BE1024661B1 - Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater - Google Patents

Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater Download PDF

Info

Publication number
BE1024661B1
BE1024661B1 BE2017/5141A BE201705141A BE1024661B1 BE 1024661 B1 BE1024661 B1 BE 1024661B1 BE 2017/5141 A BE2017/5141 A BE 2017/5141A BE 201705141 A BE201705141 A BE 201705141A BE 1024661 B1 BE1024661 B1 BE 1024661B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pipes
drainage system
corrugated
discharge
polyamide
Prior art date
Application number
BE2017/5141A
Other languages
English (en)
Inventor
MIL Geert DE
Original Assignee
MIL-WORKS bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by MIL-WORKS bvba filed Critical MIL-WORKS bvba
Priority to BE2017/5141A priority Critical patent/BE1024661B1/nl
Priority to EP18160565.0A priority patent/EP3372394B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1024661B1 publication Critical patent/BE1024661B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D7/00Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock
    • F16D7/02Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the friction type
    • F16D7/024Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the friction type with axially applied torque limiting friction surfaces
    • F16D7/025Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the friction type with axially applied torque limiting friction surfaces with flat clutching surfaces, e.g. discs
    • F16D7/027Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the friction type with axially applied torque limiting friction surfaces with flat clutching surfaces, e.g. discs with multiple lamellae
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/03Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor characterised by the shape of the extruded material at extrusion
    • B29C48/13Articles with a cross-section varying in the longitudinal direction, e.g. corrugated pipes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D23/00Producing tubular articles
    • B29D23/18Pleated or corrugated hoses
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F1/00Methods, systems, or installations for draining-off sewage or storm water
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F3/00Sewer pipe-line systems
    • E03F3/02Arrangement of sewer pipe-lines or pipe-line systems
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F3/00Sewer pipe-line systems
    • E03F3/04Pipes or fittings specially adapted to sewers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D7/00Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock
    • F16D7/04Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the ratchet type
    • F16D7/042Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the ratchet type with at least one part moving axially between engagement and disengagement
    • F16D7/044Slip couplings, e.g. slipping on overload, for absorbing shock of the ratchet type with at least one part moving axially between engagement and disengagement the axially moving part being coaxial with the rotation, e.g. a gear with face teeth
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L11/00Hoses, i.e. flexible pipes
    • F16L11/14Hoses, i.e. flexible pipes made of rigid material, e.g. metal or hard plastics
    • F16L11/15Hoses, i.e. flexible pipes made of rigid material, e.g. metal or hard plastics corrugated
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/02Manhole shafts or other inspection chambers; Snow-filling openings; accessories
    • E03F5/021Connection of sewer pipes to manhole shaft

