementen die eventueel gebruikt kunnen worden voor dat gebruiksscenario.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een gebruiksscenario ook een definitie omvatten van een toegestaan aantal, of een toegestaan bereik van het aantal, elementen van ten minste één type die zijn vereist voor en/of die eventueel gebruikt kunnen worden voor dat gebruiksscenario.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de interactie-interface worden aangepast voor het presenteren van een weergave van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem aan de gebruiker.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de interactie-interface worden aangepast voor het aan de gebruiker communiceren van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.

In een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de stap van het configureren het presenteren van een weergave van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem aan de gebruiker omvatten, waarbij de meerdere types elementen voor het geselecteerde gebruiksscenario aan de gebruiker worden gecommuniceerd, en de gebruiker in Staat wordt gesteld om elementen in de weergave van de indeling te selecteren die corresponderen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.

BE2017/5038

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de interactie-interface zijn aangepast om te voorzien in een beschrijving van de meerdere types elementen aan de gebruiker, voor het beschrijven van een functie, een gebruik, een uiterlijk en/of mogelijke uitvoeringsvormen van het type.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de bibliotheek, voor ten minste één gebruiksscenario, een definitie omvatten van ten minste één interne variabele die wordt gebruikt voor het implementeren van de meerdere onderling gerelateerde acties van dat ten minste één gebruiksscenario.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de bibliotheek, voor ten minste één gebruiksscenario, een definitie omvatten van ten minste één parameter die wordt gebruikt voor het implementeren van de meerdere onderling gerelateerde acties van het ten minste één gebruiksscenario.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de bibliotheek, voor ten minste één gebruiksscenario, een uitvoerbare code omvatten voor het implementeren van ten minste één actie van de onderling gerelateerde acties die het gedrag definieren.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de bibliotheek, voor ten minste één gebruiksscenario, een beschrijvend deel omvatten voor het definieren van een interface om te beschrijven hoe de gebruiker kan communiceren met het gebruiksscenario door middel van de interactie-interface, en een algoritmisch deel dat de uitvoerbare code omvat.

Een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan een besturingsprogramma omvatten voor het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen van het programmeerbare elektrische systeem, waarbij het besturingsprogramma kan worden geconfigureerd door de interactieinterface.

Ί

ΒΕ2017/5038

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het algoritmische deel worden uitgevoerd, tijdens de werking van het elektrische systeem, door de verwerkingseenheid wanneer die wordt aangeroepen door het besturingsprogramma.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het besturingsprogramma worden aangepast om in een toestand te voorzien die overeenkomt met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie van een gebruiksscenario als invoer voor een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van hetzelfde of een ander gebruiksscenario.

In een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan elk gebruiksscenario een beschrijving daarvan omvatten. Bovendien kan de interactie-interface worden aangepast om de beschrijving van het geselecteerde gebruiksscenario aan de gebruiker te communiceren.

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen ook betrekking hebben op een programmeerbaar elektrisch systeem omvattende meerdere adresseerbare elementen en een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding voor het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem.

In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem in een gebouw, waarbij het elektrische systeem meerdere adresseerbare elementen omvat en een verwerkingseenheid voor het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem. De werkwijze omvat de toegang tot een digitale bibliotheek van gebruiksscenario's. Elk gebruiksscenario omvat een definitie van meerdere types elementen die zijn vereist voor dat gebruiksscenario. Elk gebruiksscenario omvat meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag van elementen van de types definieren. Elke actie definieert een gedrag van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt. De werkwijze omvat ook het aan een gebruiker presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de

BE2017/5038 gebruiksscenario's, die in de digitale bibliotheek beschikbaar zijn. De werkwijze omvat ook het in Staat stellen van de gebruiker om één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren en het configureren van een instantie van het geselecteerde gebruiksscenario door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gebruiksscenario. Voor elk opgeslagen gebruiksscenario omvatten de meerdere types ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element van het programmeerbare elektrische systeem dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.

In een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de stap van het configureren het in Staat stellen van de gebruiker om een parameterwaarde van een parameter te configureren van het geselecteerde gebruiksscenario omvatten, waarbij de parameter kan worden gedefinieerd door een definitie die is opgeslagen in de digitale bibliotheek voor het gebruiksscenario.

In een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de stap van het configureren het presenteren van een weergave van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem aan de gebruiker omvatten, waarbij de meerdere types elementen voor het geselecteerde gebruiksscenario aan de gebruiker worden gecommuniceerd, en de gebruiker in Staat wordt gesteld om elementen in de weergave van de indeling te selecteren die overeenkomen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.

In een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de digitale bibliotheek, voor ten minste één gebruiksscenario, een uitvoerbare code omvatten voor het implementeren van ten minste één actie van de onderling gerelateerde acties die het gedrag definiëren, en kan de werkwijze het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen omvatten van het programmeerbare elektrische systeem met de geconfigureerde instantie.

In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een computerprogrammaproduct dat is aangepast voor het uitvoeren van de stappen van

BE2017/5038 een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van het tweede aspect van de onderhavige uitvinding, wanneer het computerprogrammaproduct op een computer wordt uitgevoerd.

Bepaalde en voorkeursaspecten van de uitvinding worden uiteengezet in de bijgaande onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en voor zover van toepassing met kenmerken van andere onafhankelijke conclusies.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden uit en toegelicht worden met verwijzing naar de uitvoeringsvorm(en) die hierna worden beschreven.

Korte beschrijving van de tekeningen

AFB. 1 illustreert een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

AFB. 2 illustreert schematisch een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

AFB. 3 illustreert een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

AFB. 4 toont een lijst die wordt gepresenteerd in de vorm van een boom met een geëxpandeerd knooppunt in een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

AFB. 5 toont een ander geëxpandeerd knooppunt in een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

AFB. 6 toont een weergave van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem in een illustratief gebruikersinterfacescherm met betrekking tot uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

AFB. 7 illustreert een toestand die correspondeert met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste gebruiksscenario dat als een invoer wordt voorzien aan een virtueel

BE2017/5038 invoerknooppunt van een tweede instantie van een gebruiksscenario, volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

De tekeningen zijn uitsluitend schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan de afmeting van sommige elementen voor illustratieve doeleinden zijn overdreven en niet op schaal zijn getekend.

Eventuele verwijzingstekens in de conclusies mögen niet worden opgevat als beperkend voor de beschermingsomvang.

In de verschillende tekeningen hebben dezelfde verwijzingstekens betrekking op dezelfde of analoge elementen.

Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen

De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, maar de uitvinding is niet daartoe beperkt, uitsluitend door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn uitsluitend schematisch en zijn niet beperkend. In de tekeningen kan de afmeting van sommige elementen voor illustratieve doeleinden zijn overdreven en niet op schaal zijn getekend. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet overeen met werkelijke reducties uit de praktijk van de uitvinding.

