BE1024837B9 - ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS - Google Patents

ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS Download PDF

Info

Publication number
BE1024837B9
BE1024837B9 BE20165959A BE201605959A BE1024837B9 BE 1024837 B9 BE1024837 B9 BE 1024837B9 BE 20165959 A BE20165959 A BE 20165959A BE 201605959 A BE201605959 A BE 201605959A BE 1024837 B9 BE1024837 B9 BE 1024837B9
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
spreader
rotor
crop
blades
cross
Prior art date
Application number
BE20165959A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1024837A1 (en
BE1024837B1 (en
BE1024837A9 (en
Inventor
Mark D Dilts
Baere Reinout De
Original Assignee
Cnh Ind Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Ind Belgium Nv filed Critical Cnh Ind Belgium Nv
Priority to BE20165959A priority Critical patent/BE1024837B9/en
Priority to BR112019009460-1A priority patent/BR112019009460B1/en
Priority to CN201780052315.2A priority patent/CN109640619B/en
Priority to US16/349,123 priority patent/US11096327B2/en
Priority to PCT/US2017/061107 priority patent/WO2018089796A1/en
Priority to EP17805058.9A priority patent/EP3537866B1/en
Publication of BE1024837A1 publication Critical patent/BE1024837A1/en
Publication of BE1024837B1 publication Critical patent/BE1024837B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024837A9 publication Critical patent/BE1024837A9/en
Publication of BE1024837B9 publication Critical patent/BE1024837B9/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D41/00Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
    • A01D41/12Details of combines
    • A01D41/1243Devices for laying-out or distributing the straw

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Combines (AREA)
  • Adjustment And Processing Of Grains (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

Een oogstrestantenstrooier (140) voor een landbouwoogstmachine zoals een maaidorser (20) bevat een rotor (142) die een reeks schoepen (170, 172, 174, 176) bevat, waarbij een eerste schoep (170) een dwarsdoorsnede met een eerste vorm heeft en een tweede schoep (172) een dwarsdoorsnede met een tweede vorm heeft, waarbij de tweede vorm van de dwarsdoorsnede van de tweede schoep (172) verschilt van de eerste vorm van de dwarsdoorsnede van de eerste schoep (170). Verschillende V-vormen kunnen gebruikt worden voor de vormen van de eerste en de tweede dwarsdoorsnede, waarbij de openingen van de V-vormen naar een voorwaartse draairichting van de rotor (142) gericht zijn.A harvesting residual spreader (140) for an agricultural harvesting machine such as a combine harvester (20) includes a rotor (142) containing a series of blades (170, 172, 174, 176), a first blade (170) having a cross-section with a first shape and a second blade (172) has a cross-section with a second shape, the second shape of the cross-section of the second vane (172) being different from the first shape of the cross-section of the first vane (170). Different V shapes can be used for the shapes of the first and the second cross-section, with the openings of the V shapes facing a forward direction of rotation of the rotor (142).

Description

(30) Voorrangsgegevens :(30) Priority data:

(73) Houder(s) :(73) Holder (s):

CNH INDUSTRIAL BELGIUM NVCNH INDUSTRIAL BELGIUM NV

8210, ZEDELGEM8210, ZEDELGEM

België (72) Uitvinder(s) :Belgium (72) Inventor (s):

DILTS Mark D.DILTS Mark D.

17557 NEW HOLLAND PA Verenigde Staten van Amerika17557 NEW HOLLAND PA United States of America

DE BAERE Reinout 9990 MALDEGEM België (54) ROTOR VOOR OOGSTRESTANTENSTROOIER MET VERSCHILLEND GEVORMDE SCHOEPEN (57) Een oogstrestantenstrooier (140) voor een landbouwoogstmachine zoals een maaidorser (20) bevat een rotor (142) die een reeks schoepen (170, 172, 174, 176) bevat, waarbij een eerste schoep (170) een dwarsdoorsnede met een eerste vorm heeft en een tweede schoep (172) een dwarsdoorsnede met een tweede vorm heeft, waarbij de tweede vorm van de dwarsdoorsnede van de tweede schoep (172) verschilt van de eerste vorm van de dwarsdoorsnede van de eerste schoep (170). Verschillende V-vormen kunnen gebruikt worden voor de vormen van de eerste en de tweede dwarsdoorsnede, waarbij de openingen van de Vvormen naar een voorwaartse draairichting van de rotor (142) gericht zijn.DE BAERE Reinout 9990 MALDEGEM Belgium (54) ROTOR FOR EYE REMAINING SPREADER WITH VARIOUS SHOVELS (57) A crop residue spreader (140) for an agricultural harvester such as a combine harvester (20) contains a rotor (142) containing a series of blades (170, 172, 174, 176), wherein a first blade (170) has a cross section with a first shape and a second blade (172) has a cross section with a second shape, the second shape of the cross section of the second blade (172) different from the first shape of the cross section of the first blade (170). Different V-shapes can be used for the shapes of the first and the second cross-section, the openings of the V-shapes pointing in a forward direction of rotation of the rotor (142).

Figure BE1024837B9_D0001

<S3 <G<S3 <G

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOIBELGIAN INVENTION PATENT

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & EnergieFPS Economy, K.M.O., Self-employed & Energy

Dienst voor de Intellectuele EigendomIntellectual Property Office

Publicatienummer: 1024837 Nummer van indiening: BE2016/5959Publication number: 1024837 Filing number: BE2016 / 5959

Internationale classificatie: A01D 41/12 Datum van verlening: 23/07/2018International classification: A01D 41/12 Date of issue: 23/07/2018

De Minister van Economie,The Minister of Economy,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;Having regard to the Paris Convention of 20 March 1883 for the Protection of Industrial Property;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;Having regard to the Law of March 28, 1984 on inventive patents, Article 22, for patent applications filed before September 22, 2014;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;Having regard to Title 1 Invention Patents of Book XI of the Economic Law Code, Article XI.24, for patent applications filed from September 22, 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;Having regard to the Royal Decree of 2 December 1986 on the filing, granting and maintenance of inventive patents, Article 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 22/12/2016.Having regard to the application for an invention patent received by the Intellectual Property Office on 22/12/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.Whereas for patent applications that fall within the scope of Title 1, Book XI, of the Code of Economic Law (hereinafter WER), in accordance with Article XI.19, § 4, second paragraph, of the WER, the granted patent will be limited. to the patent claims for which the novelty search report was prepared, when the patent application is the subject of a novelty search report indicating a lack of unity of invention as referred to in paragraph 1, and when the applicant does not limit his filing and does not file a divisional application in accordance with the search report.

Besluit:Decision:

Artikel 1. - Er wordt aanArticle 1

CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV, Leon Claeysstraat 3A, 8210 ZEDELGEM België;CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV, Leon Claeysstraat 3A, 8210 ZEDELGEM Belgium;

vertegenwoordigd doorrepresented by

BEETZ Joeri, Leon Claeysstraat 3A, 8210, ZEDELGEM;BEETZ Joeri, Leon Claeysstraat 3A, 8210, ZEDELGEM;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: ROTORa Belgian invention patent with a term of 20 years, subject to payment of the annual fees as referred to in Article XI.48, § 1 of the Economic Law Code, for: ROTOR

VOOR OOGSTRESTANTENSTROOIER MET VERSCHILLEND GEVORMDE SCHOEPEN.FOR EYE REMAINING SPREADERS WITH VARIOUS SHAPES.

UITVINDER(S):INVENTOR (S):

DILTS Mark D„ 976 W. Main St.#l , 17557, NEW HOLLAND PA;DILTS Mark D 976 W. Main St. # 1, 17557, NEW HOLLAND PA;

DE BAERE Reinout , Moerhuizestraat 62, 9990, MALDEGEM;DE BAERE Reinout, Moerhuizestraat 62, 9990, MALDEGEM;

VOORRANG :PRIORITY :

AFSPLITSING :BREAKDOWN:

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :Split from basic application: Filing date of the basic application:

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).Article 2. - This patent is granted without prior investigation into the patentability of the invention, without warranty of the merit of the invention, nor of the accuracy of its description and at the risk of the applicant (s).

