BE1024411B1 - Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast. - Google Patents

Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1024411B1
BE1024411B1 BE2017/5008A BE201705008A BE1024411B1 BE 1024411 B1 BE1024411 B1 BE 1024411B1 BE 2017/5008 A BE2017/5008 A BE 2017/5008A BE 201705008 A BE201705008 A BE 201705008A BE 1024411 B1 BE1024411 B1 BE 1024411B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
vacuum pump
secondary vacuum
load
group
pressure value
Prior art date
Application number
BE2017/5008A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024411A1 (nl
Inventor
Joeri COECKELBERGS
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap filed Critical Atlas Copco Airpower Naamloze Vennootschap
Priority to US16/077,780 priority Critical patent/US11111922B2/en
Priority to EP17717067.7A priority patent/EP3420233B1/en
Priority to PCT/BE2017/000014 priority patent/WO2017143410A1/en
Priority to ES17717067T priority patent/ES2803873T3/es
Priority to CN201710205850.9A priority patent/CN107100832B/zh
Publication of BE1024411A1 publication Critical patent/BE1024411A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024411B1 publication Critical patent/BE1024411B1/nl
Priority to US17/391,086 priority patent/US20210404469A1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C28/00Control of, monitoring of, or safety arrangements for, pumps or pumping installations specially adapted for elastic fluids
    • F04C28/02Control of, monitoring of, or safety arrangements for, pumps or pumping installations specially adapted for elastic fluids specially adapted for several pumps connected in series or in parallel
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04BPOSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
    • F04B37/00Pumps having pertinent characteristics not provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B35/00
    • F04B37/10Pumps having pertinent characteristics not provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B35/00 for special use
    • F04B37/14Pumps having pertinent characteristics not provided for in, or of interest apart from, groups F04B25/00 - F04B35/00 for special use to obtain high vacuum
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04BPOSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
    • F04B41/00Pumping installations or systems specially adapted for elastic fluids
    • F04B41/06Combinations of two or more pumps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04BPOSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
    • F04B49/00Control, e.g. of pump delivery, or pump pressure of, or safety measures for, machines, pumps, or pumping installations, not otherwise provided for, or of interest apart from, groups F04B1/00 - F04B47/00
    • F04B49/06Control using electricity
    • F04B49/065Control using electricity and making use of computers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04BPOSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS
    • F04B49/00Control, e.g. of pump delivery, or pump pressure of, or safety measures for, machines, pumps, or pumping installations, not otherwise provided for, or of interest apart from, groups F04B1/00 - F04B47/00
    • F04B49/08Regulating by delivery pressure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C23/00Combinations of two or more pumps, each being of rotary-piston or oscillating-piston type, specially adapted for elastic fluids; Pumping installations specially adapted for elastic fluids; Multi-stage pumps specially adapted for elastic fluids
    • F04C23/001Combinations of two or more pumps, each being of rotary-piston or oscillating-piston type, specially adapted for elastic fluids; Pumping installations specially adapted for elastic fluids; Multi-stage pumps specially adapted for elastic fluids of similar working principle
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C25/00Adaptations of pumps for special use of pumps for elastic fluids
    • F04C25/02Adaptations of pumps for special use of pumps for elastic fluids for producing high vacuum

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Compressors, Vaccum Pumps And Other Relevant Systems (AREA)
  • Control Of Positive-Displacement Pumps (AREA)
  • Applications Or Details Of Rotary Compressors (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem omvattende de stappen van: het bedienen van een primaire vacuümpomp 9 die een motor met variabele snelheid omvat; - het parallel schakelen van minstens twee secundaire vacuümpompen 10 en de primaire vacuümpomp 9; - het verdelen van de secundaire vacuümpompen 10 in groepen, waarbij elke groep minstens één secundaire vacuümpomp omvat 10; - het toewijzen van een prioriteit aan elk van die groepen; daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de stappen omvat van: - het meten van de inlaatdruk p1, het vergelijken van de gemeten inlaatdruk p1 met een vooraf bepaalde drukwaarde p0, en als p1 hoger is dan p0, het starten van de secundaire vacuümpomp 10 bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting Sstart,1 als die een motor met vaste snelheid omvat, en/of starten van de secundaire vacuümpomp 10 bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting Sstart,2, als die een motor met variabele snelhaid omvat.