Bovendien worden de termen eerste, tweede en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een sequentie, hetzij tijdelijk, ruimtelijk, in rangschikking of op een andere wijze. Het is wel verstaan dat de op deze wijze gebruikte termen onder gepaste omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de hierin beschreven uitvinding in andere sequenties kunnen werken dan hierin is beschreven of geïllustreerd.

Bovendien worden de termen boven, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijk voor het beschrijven van relatieve posities. Het is wel verstaan dat de op deze wijze gebruikte termen onder gepaste omstandigheden onderling verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de hierin beschreven uitvinding in andere oriëntaties kunnen werken dan hierin is beschreven of geïllustreerd.

BE2017/5038

Er dient te worden opgemerkt dat de term omvattend, zoals gebruikt in de conclusies, niet mag worden opgevat als beperkend voor het middel dat daarna is vermeld; het sluit geen andere elementen of stappen uit. Het moet dus worden gei'nterpreteerd als het specificeren van de aanwezigheid van de genoemde kenmerken, gehele gefallen, stappen of componenten waarnaar wordt verwezen, maar zonder de aanwezigheid of toevoeging uit van één of meer andere kenmerken, gehele gefallen, stappen of componenten, of groepen daarvan uit te sluiten. Dus moet de omvang van de uitdrukking een inrichting omvattende middelen A en B niet worden beperkt tot inrichtingen die uitsluitend bestaan uit componenten A en B. Het betekent dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten van de inrichting A en B zijn.

De verwijzing in deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een bepaalde eigenschap, structuur of kenmerk die in verband met de uitvoeringsvorm is beschreven in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen. Dus verwijzen verschijningen van de uitdrukkingen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op verschillende plekken in deze specificatie niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvormen, maar dat kan wel. Bovendien kunnen de bepaalde eigenschappen, structuren of karakteristieken op elke geschikte wijze gecombineerd worden, zoals voor een deskundige in het vakgebied duidelijk zal zijn vanuit deze openbaarmaking, in één of meer uitvoeringsvormen.

Evenzo moet worden begrepen dat in de beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van illustratieve uitvoeringsvormen van de uitvinding, verschillende eigenschappen van de uitvinding soms gegroepeerd worden in één uitvoeringsvorm, afbeelding of beschrijving daarvan ten behoeve van het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen begrijpen van één of meer van de verschillende inventieve aspecten uitvinding. Deze werkwijze van openbaarmaking mag echter niet worden opgevat als een intentie dat de geconcludeerde uitvinding meer eigenschappen vereist dan uitdrukkelijk in elke conclusie is opgenomen. In plaats daarvan, zoals de volgende conclusies aangeven, liggen de inventieve aspecten

BE2017/5038 in minder dan alle eigenschappen van één voorgaande openbaargemaakte uitvoeringsvorm. Dus worden de conclusies na de gedetailleerde beschrijving hierbij uitdrukkelijk opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, waarbij elke conclusie op zichzelf Staat als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Bovendien, hoewel sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen enkele maar geen andere eigenschappen omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, zijn combinaties van eigenschappen van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om binnen de omvang van de uitvinding te vallen en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals door deskundigen zal worden begrepen. In de volgende conclusies kan elk van de geconcludeerde uitvoeringsvormen bijvoorbeeld in elke combinatie gebruikt worden.

In de hierin gegeven beschrijving worden verschillende specifieke details uiteengezet. Het is echter welteverstaan dat uitvoeringsvormen van de uitvinding zonder deze specifieke details uitgevoerd kunnen worden. In andere gevallen zijn algemeen bekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail afgebeeld om het begrip van deze beschrijving niet onduidelijk te maken.

In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verwerkingseenheid voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem van een gebouw. Het elektrische systeem omvat meerdere adresseerbare elementen.

Verwijzend naar AFB. 1, kunnen uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding ook betrekking hebben op het programmeerbare elektrische systeem 99 omvattende de meerdere adresseerbare elementen 111,112 en een verwerkingseenheid 100, volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Een dergelijk programmeerbaar elektrisch systeem 99 kan bijvoorbeeld een communicatie-infrastructuur omvatten voor het doorgeven van besturingsinformatie van een adresseerbaar element 111 met invoermogelijkheden naar de verwerkingseenheid 110 en van de verwerkingseenheid 100 naar een adresseerbaar element 112 met uitvoermogelijkheden.

BE2017/5038

De verwerkingseenheid 100 kan één of meer centrale of decentrale processors 105 omvatten. De verwerkingseenheid 100 kan een communicatiebus 120 omvatten. Een adresseerbaar element 111,112 kan werkzaam aan de communicatiebus 120 worden verbonden, bijvoorbeeld door een communicatiemodule 113 die is geïntegreerd in het adresseerbare element 111. Een adresseerbaar element 111,112 kan worden verbonden met, bijvoorbeeld rechtstreeks met kabel worden aangesloten op, een invoer/uitvoer-module 101 om te voorzien in een interface tussen het adresseerbare element 111,112 en de communicatiebus 120.

De verwerkingseenheid 100 kan zijn omvat in een centrale besturingskast, of kan daarin zijn opgenomen. In een dergelijke centrale besturingskast kan ook een invoer/uitvoer-module 101 zijn omvat.

De verwerkingseenheid 100 kan bijvoorbeeld geconfigureerd worden met behulp van een configuratieterminal 140, bijvoorbeeld een computer, een smartphone, een tablet of een speciaal toestel met aanraakscherm. Een gegevenscommunicatienetwerk 130, zoals een bekabelde of draadloze ethernetverbinding, kan de verwerkingseenheid 100 bijvoorbeeld verbinden met de configuratieterminal 140. De verwerkingseenheid 100 kan bijvoorbeeld een grafische gebruikersinterface 150 weergeven op de configuratieterminal 140.

AFB. 2 illustreert schematisch een verwerkingseenheid 100 volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

De verwerkingseenheid 100 omvat een opslagmedium 2, zoals een gegevensgeheugen, bijvoorbeeld een RAM, ROM of FLASH-geheugen, een solid stateharde schijf, een harde schijf met magnetische opslag, of soortgelijke media die geschikt zijn voor het opslaan van digitale gegevens op een direct toegankelijke wijze om de verwerkingseenheid 100, bijvoorbeeld een centrale verwerkingseenheid of gedistribueerde verwerkingseenheid, in Staat te stellen om de opgeslagen gegevens op het opslagmedium 2 te lezen.