Brussel, 23/07/2018,Brussels, 23/07/2018,

Bij bijzondere machtiging:With special authorization:

5306553065

BE2016/5959BE2016 / 5959

ROTOR VOOR OOGSTRESTANTENSTROOIER MET VERSCHILLENDROTOR FOR EYE REMAINERS SPREADER WITH DIFFERENT

GEVORMDE SCHOEPENSHAPED SHIPS

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

Deze uitvinding heeft betrekking op oogstmachines voor gebruik in de landbouw (verder kortweg oogstmachines genoemd), zoals maaidorsers en meer bepaald op strooisystemen voor oogstrestantenstrooiers die gebruikt worden in zulke maaidorsers.This invention relates to agricultural harvesters (hereinafter referred to simply as harvesters), such as combine harvesters, and more particularly to crop residue spreader spreading systems used in such combine harvesters.

De term maaidorser (of pikdorser, combine in het Engels) voor een oogstmachine is historisch gegroeid doordat deze machine in een enkele oogstmachine meerdere oogstfuncties combineert zoals plukken, dorsen, scheiden en reinigen in een enkele oogsteenheid. Een maaidorser bevat een maaier die het gewas van een veld verwijdert en een toevoerhuis dat het gewasmateriaal naar een dorssectie transporteert. In de dorssectie draait een dorsrotor binnen een geperforeerd huis, dat de vorm kan hebben van verstelbare dorskorven en een dorsbewerking uitvoert op het gewas om het graan van andere plantaardig materiaal dat geen graan is te scheiden. Het gedorste graan valt door perforaties in de dorskorven en op een graanschaal. Vanuit de graanschaal komt het graan een reinigingssysteem binnen, waar schudden, luchtstroming en zeven gebruikt worden om het graan verder te reinigen. Het gereinigde graan wordt daarna getransporteerd naar een graantank aan boord van de maaidorser voor tijdelijke opslag vooraleer het gelost wordt in transportvoertuigen. Als onderdeel van het reinigingssysteem blaast een reinigingsventilator lucht door om stro, kaf en ander afval naar de achterkant van de maaidorser af te voeren.The term combine harvester (or picker, combine in English) for a harvester has grown historically because this machine combines multiple harvesting functions in a single harvester such as picking, threshing, separating and cleaning in a single harvest. A combine harvester includes a mower that removes the crop from a field and a feeder housing that transports the crop material to a threshing section. In the threshing section, a threshing rotor rotates within a perforated housing, which may take the form of adjustable concaves and threshes the crop to separate the grain from other non-grain plant matter. The threshed grain falls through perforations in the concaves and on a grain bowl. From the grain bowl, the grain enters a cleaning system where shaking, airflow and sieves are used to further clean the grain. The cleaned grain is then transported to a grain tank on board the combine for temporary storage before being unloaded in transport vehicles. As part of the cleaning system, a cleaning fan blows air to drain straw, chaff and other debris to the rear of the combine.

Tijdens het oogstproces in een maaidorser wordt het gewenste graan verzameld en opgeslagen terwijl ander oogstmateriaal dan het gewenste graan uit de maaidorser wordt uitgestoten. Het oogstmateriaal dat geen graan is of oogstrestanten zijn gewoonlijk afkomstig uit twee zones in de maaidorser, de dorsrotor en het reinigingssysteem. Het materiaal dat uit de dorsrotor gestoten wordt, wordt over het algemeen stro genoemd en bevat veel grotere delen van de plant zoals stengels, halmen kolven, bladeren en dergelijke alsook vreemd materiaal dat geen oogstmateriaal is. Het materiaal dat uit het reinigingssysteem gestoten wordt, wordt over het algemeen kaf genoemd en bevat veel fijnere restanten van het plantenmateriaal, zoals peulen, vliezen, fragmenten en kleine deeltjes. De gecombineerde stromen uit te stoten oogstrestanten uit de maaidorser kunnen op verscheidene manieren behandeld worden; de processen om de oogstrestanten weer op het veld te deponeren kunnen echter over het algemeen categoriseerd worden als hetDuring the harvesting process in a combine, the desired grain is collected and stored while crop material other than the desired grain is ejected from the combine. The non-grain crop or crop residues usually come from two zones in the combine, the threshing rotor and the cleaning system. The material ejected from the threshing rotor is generally referred to as straw and contains much larger parts of the plant such as stems, culms, leaves and the like as well as foreign material which is not a harvest material. The material ejected from the cleaning system is generally called chaff and contains much finer remnants of the plant material, such as pods, membranes, fragments and small particles. The combined streams of harvestable crop residues from the combine can be treated in several ways; however, the processes of depositing crop residues back on the field can generally be categorized as it

5306553065

BE2016/5959 vormen van zwaden of strooien.BE2016 / 5959 swathing or spreading.

In een zwadvormingsproces, worden de gewasrestanten op de stoppels van het geoogste gewas in een continue smalle stroom of zwad gelost, die heel wat smaller is dan de breedte van het geoogste zwad. Op die manier verzameld, kunnen de in zwaden neergelegde oogstrestanten gemakkelijk opgeraapt worden voor het vormen van balen of een andere eropvolgende verwerking of gebruik.In a swath formation process, the crop residues on the stubble of the harvested crop are discharged in a continuous narrow stream or swath, which is much narrower than the width of the harvested swath. Collected in this way, the crop residues laid in swaths can easily be picked up for baling or other subsequent processing or use.

In een strooiproces verdeelt een mechanisch toestel stro en/of kaf gelijkmatig over de snij breedte van het maaibord van de maaidorser. Het te strooien materiaal wordt gewoonlijk in korte stukjes fijngehakt zodat het materiaal na het strooien snel zal worden afgebroken en voedingsstoffen aan de grond toevoeren en/of voldoende klein is om eropvolgend bewerken of zaaien niet te hinderen.In a spreading process, a mechanical device distributes straw and / or chaff evenly across the cutting width of the combine's header. The material to be spread is usually chopped into short pieces so that the material will quickly break down after spreading and supply nutrients to the soil and / or be small enough to not interfere with subsequent tilling or sowing.

Restantenstrooiers kunnen horizontale en verticale types zijn. Een horizontale strooier bevat een rotor die aangedreven wordt rond een ruwweg verticale as en een reeks schoepen of bladen op de rotor om restanten voort te stuwen in een breed zwad achter de maaidorser. De schoepen of bladen zijn plat of lichtjes gebogen. Gewoonlijk worden twee zulke rotoren gebruikt, draaiend in tegengestelde richtingen binnen een huis. Na fijngehakt te zijn, komen de gewasresten het rotorgebied binnen door een verticale inlaat in het strooierhuis en, als de schoepen draaien rond de as, glijden de restanten langs de oppervlakken van de schoepen en worden voortbewogen naar een tangentiële uitlaat van het huis. Het is bekend om verstelbare structuren van het huis en de uitlaat te gebruiken om het materiaaldebiet uit de uitlaat te regelen door de grootte en de positie van de uitlaat en van de ruimte tussen de rotorschoepen en de verstelbare structuren aan te passen, om een in wezen gelijkmatige verdeling van de oogstrestanten te verwezenlijken over de breedte van een zwadverdeling achter de maaidorser. Het is wenselijk om een gelijkmatige verdeling van het materiaal te verwezenlijken voor een nog gelijkmatiger en consistente afbraak van de oogstrestanten en om de eropvolgende bewerken van het veld en het zaaien te vergemakkelijken.Leftover spreaders can be horizontal and vertical types. A horizontal spreader contains a rotor driven around a roughly vertical axis and a series of blades or blades on the rotor to propel debris into a wide swath behind the combine. The blades or blades are flat or slightly curved. Usually two such rotors are used, rotating in opposite directions within a house. After being chopped, the crop debris enters the rotor area through a vertical inlet into the spreader housing and, as the blades rotate about the axis, the debris slides along the surfaces of the blades and is advanced to a tangential outlet of the housing. It is known to use adjustable housing and exhaust structures to control the flow of material from the exhaust by adjusting the size and position of the exhaust and of the space between the rotor blades and the adjustable structures, in order to achieve an essentially even distribution of crop residues across the width of a swath distribution behind the combine. It is desirable to achieve an even material distribution for even more even and consistent breakdown of crop residues and to facilitate subsequent tillage and sowing.

