BE1024776B1

BE1024776B1 - Gevouwen, afgedichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige bereidingsrecipiënt die opbergbaar is als plat vel

Info

Publication number: BE1024776B1
Application number: BE2017/5251A
Authority: BE
Inventors: Johan Bergen
Original assignee: I.C.B. N.V.
Priority date: 2017-04-10
Filing date: 2017-04-10
Publication date: 2018-06-26
Also published as: EP3388353A1

Abstract

Er zijn gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt beschreven, zoals stoompakketjes van het “papillot”- type die gemaakt zijn uit een plat velvormig uitsnijdsel door middel van eenvoudige machinale handelingen zoals het enkel snijden, stansen en insnijden, het rillen en vouwen, waarbij de recipiënten voor gebruik en tussen gebruik door als platte vellen kunnen worden opgeborgen. De gesloten, klaar voor gebruik gemaakte recipiënt kan bij het koken door een gebruiker worden gevouwen tot een pakketje dat het voedsel bevat dat moet worden bereid of verwarmd, dat ook een vloeistof kan omvatten. Uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen voor het bereiden op een barbecue, in een oven of in een microgolfoven worden gebruikt en zijn gemakkelijk te reinigen, zelfs in een vaatwasser, aangezien ze na gebruik kunnen worden platgevouwen zonder dat oppervlakken worden gescheurd of opengereten.

Description

(73) Houder(s) :

I.C.B. N.V.

3271, SCHERPENHEUVEL-ZICHEM België (72) Uitvinder(s) :

BERGEN Johan

3271 SCHERPENHEUVEL-ZICHEM België (54) GEVOUWEN, AFGEDICHTE, HERBRUIKBARE, LIJMLOZE, LEKBESTENDIGE BEREIDINGSRECIPIËNT DIE OPBERGBAAR IS ALS PLAT VEL (57) Er zijn gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt beschreven, zoals stoompakketjes van het “papillot”- type die gemaakt zijn uit een plat velvormig uitsnijdsel door middel van eenvoudige machinale handelingen zoals het enkel snijden, stansen en insnijden, het rillen en vouwen, waarbij de recipiënten voor gebruik en tussen gebruik door als platte veilen kunnen worden opgeborgen. De gesloten, klaar voor gebruik gemaakte recipiënt kan bij het koken door een gebruiker worden gevouwen tot een pakketje dat het voedsel bevat dat moet worden bereid of verwarmd, dat ook een vloeistof kan omvatten. Uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen voor het bereiden op een barbecue, in een oven of in een microgolfoven worden gebruikt en zijn gemakkelijk te reinigen, zelfs in een vaatwasser, aangezien ze na gebruik kunnen worden platgevouwen zonder dat oppervlakken worden gescheurd of opengereten.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024776 Nummer van indiening: BE2017/5251

Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: B65D 5/20 B65D 5/24 A47J 36/02 A21B 3/13 B65D 81/34 B65D 5/62 Datum van verlening: 26/06/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 10/04/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteid, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

I.C.B. N.V., Mortelbroekstraat 28, 3271 SCHERPENHEUVEL-ZICHEM België;

vertegenwoordigd door

BECK Michaël A.T., Technologielaan 9, 3001, HEVERLEE;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: GEVOUWEN,

AFGEDICHTE, HERBRUIKBARE, LIJMLOZE, LEKBESTENDIGE BEREIDINGSRECIPIËNT DIE

OPBERGBAAR IS ALS PLAT VEL.

UITVINDER(S):

BERGEN Johan, Mortelbroekstraat 28, 3271, SCHERPENHEUVEL-ZICHEM;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 26/06/2018,

Bij bijzondere machtiging:

- 1 BE2017/5251

GEVOUWEN, AFGEDICHTE, HERBRUIKBARE, FUMFOZE, FEKBESTENDIGE BEREIDINGSRECIPIËNT DIE OPBERGBAAR IS AES PEAT VEL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige bereidingsrecipiënt zoals een stoompakketje van het ‘papillot’-type die van een plat vel wordt gemaakt door middel van, bijvoorbeeld, het enkel rillen, vouwen, snijden, stansen en insnijden, en vôôr en na gebruik als plat vel opbergbaar is. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor het maken van een stoompakketje uit een enkel vel materiaal dat tot een pakketje kan worden gevouwen en demonteerbaar is of losgemaakt kan worden om weer het platte vel te verkrijgen zonder het scheuren of openrijten van het vel of andere materialen zoals gelijmde of gehechte oppervlakken, krammen of lassen.

ACHTERGROND

Er zijn lekbestendige, vloeistofdichte kunststof trays bekend die van gevormde kunststof zoals geëxpandeerd polystyreen zijn gemaakt. Deze nemen veel ruimte in omdat ze niet zonder scheuren of openbreken kunnen worden platgelegd. Er zijn ook afgedichte trays bekend die gemaakt zijn van gesneden, gerilde en gevouwen uitsnijdsels, zoals van karton. Deze kunnen worden gebruikt om voedsel in te bewaren en te vervoeren, waartoe zelfs vloeistoffen kunnen behoren als het karton aan het oppervlak afgedicht is. Voor bereidingsrecipiënten zoals papillotpakketjes verdient het de voorkeur om lekbestendige materialen te gebruiken die weinig ruimte innemen bij het transporteren en op de locatie van de consument kunnen worden gevormd. Aluminiumfolie wordt bijvoorbeeld voor dit doel gebruikt maar het is moeilijk schoon te maken en opnieuw te gebruiken.

EP0837010 beschrijft een wikkel die bestaat uit een folie die moet worden afgedicht door twee draaiwikkels aan weerszijden van een voorwerp dat moet worden omwikkeld en die aan de binnenkant ten opzichte van het voorwerp dat moet worden omwikkeld een afdichtlaag omvat die is aangebracht tangs twee dwarsstroken aan weerszijden van het voorwerp dat moet worden omwikkeld en die zieh parallel aan een as die door de twee draaiwikkels loopt uitstrekt. De werkwijze bestaat uit het afdichten van de wikkel bij de dwarsstroken. De folie kan bijvoorbeeld een cellofaanvel, een gegoten polypropyleenfolie, waspapier, aluminiumfolie of laminaat zijn. Het gebruik van

-2BE2017/5251 afdichtmaterialen maakt het product voor koken ongeschikt. Gevouwen vellen zoals gevouwen aluminiumvellen zijn moeilijk weer tot een plat vel terug te brengen.