De verwerkingseenheid 100 kan een besturingsprogramma 5 omvatten voor het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99, waarbij het besturingsprogramma 5 kan

BE2017/5038 worden geconfigureerd door de interactie-interface, zoais hieronder verder wordt beschreven. Het besturingsprogramma 5 kan worden geconfigureerd om te communiceren met de meerdere adresseerbare elementen 111,112 met behulp van de communicatiebus 120.

In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het besturingsprogramma 5 worden aangepast om in een toestand te voorzien die overeenkomt met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie van een gebruiksscenario als een invoer voor een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van een gebruiksscenario, waarin beide instanties bijvoorbeeld instanties kunnen zijn van dezelfde of van verschillende gebruiksscenario's. Met behulp van de interactie-interface kan bijvoorbeeld een koppeling worden geconfigureerd tussen een virtueel uitvoerknooppunt en een virtueel invoerknooppunt, zoais hieronder verder wordt beschreven. Met verwijzing naar AFB. 7, kan programmalogica, bijvoorbeeld een algoritme, die wordt geassocieerd met een eerste gebruiksscenario 71 een uitvoer genereren die beschikbaar kan worden gemaakt aan een tweede gebruiksscenario 72 in de vorm van een invoer voor programmalogica die wordt geassocieerd met het tweede gebruiksscenario. Deze relatie tussen instanties van respectievelijk het eerste gebruiksscenario en het tweede gebruiksscenario kan worden geconfigureerd door het verbinden van een virtueel uitvoerknooppunt 73, dat representatief is voor de uitvoer die wordt gegenereerd door de programmalogica van het eerste gebruiksscenario 71, aan een virtueel invoerknooppunt 74 voor het tweede gebruiksscenario 72.

De verwerkingseenheid 100 omvat een opslagmedium dat een bibliotheek omvat van gebruiksscenario's. Een gebruiksscenario, kan betrekking hebben op een gegevensconcept, bijvoorbeeld een gecombineerd gegevens- en softwareconcept, voor het combineren van logica en configureerbare eigenschappen om in een makkelijk te gebruiken interface te voorzien, bijvoorbeeld een wizard of begeleide actie. De selectie van een dergelijk gebruiksscenario in de interactie-interface 7 kan een instantie creëren van zo een gebruiksscenario, bijvoorbeeld kan het gebruiksscenario associëren met geschikte adresseerbare elementen 111,112 in het

BE2017/5038 programmeerbare elektrische systeem 99 en kan eventueel parameters configureren voor het afstemmen van het geïnstantieerde gebruiksscenario. Het besturingsprogramma 5 kan worden aangepast voor het uitvoeren van programmalogica die wordt geassocieerd met een gebruiksscenario, waarbij deze programmalogica wordt uitgevoerd door toepassing van invoeren en/of uitvoeren van de adresseerbare elementen 111,112 die worden geassocieerd met de programmalogica volgens een instantie daarvan, door parameterwaarden toe te passen die zijn toegewezen aan parameters van het gebruiksscenario volgens de instantie, door interne variabelen bij te houden die aan de instantie van het gebruiksscenario zijn toegewezen en/of door toestandsinformatie te routeren tussen instanties van gebruiksscenario's met behulp van koppelingen tussen virtuele invoerknooppunten en virtuele uitvoerknooppunten.

Een gebruiksscenario kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een stemmingsgedrag, of een stemmingsgedrag op metaniveau, bijvoorbeeld stemming van stemmingsgedrag. In een ander voorbeeld kan een gebruiksscenario betrekking hebben op een 'eenvoudig alles-uit'-actie, voor het uitschakelen van alle relevante bestuurbare inrichtingen, bijvoorbeeld het uitschakelen van lampen, mediaapparaten, keukenapparatuur en/of het sluiten van gordijnen of rolluiken. Een gebruiksscenario kan betrekking hebben op een soortgelijke 'alles-uit'-actie, maar met het kenmerk van een aanvullende wegloophulp, bijvoorbeeld voor het verlichten van een pad bij het verlaten van het gebouw of bij terugtrekking naar een slaapkamer. Een dergelijk gebruiksscenario kan bijvoorbeeld een regelbare parameter daarmee geassocieerd hebben voor het selecteren van een time-out voor de wegloophulp-modus.

Een gebruiksscenario kan ook betrekking hebben op een complex gedrag dat in Staat is om rekening te houden met verschillende uitvoeringsvormen van een bepaald type adresseerbaar element 111,112 bij het definieren van een gedrag. Een gebruiksscenario kan bijvoorbeeld een bewegingsdetector definieren die kan omgaan met verschillende modellen en types sensoren voor het produceren van een gestandaardiseerde uitvoertrigger die een beweging en/of aanwezigheid van een

BE2017/5038 persoon aangeeft, bijvoorbeeld in de vorm van een toestand van een virtueel uitvoerknooppunt dat wordt voorzien door een instantie van het gebruiksscenario. Een gebruiksscenario met een bewegingsdetector kan bijvoorbeeld worden aangepast voor het verwerken van een invoer die wordt voorzien door een miniatuur passieve infra rood (PIR) sensor voor het verwerken van een invoer die wordt voorzien door een PIR-buitensensor, en/of voor het verwerken van een invoer van een miniatuur PIR-binnenwandsensor. Bovendien kan een gebruiksscenario met een bewegingsdetector worden aangepast voor het verwerken van een invoer die wordt voorzien door andere sensorinrichtingen, bijvoorbeeld een camerasysteem, bijvoorbeeld een bewakingscamera, een laserdiodepoort, een ultrasoon bereikdetector, een laserafstandsmeter of soortgelijke sensorinrichtingen die kunnen worden gebruikt voor het aangeven van de aanwezigheid of afwezigheid van een persoon.

Verschillende gebruiksscenario's kunnen bijvoorbeeld zijn aangepast voor de omgang met verschillende types van deze sensor en het genereren van een gestandaardiseerd (virtueel) uitvoersignaal die onderling verwisselbaar kan worden gebuikt door een ander gebruiksscenario die dergelijke gestandaardiseerde invoer van een bewegingssensor vereist. Als alternatief kan een gebruiksscenario worden aangepast voor het vereisen van een generieke invoer van een bewegingssensor, en kan het zijn gedrag aanpassen afhankelijk van de specifieke implementatie van de generieke bewegingssensor die is toegewezen door de generieke invoer.