Een verticale strooier bevat een rotor die aangedreven wordt via een ruwweg horizontale as en een reeks schoepen of bladen op de rotor om restanten uit het strooierhuis voort te stuwen. Maar ook nu worden er gewoonlijk twee zulke rotoren gebruikt, die in tegenovergestelde richtingen draaien.A vertical spreader contains a rotor driven by a roughly horizontal axis and a series of blades or blades on the rotor to propel debris out of the spreader housing. But even now, two such rotors are usually used, which rotate in opposite directions.

Een van de problemen die ontmoet worden met strooiers volgens de stand van de techniek is dat de fysische karakteristieken van de oogstrestanten wegens tal van oorzaken kunnen veranderen, met inbegrip van bijvoorbeeld het geoogste gewas, deOne of the problems encountered with prior art spreaders is that the physical characteristics of the crop residues can change for a variety of reasons, including, for example, the harvested crop, the

5306553065

B E2016/5959 rijpheid van het gewas, het vochtgehalte van het oogstmateriaal met inbegrip van de natheid van het oppervlak door weersomstandigheden, het volume van het materiaal dat verwerkt wordt en dergeiijke. De oppervlakken van de uitrusting kunnen ook veranderen door de neerslag van vocht, stof en vuil. Als deze of andere omstandigheden veranderen, dan kan ook het verdeelpatroon van de strooier veranderen wegens de veranderende interactie van de rotorschoepen met de oogstrestanten. Bijvoorbeeld wanneer de oogstrestanten nat zijn of zwaar zullen ze verschillend reageren t.o.v. de schoepen dan wanneer het materiaal licht en droog is, en deze beide omstandigheden kunnen zich op verschillende momenten van dezelfde oogstdag voordoen. Bij nattere omstandigheden kunnen stof en kaf kleverig worden zodat de oogstrestanten zich in hogere posities op de schoepen verzamelen dan in drogere omstandigheden wanneer het materiaal gemakkelijk langs de schoepen glijdt naar de onderste posities alvorens door de schoepen via de uitlaat naar buiten geslingerd te worden. De zwaarte van het materiaal, de dichtheid van het gewas, neerslagen van oogstrestanten en andere factoren kunnen de snelheid beïnvloeden waarmee de oogstrestanten langs de oppervlakken van de schoepen bewegen. In één bepaalde omstandigheid kunnen de meeste oogstrestanten in de buurt van de toppen van de schoepen blijven, en in ander omstandigheden kunnen de meeste oogstrestanten zich snel verplaatsen tot in de buurt van de bodems van de schoepen alvorens via de uitlaat uit de schoepen weggeslingerd te worden. Daar kunnen sterk verschillende trajeetpatronen het gevolg van zijn.B E2016 / 5959 ripeness of the crop, the moisture content of the harvesting material including the wetness of the surface due to weather conditions, the volume of the material being processed and the like. Equipment surfaces may also change due to moisture, dust and dirt deposits. If these or other conditions change, the spreading pattern of the spreader may also change due to the changing interaction of the rotor blades with crop residues. For example, when crop residues are wet or heavy, they will react differently to the blades than when the material is light and dry, and both of these conditions can occur at different times of the same harvest day. In wetter conditions, dust and chaff can become tacky so that crop residues collect on the vanes in higher positions than in drier conditions when the material slides easily along the vanes to the lower positions before being thrown out through the vanes via the exhaust. The weight of the material, the density of the crop, deposits of crop residues and other factors can influence the speed at which crop residues move along the surfaces of the blades. In one circumstance, most crop residues can remain near the tips of the blades, and in other circumstances, most crop residues can quickly move near the bottoms of the blades before being thrown out of the blades through the exhaust . This can result in very different route patterns.

De hierboven beschreven veranderingen kunnen zich snel en herhaaldelijk voordoen bij veranderlijke omstandigheden van weer, veld en gewas. Hoewel aanpassingen van de verstelbare structuren van het huis en de uitlaat in een gelijkmatiger verdeling kunnen resulteren wanneer de omstandigheden veranderen, kunnen zulke aanpassingen tijdrovend zijn en maken dat de operator de oogstbewerking moet stoppen om de aanpassingen te doen. Als gevolg daarvan gaan operatoren soms gewoon door met de oogstbewerking zonder de strooier aan te passen, ofwel doordat ze zich niet bewust zijn dat de strooiomstandigheden en de prestaties gewijzigd werden, of omdat de operator niet wenst te stoppen met oogsten om de noodzakelijke aanpassingen te doen. In beide gevallen kan het resultaat een ongelijkmatige verdeling zijn van het materiaal op het veld.The changes described above can occur quickly and repeatedly under changing weather, field and crop conditions. While adjustments to the adjustable body and exhaust structures may result in a more even distribution as conditions change, such adjustments can be time consuming and require the operator to stop harvesting to make the adjustments. As a result, operators sometimes simply continue the harvesting operation without adjusting the spreader, either because they are unaware that the spreading conditions and performance have been changed, or because the operator does not want to stop harvesting to make the necessary adjustments . In either case, the result may be an uneven distribution of the material on the field.

Bijgevolg, wat hier ten opzichte van de stand van de techniek nodig is, is een efficiënte oogstrestantenstrooier die variaties in het verdeelpatroon van het uitgestrooide materiaal minimaliseert zelfs bij verandering van oogstmateriaal enAccordingly, what is needed here relative to the prior art is an efficient crop residue spreader that minimizes variations in the distribution pattern of the spread material even with crop material changes and

5306553065

BE2016/5959 oogstomstandigheden.BE2016 / 5959 harvesting conditions.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Deze uitvinding verschaft een oogstrestantenstrooier met een rotor met schoepen die oogstrestanten gelijkmatiger verdelen bij een grote variëteit van gewas- en oogstomstandigheden.This invention provides a crop residual spreader with a rotor with vanes that distribute crop residues more evenly over a wide variety of crop and harvest conditions.

In één vorm heeft de oogstrestantenstrooier een rotor met een reeks schoepen, met inbegrip van schoepen met een V-vormige dwarsdoorsnede, zodat de schoepen het oogstmateriaal consistenter en doeltreffender vangen en erop inwerken.In one form, the crop residue spreader has a rotor with a range of vanes, including vanes with a V-shaped cross-section, so that the vanes capture and act on the crop material more consistently and effectively.

In een andere vorm heeft de oogstrestantenstrooier een rotor met schoepen met verschillende V-vormige dwarsdoorsneden, zodat verschillende schoepen elk bepaalde materiaalvo lûmes ontvangen en erop inwerken wanneer gewas- en oogstomstandigheden veranderen om daarbij een consistentere verdeling van het materiaal te verwezenlijken.In another form, the crop residue spreader has a rotor with vanes with different V-shaped cross-sections, so that different vanes each receive and act upon certain material volumes as crop and harvest conditions change to achieve a more consistent distribution of the material.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De bovenvermelde en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding en de manier om ze te bereiken zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen kunnen worden door verwijzing naar de volgende beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding samen met de bijbehorende tekeningen, waarin:The foregoing and other features and advantages of this invention and the means of achieving them will become more apparent and the invention may be better understood by reference to the following description of embodiments of the invention together with the accompanying drawings, in which:

Figuur 1 een vereenvoudigd zijaanzicht is van een oogstmachine voor landbouwtoepassingen in de vorm van een maaidorser die een oogstrestantenstrooier kan bevatten met een rotor met schoepen een groot aantal vormen zoals hier onthuld;Figure 1 is a simplified side view of a combine harvester for agricultural applications that may include a crop residue spreader with a rotor impeller of many shapes as disclosed herein;