FR 3017120 beschrijft in een uitvoeringsvorm een uitsnijdsel dat tot een kartonnen tray kan worden gevouwen, voor gebruik bij en voor het bereiden van voedsel in een microgolfoven. Het uitsnijdsel kan van karton zijn gemaakt. Het karton kan met een dunne laag polyethyleentereftalaat (PET) zijn bedekt. Het bodemvlak is vierkantig en vier tegenover elkaar liggende zijvlakken worden hoofdzakelijk rechtstandig over respectieve vouwlijnen ten opzichte van het bodemvlak gevouwen. Als de zijvlakken hoofdzakelijk rechtop zijn gevouwen, worden vouwstukken in de hoeken van het ondervlak längs vouwlijnen tot een driehoekige vorm gevouwen en elke vouwstuk wordt ten opzichte van het buitenoppervlak van een zijvlak gevouwen en eraan vastgemaakt. Om het risico op contact tussen het voedsel en het kleefmiddel te vermijden, worden de vouwstukken aan de buitenkant van de zijvlakken gelijmd. Het uitsnijdsel omvat eveneens een deksel voor de tray die de vorm heeft van een klep aan één zijde van de tray. De tray wordt gebruikt met een apart vel zwavelhoudend papier dat vloeistoffen en vetten afstoot. Karton verbrandt bij ongeveer 170°C als het gecoat is met een laag PET. PET heeft een smeltpunt van 255°C en is dus veilig tot onder de 200°C terwijl PTFE veilig is tot 260°C.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding hebben betrekking op gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebstendige bereidingsrecipiënten zoals stoompakjes van het papillot-type, vervaardigd uit een plat stuk uitsnijdsel door middel van simpele machinale bewerkingen zoals het enkel snijden, stansen en insnijden, het rillen en vouwen, waarbij de bereidingsrecipiënten voor en tussen het gebruik bij het bereiden kunnen worden opgeslagen als platte vellen. De omsloten recipient is klaar voor gebruik en kan door een gebruiker bij het koken worden gevouwen tot een pakketje dat het te bereiden of op te warmen voedsel bevat, hetgeen ook een vloeistof kan omvatten. Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen worden gebruikt voor het beiden op een barbecue, in een oven of in een microgolfoven, en kunnen gemakkelijk worden schoongemaakt, zelfs in de afwasmachine, aangezien ze na gebruik kunnen worden platgemaakt zonder

-3BE2017/5251 beschadiging of scheuren van de oppervlakken zoals bij gelijmde, gehechte of gelaste producten zou optreden. Het pakketje kan gedemonteerd worden om zo een plat vel te vormen voor reiniging. Er zullen geen etensresten in de verschillende delen van de recipient achterblijven aangezien uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding platgemaakt kunnen worden en het resulterende vel kan worden gereinigd, wat makkelijker en sneller is dan bij een recipient met een driedimensionale vorm. Er zijn dus geen loze ruimten wanneer de recipient is platgemaakt. Verder zorgt gebruik van de recipient als stoompakketje in of op de oven voor een stoomeffect, d.w.z. hetzelfde effect als een gevouwen papillot van aluminiumfolie zou hebben.

De bodem van de recipient kan vierkantig zijn, zoals vierkant of rechthoekig, of andere veelhoekige vormen hebben, zoals achthoekig of zeshoekig. De bereidingsrecipiënt in gebruik kan in de vorm zijn van een tray uit het uitsnijdsel van één vel, d.w.z. met een bodem en vier zijwanden en kleppen om de bovenkant mee af te sluiten. Het platte uitsnijdsel is gemaakt van een niet-poreus kleefvrij materiaal dat in staat is kooktemperaturen zoals tot 260°C te verdragen en gedurende korte tijdsperioden (ongeveer 20-30 minuten) zelfs 320°C, zonder te lekken. Een geschikt materiaal is geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels die gecoat zijn met een warmtebestendig kleefvrij materiaal zoals een fluoropolymeer waarvan PTFE (polytetrafluoroethyleen) of PFA (bijv. perfluoroalkoxycopolymeerhars) of FEP (gefluoreerd ethyleenpropyleen) voorbeelden zijn, of met andere flexibele kunststoffen die bestand zijn tegen hoge temperaturen, bijvoorbeeld PEEK (polyetheretherketon) en dergelijke. De tray heeft twee paar tegenover elkaar gelegen zijvlakken of zijwanden, waarbij deze wanden integraal zijn met, en scharnierend verbonden zijn met vouwstukken op de hoeken van de tray om zo de vloeistofdichte tray te vormen. De vouwstukken worden zonder gebruikmaking van lijm, hechtmiddel of klikbevestigingsmiddelen afgesloten door middei van kleppen die zieh, in het voltooide pakketje, vanaf de bovenzijde van elke zijwand naar de tegenover gelegen zijwand toe uitstrekken en die door omkeerbare bevestigingsmiddelen op elkaar aangrijpen. De kleppen hebben verbindingsgedeelten die alleen zijn gemaakt door, bijvoorbeeld, het snijden, boren, stansen, rillen of insnijden van het uitsnijdsel waardoor een klep van de ene zijde met een klep van een andere zijde kan worden verbonden. De kleppen kunnen van elkaar worden losgemaakt zonder het breken of scheuren van materialen zoals zou

-4BE2017/5251 gebeuren bij gelijmd, gehecht of gelast materiaal. Om de kleppen met elkaar te verbinden worden ze gedraaid om zo de zijvlakken in hun uiteindelijke rechtopstaande positie als zijwanden te trekken om zo een tray te vormen waarvan de hoekvouwstukken zijn gesloten.

Dienovereenkomstig verschaffen uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lek- en hittebestendige bereidingsrecipiënt uit één plat velvormig uitsnijdsel door middel van enkel snijden, boren en insnijden, rillen en vouwen, waarbij de recipient tussen het gebruik door als plat vel kan worden opgeslagen, waarbij het platte velvormige uitsnijdsel van kleefvrij gecoate of geïmpregneerd geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels is gemaakt; waarbij de recipient een vloeistofdichte tray heeft met een veelhoekige bodem en paren tegenover elkaar gelegen zijwanden heeft die integraal met vouwstukken op de hoeken van de tray zijn verbonden om zo de vloeistofdichte tray te vormen, die verder tegenover elkaar gelegen kleppen omvat die integraal met de tegenover elkaar gelegen zijwanden zijn verbonden die de bovenkant van de recipient vormen wanneer ze over de tray worden gevouwen en aan elkaar worden bevestigd.

De veelhoekige bodem van de recipient kan vierkantig zijn met een vierkante of rechthoekige vorm.

De vloeistofdichte tray heeft een bodem en kan vier zijwanden en vier kleppen hebben.

De kleefvrij gecoate of geïmpregneerd geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels kunnen worden gecoat of geïmpregneerd met een fluoropolymeer of een tegen hoge temperaturen bestendige kunststof. Het fluorpolymeer kan PTFE (polytetrafluoroethyleen) of PFA (een perfluoroalkoxycopolymeerhars) of FEP (gefluoreerd ethyleenpropyleen) of iets dergelijks zijn. De tegen hoge temperaturen bestendige kunststoffen kunnen PEEK (polyetheretherketon) zijn.

Het verdient de voorkeur als het materiaal dat gebruikt wordt voor het enkeie uitsnijdsel een voor levensmiddelen geschikt materiaal is.

-5BE2017/5251

De vouwstukken worden dichtgehouden zonder gebruikmaking van lijm, lassen, hechtmiddel, bevestigingsmiddelen of klikbevestigingsmiddelen door middel van de gevouwen tegenover elkaar gelegen kleppen die zieh vanaf elke zijwand naar de tegenover gelegen zijwand uitstrekken.

De tegenover elkaar gelegen kleppen kunnen verbindende gedeelten hebben die alleen door snijden, boren, stansen of insnijden van het uitsnijdsel worden gemaakt, waarbij de verbindende gedeelten dienen voor het omkeerbaar verbinden van een klep van één te verbinden zijde met een klep van een andere zijde.