Description

(73) Houder(s) :
ATLAS COPCO AIRPOWER naamloze vennootschap
2610, WILRIJK
België (72) Uitvinder(s) :
COECKELBERGS Joeri 2610 WILRIJK België (54) Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast.
(57) Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem omvattende de stappen van: het bedienen van een primaire vacuümpomp 9 die een motor met variabele snelheid omvat; - het parallel schakelen van minstens twee secundaire vacuümpompen 10 en de primaire vacuümpomp 9; het verdelen van de secundaire vacuümpompen 10 in groepen, waarbij elke groep minstens één secundaire vacuümpomp omvat 10; - het toewijzen van een prioriteit aan elk van die groepen; daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de stappen omvat van: - het meten van de inlaatdruk pl, het vergelijken van de gemeten inlaatdruk pl met een vooraf bepaalde drukwaarde pO, en als pl hoger is dan pO, het starten van de secundaire vacuümpomp 10 bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting Sstart.l als die een motor met vaste snelheid omvat, en/of starten van de secundaire vacuümpomp 10 bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting Sstart,2, als die een motor met variabele snelhaid omvat.
Figure BE1024411B1_D0001
FS au'ir 1
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024411 Nummer van indiening: BE2017/5008
Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: F04C 23/00 F04C 25/02 F04C 28/02 F04B 49/08 F04B 49/06 Datum van verlening: 12/02/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 10/01/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
ATLAS COPCO AIRPOWER naamloze vennootschap, Boomsesteenweg 957, 2610 WILRIJK België;
vertegenwoordigd door
VAN VARENBERG Patrick, Arenbergstraat 13, 2000, ANTWERPEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast..
UITVINDER(S):
COECKELBERGS Joeri , c/o ATLAS COPCO AIRPOWER, naamloze vennootschap Boomsesteenweg 957 , 2610, WILRIJK;
VOORRANG:
23/02/2016 US 62/298,788;
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 12/02/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5008
Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem, de werkwijze omvattende de stappen van: het bedienen van een primaire vacuümpomp omvattende een motor met variabele snelheid; het parallel schakelen van minstens twee secundaire vacuümpompen en de primaire vacuümpomp, waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen een motor omvat; het verdelen van de secundaire vacuümpompen in groepen, waarbij elke groep minstens één secundaire vacuümpomp omvat, en het toewijzen van een prioriteit aan elk van die groepen.
Er bestaan al Systemen die meerdere vacuümpompen omvatten, zoals bijvoorbeeld het systeem bekendgemaakt in US 5,522,707 B op naam van Metropolitan Industries, Inc. Het daarin beschreven systeem gebruikt een regelaar om een bijkomende pomp te starten wanneer de vacuümvraag toeneemt. Wanneer een vacuümpomp met variabele snelheid de maximumopbrengst bereikt, start de regelaar een vacuümpomp met vaste snelheid en stopt de vacuümpomp met variabele snelheid
Een dergelijk systeem en besturingslogica is niet geschikt voor aile soorten toepassingen. Als we het voorbeeld nemen van een pomp met variabele snelheid die een hogere
BE2017/5008 capaciteit heeft dan een pomp met vaste snelheid, kan een dergelijke besturingslogica ongewenste schommelingen veroorzaken die een invloed hebben op de toepassing van de gebruiker.
Bovendien zal een dergelijke besturingslogica niet voorkomen dat het systeemontwerp ofwel te klein ofwel te groot is voor de toepassing waarop het systeem is aangesloten, aangezien het de opstart van een pomp met vaste snelheid als equivalent beschouwt aan de werkingscapaciteit van een pomp met variabele snelheid die aan maximumopbrengst draait.
Bovendien zou een dergelijke besturingslogica een gebruiker van het systeem niet toelaten de energieefficiëntie van het systeem te regelen of de onderhoudskosten te minimaliseren, daar de gebruiker niet kan beïnvloeden welke van de vacuümpompen draait.
Rekening houdend met de hierboven genoemde nadelen, heeft de huidige uitvinding tot doel een pompsysteem te voorzien dat zijn capaciteit aanpast aan een variërende vraag voor een gebruikerstoepassing. Bijgevolg zal het pompsysteem noch onder-, noch overgedimensioneerd zijn, zelfs als de vraag van de gebruikerstoepassingen mettertijd verändert.
Een ander doel van de huidige uitvinding is een pompsysteem te voorzien dat een gebruiker toelaat om de reactietijd van het systeem aan te passen in functie van de vereisten van de toepassing. De uitvinding laat de gebruiker verder toe de onderhoudskosten ervan te Verlagen
BE2017/5008 en een gelijkmatige slijtage van de pompen die deel uitmaken van het systeem, te bereiken.
Bijgevolg heeft de huidige uitvinding tot doel een flexibel, gemakkelijk regelbaar vacuümsysteem dat läge kosten genereert, te voorzien dat even geschikt is voor verschillende toepassingen die verschillende drukvereisten hebben, zonder spéciale service-interventies.
De huidige uitvinding biedt een oplossing voor minstens één van de hierboven genoemde en/of andere problemen door een werkwijze te voorzien voor het bedienen van een vacuümpompsysteem, de werkwijze omvattende de stappen van:
het bedienen van een primaire vacuümpomp die een motor met variabele snelheid omvat;
~ het parallel schakelen van minstens twee secundaire 15 vacuümpompen en de primaire vacuümpomp, waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen een motor omvat;
- het verdelen van de secundaire vacuümpompen in groepen, waarbij elke groep minstens één secundaire vacuümpomp omvat;
- het toewijzen van een prioriteit aan elk van die groepen;
waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van:
- het doorvoeren van een eerste meting van de inlaatdruk aan een inlaat van het vacuümpompsysteem;
BE2017/5008 inlaatdruk drukwaarde, het vergelijken van de eerste gemeten inlaatdruk met een vooraf bepaalde drukwaarde en, als de gemeten hoger is dan de vooraf bepaalde het bedienen van de minstens één secundaire vacuümpomp die deel uitmaakt van de groep waaraan de hoogste prioriteit is toegewezen;
- het doorvoeren van een tweede meting van de inlaatdruk aan de inlaat van het vacuümpompsysteem;
het vergelijken van de tweede gemeten inlaatdruk met de vooraf bepaalde drukwaarde en, als de tweede gemeten inlaatdruk hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, het bedienen van de minstens één secundaire vacuümpomp van de groep waaraan de tweede hoogste prioriteit is toegewezen, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het starten van de secundaire vacuümpomp bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting als ze een motor met vaste sneiheid omvat, en/of het starten van de secundaire vacuümpomp bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting, als de secundaire vacuümpomp een motor met variabele sneiheid omvat.
Effectief, door de secundaire vacuümpompen in groepen te verdelen en een prioriteit toe te wijzen aan elk van de groepen, wordt een betere regeling van de werkuren van elk van de vacuümpompen bereikt. Hierdoor kan beter worden geanticipeerd op het onderhoudsproces voor elk van de vacuümpompen.
BE2017/5008
Door de secundaire vacuümpomp te starten bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting of bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting al naargelang of de pomp een motor met vaste snelheid of een motor met variabele snelheid omvat, laat het vacuümpompsysteem een betere regeling toe van de druk die verkregen wordt aan de inlaat van het vacuümpompsysteem en een betere regeling van de belasting van elke vacuümpomp, wat een invloed heeft op de slijtage van elke pomp en bijgevolg het tijdsinterval waarin onderhoud zal nodig zijn. Bijgevolg wordt aan de vraag van een gebruikerstoepassing voldaan zonder het risico te lopen dat vacuümpompsysteem over- of ondergedimensioneerd is .
Bovendien kan een dergelijke werkwijze worden geïmplementeerd binnen een systeem dat vacuümpompen met verschillende capaciteit omvat, of zelfs een combinatie van vacuümpompen omvat die zowel hoge vacuüm- als läge vacuümniveaus verwezenlijken, en, voor alle vereiste vacuümniveaus, wordt het vacuümpompsysteem op een erg eenvoudige manier geregeld door de hierin gedefinieerde werkwijze te implementeren.
Bovendien kan, door een secundaire vacuümpomp te starten bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting, de inlaatdruk sequentieel worden verlaagd en slechts in de mate die nodig is om aan de vraag van de gebruiker te voldoen. Bijgevolg zal, als het vacuümpompsysteem een pomp met hoge capaciteit omvat, een dergelijke pomp niet draaien aan een hogere belasting dan gevraagd door de
BE2017/5008 toepassing van de gebruiker. Bijgevolg kan een pomp met hoge capaciteit op efficiënte wijze een hoge, medium of läge capaciteit bereiken, zonder het risico te lopen dat het systeem onder- of overgedimensioneerd is, om te voldoen aan het debiet en bijgevolg aan de vraag van het gebruikersnetwerk.
Door de werkwijze volgens de huidige uitvinding toe te passen, kan het vacuümpompsysteem gemakkelijk worden aangepast aan verschillende vacuümvereisten, en kan daarom worden gebruikt voor verschillende toepassingen zonder dat hiervoor een manuele interventie nodig is.
Bovendien kan, daar de vacuümpompen niet worden gestart bij een maximumbelasting en daar de werkwijze volgens de huidige uitvinding de secundaire vacuümpompen in groepen verdeelt en ze bedient afhankelijk van de toegewezen prioriteit, een gelijkmatige slijtage van alle vacuümpompen worden bereikt.
Bovendien kunnen, afhankelijk van waar een gebruiker van een vacuümpompsysteem volgens de huidige uitvinding zieh geografisch bevindt, de kosten die ontstaan door de werking van het vacuümpompsysteem verschillen in functie van, bijvoorbeeld: de elektriciteitsprijs, de omgevingsomstandigheden, of zelfs van hoe gemakkelijk toegankelijk het systeem is voor onderhoud. Bijgevolg kan in sommige geografische gebieden een energieoptimalisering nodig zijn, terwijl in andere een optimalisering van de slijtage een betere oplossing kan zijn.
BE2017/5008
De werkwijze volgens de huidige uitvinding is haalbaar voor beide dergelijke situaties daar de secundaire vacuümpompen worden gestart bij de eerste vooraf bepaalde startbelasting respectievelijk bij de tweede vooraf bepaalde startbelasting. Naargelang of de eerste vooraf bepaalde startbelasting en de tweede vooraf bepaalde startbelasting worden geselecteerd op een relatief hoog niveau of op een relatief laag niveau, kiest de gebruiker van het vacuümpompsysteem volgens de huidige uitvinding welke van de twee efficientieopties hij nodig heeft: ofwel onderhoudsoptimalisering van het vacuümpompsysteem, ofwel optimalisering van het stroomverbruik.
Bij voorkeur omvat het vacuümpompsysteem schroefvacuümpompen met olie-injectie, waarvan bekend is dat ze efficiënter zijn bij lagere snelheden dan bij hogere snelheden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kiest de gebruiker van het vacuümpompsysteem welke optie hij verkiest door de waarde van de tweede vooraf bepaalde startbelasting te selecteren: als de tweede vooraf bepaalde startbelasting wordt geselecteerd op een relatief läge waarde, wat impliceert dat de snelheid van de vacuümpomp relatief laag zal zijn, is de energie-efficiëntie hoog en zal een relatief hoog aantal pompen draaien om aan de vraag te voldoen. Terwijl, als de tweede vooraf bepaalde startbelasting wordt geselecteerd op een relatief hoge waarde, wat impliceert dat de snelheid van de vacuümpomp relatief hoog is, de
BE2017/5008 efficiëntie van de vacuümpompen dan lager is dan in het vorige geval maar een gelijkmatige slijtage van de vacuümpompen zal worden gerealiseerd, daar het aantal bedrijfsuren van de secundaire vacuümpompen die deel uitmaken van dezelfde groep beter kan worden geregeld, wat betekent dat minder vacuümpompen service-interventies in een tijdsinterval nodig zullen hebben.