Figuur 2 een gedeeltelijk perspectiefaanzicht is van een achterste deel van de maaidorser die weergegeven is in Figuur 1;Figure 2 is a partial perspective view of a rear portion of the combine shown in Figure 1;

Figuur 3 een gedeeltelijk zijaanzicht is van de oogstmachine die weergegeven is in de Figuren 1 en 2;Figure 3 is a partial side view of the harvester shown in Figures 1 and 2;

Figuur 4 een vergroot perspectiefaanzicht is van een oogstrestantenstrooier met een strooirotor met schoepen zoals hierin onthuld;Figure 4 is an enlarged perspective view of a crop residue spreader with a blade spreader rotor as disclosed herein;

Figuur 5 een schematische voorstelling is van een gedeelte van de oogstrestantenstrooier zoals weergegeven in Figuur 4;Figure 5 is a schematic representation of a part of the crop residual spreader as shown in Figure 4;

Figuur 6 een schematische voorstelling is van de dwarsdoorsneden van de schoepen van de strooirotor die weergegeven is in de Figuren 4 en 5;Figure 6 is a schematic representation of the cross-sections of the vanes of the spreader rotor shown in Figures 4 and 5;

Figuur 7 een aanzicht is in perspectief van de rotor en de schoepen die weergegeven zijn in de Figuren 4-6; enFigure 7 is a perspective view of the rotor and vanes shown in Figures 4-6; and

5306553065

B E2016/5959B E2016 / 5959

Figuur 8 een perspectiefaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van een rotor met meerdere schoepenvormen.Figure 8 is a perspective view of another embodiment of a multi-blade rotor.

Overeenkomstige verwijzingen (nummers en/of letters) geven door alle verschillende aanzichten heen overeenkomstige onderdelen aan. De hier uiteengezette voorbeelden illustreren uitvoeringsvormen van de uitvinding en zulke voorbeelden mogen niet geïnterpreteerd worden alsof ze de reikwijdte van de uitvinding op enige wijze zouden beperken.Corresponding references (numbers and / or letters) indicate corresponding parts throughout all the different views. The examples set forth herein illustrate embodiments of the invention and such examples should not be interpreted as if they would limit the scope of the invention in any way.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDINGDETAILED DESCRIPTION OF THE INVENTION

Nu met verwijzing naar de tekeningen, toont meer bepaald Figuur 1 een maaidorser 20 die is representatief is voor een grote verscheidenheid aan oogstmachines. Maaidorser 20 bevat een dorssysteem 22 met een dorsrotor 24 die op de bekende manier draaibaar is voor het scheiden van het gewenste gewas of graan en het stro, stelen/stengels en andere plantaardige restanten. Een dorstrommel of hakselaar 26 is draaibaar om een stroom plantaardige restanten, over het algemeen stro 28, genoemd naar de achterkant van de maaidorser 20 te stuwen of te richten. Wanneer geconfigureerd als hakselaar 26, worden het stro en het andere grovere materiaal in grootte verminderd. Een reinigingssysteem 30 ontvangt de gedorste gewasdelen van dorssysteem 22 en verwijdert kaf en andere restanten zoals zaaddozen, vliezen en dergeiijke, over het algemeen kaf 32 genoemd, en richt een stroom kaf 32 naar het achteraan gelegen uiteinde van de maaidorser 20. Stro 28 en kaf 32 passeren door een uitsparing 34 naar een horizontaal strooiergeheel 36 ter plaatse van de onderste opening 38 van uitsparing 34. Het horizontale strooiergeheel 36 is een deel van de oogstrestantenstrooier 40 met een rotor en schoepen zoals hierin beschreven.Referring now to the drawings, in particular Figure 1 shows a combine 20 representative of a wide variety of harvesters. Combine harvester 20 includes a threshing system 22 with a threshing rotor 24 which is rotatable in the known manner for separating the desired crop or grain and the straw, stems / stems and other vegetable residues. A threshing drum or chopper 26 is rotatable to propel or direct a stream of vegetable scraps, generally straw 28, named to the rear of the combine 20. When configured as a chopper 26, the straw and other coarser material are reduced in size. A cleaning system 30 receives the threshed crop parts from threshing system 22 and removes chaff and other debris such as seed pods, membranes and the like, commonly referred to as chaff 32, and directs a stream of chaff 32 towards the rear end of the combine 20. Straw 28 and chaff 32 pass through a recess 34 to a horizontal spreader assembly 36 at the bottom opening 38 of recess 34. The horizontal spreader assembly 36 is part of the crop residue spreader 40 with a rotor and vanes as described herein.

Nu met verwijzing naar Figuren 2, 3 en 4 bevat het horizontale strooiergeheel 36 van het toestel en het systeem 40 zijdelings naast elkaar gelegen eerste en tweede strooischijven of -rotoren 42, 44, die zo ondersteund zijn dat ze in tegengestelde richting kunnen draaien zoals aangegeven door pijlen R, rond over het algemeen rechtopstaande rotatieassen respectievelijk 46, 48. Strooischijven of -rotoren 42, 44 worden ondersteund en draaiend aangedreven in de richtingen R door de eerste en de tweede opstaande strooieraandrijfeenheden 50,52 die respectievelijk boven de strooischijven of -rotoren 42, 44 gepositioneerd zijn. Een open gebied of ruimte 54 is gedefinieerd tussen de zijdelingse gepositioneerde strooieraandrijfeenheden 50, 52. Een kafoverdrachtsschaal 56 kan gebruikt worden om een deel van de kafstroom 32 naar het strooiergeheel 36 over teReferring now to Figures 2, 3 and 4, the horizontal spreader assembly 36 of the unit and system 40 includes laterally adjacent first and second spreading discs or rotors 42, 44 supported so that they can rotate in opposite directions as shown. by arrows R, around generally upright rotational axes 46, 48, respectively. Spreading discs or rotors 42, 44 are supported and driven in directions R by the first and second upright spreader drive units 50, 52 respectively above the spreading discs or rotors 42, 44 are positioned. An open area or space 54 is defined between the laterally positioned spreader drive units 50, 52. A chaff transfer scale 56 can be used to transfer part of the chaff flow 32 to the spreader assembly 36.

5306553065

BE2016/5959 dragen.BE2016 / 5959.

Aan een achteraan gelegen uiteinde 60 van maaidorser 20 kan de oogstrestantenstrooier 40 ook een scharnierbaar ondersteunde deflectordeur 62 bevatten die scharnierbaar is rond een as 64 om een onderste gedeelte 66 van deflectordeur 62 instelbaar te positioneren t.o.v. het open gebied 54 dat tussen aandrijfeenheden 50, 52 van strooiergeheel 52 gedefinieerd is. Strooiergeheel 36 kan ondersteund worden om scharnierend te bewegen rond een as 68 tussen een onderste, bedrijfspositie zoals getoond in de tekeningen om de stromen stro 28 en kaf 32 te ontvangen om ze op een veld te strooien, en een opwaartse of opslagpositie (niet weergegeven) waarin het strooiergeheel opgeborgen kan worden wanneer het niet gebruikt wordt om te strooien. Bijgevolg bevat de oogstrestantenstrooier 40 verder en frame 70 en eerste en tweede schamierarm 72, 74 die respectievelijk beweegbaar zijn rond het eerste en het tweede scharnierpunt 76, 78, die aan tegenoverliggende zijden van de maaidorser 20 langs de scharnieras 68 zijn gelegen, waarbij de armen 72, 74 ook door een dwarsstaaf 106 met elkaar verbonden zijn.At a rear end 60 of the combine harvester 20, the crop residue spreader 40 may also include a pivotally supported deflector 62 pivotable about an axis 64 to adjust a lower portion 66 of the deflector 62 relative to the open area 54 sandwiched between drive units 50, 52 of spreader assembly 52 is defined. Spreader assembly 36 can be supported to pivot about an axis 68 between a lower, operating position as shown in the drawings to receive the straw 28 and chaff 32 streams for spreading on a field, and an up or storage position (not shown) in which the spreader unit can be stored when it is not used for spreading. Accordingly, the crop residue spreader 40 further includes a frame 70 and first and second pivot arm 72, 74 movable about the first and second pivot points 76, 78, respectively, located on opposite sides of the combine 20 along the pivot axis 68, the arms 72, 74 are also connected to each other by a cross bar 106.