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een verbeterd afwateringssysteem voor het afvoeren van vervuild water, in het bijzonder koolwaterstofhoudend afvalwater, meer in het bijzonder bij tankstations, door gebruik te maken van buigzame leidingen, bij voorkeur mechanisch gekoppeld aan afvoermonden en verzamelbekkens. Daarnaast betreft de uitvinding een kit voor een dergelijk afwateringssysteem. Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen van een flexibel afwateringssysteem, alsook een gebruik van het afwateringssysteem specifiek bij tankstations.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
MIL-WORKS bvba 9420, ERPE-MERE België (72) Uitvinder(s) :
DE MIL Geert 9420 ERPE-MERE België (54) Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater (57) De huidige uitvinding betreft een verbeterd afwateringssysteem voor het afvoeren van vervuild water, in het bijzonder koolwaterstofhoudend afvalwater, meer in het bijzonder bij tankstations, door gebruik te maken van buigzame leidingen, bij voorkeur mechanisch gekoppeld aan afvoermonden en verzamelbekkens. Daarnaast betreft de uitvinding een kit voor een dergelijk afwateringssysteem. Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen van een flexibel afwateringssysteem, alsook een gebruik van het afwateringssysteem specifiek bij tankstations.
Figure BE1024661B1_D0001
•'•''Xssv..,.....
...
Fig. 1
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024661 Nummer van indiening: BE2017/5141
Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: B29D 23/18 B29C 47/00 F16L 11/15 E03F 3/04 E03F 1/00 E03F 5/02 E03F 3/02 Datum van verlening: 17/05/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 07/03/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteid, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
MIL-WORKS bvba, Bloemenstraat 6A, 9420 ERPE-MERE België;
vertegenwoordigd door
BRANTS Johan Philippe Emile, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater.
UITVINDER(S):
DE MIL Geert, Bloemenstraat 6A, 9420, ERPE-MERE;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 17/05/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5141
FLEXIBEL AFWATERINGSSYSTEEM VOOR KOOLWATERSTOFHOUDEND AFVALWATER
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een verbeterd afwateringssysteem, in het bijzonder voor het afvoeren van koolwaterstofhoudend afvalwater, zoals bij tankstations waar benzine- en dieselrestanten in grondwater en regen terecht komen en op die manier tot bodemverontreiniging kunnen leiden indien onvoldoende afgevoerd. Verder betreft de uitvinding een kit voor het plaatsen van een dergelijk afwateringssysteem en een methode voor het plaatsen hiervan, alsook een gebruik hiervan specifiek bij tankstations.
STAND DER TECHNIEK
Bij installâmes waar met koolwaterstofhoudende chemische producten gewerkt worden in een niet-gespecialiseerde setting (labo), is de kans op verontreiniging groot, onder meer door het vaak grote debiet van de producten bij gebruik, het gebruik door niet getraind personeel (autobestuurders die zelf tanken bijvoorbeeld), en door algemeen beperkte veiligheidsmaatregelen om de kosten te drukken. Zo komt bij tankstations en dergelijke, vrij grote hoeveelheden diesel en benzine onbedoeld vrij (bijvoorbeeld nadruppelende vulpistool van benzinepomp, overstromende benzinetank en andere) in de omgeving, en komt deze terecht op de bodem, typisch een vaste ondergrond (beton) van het tankstation. Deze restanten mengen zieh met (regen)water en lopen op die manier het gevaar om terecht te komen in de vrije natuur, en de bodem of bodemwater te verontreinigen. Niet alleen kan dit leiden tot een verplichte (dure) sanering van de bodem, maar kan dit ook risico's voor de volksgezondheid, en boetes met zieh mee brengen. Om die redenen worden dergelijke stations dan ook gebouwd met een lichte helling om het koolwaterstofhoudend afvalwater te laten afstromen naar een afvoergeul die uitmondt in een afvoermond.
De huidige afwateringssystemen bestaan uit een netwerk van rigide afvoerleidingen, meestal van polyethyleen, die onderling verbonden worden (onder meer om bochten te kunnen maken) via gespecialiseerde koppelingen, meestal via elektrofusie. Een dergelijk systeem heeft echter vele nadelen. Enerzijds is het onderhoud veel moeilijker vanwege deze bochtstukken. Ze zijn standaard verkrijgbaar in 45° en 90°, waardoor de meeste verstoppingen zieh hier zullen situeren. Aangezien (elektrofusie)koppelingen altijd voor zwakke plekken zorgt, zullen hier dus vaker lekkages voorkomen tijdens de
BE2017/5141 levensduur van het systeem, maar ook vaker verstoppingen. Die lekkages zijn bovendien moeilijk op te sporen, door de vele bochten en koppelingen (typisch gebeurt de contrôle door een camera die door de leidingen gestuurd wordt, wat moeilijker wordt bij bochten of verstoppingen). Daarnaast moet opgemerkt worden dat dergelijke interventies plaatsvinden terwijl het station in bedrijf is, en hinder of gevaar voor klanten dient geminimaliseerd te worden door onderhoud snel te kunnen uitvoeren.
Bij een (grondwater)sanering van een benzinestation kunnen deze flexibele KSW bestendige leidingen ook makkelijker en sneller ingezet worden dan de gekende harde polyethyleen buizen. Hettijdelijk karaktervan zo'n sanering vraagt nog meer om snel en makkelijk inzetbare materialen.
Daarnaast kosten de installatie en werkzaamheden aan deze Systemen veel tijd, gezien deze steeds afhankelijk van de situatie en locatie aangepakt moeten worden. Bij installatie moeten de rigide leidingen ter plekke versneden worden, en vervolgens gekoppeld, wat naast tijdsverlies, ook voor grote verspilling zorgt (resten na het versnijden). Hierbij dient ook in gedachten gehouden te worden dat grote omwegen gebruikt worden, aangezien de leidingen vaak niet het kortste pad (kunnen) nemen naar een verzamelput. Elke koppeling neemt extra tijd in beslag om uit te voeren en vereist ook gespecialiseerde apparatuur, wat de kosten bij installatie of reparatie dan weer doet oplopen, maar waarvoor ook bepaalde omgevingsomstandigheden vereist zijn (stofvrij, proper, ontvet, geruwd, droog, en dit is niet vanzelfsprekend in dergelijke locaties, zeker niet op een werf).
Bovendien is dit rigide systeem verre van ideaal in gebieden waar aardbevingsgevoelige regio's, of regio's met regelmatige ondergrondse activiteit, omdat dit regelmatig voor breuken zorgt. Zeker in deze situaties körnen de koppelingen steeds onder grote spanningen te staan wat voor de lekkages zorgt.
Lekkages in deze Systemen zorgen meestal ook voor een gedeeltelijk of volledige shutdown van het station voor reparatie, gezien er strenge veiligheidsmaatregelen zijn bij het verwerken van deze producten, wat telkens hoge kosten met zieh meebrengt, en een läge efficiëntie van het station.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde Problemen.
BE2017/5141
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een verbeterd afwateringssysteem voor het afvoeren van (met koolwaterstoffen) vervuild water, omvattende één of meerdere langwerpige leidingen en één of meerdere afvoermonden voor het opvangen van vervuild water, waarbij een eerste uiteinde van de leidingen vloeistofdicht verbonden kan worden aan de afvoermonden voor het afvoeren van het vervuild water, met als kenmerk dat de leidingen buigzaam zijn, en dat de leidingen bij voorkeur een buigstraal hebben omvat tussen 4 tot 15 maal de nominale diameter van de leidingen, bij verdere voorkeur tussen 6 tot 10 maal de nominale diameter van de leidingen; en bij voorkeur dat de leidingen een ringstijfheid hebben van minstens SN 4.
In een tweede aspect betreff de uitvinding een kit voor het plaatsen van een afwateringssysteem voor het afvoeren van vervuild water.
In een volgend aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen van een afwateringssysteem.
In een laatste aspect betreft de uitvinding een gebruik van een afwateringssysteem voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild afvalwater bij tankstations.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Fig. 1 toont een doorsnede van een dubbellagige wand van een uitvoeringsvorm van de leiding volgens de uitvinding.