Een gebruiksscenario kan ook betrekking hebben op, bijvoorbeeld, een aanwezigheidssimulatie, bijvoorbeeld aangepast voor het aansturen van verlichting, gordijnen, rolluiken en/of andere adresseerbare elementen om de aanwezigheid van een bewoner of gebruiker in zijn of haar afwezigheid te simuleren. Het is een verder voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat complex gedrag eenvoudig gei'mplementeerd kan worden, bijvoorbeeld wanneer zulk complex gedrag een complex besturingsalgoritme kan vereisen, bijvoorbeeld om te voorzien in gerandomiseerd of beperkt stochastisch gedrag. Een aanwezigheidssimulatie kan bijvoorbeeld worden aangepast om toezicht te houden op de activiteit van lampen en

BE2017/5038 andere inrichtingen die van belang zijn voor het elektrische systeem 99 wanneer de gebruiker aanwezig is, en gebruik te maken van de verzamelde statistische gegevens om een gerandomiseerd gedragspatroon te genereren dat proportioneel is aan een kansverdeling dat bij normale gedragspatronen past wanneer de gebruiker aanwezig is.

Een gebruiksscenario kan betrekking hebben op een toegangscontrolescenario, bijvoorbeeld voor het configureren van een toegangsverificatie met behulp van een Videostation voor de buitendeur. Een ander toegangscontrolescenario kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een belknopconfiguratie van een dergelijk videodeurstation. Een ander toegangscontrolescenario zou betrekking kunnen hebben op een bellen-en-binnentreden actie, die bijvoorbeeld kan worden geactiveerd door een telefoonnetwerkinterface en/of door het activeren van een virtueel invoerknooppunt dat direct gebruik maakt van een netwerk of internetverbinding naar de besturingseenheid.

Een ander illustratief gebruiksscenario kan betrekking hebben op een alarm. Zo een alarmscenario kan verschillende types adresseerbare elementen definieren om als invoeren te fungeren. Er kan bijvoorbeeld een generieke drukknop zijn vereist voor het aansturen en in- en uitschakelen van het alarm. Deze generieke drukknop kan ook worden gei'mplementeerd als een virtueel invoerknooppunt, dat bijvoorbeeld kan worden geactiveerd met behulp van een aanraakinterface of door een uitvoer van een ander gebruiksscenario.

Er kan eventueel in een virtueel invoerknooppunt zijn voorzien om het alarm te activeren, bijvoorbeeld het ontvangen van een uitvoer van een aanraakinterface, bijvoorbeeld een paniekknop, of het ontvangen van een uitvoer van een ander gebruiksscenario.

Voor het activeren van het alarm als antwoord op een gedetecteerde beweging, kan een bewegingsdetector zijn vereist, zoals een gebruiksscenario met een virtueel uitvoerknooppunt van de bewegingsdetector. Er kan een deurcontacttrigger zijn vereist, of eventueel zijn inbegrepen, voor het activeren van het alarm als antwoord op het openen van een deur. Er kan een lamp nodig zijn, of

BE2017/5038 eventueel zijn inbegrepen, om te worden ingeschakeld tijdens een vooralarmfase. Er kan een lamp nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om te worden ingeschakeld wanneer het alarm wordt geactiveerd. Er kan een lamp nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om te knipperen wanneer het alarm wordt geactiveerd. Er kan een motor nodig zijn, of eventueel zijn inbegrepen, om de rolluiken aan te drijven wanneer het alarm wordt geactiveerd. Zulke gebruiksscenario's kunnen verdere parameters definiëren die tijdens de configuratie door de gebruiker kunnen worden gewijzigd. Een Booleaanse waardeparameter kan bijvoorbeeld een voorkeur aangeven voor het openen of sluiten van verbonden rolluiken als antwoord op het activeren van het alarm. Er kunnen in een dergelijk scenario parameters worden opgenomen voor het aansturen van bijvoorbeeld een tijd tussen het activeren van het alarm en een geactiveerde toestand van het alarm, een tijd tussen het detecteren van een indringer en het activeren van een alarmtoestand, een onderbreking gedurende welke de alarmtoestand actief blijft, een alarmtekenreeks, bijvoorbeeld om via een push-notificatie naar een aanraakinterface of smartphone-app te sturen en/of een knipperperiode. Bovendien kunnen de toestanden van het alarm, bijvoorbeeld inactief, actief en geactiveerd, worden blootgesteld via een virtueel uitvoerknooppunt.

Elk gebruiksscenario omvat een definitie van meerdere types elementen die zijn vereist voor dat gebruiksscenario.

Elk gebruiksscenario omvat verder meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag definiëren van elementen van de gedefinieerde types, waarbij elke actie een gedrag definieert van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt.

De meerdere types elementen omvatten ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99 dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of als een uitvoerknooppunt.

BE2017/5038

Een type element kan bijvoorbeeld een virtueel invoertype omvatten, waarbij dit virtuele invoertype virtueel kan zijn verbonden aan een virtuele uitvoer van een ander, of zelfs van hetzelfde, gebruiksscenario. Op dezelfde wijze kan een type element een virtueel uitvoertype omvatten, waarbij dit virtuele uitvoertype virtueel kan zijn verbonden aan een virtuele invoer van een ander, of zelfs van hetzelfde, gebruiksscenario. Het gebruik van virtueel verwijst naar de configuratie van een koppeling tussen een uitvoertoestand en een invoertoestand zonder directe tussenkomst van een adresseerbaar element van het programmeerbare elektrische systeem 99, bijvoorbeeld verschillend van de verwerkingseenheid 100 die in Staat is te fungeren als een invoer/uitvoer-knooppunt.

Een type element kan een adresseerbaar element 111 van het programmeerbare elektrische systeem 99 omvatten dat in Staat is te fungeren als een invoerknooppunt om een invoer te voorzien aan de verwerkingseenheid 100, zoals een knop, een thermostaat, een sensor, of een soortgelijke inrichting die een waarde kan uitvoeren die relevant is voor het automatiseren van een elektrisch systeem 99 van een gebouw, zoals een domoticasysteem. Het type element kan zijn georganiseerd in een hiérarchie van types, het type element kan bijvoorbeeld zijn gespecificeerd als een algemene waardeverstrekker, zoals een geheel getalverstrekker, of meer specifiek als Booleaanse uitvoerverstrekker, meer specifiek bijvoorbeeld als een knop met twee toestanden, of nog specifieker als een vooringestelde knop met twee toestanden of een niet-vooringestelde knop met twee toestanden.

Een type element kan een adresseerbaar element 112 van het programmeerbare systeem 99 omvatten dat in Staat is om te fungeren als een uitvoerknooppunt voor het ontvangen van een uitvoer die is voorzien door de verwerkingseenheid 100, zoals een lamp, een verwarmingselement, een aandrijvingselement voor het bewegen van lamellen of een gordijn, een ventilatieeenheid of andere van dergelijke bekende elementen voor gebruik in het elektrische systeem 99 van een gebouw. Het type element kan zijn georganiseerd in een hiérarchie van types, waarbij het type element bijvoorbeeld kan zijn gespecificeerd

BE2017/5038 als een lamp, meer in het bijzonder als een dimbare lamp, meer in het bijzonder als een dimbare en kleur-configureerbare RGB-Iamp.