De eerste en tweede aandrijfeenheid 50, 52 kunnen opstaande schermen 80, 82 bevatten die respectievelijk de eerste en tweede aandrijfmotor 84, 86 van aandrijfeenheden 50, 52 beschermen. Aandrijfmotoren 84, 86 zijn aandrijvend verbonden met de eerste en de tweede strooischijf of -rotor 42,44 respectievelijk door eerste en tweede aandrijfas 108, 110.The first and second drive units 50, 52 may include upright shields 80, 82 which protect the first and second drive motors 84, 86 of drive units 50, 52, respectively. Drive motors 84, 86 are driven connected to the first and second spreading disc or rotor 42, 44 by first and second drive shafts 108, 110, respectively.

Zoals getoond in de Figuren 1-3 bevat elke in tegenovergestelde richting draaiende strooischijf of -rotor 42,44 een reeks structuren om stro 28 en kaf 32 te ontvangen en mee te nemen om het stro 28 en kaf 32 krachtig uit de oogstrestantenstrooier 40 te stoten. In de Figuren 1-3 zijn de structuren generiek weergegeven door reeksen schoepen 120, waarbij begrepen moet worden dat ze schoepen met verschillende vormen kunnen omvatten, zoals beschreven zal worden met betrekking tot de Figuren 4-6.As shown in Figures 1-3, each counter-rotating spreading disc or rotor 42,44 includes a series of structures to receive and carry straw 28 and chaff 32 to forcefully eject the straw 28 and chaff 32 from the crop residue spreader 40 . In Figures 1-3, the structures are generically represented by arrays of blades 120, it is to be understood that they may comprise blades of different shapes, as will be described with reference to Figures 4-6.

Met verwijzing nu meer bepaald naar Figuur 4, wordt een oogstrestantenstrooier 140 weergegeven. De eerste en de tweede strooischijf of -rotor 142, 144 zijn respectievelijk draaibaar rond de eerste en de tweede rotatieas 146, 148. Een strooierhuis 150 bevat vaste delen 152, 154 die respectievelijk in wezen de helft van de omtrekken van de strooischijven of -rotoren 142, 144 omringen, en een bodem 156 van het huis strekt zich volledig uit onder de strooischijven of -rotoren 142, 144.With reference now more particularly to Figure 4, a crop residue spreader 140 is shown. The first and second spreading disc or rotor 142, 144 are rotatable about the first and second rotary axes 146, 148, respectively. A spreader housing 150 includes fixed parts 152, 154 which are essentially half the circumferences of the spreading discs or rotors, respectively. 142, 144, and a bottom 156 of the housing extends completely below the spreading discs or rotors 142, 144.

Een materiaaldeflector 158 is tussen de eerste en de tweede strooischijf of-rotorA material deflector 158 is between the first and second spreading disc or rotor

5306553065

B E2016/5959B E2016 / 5959

142,144 aangebracht en bevat een instelsysteem 160 dat respectievelijk de deflectorplaten 162 en 164 bedient. Deflectorplaten 162, 164 zijn operationeel verbonden met vaste delen van het huis 152,154, maar kunnen omhoog gezet worden vanuit de posities die weergegeven zijn in Figuur 4 om oogstrestanten zoals stro 28 en kaf 32 in staat te stellen om daar ruwweg in het midden aan de achterkant van de maaidorser te stromen. In het voorbeeld dat weergegeven is in Figuur 4 omringen deflectorplaten 162, 164 nog meer delen van de omtrekken van strooischijven of -rotoren 142, 144. Instelsysteem 160 kan ook gebruikt worden op een wijze dat de deflectorplaten dichter bij of verder van de buitenranden van strooischijven of -rotoren 142, 144 bewogen worden. Samen definiëren het strooierhuis 150 en de deflectorplaten 162, 164 tangentiële uitvoerzones 166, 168 voor respectievelijk elke eerste en tweede strooischijf of -rotor 142,144. Door de deflectorplaten 162, 164 verticaal en horizontaal te verstellen, kan de manier waarin oogstrestanten uit de oogstrestantenstrooier 140 gestoten worden aangepast worden. Dus kan de verdeling meer naar het midden gericht worden door deflectorplaten 162 164 hoger te plaatsen en kan de zijdelingse afstand voor het uitwerpen van de oogstrestanten veranderd worden door het horizontaal verstellen van de deflectorplaten 162, 164. Het gebruik en de werking van de materiaaldeflector 158 is bekend voor de vakman die op de hoogte is van de stand van de techniek en zal hier niet verder in detail beschreven worden.142,144 and includes an adjustment system 160 that operates deflector plates 162 and 164, respectively. Deflector plates 162, 164 are operatively connected to fixed parts of housing 152,154, but can be raised from the positions shown in Figure 4 to allow crop residues such as straw 28 and chaff 32 to be there roughly in the center back from the combine. In the example shown in Figure 4, deflector plates 162, 164 surround even more parts of the contours of spreading discs or rotors 142, 144. Adjustment system 160 may also be used in such a way that the deflector plates are closer to or further from the outer edges of spreading discs or rotors 142, 144 are moved. Together, the spreader housing 150 and deflector plates 162, 164 define tangential output zones 166, 168 for each first and second spreading disc or rotor 142,144, respectively. By adjusting the deflector plates 162, 164 vertically and horizontally, the manner in which crop residues are ejected from the crop residue spreader 140 can be adjusted. Thus, the distribution can be more centered by raising deflector plates 162 164 higher, and the lateral distance for ejection of crop residues can be changed by horizontally adjusting deflector plates 162, 164. Use and operation of material deflector 158 is known to the person skilled in the art and will not be described in further detail here.

Zowel de eerste als de tweede strooischijf of -rotor 142, 144 bevat een reeks schoepenraderen of schoepen om de oogstrestanten mee te nemen, voor het versnellen van het uit de uiteinden van de schoepen te stoten materiaal wanneer de schoepen voorbij de open zones passeren die gedefinieerd worden door tangentiële uitlaatzones 166, 168 en/of openingen onder deflectorplaten 162, 164 door het omhoog bewegen van de deflectorplaten. In het algemeen hebben de schoepen een dwarsdoorsnede met min of meer een V-vorm van de bovenkant naar de bodem, waarbij de opening van de V-vorm naar de voorwaartse draairichting gericht is. Het residu van het gewas dat stro 28 en kaf 32 bevat, komt de open bovenkant van huis 150 binnen en beweegt langs de schoepen om zich te verzamelen in de diepte van de V-vorm van elke schoep. Wanneer de instelling van de materiaaldeflector 158 geoptimaliseerd is voor de bedrijfsvoorwaarden van de machine, voor de weersomstandigheden en de gewastoestand kan een over de volledige strooibreedte in wezen gelijkmatige verdeling van het strooien verkregen worden.Both the first and second spreading disc or rotor 142, 144 include a series of vane wheels or vanes to carry the crop residues, for accelerating the material to be ejected from the tips of the vanes as the vanes pass beyond the open zones defined through tangential outlet zones 166, 168 and / or openings under deflector plates 162, 164 by raising the deflector plates. In general, the vanes have a cross section with more or less a V shape from the top to the bottom, with the opening of the V shape facing forward. The residue of the crop containing straw 28 and chaff 32 enters the open top of housing 150 and moves along the blades to collect in the depth of the V shape of each blade. When the setting of the material deflector 158 is optimized for the operating conditions of the machine, for the weather conditions and the crop condition, an essentially even distribution of the spreading can be obtained over the entire spreading width.