Fig. 2A en 2B tonen een doorsnede van de gebogen wand volgens Fig. 1.
Fig. 3A en 3B tonen een plattegrond van een afwateringssysteem volgens een oude uitvoering (3A) en een afwateringssysteem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding (3B).
Fig. 4 toont een zijdelingse doorsnede van een aansluitmof volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
BE2017/5141
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.
Wanneer ongeveer of rond in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer of rond gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, beheizen, beheizende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
De term vervuild water verwijst hierin algemeen naar vervuilde vloeistoffen, in het bijzonder water, waarbij de vervuiling hoofdzakelijk afkomstig is van koolwaterstoffen, in het bijzonder zoals diesel, benzine en dergelijke. De procentuele hoeveelheid van de afwijkende deeltjes die voor de vervuiling zorgen kan bijvoorbeeld omvat zijn tussen 0% en 100% (in geval van lekken), in het bijzonder tussen 0% en 50%, meer in het bijzonder tussen 0% en 25%.
Het eiteren van numerieke Intervallen door de eindpunten omvat alle gehele gefallen, breuken en/of reële gefallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
BE2017/5141
De uitvinding betreft in een eerste aspect een verbeterd afwateringssysteem voor het afvoeren van vervuild water (specifiek met koolwaterstoffen vervuild), omvattende één of meerdere langwerpige leidingen en één of meerdere afvoermonden voor het opvangen van vervuild water, waarbij een eerste uiteinde van de leidingen vloeistofdicht verbonden kan worden aan de afvoermonden voor het afvoeren van het vervuild water, waarbij de leidingen buigzaam zijn, en dat de leidingen bij voorkeur een buigstraal hebben tussen 4 tot 15 maal de nominale diameter van de leidingen, bij verdere voorkeur tussen 6 tot 10 maal de nominale diameter van de leidingen. Bij voorkeur hebben de leidingen een ringstijfheid van minstens SN 4, bij verdere voorkeur minstens SN 6. Merk op dat SN hier verwijst naar de nominale stijfheid (SN) van de leiding.
Door gebruik te maken van flexibele leidingen, worden een groot aantal van de eerder vernoemde Problemen händig opgelost. De aanvrager merkte op dat het mogelijk was om buigzame leidingen te gebruiken. Logischerwijze omvatten de leidingen een materiaal dat voldoende weerstand heeft tegen (water vervuild met) koolwaterstoffen, zoals olie, traditionele brandstoffen zoals benzine en diesel, alsook additieven en derivaten daarvan, en dit vereist onder meer een läge permeabiliteitswaarde voor de genoemde chemische producten. Hierdoor kan de plaatsingen van de leidingen op een veel eenvoudigere manier plaatsvinden op een aantal vlakken. Zo moet er ter plaatse weinig versneden worden en geen bochten of intermediaire koppelingen (duur) geplaatst worden, aangezien de flexibele leidingen simpelweg kunnen afgerold worden (van een spoel of een haspel) van een afvoermond naar een verzamelput en daar verbonden worden. Op die manier is ook het transport van de leidingen eenvoudiger. De flexibiliteit of buigzaamheid van de leidingen geeft verder voldoende speling om eventuele grondverschuivingen op te vangen zonder tot breuk te leiden, en laat bovendien een meer continu pad toe tussen afvoermond en verzamelput, wat de checkup via camera's sneller en eenvoudiger maakt, waar bestaande Systemen hiervoor typisch bochten en koppelingen nodig hebben met de gekende neveneffecten. Daarenboven is het op deze manier ook mogelijk om de leidingen via een gewenst pad te leggen onder aile mogelijk hoeken die het terrein mogelijk vereisen (bij ongunstige bodem door rotspartijen of specifieke ondergronden en dergelijke), wat Problemen zou opleveren bij de gekende rigide Systemen, waar bochten onder specifieke hoeken vaak gespecialiseerde koppelstukken vereisen.
De aanvrager merkte verder dat een buigstraal omvat tot 15 maal de nominale diameter voldoende kan zijn om een hoge buigzaamheid en flexibiliteit te hebben bij de leidingen die toelaat om aile mogelijke configuraties te bereiken, met als voordeel dat de leidingen toch een heel hoge sterkte behouden. Bij voorkeur is de
BE2017/5141
In bijzonder omstandigheden (aardbevingsgevoelige gebieden), kan men opteren voor zo buigzaam mogelijke (buigstraal van 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, of 14 maal de nominale diameter) leidingen om grotere grondverschuivingen ook te kunnen compenseren. Bij voorkeur wordt echter een buigstraal tussen 6 tot 10 maal de nominale diameter gebruikt omdat dit een ideale verhouding tussen stevigheid van de leiding zelf en flexibiliteit oplevert.
Een verder gewenste uitvoeringsvorm kan onder meer een minimale vereiste voor de ringstijfheid inhouden. Bij voorkeur is de ringstijfheid minimaal SN 4, bij verdere voorkeur minimaal SN 6 of zelfs SN 8, SN 10 of meer, opnieuw afhankelijk van de specifieke toepassing. Deze parameter geeft aan welke drukken of kracht de leiding kan weerstaan van buitenaf zonder blijvende schade of vervorming. Merk verder op dat deze parameter internationaal erkend wordt en berekend wordt onder volgende formule:
In deze formule betreft F de totaal aangebrachte kracht in Newton, L is de lengte van de leiding in meter, dv de diametrale vervorming in meter, E de materiaalmodulus van de leiding in MPa, en I het oppervlaktetraagheidsmoment is. Merk op dat f de zogenaamde 'ovaalheid correctiefactor' betreft en gelijk is aan: f = 10-5 (i860 + 2500^) Hierbij is D gelijk aan de normale diameter van de leiding (onbelast) in meter. In de meeste situaties is een ringstijfheid SN 4 voldoende voor het opvangen van de krachten, aangezien het leidingennetwerk geplaatst worden onder één of meerdere lagen fundering die de belasting daarop heel sterk herverdelen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de leidingen geschikt om gebruikstemperaturen tot en met 60°C te kunnen weerstaan, bij voorkeur zelfs nog hogere, echter in de praktijk zal gebruikstemperatuur beperkt blijven.
Bij voorkeur hebben de leidingen een interne drukweerstand omvat tussen 0.1 bar en 10 bar, bij verdere voorkeur tussen 0.2 bar en 6 bar, bij nog verdere voorkeur tussen 0.3 bar en 3 bar. Deze grenzen zorgen enerzijds voor voldoende weerstand tegen druk, zonder de kosten nodeloos te verhogen (gezien een hogere drukweerstanden de leidingen typisch duurder zullen maken).
Bij voorkeur hebben de leidingen een 'standard dimension ratio' (SDR) omvat tussen 2 en 100, bij verdere voorkeur tussen 4 en 50 en bij nog verdere voorkeur tussen 5 en 25. Deze grenzen zijn opnieuw gekozen om enerzijds een hoge drukweerstand te verzekeren zonder de kosten nodeloos te verhogen.
Bij voorgaande parameters zal bovendien vaak ook rekening gehouden worden met de omstandigheden, namelijk terrein, toepassing, budget en/of andere factoren.
BE2017/5141
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag, waarbij de binnenste en buitenste laag via coëxtrusie bekomen of vervaardigd worden, en waarbij de binnenste en de buitenste laag onderling rechtstreeks gehecht zijn. De dubbele laag zorgt voor een extra barrière die de waterdichtheid verzekert. Door het gelijktijdig coëxtruderen van de lagen van de leiding, wordt een eindproduct bekomen waarbij de binnenste en de buitenste laag zeer sterk verankerd zijn aan elkaar, en zullen deze dan ook niet loskomen tijdens of na installatie, een probleem dat vaak voorkomt bij leidingen waarbij de extrusie niet gelijktijdig gebeurt.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de buitenste laag van de leidingen een geribde of gegolfde buitenzijde, terwijl de binnenste laag een substantieel gladde binnenzijde heeft. Bij voorkeur heeft de geribde of gegolfde buitenzijde ene reliëfdiepte tussen 2 mm en 15 mm, zoals 3 mm, 4 mm, 5 mm, 6 mm, 7 mm, 8 mm, 9 mm, 10 mm, 11 mm, 12 mm, 13 mm, 14 mm. Bij verdere voorkeur is de reliëfdiepte tussen 5 mm en 11 mm en bij nog verdere voorkeur ongeveer 7 mm. Desalniettemin is het mogelijk om nog grotere reliëfdieptes te voorzien, bijvoorbeeld 20 mm of meer, 25 mm, 30 mm, indien de situatie dit vereist. De geribde of gegolfde buitenzijde zorgt ervoor dat de leidingen buigzaam vervaardigd kunnen worden, alsook om de leidingen transversaal te versterken en zo aan de nodige vereisten (qua drukweerstand onder meer) te voldoen. Daarnaast kunnen de leidingen op deze manier ook steviger aangrijpen op de omliggende bodemmaterialen, en zo niet of weinig ongewenst verschuiven. De gladde binnenzijde zorgt dan weer voor een optimaal transport van het vervuilde water. Bovendien kan de geribde of gegolfde buitenzijde aan de uiteinden gebruikt worden voor een (extra) mechanische verankering van de leiding aan een verzamelput of afvoermond. Merk verder op dat de geribde vorm kan bereikt worden door een spiraalvormige ribbe die over de lengte (of een deel van de lengte) van de leiding loopt, of door ribben die telkens random lopen.
