BE1024305B1

BE1024305B1 - Werkwijze voor de productie van notenpoeder

Info

Publication number: BE1024305B1
Application number: BE2016/5941A
Authority: BE
Inventors: Luc Ranson; Charlotte Ranson
Original assignee: Ranson Nv
Priority date: 2016-12-16
Filing date: 2016-12-16
Publication date: 2018-01-19

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van notenpoeder omvattende het aanleveren en vermalen van noten, waarbij de noten vermalen worden middels twee rolbrekers welke elk ten minste twee breekrollen omvatten. Verder betreft de uitvinding een notenpoeder welke verkregen werd volgens een werkwijze volgens de uitvinding. De uitvinding omvat eveneens een gebruik van een notenpoeder volgens onderhavige uitvinding in de bereiding van confiserieproducten.

Description

Voorrangsdatum :

Internationale classificatie : B02C 4/02, B02C 4/32, A23P 10/40, A23L 19/10, A23L 25/00, A23N 5/00 Aanvraagnummer : BE2016/5941

Indieningsdatum : 16/12/2016

Houder :

RANSON NV 8530, HARELBEKE België

Uitvinder :

RANSON Luc 8530 HARELBEKE België

RANSON Charlotte 8530 HARELBEKE België

WERKWIJZE VOOR DE PRODUCTIE VAN NOTENPOEDER

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024305 Nummer van indiening: BE2016/5941

Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: B02C 4/02 B02C 4/32 A23P 10/40 A23L 19/10 A23L 25/00 A23N 5/00 Datum van verlening: 19/01/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 16/12/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

RANSON NV, Generaal Deprezstraat 16, 8530 HARELBEKE België;

vertegenwoordigd door

BRANTS Johan Philippe Emile, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: WERKWIJZE

VOOR DE PRODUCTIE VAN NOTENPOEDER.

UITVINDER(S):

RANSON Luc, Generaal Deprezstraat 16, 8530, HARELBEKE;

RANSON Charlotte, Generaal Deprezstraat 16, 8530, HARELBEKE;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 19/01/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5941

WERKWIJZE VOOR DE PRODUCTIE VAN NOTENPOEDER

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van notenpoeder.

STAND DER TECHNIEK

Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van notenpoeder, en notenpoeder welke is verkregen middels een werkwijze volgens de uitvinding.

Het culinair gebruik notenpoeder is welbekend in de huidige stand der techniek.

Een belangrijke parameter voor de kwaliteit van notenpoeder is partikelgrootte, en meerbepaald uniformiteit van de partikelgrootte van notenpoeder. Uniformiteit van de partikelgrootte van notenpoeder kan verwerkingsprocessen en afgeleide productieprocessen van notenpoeder sterk vereenvoudigen en substantieel versnellen. Bovendien laat een uniforme partikelgrootte van notenpoeder toe om constante en hoge kwaliteit van het notenpoeder en hierop gebaseerde producten te garanderen.

Er is daarom vraag naar werkwijzen voor het produceren van notenpoeder waarbij de partikelgrootte van notenpoeder eenvoudig te reguleren is, en waarbij een hoge uniformiteit in partikelgrootte wordt bereikt. Verscheidene werkwijzen, inrichtingen, machines, en/of apparaten voor het produceren van notenpoeder resulteren in de huidige stand der techniek namelijk vaak in een variabele kwaliteit, smaak, partikelgrootte, en/of houdbaarheid van betreffend notenpoeder.

Bovendien gebeurt het vaak dat notenpoeder welke geproduceerd wordt middels een werkwijze of inrichting beschreven in de huidige stand der techniek, één of meerdere contaminanten, afval, metaal, en/of sporen hiervan omvatten. Deze sporen verhinderen optimale verwerking van het notenpoeder en kunnen gevaarlijk en schadelijk zijn voor de consument.