Met elkaar verbonden kleppen zijn ingericht om de zijwanden naar hun eindpositie in de bereidingsrecipiënt te trekken waarbij de vouwstukken op de hoeken zijn gesloten.

De veelhoekige bodem kan een rechthoek zijn met eerste en tweede tegenover elkaar gelegen zijwanden die langer zijn dan derde en vierde tegenover elkaar gelegen zijwanden.

De eerste tot en met de vierde kleppen kunnen elk respectievelijk integraal met één van de eerste tot en met de vierde tegenover elkaar gelegen zijwanden zijn gevormd.

Eén van de eerste en tweede kleppen kan omkeerbaar met de derde en vierde kleppen zijn verbonden, waardoor de tweede of eerste zijwand voor ontvangst van voedsel toegankelijk biijft.

Eén van de derde en vierde kleppen kan omkeerbaar met de eerste en tweede kleppen zijn verbonden, waardoor de vierde of derde zijwand voor ontvangst van voedsel toegankelijk biijft.

De bodem, zijwanden, kleppen, vouwstukken en bevestigingsgedeelten zijn bij voorkeur geconfigureerd om te worden gedemonteerd of uit elkaar gehaald om het enkele platte velvormige uitsnijdsel zonder breken of scheuren terug te krijgen voor het reinigen en opslaan.

-6BE2017/5251

De onderhavige uitvinding omvat eveneens het gebruik van de bereidingsrecipiënt die hierboven werd beschreven in een bereiding s werkwijze. Het bereiden kan in een oven, in een microgolfoven of op een barbecue plaatsvinden.

De onderhavige uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor het vormen van een gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt uit een enkel plat velvormig uitsnijdsel zoals hierboven beschreven, waarbij de werkwijze het volgende omvat:

tegenover elkaar gelegen zijvlakken van het platte velvormige uitsnijdsel worden tot zijwanden van een tray gevormd doordat de zijvlakken längs vouwlijnen respectievelijk voor elke zijwand worden gedraaid om een in hoofdzaak rechtopstaande positie ten opzichte van een bodemvlak te bereiken, waarbij de zijvlakken in hoofdzaak rechtop längs de respectieve vouwlijnen worden gevouwen, waarbij vouwstukken worden gevormd door längs respectieve vouwlijnen te vouwen om zo een tray te vormen, waarbij elk vouwstuk zodanig wordt gevouwen dat het zieh in de tray in een hoek van het bodemvlak bevindt, waarbij de vouwstukken in deze positie worden gehandhaafd zonder het gebruik van lijm, hechtmiddel, lassen of bevestigingsmiddelen; waarbij buitenkleppen gedraaid en längs vouwlijnen naar binnen gevouwen zijn, waarbij elk buitenste klep middelen heeft voor het verbinden met één of meer van de andere buitenste kleppen, waarbij de middelen voor het verbinden worden gemaakt door werkwijzen van vouwen, rillen, boren, insnijden, het snijden van het uitsnijdsel en geen lijm of hechtmiddel of lassen of afzonderlijke bevestigingsmiddelen vereisen, waarbij drie buitenkleppen met elkaar zijn verbonden om één zijde voor de toegang van voedsel open te laten.

De werkwijze kan het draaien van de resterende buitenklep en het aan ten minste één andere buitenklep vastmaken omvatten.

De werkwijze kan eveneens het zonder scheuren of breken openvouwen van één of meer van de buitenste kleppen, evenais van één of meer van de overeenkomstige zijvlakken omvatten.

KORTE BESCHRUVING VAN DE TEKENINGEN

-7 BE2017/5251

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een een eenheid vormend uitsnijdsel van een vouwbaar materiaal volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding dat kan worden gevouwen om een stoompakketje te vormen met een ingebouwde kooktray van het papillottype zonder lijm te vereisen.

Figuur 2 is een bovenaanzicht van een verder een eenheid vormend uitsnijdsel van een vouwbaar materiaal volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding dat kan worden gevouwen om een stoompakketje te vormen met een ingebouwde kooktray van het papillottype zonder lijm te vereisen.

Figuur 3 toont een gedeeltelijk gesloten (of gedeeltelijk open) opstelling van het stoompakketje van figuur 2.

Figuur 4 toont een gesloten opstelling van het stoompakketje van figuur 2 dat gereed is voor bereiden of opwarmen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORBEELDUITVOERINGEN

Onderstaand worden uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de figuren beschreven. De opgeeiste materie kan op verscheidene manieren worden vormgegeven en kan verschillende kenmerken of werkwijzestappen omvatten. De figuren vormen slechts een schetsmatige voorsteiling.

Figuur 1 toont een enkel uitsnijdsel 1 van vouwbaar materiaal vôôr gebruik of na gebruik. Om het klaar voor gebruik te maken, kan het enkele uitsnijdsel 1 tot een bereidingsrecipiënt worden gevouwen, zoals een stoompakketje, zonder toepassing van lijm of hechtmiddel. Het vouwbare materiaal kan worden gemaakt van een flexibel, nietporeus kleefvrij materiaal, zoals met fluropolymeer gecoate of geïmpregneerde of andere met tegen hoge temperaturen bestendige kunststof gecoate of geïmpregneerd geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels in de vorm van een gecoat of geïmpregneerd gaas of net of weefsel of een niet-geweven structuur die met de glasvezels is gemaakt en vervolgens is gecoat of geïmpregneerd. Het materiaal kan eenlaags of meerlaags zijn. Voorbeelden van een fluoropolymeer zijn PTFE (polytetrafluoroethyleen) of PFA (bijvoorbeeld een perfluoroalkoxycopolymeerhars) of FEP (gefluoreerd ethyleenpropyleen) en een voorbeeld van een tegen hoge temperaturen bestendige kunststof is PEEK (polyetheretherketon) of dergelijke.

- 8 BE2017/5251

Het heeft de voorkeur dat de materialen die gebruikt worden om een enkel uitsnijdsel 1 te maken, voor levensmiddelen geschikt zijn. Bijvoorbeeld bestrijkt de Food Safety System Certification FSSC 22000 de belangrijkste eisen van veel bestaande voedselveiligheidsnormen en -programma's, waaronder: GMP, HACCP, SQF, BRC, IFS en GlobalGAP. FSSC 22000 wordt als het meest uitgebreide systeem voor certificering van voedselveiligheid beschouwd, omdat het de voliedig ISO 22000, sectorspecifieke voorwaardelijke programma's (PRP's) zoals ISO/TS 22002-1 en ISO/TS 22002, HACCP en de applicatiestappen van CODEX Alimentarius bevat. De FSSC 22000-regeling wordt door het Global Food Safety Initiative (GFSI) erkend.