Elk gebruiksscenario kan verder een beschrijving van het gebruiksscenario omvatten. Deze beschrijving kan bijvoorbeeld een beschrijving omvatten die het doel en/of gedrag van de onderling gerelateerde acties verklaart, bijvoorbeeld een beschrijving van het gedrag van de meerdere onderling gerelateerde acties als een gecoördineerd geheel.

Het gebruiksscenario kan ook een beschrijving omvatten van ten minste enkele van de types elementen die daarin zijn gedefinieerd.

Sommige, of zeifs alle, gebruiksscenario's in de bibliotheek kunnen een definitie omvatten van ten minste één interne variabele die wordt gebruikt voor het implementeren van de meerdere onderling gerelateerde acties van het ten minste één gebruiksscenario.

Bovendien kan, in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, een interne variabele als leesbaar worden gemarkeerd vanuit instanties van andere gebruiksscenario's. De interne variabele kan bijvoorbeeld worden geëxporteerd in de vorm van een virtueel uitvoerknooppunt, wanneer de verwerkingseenheid 100 het gebruiksscenario verwerkt, bijvoorbeeld door een besturingsprogramma 5 die op de verwerkingseenheid 100 wordt uitgevoerd. De interne variabele kan bijvoorbeeld worden blootgesteld via een verklaring van een getter-functie die kan worden aangeroepen van buiten de context van het gebruiksscenario om een waarde te retourneren die de toestand van de interne variabele vertegenwoordigt.

Sommige, of zeifs alle, gebruiksscenario's in de bibliotheek kunnen een definitie omvatten van ten minste één parameter die wordt gebruikt voor het implementeren van de meerdere onderling gerelateerde acties van het ten minste één gebruiksscenario.

Het gebruiksscenario kan ook een definitie van een standaardwaarde omvatten voor de ten minste één parameter, een parametergegevenstype van de ten minste één parameter en/of een toegestaan parameterbereik voor de ten minste één parameter. Het gebruiksscenario kan ook een definitie van een standaardwaarde

BE2017/5038 omvatten voor de interne variabele en/of een gegevenstype van een interne variabele van de ten minste één interne variabele.

Een parameter of interne variabele kan bijvoorbeeld een bijbehorend parametertype of intern variabeletype hebben dat daarmee wordt geassocieerd, bijvoorbeeld selecteerbaar uit een aantal mogelijke parametertypes, die een geheeltallige waarde kunnen omvatten, bijvoorbeeld voor het aangeven van een lichtintensiteitswaarde, een telling, zoals een Booleaans type, een tekenreeks, bijvoorbeeld een alarmtekenreeks zoals gebouw Staat in brand, een tijd, zoals een vertraging, een kalenderobject of andere gegevenstypes die bekend zijn in het vakgebied.

In andere woorden kan een gebruiksscenario deze interne of interne variabelen, en/of deze parameter of parameters eventueel definieren. Overeenkomstig kan het opslagmedium 2 worden aangepast voor het opslaan van zulke optionele informatie en/of kan de interactie-interface worden aangepast voor het ophalen van zulke optionele informatie en rekening houden met deze optionele informatie.

Het gebruiksscenario kan uitvoerbare code omvatten voor het implementeren van tenminste één, bijvoorbeeld elke, actie van de onderling gerelateerde acties die het gedrag definieren. Zulke uitvoerbare code kan bijvoorbeeld worden opgeslagen in een machinetaal die direct uitvoerbaar is door de verwerkingseenheid 100, in een byte-code-opmaak die uitvoerbaar is door de verwerkingseenheid 100 in samenwerking met een tussenliggende compiler, zoals een just-in-time compiler, en/of in een door mensen leesbare computertaal die kan worden uitgevoerd door de verwerkingseenheid 100 in samenwerking met een interpreter of scriptverwerker. De uitvoerbare code kan worden aangepast voor het berekenen van een uitvoertoestand voor de ten minste één van de elementen die fungeert als uitvoerknooppunt voor de actie, waarbij rekening wordt gehouden met een toestand van de ten minste één van de elementen die fungeert als invoerknooppunt voor de actie. De uitvoerbare code kan bovendien worden aangepast om rekening te houden met een parameterselectie voor de ten minste één parameter wanneer de uitvoertoestand wordt berekend. De

BE2017/5038 uitvoerbare code kan worden aangepast om rekening te houden met een waarde van de ten minste één interne variabele wanneer de uitvoertoestand wordt berekend. De uitvoerbare code kan worden aangepast voor het veränderen van een waarde van de ten minste één interne variabele wanneer de uitvoertoestand wordt berekend.

De uitvoerbare code kan elke actie afzonderlijk implementeren, bijvoorbeeld als een functie, procedure, codeblok of codeobject dat de uitvoertoestand bepaalt voor het/de element(en) die fungeren als uitvoerknooppunt voor die actie, of kan ten minste enkele onderling gerelateerde acties, samen implementeren, bijvoorbeeld als een functie, procedure, codeblok of codeobject, voor het bepalen van een uitvoertoestand voor ten minste één element dat fungeert als uitvoerknooppunt voor ten minste één van de onderling gerelateerde acties.

Het gebruiksscenario kan aan zwarte doos-concept volgen, waarbij een beschrijvend deel een interface definieert voor het beschrijven hoe een gebruiker met het gebruiksscenario kan communiceren via de interactie-interface 7, dat hieronder verder is beschreven, en waarbij een algoritmisch deel, bijvoorbeeld de uitvoerbare code, de onderling gerelateerde acties of delen daavan definieert. Bij de werking van het elektrische systeem 99 kan het algoritmische deel bijvoorbeeld worden uitgevoerd door de verwerkingseenheid 100, bijvoorbeeld worden aangeroepen door een besturingsprogramma 5 dat is geconfigureerd door de interactie-interface 7.

De verwerkingseenheid 100 omvat verder een interactie-interface 7 voor het aan een gebruiker presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gebruiksscenario's die in de digitale bibliotheek beschikbaar zijn. De interactieinterface 7 kan bijvoorbeeld verbinding maken met het gegevenscommunicatienetwerk 130, bijvoorbeeld via een bekabelde of draadloze ethernetverbinding. De interactie-interface 7 kan de verwerkingseenheid 100 bijvoorbeeld verbinden aan een configuratieterminal 140. De interactie-interface 7 kan een grafische gebruikersinterface 150 weergeven op de configuratieterminal 140.