In een nog verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de ribben of golven aan de buitenzijde op onderlinge afstanden (van centrum tot centrum) op een substantieel vaste afstand of pad van elkaar verwijderd. Deze afstand is bij voorkeur omvat tussen 6 mm en 20 mm, bij verdere voorkeur tussen 8 mm en 15 mm, en bij nog verdere voorkeur ongeveer 11 mm.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de leidingen aangepast aan een eerste (longitudinale) uiteinde, waarbij het eerste uiteinde verbonden kan worden aan de afvoermonden via een mechanische koppeling. Bij voorkeur hebben de leidingen (ten
BE2017/5141 minste over een bepaalde lengte aan het eerste uiteinde) een geribde of gegolfde buitenzijde, waarbij de mechanische koppeling klemmend aangrijpt op deze geribde of gegolfde buitenzijde. Deze mechanische koppeling kan onder meer gebruik maken van één of meerdere klemringen en/of één of meerdere rubberen ringen ter afdichting.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het afwateringssysteem verder één of meerdere verzamelputten voor het ontvangen van het vervuild water uit de leidingen. De verzamelputten zijn hierbij aangepast voor het vloeistofdicht verbonden worden aan een tweede uiteinde van de leidingen (overstaand ten opzichte van het eerste uiteinde), en waarbij de leidingen aflopen aangebracht worden van de afvoermonden naar de verzamelputten, dit laatste voor een natuurlijke stroming naar de verzamelputten toe te veroorzaken.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de leidingen polyamide. Bij voorkeur betreff dit polyamide 6 of PA 6, ook wel bekend als nylon 6 of polycaprolatam. Polyamides zijn bijzonder duurzaam en hebben een grote sterkte. Bovendien zijn deze materiaal (in variërende grootteorden) buigzaam, waardoor ze uitstekend geschikt zijn voor deze toepassing. Specifiek gaat de voorkeur hierbij uit naar polyamide 6 door de uitstekende karakteristieken, namelijk een hoge elasticiteit, hoge weerstand tegen een groot aantal chemische producten (waaronder koolwaterstoffen, maar ook vele andere zuren en alkali), uitstekende treksterkte, Sterke slijtvastheid en andere eigenschappen. Bovendien kunnen deze materialen ook eenvoudig geëxtrudeerd worden en zijn ze goedkoop verkrijgbaar.
Bij verdere voorkeur kan het afwateringssysteem ook een aantal aansluitmoffen omvatten om de leidingen vloeistofdicht te verbinden op de afvoermonden en/of op de verzamelputten. Bij voorkeur omvatten de aansluitmoffen polyethyleen omvatten. Alternatief of aanvullend kunnen de aansluitmoffen eveneens polyamide, bij verdere voorkeur polyamide 6 omvatten.
Een mogelijkheid hierbij is dat de aansluitmoffen längs een eerste zijde het materiaal omvatten dat de leidingen eveneens omvatten (bijvoorbeeld PA 6), en dat deze eerste zijde van de aansluitmoffen geschikt is om aangesloten te word op de leidingen. Aan een tweede zijde omvatten de aansluitmoffen dan het materiaal waaruit de afvoermond (of verzamelput) substantieel bestaat. Dit kan bijvoorbeeld polyethyleen zijn, maar ook gietijzer, staal en/of aluminium.
Merk hierbij verder op dat de aansluitmoffen kunnen aangepast worden om aan elke zijde op een verschillende diameter van andere leiding of buis aangesloten te worden, waarbij een bereik van 40 mm tot en met 300 mm mogelijks, of zelfs daarbuiten.
BE2017/5141
Typisch zal hierin geopteerd worden voor standaardafmetingen, bijvoorbeeld 40 mm, 60 mm, 80 mm, 110 mm, 140 mm, 160 mm of andere.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de leidingen hogedichtheidpolyethylenen, polypropylenen, polyvinylchlorides, Polyurethanen, polybuthylenen, polyphenylenen, polyoxymethylenen, ethyleen/vinyl alcohol Copolymeren en/of combinaties en/of Copolymeren van voornoemde. Merk op dat dit al of niet in combinatie kan zijn met de aanwezigheid van polyamide (al of niet polyamide 6) als materiaal dat de leidingen omvatten in hun wanden. Opnieuw kan het afwateringssysteem aansluitmoffen omvatten, deze aansluitmoffen voornoemde materialen omvattende.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag, bij voorkeur waarbij deze aan elkaar vastgehecht zijn. De binnenste laag heeft hierbij een dikte omvat tussen 0.3 mm en 1.5 mm, bij voorkeur tussen 0.6 mm en 1.1 mm, en bij verdere voorkeur tussen 0.7 mm en 0.9 mm. De buitenste laag heeft hierbij een dikte omvat tussen 0.3 mm en 1.5 mm, bij voorkeur tussen 0.6 mm en 1.1 mm, en bij verdere voorkeur tussen 0.7 mm en 0.9 mm. Merk op dat deze diktes niet noodzakelijk gelijk moeten zijn. Hogere diktes, bijvoorbeeld 2 mm, 2.5 mm, 3 mm, en meer, zijn evenwel ook mogelijk, afhankelijk van de precieze omstandigheden.
In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de leiding een totale wanddikte omvat tussen 1 mm en 40 mm, bij voorkeur tussen 1 mm en 30 mm, bijvoorbeeld liggend in een bereik met als boven- of ondergrens 2 mm, 3mm, 4 mm, 5 mm, 6 mm, 7 mm, 8 mm, 9 mm, 10 mm, 12 mm, 14 mm, 16 mm, 18 mm, 20 mm, 22 mm, 25 mm, 28 mm.
De aanvrager merkte op dat onder genoemde bereiken van diktes, de leidingen de gewenste buigzaamheid voorzien, en daarbij toch voldoende sterkte behouden om druk en krachten van buitenaf te weerstaan zonder breuk. Bovendien is het eveneens nodig om een bepaalde ondergrens van dikte te voorzien om de permeabiliteit van de leidingen te minimaliseren. Het gekozen voorkeursbereik voor de diktes van de lagen, zorgt voor een optimale verhouding van sterkte, impermeabiliteit voor koolwaterstofhoudend afvalwater, flexibiliteit, en gewicht en kosten.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de leidingen een binnendiameter omvat tussen 70 mm en 200 mm. In de praktijk wordt het aanbod vaak beperkt tot een aantal gestandaardiseerde afmetingen (qua binnendiameter), onder meer om vlot
BE2017/5141 aansluitbaar te zijn. De aanvrager merkte vooral op dat binnendiameters omvat tussen 80 mm en 100 mm, bij voorkeur 90 ongeveer mm; binnendiameters omvat tussen 100 mm en 120 mm, bij voorkeur ongeveer 110 mm; en binnendiameters omvat tussen 150 mm en 170 mm, bij voorkeur ongeveer 160 mm, bijzonder geschikt zijn voor deze Systemen. Dit onder meer door een optimalisering van het mogelijke debiet, beperking van de kosten en aansluitbaarheid op andere Systemen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de leidingen via een mechanische koppeling verbonden aan de afvoermonden via aansluitmoffen (aan een afvoerbuis van de afvoermond). Bij voorkeur gebeurt dit verder met behulp van afdichtingsrubbers en/of klemringen (ter mechanische compressie en zodanige verankering). Hierbij is het mogelijk dat de aansluitmoffen polyethyleen omvatten (en/of polyamide, bij voorkeur polyamide 6 (PA 6)). De voordelen van deze laatste materiaalkeuze zijn reeds eerder besproken.
De aanvrager merkte dat bij de gekende afwateringssystemen, er vaak met gewoon polyethyleen leidingen gewerkt wordt, die vervolgens via elektrofusie-koppelingen tot een aansluitend netwerk verbonden worden. Het voorzien van elektrofusie-koppelingen op een groot aantal punten is echter niet aangeraden. Dit zorgt ten eerste voor een hogere kost aangezien gespecialiseerde apparatuur moet voorzien worden en dit ook een meerkost in werkuren voor het aanbrengen van de koppelingen, en het conditioneren van de leidingen en de koppelingen oplevert. Bovendien is er bij elektrofusie-koppelingen ook de noodzaak aan een vrij steriele omgeving, wat niet evident is bij een bouwproject (bovendien ook weersafhankelijk gezien dit droge omstandigheden vereist), en dus voor vertragingen en extra kosten zorgt. Ten slotte is de aanwezigheid van de elektrofusie-koppelingen in het geval van de gekende Systemen ook een zwak punt gezien de rigide leidingen. Bij verschuivingen zullen de koppelingen onder te grote druk komen te staan, wat tot lekkages of zelfs tot volledige breuk zal leiden, met de daaraan gekoppelde bodemverontreiniging.