Het uitsnijdsel 1 omvat een bodemvlak 2 dat algemeen rechthoekig van vorm is en afgebakend wordt door middel van vouwlijnen 12, 14, 16, 18 die kunnen worden gerild om gemakkeiijk te kunnen worden gebogen. Het kader van de onderhavige uitvinding omvat ook andere vormen, bijvoorbeeld kan het bodemvlak 2 vierkant of langwerpig of zeshoekig of achthoekig zijn. Uitsnijdsel 1 omvat panelen 4, 6, 8, 10 die vouwlijnen 12,

14, 16, 18 hebben die kunnen worden gerild en die gemeenschappelijk, d.w.z. (respectievelijk) integraal zijn met de randen van het bodemvlak 2. De panelen 4, 6, 8, vormen zijwanden van een tray in het uiteindelijke stoompakketje. De zij vlakken 4,

6, 8, 10 zijn respectievelijk integraal met en vouwbaar verbonden met de randen van het bodemvlak 2 bij de vouwlijnen 12, 14, 16, 18. De verbindingen van zijvlakken 4 en 6, 6 en 8, 8 en 10, 10 en 4 vormen respectievelijk, na rechtop te zijn gevouwen, hoeken van de tray door middel van vouwbare vouwstukken 20, 21, 22, 23. De vouwbare vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden gevormd uit het uitsnijdsel 1 door te vouwen längs de vouwlijnen 50, 52, 54 (eventueel gerild) die vouwstuk 20 vormen, längs vouwlijnen 56, 58 60, (eventueel gerild) die vouwstuk 21 vormen, längs de vouwlijnen 62, 64, 66 (eventueel gerild) die vouwstuk 22 vormen, en längs de vouwlijnen 68, 70,72 (eventueel gerild) die vouwstuk 23 vormen.

De buitenkleppen 26, 28, 30, 32 zijn integraal met, en vouwbaar verbonden met de respectieve zijvlakken 4, 6, 8, 10 bij de respectieve vouwlijnen 40, 42, 44, 46. De vouwlijnen 40, 42, 44, 46 kunnen gerild zijn. De buitenkleppen 26, 28, 30, 32 hoeven niet van even breed te zijn als de vouwlijnen 40, 42, 44, 46. Ze zouden bijvoorbeeld met slechts een deel van de vouwlijnen 40, 42, 44, 46 verbonden kunnen zijn, bijv. één deel

-9BE2017/5251 of meerdere op afstand geplaatste delen. In figuur 1 heeft bijvoorbeeld klep 30 dezelfde breedte als de vouwlijn 44, d.w.z. is even breed als die lijn. Als alternatief kan de breedte van de klep 30 worden verminderd zodat deze korter is dan de vouwlijn 44. Dit betekent dat er minder materiaal uit het uitsnijdsel 1 wordt gesneden. Beide kleppen 26 en 30 kunnen bijvoorbeeld op deze wijze in de breedte worden gereduceerd zonder bij de invoeging van invoegmiddelen 96 en 98 respectievelijk in ontvangmiddelen 53 en 51 te hinderen. Een dergelijke vermindering in de breedte kan stoom tijdens het bereiden uit het pakketje laten ontsnappen en dit kan als een nadeel worden gezien. Daarom heeft het de voorkeur dat de kleppen 26,28, 30, 32 even breed als de overeenkomstige vouwlijnen 40, 42, 44, 46 gemaakt zijn.

Een buitenste klep 26, 28, 30, 32 kan een middel hebben om zieh op een zodanige wijze met een andere van de buitenkleppen 26, 28, 30, 32 te verbinden dat de vouwstukken 20, 21, 22, 23 inklappen, bij voorkeur zodanig dat het vouwstuk zieh in de richting van het binnengedeelte van de tray uitstrekt. In ingeklapte toestand komen twee driehoekige delen van het vouwstuk samen tussen aangrenzende zijvlakken, waarbij de posities van de aangrenzende zijwanden op 90° ten opzichte van elkaar liggen voor een rechthoekige bodem 2, zodat de vouwstukken zieh niet kunnen openen. Eventueel kunnen één of meer vouwstukken zieh vanuit de tray uitstrekken, d.w.z. van de binnenkant van de tray vandaan, d.w.z. naar buiten toe, maar dan kan damp zoals stoom gemakkelijker uit het stoompakketje ontsnappen. De middelen voor het verbinden worden bij voorkeur vervaardigd door processen zoals het vouwen, rillen, boren, insnijden en het snijden van het uitsnijdsel 1 en vereisen geen lijm of hechtmiddel of lassen of aparte bevestigingsmiddelen zoals clips, spiralen, schroeven, bouten etc. De middelen voor het verbinden kunnen worden gebruikt om één klep op een omkeerbare manier aan een andere te bevestigen, d.w.z. dat de verbinding tussen de kleppen ontkoppeld kan worden om het velmateriaal 1 na gebruik te kunnen plat maken, gereed voor reiniging en opslag. Deze ontkoppeling vindt zonder scheuren en breken plaats, d.w.z. vereist geen breken of scheuren van materiaal zoals bij gelijmde, gehechte, gelaste of gegoten trays zou optreden. De middelen voor het verbinden kunnen ontvangmiddelen 51, 53, 55 in klep 32 omvatten en invoegmiddelen 96 in klep 26, 97 op klep 28 en 98 op klep 30. De ontvangmiddelen 51, 53, 55 kunnen elk een gleuf zijn onder een hoek die zodanig is dat wanneer de klep 32 wordt gedraaid om de bovenkant van de tray te bedekken, elk van

- 10BE2017/5251 de ontvangmiddelen 51, 53, 55 respectievelijk een lip 98, 96, 97 ontvangt wanneer de kleppen 30, 26, 28 respectievelijk in positie op de bovenkant van de tray worden gedraaid.

De vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden in het uitsnijdsel 1 weergegeven door drie vouwlijnen 50, 52, 54 en snijlijnen 74, 76 (vouwstuk 20), vouwlijnen 56, 58 60 en snijlijnen 78, 80 (vouwstuk 21), vouwlijnen 62, 64, 66 en snijlijnen 82, 84 (vouwstuk 22), vouwlijnen 68, 70, 72 en snijlijnen 86, 88 (vouwstuk 23). Wanneer de kleppen 26, 28 30 worden gedraaid om zo de tray te vormen en te bedekken, wordt elk vouwstuk 20,

21, 22, 23 bij voorkeur naar het binnenste van de tray gedrukt, zodat in de voltooide tray elk vouwstuk 20, 21, 22, 23 bij voorkeur in de tray ligt. Eén of meer vouwstukken kunnen tegen de buitenkant van de tray worden gedrukt, waardoor het stoomeffect nog steeds aanwezig zal zijn, zij het in mindere mate.

Een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat een werkwijze voor het vormen van een gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt, zoals een stoompakketje van het papillottype, uit een enkel plat velvormig uitsnijdsel door middel van, bijvoorbeeld, het enkel boren, snijden, stansen of insnijden, rillen en vouwen, waarbij de recipiënten als platte veilen tussen het gebruik door kunnen worden opgeslagen, waarbij de werkwijze de volgende stappen heeft:

1) Tegenover elkaar gelegen zijvlakken 4, 6, 8, 10 van uitsnijdsel 1 vormen zijwanden van de tray doordat de zijvlakken om de respectieve vouwlijnen 12, 14, 16, 18 worden gedraaid om zo een in hoofdzaak opstaande positie te bereiken, bijv. naar een hoek van ongeveer 60-90 graden ten opzichte van het bodemvlak 2 dat horizontaal wordt gehouden. Hetzelfde kan worden gedaan als het bodemvlak 2 verticaal of in een andere positie wordt gehouden.