BE2016/5941

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde Problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft in een eerste aspect een werkwijze voor het produceren van een notenpoeder volgens conclusie 1. In het bijzonder omvat een werkwijze voor het produceren van een notenpoeder volgens onderhavige uitvinding het aanleveren en vermalen van noten, waarbij de noten vermalen worden middels twee rolbrekers, elk omvattende ten minste twee breekrollen waarbij de afstand tussen twee breekrollen van een zelfde rolbreker kleiner is dan de gemiddelde grootte van de noten, en waarbij de afstand tussen de breekrollen van de tweede rolbreker kleiner is dan de afstand tussen de breekrollen van de eerste rolbreker.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een notenpoeder volgens conclusie 23. Meerbepaald is een notenpoeder volgens onderhavige uitvinding verkregen middels een werkwijze volgens onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van een notenpoeder omvattende het aanleveren en vermalen van noten. Verder betreft onderhavige uitvinding een notenpoeder, en het gebruik van een notenpoeder in het bereiden van één of meerdere confiserieproducten.

Tenzij anders gedefinieerd hebben aile termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.

BE2016/5941

De termen omvatten, omvattende en voorzien van zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, eiementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het eiteren van numerieke Intervallen door de eindpunten omvat aile gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van een notenpoeder omvattende het aanleveren en vermalen van noten, met het kenmerk dat de noten vermalen worden middels twee rolbrekers, elk omvattende ten minste twee breekrollen waarbij de afstand tussen de breekrollen van een zelfde rolbreker kleiner is dan de gemiddelde grootte van de noten, en waarbij de afstand tussen de breekrollen van de tweede rolbreker kleiner is dan de afstand tussen de breekrollen van de eerste rolbreker.

Met de term noten wordt in onderhavige uitvinding verwezen naar aile grote, olieachtige en pit-omvattende vruchten welke in voedsel gebruikt worden. Het dient dus opgemerkt te worden dat niet de plantkundige definitie van echte noten gehanteerd wordt in onderhavige uitvinding.

De term notenpoeder in de huidige uitvinding betekent een verzameling van notenkorrels welke resulteren uit het vermalen van één of meerdere noten. Het gebruik van de term notenpoeder in de huidige uitvinding induceert dus geen restrictie op de partikelgrootte van de notenkorrels, behalve dat betreffende notenkorrels kleiner zijn dan de noot waarvan ze afgeleid zijn.

De term vermalen wordt in onderhavige uitvinding gebruikt als algemene term en verwijst naar het uiteen doen vallen van noten of notenkorrels op mechanische wijze. Ter verduidelijking, de term vermalen zoals gebruikt in onderhavige uitvinding omvat termen welke als specifieke processen van vermalen beschouwd kunnen worden. Niet-limiterende voorbeelden hiervan zijn pletten, breken, verpulveren, knarsen, en verpletteren.

In een werkwijze volgens onderhavige uitvinding is de partikelgrootte van een notenpoeder voornamelijk afhankelijk van de afstand tussen de breekrollen van

BE2016/5941 elke rolbreker. De aangeleverde noten dienen de twee rolbrekers te passeren via openingen welke gedefinieerd worden door de breedte van de breekrollen van een rolbreker en de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker. Aangezien in een werkwijze volgens onderhavige uitvinding de afstand tussen de breekrollen - en dus ook minstens één dimensie van de opening - van een rolbreker kleiner is dan de gemiddelde grootte van de aangeleverde noten, zal een aantal van betreffende noten vermalen worden tussen de breekrollen bij het passeren van de opening van één of meerdere rolbrekers.

Hoewel de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder kleiner is naarmate de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker afneemt, is het nagenoeg onmogelijk om aangeleverde noten rechtstreeks te vermalen tot een relatief fijn poeder. Het is namelijk zo dat wanneer de gemiddelde grootte van de aangeleverde noten substantieel groter is dan de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker, er een groot aantal van betreffende noten niet doorheen de opening van de rolbreker passeren, en bijgevolg, niet vermalen worden.