Bij voorkeur start het vacuümpompsysteem een secundaire vacuümpomp wanneer de primaire vacuümpomp op een eerste maximumbelasting draait.
De huidige uitvinding is verder gericht op een vacuümpompsysteem omvattende:
- een primaire vacuümpomp die een motor met variabele snelheid omvat;
- minstens twee secundaire vacuümpompen parallel geschakeld met de primaire vacuümpomp, waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen een motor omvat;
- een druksensor om de inlaatdruk van het vacuümpompsysteem aan een inlaat ervan te meten;
- regelmiddelen omvattende communicatiemiddelen om te communiceren met één of meer van: de primaire vacuümpomp en minstens twee secundaire vacuümpompen;
waarbij de regelmiddelen verder verwerkingsmiddelen omvatten die een algoritme omvatten dat geconfigureerd is
BE2017/5008 om de werkwijze volgens de huidige uitvinding toe te passen .
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende configuraties volgens de huidige uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
figuur 1 schematisch een vacuümpompsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding weergeeft;
figuur 2 schematisch een opsplitsing illustreert van de realiseerbare maximum en minimum druk van het vacuümpompsysteem van figuur 1 in vijf drukzones volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding; en, figuur 3 schematisch de SER-curve (specifiek energieverbruik) weergeeft voor vacuümpompen met olie-injectie.
Figuur 1 illustreert een vacuümpompsysteem 1 dat meerdere vacuümpompen 2 en een regeleenheid 3 die de vacuümpompen 2 regelt, omvat. Het systeem wordt verder aangesloten op een vacuümgebruiker 4 binnen een extern gebruikersnetwerk via een stromingsleiding 5. Het vacuümpompsysteem 1 kan verder een buffervat 6 omvatten om fluidum van de vacuümpompen 2 te ontvangen. Een dergelijk buffervat 6 verhoogt de stabiliteit van het vacuümpompsysteem 1 daar het een
BE2017/5008 fluïdumvolume verzekert dat onmiddellijk klaar is voor het gebruikersnetwerk 4.
De regeleenheid 3 regelt de vacuümpompen 2 via een elektrische verbinding 7.
In Figuur 1 wordt een voorbeeld van een vacuümpompsysteem volgens de huidige uitvinding geïllustreerd, een dergelijk systeem omvattende vier vacuümporrtpen 2, onderling verbonden via een stromingsleiding 8.
De huidige uitvinding mag niet worden beperkt tot een vacuümpompsysteem 1 dat slechts vier vacuümpompen 2 omvat. De werkwijze volgens de huidige uitvinding is van toepassing binnen Systemen die minder vacuümpompen 2 alsook meer vacuümpompen 2 omvatten, zoals bijvoorbeeld een vacuümpompsysteem 1 dat drie, of meer dan vier vacuümpompen 2 omvat.
Bij voorkeur wordt één van de vacuümpompen 2 geidentificeerd als de primaire vacuümpomp 9. Bij voorkeur omvat de primaire vacuümpomp 9 een motor met variabele snelheid (niet geïllustreerd) , zodat de belasting van de pomp geleidelijk kan worden verhoogd. Minstens twee secundaire vacuümpompen 10 zijn parallel geschakeld met de primaire vacuümpomp 9, waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen 10 een motor omvat (niet geïllustreerd).
Het werkingsprincipe is erg eenvoudig en als volgt.
BE2017/5008
Een vraag voor vacuüm wordt ontvangen van de vacuümgebruiker 4 en een primaire vacuümpomp 9 wordt bediend door de regeleenheid 3, waarbij de belasting van de primaire vacuümpomp 9 die wordt bediend, tussen een eerste minimumbelasting Smin, i en een eerste maximumbelasting Smax,i ligt.
Bij voorkeur, wanneer de regeleenheid 3 de primaire vacuümpomp 9 bedient, start ze de primaire vacuümpomp 9 bij een belasting tussen de eerste minimumbelasting Smin.i en een eerste maximumbelasting Smax, i, maar bij voorkeur lager dan de eerste maximumbelasting Smax, i, en verhoogt ze geleidelijk de belasting om aan de vraag van de vacuümgebruiker 4 te voldoen.
Bijvoorbeeld, de primaire vacuümpomp 9 kan worden gestart bij een belasting, Sstart,o, geselecteerd tussen 10% en 90%, zoals bijvoorbeeld maar niet beperkt tot: bij een belasting van 30%, bij een belasting van 40%, bij een belasting van 50%, of bij een belasting van 60% of elke waarde daartussen,
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan een dergelijke belasting geleidelijk worden verhoogd met een percentage, kO, geselecteerd tussen 5% en 50%, afhankelijk van de toepassing en de voorkeuren van de gebruiker zo kan, bij wijze van voorbeeld maar niet beperkt tot, de belasting verhoogd worden met: 10% belasting, of 20% belasting, of 30% belasting, of elke andere daartussen liggende waarde, afhankelijk van de
BE2017/5008 kenmerken van het gebruikersnetwerk en de vereiste reactietijd.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, wordt de primaire vacuümpomp 9 gestart bij Sstart,o:=4O% belasting en kan een dergelijke belasting geleidelijk worden verhoogd met k0=20%. Een dergelijke verhoging wordt toegepast tot de primaire vacuümpomp 9 op een eerste maximumbelasting, Sma;c,i draait.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding wordt de primaire vacuümpomp 6 geregeld door bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, een proportioneel integrerende regelaar ( PI-regelaar) of een proportioneel integrerende en differentiërende regelaar (PID-regelaar} (niet weergegeven). Bij voorkeur communiceert de regeleenheid 3 met de PI- of PID-regelaar.
Bijgevolg start de regeleenheid 3 bij voorkeur de primaire vacuümpomp 6 bij een belasting, Sstart,o, en de PI- of PIDregelaar past bij voorkeur haar belasting continu aan om een stabiele druk, pl, te behouden aan een inlaat 11 van het vacuümpompsysteem 1 en met de bedoeling de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, te bereiken die vereist wordt door het gebruikersnetwerk 4. De PI- of PID-regelaar zal bijgevolg de sneiheid van de motor die de primaire vacuümpomp 6 aandrijft, en het debiet dat de primaire vacuümpomp 6 biedt, continu aanpassen om te voldoen aan de vereisten van het gebruikersnetwerk 4, tot de primaire vacuümpomp haar maximumbelasting, Smax,i bereikt.
BE2017/5008
Als de primaire vacuümpomp 9 draait op een eerste maximumbelasting, Smax,i, en de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 niet gelijk is aan of lager is dan een vooraf bepaalde drukwaarde, pO, zal de regeleenheid 3 een secundaire vacuümpomp 10 bedienen. Er dient van te worden uitgegaan dat de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, overeenstemt met de vraag van de vacuümgebruiker 4.
Bij voorkeur draaien de minstens twee secundaire vacuümpompen 10 tussen een tweede minimumbelasting, Smin,2/ en een tweede maximumbelasting, Sraax,2.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de eerste minimumbelasting, gelijk kan zijn aan de tweede minimumbelasting, Smin,2, of dat dergelijke beiastingen verschillende waarden kunnen hebben. Bovendien kunnen verschillende secundaire vacuümpompen 10 verschillende tweede minimumbelastingen, Smin,2 hebben. Er dient van te worden uitgegaan dat dezelfde logica geldt voor de eerste maximumbelasting, Smax,i, en de tweede maximumbelasting, Smax,2.
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding worden de eerste minimumbelasting, de tweede minimumbelasting Smin,2, de eerste maximumbelasting, Smax,i, en de tweede maximumbelasting, Smax,2 respectievelijk geselecteerd op een waarde hoger dan de absolute minimumbelasting en op een waarde lager dan de absolute maximumbelasting van de vacuümpomp, zodat de levensduur
BE2017/5008 van de motoren die de vacuümpompen 2 aandrijven, verlengd wordt.
Bij voorkeur worden de secundaire vacuümpompen 10 verdeeld in groepen, waarbij elke groep minstens één secundaire vacuümpomp 10 omvat en er een prioriteit wordt toegewezen aan elk van de groepen.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de prioriteit de volgorde bepaalt waarin de regeleenheid de groepen selecteert en de minstens één secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van een dergelijke groep, bedient.
Bij wijze van voorbeeld, maar niet beperkt tot, kan een dergelijke prioriteit in de vorm zijn van een nummer of een letter, of enig ander soort onderscheid dat kan worden gemaakt voor elke groep. Verder wordt een logica toegewezen aan de prioriteit, waarbij die logica de hoogste en de laagste prioriteit bepaalt en bijgevolg de volgorde waarin de regeleenheid 3 de groepen selecteert en de secundaire vacuümpompen 10 start en/of stopt,
Als de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 van het vacuümpompsysteem niet gelijk is aan of lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, selecteert de regeleenheid 3 bijvoorbeeld, de groep waaraan de hoogste prioriteit is toegewezen en bedient een secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van die groep.
BE2017/5008
Verder vergelijkt de regeleenheid 3 de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 met de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, en, als de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, bedient de regeleenheid 3 de minstens één secundaire vacuümpomp 10 van de groep waaraan de tweede hoogste prioriteit is toegewezen. Er dient van te worden uitgegaan dat een groep meer dan één secundaire vacuümpomp 10 kan omvatten, en als dat het geval is, zal de regeleenheid 3 bij voorkeur een andere secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van dezelfde groep bedienen.
Als de groep geen andere secundaire vacuümpomp 10 heeft die kan worden bediend, zal de regeleenheid 3 de groep met de volgende hoogste prioriteit selecteren uit de overige groepen en een secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van die groep bedienen.
In het kader van de huidige uitvinding dient onder de belasting te worden verstaan, het vermögen van de motor die een vacuümpomp 2 aandrijft.
Verder dient ervan te worden uitgegaan dat de belasting van een vacuümpomp 2 rechtstreeks afhangt van het toerental van de motor, de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 en het fluïdumvolume dat het vacuümpompsysteem 1 moet leveren om aan de vereisten van het gebruikersnetwerk 4, in wat volgt het debiet genoemd, te voldoen. Verder dient ervan te worden uitgegaan dat als de sneiheid van
BE2017/5008 een motor die een vacuümpomp 2 regelt, wordt verhoogd, de intensiteit van de stroom die door de motor vloeit, wordt verhoogd, wat betekent dat de belasting van de vacuümpomp 2 toeneemt. Bijgevolg, als de debietvraag toeneemt aan het gebruikersnetwerk 4, stijgt de drukwaarde, pi, gemeten aan de inlaat 11 en, om een dergelijke drukwaarde, pi, constant te houden, verhoogt de regeleenheid 3 de snelheid van een vacuümpomp 2, wat bijgevolg betekent dat de belasting van de motor die dergelijke vacuümpomp 2 aandrijft, toeneemt.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan dat de secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van dezelfde groep, dezelfde groepsprioriteit toegewezen gekregen hebben. Daardoor kan een betere regeling van het aantal bedrijfsuren van elk van de secundaire vacuümpompen 10 worden bereikt door te bepalen in welke volgorde en welke van de secundaire vacuümpompen worden bediend.
Verder dient ervan te worden uitgegaan dat, door een vacuümpomp 2 te bedienen, de regeleenheid 2 dergelijke vacuümpomp 2 start, en de belasting van de vacuümpomp 2 regelt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, maar niet beperkt tot, kan de regeleenheid 3 verder prioriteiten toewijzen voor de secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van dezelfde groep,
BE2017/5008 zodat een duidelijke volgorde wordt gedefinieerd waarin die secundaire vacuümpompen 10 worden bediend.
Bijvoorbeeld, en niet beperkt tot, bedient de regeleenheid 3 eerst de secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van een dergelijke groep, waarbij de secundaire vacuümpomp is geidentificeerd als hebbende het minst aantal bedrij fsuren.
Verder zal de regeleenheid 3 bij voorkeur een secundaire vacuümpomp 10 bedienen, die deel uitmaakt van dezelfde groep en geidentificeerd is als hebbende het tweede minst aantal bedrijfsuren.