2) Wanneer de zijvlakken 4, 6, 8, 10 in hoofdzaak rechtop zijn gevouwen längs respectieve vouwlijnen 12, 14, 16, 18, wordt elk van de vouwbare vouwstukken 20, 21,

22, 23 gevouwen längs gerilde vouwlijnen 50, 52, 54 (vouwstuk 20), gerilde vouwlijnen 56, 58 60 (vouwstuk 21), gerilde vouwlijnen 62, 64, 66 (vouwstuk 22), gerilde

- 11 BE2017/5251 vouwlijnen 68, 70, 72 (vouwstuk 23) zodanig dat alle vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden gevouwen zodat ze zieh bij voorkeur binnenin de tray bevinden.

3) De vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden in deze positie gehandhaafd zonder het gebruik van hechtmiddel, lijm, lassen, bevestigingsmiddelen zoals schroeven, bouten, clips, enz. De buitenkleppen 26, 28, 30, 32 worden gedraaid en binnenwaarts gevouwen bij vouwlijnen 40, 42, 44, 46, waarbij een buitenste klep 26, 28, 30, 32 een middel heeft voor het verbinden met één of meer van de buitenkleppen 26, 28, 30, 32 op een zodanige wijze dat de tray in een stoompakketje wordt gevormd en om de vouwstukken 20, 21, 22, 23 bij voorkeur binnenwaarts te vouwen in de tray en te voorkomen dat ze opengaan. De middelen voor het verbinden worden gemaakt door processen zoals bijvoorbeeld vouwen, rillen, boren, insijden en snijden van het uitsnijdsel 1 en vereisen geen lijm of hechtmiddel of lassen of losse bevestigingsmiddelen zoals clips, schroeven, bouten, klampen, magneten. In het geval van de uitvoeringsvorm van de tray zoals getoond in fig. 1 zijn aanvankelijk drie kleppen 26, 30 en 32 met elkaar verbonden door de invoegmiddelen 96 en 98 in de vorm van lippen die respectievelijk in ontvangmiddelen 53 en 51 in de vorm van sleuven worden ingebracht. Aangezien de klep 28 niet is gevouwen of gedraaid, is de zijwand van de tray die is gevormd door zijvlak 6 open. Voedsel kan nu via deze zijwand op het bodemvlak 2 worden geladen.

Bij het plaatsen van het voedsel in de tray is het mogelijk om de tray iets schuin te houden, zodat de bodem 2 en de klep 28 een beetje naar boven zijn gekanteld längs een as die evenwijdig is aan de vouwlijn 14. Nadat het voedsel in de recipient is geplaatst, kan klep 28 worden gedraaid om zo klep 32 te bedekken en invoegmiddel 97 van klep 28 zoals een lip wordt ingebracht in de ontvangmiddelen 55 van de klep 32 zoals een gleuf. Het stoompakketje is nu compleet en klaar om in een koelkast of diepvries te bewaren voor later gebruik of voor opwarmen of bereiden, daarna kan het pakketje bijv. in een oven, een microgolfoven of op een barbecue worden geplaatst. Na het opwarmen of bereiden kan het voedsel uit de tray worden gehaaid door een van de buitenkleppen 26, 28, 30, 32 alsmede het overeenkomstige zijvlak 4, 6, 8, 10 zonder scheuren of breken open te vouwen en het voedsel uit de daardoor gevormde opening te gieten of te laten glijden. Als alternatief kan het bereide voedsel in de tray worden gelaten en worden de

- 12BE2017/5251 kleppen 26, 28, 30, 32 zonder scheuren of breken omgevouwen zodat het voedsel uit de tray kan worden gegeten.

Een alternatief is om de klep 32 te bevestigen aan de kleppen 28 en 30 of om de klep 32 aan de kleppen 26 en 28 te bevestigen, waardoor respectievelijk een eindwand 4 of 8 overblijft, open aan een korte zijde, en het voedsel aan deze kant in en uit te schuiven.

Om de tray te reinigen en op te slaan, kunnen de kleppen 26, 28, 30, 32 allemaal zonder breken of scheuren worden geopend en kan het uitsnijdsel 1 worden hersteld. Schoonmaken kan met de hand of in een vaatwasser gebeuren. Het enkele platte velvormige uitsnijdsel 1 kan in een zeer beperkte ruimte worden opgeslagen en zoals hierboven beschreven worden hergebruikt.

Figuren 2 tot en met 4 tonen een stoompakketje volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 2 toont een enkel uitsnijdsel 1 van vouwbaar materiaai vôôr gebruik of na gebruik. Om het enkele uitsnijdsel 1 voor te bereiden op gebruik kan dit tot een bereidingsrecipiënt worden gevouwen, zoals een stoompakketje, zonder gebruik te maken van lassen, lijm of hechtmiddel of aparte bevestigingsmiddelen zoals clips. Het vouwbare materiaai kan worden vervaardigd uit een niet-poreus kleefvrij materiaai, zoals een fluoropolymeer of andere op hoge temperatuur met kunststof gecoate of geïmpregneerde, geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels in de vorm van een gecoat of geïmpregneerd gaas of net of weefsel of niet-geweven structuur gemaakt van glasvezels. Het materiaai kan eenlaags of meerlaags zijn. Voorbeelden van een fluoropolymeer omvatten PTFE (polytetrafluoroethyleen) of PFA (bijvoorbeeld een perfluoroalkoxycopolymeerhars) of FEP (gefluoreerd ethyleenpropyleen) en een voorbeeld van een tegen hoge temperatuur bestendige kunststof is PEEK (polyetheretherketon) of dergelijke.

Zoals voor de eerste uitvoeringsvorm gespecificeerd heeft het de voorkeur dat de materialen die gebruikt worden om een enkel uitsnijdsel 1 te maken, voor levensmiddelen geschikt zijn. De Food Safety System Certification FSSC 22000 omvat bijvoorbeeld de beiangrijkste eisen van veel bestaande voedselveiligheidsnormen en -programma's, waaronder: GMP, HACCP, SQF, BRC, IFS en GlobalGAP. FSSC

- 13BE2017/5251

22000 wordt beschouwd als het meest uïtgebreide systeem voor certificering van het voedsel veiligheids systeem, omdat het de volledige ISO 22000, sectorspecifieke voorwaardelijke programma's (PRP's) zoals ISO/TS 22002-1 en ISO/TS 22002, HACCP en de applicatiestappen van CODEX Alimentarius omvat. De FSSC 22000-regeling wordt door het Global Food Safety Initiative (GFSI) erkend.