In een werkwijze volgens de huidige uitvinding worden de aangeleverde noten vermalen door twee rolbrekers. Doordat de afstand tussen de breekrollen van de tweede rolbreker kleiner is dan de afstand tussen de breekrollen van de eerste rolbreker kunnen aangeleverde noten bij passage doorheen de opening van de eerste rolbreker vermalen worden in notenpoeder welke vervolgens verder - en fijner - vermalen kan worden bij passage door de opening van de tweede rolbreker.

De uitvinder van onderhavige uitvinding heeft gevonden dat zulk twee-stapsgewijs vermalen van noten toelaat om notenpoeder met een uniforme - en indien gewenst, kleine - partikelgrootte te produceren.

Het dient desalniettemin opgemerkt te worden dat de partikelgrootte van een notenpoeder welke geproduceerd wordt middels een werkwijze volgens de huidige uitvinding, naast de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker, eveneens afhankelijk kan zijn van verscheidene andere parameters zoals bijvoorbeeld de hardheid van de aangeleverde noten, de vochtigheid van de aangeleverde noten, de hardheid van de breekrollen van de rolbrekers, en het gewicht en de omvang van de breekrollen van de rolbrekers.

BE2016/5941

In het bijzonder omvat de eerste rolbreker in een werkwijze volgens onderhavige uitvinding granieten breekrollen. Graniet bezit een hoge hardheid en is opgebouwd uit grove kristallen waardoor het een korrelig oppervlak bezit. Wanneer een rolbreker granieten breekrollen omvat, laten de korrelige oppervlakten ervan stevige grip op de aangeleverde noten toe. Als gevolg hiervan kunnen grotere noten vermalen worden door betreffende rolbreker, terwijl de hardheid van granieten breekrollen toelaat om aangeleverde noten op een efficiënte en uniforme wijze te vermalen.

In het bijzonder omvat de tweede rolbreker in een werkwijze volgens onderhavige uitvinding granieten of inox breekrollen. Inox breekrollen hebben een zeer egaal oppervlak waardoor een zeer uniforme en kleine partikelgrootte bekomen kan worden, en bezitten een hardheid welke nagenoeg vergelijkbaar is met de hardheid van graniet. Een rolbreker welke granieten breekrollen omvat laat - zoals hierboven beschreven - een stevige grip op de aangeleverde noten toe waardoor het productieproces substantieel versneld kan worden.

Bij voorkeur is de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker reguleerbaar. Zoals hierboven vermeld, is de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder sterk afhankelijk van de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker. Door de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker te veränderen, kan gevarieerd worden in de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder. Dit is voordelig wanneer notenpoeder met een specifieke partikelgrootte geproduceerd dient te worden. Eveneens laat het regeluren van de afstand tussen de breekrollen van de rolbrekers toe om grotere - of net kleinere - noten aan te leveren voor het vermalen. Wanneer kleinere noten worden aangeleverd, kan het voordelig zijn om de afstand tussen de breekrollen van de rolbrekers te verkleinen zodat een groter aantal noten vermalen wordt, en zodat bijgevolg, de efficiëntie van de tweede rolbreker eveneens verhoogd wordt. In tegenstelling, wanneer grotere noten worden aangeleverd kan het voordelig zijn om de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker te vergroten zodat de hoeveelheid aangeleverde noten welke niet doorheen de opening van de rolbreker passeren, te verminderen. De afstand tussen de breekrollen van een rolbreker is een belangrijke factor in de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder, en de mogelijkheid tot regulatie ervan induceert een zekere flexibiliteit aan de werkwijze.

BE2016/5941

In het bijzonder zijn de rolbrekers in een werkwijze volgens de huidige uitvinding horizontale rolbrekers. Meer in het bijzonder worden noten aan de horizontale rolbrekers geleverd middels een transportband. Dit laat een hoge graad van automatisatie toe.

In het bijzonder zijn de rolbrekers in een werkwijze volgens de huidige uitvinding verticale rolbrekers aan welke in bij voorkeur noten worden geleverd middels gravitatie en één of meerdere trechters. Zo kunnen noten in één of meerdere trechters welke zieh boven de verticale rolbrekers bevinden, eenvoudig worden aangeleverd. Onder invloed van gravitatie vallen betreffende aangeleverde noten uit de trechter. Bij voorkeur vallen de aangeleverde noten rechtstreeks op een rolbreker.