Bij voorkeur worden dergelijke stappen herhaald tot alle secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van dezelfde groep bediend zijn. Indien verder nodig, zal de regeleenheid 3 bij voorkeur dezelfde logica toepassen op de groep die de tweede hoogste prioriteit van de overige groepen heeft.
Bij voorkeur wordt een secundaire vacuümpomp 10 gestart bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,i, als ze een motor met vaste snelheid omvat, en/of wordt de secundaire vacuümpomp 10 gestart bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met variabele snelheid omvat.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding herhaalt de werkwijze de stap van het vergelijken van de gemeten inlaatdruk, pl, met de vooraf
BE2017/5008 bepaalde drukwaarde, pO, en als, de vervolgens gemeten druk, pl, aan de inlaat 11 hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, het bedienen van de minstens één secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van de groep die een tweede hoogste prioriteit toegewezen gekregen heeft, tot de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 de waarde bereikt van de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of tot alle secundaire vacuümpompen draaien.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, gebeurt het bedienen van minstens één secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van de groep met de hoogste prioriteit door één secundaire vacuümpomp 10 tegelijk te starten, en als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, start het vacuümpompsysteem 1 een andere secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van dezelfde groep met de hoogste prioriteit of, als alle vacuümpompen van de groep met de hoogste prioriteit draaien, omvat de werkwijze verder de stap van het starten van een secundaire vacuümpomp 10, die deel uitmaakt van de groep met de tweede hoogste prioriteit.
Bij voorkeur gebeurt het bedienen van minstens één secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van de groep met de tweede hoogste prioriteit door één secundaire vacuümpomp 10 tegelijk te starten, en als de gemeten inlaatdruk, pl, hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, start het vacuümpompsysteem 10 een andere secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van dezelfde
BE2017/5008 groep met de tweede hoogste prioriteit of, als alle secundaire vacuümpompen 10 van de groep met de tweede hoogste prioriteit draaien, omvat de werkwijze verder de stap van het starten van een secundaire vacuümpomp 10, die deel uitmaakt van de groep met de daaropvolgende hoogste prioriteit.
In één uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, en niet beperkt tot, als een secundaire vacuümpomp 10 die wordt bediend door de regeleenheid 3 een motor met variabele snelheid omvat, zal de regeleenheid dergelijke secundaire vacuümpomp 10 identifleeren als de nieuwe primaire vacuümpomp 9, en zal de vorige primaire vacuümpomp 9 identificeren als een secundaire vacuümpomp 10. Bij voorkeur, als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met variabele snelheid omvat, is de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2 lager dan de tweede maximumbelasting, Smax,2. Als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met vaste snelheid omvat, heeft de eerste vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,i ongeveer dezelfde waarde als de tweede maximumbelasting, Smax,2.
In een andere uitvoeringsvorm, maar niet beperkt tot, hebben aile secundaire vacuümpompen 10 een motor met variabele snelheid, en start de regeleenheid 3 bij voorkeur elk van de secundaire vacuümpompen 10 bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting, en houdt ze een dergelijke belasting constant. Bijgevolg is het vacuümpompsysteem veel stabieler en gemakkelijker regelbaar.
BE2017/5008
In een dergelijk geval kan de primaire vacuümpomp 9 ofwel de vacuümpomp 2 met het minst aantal bedrijfsuren van de groep met de hoogste prioriteit blijven, ofwel kan ze worden geïdentificeerd als de laatste secundaire vacuümpomp 10 die is bediend, waarbij die secundaire vacuümpomp 10 een motor met variabele snelheid omvat. Het is voorkeurdragend dat wanneer de regeleenheid 3 een secundaire vacuümpomp 10 identificeert als de nieuwe primaire vacuümpomp 9, de capaciteit van de nieuwe geïdentificeerde primaire vacuümpomp 9 overeenstemt met de capaciteit van de vorige geïdentificeerde primaire vacuümpomp 9, zodat er geen schommeling wordt ondervonden door de vacuümgebruiker 4.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding worden de vacuümpompen 2 die deel uitmaken van het vacuümpompsysteem 1 eerst opgesplitst in groepen en worden er prioriteiten toegewezen aan dergelijke groepen. De prioriteit kan worden toegewezen volgens de capaciteit van elke vacuümpomp 2, zoals bijvoorbeeld maar niet beperkt tot: de hoogste prioriteit kan worden toegewezen aan de groep van vacuümpompen 2 die de hoogste capaciteit heeft, de daaropvolgende hoogste prioriteit kan worden toegewezen aan de groep van vacuümpompen 2 die de daaropvolgende hoogste capaciteit heeft. Een dergelijke stap wordt herhaald tot de laagste prioriteit is toegewezen aan de groep van vacuümpompen 2 die de laagste capaciteit heeft.
BE2017/5008
Er dient van te worden uitgegaan dat dergelijke prioriteit op een andere manier kan worden geselecteerd volgens de vereisten van de klant.
Als één van de groepen meer dan één vacuümpomp 2 omvat, vergelijkt de regeleenheid 3 het aantal bedrijfsuren van dergelijke vacuümpompen 2 en wijst een voigorde toe waarin die vacuümpompen 2 worden bediend.
In een dergelijk geval wordt de primaire vacuümpomp 9 bij voorkeur geselecteerd als de vacuümpomp 2 die deel uitmaakt van de groep waaraan de hoogste prioriteit is toegewezen en die het minst aantal bedrijfsuren heeft.
Bij voorkeur omvat de primaire vacuümpomp 9 altijd een motor met variabele snelheid.
Er dient van te worden uitgegaan dat de regeleenheid 3 ook een andere logica kan toepassen om de primaire vacuümpomp 9 te selecteren, zoals bijvoorbeeld, het vergelijken van het aantal bedrijfsuren van alle vacuümpompen 2 die deel uitmaken van het vacuümpompsysteem 1 en de vacuümpomp 2 selecteren die het minst aantal bedrijfsuren heeft.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding is, als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met vaste snelheid omvat, de eerste vooraf bepaalde startbelasting, S3tart,i, dezelfde waarde als de tweede maximumbelasting, Smax,2, die bij voorkeur 100¾ is. Als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met variabele snelheid omvat, wordt de startbelasting bij voorkeur geselecteerd
BE2017/5008 als de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, die een waarde heeft, geselecteerd tussen 10% en 90%, zoals bijvoorbeeld maar niet beperkt tot, 30% belasting, of 40% belasting, of 50% belasting, of elke andere daartussen liggende of hogere waarde van het interval.
Bij voorkeur meet de regeleenheid 3 de druk, pl, aan de inlaat 11 van het vacuümpompsysteem 1 en vergelijkt de gemeten .inlaatdruk, pl, met de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, na een regeltijdsinterval. Door een dergelijke logica toe te passen, wordt de rekenkracht van het algemene systeem op een minimum gehouden, terwijl een korte reactietijd van het systeem wordt behouden.
Het is ook mogelijk dat één motor met variabele snelheid twee of meer vacuümpompen 2 die parallel geschakeld zijn, regelt, waarbij elk van dergelijke vacuümpompen 2 individueel wordt bediend. Het is ook mogelijk dat die vacuümpompen 2 geregeld worden door dezelfde motor en gelijktijdig worden bediend.
Bij voorkeur past de regeleenheid een wachttijdsinterval toe tussen de meting van de druk, pl, aan de inlaat 11 en het moment waarop ze een secundaire vacuümpomp 10 bedient. Door een dergelijk wachttijdsinterval toe te passen, hebben plotse kortstondige schommelingen van de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, aan het gebruikersnetwerk geen invloed op de werking van het vacuümpompsysteem 1.
Bijgevolg, als het netwerk van de klant een plotse kortstondige belasting ondervindt door bijvoorbeeld een
BE2017/5008 klep die plots opengaat, of dergelijke, zal het systeem de nodige tijd hebben om opnieuw te stabiliseren zonder een secundaire vacuümpomp 10 te starten en vervolgens te stoppen, of omgekeerd. Maar, als de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, aan het gebruikersnetwerk verändert, zal het vacuümpompsysteem 1 die vraag meten in een erg kort tijdsinterval en op efficiënte wijze, waardoor het risico wordt verminderd dat een secundaire vacuümpomp wordt gestart of gestopt op basis van een valse verandering van de vraag.
Bovendien wordt, door dat wachttijdsinterval toe te passen, de efficiëntie van het systeem behouden zonder dat een complexe besturingslogica moet worden gebruikt. Bovendien kunnen, door een dergelijke implementatie, de secundaire vacuümpompen 10 optimale werkingsparameters bereiken.
Een dergelijk wachtti jdsinterval kan om het even welke lengte hebben, bij voorkeur geselecteerd tussen 10 en 50 seconden, maar niet beperkt tot, afhankelijk van de vereisten van het gebruikersnetwerk.
Verder kan, om een erg nauwkeurige meting van de druk, pi, aan de inlaat 11 te hebben, de bemonsteringsfrequentie van dergelijke drukwaarde relatief hoog worden gekozen zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot: tussen ongeveer 1 seconde en ongeveer 200 milliseconden, meer bij voorkeur tussen 700 milliseconden en 200 milliseconden, nog meer bij voorkeur kan de bemonsteringsfrequentie worden gekozen
BE2017/5008 bij ongeveer 200 milliseconden. In een andere uitvoeringsvorm wordt de meting van de druk, pl, aan de inlaat 11 doorgevoerd in real-time.
In nog een andere uitvoeringsvorm als alle secundaire vacuümpompen 10 van het vacuümpompsysteem 1 draaien en de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, verhoogt het vacuümpompsysteem 1 bij voorkeur de belasting van een secundaire vacuümpomp 10 die een motor met variabele sneiheid omvat, tot een eerste bedrijfsbelasting, Sbedrijf, i, geselecteerd tussen de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, en de tweede maximumbelasting, Smax, 2 ·
Een dergelijke secundaire vacuümpomp 10 kan willekeurig 15 worden geselecteerd door de regeleenheid 3, of er kan een logica worden toegepast, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot: de eerste of de laatste secundaire vacuümpomp die werd gestart, of de secundaire vacuümpomp 10 met het hoogste of het laagste aantal bedrijfsuren, of de secundaire vacuümpomp 10 met de laagste sneiheid, of dergelij ke.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding wordt de belasting van één van de secundaire vacuümpompen verhoogd met een percentage, kl, geselecteerd tussen 5% en 50%, zoals bijvoorbeeld maar niet beperkt tot: 10%, of 20%, of 30%, of elke andere daartussen liggende of hogere waarde van het interval.
BE2017/5008
Bijgevolg kan de belasting gedefinieerd door kl worden gedefinieerd door de formule:
belasting (kl) = Sbedrijf,i - Sstart,2·
Er dient van te worden uitgegaan dat de waarde van de tweede vooraf bepaalde startbeiasting, Sstart,2, en kl geseiecteerd worden volgens de vereisten van het gebruikersnetwerk.
Bij voorkeur verhoogt de regeleenheid 3 de belasting van elk van de secundaire vacuümpompen 10 die een motor met variabele snelheid omvatten tot een eerste bedrijfsbelasting, Sbedri-jf,i, in ds volgorde van de toegewezen prioriteit, als de gemeten inlaatdruk, pi, hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO.
Voor een nog hogere efficiëntie kan het systeem de belasting van alle secundaire vacuümpompen 10 die een motor met variabele snelheid hebben, verhogen. Een dergelijke verhoging kan worden doorgevoerd voor alle secundaire vacuümpompen 10 tegelijk, of voor één secundaire vacuümpomp 10 per keer, tot de druk, pi, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, als de druk, pi, gemeten aan de inlaat 11 hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, en de huidige bedri j f sbelasting, Ssecundair, van de minstens één secundaire vacuümpomp 10 lager is dan de tweede