Wat de eerste uitvoeringsvorm betreft die onder verwijzing naar figuur 1 is beschreven, omvat het uitsnijdsel 1 van figuur 2 een bodemvlak 2 dat in het algemeen rechthoekig van vorm is en wordt afgebakend door middel van vouwlijnen 12, 14, 16, 18 die gerild kunnen zijn. Andere vormen vallen eveneens binnen het kader van de onderhavige uitvinding, zo kan het bodemvlak 2 bijvoorbeeld vierkant of langwerpig of zeshoekig of achthoekig zijn. Uitsnijdsel 1 omvat vlakken 4, 6, 8, 10 die vouwlijnen 12, 14, 16, 18 hebben die kunnen worden gerild en die gemeenschappelijk zijn, d.w.z. integraal met een respectieve rand van het bodemvlak 2. De vlakken 4, 6, 8, 10 vormen zijwanden van een tray in het uiteindelijke stoompakketje. De zijvlakken 4, 6, 8, 10 zijn integraal met en vouwbaar verbonden met de randen van het bodemvlak 2 respectievelijk bij de vouwlijnen 12, 14, 16, 18. De verbindingen van zijvlakken 4 en 6, 6 en 8, 8 en 10, 10 en 4 vormen na het naar boven vouwen hoeken van de tray met respectieve vouwbare vouwstukken 20, 21, 22, 23. De vouwbare vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden uit het uitsnijdsel 1 gevormd door te vouwen längs de vouwlijnen 50, 52, 54 (eventueel gerild) die vouwstuk 20 vormen, vouwlijnen 56, 58 60 (eventueel gerild) die vouwstuk 21 vormen, vouwlijnen 62, 64, 66 (optioneel gerild) die vouwstuk 22 vormen en de vouwlijnen 68, 70, 72 (eventueel gerild) die vouwstuk 23 vormen.

De buitenkleppen 26, 28, 30, 32 zijn integraal met en vouwbaar verbonden met respectieve zijvlakken 4, 6, 8, 10 längs respectieve vouwlijnen 40, 42, 44, 46. Vouwlijnen 40, 42, 44, 46 kunnen gerild zijn. De buitenkleppen 26, 28, 30, 32 hoeven niet even breed te zijn als de vouwlijnen 40, 42, 44, 46. Ze zouden zieh bijvoorbeeld met slechts een deel van de vouwlijnen 40, 42, 44, 46 kunnen verbinden, bijv. een deel of meerdere op afstand van elkaar geplaatste delen. In figuur 2 is bijvoorbeeld klep 30 even breed als de vouwlijn 44, d.w.z. is even breed als die lijn. Als alternatief kan de breedte van de klep 30 worden verminderd tot korter dan de vouwlijn 44. Dit betekent dat er minder materiaal uit het uitsnijdsel 1 wordt gesneden. Beide kleppen 26 en 30 kunnen

- 14BE2017/5251 op deze wijze bijvoorbeeld in de breedte worden gereduceerd zonder het invoegen van respectievelijk de invoegmiddelen 106 en 108 in ontvangmiddelen 105 en 107 te hinderen. Een dergelijke reductie in de breedte kan zorgen dat stoom tijdens het bereiden uit het pakketje ontsnapt en dit kan als een nadeel worden beschouwd. Vandaar dat het zorgen dat de kleppen 26, 28, 30, 32 even breed zijn als de overeenkomstige vouwlijnen 40, 42, 44, 46 de voorkeur heeft.

Een buitenste klep 26, 28, 30, 32 kan een middel hebben om zodanig met een andere van de buitenkleppen 26, 28, 30, 32 te worden verbonden dat de vouwstukken 20, 21, 22, 23 bij voorkeur naar binnen Happen, zodat het vouwstuk zieh naar het binnenste gedeelte van de tray uitstrekt. Eenmaal ingeklapt komen twee driehoekige delen van elk vouwstuk samen tussen aangrenzende zijvlakken. Voor een rechthoekige of vierkante tray staan de posities van de aangrenzende zijwanden onder 90° ten opzichte van elkaar, wat zorgt dat de vouwstukken niet worden geopend. Eventueel kunnen één of meer vouwstukken zieh weg van de tray uitstrekken, d.w.z. weg van de binnenkant van de tray, maar dan kan damp zoals stoom gemakkelijker uit het stoompakketje ontsnappen. De middelen voor verbinding worden bij voorkeur vervaardigd door processen zoals het vouwen, rillen, boren, insnijden, snijden van het uitsnijdsel 1, en vereisen geen lijm of hechtmiddel of afzonderlijke bevestigingsmiddelen zoals clips, spiralen, schroeven, bouten, enz. De middelen voor het verbinden kunnen worden gebruikt om een klep aan een andere op een omkeerbare manier te bevestigen, d.w.z. dat de verbinding tussen de kleppen kan worden losgemaakt om te zorgen dat het velmateriaal 1 na gebruik kan worden platgemaakt, klaar om te reinigen en op te slaan. Het uit elkaar halen gebeurt zonder scheuren of breken, d.w.z. het vereist geen beschädigen of scheuren van materialen zoals bij gelijmde, gehechte, gelaste, gesneden of gegoten trays zou optreden.

De middelen voor verbinding kunnen bijvoorbeeld ontvangmiddelen 101, 103, 109 in klep 32 en 105 in klep 26 en 107 in bijvoorbeeld klep 30 omvatten. Invoegmiddelen 102, 104, 110 kunnen zieh op klep 28 bevinden en invoegmiddelen 106, 108 kunnen zieh op klep 32 bevinden. De ontvangmiddelen 101, 103, 105, 107, 109 kunnen elk een gleuf zijn.

- 15BE2017/5251

In het geval van de uitvoeringsvorm van de in fig. 2 getoonde tray zijn in eerste instantie drie kleppen 26, 30 en 32 met elkaar verbonden doordat de invoegmiddelen 106 en 108 respectievelijk in ontvangmiddelen 105 en 107 worden ingebracht. De invoegmiddelen 106 en 108 worden getoond als respectievelijk een lip 106a en 108a omvattend, die op drie zijden uit het uitsnijdsel 1 wordt uitgesneden. De vierde zijde is niet gespleten, maar kan worden gerild of geperforeerd en vormt respectievelijk een vouwlijn 106b, 108b. De ontvangmiddelen 105 en 107 zijn als gleuven weergegeven. Figuur 3 toont een vroeg stadium in dit procès waarbij de kleppen 26 en 30 respectievelijk rond de vouwlijnen 12, 40 en 16, 44 zijn gedraaid, zodat zijwanden 4 en 8 bijna verticaal zijn. De klep 32 is om de vouwlijnen 18 en 46 gedraaid, zodat deze zijwand 10 bijna verticaal is. Om de volgende fase te voltooien worden de kleppen 26, 30 en 32 verder gedraaid en worden de lippen 106a en 108a respectievelijk in spleten 105 en 107 ingebracht.

Zoals getoond in figuur 3 is de klep 28 niet gevouwen of gedraaid; de door zijvlak 6 gevormde zijwand van de tray is open. Voedsel kan nu via deze zijwand op het bodemvlak 2 worden geladen.

Ontvangmiddelen 101 en 103 kunnen spleten onder een zodanige hoek zijn dat wanneer de klep 32 wordt gedraaid om de bovenkant van de tray te bedekken en het pakketje te voltooien, het ontvangmiddel 103 (bijv. een gleuf) een invoegmiddel 104 (bijv. een lip) ontvangt, en ontvangmiddel 101 (bijv. een gleuf) een invoegmiddel 102 (bijv. een lip) ontvangt. Het heeft de voorkeur als de klep 28 over de klep 32 wordt gevouwen. Vervolgens wordt het invoegmiddel 110 dat een lip 110a heeft, in het ontvangmiddel 109 (bijvoorbeeld een gleuf) ingebracht.