De term horizontale rolbreker verwijst in onderhavige uitvinding naar een rolbreker waarbij aangeleverde noten in een horizontale richting doorheen de opening van de rolbreker dienen te passeren, terwijl de term verticale rolbreker in onderhavige uitvinding verwijst naar een rolbreker waarbij aangeleverde noten in verticale richting doorheen de opening van de rolbreker dienen te passeren.

Bij voorkeur betreft een werkwijze volgens de huidige uitvinding het aanleveren van noten, het aanleveren van gepelde noten. Hierdoor wordt vermeden dat het geproduceerde notenpoeder zaadvliezen of deeltjes hiervan omvat. De graad van afwezigheid van zaadvliezen wordt frequent gebruikt als parameter voor de kwaiiteit van een notenpoeder. Zo kan de aanwezigheid van zaadvliezen verdere verwerkingsprocessen van notenpoeder bemoeilijken. Eveneens wijkt de smaak van de vliezen van noten vaak sterk af van de smaak van de nootvrucht zelf (endosperm), en zorgen aanwezige vliesjes voor een variabele kwaiiteit van het geproduceerde notenpoeder.

In het bijzonder zijn de aangeleverde noten onvolledige, gebroken en/of beschadigde noten, en/of notenpoeder.

In het bijzonder worden de aangeleverde noten in een werkwijze volgens de huidige uitvinding geselecteerd uit de groep van amandelnoten, hazelnoten, walnoten, pistachenoten, pecannoten, pindanoten en cashewnoten. Betreffende noten - en voornamelijk nootpoeders hiervan - worden in grote hoeveelheden verwerkt in een diversiteit aan toepassingen. Er is daarom een grote vraag naar

BE2016/5941 hoogkwalitatief notenpoeder. Meerbepaald is er een grote vraag naar hoogkwalitatief notenpoeder welke een uniforme kwaliteit en partikelgrootte heeft. De uitvinders van de huidige uitvinding hebben gevonden dat een werkwijze volgens onderhavige uitvinding zoals hier beschreven toelaat om in deze vragen te voorzien.

In het bijzonder omvat een werkwijze volgens de uitvinding het afwegen van een gewenste hoeveelheid noten vooraleer het aanleveren van betreffende noten. Op deze manier kunnen specifieke hoeveelheden notenpoeder geproduceerd worden, en kunnen notenpoeders met specifieke samenstellingen geproduceerd worden.

In het bijzonder wordt in een werkwijze volgens de uitvinding de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder geverifieerd na het vermalen van de aangeleverde noten. Meer in het bijzonder wordt de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder geverifieerd middels één of meerdere zeefstappen.

De partikelgrootte van een notenpoeder is een belangrijke parameter omdat voor verschillende toepassingen de ideale partikelgrootte verschillend is. Zo is er voor bepaalde toepassingen of verwerkingsprocessen van het notenpoeder zeer fijn poeder nodig, terwijl er voor andere toepassingen of verwerkingsprocessen net notenpoeder met grovere korrels of partikels nodig zijn. Het voorzien van één of meerdere zeefstappen laat toe om notenpoeder op een snelle, eenvoudige, goedkope en non-destructieve wijze te sorteren op basis van partikelgrootte. Bovendien laat het uitvoeren van één of meerdere zeefstappen met één of meerdere zeven toe om zeefpoeders met specifieke partikelgrootte te produceren.

Zoals hierboven vermeld bezitten fijnere notenpoeders een grotere oppervlakteper-volume verhouding en is het gebruik ervan in veel verwerkingsprocessen geprefereerd.

In het bijzonder wordt de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder geverifieerd middels één of meerdere zeefstappen met één of meerdere zeven welke een maaswijdte van 0.8 tot 1.5 mm omvatten.