BE2017/5008 maximumbelasting, Smax,2, verhoogt de regeleenheid verder de belasting van minstens één van de secundaire vacuümpompen 10 met hetzelfde percentage, kl. Bijgevolg, zal minstens één secundaire vacuümpomp een huidige bedrijfsbelasting, S secundair f hebben die kan worden berekend met de formule: Ssecundair=Sbedrijf,i+[n-belasting (kl) ] , waarin n een natuurlijk getal is, bij voorkeur gelijk aan of groter dan één.
In het kader van de huidige uitvinding dient ervan te worden uitgegaan bedrij fsbelasting, dat de formule waarmee de huidige Ssecundair, wordt berekend een incrementele functie is, waarbij de laagste waarde van n één is, en waarin n in volgende stappen met één verhoogt, tot de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of tot de huidige bedri j f sbelasting, Ssecundair, gelijk is aan de tweede maximumbelasting, Sffiax,2.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, wordt de belasting van alle secundaire vacuümpompen 10 verhoogd met kl telkens als de regeleenheid vaststelt dat de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11, hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of tot alle secundaire vacuümpompen 10 draaien op de tweede maximumbelasting, Smax,2.
Wanneer de vraag aan het gebruikersnetwerk afneemt, en de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, past de regeleenheid 3 bij voorkeur de belasting van de primaire vacuümpomp 6 continu aan via de PI- of PID-regelaar om aan de vraag van het
BE2017/5008 gebruikersnetwerk 4 te voldoen. Bij voorkeur past de regeleenheid 3 de belasting van de primaire vacuümpomp 6 aan tot de primaire vacuümpomp de eerste minimumbelasting, Sp/iin, 1 bereikt.
De huidige uitvinding mag niet beperkt worden tot een dergelijke besturingslogica, en er dient van te worden uitgegaan dat een geleidelijke verlaging van de belasting ook dusdanig kan worden geïmplementeerd dat, als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, de belasting van de primaire
vacuümpomp 9 geleidelijk wordt verlaagd met kO, tot de
druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of hoger
is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, p0, of tot de
belasting van de primaire vacuümpomp 9 de eerste
minimumbelasting, Smin,i bereikt.
Als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, verlaagt de regeleenheid 3 de belasting van een secundaire vacuümpomp 10, waarbij de secundaire vacuümpomp 10 een motor met variabele snelheid omvat, van de huidige bedrijfsbelasting, SEeCundair, naar de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2·
Bij voorkeur past het systeem een wachttijdsinterval, t2, toe voor de belasting van een secundaire vacuümpomp 10 wordt verlaagd.
BE2017/5008
Nog meer bij voorkeur wordt de belasting van de secundaire vacuümpomp 10 bij elke stap verlaagd met het percentage kl.
Verder verlaagt de regeleenheid 3 bij voorkeur eerst de belasting van de secundaire vacuümpomp 10 die deel uitmaakt van de groep met de laagste prioriteit en die het hoogste aantal bedrijfsuren heeft.
Als, bij voorkeur na het wachtti j dsinterval, t2, de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, verlaagt de regeleenheid 3 de belasting van de secundaire vacuümpomp 10 met het daaropvolgende hoogste aantal bedrijfsuren, die deel uitmaakt van dezelfde groep. Als de belasting van alle secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van een dergelijke groep is verlaagd, zal de regeleenheid 3 dezelfde logica toepassen voor de groep met de daaropvolgende laagste prioriteit.
Bij voorkeur worden de stappen herhaald tot de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO.
Een dergelijke logica mag echter niet worden beschouwd als beperkend daar de regeleenheid 3 ook eerst de belasting van de secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van de groep met de hoogste prioriteit kan verlagen en verdergaan met de secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van de groep met de daaropvolgende hoogste prioriteit.
BE2017/5008
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding verlaagt de regeleenheid 3 de belasting van alle secundaire vacuümpompen 10 die een motor met variabele sneiheid hebben met k.1 telkens als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of tot de huidige bedrijfsbelasting, Ssecundair, gelijk is aan de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2. De belasting kan voor alle secundaire vacuümpompen 10 tegelijk worden verlaagd, of door één secundaire vacuümpomp 10 per keer te selecteren.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding verlaagt de regeleenheid 3 eerst de belasting van de secundaire vacuümpompen 10 en pas nadat alle secundaire vacuümpompen 7 een bedrijfsbelasting bereiken die gelijk is aan de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, en de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, verlaagt de regeleenheid geleidelijk de belasting van de primaire vacuümpomp 9 met druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, belasting van de primaire vacuümpomp minimumbelasting, S min, 1 bereikt.
met kO, tot de
is aan of hoger
po, of tot de
9 de eerste
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm past het systeem een wachttijdsinterval, tl of t2, toe vôôr een vacuümpomp 2 te bedienen, zowel om: de belasting te Verlagen (t2) als te verhogen (tl)
BE2017/5008
Bij voorkeur creëert, zoals geïllustreerd in Figuur 2, nadat de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, is gecommuniceerd aan de regeleenheid 3, de regeleenheid 3 vijf virtuele drukzones: Zone nul tot Zone vier, tussen de absolute maximumwaarde 13 van de druk pl die door het vacuümpompsysteem 1 aan de inlaat 11 kan worden behaald en de absolute minimumwaarde 14 van de druk pl die door het vacuümpompsysteem 1 kan worden behaald aan de inlaat 11. Bij voorkeur wordt de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, gepositioneerd in de middelste zone, Zone twee, aangeduid met 15 in Figuur 2.
De regeleenheid 3 definieert verder verschillende wachttijdsintervallen tl en t2 voor elk van de vijf zones. Bij voorkeur hebben de wachttijdsintervallen, tl en t2 lagere waarden voor Zone nul en Zone vier dan voor Zone één en Zone drie.
Bij voorkeur gelden binnen Zone twee de wachttijdsintervallen tl en t2 niet, daar de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, wordt behaald.
Er dient verder van te worden uitgegaan dat als de modulus van het verschil ΔΡ = I pl - pO 1 binnen Zone vier of Zone drie valt, de regeleenheid ofwel de belasting van de vacuümpompen 2 zal Verlagen ofwel een vacuümpomp 2 zal stoppen, en daarom t2 gebruikt als wachttijdsinterval.
Als de modulus van het verschil ΔΡ = Ipl ~ p0| binnen Zone nul of Zone één valt, zal de regeleenheid 3 de belasting van de vacuümpompen 2 verhogen of een vacuümpomp 2
BE2017/5008 starten, en zal daarom tl als wachttijdsinterval gebruiken.
Voor het gemak van de berekeningen, maar niet beperkt tot, is tl, geselecteerd voor Zone nul, ongeveer gelijk aan t2 geselecteerd voor Zone vier, en is tl, geselecteerd voor Zone één, ongeveer gelijk aan t2 geselecteerd voor Zone drie.
Bij wijze van voorbeeld, maar niet beperkt tot, kunnen tl en t2 geselecteerd voor Zone nul respectievelijk Zone vier worden geselecteerd op ongeveer 10 seconden, en kunnen tl en t2 geselecteerd voor Zone één respectievelijk Zone drie worden geselecteerd op ongeveer 20 seconden of ongeveer 30 seconden. Er dient verder van te worden uitgegaan dat de hierboven genoemde wachttijdsintervallen niet limitatief zijn voor de huidige uitvinding, en dat andere waarden ook mogelijk zijn. Een andere mogelijkheid is dat tl en t2 lichtjes van elkaar verschillen in Zone nul en Zone vier, alsook in respectievelijk Zone één en Zone drie.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding worden de vijf virtuele drukzones: Zone nul tot Zone vier geselecteerd afhankelijk van de capaciteit van het buffervat 6. Bijgevolg, als het buffervat 6 een relatief hoge capaciteit heeft, zullen de virtuele drukzones: Zone nul tot Zone vier kleiner zijn, terwijl als het buffervat 6 een relatief läge capaciteit heeft, de virtuele drukzones: Zone nul tot Zone vier groter zullen zijn.
BE2017/5008
Als, nadat de belasting van alle secundaire vacuümpompen verlaagd is tot de tweede vooraf bepaalde startbelasting, S start f2/ de druk, pl, gemeten aan de inlaat nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, stopt de regeleenheid 3 de secundaire vacuümpomp 10 die het meeste aantal bedrijfsuren heeft van de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen.
Als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, stopt de regeleenheid 3 vervolgens bij voorkeur een andere, nog draaiende secundaire vacuümpomp 10 met het tweede hoogste aantal bedrijfsuren, waarbij de secundaire vacuümpomp 10 deei uitmaakt van dezelfde groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen. Als een dergelijke groep geen andere secundaire vacuümpomp 10 heeft die kan worden gestopt, stopt de regeleenheid 3 een secundaire vacuümpomp 10 die deei uitmaakt van de groep waaraan de daaropvolgende laagste prioriteit is toegewezen.
Verder past de regeleenheid 3 dezelfde logica toe tot de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of tot alle secundaire vacuümpompen 10 zijn gestopt.
Als een groep beide omvat: zowel secundaire vacuümpompen 10 die een motor met vaste snelheid hebben als secundaire vacuümpompen 10 die een motor met variabele snelheid hebben, zal de regeleenheid 3 bij voorkeur eerst de belasting Verlagen van alle secundaire vacuümpompen 10 van
BE2017/5008 het volledige vacuümpompsysteem 1 die een motor met variabele snelheid hebben, en, vervolgens de secundaire vacuümpomp 10 stoppen die het hoogste aantal bedrijfsuren heeft van de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen, ongeacht of een dergelijke secundaire vacuümpomp 10 een motor met vaste snelheid of een motor met variabele snelheid omvat.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, als nadat alle secundaire vacuümpompen 10 zijn gestopt, de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, stopt de regeleenheid 3 de primaire vacuümpomp 9.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, en de regeleenheid 3 voordien al de belasting van alle secundaire vacuümpompen 10 heeft verlaagd tot de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, voert de regeleenheid 3 bij voorkeur een vergelijking uit voor alle vacuümpompen 2 die deel uitmaken van het vacuümpompsysteem 1, om de vacuümpomp 2 te identificeren die het hoogste aantal bedrijfsuren heeft. De regeleenheid 3 stopt dan dergelijke vacuümpomp 2.
In nog een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, en de regeleenheid 3 voordien al de belasting van alle
BE2017/5008 secundaire vacuümpompen 10 heeft verlaagd tot de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, voert de regeleenheid 3 bij voorkeur een vergelijking uit voor aile vacuümpompen 2 die deel uitmaken van de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen. De regeleenheid 3 identificeert de vacuümpomp 2 met het hoogste aantal bedrijfsuren die deel uitmaakt van die groep en stopt ze.
Als die vacuümpomp 2 voordien werd geidentificeerd als zijnde de primaire vacuümpomp 9, identificeert de regeleenheid de vacuümpomp 2 met het laagste aantal bedrijfsuren die deel uitmaakt van de groep waaraan de hoogste prioriteit is toegewezen onder de nog draaiende vacuümpompen 2 als zijnde de nieuwe primaire vacuümpomp 9.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, maar niet beperkt tot, kan de regeleenheid 3 de vacuümpomp 2 met het laagste aantal bedrijfsuren van de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen, identificeren als de nieuwe primaire vacuümpomp 9.