Het voltooide stoompakketje wordt in figuur 4 getoond en is klaar voor bereiding of voor opslag in een diepvries of koelkast. Na het verwarmen of bereiden in een oven, in een microgolfoven of op een barbecue, kan de klep 28 worden losgemaakt en omgevouwen om het zijvlak 6 te openen, zoals getoond in figuur 3, om het voedsel te verwijderen. De invoegmiddelen 102, 104, 106, 108 kunnen allemaal zonder breken of scheuren van de bijbehorende ontvangmiddelen worden verwijderd en er kan opnieuw een plat vel worden verkregen voor reiniging, opslag en hergebruik.

- 16BE2017/5251

Enige, enkele of alle invoegmiddelen 102, 104, 106, 108 kunnen de vorm van een paddenstoelkop met een smaller lijf hebben zoals beschreven voor de uitvoeringsvorm van figuur 1. De lijven zijn smaller dan de overeenkomstige gleuven van het ontvangmiddel, zodat wanneer de koppen in de overeenkomstige ontvangmiddelen worden ingebracht, de koppen worden ingesloten in de ontvangmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van gleuven. De invoegmiddelen kunnen zonder breken of scheuren worden verwijderd uit het ontvangmiddel, omdat het velmateriaal van het uitsnijdsel 1 flexibel is.

De vouwstukken 20, 21, 22, 23 in uitsnijdsel 1 worden afgebakend door drie vouwlijnen 50, 52, 54 en snijlijnen 74, 76 (vouwstuk 20), vouwlijnen 56, 58 60 en snijlijnen 78, 80 (vouwstuk 21), vouwlijnen 62, 64, 66 en snijlijnen 82, 84 (vouwstuk 22), vouwlijnen 68, 70, 72 en snijlijnen 86, 88 (vouwstuk 23). Wanneer kleppen 26, 28, 30 worden gedraaid om de tray te vormen en te bedekken, wordt elk vouwstuk 20, 21, 22, 23 bij voorkeur naar het binnenste van de tray gedmkt, zodat in de voltooide tray elk vouwstuk 20, 21, 22, 23 bij voorkeur in de tray ligt. Eén of meer vouwstukken kunnen tegen de buitenkant van de tray worden gedmkt, waardoor het stoomeffect nog steeds aanwezig zal zijn, zij het in mindere mate.

Een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat een andere werkwijze voor het vormen van een gevouwen, vloeistofdichte, herbmikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt, zoals van een stoompakketje van het type papillot uit een enkel plat velvormig uitsnijdsel door bijvoorbeeld alleen snijden, stansen of insnijden, rillen en vouwen, waarbij de recipiënten tussen het gebmik door als platte veilen kunnen worden opgeslagen, waarbij de werkwijze de volgende stappen heeft:

1) Tegenover elkaar gelegen zijvlakken 4, 6, 8, 10 van uitsnijdsel 1 vormen zijwanden van de tray door respectievelijk längs de vouwlijnen 12, 14, 16, 18 gedraaid te worden tot een nagenoeg rechtopstaande positie, bijv. tot een hoek van ongeveer 60-90 graden ten opzichte van het bodemvlak 2 dat horizontaal wordt gehouden. Hetzelfde kan gedaan worden als het bodemvlak 2 verticaal of in een andere positie wordt gehouden.

- 17BE2017/5251

2) Wanneer de zijvlakken 4, 6, 8, 10 in hoofdzaak rechtop zijn gevouwen längs respectieve vouwlijnen 12, 14, 16, 18, wordt elk van de vouwbare vouwstukken 20, 21, 22, 23 gevouwen längs gerilde vouwlijnen 50, 52, 54 (vouwstuk 20), gerilde vouwlijnen 56, 58 60 (vouwstuk 21), gerilde vouwlijnen 62, 64, 66 (vouwstuk 22), gerilde vouwlijnen 68, 70, 72 (vouwstuk 23) zodanig dat alle vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden gevouwen zodat ze zieh bij voorkeur in de tray bevinden.

3) De vouwstukken 20, 21, 22, 23 worden in deze positie gehandhaafd zonder het gebruik van hechtmiddel, lijm, bevestigingsmiddelen zoals schroeven, bouten, clips, enz.. De buitenkleppen 26, 28, 30, 32 worden gedraaid en längs vouwlijnen 40, 42, 44, 46 naar binnen gevouwen, waarbij een buitenste klep 26, 28, 30, 32 een middel heeft om zieh met een andere van de buitenkleppen 26, 28, 30, 32 op een zodanige wijze te verbinden dat de tray wordt gevormd en de vouwstukken 20, 21, 22, 23 bij voorkeur naar binnen in de tray inklappen en om te voorkomen dat ze opengaan. De middelen voor verbinding worden gemaakt door processen zoals vouwen, rillen, boren, insnijden en het snijden van het uitsnijdsel 1 en ze vereisen geen lijm of hechtmiddel of lassen of afzonderlijke bevestigingsmiddelen zoals clips, schroeven, bouten, klemmen, magneten. In het geval van de uitvoeringsvorm van de in figuur 2 getoonde tray zijn in eerste instantie drie kleppen 26, 30 en 32 met elkaar verbonden doordat de invoegmiddelen 106 en 108 respectievelijk in ontvangmiddelen 105 en 107 worden ingebracht. Aangezien klep 28 niet is gevouwen of gedraaid, is de zijwand van de tray die is gevormd door zijvlak 6 open. Voedsel kan nu via deze zijwand op het bodemvlak 2 worden geladen.

Bij het plaatsen van het voedsel in de tray is het mogelijk om de tray iets schuin vast te houden, zodat de bodem 2 en de klep 28 licht naar boven zijn gekanteld längs een as die evenwijdig is aan de vouwlijn 14 en de invoegmiddelen 106 en 108 van de klep 32 respectievelijk in het ontvangmiddel 105 van de klep 26 en het ontvangmiddel 107 van de klep 30 zijn opgenomen.

De klep 28 wordt nu omhoog en op de klep 32 gedraaid en de invoegmiddelen 102, 104 en 110 worden respectievelijk in ontvangmiddelen 101, 103, 109 ingebracht. Het stoompakketje is nu zoals getoond in figuur 4 en is compleet en klaar om voor later gebruik of voor opwarmen of bereiden in de koelkast of diepvries te worden bewaard.

- 18BE2017/5251

Het pakketje kan in een oven, een microgolfoven of op een barbecue worden geplaatst. Na het opwarmen of koken kan het voedsel uit de tray worden gehaald door een van de buitenkleppen 26, 28, 30, 32 alsmede zijn overeenkomstigzijvlak 4, 6, 8, 10 zonder breken of scheuren open te vouwen en het voedsel uit de hierdoor gevormde opening te gieten of te schuiven. Als altematief kan het gekookte voedsel in de tray worden gelaten en kunnen de kleppen 26, 28, 30, 32 zonder scheuren of breken worden teruggevouwen zodat het voedsel uit de tray kan worden gegeten.

Een altematief is om de klep 32 respectievelijk aan de kleppen 28 en 30 of de klep 32 aan de kleppen 26 en 28 te bevestigen, waarbij respectievelijk een eindwand 4 of 8 aan de korte zijde open gelaten wordt en het voedsel aan deze zijde naar binnen en naar buiten te duwen.