In het bijzonder worden de aangeleverde noten herhaaldelijk vermalen tot het notenpoeder een gewenste partikelgrootte heeft. Meer in het bijzonder wordt de

BE2016/5941 afstand tussen de breekrollen van een rolbreker verkleind wanneer het vermalen van de aangeleverde noten herhaald wordt.

Zoals hierboven vermeld zijn er verscheidene parameters welke invloed hebben op de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder. Zo hebben onder andere de hardheid van de aangeleverde noten, de gemiddelde grootte van de aangeleverde noten, de vochtigheid van de aangeleverde noten, de afstand tussen de breekrollen van de rolbrekers, en de hardheid en het gewicht van de breekrollen van een rolbreker invloed op de partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder. De partikelgrootte van het geproduceerde notenpoeder kan dus sterk variëren naargelang welke noten aangeleverd worden en naargelang de parameters van de rolbrekers. Wanneer de partikelgrootte van het notenpoeder na het vermalen afwijkt van de gewenste partikelgrootte - de partikels van het notenpoeder zijn bijvoorbeeld te groot of bezitten geen uniforme grootte, of aangeleverde noten zijn nog onvermalen - kunnen de aangeleverde noten of het notenpoeder opnieuw aangeleverd en vermalen worden. Door de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker te verkleinen, kan een notenpoeder met kleinere partikelgrootte bekomen worden dan deze welke resulteerde uit een voorgaande vermaling.

Het kan eveneens voordelig zijn om de afstand tussen de breekrollen van de rolbrekers te vergroten bij een herhaling van het vermalen. Wanneer een groot aantal van de aangeleverde noten substantieel groter zijn dan de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker, zal een groot deel van betreffende aangeleverde noten niet doorheen de rolbreker passeren, en dus niet vermalen worden. In zulk geval kan het voordelig zijn om de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker te vergroten wanneer het vermalen van de aangeleverde noten herhaald wordt.

Verder kan het voordelig zijn om aangeleverde noten herhaaldelijk te vermalen wanneer men bijvoorbeeld een zeer uniforme partikelgrootte van het notenpoeder tracht te bekomen, of wanneer men meerdere notenpoeders met elk een verschillende partikelgrootte van eenzelfde batch aangeleverde noten wil produceren.

In het bijzonder wordt geproduceerd notenpoeder vermengd met suiker. Het vermengen van geproduceerd notenpoeder met suiker vereenvoudigt en optimaliseert verdere verwerkingsprocessen. Zo kan toegevoegd suiker het aroma van het notenpoeder opnemen, en omgekeerd waardoor het gesuikerd notenpoeder

BE2016/5941 een sterker maar egaler aroma omvat dan wanneer het notenpoeder pas later vermengd zou worden met suiker. Verder kunnen suiker en noten samen aangeleverd en vermalen worden waardoor het suiker en het notenpoeder een gelijkaardige partikelgrootte vertonen welke uniformiteit in de partikelgrootte van het gesuikerde notenpoeder induceert, en verdere verwerkingsprocessen vereenvoudigt en/of optimaliseert. Nog meer in het bijzonder gebeurt het vermengen van geproduceerd notenpoeder met suiker op machinale wijze.

Bij voorkeur wordt het geproduceerde notenpoeder verpakt na het vermalen van de aangeleverde noten tot een notenpoeder met gewenste partikelgrootte. Het verpakken van het geproduceerde notenpoeder laat eenvoudig transport toe, beschermt het notenpoeder van blootstelling aan de lucht, vocht en contaminatie, en laat toe om het notenpoeder in specifieke hoeveelheden op te slaan, te Ieveren en/of te verwerken. Meer bij voorkeur wordt het notenpoeder verpakt in een polyethyleen verpakking, welke bij voorkeur luchtdicht is.