Om voorgaande redenen en verdere, wordt in het voorgestelde afwateringssysteem gebruik gemaakt van een mechanische koppeling tussen leidingen en afvoermond, om de koppeling eenvoudiger, goedkoper en sneller te kunnen uitvoeren. Daarnaast dient er ook begrepen te worden dat door het gebruik van buigzame leidingen, deze in een enkei pad (zonder koppelingen tussenin) van de afvoermond naar een verzamelput kunnen leiden (gekende Systemen koppelen meerdere rechte stukken leiding aan elkaar via elektrofusie, en dan aan de afvoermond en verzamelput).
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de leidingen een gewicht omvat tussen 500 g/m en 2000 g/m, bij voorkeur tussen 750 g/m en 1500 g/m, bij verdere
BE2017/5141 voorkeur tussen 850 g/m en 1250 g/m en bij nog verdere voorkeur omvat tussen 900 g/m en 1000 g/m. Dit ter optimalisatie van de kosten per lopende meter en de mogelijke sterkte van de leidingen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de leidingen een hoge weerstand tegen AdBlue (AUS32), een stof die vaak toegevoegd wordt bij dieselvoertuigen en zo vaak in omloop komt in vervuild water bij tankstations en dergelijke. Deze weerstand is minstens aanwezig aan de binnenzijde van de leidingen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de leidingen een slagvastheid omvat tussen 40 J en 150 J bij een val vanaf 193 cm. Bij voorkeur is deze slagvastheid omvat tussen 45 J en 100 J, bij nog verdere voorkeur tussen 50 J en 85 J.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de leidingen een hoge weerstand tegen corrosie, en bij voorkeur zijn de leidingen aan de binnenzijde corrosiebestendig.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het afwateringssysteem aangepast voor (gebruik bij) grondwatersaneringen, eventueel waarbij een oleofiel materiaal, gebruikt kan worden om koolwaterstoffen te verwijderen door deze te absorberen. Bij voorkeur is dit materiaal tevens hydrofoob en zorgt het ervoor dat de opgenomen koolwaterstoffen niet langer ontvlambaar zijn, eenmaal voliedig gebonden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de leidingen bestendig tegen UVdegradatie. Dit kan door een aantal maatregelen (onder meer toevoeging anti-UV stoffen aan materiaal van leidingen, zoals UV-stabilizers).
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het afwateringssysteem één of meerdere KWS afscheiders, en optioneel één of meerdere vetafscheiders en/of andere zuiveringsinstallaties.
In een tweede aspect betreff de uitvinding een kit voor het plaatsen van een afwateringssysteem voor het afvoeren van vervuild water, meer specifiek met koolwaterstoffen vervuild water (bijvoorbeeld van tankstations). Deze kit omvat één of meerdere buigzame leidingen en één of meerdere afvoermonden, waarbij de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag omvatten dewelke via coëxtrusie bekomen worden, waarbij de binnenste en de buitenste laag onderling rechtstreeks vastgehecht zijn, waarbij de buitenste laag van de leidingen een geribde of gegolfde buitenzijde heeft, en de binnenste laag van de leidingen een substantieel gladde binnenzijde heeft
BE2017/5141 en waarbij de leidingen polyamide omvatten, bij voorkeur polyamide 6 (PA 6), en waarbij de afvoermonden geschikt zijn voor het opvangen van vervuild water, waarbij een eerste uiteinde van de leidingen en de afvoermonden aangepast zijn om vloeistofdicht verbonden te worden aan elkaar voor het afvoeren van het water uit de afvoermonden door de leidingen, verder optioneel één of meerdere aansluitmoffen omvattende voor het aangrijpen op de geribde of gegolfde buitenzijde van de leidingen en het vloeistofdicht verbinden van de eerste uiteinden van de leidingen aan de afvoermonden via een mechanische koppeling.
Bij voorkeur omvat de kit verder één of meerdere verzamelputten aangepast om vloeistofdicht verbonden te worden met een tweede uiteinde van de leidingen voor het afvoeren van het vervuild water uit de leidingen naar de verzamelput.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de uitvinding in het tweede aspect een kit, omvattende één of meerdere leidingen zoals beschreven in de uitvinding volgens dit document, en verder één of meerdere afvoermonden zoals beschreven in de uitvinding volgens dit document en optioneel één of meerdere verzamelputten zoals beschreven in dit document (en/of optioneel één of meerdere aansluitmoffen zoals beschreven in dit document).
De voordelen van de kit zoals hierboven beschreven, volgen logischerwijze uit de eerder besproken voordelen voor het afwateringssysteem zelf, die in dit document al overvloedig besproken zijn.
In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het plaatsen van een afwateringssysteem. Het afwateringssysteem omvat in een eerste uitvoeringsvorm één of meerdere buigzame leidingen en één of meerdere afvoermonden, waarbij de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag omvatten dewelke via coëxtrusie bekomen worden, waarbij de binnenste en de buitenste laag onderling rechtstreeks vastgehecht zijn, waarbij de buitenste laag van de leidingen een geribde of gegolfde buitenzijde heeft, en de binnenste laag van de leidingen een substantieel gladde binnenzijde heeft en waarbij de leidingen polyamide omvatten, bij voorkeur polyamide 6 (PA 6), en waarbij de afvoermonden geschikt zijn voor het opvangen van vervuild water, waarbij een eerste uiteinde van de leidingen en de afvoermonden aangepast zijn om vloeistofdicht verbonden te worden aan elkaar voor het afvoeren van het water uit de afvoermonden door de leidingen. De werkwijze omvat hierbij volgende stappen:
a. het plaatsen van de afvoermonden in een uitgegraven bodem;
BE2017/5141
b. het plaatsen van de buigzame leidingen in de uitgegraven bodem, waarbij de buigzame leidingen zieh uitstrekken van de afvoermonden naar een verzamelput;
c. het, bij voorkeur mechanisch, koppelen van de eerste uiteinden van de leidingen met de afvoermonden.
In een tweede uitvoeringsvorm is het afwateringssysteem een afwateringssysteem zoals beschreven in het eerste aspect van de uitvinding. De werkwijze omvat hierbij volgende stappen:
a. het plaatsen van de afvoermonden in een uitgegraven bodem;
b. het plaatsen van de buigzame leidingen in de uitgegraven bodem, waarbij de buigzame leidingen zieh uitstrekken van de afvoermonden naar een verzamelput;
c. het, bij voorkeur mechanisch, koppelen van de eerste uiteinden van de leidingen met de afvoermonden.
Merk op dat in beide uitvoeringsvormen de leidingen typisch over hun volledige traject ondersteund worden bij plaatsing, en neerwaarts hellend liggen van de afvoermond naar de verzamelput toe of KWS afscheider toe. De leidingen worden vervolgens gekoppeld en getest (om lekkages op te sporen, en vervolgens wordt rondom de leidingen aangevuld met zuiver zand, stabilisé of mager beton om de leidingen goed te beschermen, waarna de bovenliggende grondlagen opnieuw aangevuld worden, waarop een fundering komt te liggen van de wegenis, en vervolgens een verharde oppervlaktelaag aangebracht wordt.
Het koppelen van de leidingen met de afvoermonden op een mechanische wijze zorgt zoals gezegd voor een groot aantal voordelen ten opzichte van de gekende Systemen, die via elektrofusie gekoppeld worden, en vaak nog met een groot aantal koppelingen tussen stukken leiding. Vanzelfsprekend gelden aile voordelen reeds genoemd bij het afwateringssysteem zelf en de kit ook voor de werkwijze voor het plaatsen hiervan.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens het derde aspect, omvat het afwateringssysteem verder één of meerdere aansluitmoffen, en waarbij de aansluitmoffen substantieel polyethyleen omvatten, en aangepast zijn voor het mechanisch en vloeistofdicht koppelen van de leidingen met de afvoermonden. Alternatief of aanvullen kunnen de aansluitmoffen polyamide, bij voorkeur polyamide 6 (PA 6) omvatten, en zijn deze aangepast voor het mechanisch en vloeistofdicht koppelen van de leidingen met de afvoermonden.