In de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm die weergegeven is inIn the exemplary embodiment shown in

5306553065

BE2016/5959BE2016 / 5959

Figuren 4 en 7 bevat de eerste strooischijf of -rotor 142 een eerste schoep 170 met een dwarsdoorsnede met een eerste vorm, een tweede schoep 172 met een dwarsdoorsnede met een tweede vorm, een derde schoep 174 met een dwarsdoorsnede met een derde vorm en een vierde schoep 176 die vergelijkbaar is met de schoep 172 en waarvan de dwarsdoorsnede dezelfde is als die van de tweede schoep 172. Schoepen 170,172, 174 en 176 ontvangen een stroom oogstrestanten, met inbegrip van stro 28 en kaf 32 van een oogstrestanteninlaat 178 boven de schoepen en ruwweg afgebakend door strooierhuis 150 en materiaaldeflector 158. Een vergelijkbare restanteninlaat 180 is gedefinieerd boven de tweede strooischijf of -rotor 144.Figures 4 and 7, the first spreading disc or rotor 142 includes a first blade 170 of cross section with a first shape, a second blade 172 of cross section of a second shape, a third blade 174 of cross section of a third shape, and a fourth vane 176 which is similar to the vane 172 and whose cross-section is the same as that of the second vane 172. Vanes 170, 172, 174 and 176 receive a stream of crop residues, including straw 28 and chaff 32 from a crop residue inlet 178 above the blades and roughly demarcated by spreader housing 150 and material deflector 158. A similar scrap inlet 180 is defined above the second spreading disc or rotor 144.

Om de vormen van de verticale dwarsdoorsnede van de eerste schoep 170, de tweede schoep 172, de derde schoep 174 en de vierde schoep 176 beter te illustreren, zijn er schematische voorstellingen van weergegeven in de Figuren 5 en 6. Zoals te zien is, is het diepste punt van de V-vorm van de eerste schoep 170 in de buurt van de bovenkant van de schoep gelegen en zullen de oogstrestanten zoals stro 28 en kaf 30 die ontvangen worden via de restanteninlaat 178 en die meegenomen worden door de eerste schoep 170 de neiging hebben in de buurt te blijven of snel te migreren naar de diepte van de V-vorm in de buurt van de bovenste rand van de schoep. De tweede schoep 172 en de vierde schoep 176 hebben beide doorsneden met vergelijkbare vorm, waarbij de diepste delen van de V-vormen in de buurt van het midden van de schoepen tussen de bovenkant en de bodem liggen. Bijgevolg zullen oogstrestanten zoals stro 28 en kaf 30 die ontvangen werden via de restanteninlaat 178 en meegenomen werden door de tweede schoep 172 of de vierde schoep 176 de neiging hebben snel naar het diepste punt van de V-vorm in het midden tussen de bovenkant en de bodem van de schoep te migreren en in de buurt ervan te blijven. Het diepste punt van de V-vorm van de derde schoep 174 ligt in de buurt van de onderrand van de schoep. Oogstrestanten zoals stro 28 en kaf 30 die ontvangen worden via de door restanteninlaat 178 en die meegenomen worden door de derde schoep 174 zullen snel naar het diepste punt van de V-vorm in de buurt van de bodem van de schoep migreren en er blijven, in de buurt van de bodem 156 van het huis.To better illustrate the vertical cross-sectional shapes of the first vane 170, the second vane 172, the third vane 174, and the fourth vane 176, schematic representations thereof are shown in Figures 5 and 6. As can be seen, the deepest point of the V-shape of the first vane 170 located near the top of the vane and the crop residues such as straw 28 and chaff 30 received through the leftover inlet 178 and carried by the first vane 170 will tend to stay close or migrate quickly to the depth of the V-shape near the top edge of the blade. The second blade 172 and the fourth blade 176 both have cross-sections of similar shape, with the deepest parts of the V-shapes located near the center of the blades between the top and the bottom. Accordingly, crop residues such as straw 28 and chaff 30 received through the scrap inlet 178 and carried through the second blade 172 or the fourth blade 176 will tend quickly to the deepest point of the V-shape midway between the top and the migrate from the bottom of the blade and stay close to it. The deepest point of the V-shape of the third blade 174 is near the bottom edge of the blade. Harvest remnants such as straw 28 and chaff 30 received through the scrap inlet 178 and carried through the third blade 174 will quickly migrate to the deepest point of the V-shape near the bottom of the blade and remain there, in near the bottom 156 of the house.

Het gebruik van schoepen met relatief agressieve V-vormen bevordert een snellere migratie van het materiaal langs het oppervlak van de schoep naar het diepste punt van de V-vorm, zelfs als de diverse omstandigheden veranderen. Elke schoep reageert consistenter t.o.v. de oogstrestanten, zelfs wanneer de gewas-, oogstatmosferische of andere omstandigheden veranderen. Als gevolg daarvan blijven de patronen van het traject van de oogstrestanten die uit de uitlaat geslingerd worden,The use of vanes with relatively aggressive V-shapes promotes faster migration of the material along the surface of the vane to the deepest point of the V-shape, even if the various conditions change. Each vane responds more consistently to crop residues, even when crop, harvest atmospheric or other conditions change. As a result, the patterns of the trajectory of the crop residues flung from the exhaust remain,

5306553065

BE2016/5959 consistenter, zelfs als de verschillende omstandigheden veranderen.BE2016 / 5959 more consistent even if the different conditions change.

Hoewel de bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm die weergegeven is en uitgelegd werd met betrekking tot Figuren 4-7, vier schoepen en drie verschillende patroonvormen bevat, dient begrepen te worden dat er ook meer of minder schoepen gebruikt kunnen worden. Er kunnen bv. 3 schoepen gebruikt worden, die elk één van de beschreven vormen hebben. Verder kunnen meer dan vier schoepen gebruikt worden waarbij twee schoepen elk een van de twee vormen hebben en een vijfde schoep de resterende vorm. Men kan nog verder gaan en zes of meer schoepen gebruiken waarbij telkens twee schoepen een van de drie verschillende vormen hebben. Figuur 8 illustreert een rotor 182 die vergelijkbaar is met die welke weergegeven is in Figuur 7, maar met drie paar schoepen, waarbij de twee schoepen binnen een paar een gelijkaardige vorm hebben, maar die elk een andere vorm hebben dan de andere paren. Bijgevolg bevat rotor 182 een eerste schoep 170, een tweede schoep 172, een derde schoep 174 en een vierde schoep 176 die op vergelijkbare wijze gevormd zijn als de op vergelijkbare wijze genummerde schoepen die eerder hierin werden beschreven. Rotor 182 bevat verder een vijfde schoep 184 die op vergelijkbare wijze met de eerste schoep 170 is gevormd en een zesde schoep 186 die op vergelijkbare wijze gevormd is als de derde schoep 174. De op vergelijkbare wijze gevormde schoepen van een paar zijn diametraal tegenover elkaar gepositioneerd om het uitbalanceren te vergemakkelijken.While the exemplary embodiment shown and explained with respect to Figures 4-7 includes four blades and three different cartridge shapes, it should be understood that more or fewer blades may also be used. For example, 3 blades can be used, each of which has one of the described shapes. Furthermore, more than four blades can be used, with two blades each having one of the two shapes and a fifth blade having the remaining shape. One can go even further and use six or more blades, two blades each having one of three different shapes. Figure 8 illustrates a rotor 182 similar to that shown in Figure 7, but with three pairs of blades, the two blades within a pair having a similar shape, but each having a different shape from the other pairs. Accordingly, rotor 182 includes a first blade 170, a second blade 172, a third blade 174, and a fourth blade 176 that are similarly shaped to the similarly numbered blades previously described herein. Rotor 182 further includes a fifth blade 184 similarly formed with the first blade 170 and a sixth blade 186 similarly shaped as the third blade 174. The similarly shaped blades of a pair are diametrically opposed to facilitate balancing.