In de huidige stand der techniek gebeurt het dat geproduceerd notenpoeder plastic, metaal of andere contaminanten omvat. Veelal is betreffende contaminatie een gevolg van het productieproces of afkomstig van de productie-inrichting. De contaminanten kunnen schade aanbrengen aan inrichtingen bij verdere verwerkingsprocessen van het notenpoeder, of kunnen - wanneer onopgemerkt terecht komen in consumentenproducten. Het is vanzelfsprekend dat zulke contaminatie uiterst ongewenst is. In het bijzonder wordt het geproduceerde notenpoeder in een werkwijze volgens onderhavige uitvinding gecontroleerd op de afwezigheid van contaminanten.

Zoals hierboven vermeld kan het uitvoeren van één of meerdere zeefstappen voor het bepalen van de partikelgrootte van geproduceerd notenpoeder eveneens resulteren in een scheiding van ongewenste partikels. Mogelijks zijn betreffende ongewenste partikels contaminanten welke op deze wijze eenvoudig verwijderd kunnen worden van het geproduceerde notenpoeder.

Desalniettemin kan het voorvallen dat contaminanten mee vermalen worden met aangeleverde noten, dat contaminanten pas na het uitvoeren van één of meerdere zeefstappen in het notenpoeder terecht komen, of dat er geen zeefstap van het notenpoeder uitgevoerd wordt na het vermalen van de aangeleverde noten. In een bijzondere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding wordt de

BE2016/5941 afwezigheid van contaminanten gecontroleerd middels metaaldetectie. Hierdoor kunnen zelfs zeer kleine, metalen contaminantpartikels te identificeren in het notenpoeder.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een notenpoeder verkregen middels een werkwijze volgens onderhavige uitvinding.

Een notenpoeder welke verkregen is middels een werkwijze volgens de huidige uitvinding bezit een uniforme kwaliteit en partikelgrootte. Bijgevolg kan de verwerking van een notenpoeder volgens de uitvinding in verdere toepassingen op een kwalitatieve, efficiënte en constante wijze verlopen. Meerbepaald dienen er door de uniformiteit in kwaliteit en partikelgrootte van het notenpoeder - weinig tot geen modificaties of aanpassingen aan verdere verwerkingsprocessen van het notenpoeder te gebeuren gedurende het verwerken van één of meerdere batches notenpoeder.

In een volgend aspect betreft de uitvinding het gebruik van een notenpoeder in het bereiden van één of meerdere confiserieproducten. Meerbepaald, betreft de uitvinding het gebruik van een notenpoeder voor het bereiden van één of meerdere confiserieproducten geseiecteerd uit de groep van marsepein, macaron, hazelnootpasta, muesli, nougat en frangipane.

Voor het bereiden van één of meerdere kwalitatieve confiserieproducten, is het noodzakelijk dat ingrediënten - waaronder notenpoeder - goed vermengd worden zodat betreffende ingrediënten in gelijke mate verspreid worden in en/of op betreffend confiserieproduct. Op deze manier kan een uniforme kwaliteit van confiserieproducten bekomen worden. Doordat het notenpoeder volgens onderhavige uitvinding een uniforme partikelgrootte en kwaliteit heeft, is het gebruik van notenpoeder volgens onderhavige uitvinding ideaal voor het bereiden van één of meerdere confiserieproducten. De uniforme partikelgrootte laat toe om het notenpoeder in zeer gelijke mate te verspreiden in en/of op één of meerdere confiserieproducten, terwijl de uniforme kwaliteit van het notenpoeder toelaat om betreffend notenpoeder te gebruiken in de bereiding van grote en/of verschillende batches van confiserieproducten. Eveneens laat de uniforme kwaliteit en partikelgrootte van notenpoeder volgens de huidige uitvinding toe om verschillende batches van betreffend notenpoeder te gebruiken voor het bereiden van één of meerdere batches confiserieproducten zonder een verschil in kwaliteit te induceren.