De interactie-interface 7 is verder aangepast om de gebruiker in Staat te stellen één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren. De interactie23

BE2017/5038 interface 7 kan de gebruiker bijvoorbeeld in Staat stellen om een gebruiksscenario te selecteren uit een lijst van beschikbare gebruiksscenario's, in overeenstemming met de inhoud van de bibliotheek. Deze lijst kan een volledige lijst zijn of kan zijn gefilterd, bijvoorbeeld door het toepassen van zoektermen, labels of het gebruik van een hierarchisch bladersysteem, bijvoorbeeld door het expanderen van onderdelen van een boom waarin de gebruiksscenario's zijn georganiseerd. De bibliotheek kan bijvoorbeeld eventueel, voor elk gebruiksscenario, corresponderende labels, doorzoekbare tekenreeksen of identificators opslaan voor het aangeven van een positie in een hierarchisch navigatiesysteem, bijvoorbeeld een moederknoopidentificator in een dergelijke boom. Het gebruiksscenario kan in een grafische gebruikersinterface 150 aan de gebruiker worden gepresenteerd, bijvoorbeeld als onderdeel van een dergelijke lijst. Deze presentatie kan de weergave van een pictogram of monogram omvatten, bijvoorbeeld met behulp van een pictogram of monogram in combinatie met een tekenreeksidentificator. Dergelijke pictogrammen of monogrammen kunnen eventueel in de bibliotheek worden opgeslagen voor elk van de gebruiksscenario's. Als alternatief kan een pictogram of monogram worden weergegeven die wordt geassocieerd met een moederknooppunt in een hierarchische structuur, of een set van pictogrammen of monogrammen die wordt geassocieerd met een pad van moeder- en voorouderlijke knooppunten. Zo een pictogram of monogram die wordt geassocieerd met een moeder- en voorouderlijk knooppunt kan bijvoorbeeld afzonderlijk van de bibliotheek worden opgeslagen, bijvoorbeeld als een afzonderlijk gei'ndexeerd bestand of tabel in de opslag 2.

Verwijzend naar AFB. 3, is een illustratief gebruikersinterfacescherm 300, bijvoorbeeld een venster, dialoogvenster of onderdeel daarvan, afgebeeld die door de interactie-interface 7 aan de gebruiker 7 kan worden gepresenteerd. De interactieinterface 7 kan de gebruiker in Staat stellen om een gebruiksscenario te selecteren uit een lijst 301 van beschikbare gebruiksscenario's, in overeenstemming met de inhoud van de bibliotheek. Deze lijst kan worden gefilterd, bijv. met behulp van ten minste één filterstuurelement 302. Zoals is weergeven in AFB. 3 en AFB. 4, kan de lijst

BE2017/5038 worden gepresenteerd in de vorm van een boom met ingeklapte knooppunten die expandeerbaar zijn om de kindknooppunten van een geseiecteerd moederknooppunten 303 weer te geven. In het voorbeeld dat is weergeven in AFB. 3 en AFB. 4, kan een moederknooppunt 303, bijvoorbeeld 'overig', ten minste één kindknooppunt 304 hebben, bijvoorbeeld 'vrije start-stop actie'. In een ander voorbeeld dat is weergeven in AFB. 5, kan een ander moederknooppunt 303 worden geëxpandeerd, bijvoorbeeld 'alles-uit', kan worden geëxpandeerd om twee kindknooppunten 304 te onthullen, bijv. 'eenvoudig alles-uit' en 'geavanceerd allesuit'.

De interactie-interface 7 kan bijvoorbeeld worden aangepast voor het communiceren van een beschrijving 305, bijvoorbeeld opgeslagen in de bibliotheek, van een geseiecteerd gebruiksscenario aan de gebruiker, bijvoorbeeld een beschrijving 305 zoals hierboven is beschreven.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast voor het communiceren van de meerdere types elementen die zijn vereist voor een geseiecteerd gebruiksscenario, bijvoorbeeld opgeslagen in de bibliotheek, aan de gebruiker. De interactie-interface 7 kan worden aangepast om te voorzien in een beschrijving 305 van deze types elementen, bijv. beschrijvende functie, visuele weergave, gebruik, uiterlijk en/of mogelijke uitvoeringsvormen van dit type. Deze beschrijving 305 kan bijvoorbeeld een generieke beschrijving zijn die wordt bepaald door het type, of kan een beschrijving zijn die specifiek in de bibliotheek is opgenomen voor het geselecteerde gebruiksscenario.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast om te voorzien in een beschrijving 305 van vereiste of optionele parameters, bijvoorbeeld ten minste één parameter zoals gedefinieerd door het gebruiksscenario die in de bibliotheek is opgeslagen.

De interactie-interface 7 is aangepast voor het configureren van een instantie van het geselecteerde gebruiksscenario door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gebruiksscenario.

BE2017/5038

Verwijzend naar AFB. 6, kan de interactie-interface 7 worden aangepast voor het presenteren van een weergave 500, bijvoorbeeld een grafische weergave, van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem 99 aan de gebruiker. Deze indeling kan bijvoorbeeld meerdere afzonderlijke locaties 501 omvatten die, bijvoorbeeld, overeen kunnen komen met fysieke ruimtes in het gebouw.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast om de gebruiker in Staat te stellen om elementen te selecteren in de weergave 500 van de indeling die overeenkomt met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.

De interactie-interface 7 kan worden aangepast voor het selecteren van een locatie 502 die overeenkomt met één van de meerdere afzonderlijke locaties 501 die zijn weergegeven in de weergave 500. De interactie-interface 7 kan worden aangepast om alleen elementen in de weergave 500 voor selectie beschikbaar te maken die overeenkomen met de geselecteerde locatie 502.

De interactie-interface 7 kan bovendien worden aangepast om de gebruiker te voorzien van aanwijzingen 504 terwijl de gebruiker in Staat wordt gesteld om deze elementen te selecteren. De interactie-interface 7 kan worden aangepast om geschikte elementen aan te geven, bijvoorbeeld door in de weergave van de indeling die overeenkomt met een specifiek type aan te geven dat ze selecteerbaar zijn als elementen in de weergave 500 als behorende bij elk type van de meerdere types.

De interactie-interface 7 kan de gebruiker ook in Staat stellen om parameterwaarden te selecteren voor parameters die zijn gespecificeerd door het gebruiksscenario en/of voor parameters die intrinsiek zijn voor een bepaald type adresseerbaar element, bijvoorbeeld met behulp van interface-elementen 50 voor afstelling van de parameter. Het gebruiksscenario kan een parameter definieren als globale parameter voor een instantie van het gebruiksscenario en/of als een parameter die een waarde krijgt toegekend voor elke adresseerbaar element 111,112 van een bepaald type.

In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem 99 in

BE2017/5038 een gebouw, waarbij het elektrische systeem 99 meerdere adresseerbare elementen

111,112 omvat en een verwerkingseenheid 100 voor het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem 100.