Er dient ook begrepen te worden dat er meer dan drie schoepenvormen gebruikt kunnen worden. Bijvoorbeeld kunnen ook schoepen gebruikt worden met V-vormen waarvan de diepste delen tussen de vormen liggen die weergegeven zijn voor de beschreven uitvoeringsvorm. Vijf schoepen kunnen gebruikt worden waarvan er drie met de eerste, de tweede en de derde vorm, een vierde schoep tussen de eerste en de tweede vorm, en een vijfde schoep tussen de tweede en de derde vorm. Rotor 144 (Figuur 4) is weergegeven met vijf schoepen, die vijf verschillend gevormde schoepen kunnen zijn zoals zojuist beschreven, of kan één of twee paar vergelijkbaar gevormde schoepen bevatten. Nog verdere variaties en combinaties kunnen aangebracht worden. Als verder voorbeeld kunnen voordelen verkregen worden door schoepen met twee verschillende Vvormen te gebruiken om de positionering van materiaal in ten minste twee hoogteposities ten opzichte van de schoepen te bevorderen. Verder dient bovendien begrepen te worden dat, hoewel de eerste strooischijf of -rotor 142 weergegeven is en beschreven werd met schoepen met meerdere V-vormige dwarsdoorsneden, dat de tweede strooischijf of -rotor 144 ook uitgerust kan worden met een reeks schoepen met verschillende vormen vanIt should also be understood that more than three blade shapes can be used. For example, vanes can also be used with V-shapes, the deepest parts of which lie between the shapes shown for the described embodiment. Five blades can be used, three of which have the first, second and third shapes, a fourth blade between the first and second shapes, and a fifth blade between the second and third shapes. Rotor 144 (Figure 4) is shown with five blades, which may be five differently shaped blades as just described, or may contain one or two pairs of similarly shaped blades. Still further variations and combinations can be made. As a further example, advantages can be obtained by using vanes with two different V shapes to promote the positioning of material in at least two height positions relative to the vanes. Furthermore, it is to be further understood that although the first spreading disc or rotor 142 is shown and described with vanes with multiple V-shaped cross sections, the second spreading disc or rotor 144 may also be equipped with a series of vanes with different shapes of

5306553065

BE2016/5959 dwarsdoorsneden die ofwel dezelfde zijn als of verschillen van de vormen van dwarsdoorsnede van eerder beschreven schoepen en met meer schoepen dan rotor 142 zoals getoond, of met hetzelfde aantal schoepen of minder schoepen dan rotor 142. Een of beide rotoren 142, 144 kunnen uitgerust zijn met meerdere schoepen met een configuratie met één enkele V-vormige dwarsdoorsnede en nog altijd voordelen bieden door een consistentere ligging van het materiaal in de diepste delen van de V-vormen te verwezenlijken, zelfs als de gewas-, oogst- atmosferische en/of andere omstandigheden veranderen.BE2016 / 5959 cross-sections that are either the same as or different from the cross-sectional shapes of blades previously described and with more blades than rotor 142 as shown, or with the same number of blades or fewer blades than rotor 142. One or both rotors 142, 144 may are equipped with multiple vanes with a single V-shaped cross-section configuration and still provide advantages by achieving a more consistent location of the material in the deepest parts of the V-shapes, even if the crop, harvest atmospheric and / or change other circumstances.

Hoewel de bij wijze van voorbeeld gegeven weergegeven en beschreven uitvoeringsvormen rotoren hadden die door huizen omsloten waren, dient verstaan te worden dat rotoren met verschillende gevormde schoepen dan hierin onthuld ook voordelig gebruikt kunnen worden in meer open opstellingen zonder huizen, die bijvoorbeeld platen kunnen bevatten om het materiaal te geleiden. Verder dient begrepen te worden dat, hoewel een materiaalinlaat in de buurt van de verticale rotor weergegeven en beschreven werd, rotoren met schoepen met verschillende vormen zoals ze hier onthuld worden voordelig gebruikt kunnen worden in restantenstrooiers waarvan de inlaten zich op andere posities ten opzichte van de rotor bevinden.While the embodiments shown and described by way of example had rotors enclosed by housings, it should be understood that rotors with different shaped blades than disclosed herein may also be used advantageously in more open arrangements without housings, which may include, for example, plates to guide the material. Furthermore, it is to be understood that although a material inlet has been shown and described in the vicinity of the vertical rotor, rotors with vanes of different shapes as disclosed here can be used advantageously in scrap spreader whose inlets are at different positions relative to the rotor.

5306553065

BE2016/5959BE2016 / 5959

Claims (15)