BE2017/5141
In een vierde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een afwateringssysteem zoals beschreven in dit document voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild afvalwater bij tankstations. De aanvrager merkte dat bij tankstations, er een grote hoeveelheid laag-vervuild afvalwater moet verwerkt worden, namelijk 'normaal' water dat in aanraking komt met kleine hoeveelheden koolwaterstoffen of afgeleide producten, zoals benzine, diesel, en dergelijke. Dit laag-vervuild afvalwater mag niet zomaar vrijkomen in de natuur, maar evenmin bij gewoon afvalwater terechtkomen. Om die reden wordt bij een tankstation de ondergrond dan ook vaak aangelegd onder lichte lokale hellingen en met een soort goten die slechts heel weinig lager liggen dan de omringende gedeelten, maar op die manier toch het water verzamelen en dit naar een spéciale afvoermond regelen, waar het water vervolgens via de leidingen naar een verzamelput voor het koolwaterstofhoudend vervuild water wordt geleid. Echter, de huidige afwateringssystemen hebben een groot aantal nadelen (zoals reeds besproken), en zijn bovendien duur en inefficiënt om aan te leggen. Om deze en verdere redenen is de aanvrager dan ook van mening dat het verbeterde afwateringssysteem volgens de uitvinding uitstekend geschikt is voor toepassing bij tankstations.
Andere toepassingsgebieden voor de uitvinding zijn onder meer brandstofdepots, grote parkeerplaatsen, carwash-stations, bedrijfsterreinen, en dergelijke, bij uitbreiding in alle installaties waar een KWS afscheider geplaatst wordt (vaak verplicht).
Alternatief kan het systeem ook gebruikt worden als een secundaire buis rond een primaire buis die vloeistoffen transporteert.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mögen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
Algemeen dient nog opgemerkt te worden dat de uitvinder een merkelijke verbetering opmerkte bij vergelijking van prototype-leidingen volgens de uitvinding die voornamelijk opgebouwd zijn uit PA6, ten opzichte van gekende polyethyleen leidingen. Testen wezen ook uit dat de PA6 leidingen veel minder vervormden na contact met en onder invloed van koolwaterstofhoudende vloeistoffen (diesel conform EN590 en benzine conform EN228) dan PE leidingen, zowel qua dikte en diameter, en zelfs in massa. De permeabiliteit van de prototypeleidingen blijkt veel lager dan deze van PE leidingen. Doordat de PA6 leidingen minimaal vervormen, zullen lekken dan ook veel
BE2017/5141 minder optreden, dan wel het geval is bij standaard PE leidingen (PE 80 of PE 100 bijvoorbeeld).
VOORBEELDEN
VOORBEELD 1:
In een eerste Fig. 1 wordt een doorsnede weergegeven van de dubbellagige wand (1) van een uitvoeringsvorm van de leiding volgens de uitvinding. De binnenste laag (3) heeft een substantieel gladde binnenzijde voor het optimaal laten doorstromen van het opgevangen vervuilde water. Zoals aangegeven is het afwateringssysteem zodanig geplaatst dat de leidingen aflopen van de afvoermond naar de verzamelput toe en er zodanig een natuurlijke stroming ontstaat. Bij voorkeur is dit aflopen zeer geleidelijk en is er slechts een beperkt hoogteverschil over het pad, waardoor er niet bovenmatig diep gegraven moet worden bij de plaatsing. De buitenste laag (2) is geribd. De reliëfdiepte wordt aangeduid als Ή' en zorgt verder voor de buigzaamheid. De afstand tussen de ribben (centrum tot centrum) wordt aangeduid als 'Τ'. De buitenste laag heeft een dikte 'Sl', de binnenste laag een dikte 'S2'. Ten slotte hebben de ribben zelf een breedte 'B' en een tussenribafstand Ά'. De helling waaronder ribben opstaan is aangeduid als Ά1' en kan sterk variëren. Merk op dat hierin de term 'ribben' gebruikt wordt, maar dat het even goed golven kunnen betreffen, afhankelijk van de vorm.
Zoals zichtbaar in Fig. 2A en 2B laat de geribde (of gegolfde) structuur toe om de leiding enigszins te buigen om zo een gewenst traject te kunnen volgen. Bovendien laat dit eenvoudig toe om de leidingen aan te sluiten op een verzamelput, die standaard uitgerust zijn met een aantal aansluitingen onder een bepaalde configuratie. Indien gewerkt wordt met rigide leidingen moet vaak een hele constructie (met een aantal bochten en dus koppelingen via elektrofusie) opgezet worden om de leidingen correct te aligneren met de aansluitingen van de verzamelput (die meestal random de verzamelput uitwaarts gericht zijn onder verschillende hoeken). Door de buigzame leidingen van de uitvinding, gebeurt dit op veel eenvoudigere manier. Merk op dat dit voordeel niet beperkt is tot leidingen met de geribde of gegolfde structuur, maar geldt voor alle buigzame leidingen volgens de uitvinding.
Verder is op Fig. 4 een voorbeeld zichtbaar van een aansluitmof (7) met uiteinden van een verschillende diameter, bijvoorbeeld 110 mm en 160 mm (merk op dat gelijke diameters ook mogelijk zijn), om aangesloten te worden op een afvoermond of
BE2017/5141 verzamelput enerzijds en op een leiding anderzijds. De uiteinden van de aansluitmoffen zijn bij voorkeur vrouwelijke koppelingen, en dus geschikt voor het ontvangen van de leiding of een koppelstuk (buis) van de afvoermond of verzamelput. Zoals te zien op de figuren is aan de zijde voor koppeling met de afvoermond of verzamelput (of aan andere elementen behalve de leiding) een afdichtingsrubber (8) voorzien en vastgehecht aan de binnenzijde van de aansluitmof (zoals te zien wordt hiervoor zelfs een spéciale nis gemaakt random de binnenzijde van de aansluitmof om te zorgen dat het afdichtingsrubber niet verplaatst wordt). Op deze manier wordt een vloeistofdichte koppeling verzekerd met het koppelstuk van de afvoermond of verzamelput wanneer deze hier volledig ingeschoven wordt. Aan het andere uiteinde van de aansluitmof, ter koppeling aan de leidingen, wordt vaak geen afdichtingsrubber voorzien omdat deze eenvoudiger kan vastgehecht worden aan de (geribde) buitenzijde van de leidingen.
VOORBEELD 2:
Fig. 3A en 3B tonen een plattegrond van een afwateringssysteem voor een benzinestation, Fig. 3A voigens een oud systeem, Fig. 3B voigens het systeem van de uitvinding. Hierbij is duidelijk zichtbaar dat bij het oude systeem een groot aantal bochten aanwezig zijn, waar typisch telkens elektrofusie koppelingen moeten voorzien worden, met de gekende nadelen. Daarnaast blijkt ook dat een sterk verhoogde padlengte nodig is voor de verbinding van de afvoermonden (5) met de verzamelput (6). Hierbij dient ook in gedachten gehouden te worden dat de (polyethyleen) buizen van het oude systeem enkel in standaardlengtes beschikbaar zijn en er dus steeds veel verliezen zijn aan afgesneden stukken.
Het systeem voigens de uitvinding kan eenvoudigweg via spoelen of haspels aangebracht worden waarbij de leidingen (4) van de spoelen of haspels afgerold worden naar een gewenste lengte, waarna deze lengte kan afgesneden worden en de rest van de spoel, roi of haspel kan gebruikt worden voor andere stukken leiding, en er zo veel minder ongewenste resten zijn. Merk op dat de leidingen (4) evenzeer zonder spoel of haspel kunnen geleverd worden (opgerold of in andere vormen).
VOORBEELD 3:
In een mogelijke verdere toepassing kan een leiding eveneens aangesloten worden op een zogenaamde tankbezoekkamer van een opslagtank voor koolwaterstoffen, om op die manier in te staan voor het afvoeren van eventuele vloeistoffen in de tankbezoekkamer. Deze is, op een enkele afvoerkoppeling na, hermetisch afgesloten naar buiten toe. Op deze afvoerkoppeling kan een leiding voigens de uitvinding
BE2017/5141 aangesloten worden. In dit geval is een afvoermond niet voorzien, en lopen de leidingen naar een verzamelput.
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen 5 die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Bijvoorbeeld, de huidige uitvinding werd beschreven met verwijzing naar afwateringssystemen voor tankstations, maar het mag duidelijk zijn dat de uitvinding kan toegepast worden op bv. chemische installaties of waterzuiveringsinstallaties of bij grond(water)saneringen.
BE2017/5141