Om de tray te reinigen en op te slaan kunnen de kleppen 26, 28, 30, 32 allemaal zonder breken of scheuren worden geopend en kan het uitsnijdsel 1 worden hersteld. Het reinigen kan met de hand of in een vaatwasser gebeuren. Het enkele platte velvormige uitsnijdsel 1 kan, zoals hierboven beschreven, opnieuw worden gebruikt.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn voor illustratieve en niet beperkende doeleinden beschreven en alternatieve uitvoeringsvormen zullen voor lezers van dit octrooi duidelijk worden. Dienovereenkomstig is de onderhavige uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen of die welke afgebeeld zijn in de tekeningen, en verschillende uitvoeringsvormen en modificaties zijn mogelijk zonder buiten het kader van de bijgevoegde conclusies te treden.

- 19BE2017/5251

Claims

Conclusies

1. Gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt die is vervaardigd uit een enkel plat velvormig uitsnijdsel door middel van alleen snijden, boren en insnijden, rillen en vouwen, waarbij de recipient tussen het gebruik door als plat vel kan worden bewaard, waarbij het platte vel is gemaakt van kleefvrij gecoate of geïmpregneerd geknoopte, geweven of nietgeweven glas vezels; waarbij de recipient een vloeistofdichte tray heeft met een veelhoekige bodem, waarbij paren van tegenover elkaar gelegen zijwanden integraal met vouwstukken aan hoeken van de tray zijn verbonden om zo de vloeistofdichte tray te vormen, die verder tegenover elkaar gelegen kleppen omvat die integraal met de tegenover elkaar gelegen zijwanden zijn verbonden, waarbij de tegenover elkaar gelegen kleppen de bovenkant van de recipient vormen.
2. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 1, waarbij de veelhoekige bodem van de recipient vierkantig is met een vierkante of rechthoekige vorm.
3. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 2, waarbij de vloeistofdichte tray een bodem en vier zijwanden en vier kleppen heeft.
4. Bereidingsrecipiënt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de kleefvrij gecoate of geïmpregneerd geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels met een fluoropolymeer zijn gecoat of geïmpregneerd.
5. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 4, waarbij het fluorpolymeer PTFE (polytetrafluoroethyleen) of PFA (een perfluoroalkoxycopolymeerhars) of FEP (gefluoreerde ethyleenpropyleen) is.
6. Bereidingsrecipiënt volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de kleefvrij gecoate of geïmpregneerd geknoopte, geweven of niet-geweven glasvezels met een tegen hoge temperatuur bestendige kunststof zijn gecoat of geïmpregneerd.

-20BE2017/5251
7. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 6, waarbij de tegen hoge temperatuur bestendige kunststof PEEK (polyetheretherketon) is.
8. Bereidingsrecipiënt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vouwstukken zonder gebruik van lijm, lassen, hechtmiddel, bevestigingsmiddelen of klikbevestigingsmiddelen worden dichtgehouden door middel van de gevouwen tegenover elkaar gelegen kleppen die zieh van elke zijwand naar de tegenover gelegen zijwand uitstrekken.
9. Bereidingsrecipiënt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tegenover elkaar gelegen kleppen verbinding s gedeelten hebben die alleen zijn gemaakt door het snijden, boren, stansen of insnijden van het uitsnijdsel, waarbij de verbindingsgedeelten dienen voor het omkeerbaar verbinden van een klep aan de ene zijde met een klep aan een andere zijde.
10. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 9, waarbij met elkaar verbonden kleppen de tegenovergelegen zijwanden in hun eindstand in de bereidingsrecipiënt trekken terwijl de vouwstukken bij de hoeken zijn gesloten.
11. Bereidingsrecipiënt volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de veelhoekige bodem een rechthoek vormt waarbij de eerste en tweede tegenover elkaar gelegen zijwanden langer zijn dan derde en vierde tegenover elkaar gelegen zijwanden.
12. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 11, waarbij de eerste tot en met de vierde kleppen elk respectievelijk integraal met één van de eerste tot en met de vierde tegenover gelegen zijwanden zijn gevormd.
13. Bereidingsrecipiënt volgens conclusie 12, waarbij één van de eerste en tweede kleppen omkeerbaar met de derde en vierde klep is verbonden waarbij de tweede of eerste zijwand voor het ontvangen van voedsel openstaat.

-21 BE2017/5251
14. Bereidingsrecipiënt volgens conciusie 12, waarbij één van de derde en vierde klep omkeerbaar met de eerste en tweede klep is verbonden waardoor de vierde of derde zijwand voor het ontvangen van voedsel openstaat.
15. Bereidingsrecipiënt volgens één van de conclusies 9-14, waarbij de bodem, zijwanden, kleppen, vouwstukken en bevestigingsgedeelten zodanig zijn geconfigureerd om te worden gedemonteerd om het enkele platte vel voor het reinigen en opslaan zonder breuk of scheuren terug te krijgen.
16. Gebruik van de bereidingsrecipiënt volgens één van de conclusies 1 - 15 in een bereidingsproces.
17. Gebruik volgens conciusie 16, waarbij het bereiden in een oven, in een microgolfoven of op een barbecue plaatsvindt.
18. Werkwijze voor het vormen van een gevouwen, vloeistofdichte, herbruikbare, lijmloze, lekbestendige en hittebestendige bereidingsrecipiënt uit een enkel plat velvormig uitsnijdsel volgens één van de conclusies 1 tot en met 15, waarbij de werkwijze het volgende omvat:

tegenover elkaar gelegen zijvlakken van het platte velvormige uitsnijdsel worden tot zijwanden van een tray gevormd door de zijvlakken respectievelijk voor elke zijwand längs vouwlijnen te draaien om zo een in hoofdzaak opstaande positie ten opzichte van een bodemvlak te bereiken, wanneer de zijvlakken in hoofdzaak rechtop längs de respectieve vouwlijnen zijn gevouwen, worden vouwstukken gevormd door te vouwen längs respectieve vouwlijnen om zo een tray te vormen, waarbij elk vouwstuk zodanig wordt gevouwen om binnen in de tray te zitten op een hoek van het bodemvlak, waarbij de vouwstukken in deze positie worden gehandhaafd zonder het gebruik van lijm, hechtmiddel, lassen of bevestigingsmiddelen, waarbij buitenkleppen worden gedraaid en längs vouwlijnen naar binnen worden gevouwen, waarbij elke buitenklep een middei heeft om zieh met één of meer van de andere buitenkleppen te verbinden, waarbij het middei voor verbinding wordt gemaakt door processen als het vouwen, rillen, boren, insnijden en snijden van het uitsnijdsel en geen lijm of hecht- of las- of afzonderlijke bevestigingsmiddelen

-22BE2017/5251 vereist, waarbij drie buitenkleppen met elkaar verbonden zijn om zo één zijde voor voedselinvoer open te laten.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, die verder het draaien van de resterende 5 buitenklep omvat en die aan ten minste één andere buitenklep is bevestigd.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, die verder het zonder scheuren of breken openvouwen van één van de buitenste kleppen, evenais van de overeenkomstige zijwand omvat.

χζ>

«Τ' <2 ρ—<

ίΧ

BE2017/5251

BE2017/5251 ?03b