Bij voorkeur zorgt de regeleenheid 3 ervoor dat de nieuwe geidentificeerde primaire vacuümpomp 9 qua belasting overeenstemt met de vorige primaire vacuümpomp 9.
De stap wordt herhaald tot de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of tot wanneer alleen de primaire vacuümpomp 9 draait.
5
BE2017/5008
Bovendien spreekt het voor zieh dat, tijdens een stabiele werking van het vacuümpompsysteem 1, waarin de drukwaarde, pl, aan de inlaat 11 overeenkomt met de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, de belasting van de vacuümpompen 2 niet wordt gewijzigd door de regeleenheid 3 en geen van de vacuümpompen 2 wordt gestopt of gestart.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding, als de groep waarin de primaire vacuümpomp 9 is opgenomen, meer dan één vacuümpomp 2 omvat, bewaakt de regeleenheid 3 bij voorkeur het aantal bedrijfsuren van dergelijke vacuümpompen 2 en als de primaire vacuümpomp 9 meer bedrijfsuren heeft dan één van de vacuümpompen 2 die deel uitmaken van dezelfde groep, verändert de regeleenheid 3 de primaire vacuümpomp 9 als zijnde de pomp met het minste aantal bedrijfsuren.
Het is voorkeurdragend dat, eens de prioriteiten zijn toegewezen aan elk van de vacuümpompen 2 die deel uitmaken van het vacuümpompsysteem 1, dergelijke prioriteiten niet worden veranderd tijdens de werking van het vacuümpompsysteem 1 en dat ze alleen kunnen worden veranderd vôôr een volgende opstart van het vacuümpompsysteem 1.
Als, tijdens de werking van het vacuümpompsysteem 1, de drukwaarde, pl, aan de inlaat 11 overeenkomt met de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, en de debietvraag aan het gebruikersnetwerk toeneemt, verhoogt de regeleenheid 3 bij voorkeur de belasting van een vacuümpomp 2 die een motor
BE2017/5008 met variabele snelheid heeft. Een dergelijke vacuümpomp 2 kan ofwel de primaire vacuümpomp 9 zijn, als de primaire vacuümpomp 2 niet op een eerste maximumbelasting, Smax,i draait, ofwel kan de vacuümpomp 2 een secundaire vacuümpomp 10 zijn, waarbij de secundaire vacuümpomp 10 niet draait op een tweede maximumbelasting, Sma5i,2.
Bij wijze van voorbeeld wordt verder beschreven hoe de secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van een groep worden bediend, en meer bepaaid, de volgorde waarin de secundaire vacuümpompen 10 worden gestopt. In het kader van dit voorbeeld is een dergelijke groep de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen.
Bijgevolg gaan we ervan uit dat een dergelijke groep een N-aantal secundaire vacuümpompen 10 omvat.
Als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, bij voorkeur nadat de regeleenheid 3 de belasting van de primaire vacuümpomp 9 heeft verlaagd naar de belasting, Sstart,o, en bij voorkeur nadat de regeleenheid 3 de belasting van alle secundaire vacuümpompen 10 heeft verlaagd naar de tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, identificeert de regeleenheid de secundaire vacuümpomp 10, die deel uitmaakt van de groep, die het hoogste aantal bedrijfsuren heeft en stopt die secundaire vacuümpomp 10.
Als de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, identificeert de regeleenheid 3 welke van de N-l overige draaiende
BE2017/5008 vacuümpompen 10, die deel uitmaken van de groep, de pomp is met het hoogste aantal bedrijfsuren en stopt die secundaire vacuümpomp 10.
De stap wordt herhaald tot de druk, pi, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of met andere woorden tot de druk pi binnen Zone twee valt, zoals geïllustreerd in Figuur 2, of tot alle secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van de groep, zijn gestopt.
Als, nadat alle secundaire vacuümpompen 10 die deel uitmaken van die groep zijn gestopt en de druk, pi, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, selecteert de regeleenheid 3 de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen, uit de overige groepen en past dezelfde logica toe als hierboven gedefinieerd.
De stap wordt herhaald tot de druk, pi, gemeten aan de inlaat 11 gelijk is aan of hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, of binnen Zone twee valt, zoals geïllustreerd in Figuur 2, of tot alle secundaire vacuümpompen 10 van alle groepen, zijn gestopt.
Er dient van te worden uitgegaan dat een omgekeerde logica geldt voor het starten van de secundaire vacuümpompen. Bijgevolg, als de druk, pi, gemeten aan de inlaat 11 hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, identificeert de regeleenheid 3 de secundaire vacuümpomp 10 die het minst aantal bedrijfsuren heeft uit de groep waaraan de hoogste
BE2017/5008 prioriteit is toegewezen en start de secundaire vacuümpomp 10 bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,i, als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met vaste sneiheid omvat, of bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting, Sstart,2, als de secundaire vacuümpomp 10 een motor met variabele sneiheid omvat. Bij voorkeur past de regeleenheid 3 een wachtti jdsinterval tl toe, voor ze een secundaire vacuümpomp 10 start. Waarbij een dergelijk wachttijdsinterval, tl, bij voorkeur start wanneer de regeleenheid 3 detecteert dat de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO. De regeleenheid zal een secundaire vacuümpomp 10 starten als de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, na het wachttijdsinterval, tl.
Verder past de regeleenheid 3 bij voorkeur een wachtti jdsinterval t2 toe, vddr ze een secundaire vacuümpomp 10 stopt. Waarbij een dergelijk wachttijdsinterval, t2, start wanneer de regeleenheid 3 detecteert dat de druk, pl, gemeten aan de inlaat 11 lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO. De regeleenheid 3 zal een secundaire vacuümpomp 10 stoppen als de drukwaarde, pl, gemeten aan de inlaat 11 nog altijd lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, na het wachttijdsinterval, t2.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding selecteert de gebruiker van het vacuümpompsysteem 1 de waarde van de tweede
BE2017/5008 minimumbelasting, Smin,2 voor het vacuümpompsysteem 1 wordt gestart. Bijgevolg wordt, als de tweede minimumbelasting, Smin,2, wordt geselecteerd bij een relatief hogere waarde, het onderhoud van de vacuümpompen 2 geoptimaliseerd, daar een betere regeling van het aantal bedrijfsuren mogelijk is. Als de tweede minimumbelasting, Smin,2, wordt geselecteerd bij een relatief lagere waarde, wordt het energiegebruik van het vacuümpompsysteem 1 geoptimaliseerd.
Hierdoor kan het vacuümpompsysteem 1 volgens de huidige uitvinding worden aangepast volgens de vereisten van de gebruiker, en afhankelijk van de geografische ligging en toegankelijkheid of elektriciteitsprijs, kan het vacuümpompsysteem 1 worden aangepast om de efficiëntste resultaten te bieden.
De huidige uitvinding is verder gericht op een vacuümpompsysteem omvattende: een primaire vacuümpomp 9 omvattende een motor met variabele snelheid die geschikt is om te draaien tussen een eerste minimumbelasting, Smin,i, en een eerste maximumbelasting, Smax,i. Het vacuümpompsysteem 1 omvat verder minstens twee secundaire vacuümpompen 10, parallel geschakeld met de primaire vacuümpomp 9, waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen 10 een motor omvat die geschikt is om te draaien tussen een tweede minimumbelasting, Smin,2, en een tweede maximumbelasting, 5^,240
BE2017/5008
Verder is er een druksensor 12 voorzien (niet weergegeven) , om de inlaatdruk, pl, van het vacuümpompsysteem 1 te meten aan een inlaat 11 ervan, en regelmiddelen omvattende communicatiemiddelen om te communiceren met één of meer van: de primaire vacuümpomp 9 en minstens twee secundaire vacuümpompen 10.
Bij voorkeur omvatten de regelmiddelen verder verwerkingsmiddelen omvatten die een algoritme omvatten dat geconfigureerd is om de werkwijze volgens de huidige uitvinding toe te passen.
Die regelmiddelen kunnen in de vorm van een regeleenheid 3 zijn, waarbij de regeleenheid 3 deel uitmaakt van het vacuümpompsysteem 1 of deel is van een externe computereenheid of van een cloud. Waarbij de externe computereenheid de meetgegevens van het vacuümpompsysteem 1 ontvangt en gegevens terugstuurt naar het vacuümpompsysteem 1 via een communicatiemedium dat ofwel een draadgebonden communicatiemedium ofwel een draadloos communicatiemedium kan zijn.
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kunnen de verwerkingsmiddelen in de vorm zijn van een processor, deel van de regeleenheid 3, of kunnen de verwerkingsmiddelen deel uitmaken van een externe computereenheid of de cloud.
Bij voorkeur, maar niet beperkt tot, maakt de regeleenheid 3 deel uit van het vacuümpompsysteem 1.
BE2017/5008
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kunnen de communicatiemiddelen worden uitgevoerd hetzij via een draadgebonden hetzij via een draadloos communicatiemedium. Bij voorkeur worden de communicatiemiddelen uitgevoerd via een draadgebonden communicatiemedium.
Verder kan de regeleenheid 3 communiceren met de primaire vacuümpomp 9, en kan de primaire vacuümpomp 9 verder communiceren met de secundaire vacuümpompen 10 via een lokale regeleenheid (niet weergegeven).
In een andere uitvoeringsvorm kan de regeleenheid 3 communiceren met aile vacuümpompen 2 van het vacuümpompsysteem 1, in welk geval aile vacuümpompen 2 bij voorkeur een lokale regeleenheid omvatten.
In nog een andere uitvoeringsvorm omvat het vacuümpompsysteem 1 verder een gebruikersinterface (niet weergegeven) via de welke een gebruiker van een dergelijk systeem minstens één of zelfs aile van de volgende parameters manueel kan selecteren: de vooraf bepaalde drukwaarde, pO, de belasting Sstart,o, bij de welke de primaire vacuümpomp 9 wordt gestart, het percentage, kO, waarmee de belasting van de primaire vacuümpomp 9 wordt verhoogd, de eerste vooraf bepaalde startbeiasting, Sstart,i, de tweede vooraf bepaalde startbeiasting, Sstart,2, het percentage, kl, waarmee de belasting van de secundaire vacuümpompen 10 wordt verhoogd of verlaagd, wachttijdsintervallen tl en t2 voor elk van de vijf
BE2017/5008 virtuele zones: Zone nul tot Zone vier om een secundaire vacuümpomp 10 te stoppen of te starten, en of hij verkiest dat het vacuümpompsysteem 1 ofwel in een energie™ efficiënte modus ofwel in een onderhoudsefficiënte modus draait.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvatten de minstens twee secundaire vacuümpompen 10 elk ofwel een motor met variabele snelheid ofwel een motor met vaste snelheid.
Meer bij voorkeur is minstens één van de motoren een motor met variabele snelheid.
Nog meer bij voorkeur omvatten alle secundaire vacuümpompen 10 een motor met variabele snelheid.
Bij voorkeur is minstens één van: de primaire vacuümpomp 9 en de secundaire vacuümpompen 10 een schroefvacuümpomp met olie-injectie.
In een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding zijn aile vacuümpompen 2 die deel uitmaken van het vacuümpompsysteem 1 schroefvacuümpompen met olie-injectie.
De huidige uitvinding mag niet worden beperkt tot omvattende enkel schroefvacuümpompen met olie-injectie maar er dient van te worden uitgegaan dat de werkwijze volgens de huidige uitvinding kan worden toegepast op elk type vacuümpomp die een SER-curve (specifiek energieverbruik) heeft vergelijkbaar met die geïllustreerd
BE2017/5008 in Figuur 3, waarbij die SER-curve aanduidt dat de vacuümpomp 2 een lagere 3 FR--waarde bereikt bij läge snelheden in vergelijking met de SER-waarde bij hogere snelheden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijk vacuümpompsysteem 1 kan worden verwezenlijkt in allerlei Varianten zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Evenmin is de uitvinding beperkt tot de werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem beschreven bij wijze van voorbeeld, maar kan de werkwijze worden verwezenlijkt in allerlei Varianten zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
BE2017/5008