CONCLUSIES:CONCLUSIONS: 1. Oogstrestantenstrooier ( 140) bestaande uit:1. Harvest residual spreader (140) consisting of: een rotor (142) aangebracht om een roterende beweging te maken rond een verticale as (146) en die een reeks zich radiaal uitstrekkende schoepen (170,172,174, 176) bevat om oogstrestanten (28, 32) te bewegen;a rotor (142) arranged to rotate about a vertical axis (146) and containing a series of radially extending blades (170,172,174, 176) to move crop residues (28, 32); waarbij de restantenstrooier gekenmerkt is doordat :the waste spreader being characterized in that: de zich radiaal uitstrekkende reeks schoepen ten minste een eerste schoep (170) bevat waarvan de dwarsdoorsnede een eerste vorm heeft en een tweede schoep (172) waarvan de dwarsdoorsnede een tweede vorm heeft verschillend van die van de eerste dwarsdoorsnede.the radially extending series of blades includes at least a first blade (170) whose cross section has a first shape and a second blade (172) whose cross section has a second shape different from that of the first cross section. 2. Oogstrestantenstrooier (140) volgens conclusie 1, waarbij de reeks schoepen een derde schoep (176) bevat waarvan de vorm van de derde dwarsdoorsnede verschilt van de vorm van de eerste en de tweede dwarsdoorsnede.The crop residue spreader (140) according to claim 1, wherein the array of blades includes a third blade (176) the shape of the third cross section of which differs from the shape of the first and second cross sections. 3. Oogstrestantenstrooier (140) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de reeks schoepen twee schoepen bevat (172, 174) met een dwarsdoorsnede met dezelfde vorm.The crop residue spreader (140) according to claim 1 or 2, wherein the array of vanes includes two vanes (172, 174) of cross section of the same shape. 4. Oogstrestantenstrooier zoals vermeld in eender welke van de conclusies 1-3 en de dwarsdoorsneden ruwweg een V-vorm hebben, waarbij de openingen van de V-vormen naar de voorwaartse draairichting van de rotor (142) gericht zijn.Harvest residual spreader as claimed in any one of claims 1-3 and the cross-sections have a roughly V-shape, the openings of the V-shapes facing the forward direction of rotation of the rotor (142). 5. Oogstrestantenstrooier (140) zoals vermeld in eender welke van de conclusies 14, die een huis (150) bevat dat ten minste gedeeltelijk de rotor (142) omringt en een inlaat heeft voor restanten in de buurt van de verticale as en een tangentiële uitlaat (166); en een verstelbare materiaaldeflector (158) die verstelbaar verbonden is met de tangentiële uitlaat (166).Harvest residual spreader (140) as recited in any one of claims 14, which includes a housing (150) that at least partially surrounds the rotor (142) and has an inlet for debris near the vertical axis and a tangential outlet (166); and an adjustable material deflector (158) adjustably connected to the tangential outlet (166). 6. Oogstrestantenstrooier (140) volgens conclusie 5, waarbij de verstelbare materiaaldeflector (158) een deflectorplaat (162) bevat die horizontaal verstelbaar is ten opzichte van de rotor (142).The crop residue spreader (140) of claim 5, wherein the adjustable material deflector (158) includes a deflector plate (162) that is horizontally adjustable relative to the rotor (142). 7.7. Oogstrestantenstrooier (140) volgens conclusie 5, waarbij de verstelbareCrop residue spreader (140) according to claim 5, wherein the adjustable 5306553065 BE2016/5959 materiaaldeflector (158) een deflectorplaat (162) bevat die verticaal verstelbaar is ten opzichte van de rotor (142).BE2016 / 5959 material deflector (158) includes a deflector plate (162) that is vertically adjustable relative to the rotor (142). 8. Oogstrestantenstrooier (140) volgens conclusie 7, waarbij de deflectorplaat (162) horizontaal verstelbaar is ten opzichte van de rotor (142).The crop residue spreader (140) according to claim 7, wherein the deflector plate (162) is horizontally adjustable relative to the rotor (142). 9. Oogstrestantenstrooier (140) zoals vermeld in eender welke van de conclusies 1 tot en met 8 die een tweede rotor (144) bevat.Harvest residual spreader (140) as recited in any of claims 1 to 8 containing a second rotor (144). 10. Oogstrestantenstrooier (140) volgens conclusie 9, waarbij de eerste rotor (142) en de tweede rotor (144) geconfigureerd zijn en aangedreven worden in tegenovergestelde richtingen.The crop residue spreader (140) of claim 9, wherein the first rotor (142) and the second rotor (144) are configured and driven in opposite directions. 11. Oogstrestantenstrooier (140) zoals vermeld in eender welke van de conclusies 1 tot en met 10, in combinatie met een maaidorser (20) die een dorssectie (22) heeft om oogstmateriaal en stro (28) te scheiden om het stro (28) in de oogstrestantenstrooier (140) te lossen.Harvest residual spreader (140) as claimed in any one of claims 1 to 10, in combination with a combine (20) having a threshing section (22) to separate crop material and straw (28) around the straw (28) into the crop residue spreader (140). 12. Oogstrestantenstrooier (140) zoals vermeld in eender welke van de conclusies 1 tot en met 10 in combinatie met een maaidorser (20) met een reinigingssysteem (30) om oogstmateriaal en kaf (32) te scheiden en om het kaf (32) te lossen in de oogstrestantenstrooier (140).Harvest residual spreader (140) as claimed in any one of claims 1 to 10 in combination with a combine (20) with a cleaning system (30) to separate harvest material and chaff (32) and to separate the chaff (32). in the crop residual spreader (140). 13. Oogstrestantenstrooier ( 140) in combinatie met een maaidorser (20) volgens conclusie 11, waarbij de maaidorser (20) verder een reinigingssysteem (30) bevat om oogstmateriaal en kaf (32) te scheiden en om het kaf (32) te lossen in de oogstrestantenstrooier (140).A crop residue spreader (140) in combination with a combine (20) according to claim 11, wherein the combine (20) further comprises a cleaning system (30) to separate crop material and chaff (32) and to unload the chaff (32) into the crop residue spreader (140). 14. Oogstrestantenstrooier (140) in combinatie met een maaidorser (20) zoals vermeld in eender welke van de conclusies 11 tot en met 13, waarbij de maaidorser (20) verder een hakselaar (26) bevat stroomopwaarts van de oogstrestantenstrooier (140) om oogstrestanten (28, 32) die in de oogstrestantenstrooier (140) binnenkomen te scheiden.Harvest residual spreader (140) in combination with a combine (20) as claimed in any of claims 11 to 13, wherein the combine (20) further comprises a chopper (26) upstream of the harvest residual spreader (140) for harvested residues (28, 32) entering the crop residue spreader (140). 15. Oogstrestantenstrooier ( 140) zoals vermeld in eender welke van de voorgaande15. Harvest residue spreader (140) as specified in any of the foregoing 5306553065 BE2016/5959 conclusies, waarbij de reeks schoepen ten minste twee paar schoepen bevat (170, 184; 172,176; 174, 186), waarbij de schoepen in een paar vergelijkbaar gevormd zijn en de schoepenparen verschillend van elkaar gevormd zijn.BE2016 / 5959 claims, wherein the array of blades includes at least two pairs of blades (170, 184; 172,176; 174, 186), the blades being similarly formed in a pair and the blade pairs being different from each other. BE2016/5959BE2016 / 5959 5306553065
BE20165959A 2016-11-10 2016-12-22 ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS BE1024837B9 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20165959A BE1024837B9 (en) 2016-12-22 2016-12-22 ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS
BR112019009460-1A BR112019009460B1 (en) 2016-11-10 2017-11-10 SPREADER DISC AND HARVEST WASTE SPREADER WITH DIFFERENT SHOVEL SHAPES
CN201780052315.2A CN109640619B (en) 2016-11-10 2017-11-10 Crop residue spreader for crop harvester
US16/349,123 US11096327B2 (en) 2016-11-10 2017-11-10 Crop residue spreader rotor with different paddle shapes
PCT/US2017/061107 WO2018089796A1 (en) 2016-11-10 2017-11-10 Crop residue spreader rotor with different paddle shapes
EP17805058.9A EP3537866B1 (en) 2016-11-10 2017-11-10 Crop residue spreader rotor with different paddle shapes

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20165959A BE1024837B9 (en) 2016-12-22 2016-12-22 ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS

Publications (4)

Publication Number Publication Date
BE1024837A1 BE1024837A1 (en) 2018-07-16
BE1024837B1 BE1024837B1 (en) 2018-07-23
BE1024837A9 BE1024837A9 (en) 2018-08-21
BE1024837B9 true BE1024837B9 (en) 2018-08-29

Family

ID=57906359

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20165959A BE1024837B9 (en) 2016-11-10 2016-12-22 ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1024837B9 (en)
WO (1) WO2018089796A1 (en)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4617942A (en) * 1985-01-24 1986-10-21 Garner David L Chaff spreading apparatus
US6238286B1 (en) * 1999-08-06 2001-05-29 Deere & Company Crop residue spreader
US7331855B2 (en) * 2005-07-15 2008-02-19 Deere & Company Wide-spread impeller spreader for harvesting combine
DE202009010907U1 (en) * 2009-03-26 2009-11-19 Deere & Company, Moline Harvest crop shred and distribution arrangement for a combine harvester

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024837A1 (en) 2018-07-16
BE1024837B1 (en) 2018-07-23
WO2018089796A1 (en) 2018-05-17
WO2018089796A8 (en) 2018-06-28
BE1024837A9 (en) 2018-08-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1004580A3 (en) Harvester.
BE1019133A3 (en) A CUTTER.
EP2138024B1 (en) Active spreader for an agricultural combine
BE1022423B1 (en) CHOPPER AND SPREADER FOR A HARVESTER
BE1021145B1 (en) CUTTER WITH IMPROVED CHOPPER AND SPREADER SET-UP
US3670739A (en) Axial flow combine with a rotary discharge and a straw chopper
BE1024448B1 (en) EYE STRESTANT SPREADER
BR102018013136B1 (en) WASTE MANAGEMENT SYSTEM FOR AN AGRICULTURAL VEHICLE AND AGRICULTURAL VEHICLE
EP3409095B1 (en) Agricultural combine with reversing chopper rotor
BE1025301B1 (en) LOAF / STRAWING SYSTEM OF A HARVESTING MACHINE FOR AGRICULTURAL APPLICATIONS
BR102013017720A2 (en) Combined Dispensing Array That Has Independently Positioned Dispensing Disks
EP2993968B1 (en) Chopper/blower arrangement for a header used on an agricultural harvester
US20220361411A1 (en) Combine harvester with a weed seed destruction device feeding to a straw spreader
BE1022893B1 (en) GRAIN CLEANING SYSTEM WITH IMPROVED AIR FLOW AND ADDITIONAL FALL STEP TO IMPROVE GRAIN CLEANING PERFORMANCE
US9591806B2 (en) Agricultural header with multiple finger infeed assembly
US11096327B2 (en) Crop residue spreader rotor with different paddle shapes
BE1025043B1 (en) SCREWING SYSTEM FOR A HARVESTING MACHINE FOR AGRICULTURAL APPLICATIONS WITH A SINGLE AND AGAINST DEFLECTOR
US10420277B2 (en) Spreading arrangement and a combine harvester comprising a spreading arrangement
BE1024837B9 (en) ROTOR FOR EYE-STREST STREAKER WITH DIFFERENT SHAPED SHIPS
US10398081B2 (en) Straw spreader and chaff spreader for a combine harvester
US20240147913A1 (en) Straw Processing System
JP2020120611A (en) Universal combine threshing device

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180723