Claims (18)

  1. CONCLUSIES
    1. Afwateringssysteem voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild water, omvattende één of meerdere langwerpige leidingen en één of meerdere afvoermonden voor het opvangen van vervuild water, waarbij een eerste uiteinde van de leidingen vloeistofdicht verbonden kan worden aan de afvoermonden voor het afvoeren van het vervuild water, met als kenmerk dat de leidingen buigzaam zijn, en de leidingen een buigstraal hebben omvat tussen 4 tot 15 maal de nominale diameter van de leidingen, bij voorkeur tussen 6 tot 10 maal de nominale diameter van de leidingen; en bij voorkeur dat de leidingen een ringstijfheid hebben van minstens SN 4.
  2. 2. Afwateringssysteem volgens de voorgaande conclusie 1, waarbij de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag omvatten dewelke via coëxtrusie bekomen worden, waarbij de binnenste en de buitenste laag onderling rechtstreeks vastgehecht zijn.
  3. 3. Afwateringssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij de buitenste laag van de leidingen een geribde of gegolfde buitenzijde heeft, en de binnenste laag van de leidingen een substantieel gladde binnenzijde heeft, bij voorkeur waarbij de geribde of gegolfde buitenzijde een reliëfdiepte heeft omvat tussen 2 mm en 15 mm, bij verdere voorkeur tussen 5 mm en 11 mm, en bij nog verdere voorkeur ongeveer 7 mm.
  4. 4. Afwateringssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij de leidingen aan het eerste uiteinde verbonden kunnen worden aan de afvoermonden via een mechanische koppeling, bij voorkeur waarbij de leidingen een geribde of gegolfde buitenzijde hebben en de mechanische koppeling klemmend aangrijpt op de geribde of gegolfde buitenzijde van de leidingen.
  5. 5. Afwateringssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, verder omvattende één of meerdere verzamelputten, waarbij de verzamelputten aangepast zijn voor het vloeistofdicht verbonden worden aan een tweede uiteinde van de leidingen, waarbij de verzamelputten aangepast zijn voor het ontvangen van het vervuild water, en waarbij de leidingen aflopend aangebracht zijn van de afvoermonden naar de verzamelputten, bij voorkeur waarbij de leidingen via aansluitmoffen vloeistofdicht kunnen verbonden worden met de verzamelputten, bij voorkeur met behulp van klemringen en/of
    BE2017/5141 afdichtingsrubbers, waarbij de aansluitmoffen bij verdere voorkeur polyethyleen en/of polyamide omvatten.
  6. 6. Afwateringssysteem voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij de leidingen polyamide omvatten, bij voorkeur polyamide 6 (PA 6).
  7. 7. Afwateringssysteem voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij de leidingen hogedichtheidpolyethylenen, polypropylenen, polyvinylchlorides, Polyurethanen, polybuthylenen, polyphenylenen, polyoxymethylenen, ethyleen/vinyl alcohol copolymeren en/of combinaties en/of copolymeren van voornoemde, omvatten.
  8. 8. Afwateringssysteem voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag omvatten, en waarbij de binnenste laag een dikte heeft omvat tussen 0.3 mm en 1.5 mm, bij voorkeur tussen 0.6 mm en 1.1 mm, en bij verdere voorkeur tussen 0.7 mm en 0.9 mm; en waarbij de buitenste laag een dikte heeft omvat tussen 0.3 mm en
    1.5 mm, bij voorkeur tussen 0.6 mm en 1.1 mm, en bij verdere voorkeur tussen 0.7 mm en 0.9 mm.
  9. 9. Afwateringssysteem voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij de leidingen een binnendiameter hebben omvat tussen 70 mm en 200 mm.
  10. 10. Afwateringssysteem voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de leidingen via de mechanische koppeling verbonden worden aan de afvoermonden via aansluitmoffen, bij voorkeur met behulp van afdichtingsrubbers en/of klemringen, en waarbij de aansluitmoffen bij voorkeur polyamide omvatten, bij verdere voorkeur polyamide 6 (PA 6).
  11. 11. Kit voor het plaatsen van een afwateringssysteem voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild water, omvattende één of meerdere buigzame leidingen en één of meerdere afvoermonden, waarbij de leidingen een binnenste laag en een buitenste laag omvatten dewelke via coëxtrusie bekomen worden, waarbij de binnenste en de buitenste laag onderling rechtstreeks vastgehecht zijn, waarbij de buitenste laag van de leidingen een geribde of gegolfde buitenzijde heeft, en de binnenste laag van de leidingen een substantieel gladde binnenzijde heeft en waarbij de leidingen polyamide omvatten, bij voorkeur polyamide 6 (PA 6), en waarbij de afvoermonden geschikt zijn voor het opvangen
    BE2017/5141 van vervuild water, waarbij een eerste uiteinde van de leidingen en de afvoermonden aangepast zijn om vloeistofdicht verbonden te worden aan elkaar voor het afvoeren van het water uit de afvoermonden door de leidingen, verder optioneel één of meerdere aansluitmoffen omvattende voor het aangrijpen op de geribde of gegolfde buitenzijde van de leidingen en het vloeistofdicht verbinden van de eerste uiteinden van de leidingen aan de afvoermonden via een mechanische koppeling, en de leidingen een buigstraal hebben omvat tussen 4 tot 15 maal de nominale diameter van de leidingen.
  12. 12. Kit volgens de voorgaande conclusie 11, verder omvattende één of meerdere verzamelputten aangepast om vloeistofdicht verbonden te worden met een tweede uiteinde van de leidingen voor het afvoeren van het vervuild water uit de leidingen naar de verzamelput.
  13. 13. Kit voor het plaatsen van een afwateringssysteem voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild water, omvattende één of meerdere leidingen zoals beschreven in één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, en één of meerdere afvoermonden volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10.
  14. 14. Kit volgens de voorgaande conclusie 13, verder omvattende één of meerdere verzamelputten zoals omschreven in één van de voorgaande conclusies 5 tot en met 10 en/of optioneel één of meerdere aansluitmoffen zoals omschreven in de voorgaande conclusie 10, bij voorkeur waarbij de verzamelputten verder een straatdeksel omvatten, bij verdere voorkeur waarbij het straatdeksel een composiet straatdeksel is.
  15. 15. Werkwijze voor het plaatsen van een afwateringssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, omvattende volgende stappen:
    a. het plaatsen van de afvoermonden in een uitgegraven bodem;
    b. het plaatsen van de buigzame leidingen in de uitgegraven bodem, waarbij de buigzame leidingen zieh uitstrekken van de afvoermonden naar een verzamelput;
    c. het, bij voorkeur mechanisch, koppelen van de eerste uiteinden van de leidingen met de afvoermonden.
  16. 16. Werkwijze voor het plaatsen van een afwateringssysteem voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild water, volgens één van de voorgaande conclusies 11 of 12, waarbij het afwateringssysteem verder één of meerdere aansluitmoffen omvat, en waarbij de aansluitmoffen substantieel polyamide, bij voorkeur
    BE2017/5141 polyamide 6 (PA 6) omvatten, en aangepast zijn voor het mechanisch en vloeistofdicht verbinden van de leidingen met de afvoermonden.
  17. 17. Gebruik van een afwateringssysteem volgens één van de voorgaande conclusies
    5 1 tot en met 10 voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild afvalwater bij tankstations.
  18. 18. Gebruik van een afwateringssysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10 voor het afvoeren van met koolwaterstoffen vervuild afvalwater
    10 bij brandstofdepots, carwash-installaties, parkeerterreinen en/of bedrijfsterreinen.
    BE2017/5141
    Fl GUREN
    CD
    M
BE2017/5141A 2017-03-07 2017-03-07 Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater BE1024661B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5141A BE1024661B1 (nl) 2017-03-07 2017-03-07 Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater
EP18160565.0A EP3372394B1 (en) 2017-03-07 2018-03-07 Flexible drainage system for wastewater containing hydrocarbon