Claims (15)

  1. Conclusies.
    1. Een werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem, de werkwijze omvattende de stappen van :
    - het bedienen van een primaire vacuümpomp (9} die een motor met variabele sneiheid omvat;
    - het parallel schakelen van minstens twee secundaire vacuümpompen (10) en de primaire vacuümpomp (9), waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen (10) een motor met vaste sneiheid of een motor met variabele sneiheid omvat
    - het verdelen van de secundaire vacuümpompen (10) in groepen, waarbij elke groep minstens één secundaire vacuümpomp (10) omvat;
    - het toewijzen van 6ΘΠ prioriteit aan elk van die groepen; daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de stappen omvat van: - het uitvoeren van een eerste meting van de druk (pl) gemeten aan t een inlaat (11 ) van het vacuümpompsysteem ( D ;
    - het vergelijken van de eerste gemeten inlaatdruk (pl) met een vooraf bepaalde drukwaarde (pO) en,
    BE2017/5008 als de gemeten inlaatdruk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO), het bedienen van de minstens één secundaire vacuümpomp (3.0) die deel uitmaakt van de groep waaraan de hoogste prioriteit .is toegewezen;
    - het doorvoeren van een tweede meting van de inlaatdruk (pl) aan de inlaat (11) van het vacuümpompsysteem (1);
    - het vergelijken van de tweede gemeten inlaatdruk (pl) met de vooraf bepaalde drukwaarde (pO) en, als de tweede gemeten inlaatdruk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO), het bedienen van de minstens één secundaire vacuümpomp (10) van de groep waaraan de tweede hoogste prioriteit is toegewezen, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van het starten van de secundaire vacuümpomp (10) bij een eerste vooraf bepaalde startbelasting (Sstart,i) als ze een motor met vaste snelheid omvat, en/of het starten van de secundaire vacuümpomp (10) bij een tweede vooraf bepaalde startbelasting (Sstart,2), als de secundaire vacuümpomp (10) een motor met variabele snelheid omvat.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap herhaalt van het vergelijken van de gemeten inlaatdruk (pl), met de vooraf bepaalde drukwaarde (pO), en als, de vervolgens gemeten druk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde
    BE2017/5008 drukwaarde (pO), het bedienen van de minstens één secundaire vacuümpomp (10) die deel uitmaakt van de groep die een daaropvolgende hoogste prioriteit toegewezen gekregen heeft, tot de druk (pl), gemeten
    5 aan de inlaat (11) de waarde bereikt van de vooraf bepaalde drukwaarde (pO), of tot alle secundaire vacuümpompen (10) draaien.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het bedienen van minstens één
    10 secundaire vacuümpomp (10) die deel uitmaakt van de groep met de hoogste prioriteit gebeurt door één secundaire vacuümpomp (10) per keer te starten, en als de gemeten inlaatdruk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO) start het vacuümpompsysteem
    15 (1) een andere secundaire vacuümpomp (10) die deel uitmaakt van dezelfde groep met de hoogste prioriteit of, als alle secundaire vacuümpompen (10) van de groep met de hoogste prioriteit draaien, omvat de werkwijze verder de stap van het starten van een
    20 secundaire vacuümpomp (10), die deel uitmaakt van de groep met de tweede hoogste prioriteit.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het bedienen van minstens één secundaire vacuümpomp (10) die deel uitmaakt van de groep met de
    25 tweede hoogste prioriteit gebeurt door één secundaire vacuümpomp (10) per keer te starten, en als de gemeten inlaatdruk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO) start het vacuümpompsysteem
    BE2017/5008 (1) een andere secundaire vacuümpomp (10) die deel uitmaakt van dezelfde groep met de tweede hoogste prioriteit of, als alle secundaire vacuümpompen (10) van de groep met de tweede hoogste prioriteit draaien, omvat de werkwijze verder de stap van het starten van een secundaire vacuümpomp (10), die deel uitmaakt van de groep met de daaropvolgende hoogste prioriteit.
  5. 5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende de stap van het meten van de druk (pi) aan de inlaat (11) van het vacuümpompsysteem (1) en het vergelijken van de gemeten inlaatdruk (pi) met de vooraf bepaalde drukwaarde (pO) na een regelt!jdsinterval.
  6. 6. Werkwijze volgens conclusie 5, verder omvattende de stap van het verhogen van de belasting van een secundaire vacuümpomp (10) die een motor met variabele snelheid omvat, tot een eerste bedri j f sbelasting ( Sbedrijf, i) , geselecteerd tussen de tweede vooraf bepaalde startbelasting (Sstart,2) en een vooraf bepaalde tweede maximumbelasting (Smax,2) van de secundaire vacuümpompen (10), als alle secundaire vacuümpompen (10) draaien en de gemeten inlaatdruk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO).
  7. 7. Werkwijze volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder de stap omvat van het verhogen van de belasting van elk van de secundaire
    BE2017/5008 vacuümpompen (10) die een motor met variabele snelheid omvatten tot een eerste bedrijfsbelasting (Sbedrijf,i) in de volgorde van de toegewezen prioriteit, als de gemeten inlaatdruk (pl) hoger is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO).
  8. 8. Werkwijze volgens conclusie 6 of Ί, verder omvattende het Verlagen van de belasting van een secundaire vacuümpomp (10), waarbij de secundaire vacuümpomp (10) een motor met variabele snelheid omvat, van een huidige bedri j fsbelasting (Ssecundair) naar de tweede vooraf bepaalde startbelasting (Sstart,2.) , als de gemeten inlaatdruk (pl) lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO).
  9. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, verder omvattende het stoppen van de secundaire vacuümpomp (10) die het meeste aantal bedrijfsuren heeft van de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen, als de gemeten inlaatdruk (pl) lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO).
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, verder omvattende het vervolgens stoppen van een andere secundaire vacuümpomp (10) die nog in bedrijf is en die het tweede hoogste aantal bedrijfsuren heeft als de gemeten inlaatdruk (pl) lager is dan de vooraf bepaalde drukwaarde (pO) , waarbij de secundaire vacuümpomp (10) het tweede hoogste aantal
    BE2017/5008 bedrijfsuren heeft en deel uitmaakt van de groep waaraan de laagste prioriteit is toegewezen.
  11. 11. Een vacuümpompsysteem omvattende:
    - een primaire vacuümpomp (9) die een motor met variabele snelheid omvat;
    - minstens twee secundaire vacuümpompen (10) die parallel geschakeld zijn met de primaire vacuümpomp (9), waarbij elk van de minstens twee secundaire vacuümpompen (10) een motor met vaste snelheid of een motor met variabele snelheid omvat;
    ~ een druksensor (12) om de inlaatdruk (pl) van het vacuümpompsysteem (l)aan een inlaat (11) ervan te meten;
    - regelmiddelen omvattende communicatiemiddelen om te
    communiceren met één of meer van: de primaire vacuümpomp (9) en minstens twee secundaire vacuümpompen (10) ;
    daardoor gekenmerkt dat de regelmiddelen verder verwerkingsmiddeien omvatten die een algoritme omvatten dat zo is geeonfigureerd dat het de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 11 toepast.
  12. 12. Vacuümpompsysteem volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de communicatiemiddelen van een draadgebonden type zijn.
    5 0
    BE2017/5008
  13. 13. Vacuümpompsysteem volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de minstens twee secundaire vacuümpompen (10) elk een motor omvatten.
  14. 14. Vacuümpompsysteem volgens conclusie 13, daardoor
    5 gekenmerkt dat minstens één van de motoren een motor is met variabele sneiheid.
  15. 15. Vacuümpompsysteem volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de primaire vacuümpomp (9} en de secundaire vacuümpompen (10) een schroefvacuümpomp met olie-injectie is.
    BE2017/5008
BE2017/5008A 2016-02-23 2017-01-10 Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast. BE1024411B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US16/077,780 US11111922B2 (en) 2016-02-23 2017-02-13 Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method
EP17717067.7A EP3420233B1 (en) 2016-02-23 2017-02-13 Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method
PCT/BE2017/000014 WO2017143410A1 (en) 2016-02-23 2017-02-13 Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method
ES17717067T ES2803873T3 (es) 2016-02-23 2017-02-13 Método para poner en funcionamiento un sistema de bomba de vacío y sistema de bomba de vacío que aplica tal método
CN201710205850.9A CN107100832B (zh) 2016-02-23 2017-02-23 运行真空泵系统的方法和使用该方法的真空泵系统
US17/391,086 US20210404469A1 (en) 2016-02-23 2021-08-02 Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US201662298788P 2016-02-23 2016-02-23
US62/298,788 2016-02-23