2016/5941

BE2016/5941

De partikelgrootte van notenpoeder welke gebruikt wordt in het bereiden van één of meerdere confiserieproducten is afhankelijk van het te bereiden confiserieproduct. Zo vereist de bereiding van bepaalde confiserieproducten het gebruik van notenpoeder met een zeer kleine partikelgrootte, terwijl het bereiden van andere confiserieproducten net een notenpoeder met grotere partikelgrootte vereist. Bij wijze van niet limiterende voorbeelden wordt voor de bereiding van macarons amandelpoeder met een partikelgrootte van maximaal 0.8 mm gebruikt, terwijl voor de bereiding van frangipanes eerder amandelpoeder met een partikelgrootte van 0.8 mm tot 1.5 mm wordt gebruikt. Ook bij wijze van niet limiterend voorbeeld wordt voor de bereiding van hazelnoten broyage hazelnotenpoeder met een partikelgrootte van maximaal 2 mm gebruikt, en voor de bereiding van muesli wordt hazelnootpoeder met een partikelgrootte van 2 mm tot 4 mm gebruikt wordt.

Doordat de huidige methode toelaat om notenpoeders met uniforme maar een verschillende partikelgrootte te produceren, is het gebruik van notenpoeders volgens de huidige uitvinding zeer geschikt in de bereiding van confiserieproducten.

BE2016/5941

Claims

CONCLUSIES

1. Een werkwijze voor het produceren van een notenpoeder, de werkwijze omvattende het aanleveren en vermalen van noten, met het kenmerk, dat de noten vermalen worden middels twee rolbrekers, elk omvattende ten minste twee breekrollen waarbij de afstand tussen twee breekrollen van een zelfde rolbreker kleiner is dan de gemiddelde grootte van de noten, en waarbij de afstand tussen de breekrollen van de tweede rolbreker kleiner is dan de afstand tussen de breekrollen van de eerste rolbreker.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste rolbreker granieten breekrollen omvat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de tweede rolbreker granieten of inox breekrollen omvat.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker reguleerbaar is.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat betreffende rolbrekers horizontale rolbrekers zijn.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het aanleveren van de noten gebeurt middels een transportband.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk dat betreffende rolbrekers verticale rolbrekers zijn.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het aanleveren van de noten gebeurt middels gravitatie en één of meerdere trechters.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de aangeleverde noten gepelde noten zijn. .
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de noten geselecteerd worden uit de groep van amandelnoten, hazelnoten, walnoten, pindanoten, pistachenoten, pecannoten en cashewnoten.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een gewenste hoeveelheid noten wordt afgewogen vooraieer deze worden aangeleverd.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de partikelgrootte van het notenpoeder geverifieerd wordt na het vermalen van de noten.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het verifiëren van de partikelgrootte van het notenpoeder gebeurt middels één of meerdere zeefstappen.

BE2016/5941
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het verifiëren van de partikelgrootte van notenpoeder gebeurt middels één of meerdere zeefstappen met één of meerdere zeven welke een maaswijdte van 0.8 tot

1.5 mm omvatten.
15. Werkwijze volgens één der conclusies 12-14, met het kenmerk dat het vermalen van de noten herhaald wordt tot het notenpoeder een gewenste partikelgrootte heeft.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de afstand tussen de breekrollen van een rolbreker verkleind wordt wanneer het vermalen van de noten herhaald wordt.
17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het notenpoeder vermengd wordt met suiker.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk dat het vermengen van het notenpoeder met suiker op machinale wijze gebeurt.
19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geproduceerde notenpoeder gecontroleerd wordt op de afwezigheid van contaminanten.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk dat het controleren op de afwezigheid van contaminanten gebeurt middels metaaldetectie.
21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het notenpoeder verpakt wordt na het vermalen van de noten.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk dat het notenpoeder verpakt worden in een polyethyleen verpakking.
23. Een notenpoeder verkregen middels een werkwijze volgens één der conclusies 1-22.
24. Notenpoeder volgens conclusie 23, met het kenmerk dat betreffend notenpoeder één of meerdere notenpoeders omvat geselecteerd uit de groep van amandelnotenpoeder, hazelnotenpoeder, walnotenpoeder, pindanotenpoeder, pistachenotenpoeder, pecannotenpoeder en cashewnotenpoeder.

2016/5941

14 BE2016/5941

WERKWIJZE VOOR DE PRODUCTIE VAN NOTENPOEDER