De werkwijze omvat toegang tot een digitale bibliotheek van gebruiksscenario's, waarbij elk gebruiksscenario een definitie omvat van meerdere types elementen die zijn vereist voor het gebruiksscenario. Elk gebruiksscenario omvat verder meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag van elementen van deze types definieren. Elke actie definieert een gedrag van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt.

Voor elk opgeslagen gebruiksscenario omvatten de meerdere types ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99 dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt. Meerdere instanties van hetzelfde of verschillende gebruiksscenario's kunnen bijvoorbeeld virtueel zijn gekoppeld door het koppelen van een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie aan een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie.

De werkwijze omvat verder het presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gebruiksscenario's in de digitale bibliotheek aan een gebruiker; waarmee de gebruiker in Staat wordt gesteld om één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren en een instantie te configureren van het geselecteerde gebruiksscenario door de gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot het gebruiksscenario.

De stap van het configureren kan het in Staat stellen van de gebruiker omvatten om een parameterwaarde van een parameter te configureren van het geselecteerde gebruiksscenario, waarbij de parameter wordt gedefinieerd door een definitie die is opgeslagen in de digitale bibliotheek voor het gebruiksscenario.

De stap van het configureren kan het presenteren van een weergave 500 van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem 99 aan de gebruiker omvatten, waarbij de meerdere types elementen voor het geselecteerde

BE2017/5038 gebruiksscenario worden gecommuniceerd aan de gebruiker, en de gebruiker in Staat wordt gesteld om elementen in de weergave 500 van de indeling te selecteren die overeenkomen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.

De digitale bibliotheek kan verder voor ten minste één gebruiksscenario, een uitvoerbare code omvatten voor het implementeren van ten minste één actie van de onderling gerelateerde acties die het gedrag definiëren. De werkwijze kan verder het aansturen van de meerdere adresseerbare elementen 111,112 van het programmeerbare elektrische systeem 99 omvatten, volgens de geconfigureerde instantie. Deze aansturing kan het uitvoeren van de uitvoerbare code omvatten die is opgeslagen voor het gebruiksscenario volgens de geconfigureerde instantie.

In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een computerprogrammaproduct dat is aangepast voor het uitvoeren van de stappen van een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van het tweede aspect van de onderhavige uitvinding, wanneer het computerprogrammaproduct op een computer wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld op een verwerkingseenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.

BE2017/5038

Claims (20)

1. CONCLUSIES

   1. - Een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw, waarbij genoemd elektrisch systeem (99) meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat, waarbij de verwerkingseenheid (100) omvat:

   - een opslagmedium (2) omvattende een bibliotheek van gebruiksscenario's, waarbij elk gebruiksscenario een definitie omvat van meerdere types elementen die zijn vereist voor genoemd gebruiksscenario, waarbij elk gebruiksscenario verder meerdere onderling gerelateerde acties omvat die gedrag van elementen van genoemde types definieren, elke actie een gedrag definieert van ten minste één van genoemde elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt van een status van ten minste één van genoemde elementen die fungeert als een invoerknooppunt; en

   - een interactie-interface (7) om een gebruiker een overzicht te presenteren van ten minste een deel van de gebruiksscenario's in genoemde bibliotheek, om genoemde gebruiker in Staat te stellen één van genoemde gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren en voor het configureren van een instantie van genoemd geselecteerd gebruiksscenario door genoemde gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot genoemd gebruiksscenario, waarbij voor elk gebruiksscenario, genoemde meerdere types elementen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element (111,112) omvatten van genoemd programmeerbaar elektrische systeem (99) dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.
2. 2. - De verwerkingseenheid (100) volgens conciusie 1, waarbij genoemd interactieinterface (7) is aangepast voor het presenteren van een weergave (500) van een indeling van het programmeerbare elektrische systeem (99) aan de gebruiker.
3. 3. - De verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd interactie-interface (7) is aangepast voor het aan de gebruiker

   BE2017/5038 communiceren van de meerdere types elementen die zijn vereist voor genoemd geselecteerd gebruiksscenario.
4. 4. - De verwerkingseenheid (100) volgens een combinatie van conclusie 2 en 3, waarbij genoemd interactie-interface (7) is aangepast om genoemde gebruiker in Staat te stellen om in de weergave (500) van de indeling elementen te selecteren die overeenkomen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.
5. 5. - De verwerkingseenheid (100) volgens conclusie 3 of 4, waarbij genoemd interactie-interface (7) is aangepast om de gebruiker te voorzien van een beschrijving van genoemde meerdere types elementen voor het beschrijven van een functie, een gebruik, een uiterlijk en/of mogelijke uitvoeringsvormen van genoemd type.
6. 6. - De verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde bibliotheek verder, voor ten minste één gebruiksscenario, een definitie omvat van ten minste één interne variabele die wordt gebruikt voor het implementeren van genoemde meerdere onderling gerelateerde acties van genoemd ten minste één gebruiksscenario.
7. 7. - De verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde bibliotheek verder, voor ten minste één gebruiksscenario, een definitie omvat van ten minste één parameter die wordt gebruikt voor het implementeren van genoemde meerdere onderling gerelateerde acties van genoemd ten minste één gebruiksscenario.
8. 8. - De verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde bibliotheek verder, voor ten minste één gebruiksscenario, een uitvoerbare code omvat voor het implementeren van ten minste één actie van genoemde onderling gerelateerde acties die genoemd gedrag definiëren.
9. 9. - De verwerkingseenheid (100) volgens conclusie 8, waarbij genoemde bibliotheek verder, voor ten minste één gebruiksscenario, een beschrijvend deel omvat voor het definiëren van een interface om te beschrijven hoe genoemde gebruiker kan

   BE2017/5038 communiceren met het gebruiksscenario door middel van de interactie-interface (7), en een algoritmisch deel dat genoemde uitvoerbare code omvat.
10. 10. - De verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde verwerkingseenheid (100) verder een besturingsprogramma (5) omvat voor het aansturen van genoemde meerdere adresseerbare elementen (111,112) van genoemd programmeerbaar elektrisch systeem (99), waarbij genoemd besturingsprogramma (5) wordt geconfigureerd door de genoemd interactie-interface (7).
11. 11. - De verwerkingseenheid (100) volgens een combinatie van conclusie 9 en 10, waarbij, tijdens de werking van genoemd elektrisch systeem (99), genoemd algoritmisch deel wordt uitgevoerd door de verwerkingseenheid wanneer deze wordt aangeroepen door genoemd besturingsprogramma (5).
12. 12. - De verwerkingseenheid volgens conclusie 11, waarbij genoemd besturingsprogramma (5) is aangepast om in een toestand te voorzien die overeenkomt met een virtueel uitvoerknooppunt van een eerste instantie van een gebruiksscenario als invoer voor een virtueel invoerknooppunt van een tweede instantie van hetzelfde of een ander gebruiksscenario.
13. 13. - De verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elk gebruiksscenario een beschrijving daarvan omvat, en waarbij genoemd interactie-interface is aangepast voor het communiceren van de beschrijving van genoemd geselecteerd gebruiksscenario aan genoemde gebruiker.
14. 14. - Een programmeerbaar elektrisch systeem (99) omvattende meerdere adresseerbare elementen (111,112) en een verwerkingseenheid (100) volgens één van de voorgaande conclusies voor het aansturen van genoemd programmeerbaar elektrisch systeem (99).
15. 15. - Een werkwijze voor het configureren van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) in een gebouw, waarbij het elektrische systeem (99) meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat en een verwerkingseenheid (100) voor