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5141A BE1024661B1 (nl) 2017-03-07 2017-03-07 Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024661B1 true BE1024661B1 (nl) 2018-05-17

Family

ID=58347007

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5141A BE1024661B1 (nl) 2017-03-07 2017-03-07 Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3372394B1 (nl)
BE (1) BE1024661B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1405229A (fr) * 1963-11-13 1965-07-09 Kyova Pipe Company Conduites semi-flexibles pour utilisation souterraine
EP0648901A1 (de) * 1993-07-28 1995-04-19 Wolfgang Schwarz Verfahren und Vorrichtung zum Anschliessen von Strassenabläufen an einen Regen- oder Abwasserkanal
DE29920148U1 (de) * 1999-11-17 2000-02-24 Franz Koehler Beton Und Fertig Entwässerungssystem
EP1103752A1 (en) * 1999-11-26 2001-05-30 Eureka Immobiliare S.r.l. Flexible corrugated tube with end fittings for hydraulic systems

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1405229A (fr) * 1963-11-13 1965-07-09 Kyova Pipe Company Conduites semi-flexibles pour utilisation souterraine
EP0648901A1 (de) * 1993-07-28 1995-04-19 Wolfgang Schwarz Verfahren und Vorrichtung zum Anschliessen von Strassenabläufen an einen Regen- oder Abwasserkanal
DE29920148U1 (de) * 1999-11-17 2000-02-24 Franz Koehler Beton Und Fertig Entwässerungssystem
EP1103752A1 (en) * 1999-11-26 2001-05-30 Eureka Immobiliare S.r.l. Flexible corrugated tube with end fittings for hydraulic systems

Also Published As

Publication number Publication date
EP3372394A1 (en) 2018-09-12
EP3372394B1 (en) 2021-12-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2583031C2 (ru) Система локализации и регулирования жидкостей
AU2013224747B1 (en) Detection and Collection System for Fugitive Gases and Effluent Liquids Leaking from Around Drilled Wellheads
BE1024661B1 (nl) Flexibel afwateringssysteem voor koolwaterstofhoudend afvalwater
US20210222835A1 (en) System and method for secondary containment of products conveyed by pipeline transport
US6719018B2 (en) Underground beverage conduit system
CN104563200A (zh) 一种利用路面水和隧道涌水作为水源的隧道消防系统
US20150368892A1 (en) Underground Silo System for Storing Liquids
Merritt et al. Tractive Force: A Key to Solids Transport in Gravity Flow Drainage Pipes
CN105275019B (zh) 地下管道防渗漏设施
CN207538081U (zh) 一种通用注塑检查井
RU2684313C1 (ru) Способ предупреждения и предотвращения затопления подвала многоквартирного жилого дома сточными водами городской канализации
Ballinger et al. Culvert repair practices manual: Volume I
Lee Stability Analysis of Steep-Sloped Sewer Manhole Using Observation Data and Numerical Analysis Model
Woolley Drainage details
CN204370510U (zh) 一种利用路面水和隧道涌水作为水源的隧道消防系统
JP7328643B1 (ja) 人孔部における、管渠の管口を連結する管渠構造
Lovell Marley Pipes
Aghniaey et al. Sustainability in Design, Construction and Rehabilitation of Culverts
NO20180618A1 (en) A conveyance, detention and infiltration system, and method of installing same
CN104652525A (zh) 一种利用坡面流水和路面水作为水源的隧道消防系统
Kienow et al. Most pipeline failures can be prevented by proper inspection
Pearson Rehabilitation of 48-Inch and 42-Inch Steel Cylinder Concrete Pipe (SCCP) via Slipline: Las Vegas, NV
Roll et al. Sewer Stabilization and Infiltration Removal through Liner Insertion
VanAllen Sanitary sewer evaluation of inflow/infiltration reduction techniques
Christensen et al. Exploration of Loose-Fit and Tight-Fit Sliplining with Butt-Fusion Welded Thermoplastic Piping for Pipeline Rehabilitation

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180517

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220331