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024411A1 BE1024411A1 (nl) 2018-02-08
BE1024411B1 true BE1024411B1 (nl) 2018-02-12

Family

ID=57838088

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5008A BE1024411B1 (nl) 2016-02-23 2017-01-10 Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US11111922B2 (nl)
EP (1) EP3420233B1 (nl)
BE (1) BE1024411B1 (nl)
ES (1) ES2803873T3 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20210404469A1 (en) * 2016-02-23 2021-12-30 Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method
CN110469484A (zh) * 2019-09-15 2019-11-19 芜湖聚创新材料有限责任公司 一种工业用大型真空机系统
BE1028087B1 (nl) * 2020-02-24 2021-09-21 Atlas Copco Airpower Nv Werkwijze voor het aansturen van een vacuümsysteem en vacuümsysteem
EP3916231A1 (en) * 2020-05-29 2021-12-01 Agilent Technologies, Inc. Vacuum pumping system having a plurality of positive displacement vacuum pumps and method for operating the same
CN112855515B (zh) * 2021-03-12 2022-01-28 深圳市鑫路远电子设备有限公司 一种真空泵安全监测方法和装置
CN116928078B (zh) * 2023-08-10 2024-01-26 广州瑞鑫智能制造有限公司 一种数字能源真空站的节能管理系统及其方法

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008121051A1 (en) * 2007-04-03 2008-10-09 Delaval Holding Ab A method in a milking system for creating a required vacuum level and computer program products
DE102008064490A1 (de) * 2008-12-23 2010-06-24 Kaeser Kompressoren Gmbh Verfahren zum Steuern einer Kompressoranlage
WO2014040627A1 (en) * 2012-09-13 2014-03-20 Abb Technology Ag Device and method for operating parallel centrifugal pumps
DE102013108090A1 (de) * 2013-07-29 2015-01-29 Hella Kgaa Hueck & Co. Pumpenanordnung
WO2015039282A1 (en) * 2013-09-17 2015-03-26 Abb Technology Ltd. Hybrid electrification system of pump station and optimal operation method thereof
DE202015004596U1 (de) * 2015-06-26 2015-09-21 Oerlikon Leybold Vacuum Gmbh Vakuumpumpensystem

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3744932A (en) * 1971-04-30 1973-07-10 Prevett Ass Inc Automatic sequence control system for pump motors and the like
DE2756916C2 (de) * 1977-12-21 1985-09-26 Danfoss A/S, Nordborg Vorrichtung zur Einrichtung der Fördermenge einer Wasserwerk-Pumpenanordnung
US4259028A (en) * 1978-04-17 1981-03-31 Efficiency Production, Inc. Water and debris impermeable trench box panel
DE3420144A1 (de) * 1984-05-30 1985-12-05 Loewe Pumpenfabrik GmbH, 2120 Lüneburg Regelungs- und steuerungssystem, insbes. fuer wassering-vakuumpumpen
US5231846A (en) * 1993-01-26 1993-08-03 American Standard Inc. Method of compressor staging for multi-compressor multi-circuited refrigeration systems
US5522707A (en) 1994-11-16 1996-06-04 Metropolitan Industries, Inc. Variable frequency drive system for fluid delivery system
US6659726B2 (en) * 2001-12-31 2003-12-09 Carrier Corporation Variable speed control of multiple motors
US9932114B2 (en) * 2008-07-10 2018-04-03 Jets As Method for controlling the vacuum generator(s) in a vacuum sewage system
US8371821B1 (en) * 2012-08-17 2013-02-12 Nasser Fred Mehr Green waste water pump station control system

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2008121051A1 (en) * 2007-04-03 2008-10-09 Delaval Holding Ab A method in a milking system for creating a required vacuum level and computer program products
DE102008064490A1 (de) * 2008-12-23 2010-06-24 Kaeser Kompressoren Gmbh Verfahren zum Steuern einer Kompressoranlage
WO2014040627A1 (en) * 2012-09-13 2014-03-20 Abb Technology Ag Device and method for operating parallel centrifugal pumps
DE102013108090A1 (de) * 2013-07-29 2015-01-29 Hella Kgaa Hueck & Co. Pumpenanordnung
WO2015039282A1 (en) * 2013-09-17 2015-03-26 Abb Technology Ltd. Hybrid electrification system of pump station and optimal operation method thereof
DE202015004596U1 (de) * 2015-06-26 2015-09-21 Oerlikon Leybold Vacuum Gmbh Vakuumpumpensystem

Also Published As

Publication number Publication date
US20190055945A1 (en) 2019-02-21
EP3420233B1 (en) 2020-04-22
EP3420233A1 (en) 2019-01-02
ES2803873T3 (es) 2021-02-01
BE1024411A1 (nl) 2018-02-08
US11111922B2 (en) 2021-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024411B1 (nl) Werkwijze voor het bedienen van een vacuümpompsysteem en vacuümpompsysteem dat een dergelijke werkwijze toepast.
CA2795538C (en) Phase shift controller for a reciprocating pump system
BE1015460A3 (nl) Werkwijze voor het sturen van een persluchtinstallatie met meerdere compressoren, stuurdoos daarbij toegepast, en persluchtinstallatie die deze werkwijze toepast.
WO2017143410A1 (en) Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method
NL8402760A (nl) Inrichting in het bijzonder voor het verpompen van een zeer visceus en/of een aanzienlijk gedeelte gas bevattend medium, in het bijzonder voor het produceren van olie.
US3154925A (en) Power plants
CN103883574A (zh) 液压多点同步控制系统
BE1026652A1 (nl) Oliegeïnjecteerde meertraps compressorinrichting en werkwijze om een dergelijke compressorinrichting aan te sturen
CN107013519B (zh) 用于成型机的液压装置以及具有液压装置的成型机
BE1023392B1 (nl) Werkwijze voor het regelen van het toerental van een compressor in functie van het beschikbaar gasdebiet van een bron en sturing en compressor daarbij toegepast.
US20140147293A1 (en) Hydraulic machine with electronically controlled valves
US10677353B2 (en) Hydrostatic drive having a closed circuit and method for operating the drive
US20210404469A1 (en) Method for operating a vacuum pump system and vacuum pump system applying such method
CN113757197B (zh) 一种泵站的恒压控制方法
BE1026539B1 (nl) Compressor of pomp voorzien van een sturing voor de regeling van het werkingsgebied en werkwijze voor de regeling daarbij toegepast
CN108466932A (zh) 底盘取力行车液压调速系统
KR20200073380A (ko) 인버터 부스터 펌프 시스템의 제어방법
JP3002069B2 (ja) ポンプ制御装置
JP2015140755A (ja) 油圧ユニット
CN114198920B (zh) 用于控制冷媒循环系统的方法、装置和冷媒循环系统
Skorek Characteristics of loss power in compared hydraulic systems
BE1026036A1 (nl) Werkwijze voor het aansturen van een compressorinrichting en compressorinrichting
SU170298A1 (ru) Автоматический регулятор производительностинасосов
Ramesh et al. Energy conservation strategy in Hydraulic Power Packs using Variable Frequency Drive IOP Conference Series: Materials Science and Engineering
NL2004979C2 (en) Phase shift controller for a reciprocating pump system.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180212