    BE2017/5038 het aansturen van het programmeerbare elektrische systeem (99), waarbij de werkwijze omvat:

    - toegang tot een bibliotheek van gebruiksscenario's, waarbij elk gebruiksscenario een definitie omvat van meerdere types elementen die zijn vereist voor genoemd gebruiksscenario, waarbij elk gebruiksscenario verder meerdere onderling gerelateerde acties omvat die gedrag van elementen van genoemde types definieren, elke actie een gedrag definieert van ten minste één van genoemde elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt van een status van ten minste één van genoemde elementen die fungeert als een invoerknooppunt;

    het aan een gebruiker presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gebruiksscenario's, die in genoemde digitale bibliotheek beschikbaar zijn;

    het in Staat stellen van genoemde gebruiker om één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren; en het configureren van een instantie van genoemd geseiecteerd gebruiksscenario door genoemde gebruiker interactief keuzes en/of opties voor te leggen met betrekking tot genoemd gebruiksscenario, waarbij voor elk opgeslagen gebruiksscenario, genoemde meerdere types elementen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of een type adresseerbaar element (111,112) omvatten van genoemd programmeerbaar elektrisch systeem (99) dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.
16. 16. - De werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het configureren het in Staat stellen van genoemde gebruiker omvat om een parameterwaarde van een parameter van het geselecteerde gebruiksscenario te configureren, waarbij genoemde parameter wordt gedefinieerd door een definitie die is opgeslagen in de digitale bibliotheek voor genoemd gebruiksscenario.
17. 17. - De werkwijze volgens conclusie 15 of conclusie 16, waarbij genoemd configureren het presenteren omvat van een weergave (500) van een indeling van

    BE2017/5038 het programmeerbare elektrische systeem (99) aan de gebruiker, het communiceren van de meerdere types elementen die vereist zijn voor genoemd geselecteerd gebruiksscenario aan genoemde gebruiker, en het genoemde gebruiker in Staat stellen om elementen in de weergave (500) van de indeling te

    5 selecteren die overeenkomen met elk type van de meerdere types elementen die zijn vereist voor het geselecteerde gebruiksscenario.
18. 18. - De werkwijze volgens één van conclusies 15 tot 17, waarbij genoemde digitale bibliotheek, voor ten minste één gebruiksscenario, een uitvoerbare code omvat voor het implementeren van genoemde ten minste één actie van genoemde

    10 onderling gerelateerde acties die genoemd gedrag definieren, en waarbij de werkwijze verder omvat het aansturen van genoemde meerdere adresseerbare elementen (111,112) van genoemd programmeerbare elektrische systeem (99) in overeenstemming met genoemde geconfigureerde instantie.
19. 19. - Een computerprogrammaproduct dat is aangepast voor het uitvoeren van de

    15 stappen van een werkwijze in overeenstemming met conclusie 15 tot 18, waarbij genoemd computerprogrammaproduct op een computer wordt uitgevoerd.

    BE2017/5038

    100 101

    AFB. 2

    BE2017/5038

    302

    301—►

    300

    BEGELEIDE ACTIE

    Creëer complexe acties in een paar begeleide Stappen

    Locaties die je wenst toe te voegen

    L Maak uw keuze -J filter lijst + C Snel zoeken J stemmingen alles-uit paniek modus V alarm sy HVAC v videodeurstation andere

    ζ sluiten ~^l

    AFB. 3

    BE2017/5038

    BEGELEIDE ACTIE

    Creëer complexe acties in een paar begeleide stappen

    Locaties die je wenst toe te voegen

    302

    301

    303

    304

    300

    304

    305

    304

    305

    c Make uw keuze -A filter lijst - c Snel zoeken stemmingen alles-uit paniek modus V alarm \z HVAC V videodeurstation

    xx andere Start-stop

    -► (ξ) Vrije start stop actie

    Donee gravida posuere arcu. Nulla facilisi. Phasellus imperdiet. |— Vestibulum at metus. Integer euismod. Nullam placerai rhoncus □ U J sapien. Ut euismod. Praesent libero. Morbi pellentesque libero sit amet ante. Maecenas tellus. Maecenas erat

    Link naar externe site met meer informatie ζ sluiten ) alles-uit alles-uit scenarios > Eenvoudig alles-uit

    AFB. 4

    -► Geavanceerde alles-uit ► AFB. 5

    BE2017/5038

    500

    AFB. 6

    AFB. 7

    BE2017/5038

    Abstract

    Configuratie van geprogrammeerd gedrag in elektrisch systeem

    5 De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingseenheid (100) voor het aansturen van een programmeerbaar elektrisch systeem (99) van een gebouw dat meerdere adresseerbare elementen (111,112) omvat. De verwerkingseenheid (100) omvat een opslagmedium (2) dat een bibliotheek van gebruiksscenario's omvat, waarbij elk gebruiksscenario een definitie omvat van meerdere types elementen die zijn vereist

    10 voor het gebruiksscenario. Elk gebruiksscenario omvat ook meerdere onderling gerelateerde acties die gedrag definieren van elementen van deze types, waarbij elke actie een gedrag definieert van ten minste één van de elementen die fungeert als een uitvoerknooppunt als een functie van een status van ten minste één van de elementen die fungeert als een invoerknooppunt. De verwerkingseenheid (100) omvat verder een

    15 interactie-interface (7) voor het aan een gebruiker presenteren van een overzicht van ten minste een deel van de gebruiksscenario's in de digitale bibliotheek en om de gebruiker in Staat te stellen één van de gepresenteerde gebruiksscenario's te selecteren. Voor elk gebruiksscenario, omvatten de meerdere types elementen ten minste twee van een virtueel invoerknooppunt, een virtueel uitvoerknooppunt en/of
20. 20 een type adresseerbaar element (111,112) van het programmeerbare elektrische systeem (99) dat kan fungeren als een invoerknooppunt en/of een uitvoerknooppunt.

    + AFB. 2